I BALANS-OPRUIMING
1H. NI. PIERROT Horlogemaker, MAARSMANSTEEG 141
Hoe de Regeering in Oostenrijk de
maatschappij wil hervormen
UIT DE OMGEVING
AGENDA
UIT DE RIJNSTREEK
DONDERDAG 11 JANUARI 193*
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD PAG. 2
BAROMETER.
TELEGRAFISCH WEERBERICHT
naar waarnemingen verricht ui den
morgen van 11 Januari 1934, medegedeeld
door het Kon.'Ned. Meteorol. Instituut
te Dé Bddt.
Hoogste Barometerst.: 774.3 te Weenen.
Barometerst.: 721.9 te Reykjavik.
Verwachting tot den avond van 12 Jan.:
Matige tot zwakke
zuidoostelijke tot
zuidwestelijke wind,
nevelig tot half be-
I wolkt, weinig of geen
neerslag, meest lichte
vorst des nachts, over
dag temperatuur om
het vriespunt.
De nieuwe depressie op den Oceaan, die
ten Zuiden van IJsland verscheen, is be
langrijk dieper dan de vorst, zoodat ook in
het Westen van het gebied een krachtige
Zuidwestelijke tot Zuidelijke wind waait,
die op grooter hoogte ook boven het vorst-
gebied van het vasteland wordt aangetrof
fen.
De hooge druk, die gisteren midden-Euro
pa, het Oostzeegebied en Finland omvatte,
is aan den West- en Noordkant afgenomen.
In Oost-Frankrijk en ZuLd-Duitschland,
waar het drukverval nog gering is, heerscht
nog een neveltoestand met matige vorst.
Op de Britsche Eilanden is de temperatuur
gemiddeld 6 a 7 graden Celsius. Aan de Ier-
sche kust bracht de nieuwe depressie zware
regens en ook Kinn aan de Noorsche kust
meldde 10 mm. Op het vasteland echter
viel nagenoeg geen neerslag.
LUCHTTEMPERATUUR.
Temperatuur des middags te half drie
3 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS c.a.:
Van Donderdagnamiddag 4.40 uur tot
Vrijdagmorgen 7.35 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Vrijdag 12 Jan.
voorm. 11.13 uur en nam. 11.49 uur.
Het lijk zal waarschijnlijk te Oegstgeest of
Voorhout begraven worden.
De heer Sjardijn uit Oegstgeest en zijn
vrouw hebben gisteren een bezoek gebracht
aan het Dep. van Buitenl. Zaken, waar de
secretaris-generaal hen heeft ontvangen.
Volgens hun mededeelingen heeft deze
namens den minister van Buitenlandsche
Zaken de toezegging gedaan, dat van Re-
geeringswege de volle medewerking zal
worden verieend om te bewerken, dat de
Duitsche Regeering het lijk vrijgeeft en dat
het dan naar ons land zal kunnen worden
overgebracht.
Omtrent de plaats waar Van der Lubbe
zou worden begraven kon men nog geen
definitieve mededeeling verstrekken. Het
ligt echter in de bedoeling dat het lijk ter
aarde zal worden gesteld te Oegstgeest of
anders te Voorhout, waar eveneens een
broer en een half-broer van Van der Lubbe
DUITSCH OORDEEL OVER HET VONNIS
„Geen genade voor de vijanden van het
Duitsche volk!"
De tweede uitgave van de „Nachtausga-
be" publiceert een artikel van dr. Kriek,
onder het opschrift: „Doortasten zonder
misplaatste toegeeflijkheid, in overeenstem
ming met het volksgevoel; geen genade
voor vijanden der Duitsche natie".
In dit artikel wordt o.a. gezegd: „De Ne-
deriandsche regeering heeft pogingen on
dernomen om een begenadiging van v. J.
Lubbe te bereiken. De afzonderlijk daar
voor genoemde argumenten zijn nooit offi
cieel bekend geworden. Zou wellicht de
Nederlandsche regeering ook de kwestie
van de rechtmatigheid van de basis van
het oordeel hebben aangeroerd, dan zou
daardoor juridisch niet in de geringste ma
te een nieuwe toestand zijn geschapen.
