WERELDGEBEURTENISSEN, DIE IN 1933
ONZE AANDACHT TROKKEN
DE CRISIS DRUKTE ZIJN
STEMPEL OOK OP
HET AFGELOOPEN JAAR
ZATERDAG 30 DECEMBER 1933
DE LEIDSCHE COURANT
/IJFDE BLAD PAG. 17
MINISTER COLIJN BLEEK
GOED GEZIEN TE HEBBEN
HET WITTE HUIS TE WASHINGTON, VAN WAAR ROOSEVELT (IN DEN
HOEK) ZIJN STRIJD HEEFT AANGEBONDEN MET DE CRISIS.
Zoo gaat het eene jaar na het andere.
De tijd is als een breede stroom, die uit
de verre duisternis van het verleden komt
aanvloeien, ons een tijdlang draagt en zich
dan weer verliest in de ondoorgrondelijke
toekomst.
Op en neer deinen de verglijdende gol
ven; het zijn de gebeurtenissen, die opdui
ken, zich een oogenblik verheugen in de
aandacht der menschen, om dan weer te
verdwijnen in de vergetelheid. Zooals de
wisseling en het spel der golven de be
weeglijkheid vormen van een rivier, zoo
geven die vluchtige gebeurtenissen kleur
en leven aan den rusteloos stroomenden
tijd.
Wij leven in een woeligen tijd; onophou
delijk spatten zij op, de feiten, die ons ver
heugen, ontroeren, ontstellen. Wij kunnen
ze nauwelijks volgen, laat staan onthouden.
Laten wij bij de kunstmatige mijlpaal van
de jaarwisseling de voornaamste van hen
nog even terugroepen uit het verleden,
voordat zij verdwijnen uit ons geheugen.
ECONOMISCHE WERELD
ASPECT
Hoe was het afgeloopen jaar in econo
misch opzicht?
Wij vertellen werkelijk geen nieuws,
wanneer wij constateeren, dat ook het jaar
1933 de oplossing van de crisis niet ge
bracht heeft.
„Het wil mij voorkomen, zoo schreef
onze tegenwoordige minister-president dr.
H. Colijn, op Oudejaarsavond van verleden
jaar, dat wij nu wel beland zijn op een
punt, dat zoowat het niveau aangeeft, waar
op wij waarschijnlijk den eersten tijd ons
leven zullen moeten inrichten". En even
verder sprak hij als zijn oordeel uit, „dat
wij op het tot nu bereikte peil een langeren
tijd, dan ons aangenaam is, zullen blijven
etaan".
Dat waren de vooruitzichten van het ko
mende jaar. Nu het voorbij is, weten wij,
dat dr. Colijn gelijk heeft gehad. Wij kun
nen zijn woorden opnieuw gebruiken voor
het jaar 1934. Zelfs waren de vooruitzich
ten toen nog rooskleuriger, want velen leef
den in de verwachting, dat de Economische
Wereldconferentie ons uit de impasse zou
helpen. De Wereldconferentie is echter een
teleurstelling geworden, zooals de wereld
nog zelden heeft ondervonden.
Einde April kwam de voorbereidende
commissie te Londen bijeen en besloot de
groote conferentie te houden op 12 Juni.
Er was goede moed, er was optimisme. En
aanvankelijk ging ook alles naar wensch.
Er werd zelfs een tariefbestand aangeno
men voor den duur der conferentie, zoo
dat men rustig zou kunnen spreken over
de kwestie der tarieven zonder angst, dat
er een wedloop zou plaats vinden. De con
ferentie kwam te Londen bijeen en werd
geopend door den koning van Engeland. Al
spoedig bleek, dat de Amerikanen niet wis
ten wat zij wilden. Ieder oogenblik kwam
er een nieuwe vertegenwoordiger van
Roosevelt met telkens andere instructies. In
Amerika was namelijk ten gevolge van een
groote bankcrisis de dollar met wilde spron
gen gezakt en Roosevelt wilde het voordeel,
dat een dalende valuta hem bracht, niet la
ten schieten. Na een paar weken was het
duidelijk, dat men den dollar niet wensch-
te te stabiliseeren. Het eene land na het
andere had den gouden standaard prijs ge
geven en tegenover de zuigkracht der da
lende valuta's sloten de goudlanden (Bel
gië, Frankrijk, Italië, Nederland, Polen en
Zwitserland) zioh aaneen. Ondanks de
mooie woorden te Londen stond de wereld
verdeeld in twee kampen.
In Juli werd de Wereldconferentie opge
heven. Er was zoo goed als niets bereikt.
Slechts was op voorstel van Amerika het
tariefbestand verlengd. Maar nadat 't eenige
maanden een schimmig bestaan had geleid
werd het op 5 September door de Neder -
landsche regeering opgezegd. En niemand
rouwde om dit overlijden, want het be
stand was een doodgeboren kindje geweest.
Londen heeft het bewijs geleverd, dat de
internationale samenwerking onmachtig
was, de crisis ook maar voor het geringste
deel te verlichten.
