25ste Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN De Aartsbisschop en de Bisschoppen van Nederland MAANDAG 12 FEBRUARI 1934 No. 7734 3)e £cid&di&(Eki!/fca/nt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 aan de hun toevertrouwde Geestelijkheid en Geloovigen Zaligheid in den Heer. In deze gewichtige en beweeglijke tijden hoort men dagelijks vraagstukken opwer pen van maatschappelijken en staatkundi gen aard. Nieuwe leerstellingen, op dit ter rein verkondigd en elders ook reeds in prac- tijk gebracht, hebben vat gekregen op bree- de groepen der bevolking en heel in 't bij zonder op het jongere geslacht. Klaarblij kelijk is een nieuwe orde aan het groeien, die onder menig opzicht valt toe te jui chen, daar zij een verlossing beteekent uit individualisme èn materialisme, maar Ons ook zorgen baart, wijl zij dreigt in an dere dwalingen verstrikt te geraken. Wij bedoelen de stelsels, die men met de namen fascisme en nationaal-socialisme pleegt aan te duiden en ten opzichte waarvan het ze ker niet overbodig is het woord van Paus Leo XIII te herhalen: „Wij achten het van het grootste gewicht, de nieuwe meeningen omtrent den Staat met de christelijke leer te vergelijken". 1). Niet dat de Katholieke Kerk* voorkeur zou hebben voor den een of anderen staats- of bestuursvorm; zij staat ook niet een bijzondere politiek voor, een bepaald staatkundig stelsel. Maar wel verlangt zij van iederen bestuursvorm, dat deze niet geleid wordt door beginselen, die de rech ten door God aan de Kerk geschonken, en de natuurlijke rechten van iederen mensch in gevaar brengen. Het is daarom haar eisch, dat zij haar verheven taak in volle vrijheid kan blijven vervullen. Vervolgens moet ieder staatkundig stelsel, wil het door de Kerk aanvaard worden, rekening hou den met de eischen van het ware mensche- lijk geluk, zooals die in de katholieke leer liggen opgesloten. „God Weeft", zooals Paus Leo XIII in zijn Encycliek „Immortale Dei" zegt, „de zorg voor het menschelijk geslacht aan twee machten toevertrouwd, de geestelijke en de wereldlijke macht, waarvan de eene over de goddelijke, de andere over de mensche- lijke dingen is gesteld". Twee machten derhalve, de Kerk en de Staat, hebben beide, ofschoon onder ver schillend opzicht, te maken met het men schelijk geluk Het is dus zonder meer dui delijk dat, zoo leert dezelfde Paus „de burgerlijke maatschappij, ten alge- meenen nutte ingesteld, bij het behartigen der welvaart van het gemeenebest zooda nig voor haar burgers moet zorgen, dat zij niet alleen niets in den weg legt aan het bereiken en verkrijgen van dat hoogste en onveranderlijke goed, maar dat zij dit ook op alle mogelijke wijzen bevordert." 2) Het natuurlijk welzijn toch is aan het bo vennatuurlijke ondergeschikt en daarom zijn het doel van den Staat en dat van de Kerk, ook al kunnen zij afzonderlijk be schouwd worden, in werkelijkheid geens zins geheel van elkaar los te maken. Want al heeft ieder zijn eigen onafhankelijk ter rein, eenerzijds heeft het hooger leven voor zijn normale ontwikkeling de aardsche hulpmiddelen noodig, anderzijds wordt de opvatting zelf van natuurlijk welzijn ver helderd eji op allerlei wijzen beinvloed door de christelijke leer omtrent het volle en eeuwig geluk van den mensch. Het is derhalve volkomen begrijpelijk, dat de Kerk het recht en den plicht heeft bepaalde maatschappelijke en staatkundige stelsels aan haar beginselen te toetsen. Deze algemeene beginselen nu zijn ons herhaal delijk in de pauselijke encyclieken voor gehouden. Vóór alles is het een onvoorwaardelijke eisch, dat de bovennatuurlijke werkzaam heid der Kerk zelve volkomen