DINSDAG 30 JANUARI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD PAG. 2
BAROMETER.
TELEGRAFISCH WEERBERICHT
aaar waarnemingen verricht in den
morgein van 30 Januari 1934, medegedeeld
door het Kon. Ned. Meteorol. Instituut
te De Büdt.
Hoogste barometerst.: 779.3 te Vaüentiia.
Laagste barometerst.: 738.6 te Irugö.
Verwachting tot den avond van 31 Jan.:
Zwakke tot matige
westelijke tot noorde
lijke wind, af nemende
bewolking, wellicht
nog enkele regen of
sneeuwbuiten, aan
vankelijk zachter la
ter kouder.
STADSNIEUWS
De depressie in het Noorden trekt in be-
teekenis afnemend Oostwaarts en breidde
zich verder over het Oostzeegebied uit, zoo
dat ook hier te lande de wind tijdelijk naar
Ihet Zuiden liep en na ruim vier graden
vorst in het midden van ons land dooiweer
met motregen inviel Daarna heeft echter de
hooge drukking, die bij Ierland bijna 780
mm. bereikt, zich tot boven IJsland uit
gebreid en begint ook in Zuid-Noorwegen
de barometer te stijgen. Een zeer koude
Noordwestelijke wind volgt op de warme
Westelijke stroom, in Scandinavië valt weer
veel sneeuw, en wanneer de wind door het
Noorden loopt, kan opnieuw vorst volgen.
Thans kwam alleen in MiddenZweden
strenge vorst voor, het geheele vasteland
had lichte vorst, behalve op enkele plaat
sen in Zuid-Frankrijk, waar de vorst matig
werd. De vochtige Westelijke strooming
brengt nu mist en motregen in de omge
ving van ons land, alleen Zuid-Frankrijk
heeft nog helder weer.
Naar de Noorsche kust waait een storm
uit West en Noord-West, in de Golf van
Biscay e een krachtige Noordoostelijke
wind, overigens is het bijna overal kalm.
LÜCHTTEiMPERATUUR.
Temperatuur des middags te half drie
3.8 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.:
Van Dinsdagnamiddag 5.11 uur tot
Woensdagmorgen 7.14 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk: op Woensdag 31 Januari v.m.
2.59 uur en nom. 3.14 uur.
K a t w ij k:
- D. F. E. Meerburg, H. Eerdbeek, H. Ouwe
hand, D. van Riessen.
Koudekerk:
A. Mieog, D. Vlaanderen, J. Wille.
Leiderdorp:
M P. L. A uk es, B. G. Corts, A. van Kla
veren, E. B. Koning, L. A. J. de Koning,
J. M. de Koning, H. J. Lamers, J. Peeie-
boom, M. Splinter MPzn., P. E. Viervant
Tukker.
Leimuiden:
K. Breedijk, J, Maarse, Dr. D. Stapensea,
E. P. Vroonland.
Nieuwveen:
Ds. H. Brink, M. Karsemeyer, Dr. B.
Nout, W. Panman, J. J. Roovers, A. van
Scherpenzeel, Ds. J. D. Speelman, P. Sprey,
N o o r d w ij k:
G. Aten, N. van Beelen, A. H. M. Eyken.
Noordwijkerhout:
Dr. F. J. Kerstens.
O e g s t ge e st: J. A. W. Aalbersberg, J.
W. Bonda, A. H. Dros, J. den Ouden, J.
P. C. Sentel, Dr. K. Simon Thomas, Mr.
L. Sprey.
Rijnsaterwoude:
W. Timmers.
R ij n s b u r g: S. Sohoneveld, v. d. Vij
ver, wethouder, T. Kralt, J. Kromhout,
ontvanger.
Sassenheim:
J. W. de Gruyter, Jac. van Reisen, A.
Vogelaar.
Ter Aar:
J. Bilars, Jhr. E. L. W. M. Hoeufft van
Velsen, J. Hogenboom, P. Kroon, J. Post
Uiterweer, A. Quartel, D. Warnink.
V alken.burg:
D. Bol, A. C. de Wüde.
Voorhout:
W. v. d. Laan, J. W. van Reisen, P. van
Reisen.
Voorschoten:
Chr. Eggink, J. A. Hens, A. P. Schram
de Jong.
