DE OUDE STRIJDERS VAN DEN PAUS DE OMZETBESLASTING IN DE PRACTIJK MAANDAG 29 JANUARI 1934 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. lf De laatsten te Hiiiegom bijeen Met grooten luister is het 40-jarig jubileum v. d. Alg. Ned. Zouavenbond herdacht. Veel voorbereiding was ertoe noodig, maar het is dan ook in alle deelen met succes be kroond, ja onvergetelijk geworden voor de oud-Zouaven, die tegenwoordig konden zijn, maar evenzeer voor de honderden ge- loovigen, die de kerkelijke plechtigheden j bijwoonden. Voor de St. Josephkerk prijkten aan j hooge masteti de pauselijke wit-gele wim- pels, stond de nationale driekleur in den standaard, was de ingang versierd met vlag gen in nationale en pauselijke kleuren. In j de kerk alles even mooi, met eveneens de noodige emblemen etc. van den Paus. Alle klokken galmden feestelijk te kwart voor 10, het oogenblik, waarop de aanwezi ge oud-Zouaven van het patronaat naar de kerk zouden gaan. Het was droog gelukkig. Op het Kerkplein de Graal met haar va nen, pastoor van Leeuwen om de gasten te ontvangen, de ordebewaarders. Daar kwamen ze, begeleid door 12 ver kenners R.K. Jeugdwerk, tusschen de Graalmeisjes in haar veelkleurige costuums voortschrijdend. We zagen er twee in de Zouaven-uniform! Er waren er uit Amster dam en Den Haag, de laatste met het vaan del hunner afdeeling, zelfs uit Deventer en ook de Hillegommer, de heer Thomas Mooijekind. Voor den ingang tot het kerk gebouw brachten de Graalmeisjes den oud- strijders haar Graalgroet. Toen ging het naar de gereserveerde plaatsen met het bestuur van den bond, dat natuurlijk de oud-Zouaven mede ver gezeld had van het patronaatsgebouw naar het Godshuis. Het zangkoor zong een Paus hymne, waarna het H. Misoffer aanving, opgedragen voor de levende en overleden Zouaven en die van den Bond door den zeereerw. heer I. Wils, pastoor der St. Ag- nus-parochie te Den Haag, en zoon van lui tenant Wils van 't Zouaven-regiment, geas- siteerd door kap. Ettinger als diaken en kap. Mercks als sub-diaken, beiden van de parochie. Op het priesterkoor merkten we op de zeereerw. heer pastoor B. van Leeu wen, bondsadv. en pater Kleintjes, secre taris van Z. H. Exc. Mgr. Schioppa, pause lijk Internuntius, en dezen vertegenwoordi gend. Het zangkoor voerde op zeer ver dienstelijke wijze een der meerstemmige Missen van Jan Nieland uit. De feestpredicatie werd gehouden even eens door pastoor Wils. Deze had tot tekst gekozen: „Zij nu dronken van den geeste lijken steenrots, die Christus is". De gewij de redenaar wees op 13 Nov. 1892, toen honderden, in de kracht van hun leven naar Utrecht trokken, allen Zouaven, om te défileeren, voor hun Generaal De Charret. Dat was de herdenking van het 25-jarig voorbij-zijn van den slag bij Mentana. Dat alles is voorbijgegaan en thans zijn er in Nederland nog een honderdtal Zouaven, oud en afgeleefd, diep in de 80 en in '"e 90, de eenig overgeblevenen van die op trokken ter verdediging van de rechten van den Paus. Voor mij, die me gelukkig acht te behooren tot hetzelfde geslacht, was het een vreugde, die mannen te mogen huldi gen en tevens een eer, bij het 40-jarig ju bileum der Broederschap der Ned. Zouaven te getuigen van de traditie, die wortelt in den natuurlijken en bovennatuurlijken grondslag: „de trouw aan den PausrKoning" Dan schetst de gewijde redenaar de ge schiedenis van' het Pausdom. Edele oud-Zouaven, besloot spr., het is j heden een jubeldag, voor u met uw sym- j pathieken herder, de stuwkracht van den j bond! Gij viert heden feest en de herinne- ring aan de forsche gestalte van generaal De Charret rijst voor u op!