HONIG'S VERMICELLISOEP 6 borden voor 15 ets.
ZATERDAG 3 FEBRUARI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND
DE VAL VAN DE RUSSISC HE STRATOSFEERBALLON. DE VAL
VAN HET FRANSCHE KAB1NET-CHAUTEMPS. HITLER AAN
HET WOORD. STABILISATIE VAN DEN DOLLAR.
Vallende ster. „Sirius" is de
naam van een heldere ster aan het firma
ment. Het was ook de naam van den Rus-
sischen ballon, die het deze week bracht
tot een nog nooit bereikte hoogte in de
stratosfeer. Helaas de ster verschoot, de
„Sirius" viel en de drie inzittenden kwa
men om het leven.
Volgens de berichten moet de gesloten
gondel zijn losgeraakt van de ballon en
met een smak van enorme hoogte op de
aarde terecht zijn gekomen. Hoe dat moge
lijk is geweest, weet men niet, men raadt
er slechts naar. Sommigen meenen, dat
zich ijs heeft afgezet op de metalen wan
den van de gondel, waardoor deze te
zwaar is geworden; anderen meenen o.a.
de directeur van het Meteorologisch Insti
tuut te De Bilt, prof. v. Everdingen dat
de ballon zich los gewrongen heeft, door
dat hij is gaan draaien. Hoe het ook zij
de ramp is gebeurd en niemand is er meer
om het na te vertellen. De stratosfeer is
sinds de pionierstochten van prof. Piccard
een gebied geworden, waar iedereen thans
over spreekt en men verwacht er nog veel
van. Een Fransch vliegtuigconstructeur
wil zelfs een vliegtuig maken, waarmee hij,
vliegend op een hoogte van 10.000 M. in 17
uur den Oceaan zou kunnen oversteken.
En wie weet, met hoeveel uur het record
van de „Postjager" nog verbeterd kan wor
den, wanneer wij eenmaal, behaaglijk
koersend in de stratosfeer, naar Indië
vliegen.
Naar de maan. Het Fransche mi-
nisterie-Chautemps heeft het nog verder
gebracht, het is totaal naar de maan. Het
zooveelste slachtoffer van den zwendelaar
Stavisky, wiens geest nog altijd rondspookt
in Frankrijk.
Chautemps is niet zonder slag of stoot
heengegaan; integendeel hij plakte letter
lijk op zijn zetel. De eenge minister na de
andere tuimelde uit zijn kabinet, gecom
promitteerd door gebleken relaties met
den aarts-oplichter. Het volk eischte het
aftreden van het geheele ministerie en ver
langde steeds luider en dringender door
rumoerige demonstraties, dat er eindelijk
eens licht gebracht werd in de steeds groo-
ter wordende schandaal-affaires. Ten slot
te is Chautemps gezwicht. Thans heeft
Daladier zijn taak overgenomen, maar ook
dit kabinet is weer voor een groot deel
samengesteld uit radicaal socialisten, tegen
welke overheerschende partij juist de groo-
te oppositie was gericht. Daarom ver
wacht men dat Daladier eveneens een har
de dobber zal hebben om zich te handha
ven. Er is den laattsen tijd zooveel modder
naar boven geborreld, dat het volk nu om
krachtige mannen roept, die den Augias
stal kunnen reinigen. Het zal er dus heele-
maal van afhangen, of Daladier erin slagen
zal, bij zijn eerste verschijning voor de
Kamer, het volk te overtuigen, dat hij daar
toe in staat is. Lukt hem dat niet, dan zal
ook zijn ministerieel leven van korten
duur zijn. Wij zijn den laatsten tijd ge
wend geraakt aan een voortdurend stui
vertje verwisselen bij de Fransche regee
ring, maar in dezen tijd is het toch jam
mer, dat er geen regeering in Frankrijk
is, die met het noodige gezag maatregelen
kan treffen, nu er zulke belangrijke inter
nationale probleven aan de orde zijn.