W armond:
J. Heitlager, Mr. E. E. Menten.
Zevenhoven:
Dr. A. Lucardie, C. A. Moons, Ds. Ub-
bink.
Zoeterwoude:
Th. Bergers, A. C. Hendriksen.
Een collecte langs de huizen zal in het
geheele district der Kamer plaats vinden
op Woensdag 7 Februari 1934.
Het bestuur werd samengesteld als volgt:
Voorzitter: D. ten Cate Brouwer, Leiden.
Vicè-voorzitter: Ir. F. H. E. Guljé, Leiden.
Penningmeester: P. A. de Gooyer, Direc
teur Rott. Bankver. Rapenburg, Leiden.
Secretaris: Mi-. G. H. E. Nord Thomson,
Advocaat-Procureur, Turfmarkt 8, Leiden.
Voordracht van
prof. mr. P. K. Kamphnisen.
Op uitnoodiging van de R. K. Studenten
vereniging „Sanctus Augustinus" alhier
heeft gisteravond prof. mr. W. P. Kamphni
sen, hoogleeraar in het Staatsrecht aan de
R. K. Universiteit te Nijmegen, een rede
gehouden over bovengenoemd onderwerp.
Het vraagstuk Kerk en Staat, aldus spr.
in zijn inleiding, heeft steeds aanleiding
gegeven tot moeilijkheden, vanaf het eerste
oogenblik, dat het christendom als het licht
naar voren is gekomen.
't Is ook niet gemakkelijk de grens tus-
schen Kerk en Staat precies af te bakenen,
in de Middeleeuwen niet, in de 19e eeuw
niet, met het liberalisme, ook thans vooral
niet met het nationaal-socialisme en het
fascisme.
Een uiteenzetting van de Liberale leer
over dit onderwerp is zeer moeilijk, omdat
er eigenlijk niet te spreken is over één
liberale opvatting over de verhouding tus-
schen Kerk en Staat. Doordat het typisch
individualisme vroeger op de spits werd
gedreven, is het moeilijk een juiste omlij
ning te geven.
Daarom behandelt spr. eersrt de katholie
ke leer over het vraagstuk der verhouding
van Kerk en Staat en hij onderscheidt
daarbij drie punten: lo. het beginsel van
het onderscheid tusschen Kerk en Staat,
2o. de geordende samenwerking van Kerk
en Staat, 3o. de subsidiaire ondergeschikt
heid van den Staat aan de Kerk.
Spr. werkt deze drie punten nader uit
en betoogt dan, dat de Kerk is een godde
lijke instelling en de staat een maatschap
pelijke, dus tijdelijke. Beide verschillen in
doel: de Kerk ijvert voor het geestelijk, het
eeuwig heil der menschen, de staat beoogt
alleen het tijdelijk welzijn. Dat verschil
leidt onmiddellijk tot verschil in midde
len, zoodat er een principieel verschil be
staat tusschen beide, ten bewijze waarvan
spr-. de Encycliek „Immortale Dei" aan
haalt.
Wat de geordende samenwerking betreft,
heeft God wel gewild, dat beide onder
scheiden zijn, maar niet dat ze gescheiden
zijn en in tweedracht zouden leven. God
wilde, dat beide elkander wederkeerig
zouden helpen en steunen door den band
der eendracht. De juistheid hiervan blijkt
wel hieruit, dat kerk noch staat alleen in
staat zijn volledig hun doel te bereiken
uit zichzelf. De welvaart van den staat
wordt b.v. niet weinig bevorderd door de a
godsdienstzin, terwijl de Kerk haar macht
niet ten volle kan ontplooien, indien er niet
eenigermate maatschappelijke welvaart
heerscht.
Voor beide machten is dus een gedrags
lijn vastgesteld, waaruit we de noodzake
lijkheid van samenwerking duidelijk zien.
Naast de scheiding en naast de samen
werking is er tenslotte een indirecte sub
ordinatie van den Staat aan Kerk. Daar
om moeten we komen tot een bepaalde or
dening van beide. Wat door God gesteld
is, is ook door God geordend. In de moder
ne philosofie wordt dit zoo dikwijls ont
kent, maar men vergeet daarbij, het begin
sel van de finaliteit.