Iedere staat heeft niet alleen het recht,
maar in verband met het bolsjewistisch ge
vaar den plicht, de wettelijke bepalingen
te treffen, welke in overeenstemrhing zijn
met de taak van de verantwoordelijke per
sonen tot bescherming van het volk.
De pogingen om het verloop van het
Techt in Duitschland te dwarsboomen, zijn
mislukt. Van verschillende zijden is ge
poogd, de rechtmatigheid der terugwerken
de kracht van de wet der Rijksregeering
te bestrijden. De openbare aanklager, alle
verdedigers en de vierde Strafsenaat van
het Rijksgerecht zijn overeenstemmend
tot de opvatting gekomen, dat de rechtma
tigheid van deze wet met terugwerkende
kracht boven eiken twijfel verheven is.
Verder wordt gezegd, dat in de laatste
dagen nog in het buitenland gepoogd is
door valsche berichten invloed op de De-
slissing van den Rijkspresident uit te oefe
nen. Zoo werd o.a. beweerd, dat Van der
Lubbe tot 20 jaar dwangarbeid zou worden
begenadigd.
Ook de voltrekking van het vonnis, zoo
jvordt gezegd, zal ongetwijfeld in het bui-
A 1111111111111111111111111111111111111111 11111111 11tl 1111111M111 tl 111111 11111111 a 1111111111111111111111M11111111111111111111 i 11111111111111111111111111111111111111111111
i ZATERDAGMIDDAG 3 UUP, BEGINT ONZE BEKENDE
W i constateerden een te groote voorraad, vooral in betere artikelen. - Zoo kunt U profiteeren van onze I
aanbiedingen in G. ZILVER, zoowel CASSETTES als losse deelenook in TAFELMESSEN bijzondere koopjes. 5
Wat wij aanoieden op 't gebied van MUDERNE KLOKKEN zal U verbaasd doen staan, zoo goedkoop.
- En alle met prima uurwerken en vo.le garantie. Even kijken dus en U koopt bij:
mininnMiniminiimmmmimurn
Gemeentelijke Aankondigingen.
Op Dinsdag 9 Januari j.L hield Z.Exc. dr.
R. Schmitz, Minister van Sociale Zaken in
Oostenrijk, een rede over „Die berufstan-
dische Idee in Oesterreich" voor de Katho
lieke Sociale Studieclub. Vóór deze gele
genheid waren verschillende uitgenoodigde
belangstellenden aanwezig.
Wij ontvingen volgend verslag van het
Partijsecretariaat der R. K. Staatspartij:
Minister Schmitz begon zijn rede met de
opmerking, dat, wanneer heden de naam
van Oostenrijk wordt vernomen, de wereld
een beeld van zwaren strijd om vrijheid
voor zich ziet. Een tweede aspect is, dat
van een land in het hart van Europa, dat
door de weeën wordt bezocht die den over
gang naar een nieuwe ordening van het
staats- en maatschappij leven plegen te be
geleiden. Bijna in alle nabuurstaten zijn
reeds radicale veranderingen in werking
getreden.
Hoe zal Oostenrijk zich op dit punt ont
wikkelen? Als leidende gedachte geldt, ge
lijk voor' de buitenlandsche politiek: de
onbuigzame wil, de zelfstandigheid en de
zelfbestemming van Oostenrijk tot gelding
te brengen. Politiek-sociale systemen zijn
exportartikel. Niet naar het spreekwoord
„omnia probate quod bonum est tenete"
kan men een nieuwe ordening voor staat
en maatschappij bereiken, maar alleen de
zelfbestemming naar eigen aard, eigen ge
schiedenis en naar door natuur en Voor
zienigheid bepaalde taak helpt ons den
weg vinden. Zóó doet Oostenrijk het!
Spr. wijst op do twee groote redevoerin
gen van Dollfuss tijdens den Weenschen
Katholiekendag. De noodzakelijkheid van
politieke hervorming bij Oostenrijk's bin-
nenlandsche politiek, ligt voor de hand. De
autoriteit van de staatsleiding moet abso
luut verzekerd zijn. De nieuwe grondwet
zal niet meer gekarakteriseerd worden
door het individualisme, maar door een
corporatieve ordening.