Hitier spreekt weer. Deze in
ternationale problemen heeft Hitier Dins
dag, bij gelegenheid van den eersten ver
jaardag van zijn regiem, in den Rijksdag
aangeroerd.
Op dien dag is wat de binnenlandsche
politiek betreft met verscheidene dingen
afgerekend. Vooreerst zijn de laatste res
ten van decentralisatie in het Duitsche Rijk
opgeruimd. De eenheid is thans voorgoed
gesmeed, heel Duitschland is één rijk ge
worden. De vroegere landen bestaan niet
meer, zij zijn nog slechts provincies, dis
tricten van het groote Duitsche Rijk. Ver
volgens is afgerekend met hen, die stre
ven naar een herstel van de monarchie;
daar mag niet meer over gesproken wor
den. Aan den anderen kant is de republi-
keinsche grondwet, waaraan Hitier steeds
formeel heeft vastgehouden, nu ook prac-
tisch op zij gezet, omdat aan de regee
ring de macht is toegekend om de grond
wet te wijzigen. Met de Katho
lieke zoowel als met de Protestantsche
Kerk meent Hitier thans eveneens afge
rekend te hebben, maar zoo gemakkelijk
zal dat wel niet gaan. Met een paar op
pervlakkige volziennen heeft hij er op
gewezen, dat het Nationaal-Socialisme den
godsdienst z'n hem toekomende plaats
heeft weergegeven en dat het Nat. Socia
lisme nu ook recht heeft op hoogachting
en eerbiediging van de zijde der Kerken.
Iemand, die meent met een dergelijke frase
de problemen van de verhouding tusschen
Kerk en Staat te kunnen oplossen, toont
weinig begrip.
Doch dat zijn ten slotte allemaal inter
ne aangelegenheden; van wijder strekking
althans voor de wereld zijn de bui-
tenlandsche problemen.
Inzake de Ontwapening was Hitier vrij
tegemoetkomend, al handhaafde hij zijn
eisch van rechtsgelijkheid, een eisch, wel
ke thans blijkens de onlangs gepubliceer
de nota's Engeland en Italië ook erkennen.
Jegens Frankrijk was de Führer al bij
zonder vriendelijk, al moest hij het betreu
ren, dat Frankrijk niet wilde toegeven
inzake de Saarkwestie. Tegenover het ge
heele buitenland is de houding van het
nieuwe regiem zeer vredelievend, behalve
tegenover Oostenrijk.
Hitler's betoog over Oostenrijk was on
sympathiek sophistisch, schrijft de „N. R.
Crt." De inmenging van Duitschland was
een gevolg van het feit, dat Duitsche on
derdanen te lijden kregen onder de ver
volging der nazi's in Oostenrijk. Hoe ech
ter zou het vreemdelingen vergaan, die in
Duitschland zoo tegen het bewind ijver
den? En zou dan hun regeering aan
spraak kunnen maken op verhaal? Als
Hitier op formeele gronden de Duitsche
propaganda in Oostenrijk verdedigt, o.a.
door er op te wijzen, dat ook een Duitsche
emigrantenpers in het buitenland kan
verschijnen, goochelt hij het feit weg, dat
Duitsche radiostations nog geregeld rede
voeringen uitzenden, ter bestrijding van de
Oostenrijksche regeering, en alleen tot het
Oostenrijksche volk gericht. Van de klacht
der Oostenrijkers over het binnensmokke
len van wapens en explosiva uit Duitsch
land, door lieden waarover de Duitsche
regeering toch verantwoordelijk is, sprak
hij heelemaal niet...."
Dollfuss is er echter de man niet naar,
om bij de pakken neer te zitten. Als het
hard tegen hard moet gaan, zal Dollfuss
hard terugslaan.