-Ik herinner u het heengaan uit de eeuwige Stad, toen ge voor het laatst op het Plein van St. Pieter stond, op 29 Sept. 1870 en de grijze Opper herder u het laatst zijn zegen gaf. Zoo zult gij eenmaal in de eeuwigheid gezegend worden voor uw opofferende liefde, den Paus-Koning bewezen. Een onderscheiding. Onmiddellijk na de H. Mis verkreeg pa ter Kleintjes vanaf den Kansel de ge legenheid, de Zouaven toe te spreken. Deze zeide het volgende: Geliefde oud-Zouaven, beminde parochianen! Toen voor enkele weken uw adviseur mij kwam uitnoodigcn vandaag hier tegenwooqrdig te zijn, heb ik die invitatie met graagte aangenomen. Deze bond heeft zeer veel goeds gedaan door zijn charitatief werk. Ik sta hier voor u als de vertegenwoordiger van Z. H. Exc. Mgr. Schioppa. Ik herinner u aan de blijde vie ring in de groote zaal van Tivoli te Utrecht in 1929, bij het tot stand komen van het Verdrag van Lateranen. Onze Nuntius was gaorne zelf gekomen, doch gezondheids redenen verhinderen dit. Het uitvoerig rap- part van uwen Bond is den H. Vader die zooveel voor u gevoelt en uw Bond ook daadwerkelijk steunt toegezonden en als bewijs van de hoogachting des Pausen en van zijn liefde voor den Bond, heeft het Hem behaagd uwen voorzitter, den heer J. Harkx, te begiftigen met het gouden kruis Pro Ecclesia et Pontifice. Dit bewijs kom ik hem overbrengen en evenzeer zijn er kentelijkheid jegens uw geest. adv. en al len, die met hem aan dit- schoone werk ar beiden. Ik feliciteer hiermee den heer Harkx en hoop, dat het voor hem een prik kel zij om de katholieke belangen voor te slaan, ook als deze Bond er niet meer zal zijn. Een kort woordje kom ik ook richten tot u, oud-Zouaven, ik kom u mijn geluk- wensch brengen, ook uit paam van den Nuntius. Ik zie in u menschen, allen van over de 80 jaar, waarvoor mischien het EEN UITEENZETTING VAN DEN MINISTER woord der Schriftuur geldt: strijd en ellen de door den hoogen ouderdom. Ik hoop, dat, zoo u te strijden hebt met de kwalen van den ouderdom, gij die met geduld zult dragen, trouw aan het devies: Virtute, uit kracht. Dat zal uw laatste strijd zijn om de heerlijke kroon, die u wacht. In naam van Z. H. Exc. zeg ik u hartelijk dank en bied u zijn gelukwensch aan. Hierna spelde pater Kleintjes den heer Harkx de onderscheiding op de borst; het zangkoor zong nog een Paushymne, waarna de kerkelijke plechtigheden waren ge ëindigd. „Bij het sterven van Pieter de Jong". Hierna werden de oud-Zouaven naar hotel Sistermans gebracht, waar hun een lunch werd aangeboden. Het aantal deel nemers was 16, o.a. uit Haarlem, Leiden, Nijmegen, Gouda, Hillegom, Scheveningen, Voorburg en Alphen aan den Rijn. Mede zaten aan het bestuur van den Bond en van het Ondersteuningsfonds. Het eerst werd nu het woord gevoerd door pastoor van Leeuwen, die'dank bracht aan pastoor Wils voor den luister, dien hij aan deze vie ring had bijgezet; aan pater Kleintjes en dus aan den Nuntiatuur voor de hooge onder scheiding. Vervolgens sprak de heer Jan Harkx van Vugt, bondsvoorzitter, die dank bracht voor de hooge onderscheiding. Oud- Zouaaf de Boer, die in uniform was, bracht dank aan pastoor van Leeuwen en aan pas toor Wils: diens predikatie had de Zouaven 50 jaar jonger gemaakt en al missen ze de kracht van toen, de moed is er, waardoor ze trouw blijven aan Kerk en Paus. Mocht spr. over 10 jaar niet meer leven, dan ge denken men hem aan het altaar. Hierna sprak pastoor Wils, die dank bracht voor de uitnoodiging. Was