De kern van de hervorming is echter de
vernieuwing der maatschappij-ordening,
volgens het program van Quadragesimo An
no, welke overigens geen recept is, maar 'n
algemeene Codex voor het maatschappe
lijk leven. Het Oostenrijksche Katholicisme
heeft reeds zeer lang de beteekenis erkend
van de „standische" idee, niet als compro
mis tusschen individualisme en socialisme,
maar als organische natuurlijke en harmo
nische ordening. Spr. herinnert hier aan
Lichtenstein (1877), Vogelsang, Schindler,
Seipel.
De taak is: de ombouw van klassen-maat
schappij in beroepsstanden-maatschappij.
Spr. wijst op de funeste invloeden van de
klassenstrijdgedachte op staat, maatschap
pij, cultuur en godsdienst, op volk en ge
zin. Het begrip klasse is in wezen negatief,
wezenlijke eenheid alleen tegenover den
tegenstander. Klassenethiek, klassensolida
riteit, kan geen draagster zijn eener betere
ordening. De christelijke arbeidersorgani
saties hebben de groote verdienste, de
marxistische infectie tegengewerkt en een
christelijke vernieuwing mogelijk gemaakt
te hebben.
De ellende van den v klassen strijd is in
Oostenrijk duidelijk gedemonstreerd, het
geen spr. met verschillende historische
voorbeelden aangeeft. Parlementarisme en
democratie zijn juist in Oostenrijk daardoor
verlamd.
Wat is een beroepsstand? Negatief: niet
een arbeidsmarkt-partij. De beroepsstand
is de maatschappelijke groep, welke door,
in een gelijk beroep, gemeenschappelijke
functie innerlijk verbonden is. Het zeker
bijzonder karakter ervan is: de autonomie.
Een welbegrepen autonomie, door daar
toe geestelijk bevoegde menschen uitge
oefend, is een waarborg van matiging en
begrip van het algemeen belang. De orga
nisatie van den beroepsstand, intern, zal
wisselend zijn, als de veelvormigheid van
het werkelijke leven.
Ook aan minderheden-bescherming moet
worden gedacht. Zulke ordening beant
woordt aan den Thomistischen grondregel:
ordening is eenheid in welgebouwde veel
heid. Daardoor hoeden wij ons voor den
klassestrijd zoowel als voor gelijkmakerij
of wild céntraliseeren. De veelheid in da
beroepsstanden beteekent niet zoo maar
een getal, maar een opbouw, een organische
verbondenheid, waardoor alle deelnemers
aan een bepaalde maatschappelijke functie,
van hoog tot laag, worden omsloten. De
autonomie in eigen sfeer is onderdaan van
de Staatsautoriteit. Wanneer in den Staat
een op beroepsstanden geordende maat-
tenland aanleiding geven tot een nieuwe
hetze. Dat kan evenwel op Duitschland in
het geheel geen invloed hebben. Het zal
integendeel, ondanks alle pogingen om de
hetzen, welke in het buitenland worden
ondernomen, op den duur slechts het be
wijs leveren, dat de Duitsche rijksregee
ring vast besloten is, zonder verkeerde
mildheid en zonder beperking door te tas
ten, daar waar het bestaan van den tegen-
woordigen slaat wordt bedreigd".
„Tel."
schappij wordt gebouwd, zal de Staat zich
vanzelf ook kunnen verrijken met nieuw
leven en nieuwe vormen voor zijn eigen
staatsrechtelijke inrichting.
Na deze uiteenzetting der theoretische
grondslagen, besprak Minister Schmitz de
practische uitwerking, welke wordt nage
streefd. Daarbij wees spr. er met nadruk
op, dat hij spreekt over Oostenrijk en de
daar geldende omstandigheden.
Voorop staat de idee der „Ent-proletari-
sierung", waarvan de kern is: bestrijding
van bezitloosheid en bestaansonzekerneid,
door bevordering van bezitsvorming en be
vestiging van het economisch bestaan van
den arbeider. Daarnaast memoreert spr.