De volken waren trouwens reeds op eigen
houtje begonnen met het bevechten van de
crisis en deden dat na de mislukking der
conferentie nog steviger. Wij zullen daarop
terug komen bij de bespreking der diverse
landen afzonderlijk.
HET ECHEC DER ONT-
WAPEN INGS-CONFERENTIE
Het tweede groote internationale vraag
stuk, dat dit jaar voor driekwart vermoord
is, is de Ontwapeningskwestie. Het is met
de Ontwapeningsconferentie altijd wel een
lijdensgeschiedenis geweest, maar in den
aanvang van dit jaar zijn er toch een paar
forsche pogingen gedaan om eindelijk eens
resultaten te verkrijgen. Verschillende lan
den hebben plannen ingediend om tot een
accoord te komen, van welke het meest
succesvolle het plan-Macdonald is geweest,
dat op de conferentie als basis van onder
handelingen is aanvaard. Dit plan werd ook
aanbevolen door president Roosevelt, die
in Mei een krachtige oproep richtte tot le
staatshoofden met verzoek tot zoo volledig
mogelijke medewerking. O.a. werd in den
geest van het tariefbestand op economisch
gebied een accoord voorgesteld, dat de be
wapening boven een bepaald maximum
was, het hoe langer hoe meer als een ver
nedering te voelen, dat het zelf geen wapens
bezitten mocht, terwijl de anderen weinig
lust gevoelden om te ontwapenen, ofschoon
dat was vastgelegd in hetzelfde gehate ver
drag van Versailles, dat Duitsohland ontwa
pend had. Op een gegeven moment liep de
maat over, toen uit onderhandsche bespre
kingen voor de hervatting van de uitge
stelde conferentie in October bleek, dat er
een nieuw uitstel zou volgen, in afwachting
van de resultaten eener controle, die
Duitschland als voornamelijk tegen hem ge
richt aanvoelde. Toen was het duidelijk, dat
de mogendheden de aan Duitschland toe
gezegde rechtsgelijkheid nog steeds niet in
practijk wilden brengen, omdat zij het
'nieuwe regiem daar niet vertrouwden.
Toen volgde het aanvankelijk met de
grootste ontsteltenis en verbazing ontvan
gen besluit van Hitier tot verbreking der
betrekkingen met Genève.
Geleidelijk aan keerde de kalmte weer.
Wel moest de conferentie verdaagd worden,
eerst tot 4 December en daarna weer tot
15 Januari 1934, maar achter de schermen
wordt druk onderhandeld. Men denke aan
de voorstellen van Hitier, vervat in het rap
port van den Franschen gezant te Berlijn
Frangois Poncet over diens onderhoud met
den rijkskanselier, dat de eerste poging
was tot het aanknoopen van direct contact
tusschen Duitschland en Frankrijk. Men
denke ook aan de nog vrij wazige pogingen
van Mussolini om den Volkenbond te reor-
ganiseeren, teneinde Duitschland (en ook
anderen, zooals Japan, Amerika en Rus
land) weer terug te brengen tot de schaap
stal te Genève.
DUITSCHLAND.
Was het voor de Economische Wereldcon
ferentie vooral de houding van Amerika,
die de oorzaak der mislukking werd, voor
de Ontwapeningsconferentie was het de
kwestie der rechtsgelijkheid voor Duitsch
land. Hoewel de mogendheden die rechts
gelijkheid in December van het vorig jaar
in theorie hadden erkend, werd de verwe
zenlijking ervan vertraagd doordat er in
middels in Duitschland iets gebeurd was,
dat het wantrouwen der vroegere tegen
standers aanmerkelijk deed stijgen.
Op 23 Januari was generaal von Schlei
cher als rijkskanselier afgetreden en op 30
Januari was Adolf Hitler door president
von Hindenburg tot kanselier benoemd. Na
jaren van strijd was het Hitier thans ge
lukt de leiding van Duitschland in handen
te krijgen en van dat oogenblik of voltrok
de nationaal-socialistische omwenteling zich
met onweerstaanbare kracht.
De rijksdag werd ontbonden en nieuwe
verkiezingen uitgeschreven. Maar voordat
door deze volksuitspraak het nieuwe regiem
z'n beslag zou krijgen, werd reeds een aan
vang gemaakt met de stormloop tegen het
roode gevaar. Op 3 Febr. reeds kondigde
Göring in Pruisen een demonstratie verbod
voor de communisten af. Een paar dagen
later werd de-Pruisische Landdag ontbon
den en wederom een paar dagen later volg
de het ontslag van alle sociaal-democrati
sche ambtenaren in Pruisen. Maar de radi
cale vernietiging van het communisme werd
pas goed ingezet, onmiddellijk na den brand
in het Rijksddaggebouw. Dat „vlammen-
teeken", door de zielige figuur van den
warhoofdigen Leidschen metselaar v. d.