Dollar-stabilisatie. Eén van
de groote feiten van deze week was de
plotselinge stabilisatie van den dollar op
ongeveer 60 pet. van de oorspronkelijke
waarde.
De Amerikanen hebben ons met hun
monetaire en financieele politiek het laat
ste jaar wel voor verrassingen van aller
lei aard gesteld. Na steeds geweigerd te
hebben den dollar te stabiliseeren, is Roo
sevelt daar deze week opeens toe over ge
gaan. Moeten wij er blij of treurig over
zijn?
Laten wij het woord laten aan dr. v.
Aalst, den president der Nederl. Handel-
Mij., die verklaard heeft, dat er op het
oogenblik weinig redenen en ook te wei
nig positieve gegevens zijn om een van
optimisme getuigend oordeel uit te spre
ken. Ontegenzeggelijk is het van belang,
dat de goudlanden er een „compagnon"
bijgekregen hebben,, doch tevens dient re
kening gehouden te worden met de moge
lijkheid dat president Roosevelt weer op
zijn beslissing zal terugkomen. Bovendien
is het de vraag of; de goudlanden op den
duur gediend zullen zijn met een pariteit
van den dollar, waarvan de telegrammen
thans gewagen.
Er schuilen in een dergelijke gang van
zaken ongetwijfeld gevaren; zoo kan de
verhouding tusschen een op gemelden
voet gestabiliseerden dollar en onzen gul
den zeker niet gunstig worden genoemd.
Daarnaast is nog onbekend, welke maat
regelen Engeland zal nemen ten aanzien
van het pond sterling, zoodat met dat alles
aldus dr. van Aalst afwachten voor-
loopig de boodschap blijft
Ook de heer Gottfr. H. Crone, voorzit
ter van de Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Amsterdam, heeft ten aan
zien van dit punt zijn meening gezegd.
Ik beschouw dit besluit aldus de heer
Crone van groot belang omdat hier de
eerste stap is gedaan tot uiteindelijke sta
bilisatie van den dollar. Immers is de
goudwaarde van den dollar thans op een
nieuwe basis vastgesteld en treden we dus
in een nieuwe phase, waarbij een eind is
gekomen aan den „zwevenden" dollar,
welke gegolden heeft van 18 April 1933 af.
Toch is ook hier nog niet geheel voldaan
aan de eischen van stabilisatie, aangezien
president Roosevelt zich de bevoegdheid
voorbehoudt, om, als het hem goeddunkt,
een nieuwe beslissing te nemen. Er blijft
dus „een slag om den arm" aanwezig.
SPORT
VOETBAL
I.V.C.B.
Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag
ZUID AFDEELING I
le klasse: KimbriaRKONS; KNV
Chèvremont; Sitt. BoysValkenburg;
KerkradeVolharding; CaesarHVV.
ZUID AFDEELING II
le klasse: MuloVenlo; Gennep
SVB; Venl. BoysBest Vooruit; Wilhel-
minaKolping.
OOST AFDEELING I
1 e klasse: VDZ—Union; SDOUC—Al-
tior; VVG's Heerenberg; GrolBlauw
Wit.
OOST AFDEELING II
le klasse: PHZwolle; QuickDe
Zweef.
WEST AFDEELING I
le klasse: De MeerHMS; WZ
Volendam; VIC—WY; Fortitudo—EMM;
DEM—Wilskracht.
2e klasse A: LVVZwaluwen Voor
uit; MSVSDO; EMM IISemper Avan-
ti; Olympia—VEP; VVY—HMS it.
WEST AFDEELING II.
le klasse: DONK—DHL; Graaf Wil
lemSJC; Santpoort—TYBB; Spartaan
HBC; LeonidasGDA.
2e klasse A: LeidenSantpoort II;
VitesseADO; LisseTeylingen.
2e klasse B: ExcelsiorOliveo; Gr.
FlorisL. en Snel; PECWilhelmus.