Een directe ondergeschiktheid van den
een aan de ander is er niet, want beide zijn
op hun gebied souverein. De prioriteit van
de een boven den ander vloeit tenslotte
slechts voort uit het doel. Waar nu de Kerk
een hooger doel nastreeft, heeft de Kerk
een indirecte subordinatie boven den
Staat. De Kerk heeft geen enkele directe
macht over tijdelijke zaken, maar is een
tijdelijke zaak verbonden met een geeste
lijke, dan staat de Kerk bovenaan.
Die indirecte macht is er geen van aan
manen of aanraden, maar een rechtsmacht,
zoodat de Kerk dus bevoegd is om te oor-
deelen en te straffen.
Op de vraag hoe het liberalisme daarte
genover staat, onderscheidt spr. verschil
lende stroomingen.
In het algemeen komt het standpunt
der liberalen neer op een mindere of meer
dere scheiding van Kerk en Staat. Maar er
zijn daarbij verschillende gradaties waar
te nemen.
De scheiding van Kerk en Staat uit zich
onder de meest gematigde liberalen in de
zen vorm, dat de subsidies, die de Staat
den verschillende kerkgenootschappen
geeft, maar moeten ophouden. Een stand
punt, dat voor ons soms acceptabel, soms
te verwerpen is.
Spr. geeft daarbij als zijn meening te
kennen, dat financieele banden verplichtin
gen en afhankelijkheid medebrengen,
waarom hij oordeelt, dat het beter is geen
subsidies te accepteeren, indien men er
buiten kan.
Een wederzijdsche vrije samenwerking
tusschen beide zonder inmenging van de
een in ander er zaken, zou een ideale op
lossing zijn, maar samenwerking moet er
zijn, omdat tal van zaken politiek of re
ligieus niet te scheiden zijn.
Een andere opvatting is nog liberaler,
n.l., dat er geen enkele officieele gods
dienst behoort te zijn. Dat kan voor ons
nimmer een ideaal zijn, want de Staat is
evenals de menschen zelf God hulde ver
schuldigd. Maar dat neemt niet weg, dat
in de practijk scheiding van Kerk en
Staat gewenscht kan zijn.
Een vierde opvatting is het extremisti
sche standpunt, dat slechts weinig aanhan
gers onder de liberalen telt, maar meer on
der communisten en principieel-socialisten.
vruchten van het liberalisme, gevonden
wordt, d.i. de atheïstische staat, die zich
van den godsdienst der burgers niets aan
trekt. Dat standpunt is absoluut te veroor-
deelen en een dergelijke Staat is logisch
onmogelijk. Een dergelijk atheïsme is ook
ongeoorloofd, omdat de staat ook afhanke
lijk is van God.
Is de theorie over een en ander betrek
kelijk eenvoudig, dit is allerminst het ge
val met de practijk, want de concrete ver
houding geeft juist de moeilijkheden.
Volkomen verkeerd is het, dat de Staat
ingrijpt in het geestelijk leven, zooals we
b.v. op het oogenblik in Duitschland zien.
In theorie heerscht daar volkomen vrij
heid voor de Kerk, maar in de practijk
komt er niets van terecht. Zoo verklaarde
een Duitsch geestelijke aan spreker, dat hij
inderdaad het recht heeft om de jeugd in
een katholieke vereeniging te organisee-
ren, doch hij kan dit bijna niet doen, want
de leden van dien jeugdbond zullen werk
loos zijn. Zoo gaat het in Rusland, zoo
gaat het ook in Mexico.
In ons land leven we op het oogenblik
onder heel gunstige omstandigheden. Maar
hoe staat het nationaal-socialisme, de bewe
ging van Mussert, hier tegenover? Zij heeft
er zich nog niet over uitgelaten. Er komt
een officieele N.S.B.-brochure, waarin het
vraagstuk van Kerk en Staat behandeld
zal worden en waarin Mussert heel gerust
stellende mededeelingen zal doen. Maar
ook in Duitschland werden geruststellende
mededeelingen gedaan.
Wanneer, zooals in Duitschland, het be
lang van den Staat primair zal zijn, dan
kan het niet anders of de Kerk wordt on
dergeschikt gemaakt aan den Staat. Spr.
staat nog vrij sceptisch tegenover den
N.S.B.