zijn va der nog in leven geweest, dan zou deze zeker gezegd hebben: „aannemen". Dank brengt spr. aan pastoor van Leeuwen, die wel op den achtergrond blijft, maar desal niettemin de groote stuwkracht is van den j Bond. Dank brengt pastoor ook aan pater Kleintjes voor diens bemiddeling te Rome. j Hij eindigt met den uitroep: Leve de Paus! i Leve de oud-Zouaven! Zouaaf Slootjes uit Leiden declameerde uit het hoofd een dichtwerk: „bij het sterven van Pieter de Jong van Lutjebroek", dat aller begeeste ring wekte en allen onder den indruk bracht. De pauselijke vrijgevigheid. Hierna keerden een deel van de, oud- Zouaven naar hun haardsteden terug en ving in hotel Sistermans de jaarvergade ring aan onder voorzitterschap van den heer J. Harkx. Medegedeeld wordt, dat een telegram is verzonden aan Z.H. den Paus en dat een telegram is ontvangen van Z. H. Exc. Mgr. Schioppa, alsmede een felicitatieschrijven van een oud-Zouaaf uit Oudenbosch en nog verschillende andere gelukwenschen. Voor dat pastoor van Leeuwen de notulen leest, wenscht hij nog een woordje vooraf te zeggen. Ofschoon de jaarvergadering an ders in Mei of Juni gehouden wordt, was het voordeeliger, dit nu meteen te doen. Kort releveert de pastoor, wr.t er voorheen geschiedde en stelt er prijs op te kunnen verklaren, dat, dank zij den Bond, thans met zekerheid kan worden vastgelegd, dat er in Nederland nog in leven zijn 97 oud- Zouaven, niet meer en niet minder. De afd. Amsterdam stortte nog 25 in de ouder- steuningskas, een prestatie; dank zij de ijver van den heer Th. van Berck werd te Nijmegen voor het goede doel gecollecteerd, waardoor mede de financiën werden ver sterkt. Van de nog in leven zijnde oud- Zouaven wei-den er 51 gesteund. De jong ste Zouaaf is 81, de oudste 95 jaar; beiden waren hedenmorgen hier. Het aantal do nateurs slinkt: mogen velen door dit te lezen toetreden als donateur van het On dersteuningsfonds. Met vreugde moet ge waagd worden van de jaarlijksche pause lijke gift van ƒ2000. Leve de Paus! De ontvangsten van het Ondersteunings fonds bedroegen ƒ3740,68, de uitgaven 2872.145, saldo kas per 31 December 1933 868.535. Uit het jaarverslag memoreeren we: in het afgeloopen jaar overleed de heer Tig- gers, het bestuurslid de heer J. J. Heir- man vertegenwoordigde bij de begrafenis. Zouaven-herinnering werden het bestuur ter hand gesteld (voor het Biss. Museum). Dit zij een wenk voor de familie-betrekkin gen van oud-Zouaven. Door het Ondersteuningsfonds is rond 50.000 aan steun verleend. Het verslag werd met een daverend applaus begroet en daarvoor hartelijk dank gebracht. De heer Boelen uit Monster kwam met vrouw en .zuster het bestuur complimenteeren: zyn vader was Officier bij de Zouaven geweest. Har telijk werd hiervoor dank gebracht en een portret der Zouaven toegezegd. De voorz. bracht een bijzonder dankwoord aan den secr.-geestel. adv., die den Bond dit jaar weer door alle klippen heeft heen gehol pen. De bondskas sloot met een batig sal do van 6.25. De voorzitter brengt dank aan allen, die aan dezen feestdag hebben mee gewerkt, en aan de oud-Zouaven. Bijzon- deren dank brengt spr. aan de pers. Haar medewerking is steeds boven alle lof ver heven geweest en op dezen dag brengt spr. hiervoor hulde, hopende, dat zij zal blijven steunen, opdat ook daardoor baten mogen toevloeien voor den bond cn bijzonder voor het Ondersteuningsfonds. De Omzetbelasting is in den loop van het vorig jaar bij wetsontwerp door den Mi nister van Financiën voorgesteld en door de Staten-Generaal met groote