Retzbach's woord, de „geistige Ansied-
lung" door overwinning van de klassen-
strijdleer en inschakeling in een beroeps
standen-maatschappij.
Hoe is de toestand thans in Oostenrijk
op dit punt?
Spr. behandelt achtereenvolgens, na het
eigen karakter van den geestelijken stand
tevens te hebben geschetst, de verschillen
de groepen: de landbouw, de intellectueele
groepen, het handwerk (het ambacht) en
de industrie. Voor al deze groepen wijst
spr. op de punten van aanknooping, welke
met het oog op de nieuwe ordening naar
beroepsstanden feitelijk aanwezig zijn in
't vaderland. Het meest geldt dit voor den
landbouw in zijn vrijwillige „Genossen-
schafte" onder de leiding van christelijke
mannen samenwerkend in den geest der
beroepsstanden. De radicale omzetting van
de agrarische productie na den oorlag was
zonder deze niet mogelijk geweest. Boeren
en „Kleinhausler" (landarbeiders met
klein erf) werken daarin te zamen. Spr.
vermeldt voorts de „Landeskulturrate", die
na den oorlog werkelijk publiekrechtelijk
werden uitgebouwd. Gékozen door de land
eigenaren (inclusief de „Kleinhausler") be
zitten zij autonomie met recht van belas
tingheffing, behartigen quaesties van bo
demcultuur en landbouw-onderwijs. In
christelijk bestuurde Bondsianden is er
voor gezorgd, dat ook de landarbeiders in
deze organen zijn vertegenwoordigd, ter
wijl in socialistische provincies dit werd
verhinderd, vanwege de klassenstrijd-leer!
De landarbeiders moesten daar met de in
dustrie-arbeiders zich in klasse-organen
vereenigen.
Verdere hervormingen zullen binnen
eenige maanden de taak dezer organen ver
ruimen en den provincialen opbouw in lan
delijk verband brengen.
In de vrije beroepen zijn ook aankno
pingspunten in publiekrechtelijke kaniers
of soortgelijke instellingen. Hier zijn ech
ter nog veel groote hiaten, die zullen wor
den overbrugd. Zelfstandigen en de door
hen aangestelde medewerkers moeten hier
tesamen worden gebracht, waar zij tot he
den nog als partijen met elkander hande
len.
Wat het ambacht betreft, zijn meesters
en knechts thans in verplichte „Berufsge-
nossenschaften" tesamen gebracht, maar
afzonderlijk naast elkaar voor meesters en
knechts. In socialistische handen gekomen,
hebben de knechts-organisaties zich be
perkt tot maatregelen voor eigen voorzorg.
De meesters zijn met industrieelen
in „Handelskammer" georganiseerd, de
knechts met de andere arbeiders in „Arbei-
terkammer". Volkomen dus het beeld van
de klassen-maatschappij. Dit moet noodza
kelijk worden hervormd in verticale rich
ting.
In de industrie is de klasse-gedachte,
zooals in byna alle landen, overheerschend
uitgangspunt van organisatie, versterkt
door het onpersoonlijke vennootschapswe-
zen. Op dit terrein ondervindt de corpora
tieve opbouw de grootste moeilijkheden,
maar tevens is die daar juist het meest
noodig. Toch zijn ook daar eenige aan-
knoopingspunten voor dien opbouw aan
wezig, en wel de samenwerking in sociale
ambtelijke organen (voor werkloosheids-
zorg, arbeidsbemiddeling, verzekeringsorga
nen e.d.) en in collectieve contracten. Voor
al dit laatste is een uitgangspunt van be
lang.
Verder bespreekt Minister Schmitz de
tweeslagwoorden „bedrijfsdemocratie" en
„Werkgemeinschaft". Het eerste is zuiver
socialistisch gedacht, en wijst spr. af. De
Oostenrijksche ondernemingsraden zijn
zuiver partij-politieke instellingen gewor
den.