vrij en vei lig is en dat de Kerk het zedelijk leven der geloovigen en alles, wat voor het gees telijk heil noodig is, zooals het huwelijks- en gezinsleven en de opvoeding der jeugd, naar christelijk beginsel in volle vrij heid kan regelen. Hieruit volgt, dat de kerk ,de vrijheden moet opeischen, die strekken tot bevordering van die doeleinden, zooals de bijzondere school, de confessioneele orga nisaties, een vrije katholieke pers en aller lei vormen van openbaar kerkelijk leven. Wanneer de Kerk dien eisch stelt, doet zij dit niet alleen om haar eigen rechten te waarborgen, maar óók voor het ware ge luk van iederen mensch, waartoe o.a. be hoort de welbegrepen vrijheid der zelf standige persoonlijkheid. De Kerk was, zoo als Paus Leo verklaart 3), steeds de meest krachtige beschermster van de ware bur gerlijke en staatkundige vrijheid, omdat zij de leer verdedigt, dat de overheden geens zins willekeurig en naar welbehagen kun nen bevelen, doch alle menschelijke wet geving haar oorsprong moet vinden in het natuurrecht en de eeuwige wet Gods. „Er wordt, aldus St. Augustinus, in de tijdelijke wet niets rechtvaardigs en wet tigs gevonden, of de menschen hebben het uit deze eeuwige wet afgeleid". 4). De rede nu leert en de openbaring be vestigt het dat de mensch persoonlijke rechten heeft. Deze rechten bestaan van na- ture, ook zonder den Staat. De Staat schept I ze niet en zij zijn ook geen louter uitvloei- j sel van het staatsdoel of het nationaal be lang, maar hangen samen met de persoon- I lijke bestemming van den mensch. Omdat die persoonlijke rechten derhalve elke staatsordening voorafgaan, heeft de Staat ze te eerbiedigen, ook al moeten zij ge ordend worden, d.w.z. in evenwicht ge bracht met de rechten van anderen. Zeer zeker zijn dit persoonlijk belang en de vrij heid, die het vereischt, ondergeschikt aan het algemeen belang, maar zij gaan daarin j niet op. Wrant het algemeen belang kan J ten slotte niets anders zqn dan het geor- dende welzijn van allen en niet iets, dat boven en buiten de persoonlijke belangen omgaat, zooals bijv. de ontwikkeling van het ras of de natie zonder meer, de groot heid en de macht van den Staat als zooda nig. „De openbare macht is ingesteld voor het nut van hen, die geregeerd worden". 5) Datgene nu, wat men wel den „totalen staat" noemt, is in zijn strenge beteekenis met deze beginselen in volslagen tegen stelling. Zeker is de behartiging van het goed be grepen nationaal welzijn iets grootsch en verhevens; het is daarom roeping en plicht van alle burgers daaraan mede te werken. Ook mag niemand zoo eenzijdig zijn per soonlijk belang nastreven, dat het even wicht van het geheel, dus het welzijn der anderen, in gevaar komt. Veeleer zijn wij als vaderlanders en als sociale wezens be stemd eg geroepen om in samenwerking met onze medeburgers van alle klassen en standen, het onze bij te dragen tot den bloei van het geheel, het welzijn van al len. Maar dit welzijn van allen is het wel zijn van vrije persoonlijkheden met eigen bestemming. Het zou niet bevorderd, maar vernietigd worden, als men den Staat ging beschouwen als eenige bron van recht, mo raal en vrijheid. Het wordt vernietigd door elk stelsel van staats- of natievergoding, door elke geheel ongebonden dictatuur. Het geordende welzijn van alien is immers alleen gewaarborgd bij erkenning van 's menschen persoonlijke zelfstandigheid binnen de grenzen der sociale orde. Daar om heeft de Kerk in haar leer steeds den besten grondslag geboden voor het bestaan van juiste maatschappelijke verhoudingen. „Terwijl op deze wijze zegt Paus Leo de deur voor dwingelandij wordt gesloten, wordt aan de overheid geen onbeperkte macht gegeven; ongeschonden erkend bly- ven de rechten der vrije burgers". 