DIOC. HAARL. VOETBALBOND
Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag
AFDEELING CENTRUM
le klasse C: DSSConcordia; HBC
nVVL, RODA—DOS.
2e klasse D: VVSBVan Nispen;
VogelenzangOIV.
Res. 2e klasse D: S.JC IILisse
II; Santpoort IIIDSS H.
3e klasse D: ASCAdolf Kolping;
DOS II—Foreholte; NVC H—KRV; ~t.
BarnardusMeerburg.
Res. 3e klasse H: BSM IISant
poort IV; HBC IV—Lisse III (12.30 uur);
Concordia IISJC in.
Re s. 3 e klasse I: Foreholte HGeel
Wit III.
4e klasse C: Kolping BoysRWD II;
SMC nvan Nispen II; Leiden IIIODI
(12.30 uur); KRV II—SNA IJ; DOS III
WL II (12.30 uur).
4e klasse D. TYBB V—DSO; NAS n
—Concordia III; DSS HI—Lisse IV (12.30
uur).
Res. 4e klasse L: Teylingen ni—
SantDoort V; OIV III—BSM in; Geel Wit
IV—DEK n.
Res. 4e klasse M: St. Bernardus n
—Adolf Kolping II (12.30 uur); ODI II—
DOS IV.
Res. 4e klasse U: Teylingen IV
BSM IV (12.30 uur); NVC ni—DEK III
(12.30 uur).
Res. 4e klasse W.: Adolf Kolping
IIForeholte III; Meerburg IIMajella;
Majella II—SMC III.
AFDEELING ZUID
2e klasse E: AW—RIA; SNA—Val
keniers.
2e klasse B :RVCAlph. Boys; Unio
—DONK II; VEP II—WSE.
3e klasse F: TOGDHB; NubiaSt.
Michael; R.V.V.—V.A.C.
3e klasse G.: WSE II—DONK III; Al-
phensche Boys IIUnio II; Unio IIIVEP
III (12.30 uur).
Res. 3e klasse K: Valkeniers IIA
W II.
De Junioren-Competitie.
Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag.
Afd. A: RWD a—KRV a 2uur, W. Visser;
Teylingen aWL a 2 uur, J. v. Nouland;
Leiden aSJC a 2 uur, A Dieben.
Afd. B: SMC a—NVC a 12.30 uur, F. Ho-
man; VVL b.Foreholte b 12.30 uur, J. W.
Hoogervors; S.N.A. aLisse a 12.300 uur,
A. Brouwer.
Afd. C: Geen wedstrijden.
CLUBNIEUWS DER
KATH.' SPORTVEREENIGINGEN.
WAT MORGEN GESPEELD WORDT
„Lisse": Lisse ITeylingen I 2.30 uur
(Leider L. v. d. Vlugt); SJC IILisse II
2.30 uur (J. Boekei); HBC IVLisse Hl
12.30 uur (Jac. van Dijk); DSS IIILisse
IV 12.30 uur (A. v. d. Zwet); SNA-Jun.
Lisse-Jun. 12.30 uur.
Een uiterst en een zeer belangrijk pro
gramma voor Zondag staat ons te wachten.
Te beginnen met het eerste elftaL Teylin
gen heeft nog een prachtkans om kam
pioen te worden, en de onze zijn er de
laatste tijd geweldig in, zoodat het on
mogelijk is, hier een uitslag te voorspel
len. Wij verwachten alle supporters Zon
dagmiddag aan den Achterweg, en niemand
zal er spijt van hebben.
Voor ons tweede elftal staat er nog meer
op spel, n.l. de kampioenswedstrijd. Wan
neer deze wedstrijd wordt gewonnen, zijn
jullie definitief kampioen. Met dit voor
oogen zullen allen wel hun uiterste best
doen en zorgen, dat hun deze mooie kans
niet zal ontgaan.
