DINSDAG 30 JANUARI 1934 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 BAROMETER. TELEGRAFISCH WEERBERICHT aaar waarnemingen verricht in den morgein van 30 Januari 1934, medegedeeld door het Kon. Ned. Meteorol. Instituut te De Büdt. Hoogste barometerst.: 779.3 te Vaüentiia. Laagste barometerst.: 738.6 te Irugö. Verwachting tot den avond van 31 Jan.: Zwakke tot matige westelijke tot noorde lijke wind, af nemende bewolking, wellicht nog enkele regen of sneeuwbuiten, aan vankelijk zachter la ter kouder. STADSNIEUWS De depressie in het Noorden trekt in be- teekenis afnemend Oostwaarts en breidde zich verder over het Oostzeegebied uit, zoo dat ook hier te lande de wind tijdelijk naar Ihet Zuiden liep en na ruim vier graden vorst in het midden van ons land dooiweer met motregen inviel Daarna heeft echter de hooge drukking, die bij Ierland bijna 780 mm. bereikt, zich tot boven IJsland uit gebreid en begint ook in Zuid-Noorwegen de barometer te stijgen. Een zeer koude Noordwestelijke wind volgt op de warme Westelijke stroom, in Scandinavië valt weer veel sneeuw, en wanneer de wind door het Noorden loopt, kan opnieuw vorst volgen. Thans kwam alleen in MiddenZweden strenge vorst voor, het geheele vasteland had lichte vorst, behalve op enkele plaat sen in Zuid-Frankrijk, waar de vorst matig werd. De vochtige Westelijke strooming brengt nu mist en motregen in de omge ving van ons land, alleen Zuid-Frankrijk heeft nog helder weer. Naar de Noorsche kust waait een storm uit West en Noord-West, in de Golf van Biscay e een krachtige Noordoostelijke wind, overigens is het bijna overal kalm. LÜCHTTEiMPERATUUR. Temperatuur des middags te half drie 3.8 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.: Van Dinsdagnamiddag 5.11 uur tot Woensdagmorgen 7.14 uur. HOOG WATER. Te Katwijk: op Woensdag 31 Januari v.m. 2.59 uur en nom. 3.14 uur. K a t w ij k: - D. F. E. Meerburg, H. Eerdbeek, H. Ouwe hand, D. van Riessen. Koudekerk: A. Mieog, D. Vlaanderen, J. Wille. Leiderdorp: M P. L. A uk es, B. G. Corts, A. van Kla veren, E. B. Koning, L. A. J. de Koning, J. M. de Koning, H. J. Lamers, J. Peeie- boom, M. Splinter MPzn., P. E. Viervant Tukker. Leimuiden: K. Breedijk, J, Maarse, Dr. D. Stapensea, E. P. Vroonland. Nieuwveen: Ds. H. Brink, M. Karsemeyer, Dr. B. Nout, W. Panman, J. J. Roovers, A. van Scherpenzeel, Ds. J. D. Speelman, P. Sprey, N o o r d w ij k: G. Aten, N. van Beelen, A. H. M. Eyken. Noordwijkerhout: Dr. F. J. Kerstens. O e g s t ge e st: J. A. W. Aalbersberg, J. W. Bonda, A. H. Dros, J. den Ouden, J. P. C. Sentel, Dr. K. Simon Thomas, Mr. L. Sprey. Rijnsaterwoude: W. Timmers. R ij n s b u r g: S. Sohoneveld, v. d. Vij ver, wethouder, T. Kralt, J. Kromhout, ontvanger. Sassenheim: J. W. de Gruyter, Jac. van Reisen, A. Vogelaar. Ter Aar: J. Bilars, Jhr. E. L. W. M. Hoeufft van Velsen, J. Hogenboom, P. Kroon, J. Post Uiterweer, A. Quartel, D. Warnink. V alken.burg: D. Bol, A. C. de Wüde. Voorhout: W. v. d. Laan, J. W. van Reisen, P. van Reisen. Voorschoten: Chr. Eggink, J. A. Hens, A. P. Schram de Jong. W armond: J. Heitlager, Mr. E. E. Menten. Zevenhoven: Dr. A. Lucardie, C. A. Moons, Ds. Ub- bink. Zoeterwoude: Th. Bergers, A. C. Hendriksen. Een collecte langs de huizen zal in het geheele district der Kamer plaats vinden op Woensdag 7 Februari 1934. Het bestuur werd samengesteld als volgt: Voorzitter: D. ten Cate Brouwer, Leiden. Vicè-voorzitter: Ir. F. H. E. Guljé, Leiden. Penningmeester: P. A. de Gooyer, Direc teur Rott. Bankver. Rapenburg, Leiden. Secretaris: Mi-. G. H. E. Nord Thomson, Advocaat-Procureur, Turfmarkt 8, Leiden. Voordracht van prof. mr. P. K. Kamphnisen. Op uitnoodiging van de R. K. Studenten vereniging „Sanctus Augustinus" alhier heeft gisteravond prof. mr. W. P. Kamphni sen, hoogleeraar in het Staatsrecht aan de R. K. Universiteit te Nijmegen, een rede gehouden over bovengenoemd onderwerp. Het vraagstuk Kerk en Staat, aldus spr. in zijn inleiding, heeft steeds aanleiding gegeven tot moeilijkheden, vanaf het eerste oogenblik, dat het christendom als het licht naar voren is gekomen. 't Is ook niet gemakkelijk de grens tus- schen Kerk en Staat precies af te bakenen, in de Middeleeuwen niet, in de 19e eeuw niet, met het liberalisme, ook thans vooral niet met het nationaal-socialisme en het fascisme. Een uiteenzetting van de Liberale leer over dit onderwerp is zeer moeilijk, omdat er eigenlijk niet te spreken is over één liberale opvatting over de verhouding tus- schen Kerk en Staat. Doordat het typisch individualisme vroeger op de spits werd gedreven, is het moeilijk een juiste omlij ning te geven. Daarom behandelt spr. eersrt de katholie ke leer over het vraagstuk der verhouding van Kerk en Staat en hij onderscheidt daarbij drie punten: lo. het beginsel van het onderscheid tusschen Kerk en Staat, 2o. de geordende samenwerking van Kerk en Staat, 3o. de subsidiaire ondergeschikt heid van den Staat aan de Kerk. Spr. werkt deze drie punten nader uit en betoogt dan, dat de Kerk is een godde lijke instelling en de staat een maatschap pelijke, dus tijdelijke. Beide verschillen in doel: de Kerk ijvert voor het geestelijk, het eeuwig heil der menschen, de staat beoogt alleen het tijdelijk welzijn. Dat verschil leidt onmiddellijk tot verschil in midde len, zoodat er een principieel verschil be staat tusschen beide, ten bewijze waarvan spr-. de Encycliek „Immortale Dei" aan haalt. Wat de geordende samenwerking betreft, heeft God wel gewild, dat beide onder scheiden zijn, maar niet dat ze gescheiden zijn en in tweedracht zouden leven. God wilde, dat beide elkander wederkeerig zouden helpen en steunen door den band der eendracht. De juistheid hiervan blijkt wel hieruit, dat kerk noch staat alleen in staat zijn volledig hun doel te bereiken uit zichzelf. De welvaart van den staat wordt b.v. niet weinig bevorderd door de a godsdienstzin, terwijl de Kerk haar macht niet ten volle kan ontplooien, indien er niet eenigermate maatschappelijke welvaart heerscht. Voor beide machten is dus een gedrags lijn vastgesteld, waaruit we de noodzake lijkheid van samenwerking duidelijk zien. Naast de scheiding en naast de samen werking is er tenslotte een indirecte sub ordinatie van den Staat aan Kerk. Daar om moeten we komen tot een bepaalde or dening van beide. Wat door God gesteld is, is ook door God geordend. In de moder ne philosofie wordt dit zoo dikwijls ont kent, maar men vergeet daarbij, het begin sel van de finaliteit. Een directe ondergeschiktheid van den een aan de ander is er niet, want beide zijn op hun gebied souverein. De prioriteit van de een boven den ander vloeit tenslotte slechts voort uit het doel. Waar nu de Kerk een hooger doel nastreeft, heeft de Kerk een indirecte subordinatie boven den Staat. De Kerk heeft geen enkele directe macht over tijdelijke zaken, maar is een tijdelijke zaak verbonden met een geeste