Wat het tweede betreft, bedoeld wordt
ermede: de fabriekscommissie. Als uitdruk
king van de gedachte dat de nieuwe or
dening een zuivere arbeiders-kwestie zou
zijn, is zij eenzijdig.
Tenslotte behandelt spr. nog de twee vra
gen: het verband tusschen de corporatie
ve hervorming en het staatsbestel en voox is
de vraag: wat zal de positie zijn der vak-
vereenigingen in de nieuwe ordening?
Ten aanzien der eerste vraag wijst spr.
er op, dat de Staat de hervorming moet
doorzetten, maar dat de Staat daarna zich
op eigen werkterrein moet terug trekken.
Niet dus dat de beroepsstanden onzelfstan
dige organen van den Staat worden, dan
zou er niets wezenlijks veranderen. Neen,
volledig autonoom leven voor de beroeps
standen. Maar de souvereine Staat heeft
den plicht van toezien en het recht van
leiding en interventie, zij het secundair
en subsidiair, in het algemeen belang.
Wat aangaat de vakvereenigingen, deze
zullen allereerst moeten medehelpen de
nieuwe ordening te verwezenlijken. Ook
in de corporatieve maatschappij zullen cr
verschillen en tegenstellingen blijven tus
schen arbeiders en werkgevers en deze zui
len hun weerslag vinden in zekere groe
peering. De uiterlijke vorm der vakver
eenigingen zal zich aanpassen evenzoo als
dit in den loop der geschiedenis reeds meer
is geschied. Hoe dit alles zal moeten ge
schieden is niet vóóruit nauwkeurig te
omschrijven of te bepalen. Het zware weik
der nieuwe ordening is niet alleen een
zaak van nieuwe vormpn. Slechts van den
geest die hen moet vervullen, den geest der
sociale gerechtigheid, komt leven en
kracht.
Misschien zullen er offers gevraagd wor
den van liefgeworden gedachten, gevoelens
en instellingen, maar in edelen offerzin
moeten wij allen medewerken. Het indivi
dualisme heeft zich zelf overleefd, het so
cialisme loopt vast op de innerlijke onmo
gelijkheden van de klassen-maatschappij.
De corporatieve idee echter, past geheel m
de schoone harmonie der christelijke we
reldbeschouwing.
OEGSTGEEST.
..Gemeenteraad. De Raad dezer ge
meente vergadert Maandagmiddag te 7 u.
Punten van behandeling:: 1. Opening. 2.
Notulen, ingekomen stukken, mededeelin
gen. 3. Vaststelling van het uitbreidings
plan der gemeente Oegstgeest, met bijbe-
hoorende verordeningen. 4. Voorstel van
B. en W. tot opheffing der openbare school
voor gew. lager onderwijs a. d. Morsch. 5.
Schoolgeldreclames. Rondvraag.
Aanbesteding. Aanbesteding van ge
fundeerde klinkerbestrating en van door
trekking Rijnzichtweg en de aanleg Rijn-
zichtweg Z.Z. Geverstraat, Schoolstraat
en Deutzstraat: De LaterMeijer 37960,
Bax en Steenkist ƒ37960, M. Bal 37670, Si
mon 37590, Gebr. Bras 37550, L. Tim-
mir ƒ37500, Kraayeveld 37100, N.V.
Splunder ƒ34900, Kamsteeg ƒ34500, Ge-
ruischlooze weg 34470, Bunschoten, de
Groot ƒ34252, A. T. Volker ƒ33780, Tim-
mir ƒ33716, Mij. Wegenbouw ƒ33440, C.
Corver ƒ33333, Joh. Dienaar ƒ32129, Ned.
Basalt Mij 31900, A. Sins 31850, Gebr.
Men ƒ31528, v. d. Veldende Jong
ƒ31500, M. Dijk ƒ30530, v. d. Geer—Stuif
zand 30263, H. L. Hendriks 29998, Hout
molen 28970, Heymans 28440.