meerder heid van stemmen aangenomen. Bij Koninklijk Besluit is bepaald, dat de wet 1 Januari 1934 in werking zou tre den. Zulks is inderdaad geschied, ondanks de groote administratieve bezwaren, welke overwonnen moesten worden op de uitvoe ring van een zoo belangrijk belastingstelsel op korten termijn te organiseeren. Naar ons van deskundige zijde verzekerd werd, zou'in gewone omstandigheden deze admi nistratieve organisatie ongetwijfeld een jaar gevorderd hebben; dat men het thans in eenige maanden heeft kunnen doen is voorzeker een bijzondere prestatie van de zijde van de belastingadministratie. Ook de ambtenaren van dien dienst moeten op dit terrein zoekende en tastende vo'ortgaan en steeds weer komen nieuwe vraagstukken naar voren, die bestudeerd moeten worden en waarvoor een oplossing moet worden gevonden. Deze wet is als belastingwet van buiten gewoon groot gewicht en afgezien van den korten termijn, waarbinnen men met den arbeid gereed moest zijn, moest het geheele stelsel opgebouwd worden, zonder dat men op bestaande toestanden kon steunen. De Omzetbelasting was voor ons land immers iets geheel nieuws. Het verbaasd dan ook niemand en den Minister van Financiën de ambte naren van zijn dienst wel in de laatste plaats dat er bij de uitvoering van de wet en bij de controle op die uitvoering moeilijkheden ontstaan met het publiex. Deze moeilijkheden vinden dan weer hun reflex in de publieke opinie inzake de Om zetbelasting. Om nu de pers in de gelegenheid te stellen inlichtingen over deze ingewikkelde materie uit de eerste hand te bekomen en een juist inzicht in het systeem der wet te verkrijgen, had de chef van den Regee- ringspersdienst het initiatief genomen tot een bijeenkomst van den Minister van Fi nanciën met vertegenwoordigers van de pers. Deze bijeenkomst, welke Donderdagmid dag in een der zalen van het Departement heeft plaats gehad, werd ingeleid door den heer A. J. Lievegoed, den perschef, die er op wees, dat dit de eerste bijeenkomst van dezen aard was, welke gehouden werd na de instelling van den Regeeringspersdienst. De heer Lievegoed betuigde zijn erkente lijkheid jegens den Minister, die dadelijk bereid was geweest persoonlijk deze bij eenkomst te leiden en aan de journalisten een uiteenzetting van de wet te geven. De Minister van Financiën, mr. P. J. Oud, nam vervolgens het woord en begon met te zeggen, dat het hem aangenaam was geweest aan het verzoek van den pers chef te voldoen. Echter had hij dadelijk één voorbehoud moeten maken, n.l. dat men niet in details moest treden. Hij wees er op, dat niet alleen hij, als Minister, niet van alle details op de hoogte was, maar dat ook zijn ambtenaren voor vele gevallen nog den juisten vorm moesten vinden. De Om zetbelasting is een belasting welke het ge heele bedrijfsleven treft, en zooveel be drijven als er zijn zooveel moeilijkheden. Elk bedrijf, elke industrie, elke winkel heeft bijzondere vraagstukken en komt met speciale vragen, waarop een antwoord gegeven moet worden. Dat dit niet in een vloek en een zucht gebeuren kan, spreekt van zelf en zal het publiek ook wel bij eenig nadenken begrijpen. Echter zal 's Mi nisters dienst het mogelijke doen om zoo veel mogelijk aan alle bezwaren tegemoet te komen. „Ik ben zeer goed doordrongen van het feit, dat het Nederlandsche bedrijfsleven in dezen tijd aan niets minder behoefte heeft, dan aan nieuwe belemmeringen'', zeide Minister, „wij doen alles wat wij kun nen om het bedrijfsleven zoo min moge lijk te hinderen en ik stel mij voor, dat, wanneer de