lijke, dan staat de Kerk bovenaan. Die indirecte macht is er geen van aan manen of aanraden, maar een rechtsmacht, zoodat de Kerk dus bevoegd is om te oor- deelen en te straffen. Op de vraag hoe het liberalisme daarte genover staat, onderscheidt spr. verschil lende stroomingen. In het algemeen komt het standpunt der liberalen neer op een mindere of meer dere scheiding van Kerk en Staat. Maar er zijn daarbij verschillende gradaties waar te nemen. De scheiding van Kerk en Staat uit zich onder de meest gematigde liberalen in de zen vorm, dat de subsidies, die de Staat den verschillende kerkgenootschappen geeft, maar moeten ophouden. Een stand punt, dat voor ons soms acceptabel, soms te verwerpen is. Spr. geeft daarbij als zijn meening te kennen, dat financieele banden verplichtin gen en afhankelijkheid medebrengen, waarom hij oordeelt, dat het beter is geen subsidies te accepteeren, indien men er buiten kan. Een wederzijdsche vrije samenwerking tusschen beide zonder inmenging van de een in ander er zaken, zou een ideale op lossing zijn, maar samenwerking moet er zijn, omdat tal van zaken politiek of re ligieus niet te scheiden zijn. Een andere opvatting is nog liberaler, n.l., dat er geen enkele officieele gods dienst behoort te zijn. Dat kan voor ons nimmer een ideaal zijn, want de Staat is evenals de menschen zelf God hulde ver schuldigd. Maar dat neemt niet weg, dat in de practijk scheiding van Kerk en Staat gewenscht kan zijn. Een vierde opvatting is het extremisti sche standpunt, dat slechts weinig aanhan gers onder de liberalen telt, maar meer on der communisten en principieel-socialisten. vruchten van het liberalisme, gevonden wordt, d.i. de atheïstische staat, die zich van den godsdienst der burgers niets aan trekt. Dat standpunt is absoluut te veroor- deelen en een dergelijke Staat is logisch onmogelijk. Een dergelijk atheïsme is ook ongeoorloofd, omdat de staat ook afhanke lijk is van God. Is de theorie over een en ander betrek kelijk eenvoudig, dit is allerminst het ge val met de practijk, want de concrete ver houding geeft juist de moeilijkheden. Volkomen verkeerd is het, dat de Staat ingrijpt in het geestelijk leven, zooals we b.v. op het oogenblik in Duitschland zien. In theorie heerscht daar volkomen vrij heid voor de Kerk, maar in de practijk komt er niets van terecht. Zoo verklaarde een Duitsch geestelijke aan spreker, dat hij inderdaad het recht heeft om de jeugd in een katholieke vereeniging te organisee- ren, doch hij kan dit bijna niet doen, want de leden van dien jeugdbond zullen werk loos zijn. Zoo gaat het in Rusland, zoo gaat het ook in Mexico. In ons land leven we op het oogenblik onder heel gunstige omstandigheden. Maar hoe staat het nationaal-socialisme, de bewe ging van Mussert, hier tegenover? Zij heeft er zich nog niet over uitgelaten. Er komt een officieele N.S.B.-brochure, waarin het vraagstuk van Kerk en Staat behandeld zal worden en waarin Mussert heel gerust stellende mededeelingen zal doen. Maar ook in Duitschland werden geruststellende mededeelingen gedaan. Wanneer, zooals in Duitschland, het be lang van den Staat primair zal zijn, dan kan het niet anders of de Kerk wordt on dergeschikt gemaakt aan den Staat. Spr. staat nog vrij sceptisch tegenover den N.S.B. Mag de Staat dus niet komen op het terrein van de Kerk, ook het omgekeerde is het geval. Alleen wanneer het tijdelijke belang onafscheidenlijk verbonden is aan het