Ook het derde elftal heeft zich door een
tweetal fraaie overwinningen nog een mooi
kansje geschept. Tegen HBC kan worden
gewonnen, wanneer tenminste alle elf spe
lers opkomen en van meet af aan flink
wordt aangepakt. Dus jongens, play up!
Voor het vierde ook al een belangrijke
wedstrijd. Een puntje is reeds voldoende,
om de kampioensvlag te hijschen. Jullie
zijn nog steeds origeslagen, en daarom re
kenen wij er op, dat uit deze wedstrijd
ook de volle buit wordt behaald. Veel suc
ces!
V.E.P.: Morgen Olympia—V.E.P. I; V.E.
P. IÓI—W.S.E. I, Waddinxveen; Unio III
V.E.P. III .Oudewater; Junioren V.E.P.
R.V.C., Reeuwijk.
D.O.S.: D.O.S. I moet voor de zooveel
ste maal naar Bovenkerk om Roda te ont
moeten. Momenteel lijkt het er weer op,
dat het wel weer mis zal zijn, doch het
weer is erg ongelijk en we zullen maar
hopen. Vertrek plm. 1 uur Noordhoek per
autobus; voorzoover er plaats is kunnen
supporters mede. Aanvang half 3.
D.O.S. II speelt thuis tegen Foreholte I
en nu D.O.S. weer volledig uit kan komen,
zullen ze de puntjes wel thuis houden.
Aanvang 2.30.
D.O.S. ontvangt om 12.30 V.VX. n wat
met goed aanpakken niet verloren behoeft
te worden.
D.O.S. IV gaat O.D.I. II een bezoek
brengen, de uitslag valt moeilijk te voor
spellen. Aanvang 2.30 uur.
„N.V.C.": De hoop dat Zondag a.s. weer
eens een ouderwetsche voetbal-Zondag zal
worden, kan vrijwel weer worden prijs ge
geven, maar aangezien niets wispelturiger
is dan het weer, zetten wij ons met den
moed der wanhoop aan 't schrijven van dit
NVC-programma.
NVC I moet naar Bennebroek om aldaar
voor de na-competitie den zwaren uitwed
strijd tegen de eerste klasser BSM te spe
len, waarvan wij weinig winst voor de
NVC-ploeg verwachten. We vertrouwen
evenwel, dat allen zich geheel geven ten
einde het resultaat zoo eervol mogelijk te
doen zijn.
Het tweede ontvangt thuis KRV I uit
Katwijk en met een beetje goeden wil hou
den we de twee puntjes hier.
Het derde speelt ook thuis tegen DEK 3
uit Bloemendaal en is verplicht te winnen,
wil zij haar mooie positie op de ranglijst
handhaven.
De junioren A moeten naar Warmond
om er haar dito SMC-collega's te ontmoe
ten, welker strijd zeker niet van spanning
ontbloot zal zijn.
Aan alle elftallen het beste succes.
FEUILLETON.
DE TWEELINGZUSTERS
Uit het Engelsch van
PATRICIA WENTWORTH.
(Nadruk verboden).
12)
Mr. Fossick-Yates rukte zijn bril van
zijn gezicht en begon in vervoering de
glazen met zijn servet schoon te maken.
„Schitterend!" riep hij uit. „Schitte
rend eenvoudiguitermate vleiend....
ik heb er letterlijk geen woorden voor!
Mijn adder in een noot geciteerd! Kunt u
zich herinneren in welk hoofdstuk die noot
voorkomt?"
„Hoofdstuk vijftien", verklaarde John
prompt.
De kleine man plantte zijn bril weer op
den neus, liet nogmaals zijn manchet uit de
linkermouw schieten en krabbelde opnieuw
een paar woorden. Toen rukte hij zijn stoel
wat dichterbij.
„Sir John, ik heb dat zeldzame reptiel
in levende lijve bij mij thuis, geen twee
mijl hier vandaan. Ik moet er op aandrin
gen dat u het komt bezichtigen.er zijn
ook andere interessante exemplaren in
mijn collectie. Natuurlijk blijft u dineeren.