6) Wat nu de bijzondere verhoudingen in ons land betreft, is het bij de vage theorieën, die verkondigd worden, moeilijk beslissend uit te maken, in hoever verschillende fas cistische of nationaal-socialistische stroo mingen te onzent dezen „totalen staat" aanvaarden. Nochtans zijq de Bisschoppen, als herders der zielen en bewakers van het hun toevertrouwde heil der geloovigen, ver plicht ook ten opzichte van het geen hier te lande geschiedt, hun standpunt te bepa len. Want al vallen politieke vraagstukken op zich beschouwd buiten de bevoegdheid der kerkelijke overheden, de Kerk heeft niettemin den plicht te waken voor de gees telijke belangen, die er op velerlei wijze mee samenhangen. En al moge het dan waar zijn, dat de fascistische en de natio naal-socialistische partijen in ons land zich niet onomwonden voor den „totalen staat" uitspreken, toch moeten Wij wijzen op meerdere groote gevaren, welke van die partijen te duchten zijn. Vooreerst bedenke men, dat die stroomin gen bij ons, ook al zouden zij nu nog niet het verderfelijk beginsel van het staatsab- solutisme aanvaarden, vroeg of laat zeer ze ker onder invloed van deze staats- of na tievergoding zullen geraken. De groote ge- dachtenstroomingen toch in het wereldge beuren beinvloeden elkaar meestal op on weerstaanbare wijze en daarbij gaat men er zoo gemakkelijk toe over, volledig de denkbeelden te aanvaarden van degenen, die op sommige punten wellicht wenschelij- ke verbeteringen vermochten tot stand te brengen. Vervolgens vergete men niet, dat de lei ders eener felle beweging niet altijd de eigenlijke leiders blijven, maar zelf meer malen geleid en gestuwd worden door an deren, die de volle consequenties der theo rieën, waarop de beweging steunt, in prac- tijk willen brengen. Een zekere gematigd heid bij de hoofdleiding is dus niet de min ste waarborg voor de toekomstige ontwik keling eener beweging. En al verklaren dan ook sommige leiders in ons land, dat zij niet staan op. het standpunt van den „to talen staat", zulks vermindert geenszins het gevaarlijk karakter der beweging. Niemand kan zeggen, tot hoever de conse quenties der verkeerde theorieën zullen worden doorgevoerd, als de beweging een maal heeft gezegevierd. Bovendien is het meer dan waarschijnlijk, dat elk fascisme en nationaal-socialisme in Nederland op den duur zal beheerscht worden door een groep personen, die in meerderheid onze wereldbeschouwing niet deelen. Het legt een schier onbeperkte macht in handen van enkele menschen, die geen waarborg bieden noch kunnen bieden, J dat met de rechtvaardige eischen van het katholiek beginsel ten volle rekening wordt gehouden; het stelt direct of indirect alles in de waagschaal, wat onze Vaderen door harden strijd, dank zij hun onverwoestbaar geloof en hun nooit vermoeiden ijver, onder Gods zichtbaren zegen hebben bereikt. De positie van ons katholiek onderwijs, van onze pers en onze organisaties, de vrijheid voor onze katholieke actie, het werk onzer kloosterorden en vele andere vormen van godsdienstig en kerkelijk leven, dat al les, na eeuwen van verdrukking verworven, wordt ons door vele volken benijd, en werd reeds meermalen door Z. H. den Paus zelf met voldoening aan andere landen ten voor beeld gesteld. Welnu, dat alles kan niet blijven bestaan zonder den waarborg van de vrije burger lijke rechten der onderdanen, zonder aan vaarding van een gezonde zelfstandigheid van lichamen en individuen. Wanneer in een land met gemengde bevolking als het onze, een ongecontroleerde macht «dies be stuurt met miskenning van alle ander recht, kan volstrekt niemand voorzien waarheen dit wellicht ook tegen de bedoeling der lei ders zelve in voeren kan en hoeveel goeds zelfs bij een kortstondig bestuur belem merd of zelfs voor goed vernietigd kan wor den. Daarbij komt nog dit: iedereen beseft dat deze gewichtige tijden een omkeer brengen in het maatschappelijk denken en doen. Verblijdend is het dat men zich begint af te wenden van het individualisme, liberalisme en socialisme. Maar het samenstel van eco nomische en sociale vraagstukken dat hier bij is betrokken kan onmogelijk worden los gemaakt van de christelijk levensleer; het natuurlijk en het bovennatuurlijk welzijn grijpen ineen. Daarom mogen we geen staatkundig stel sel voorstaan dat den invloed der katho lieke levensbeschouwing op de oplossing van die vragen in groot gevaar brengt. Voor het vurig verlangde welzijn van ons volk is het noodig, dat onze stem luide wordt vernomen en dat ons katholiek volksdeel daadwerkelijk den invloed vermag uit te oefenen, dien het uitoefenen kan, als het vast aaneen blijft gesloten. Dit is niet een speciaal katholiek belang, maar het natio nale belang van geheel ons volk. Wie dan ook moedwillig de eenheid verbreekt, wie streeft ngar het groot en machtig maken van een fascistische of een nationaal-socia listische partij, hoe dan ook gericht, wie zich bij die partij aansluit of haar propa geert, is zich zijn heiligen plicht jegens het waarachtig volksbelang niet voldoende bewust. Wij weten zeer goed, dat allerlei grieven worden ingebracht tegen de bestaande in richting van den Staat, tegen de verschil lende partijen, en ook tegen de katholieke Staatspartij. Het is ons niet onbekend, dat ook vele goedgezinden doortastende maat regelen vragen ter vernieuwing van onze geheele samenleving. De bestaande politie ke instellingen zijn geenszins onverander lijk voor de eeuwen vastgelegd. Ook is het verre van Ons te beweren, dat niet op me nig terrein ontzaglijk veel te verbeteren en te vernieuwen valt. Een valsch begrip van vrijheid heeft tot losbandigheid gevoerd door zelfs aan de meest veroordeelenswaar- dige meeningen en opvattingen rechten toe te kennen. Het gezag in geheel de samen leving, met het huisgezin te beginnen, is ondermijnd en verzwakt; de maatschappij is nog niet losgemaakt van de verderfelij ke stelsels, die haar gedurende de laatste eeuwen vrijwel onbeperkt hebben bein- vloed; een verfoeilijk egoisme op het ter rein van het economische leven heeft vaak tot ergerlijke misstanden geleid. Wij begroeten daarom met groote vreug de de opleving van betere gevoelens en den heiligen ijver, waarmede velen onzer on vervaard'den strijd aanbinden tegen ern stige misbruiken. Maar toch moeten we er op wijzen en zij, die zoo gemakkelijk den arbeid der politieke partijen becritiseeren, mogen dit bijzonder bedenken dat vele der bestaande problemen internationaal zijn en niet kunnen worden opgelost door het bestuur van een land alléén. Bovendien be teekent de hernieuwing van een door libe ralisme ontkerstende maatschappij de wor ding van een nieuw tijdvak der geschiede nis, dat evenmin plotseling kan doorwer ken als in vroeger eeuwen het christendom de heidensche samenleving ineens hervormd heeft. Maar het zou ons van kwaad tot er ger voeren als wij uit ongeduld de oplos sing van die problemen practisch in han den gingen leggen van leiders en leeraren, die van onze opvattingen zeer ver afstaan; als wij, ten uiterste critisch tegenover de onzen en in dezelfde mate oncritisch tegen over buitenstaanders, in blind vertrouwen op hun goed willen en kunnen, in gevaar brachten, al