uitvoering der wet eenmaal goed functionneert, er ongetwijfeld hier en daar wel vereenvoudigingen zullen zijn aan te brengen". Jrondslagen der Omzet belasting 1933. De ambtsvoorganger van den Minister heeft de omzetbelasting bij de Staten-Ge neraal aanhangig gemaakt. Het stelsel, dat in het oorspronkelijke ontwerp was neer gelegd is echter door den Minister niet overgenomen. Het eerste stelsel, dat van een meermalige heffing, bood het voordeel van eenvoud; echter waren er naar 's Mi nisters oordeel overwegende bezwaren t.r— gen. Hij heeft dan ook gemeend, dit stel sel te moeten vervangen door dat van de eenmalige heffing. Toegegeven moet wor den, dat dit stelsel administratief veel moeilijker door te voeren is. De wet, zoo als die ten slotte door de Staten-Generaal is aangenomen, belast alleen de omzetten van den fabrikant en wel met 4 pet. (voor weeldegoederen 10 pet.). Nu eenmaal het stelsel van de Eenmalige heffing is aanvaard, moest ook zorg gedragen wor den, dat inderdaad over artikelen niet meer dan éénmaal belasting werd gevorderd. Daartoe was het noódzakelijk om grond stoffen van de heffing vrij te stellen, wan neer het eindproduct was belast. Maar hier komen reeds dadelijk de moeilijkheden op Wanneer is een product grondstof of eindproduct? Als voorbeeld wees de Mi nister op suiker. Dit artikel is nu eens eindproduct, wanneer het in de dagelijk- sche consumptie gebruikt wordt, dan weer grondstof, wanneer het door fabrikanten van suikerwerk en chocolade-artikelen wordt verwekt. In het eene geval zal suiker dus wél onder de heffing vallen, terwijl het in het tweede geval als grondstof vrij gesteld is, aangezien het eindproduct van den suikerwerkfabrikant onder de belas ting valt. Zoo zijn er tallooze gevallen van soort gelijken aard; het is niet te voorkomen, dat subjectieve elementen bij de beoordeeling van een en ander een rol spelen. Om nu de puzzle van „nu eens grondstof, dan weer eindproduct" op te lossen, biedt de wet twee mogelijkheden. In de eerste plaats kan de fabrikant om zetbelasting betalen over zijn grondstoffen. Nadat hij dan over dc eindproducten de omzetbelasting heeft voldaan, kan hem de betaalde belasting over de voor deze pro ducten gebruikte grondstoffen terugbe taald worden. De tweede mogelijkheid is, dat de fabri kant voor bepaalde hoeveelheden grond stoffen vrijstelling krijgt. Het spreekt van zelf, dat een scherpe controle in het eerste geval, maar zeker niet minder in het twee de, onvermijdelijk is. Op denzelfden voet als grondstoffen worden hulpstoffen be handeld. Wie is fabrikant? In artikel 1 der omzetbelastingwet wordt onder fabrikant verstaan: degene, die hier te lande goederen teelt, voortbrengt, ver vaardigt, bereidt, of bewerkt, of een of meer dezer handelingen in zijn beroep doet verrichten. Het blijkt dus, dat fabrikant in den zin der wet uitgebreider be teekenis heeft, dan men er in het dagelijksch leven aan toe kent. Iedere koopman, iedere winkelier, zal op een bepaald oogenblik wel eens fabri kant van het een of ander artikel zijn en dus belastingschuldig zijn. De inspecteurs, die in eerste instantie over deze kwesties moeten beslissen, staan uiteraard voor vele moeilijkheden. En het behoeft dan ook geen verbazing te wekken, dat er in het begin over bepaalde gevallen in sommige inspecties wel eens verschillend geoordeeld wordt. Daaruit volgt, dat een verschil in toepassing der wet thans nog onvermijde lijk is. Echter zal er naar worden gestreefd zoo spoedig mogelijk de noodzakelijke uni formiteit in de toepassing te