Mijn vrouw zal verrukt zijn.Ze zal het
heerlijk vinden kennis met u te maken.
Misschien hebt u haar wel hooren noemen
ze was indertijd een vooraanstand strijd
ster voor het vrouwenkiesrecht en ze
schrijft veel over sociale vraagstukken. Ze
is de bekende meyrouw Fossick-Yates.
Toen John dien avond naar zijn hotel
wandelde, vroeg hij zich af hoe hij het in
vredesnaam in zijn hoofd had gekregen
zich te laten lijmen om gast te zijn in den
huize Fossick-Yates. Hij zou vermoede
lijk een hoogst middelmatig diner krijgen,
de heer des huizes zou hem vervelen met
zijn slangen en diens echtgenoote met so
ciale gewichtigdoenerij. Hij kreunde bij 't
vooruitzicht en verwenschte zijn dwaas
heid. Als Frederick Fossick-Yates ook
maar een greintje minder oprecht en kin
derlijk verheerlijkt was geweest met de
vermelding van zijn wijsheid in hoofdstuk
zes en de noot over zijn adder in hoofdstuk
vijftien, zou hij John zich zonder
eenigen twijfel verschanst hebben achter
een oneindige reeks andere afspraken,
maar de stralende oogen achter de groote
brilleglazen hadden hem verteederd en
verleid.
Zijn gedachten lieten den kleinen slan
genbezweerder, zooals hij den goeden Fos
sick-Yates bij zichzelf gedoopt had, los en
richtte zich weer op Anne Belinda. Geen
seconde kwam het in hem op mr. Carru-
ther's advies te volgen en de zaak te laten
rusten. Dat hij dien raad gekregen had,
was op zichzelg al voldoende reden om in
precies tegenovergestelde richting te han
delen.
Het was vele jaren geleden sinds iets
anders dan lichamelijke pijn John Waveney
uit den slaap had gehouden. Als regel viel
hij, zoodra zijn hoofd het kussen aanraak
te, in een diepen, droomloozen, rustigen
slaap, waaruit hij pas den volgenden och
tend ontwaakte. Maar dien nacht lag hij
uren wakker, zijn hersens pijnigend om de
diverse vage inlichtingen, die hij had ge
kregen, methodisch te ordenen en te trach
ten een spoor er in te vinden, dat hem
wellicht den weg naar Anne Belinda zou
kunnen wijzen. Hij hield denkbeeldige ge
sprekken met juffrouw Jones, en den
ouden heer Carruthers, kolossaal sluwe
gesprekken, zooals hij zelf vond, waarin
hij probeerde hun dé mededeelingen te
ontlokken, die zij vastbesloten waren niet
te doen!
Uit een van deze gesprekken moest hij
in een soort looden sluimering gegleden
zijn, want plotseling hoorde hij juffrouw
Jones niet alleen spreken, maar hij meen
de haar ook te zien. Maar het bleek juf
frouw Jones heelemaal niet te zijnhet
was de kleine mijnheer Fossick-Yates in
vrouwenkleeren, met zijn baard, zijn bril
scheef op den neus en met een guirlande
van sleutelbloemen om zijn glanzenden
schedel. In een zotten rondedans nam hij
den krans van het hoofd, plukte dien uit
elkaar en wierp de bloemen naar John.