wat reeds is veroverd en te vens een onmisbare voorwaarde is voor verderen vooruitgang. Bovendien, B. G., begrijpt toch wel: het goede, dat die partijen naast vele voor ons gevaarlijke en onaanvaardbare stellingen als iets nieuws en als een bevrijding aan prijzen, is in werkelijkheid niets anders dan een uitvloeisel van onze katholieke staats- en maatschappijleer, ja niet zelden een sinds jaar en dag door ons gestelde eisch. Wij kunnen dan ook niet beter doen, dan in eigen één en onverbreekbaar verband voor de verwerkelijking van die eischen arbei den. Een behoorlijke verwezenlijking daar van zal nooit zonder een sterken katholie ken invloed tot stand kunnen komen. Doch sterk is onze invloed, gelijk in het verleden, zoo ook in de toekomst, alléén, wanneer hij zich door een machtige een heidsorganisatie daadwerkelijk kan doen gelden. Zonder die eenheid zullen verre weg het meerendeel onzer wenschen en strevingen onvervuld blijven. Herhaalde lijk reeds hebben Wij daarom de geloovigen aangespoord, om ook in het staatkundige één te blijven, overtuigd, dat alleen door het bewaren der eenheid onze heilige rech ten en vrijheden voldoende gewaarborgd zijn. Het ligt niet op den weg van uw kerke lijke Overheden de politieke verdiensten van een partij als zoodanig te beoordeelen. Ook pleegt de Kerk de geloovigen niet zonder meer tot een bepaalde staatkundige organisatie te verplichten. Al wat Wij doen is, in naam der groote geestelijke be langen, die bij deze vragen betrokken zijn, en met het oog op de historische verhou dingen en den tegenwoordigen toestand in ons land, U op te wekken en te blijven op wekken tot hechte eenheid ook op staat kundig gebied. Wij waarschuwen U daarom tegen de onvermijdelijke gevaren zoowel van het verbreken der katholieke eenheid als van het zich groepeeren tot neutrale bonden en partijen. Met nadruk willen wij hier aan toevoe gen, dat dezelfde waarschuwing geldt ook voor die katholieken, die zonder zich bij de fascistische of de nationaal-socialistische partijen aan te sluiten, onder hun geloofs- genooten een eigen, zelfstandige beweging in het leven willen roepen, welke de ideeën en gevoelens dezer partijen aankweekt. Ook zij staan schuldig aan het verbreken der katholieke eenheid. Zulk een bewe ging immers groeit op den duur uit tot een nieuwe partij of sluit zich aan bij een bestaande fascistische of nationaal-socialis tische partij, omdat zij anders geen invloed kan uitoefenen. De hooge ernst van deze zaken wettigt ten volle het optreden van uw kerkelijke Overheid, die hun plicht als herders der zielen zouden verwaarloozen, wanneer zij het een en het ander vrijelijk zijn gang lieten gaan. Wie ondanks dit Ons waar schuwend woord meenen hun eigen inzich ten te moeten doordrijven, mogen weten, dat zij een zware verantwoordelijkheid op zich laden en dat zij zich tegenover God en hun geweten hebben te verantwoorden over hun kortzichtige roekeloosheid. De Bisschoppen mogen en zullen voorts niets dulden, dat personen, die functies beklee- den, welke meer direct aan hun rechts macht onderworpen zijn als vertegenwoor digers der katholieke actie kunnen be- I schouwd worden, ijveren voor het fascisme of het nationaal-socialisme of zich bij een van die groepeeringen aansluiten. Zoowel die aansluiting als die actie verbieden Wij daarom aan Onze priesters en geestelijke personen, aan leden van kerk- en armbe sturen, aan leiders van katholieke organi saties of katholieke instellingen, alsook aan al degenen, die in ons katholiek onderwijs werkzaam zijn, voor zoover aan de bis schoppelijke rechtsmacht onderworpen. Met alle kracht wekken Wij de geloovi gen op, heden meer dan ooit, de eigen ge lederen te versterken en onafgebroken werkzaam te zijn voor het herstel der maat schappij in Christus, dat ons allen zoozeer ter harte gaat. Moge op die wijze het r:jk Gods spoedig komen. Laat vooral in dezen H. Vastentijd vw dringende gebeden en uwe verstervingen van den hemel verkrijgen, dat God de zwaar beproefde wereld genadig zij en dat door Zijne barmhartigheid vrede en wel vaart onder ons wederkeeren. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Heden algemeene staking in Frankrijk (le blad). Bereidt Japan zich voor tot een oorlog met Rusland? (le blad). Stakingsonlusten in Oostenrijk. Straat gevechten te Linz en Weenen. Het stand recht afgekondigd. (Telegrammen). BINNENLAND. Contract-actie in het kleeding- en in het stucadoorsbedrijf. (3de blad). Benoemingen in het Bisdom Haarlem. (Kerkn., 3de blad). Tijdelijk vervoerberbod voor aardappe len. (3de blad). Het Nederlandsch s.s. „Trito" bij De vonshire op de klippen geloopen. Later vlot gekomen. (Gem. Ber., 3de blad en Laatste Ber.). SPORT EN WEDSTRIJDEN. Sweering biljartkampioen van Neder land. (2de blad). De Jager wint opnieuw het sabelkam pioenschap van den Leidschen Scherm- bond. (2de blad). De voetbalcompetities. (2de blad). Deetos korfbalkampioen van Zuid-Hol land. (2de blad). Waakt en bidt! Bidt in het bijzonder veel voor de H. Kerk en voor haar Opperpries ter, Z. H. den Paus, zoowel als voor uw overige herders. Bidt ook voor ons dier baar vaderland, voor onze geëerbiedigde en beminde Koningin, voor alle andere be stuurders van het land, opdat Gods wijs heid en kracht hen mag bijstaan bij hun moeilijke taak. Allerdringendst sporen Wij U aan, U toe te leggen op algemeen onder ling en offervaardig hulpbetoon om Chris tus' wille, op ernst en eenvoud van leven, op reine zeden en onderlinge liefde, op eer bied voor uw overheden en vertrouwen op God, onzen Vader in den hemel, die al les ten goede leidt. En zal dit Ons gezamenlijk herderlijk schrijven in alle tot Onze Kerkprovincie behoorende kerken, alsmede in de kapellen, waarover een rector is aangesteld, op Zon dag Quinquagesima onder alle vastgestelde H.H. Missen op de gebruikelijke wijze wor den afgekondigd. Gegeven te Utrecht, op het feest van O.L. Vrouw Lichtmis 2 Februari 1934. t J. H. G. JANSEN, Aartsbischop van Utrecht. - t P. A. W. HOPMANS, Bisschop van Breda, t A. F. DIEPEN, Bisschop v. 's Hertogenbosch, t J. D. J. AENGENENT, Bisschop van Haarlem, t Dr. J. H. G. LEMMENS, Bisschop van Roermond. 1) Ene. „Immortale Dei". 2) Ene. „Im mortale Dei". 3) Ene. „Libertas". 4) De lib. arb. I. 1, cap. 6 No. 15. 5. Ene. „Libertas". 6) Ene. „Libertas". De „Vastenbrief" van dit jaar van het gezamenlijk Episcopaat zal bijzondere belangstelling trekken. Niet-Katholieken zullen van dit Bisschoppelijk Schrijven i kennis nemen en de Katholieken ook al hebben zij het gisteren in de kerk i hooren voorlezen zullen vandaag nog eens gezette aandacht schenken aan dit I gewichtig Mandement, gegeven door Hen, Wien de Gezagsmacht in de Kerk is opge dragen en Die onze geestelijke Leiders zijn. Maar wij raden onzen lezers ook aan, dit Mandement zorgvuldig te bewaren, vooral hun, die in hun werkkring of door hun maatschappelijke positie meermalen in een politieke discussie geraken. Dit Bisschoppelijk schrijven toch zal waarschijnlijk nog wel 'ns in zulk 'n dis cussie worden betrokken en dan komt 't er op aan, dat wij den letterijken tekst, de juiste bewoordingen kennen, daar één woord minder of meer dikwijls de betee kenis en bedoeling aanmerkelijk wijzigt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1