geestelijke, heeft de Kprk recht van op treden. Dat is maar goed ook, want anders zou men komen tot het extremistische standpunt, dat de Kerk in alles zeggen schap had, omdat het tijdelijke altijd wel op een of andere wijze met het geestelijke in verband kan worden gebracht. In de practijk zullen er natuurlijk altijd moei lijkheden blijven. Over deze practijk weidt spr. dan nog nader uit, waarmede hij zijn voordracht besluit. Er volgde nog een vrij langdurige, geani meerde gedachtenwisseling, waarbij voor al Duitschland en zijn wetgeving punt van bespreking uitmaakte. Hierna werd de vergadering na een dankwoord van praeses Zijlmans aan prof. Kamphuisen, gesloten. Gisteravond hield in het groot Audito rium de bekende Zweedsche hoogleeraar en econoom prof. Gustav Cassel een lezing over de grondslagen der theoretische oeeo- nomie. Spr. noemde den tegenwoordigen toe stand in de economische wetenschap anar chistisch. Over de meest elementaire be grippen heerscht oneenigheid van opvat ting. Het moet op een buitenstaander een zeer vreemden indruk maken, dat als men aan een oeconoom b.v. vraagt: wat is inkomen?, nog steeds het antwoord moet zijn, dat men nog altijd geen eenheid van opvatting om- treent dit begrip heeft verkregen. Prof. Cassel achtte het, om aan de oeco- nomie een elementaixen grondslag te ge ven, noodzakelijk om te komen tot een standaardiseering van de oeconomische be grippen. Spr. maakte een principieel onderscheid tusschen het Privat-wirtschaftliche en het Social-wirtsckaftliche, als zijnde twee ge heel verschillende begrippen van het oeco- nomisch leven Het is het vruchtbaarst, aldus spr, om van een gesloten huishouding uit te gaan. We hebben dan te doen met het proces van behoeftebevrediging, dat een nimmer eindigend proces is. Talrijke problemen van de klassieke theorie komen hierbij weg te vallen en ook productie-perioden zijn in dit proces onbe staanbaar. In het tot eindproductie rijpen van grond stoffen en half-fabrikaten vindt steeds maar door dezelfde opvolging plaats in dit continu-proces. Voorts behandelt spr. een productie proces met gelijkmatige ontwikkeling, waarbij de toenamen steeds even groot zijn. Toen hij een definitie van sparen gaf, zei- de prof. Cassel, dat men daaronder slechts had te verstaan: het dirigeoren van pro- duotxeve krachten in een bepaalde richting. Voor een continue ontwikkeling is spa ren iets noodzakelijks. Spr. zeide aan het eind van zijn door een talrijk gehoor met aandacht gevolgde rede, w.o. verschillende professoren aan wezig waren, dat hij voorstander was van een bankpolitiek, die gericht is op een onveranderlijk prijsniveau. R. K. Handelsreizigersvereeniging. De afd. „St. Pancratius" van den Ned. R. K. Vereen, van Handelsreizigers en Handelsagenten „St. Christoffel" heeft haar jaarvergadering gehouden. De voorzitter opent de vergadering en spreekt den wensch uit, dat dit jaar zal brengen de oplossing der vele moeilijkhe den, waarmede allen in 't afgeloopen jaar te kampen hebben gehad. Hoewel onze werkloozenkas, aldus spr., reeds in wer king is gesteld en wij het nut daarvan reeds ondervinden, moge deze voor onze afd. blijken niet noodig te zijn. Spr. ver trouwt, dat alle leden het hunne er toe zullen bijdragen om „St. Christoffel" en in bijzonder de Leidsche afd. tot grooten bloei te brengen. Na lezing notulen, voorlezing ingekomen stukken, volgt jaarverslag van den secre taris. Hieraan ontleenen we het