Zij veranderden in slangen zoodra ze op
den grond terecht kwamen!
lij zijn fantastische droom begon John te
rennen, te rennen met een snelheid, alsof
gen. Hij rende langs de oevers van de Ama
zone en het volgende oogenblik door de
vallei van de Waveney, langs een smal,
kristalhelder stroompje, dat zich in een
wijden poel verloor, opeens bleef hij stil
staan, met een ruk, alsof toovermacht zijn
vliegende voeten aan den bodem hadden
vastgeklonken; aan den anderen kant van
het water stond Anne Belinda en glim
lachte tegen hem. Ze had haar oude bruine
„overall" aan en het donkere haar viel in
lange krullen om haar hoofd. Ze bleef hem
glimlachend aankijken en een intens,
vreugde vol verwachten rees uit de diepten
van zijn droom omhoog. Maar wat hij ver
wachtte wist hij niet
Hij ontwaakte en merkte, dat hij rechtop
in bed zat. Hij ging weer liggen en peinsde
over het vreemde visioen. Het was zonder
ling, heel zonderling. Maar van één ding
was hij zich klaar bewust: dat hij nooit te
voren zulk een vreugde door zijn heele we
zen had voelen tintelen.
vin.
Den volgenden dag ging John Mrs. Court
ney een bezoek brengen. Hij werd in den
salon gelaten en wachtte daar terwijl het
meisje mevrouw ging roepen.
Vol belangstelling keek hij om zich heen
de kamer leek in niets op wat hij te vo
ren op dit gebied gezien had. Muren, vloer
en plafond, het houtwerk en de beklee
ding der meubels, het was alles in dezelf
de, blauwachtig-grijze tint gehouden en
tegen deze neutrale achtergrond contras
teerden de weinige versieringen van het
vertrek op een wijze, die hun schoonheid en
waarde heel wat sprekender deed uitko
men dan in een andere, minder sombere
omgeving het geval zou zijn geweest. Er
waren kussens in minstens zes verschil
lende nuancen van purper en violet; op
den schoorsteenmantel stond een groene
klok, geflankeerd door groene kandelaars;
aan den langsten wand, waarvan het groo
te, grijze vlak verder door niets onderbro
ken werd, hing een groote ets van een hoo-
gen, donkeren pijnboom, gezweept door een
feilen wind.. De kamer bevatte geen klei
ne, simpele snuisterijen, ook was zij geen
familiegalerij met een heirleger van por
tretlijstjes, alleen op de piano stonden drie
foto's en deze waren alle van dezelfde
persoon-
Het kostte John geen moeite Jenny Marr
te herkenneD Jenny in bruidsgewaad,
Jenny in hoftoilet met veeren en sleep en,
de aardigste van de drie beeltenissen,
Jenny in een eenvoudig maar gracieus
huiskleed, gebogen over een slapende
baby.
De bezoeker vroeg zich af hoe de vrouw
des huizes er wel zou uitzien en op het
zelfde oogenblik kwam zij binnen. Ze
paste voortreffelijk in het interieur, want
ook zij was heelemaal in het grijs hij
zou later vernemen, dat zij nooit een an
dere kleur droeg! Massa's wit haar toren
den in sierlijke, ingewikkelde krullen om
korte-haarmode, integendeel haar kap-
haar hoofd ze had niet geofferd aan de
sel wekte herinneringen aan de achttiende
eeuw.... Mevrouw Courtney's gezicht
was groot, vierkant. Haar trekken waren
niet vrij van hardheid en heerschzucht;
haar donkere, energieke oogen werden
overwelfd door wenkbrauwen, onvrouwe-
lijk-borstelig haast.
Ze drukte John de hand en ook die
handdruk getuigde van kracht. Toen ging
ze zitten, keek hem een paar seconden
monsterend aan en zei: „Het doet me ge
noegen, dat je gekomen bent. Je moet het
me maar niet kwalijk nemen, dat ik je
eens goed opneem. Je uiterlijk interes
seert me: ik heb je vader en moeder ge
kend."
John was heftig verbaasd.
„Hebt u mijn ouders gekend? Ik niet,
zooals u misschien weet."
„Ja, dat wist ik. Wat vreeselijk jammer
voor je! Je vader was de knapste man,
dien ik ooit in mijn leven gezien heb. Je
lijkt heelemaal niet op hem...."
(Wordt vervolgd).