Mag de Staat dus niet komen op het
terrein van de Kerk, ook het omgekeerde
is het geval. Alleen wanneer het tijdelijke
belang onafscheidenlijk verbonden is aan
het geestelijke, heeft de Kprk recht van op
treden. Dat is maar goed ook, want anders
zou men komen tot het extremistische
standpunt, dat de Kerk in alles zeggen
schap had, omdat het tijdelijke altijd wel
op een of andere wijze met het geestelijke
in verband kan worden gebracht. In de
practijk zullen er natuurlijk altijd moei
lijkheden blijven.
Over deze practijk weidt spr. dan nog
nader uit, waarmede hij zijn voordracht
besluit.
Er volgde nog een vrij langdurige, geani
meerde gedachtenwisseling, waarbij voor
al Duitschland en zijn wetgeving punt van
bespreking uitmaakte.
Hierna werd de vergadering na een
dankwoord van praeses Zijlmans aan prof.
Kamphuisen, gesloten.
Gisteravond hield in het groot Audito
rium de bekende Zweedsche hoogleeraar
en econoom prof. Gustav Cassel een lezing
over de grondslagen der theoretische oeeo-
nomie.
Spr. noemde den tegenwoordigen toe
stand in de economische wetenschap anar
chistisch. Over de meest elementaire be
grippen heerscht oneenigheid van opvat
ting.
Het moet op een buitenstaander een zeer
vreemden indruk maken, dat als men aan
een oeconoom b.v. vraagt: wat is inkomen?,
nog steeds het antwoord moet zijn, dat men
nog altijd geen eenheid van opvatting om-
treent dit begrip heeft verkregen.
Prof. Cassel achtte het, om aan de oeco-
nomie een elementaixen grondslag te ge
ven, noodzakelijk om te komen tot een
standaardiseering van de oeconomische be
grippen.
Spr. maakte een principieel onderscheid
tusschen het Privat-wirtschaftliche en het
Social-wirtsckaftliche, als zijnde twee ge
heel verschillende begrippen van het oeco-
nomisch leven
Het is het vruchtbaarst, aldus spr, om
van een gesloten huishouding uit te gaan.
We hebben dan te doen met het proces
van behoeftebevrediging, dat een nimmer
eindigend proces is.
Talrijke problemen van de klassieke
theorie komen hierbij weg te vallen en ook
productie-perioden zijn in dit proces onbe
staanbaar.
In het tot eindproductie rijpen van grond
stoffen en half-fabrikaten vindt steeds
maar door dezelfde opvolging plaats in dit
continu-proces.
Voorts behandelt spr. een productie
proces met gelijkmatige ontwikkeling,
waarbij de toenamen steeds even groot zijn.
Toen hij een definitie van sparen gaf, zei-
de prof. Cassel, dat men daaronder slechts
had te verstaan: het dirigeoren van pro-
duotxeve krachten in een bepaalde richting.
Voor een continue ontwikkeling is spa
ren iets noodzakelijks.
Spr. zeide aan het eind van zijn door
een talrijk gehoor met aandacht gevolgde
rede, w.o. verschillende professoren aan
wezig waren, dat hij voorstander was van
een bankpolitiek, die gericht is op een
onveranderlijk prijsniveau.
R. K. Handelsreizigersvereeniging.
De afd. „St. Pancratius" van den Ned.
R. K. Vereen, van Handelsreizigers en
Handelsagenten „St. Christoffel" heeft
haar jaarvergadering gehouden.
De voorzitter opent de vergadering en
spreekt den wensch uit, dat dit jaar zal
brengen de oplossing der vele moeilijkhe
den, waarmede allen in 't afgeloopen jaar
te kampen hebben gehad. Hoewel onze
werkloozenkas, aldus spr., reeds in wer
king is gesteld en wij het nut daarvan
reeds ondervinden, moge deze voor onze
afd. blijken niet noodig te zijn. Spr. ver
trouwt, dat alle leden het hunne er toe
zullen bijdragen om „St. Christoffel" en
in bijzonder de Leidsche afd. tot grooten
bloei te brengen.
Na lezing notulen, voorlezing ingekomen
stukken, volgt jaarverslag van den secre
taris.