verkrijgen. De Minister heeft hieromtrent de meest stel lige instructies gegeven. Tevens zal dan, zooals reeds boven werd aangehaald, ge tracht worden verschillende vereenvou digingen in de formaliteiten aan te bren gen. Dwingend is in de wet voorgeschreven, dat de omzetbelasting betaald moet worden door den kooper. Artikel 8 der wet bepaalt, dat de fabri kant verplicht is de belasting in rekening te brengen aan den consument. Dit geldt j zoowel voor omzetten aan leveranciers als i aan particulieren. Bij den verkoop aan leveranciers moet de belasting voldaan worden door middel van zegels, welke aan de nota worden ge hecht. Voor leveranties aan particulieren behoeven geen zegels te worden gebruikt. Echter heeft de Minister op den laatsten dag voor de Kerstvacantie nog een wijzi- j ging aangebracht,zoodat men in het laatst genoemde geval ook bevoegd blyft zegels te plakken wanneer de fabrikant dit wen- schelijk oordeelt. In verban i hiermee moet nog de aan dacht gevestigd worden op het feit, dat de wet voorschrijft, dat de fabrikant iemand moet zijn, die de goederen in zij n be roep vervaardigt, bereidt, of verwerkt. Dit is van belang omdat ook de eigen con sumptie onder de omzetbelasting valt. De Minister lichtte dit met een voorbeeld toe. De vraag was hem gesteld of iemand, die een boomgaard heeft over de appelen wel ke hij plukt en met zijn gezin opeet, be lasting moet betalen. Wanneer de betrokken persoon een boomgaard heeft, uitsluitend voor eigen gebruik, dan is hij vrij van belasting. Zoo dra hij echter van de appelen gaat verkoo- pen, dan wordt hij fabrikant in den zin der wet en moet dus over de geheele op brengst van zijn boomgaard inclusief zijn eigen gebruik, omzetbelasting betalen. Een soortgelijk geval is dat van iemand, die voor zijn gezin een cake of taart bakt. Deze „fabricage" is vrij van belasting; wanneer echter een banketbakker van de vele cakes en taarten, die hij bakt, er een voor eigen gebruik bestemt, behoort deze bij zijn omzet. Bijzonder invoerrecht. In de wet wordt ook bepaald hoe de om zetbelasting moet worden voldaan bij den invoer van goederen. Een bijzonder in voerrecht wordt van de ingevoerde goede ren geheven ten bedrage van 4 pet. van alle goederen en 10 pet. voor weeldegoede ren. Dit bijzonder invoerrecht staat natuurlijk geheel los van het normale recht volgens de Tariefwet 1924. Het spreekt van zelf, dat dit bijzonder invoerrecht noodzakelijk was om den Nederlandschen fabrikant n.et achter te stellen bij den buitenlandschen importeur. Dit is een der voornaamste ele menten der wet, welke Minister Oud dan ook onder geen omstandigheid wil losla ten en waardoor hü er voor zorg kan dra gen, dat de maatregelen, die in het belang der schatkist genomen moeten worden, niet 1 nog zwaarder lasten en verdere belemme ringen veroorzaken voor de Nederlandsche industrie en het nationale bedrijfsleven. Hiermede houdt ook verband het Compenseerend invoerrecht dat geheven wordt van ingevoerde goede ren ten bedrage van 1 pet. voor alle goe deren en 2 pet. voor weeldegoederen. Dit compenseerend invoerrecht is te zien als een vergoeding aan het Nederlandsche bedrijfsleven voor de nadeelen en de moei lijkheden welke het van de omzetbelasting ondervindt. Dit compenseerend invoerrecht wordt cok geheven van goederen welke vrijgesteld zijn van de omzetbelasting en dus ook niet vallen onder het bijzonder invoerrecht. Als voorbeeld hiervan noemde de Minister margarine. De Nederlandsche fabrikant van margarine ondervindt den invloed der omzetbelasting in