Auto uitgebrand. Achter het Groene
Kerkje geraakte door onbekende oorzaak
een Fiat-auto, bestuurd door A. C., wonen
de te Amsterdam, in brand. Met een paar
„Lenz" brandbluschapparaten werd de
brand bestreden, doch men kon niet ver
hinderen, dat de auto, alsmede een partij
lampekappen en andere artikelen uitbrand
den. Met een kraanwagen van de firma
Kamsteeg werd de auto weggesleept. De
auto is tegen brandschade verzekerd. Per
soonlijke ongelukken hadden niet plaats.
Fiets vernield. Door F. T. wonende te
Den Haag werd bij de politie aangifte ge
daan, dat hij met zijn rijwiel achter het
Groene Kerkje is aangereden door een auto
van en bestuurd door M. P. van B. wonen
de te Den Haag, waarbij zijn rijwiel werd
vernield, terwijl hij zelf eenige lichte ont
vellingen aan arm en been opliep. De po
litie heeft de zaak in onderzoek.
Loop der bevolking. De bevolking
dezer gemeente, die op 1 Januari 1933 be
stond uit 7723 personen (3546 mannen en
4177 vrouwen, nam in het jaar 1933 toe met
338 personen (129 mannen en 209 vrou
wen), zoodat het aantal inwoners op 1 Ja
nuari 1934 bedroeg: 8061 (3675 mannen en
43886 vrouwen). Er vestigden zich in de
gemeente 1239 personen (434 m. en 755 vr.)
terwijl 933 personen (378 m. en 555 vr.)
uit de gemeente vertrokken. Het vestigings
overschot bedroeg dus 306 (106 m. en 200
vr.) Door geboorte nam de bevolking toe
met 118 pers. (65 jongens en 53 meisjes).
Van de geboorten vonden er 96 plaats in
deze gemeente (54 jongens en 42 meisjes)
en 22 (11 j. en 11 m.) buiten de gemeente.
Door overlijden nam de bevolking af met
86 personen (42 m. en 44 vr.). Alhier over
leden 63 perc. (29 m. en 34 vr.) terwijl 23
pers. (13 m. en 10 vr.) elders overleden.
Het geboorteoverschot bedroeg dus: 32
(23 j. en 9 m.). In deze gemeente overleden
bovendien 11 personen (9 m. en 2 vr.), die
tot de bevolking van een andere gemeente
behoorden. Aangifte van levenloos gebore
nen vond niet plaats. Het aantal voltrokken
huwelijken bedroeg 37, 2 vonnissen van
echtscheiding werden ingeschreven. (In
1932 nam de bevolking toe men 353 perso
nen. Het vestigingsoverschot bedroeg 316
(1208 vestigingen en 892 vertrokkenen).
Het geboorteoverschot bedroeg 37 (131 ge
borenen en 94 overledenen).
OPENBARE KENNISGEVING.
DIENSTPLICHT.
AANGIFTE TER INSCHRIJVING.
Waarschuwing.
De Burgemeester van Leiden herinnert
bij dezen nen, die in dit jaar 19 jaar oud
worden (aizoo de geborenen in 1915) en
die krachtens de Dienstplichtwet (wet van
4 Februari 1922, Staatsolad No. 43) bin
nen deze gemeente voor den dienstplicht
moeten worden ingeschreven, voor zoover
zij zich nog niet ter inschrijving hebben
aangegeven, aan hun verpiienting om de
aanga ie alsnog te doen, waartoe meer be
paald geiegenneid bestaat aan de aidee-
ling Miiitame Zaken der Gemeente-Secre
tarie, Breestraat no. 119, hoek Wolsteeg al
hier, op 12 Januari a.s. van des voormid
dags 1U uur tot des namiddags 12% uur
en van des namiddags 1 uur tot 3 uur.
Hij vestigt er tevens de aandacht op
dat, indien de in te schrijven persoon ver
hinderd is zelf aangifte te doen, zijn wet
tige vertegenwoordiger daartoe verplicht
is. De aangifte kan ook geschieden door
tusschenkomst van een daartoe schriftelijk
gemachtigde.