Hieraan ontleenen we het volgende:
Het aantal leden der afd. bedroeg Jan.
1933 36, bijgekomen 11, is 47 leden, afge
voerd door royement 6, verhuisd 3 en door
verandering van werkkring 2 leden, totaal
dus afgevoerd elf leden, zoodat geen le
denwinst is te boeken. Dit lijkt, aldus de
secr., oppervlakkig, alsof de activiteit der
afd. heeft stilgestaan. Dit echter is zeker
niet het geval.
Het verslag constateert dan verder, dat
speciaal onder de oudere leden der afd.
een zeker percentage voorkomt, dat prac-
tisch alleen maar contribuant is der or
ganisatie. Slechts 25 pet. der leden bezoekt
regelmatig de vergaderingen. Dit feit, zoo
gaat het verslag verder, dient in het nieuw
begonnen jaar nogmaals ernstig onder het
oog gebracht te worden, omdat verbete
ring daarin hoogst noodzakelijk is voor de
groei en bloei der afd.
Er werden 12 ledenvergaderingen ge
houden en een gelijk getal bestuursverga
deringen. Op de vergadering van 24 Febr.
werd een lezing gehouden door den heer
van Leeuwen, secr. der afd. Den Haag,
met als onderwerp „De Handelsreiziger
van heden". Op de vergadering van 24
Maart werd besloten een debatingclub op
te richten, waarbij dient opgemerkt, dat
de aanvankelijke animo voor deze club,
helaas, aanmerkelijk is verslapt.. Op 14 Mei
werd in de St. Jozefkerk een H. Mis op
gedragen, ter gelegenheid' van den feest
dag van den patroonheilige. Het bestuur
bood den leden daarna een ontbijt aan
zonder kosten voor de kas. De vergadering
van 25 Mei nam het besluit, dat door den
eminenten penningmeester de contributie
zou worden geiincasseerd en dat de incas
sokosten bestemd zouden worden, om le
den, die buiten hun schuld hun contribu
tie niet kunnen voldoen, voor royement te
vrijwaren. Op de vergadering van 25 Aug.
nam de afd. het besluit, te stemmen voor
aansluiting bij het Werkliedenverbond;
tevens werd door de afd. een voorstel aan
genomen en ingediend omtrent het or-
ganiseeren van een speldjesdag ten bate
van het V. O. F. Dit voorstel ontving ech
ter een ongunstig praeadvies van. het
hoofdbestuur, maar werd gehandhaafd en
moet nog in behandeling komen. Ook werd
op deze vergadering het feestplan der
feestcomm. goedgekeurd. De vergadering
van 20 Oct gaf als spreker den heer Bek
kering, Bondsbestuurder, die een pro-
pagandarede hield. 5 Nov. was de feestdag
der afd.. 22 Dec., de laatste vergadering
van 1933, bracht een wijziging in het be
stuur en de eerw. adviseur hield toen een
lezing over de St. Bartholomeusnacht.
Na de opsomming van alles wat in 1933
in het vereenigingsleven is geschied
wat wij hier verkort weergeven hield
de secretaris een krachtige opwekking tot
medeleven met de organisatie en trouw
vergadering-bezoek.
Nadat de voorzitter den functionaris
hartelijk had bedankt, werd het jaarver
slag van den penningmeester uitgebracht,
dat tot groote tevredenheid stémde.
Benoeming kascommissie bracht geen
moeilijkheden. Dan volgde verkiezing van
twee bestuursleden wegens het periodiek
aftreden van de heeren Nicolai en Korte-
kaas. Aangezien er geen candidaten wa
ren binnengekomen en beide heeren zich
herkiesbaar stelden, werden beiden zon
der stemming gekozen. De voorzitter feli
citeerde de nieuw gekozenen en vertrouw
de dat zij weer. hun volle kracht aan St.
Christoffel en aan de afd. zouden geven.
Het benoemen van gedelegeerden voor de
vakgroepen alsook het samenstellen der
propaganda-commissie ging vlot. Door de
secr. werd nog verslag uitgebracht van de
Soc. Zondag georganiseerd door de Ver.
Katholiek Leiden.
Van de rondvraag werd door velen ge
bruik gemaakt en allen werden naar ge
noegen beantwoord.