volgende: Het aantal leden der afd. bedroeg Jan. 1933 36, bijgekomen 11, is 47 leden, afge voerd door royement 6, verhuisd 3 en door verandering van werkkring 2 leden, totaal dus afgevoerd elf leden, zoodat geen le denwinst is te boeken. Dit lijkt, aldus de secr., oppervlakkig, alsof de activiteit der afd. heeft stilgestaan. Dit echter is zeker niet het geval. Het verslag constateert dan verder, dat speciaal onder de oudere leden der afd. een zeker percentage voorkomt, dat prac- tisch alleen maar contribuant is der or ganisatie. Slechts 25 pet. der leden bezoekt regelmatig de vergaderingen. Dit feit, zoo gaat het verslag verder, dient in het nieuw begonnen jaar nogmaals ernstig onder het oog gebracht te worden, omdat verbete ring daarin hoogst noodzakelijk is voor de groei en bloei der afd. Er werden 12 ledenvergaderingen ge houden en een gelijk getal bestuursverga deringen. Op de vergadering van 24 Febr. werd een lezing gehouden door den heer van Leeuwen, secr. der afd. Den Haag, met als onderwerp „De Handelsreiziger van heden". Op de vergadering van 24 Maart werd besloten een debatingclub op te richten, waarbij dient opgemerkt, dat de aanvankelijke animo voor deze club, helaas, aanmerkelijk is verslapt.. Op 14 Mei werd in de St. Jozefkerk een H. Mis op gedragen, ter gelegenheid' van den feest dag van den patroonheilige. Het bestuur bood den leden daarna een ontbijt aan zonder kosten voor de kas. De vergadering van 25 Mei nam het besluit, dat door den eminenten penningmeester de contributie zou worden geiincasseerd en dat de incas sokosten bestemd zouden worden, om le den, die buiten hun schuld hun contribu tie niet kunnen voldoen, voor royement te vrijwaren. Op de vergadering van 25 Aug. nam de afd. het besluit, te stemmen voor aansluiting bij het Werkliedenverbond; tevens werd door de afd. een voorstel aan genomen en ingediend omtrent het or- ganiseeren van een speldjesdag ten bate van het V. O. F. Dit voorstel ontving ech ter een ongunstig praeadvies van. het hoofdbestuur, maar werd gehandhaafd en moet nog in behandeling komen. Ook werd op deze vergadering het feestplan der feestcomm. goedgekeurd. De vergadering van 20 Oct gaf als spreker den heer Bek kering, Bondsbestuurder, die een pro- pagandarede hield. 5 Nov. was de feestdag der afd.. 22 Dec., de laatste vergadering van 1933, bracht een wijziging in het be stuur en de eerw. adviseur hield toen een lezing over de St. Bartholomeusnacht. Na de opsomming van alles wat in 1933 in het vereenigingsleven is geschied wat wij hier verkort weergeven hield de secretaris een krachtige opwekking tot medeleven met de organisatie en trouw vergadering-bezoek. Nadat de voorzitter den functionaris hartelijk had bedankt, werd het jaarver slag van den penningmeester uitgebracht, dat tot groote tevredenheid stémde. Benoeming kascommissie bracht geen moeilijkheden. Dan volgde verkiezing van twee bestuursleden wegens het periodiek aftreden van de heeren Nicolai en Korte- kaas. Aangezien er geen candidaten wa ren binnengekomen en beide heeren zich herkiesbaar stelden, werden beiden zon der stemming gekozen. De voorzitter feli citeerde de nieuw gekozenen en vertrouw de dat zij weer. hun volle kracht aan St. Christoffel en aan de afd. zouden geven. Het benoemen van gedelegeerden voor de vakgroepen alsook het samenstellen der propaganda-commissie ging vlot. Door de secr. werd nog verslag uitgebracht van de Soc. Zondag georganiseerd