allerlei vorm, ook al is het eindproduct vrijgesteld. De machines welke hij in zijn bedrijf noodig heeft zijn b.v. wel getroffen door de om zetbelasting. Het is dan ook volkomen lo gisch, oordeelde de Minister, dat aan deze tak van industrie een compensatie gege ven wordt door van het ingevoerde product het compenseerend invoerrecht te heffen. Nederland een Rechtsstaat. Nederland is gelukkig nog steeds een Rechtsstaat. Geschillen tusschen de admi nistratie eenerzijds en de belastingplichti gen anderzijds mogen dus zonder meer niet beslist worden door deze administra tie. In eerste instantie kan men reclamee ren tegen een te hoogen aanslag bij den Directeur der invoerrechten en accijnsen. De belanghebbende kan tegen diens beslis sing in beroep komen bij de Tariefcommis sie, die als onpartijdig orgaan uitspraak doet. Deze Tariefcommissie is dus te ver gelijken met den 'Raad van Beroep voor de Directe Belastingen. Na de uiteenzettingen van den Minister van Financiën ontspon zich over de ver schillende vraagstukken der omzetbelas ting een discussie. Er werd o.m. op gewezen, dat het gevaar bestond, dat de winkeliers, en in het alge meen de handel van de verplichting om de omzetbelasting op den kooper te verhalen gebruik zouden maken om hun prijzen on redelijk te verhoogen. De consument zou hierdoor onder het voorwendsel van om zetbelasting een bedrag betalen, dat slechls voor een gedeelte in de Schatkist terecht komt. De Minister merkte naar aanleiding hiervan op, dat het voor de Regeering uiterst moeilijk zal zijn hier in te grijpen daar zij dan op het gebied van de algc- heele prijsregeling zou moeten bestrijken. Van gevallen welke op buitensporigheid wijzen was den Minister inmiddels nog niets gebleken. Een andere vraag betrof de vermoedelijke opbrengst der omzetbelasting mede in ver band met het feit, dat verschillende waren huizen en winkeliers in de maand Decem ber enorme hoeveelheden hadden opgesla gen. Zelfs werd medegedeeld, dat enkele zaken op verschillende punten groote paK- huizen hadden gehuurd en deze tot aan den nok hadden gevuld met goederen om op deze wijze voorloopig van de omzetbelas ting geen last te hebben. De Minister merkte op, dat dit inderdaad juist was. De Middelenstaat over Decem ber heeft bewezen, dat er in die maand een abnormaal groote invoer heeft plaats gehad. Over Januari zal de Schatkist daar ongetwijfeld den nadeeligen invloed van ondervinden. Wat de opbrengst der belas ting betreft, deze is getaxeerd op 85 mil- lioen. Of de werkelijkheid aan deze ra ming zal beantwoorden kan voorloopig nog niet gezegd worden. Er zijn nog te veel on zekere factoren in het spel. Niet alleen dat de aanslagen nog niet zijn uitgebracht, maar er zijn ook zegels op crediet ver kocht. Men zal dan ook voorloopig bij de Middelen nog slechts een geringe opbrengst der Omzetbelasting kunnen verwachten. Daarover make men zich echter niet on gerust, want het stelsel moet eerst volle dig doorwerken. Als je niet direct uit mijn perenboom komt. waarschuw ik je vader'. Dat Kan goed. Die zit in den boom hiernaast. (lTllustre) WEES ZEKER VAN UW ZAAK! "Wees niet tevreden met „misschien"! Zoogenaamde „Aspirin", die de echte niet is, helpt U misschien van uw pijn af. Zij is misschien onschadelijk yoor uw hart, uw maag, uw nieren. De echte Aspirin helpt zeker en is zeker onschadelijk voor uw hart, maag en nieren. f g De echte Aspirin is kenbaar aan het EK» Bayer-kruis en aan V I den oranje band om V>J£*r de verpakking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 11