De ELVI.
De fancy-fair van de ELVI mag als zeer
goed geslaagd beschouwd worden. Zater
dag en Zondag is het bijna doorloopend
zeer druk geweest, zoodat er 2000 betalen
de bezoekers de wonderen dezer fancy-
fair hebben aanschoiiwd.
Dezer dagen zal de datum van de trek
king der loterij bekend worden gemaakt.
Het bestuur verzoekt ons verder te wil
len mededeelen, dat de nadm van de pop
is „Dora" en dat de tweelingspoppen ge
vallen zyn op No. 159.
Handelsregister K. v. K.
Wijzigingen: 5031. De Stofzuiger
Centrale Gebrs. van der Meel, Leiden, Sta
tionsweg 14. De vennootschap onder firma
is ontbonden. Het bedrijf wordt voortge
zet onder den ouden naam door: S. L. N.
A. van der Meel, als eenig eigenaar.
366. Naamlooze Vennootschap Sajetfa-
briek en Breierij J. P arm en tier - Zonen,
Leiden, Lammermarkt. Uittr. Comm.: Mr.
M. Kami, Amsterdam.
143. Naamlooze Vennootschap Netten-
fabriek voorheen Jaeger, Leiden, 3e Bin
nenvestgracht 22, vervaardigen van brei
katoen. Uittr. Comm.: Mr. M. Kann, Am
sterdam.
361. Naamlooze Vennootschap Sajetfa-
brieken P. Clos Leembruggen, Leiden,
Langegracht 812. Uittr. Comm.: Mr. M.
Kann, Amsterdam.
TOONEEL.
Petrus een comedie in drie be
drijven door Marcel Achard
Centraal TooneeL
Hoe een tooneelstuk, aan 't begin waar
van een moordaanslag en aan 't einde waar
van een moord gebeurt, een comedie kan
zijn in plaats van een liefdes-drama
want de schietpartijtjes gebeuren heusch
uit pure liefde dat leert ons Marcel
Achard in zijn stuk „Petrus", dat gister
avond als vijfde abonnementsvoorstelling
in den Leidschen Schouwburg werd ver
toond.
Toch ligt het grootste deel van het suc
ces bij het Centraal Tooneel en niet bij
Achard zelf, al bedoelen wij daarmee niet
Gemeentelijke Aankondigingen.
Uitloting geldleening.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den brengen ter algemeene kennis, dat
bij de op 25 Januari 1934 gehouden uitlo
ting van 50 obligatiën ad 1000.in de
4 y* pot. geldleening der gemeente Leiden
van 1928 groot ƒ2.000.000.de navolgen
de obligatiën zijn uitgeloot:
de nummers 30, 51, 168, 189, 192, 205,
225, 229, 249, 294, 408, 465, 473, 499, SlO,
513, 561, 641, 650, 686, 746, 766, 790, 796,
832, 855, 946, 998, 1216, 1226, 1247, 1266,
1267, 1405, 1465, 1474, 1497, 1532, 1578,
1682, 1717, 1730, 1754, 1769, 1806, 1808.
1828, 1888 en 1968.
De aflosbaar gestelde obligatiën zullen
betaalbaar worden gesteld te Amsterdam
ten kantore der Nederlandsch-Indisohe Es-
oompto-Maatschappjj en der heeren Patyn,
Van Notten en Co., te Rotterdam en 's-Gra-
venhage ten kantore der Nederlandsch-
Indische Escompto Maatschappij en te Lei
den bij den Gemeente-Ontvanger.
Drankwet.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den brengen ter algemeene kennis, dat:
a. H. Bedak, te 's Gravenhage, een ver
zoek heeft ingediend ter bekoming van
een verlof A voor den verkoop van zwak-
alcoholisohen drank in het klein in het
perceel Haarlemmerstraat no. 52, alhier;
b. L. W. J. Bouhuys, alhier, een verzoek
heeft ingediend ter bekoming van een ver
lof A voor den verkoop van zwak-alcoho-
lischen drank in het klein in het perceel
Rapenburg no. 47, alhier;
c. de Leidsche Voetbal- en Athletiek-
verg. „Fides Pacta" een verzoek heeft inge
diend ter bekoming van een verlof B voor
den verkoop uitsluitend van alcoholvrijen
drank voor gebruik in haar clubgebouw
staande op het terrein kad. Sectie N. No.