Ten slotte brengt hij ter kennis van be-
langnebbenden, dat degene, die verplicht
is voor de aangifte ter inschrijving zorg
te dragen, bij nalatigheid in dezen zal wor
den gestraft met heentenis van ten hoogste
veertien dagen of geldboete van ten hoog
ste honderd vijftig gulden en, indien de
aangifte opzettelijx wordt nagelaten, met
gevangenisstraf van ten hoogste twee
maanden of geldboete van ten hoogste zes
honderd gulden.
Leiden, 11 Januari 1934.
A. VAN DER SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
Paardenfokkerij
De burgemeester van Leiden brengt ter
kennis van de in deze gemeente gevestigde
eigenaren of houders van twee-jarige of
oudere hengsten, dat zij ingevolge artikel
23 der Paarde wet 1918 verplicht zijn hier
van ter Gemeente-secretarie aangifte te
doen binnen een maand, nadat de hengst
twee jaar is geworden of in hun bezit is
gekomen, alsmede vóór 1 Februari van elk
jaar.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN.
Burgemeester.
LEIDEN.
Woensdag. Ballet Jooss „De Groene Tafel",
Schouwburg 8.15 uur.
De avond-, nacht- en Zondagdienst der
apotheken wordt van Maandag 8 tot en
met Zon da g 14 Januari a.s. waargeno
men door apotheek P. du Croix, Rapenburg
no. 9, telef. 807.
Gevestigd: J. J. Stokhuijzen geb.
Luijter van Alphen a. d. Rijn D. H. Jor-
daan van Zutphen J. J. Hoogervorst van
Anna Paulowna (Breezand) J. A. de
Jong geb. Bakhuizen van Sliedrecht J.
de Best van Bandoeng (N. O. I.) H. A.
Gascreich van Hamborn (Etl.) D. v. d.
Schrier van Schiedam H. Screutgers van
Schiedam C. B. Duyster van Leiden
H. v. Heuzen van Leiden W. J. J. v. d.
List van Leiden A. M. Terpstra geb. Cra
mer van Leiden A. Th. de Ridder van
Noordwijk E. O. Hakim van Leiden.
Vertrokken: M. Mooten naar Lei
den C. Hogewoning naar Rijnsburg A.
Timmerman en gez. naar Leiden R. M.
L. H. Hahmen geb. Rijckevorsel naar Nij
megen E. van der Nat geb. Rittig naar
Leiden C. van Veen naar Hazerswoude
J. v. d. Poel naar Leiden G. v. d. Meij
naar Rijnsburg R. Stoop naar Arnhem
P. L. Stal naar Apeldoorn A. G. Bier-
fischer naar Haarlemmermeer T. Post
naar Wassenaar B. van Zanten geb.
Stoorvogel naar Ermelo (Nunspeel).
Verhuizingen binnen de gemeente: J. C.
Binnendijk, van Juffermansstraat 27 naar
Emmalaan 17.
Geboren: Cornelia, d. van C. v. Steijn
en P. M. Buschman Jan, z. van J. Roos
en W. Biesot Martinus, z. van J. Roos en
W. Biesot Cornelis, z. van C. van Eg-
mond en N. Heemskerk.
Overleden: B. Timmermans 64 j.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
MARGARINEFABRIEK IN EEN....
KOESTAL.
Erg frisch ging bet er niet aan toe.
Reeds geruimen tijd bestond bij de amb
tenaren, belast met het toezicht op de na
leving van de Crisis-zuivelwet, het ver
moeden, dat in de omgeving van Alphen
aan den Rijn op clandestiene wijze een
margarinefabriek werd geëxploiteerd.
Bij verschillende bakkers en andere win
keliers in Zuid-Holland werd n.l. marga
rine ontdekt, welke niet voorzien was van
het vereischte crisis-stempel.
Men vatte verdenking op tegen een ze
keren B. S., die in de Prins Hendrikstraat
te Alphen aan den Rijn met zijn beide zoons
een handeltje dreef in pluimvee, oliën en
vetten.
Eenige malen achtereen werd bij S. zoo
wel door ambtenaren van de Crisiswet als
door rijks- en gemeentepolitie een huis
zoeking gedaan, doch tot dusver steeds
zonder resultaat.
Woensdagmorgen echter ontdekten de