door de Ver. Katholiek Leiden. Van de rondvraag werd door velen ge bruik gemaakt en allen werden naar ge noegen beantwoord. De ELVI. De fancy-fair van de ELVI mag als zeer goed geslaagd beschouwd worden. Zater dag en Zondag is het bijna doorloopend zeer druk geweest, zoodat er 2000 betalen de bezoekers de wonderen dezer fancy- fair hebben aanschoiiwd. Dezer dagen zal de datum van de trek king der loterij bekend worden gemaakt. Het bestuur verzoekt ons verder te wil len mededeelen, dat de nadm van de pop is „Dora" en dat de tweelingspoppen ge vallen zyn op No. 159. Handelsregister K. v. K. Wijzigingen: 5031. De Stofzuiger Centrale Gebrs. van der Meel, Leiden, Sta tionsweg 14. De vennootschap onder firma is ontbonden. Het bedrijf wordt voortge zet onder den ouden naam door: S. L. N. A. van der Meel, als eenig eigenaar. 366. Naamlooze Vennootschap Sajetfa- briek en Breierij J. P arm en tier - Zonen, Leiden, Lammermarkt. Uittr. Comm.: Mr. M. Kami, Amsterdam. 143. Naamlooze Vennootschap Netten- fabriek voorheen Jaeger, Leiden, 3e Bin nenvestgracht 22, vervaardigen van brei katoen. Uittr. Comm.: Mr. M. Kann, Am sterdam. 361. Naamlooze Vennootschap Sajetfa- brieken P. Clos Leembruggen, Leiden, Langegracht 812. Uittr. Comm.: Mr. M. Kann, Amsterdam. TOONEEL. Petrus een comedie in drie be drijven door Marcel Achard Centraal TooneeL Hoe een tooneelstuk, aan 't begin waar van een moordaanslag en aan 't einde waar van een moord gebeurt, een comedie kan zijn in plaats van een liefdes-drama want de schietpartijtjes gebeuren heusch uit pure liefde dat leert ons Marcel Achard in zijn stuk „Petrus", dat gister avond als vijfde abonnementsvoorstelling in den Leidschen Schouwburg werd ver toond. Toch ligt het grootste deel van het suc ces bij het Centraal Tooneel en niet bij Achard zelf, al bedoelen wij daarmee niet Gemeentelijke Aankondigingen. Uitloting geldleening. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter algemeene kennis, dat bij de op 25 Januari 1934 gehouden uitlo ting van 50 obligatiën ad 1000.in de 4 y* pot. geldleening der gemeente Leiden van 1928 groot ƒ2.000.000.de navolgen de obligatiën zijn uitgeloot: de nummers 30, 51, 168, 189, 192, 205, 225, 229, 249, 294, 408, 465, 473, 499, SlO, 513, 561, 641, 650, 686, 746, 766, 790, 796, 832, 855, 946, 998, 1216, 1226, 1247, 1266, 1267, 1405, 1465, 1474, 1497, 1532, 1578, 1682, 1717, 1730, 1754, 1769, 1806, 1808. 1828, 1888 en 1968. De aflosbaar gestelde obligatiën zullen betaalbaar worden gesteld te Amsterdam ten kantore der Nederlandsch-Indisohe Es- oompto-Maatschappjj en der heeren Patyn, Van Notten en Co., te Rotterdam en 's-Gra- venhage ten kantore der Nederlandsch- Indische Escompto Maatschappij en te Lei den bij den Gemeente-Ontvanger. Drankwet. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter algemeene kennis, dat: a. H. Bedak, te 's Gravenhage, een ver zoek heeft ingediend ter bekoming van een verlof A voor den verkoop van zwak- alcoholisohen drank in het klein in het perceel Haarlemmerstraat no. 52, alhier; b. L. W. J. Bouhuys, alhier, een verzoek heeft ingediend ter bekoming van een ver lof A voor den verkoop van zwak-alcoho- lischen drank in het klein in het perceel Rapenburg no. 47, alhier; c. de Leidsche Voetbal- en Athletiek- verg. „Fides Pacta" een verzoek heeft inge diend ter bekoming van een verlof B voor den verkoop uitsluitend van alcoholvrijen drank voor gebruik in haar clubgebouw