174, gelegen in den Stadspoto hier.
A. VAN DE SANDE B. jYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 30 Januari 1934.
AGENDA
LEIDEN.
Maandag, R.K. Metaalbewerkersbond, afd.
Leiden, Bondsgebouw, 8.30 ur.
Donderdag. R. K. Reclasseeringsvereeni-
ging", Vincentiusgebouw, Hoogl.
Kerkgracht 32, Zitting 89 uur.
Donderdag, jaarvergadering „De Hanze",
„In den Vergulden Turk", 8.30 uur.
Donderdag, R. K. Bond van Transportar
beiders „St. Bonifaoius", R. K.
Volksbond, 8 uur.
Donderdag, R. K. Slagerspatroonsvereeni-
ging „St. Pelagius", Hotel „Rijn
land", 8.30 uur.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst dei-
apotheken wordt van Maandag 29 Jan.
tot en met Zondag 4 Febr. a.s. waarge
nomen door de apotheken: W. Pelïe, Kort
Rapenburg 12, tel. 594. en J. E. M. ten Dijk,
Haven 18, Tel. 85.
te zeggen, dat Achard's stuk als mislukt
zou moeten worden beschouwd.
Integendeel! Het is niet een van Achard's
beste stukken, want het mist te veel de
vluchtige charme, die zyn andere stukken
kenmerken, maar het heeft daartegenover
dit voordeel, dat het een prachtige tegen
stelling biedt in de karakters van Petrus
en Migo, die resp. door Cees Laseur en
Mary Dresselhuys op sublieme wijze wer
den vertolkt. En juist deze gave vertol
king is het, die het succes van dit stuk
volkomen maakte.
De hoofdpersoon is Petrus (Cees La
seur), een Weltfremde man, een man met
afwijkingen, een man, die niet past in een
geordende samenleving, immers, om maar
karaktervoorbeeld te noemen, hij verlangt
steeds de waarheid te hooren, hij liegt niet
en dat past toch niet in een nette samen
leving. Hij vindt zichzelf gek, dat komt,
omdat hij, groote man, kind gebleven is.
Maar hij is toch niet zoo gek, of hij
weet wat hij wil en bereikt, wat hij
wenscht,, zijn liefde voor Migo, die van een
ander houdt, maar hij krijgt haar.
Dan is hij niet gek, dan wordt hij scherp
zinnig, dan ziet hij met één blik, wat een
ander ontgaat En dit is de tegenstelling,
die dit karakter zoo fel levend maakt, even
later, bij de gewone dagelijksche levens
dingen, doet hij weer dwaas, zegt hij xyeer
vreemde dingen als een kind of als een licht
krankzinnige.
Zoo heeft Cees Laseur deze moeilijke rol
gespeeld, prachtig en levend, over de hia
ten heenspelend, want deze zijn er in dit
lange spel, welks inhoud vrij onbelang
rijk is. Met Mary Dresselhuys heeft hij
ons deze hiaten vrijwel onopgemerkt doen
voorbijgaan.
Migo (Mary Dresselhuys) even levens
vreemd als Petrus. Met haai" liefde voor
een danseur, het „viêze ventje" past zij
niet in de wereldstad. Zij kent het leven
niet en is evenzeer een kind, maar zonder
de scherpzinnige oogenblikken van Petrus.
Hiervan gaf Mary Dresselhuys een prach
tige creatie, zij gaf Inzicht in een karakter,
dat ineens voluit openbloeide uit haar
gave uitbeelding.
De overige rollen waren evenzeer goed
bezet. Noemen wij vooral Joan Remmelts
in de rollen van commissaris van politie
en Carcoran, Rie Gilhuis als Francine en
de zeer goed getypeerde Arlette van Kate
Schnitzer, die door een kostelijk accent
van haar rol iets bijzonders maakte.
Maar vooral ook denken wij nog aan
het kostelijk stel politie-agenten, getypeerd
door Cor Hermus en Chris Baay.
Met dit spel, dat op zoo'n hoog peil stond,
heeft het publiek zich uitstekend vermaakt
en veel applaus was de belooning voor
deze kostelijke opvoering.