staande op het terrein kad. Sectie N. No. 174, gelegen in den Stadspoto hier. A. VAN DE SANDE B. jYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 30 Januari 1934. AGENDA LEIDEN. Maandag, R.K. Metaalbewerkersbond, afd. Leiden, Bondsgebouw, 8.30 ur. Donderdag. R. K. Reclasseeringsvereeni- ging", Vincentiusgebouw, Hoogl. Kerkgracht 32, Zitting 89 uur. Donderdag, jaarvergadering „De Hanze", „In den Vergulden Turk", 8.30 uur. Donderdag, R. K. Bond van Transportar beiders „St. Bonifaoius", R. K. Volksbond, 8 uur. Donderdag, R. K. Slagerspatroonsvereeni- ging „St. Pelagius", Hotel „Rijn land", 8.30 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst dei- apotheken wordt van Maandag 29 Jan. tot en met Zondag 4 Febr. a.s. waarge nomen door de apotheken: W. Pelïe, Kort Rapenburg 12, tel. 594. en J. E. M. ten Dijk, Haven 18, Tel. 85. te zeggen, dat Achard's stuk als mislukt zou moeten worden beschouwd. Integendeel! Het is niet een van Achard's beste stukken, want het mist te veel de vluchtige charme, die zyn andere stukken kenmerken, maar het heeft daartegenover dit voordeel, dat het een prachtige tegen stelling biedt in de karakters van Petrus en Migo, die resp. door Cees Laseur en Mary Dresselhuys op sublieme wijze wer den vertolkt. En juist deze gave vertol king is het, die het succes van dit stuk volkomen maakte. De hoofdpersoon is Petrus (Cees La seur), een Weltfremde man, een man met afwijkingen, een man, die niet past in een geordende samenleving, immers, om maar karaktervoorbeeld te noemen, hij verlangt steeds de waarheid te hooren, hij liegt niet en dat past toch niet in een nette samen leving. Hij vindt zichzelf gek, dat komt, omdat hij, groote man, kind gebleven is. Maar hij is toch niet zoo gek, of hij weet wat hij wil en bereikt, wat hij wenscht,, zijn liefde voor Migo, die van een ander houdt, maar hij krijgt haar. Dan is hij niet gek, dan wordt hij scherp zinnig, dan ziet hij met één blik, wat een ander ontgaat En dit is de tegenstelling, die dit karakter zoo fel levend maakt, even later, bij de gewone dagelijksche levens dingen, doet hij weer dwaas, zegt hij xyeer vreemde dingen als een kind of als een licht krankzinnige. Zoo heeft Cees Laseur deze moeilijke rol gespeeld, prachtig en levend, over de hia ten heenspelend, want deze zijn er in dit lange spel, welks inhoud vrij onbelang rijk is. Met Mary Dresselhuys heeft hij ons deze hiaten vrijwel onopgemerkt doen voorbijgaan. Migo (Mary Dresselhuys) even levens vreemd als Petrus. Met haai" liefde voor een danseur, het „viêze ventje" past zij niet in de wereldstad. Zij kent het leven niet en is evenzeer een kind, maar zonder de scherpzinnige oogenblikken van Petrus. Hiervan gaf Mary Dresselhuys een prach tige creatie, zij gaf Inzicht in een karakter, dat ineens voluit openbloeide uit haar gave uitbeelding. De overige rollen waren evenzeer goed bezet. Noemen wij vooral Joan Remmelts in de rollen van commissaris van politie en Carcoran, Rie Gilhuis als Francine en de zeer goed getypeerde Arlette van Kate Schnitzer, die door een kostelijk accent van haar rol iets bijzonders maakte. Maar vooral ook denken wij nog aan het kostelijk stel politie-agenten, getypeerd door Cor Hermus en Chris Baay. Met dit spel, dat op zoo'n hoog peil stond, heeft het publiek zich uitstekend vermaakt en veel applaus was de belooning voor deze kostelijke opvoering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 2