Lubbe zoo heel anders bedoeld, werd het
sein tot het buiten de wet stellen der com
munistische partij. In den avond van den
27sten Februari loeiden de vlammen in de
koepel van den Rijksdag en den volgenden
dag reeds werd de noodverordening ter
bescherming van het Duitsche volk tegen
het communistische gevaar afgekondigd,
waarbij alle grondwetrechten voor de com
munisten werden opgeheven. De Rijksdag
verkiezingen van 5 Maart toonden den
wassenden vloedgolf van het nationaal-so-
cialisme duidelijk aan. De N.S.D.A.P. be
haalde 288 van de 647 zetels, de soc.-demo-
craten behaalden er nog 120, de communis
ten 81 en het Centrum 73. Met den steun
van het Zwart-Wit-Roode front hadden de
nat.-socialisten de meerderheid en zij be
gonnen daar direct van gebruik te maken
door alles geleidelijk „gelijk te schakelen".
Met veel plechtigheid kwam op 21 Maart,
den dag der nieuwe lente, de Rijksdag bij
een en werd aan de Hitler-regeering vol
macht gegeven om gedurende 4 jaren de
wetgevende macht uit te oefenen.
GROOTE ROL GESPEELD HEEFT IN
Onder de meesterlijke regie van Göbbels
leefde geheel Duitschland in een roes. De
boycot-actie tegen de Joden werd ingezet,
een grootscheepsche propaganda werd ge
voerd voor de eenheid van het Duitsche
volk. Na de uiterst handige zet, om de 1-
Mei-viering met één slag van Marxistischen
feestdag om te zetten in een nat.-soc. feest
dag van den Duitschen Arbeid, volgde wel
dra de in beslag neming van het geheele
vermogen der socialisten en het verbran
den der on-Duitsche boeken en geschriften.
Er was algemeene geestdrift om door eigen
kracht de moeilijkheden te boven te ko
men. Eenheid moest er zijn vóór alles en
waar dat niet goedschiks ging, werd een
kleine prikkel gebruikt. Op 23 Juni werd
de Soc.-Democr. partij, wie men reeds haar
vermogen had afgenomen, definitief ver
boden. Alle vakbonden werden opgeheven.
Het Duitsch-nationale front ontbond zich
zelf, evenals een paar dagen later (begin
Juli) het Centrum en de Beiersehe Volks-
partij. Vijf dagen later werd het Concor-
I daat gesloten met het Vaticaan.
I Van nu af aanzat Hitier stevig in het
zader; de nat.-soc. beweging was geconso
lideerd. Het uiterlijke bewijs daarvan zou
weldra geleverd worden bij de herhaalde
Rijksdagverkiezing op 12 November en de
daaraan verbonden volksstemming over de
politiek der regeering. Naar men zich nog
wel herinnert was deze stemming bedoeld
als een volksuitspraak over de houding der
regeering inzake de Ontwapeningskwestie.
Niet minder dan 93.5 pet. der kiezers stem
de „ja", keurde dus de politiek der Hitler-
regeering goed en 92.2 pet. van alle geldige
stemmen werd bij de Rijksdagverkiezingen
uitgebracht op de Nat.-Soc. lijst, die overi
gens de eenige lijst was. Ook al neemt men
in aanmerking, dat er hier en daar gestemd
zal zijn onder invloed van een zekere vrees,
dan neemt dat toch niet weg, dat het be
halen van een dergelijk resultaat een be
wonderenswaardige prestatie is geweest,
niet vergroot zou worden totdat een accoord
inzake de uitvoering van het ontwapenings
program was bereikt.
Langs geheel anderen weg probeerde ook
Mussolini den vrede te bereiken, n.l. door
zijn voorstel van een vier-mogendheden-
pact, dat na eenig tegenstribbelen van de
zijde van Frankrijk in Mei werd aanvaard,
in Juni te Rome werd geparafeerd en een
goede maand daarna werd onderteekend.
Het was een verbond van de vier groote
Europeesche mogendheden om den vrede
gedurende de tien jaren, dat het pact gelden
zou te verzekeren. Het „was" een verbond,
want momenteel is het al weer ter ziele,
sinds Duitschland in'October de conferen
tie den rug toekeerde en zelfs uit den Vol
kenbond trad. Het vier-mogendheden-pact
was n.l. vooral door toedoen van Frank
rijk teveel verankerd in het Volkenbonds-
covenant dan dat het gehandhaafd kon blij
ven, toen Duitschland de deur van het Vol
kenbondsgebouw met een harden slag ach
ter zich dicht smeet.
De reden waarom Duitschland Genève
zoo boos verliet, was te zoeken in de om
standigheid, dat er maar geen schot zat in
de ontwapening der andere mogendheden.
Deze begonnen hoe langer hoe meer te aar
zelen om hun bewapening aan banden te
leggen, sinds Hitier aan het bewind was
gekomen. Van den anderen kant begon
Duitschland, dat reeds jaren ontwapend
Thans wacht men af, of het Hitier ge
lukken zal met het buitenland even goede
vrienden te worden als met het binnen
land. De betrekkingen met Polen zijn door
de non-aggressie-verklaring van 15 Nov.
al aardig verbeterd, maar met Frankrijk
wil het nog niet boteren.
Memoreeren wij ten overvloede nog even
het Rijksdagbrandproces, dat 21 Sept. 'e
Leipzig begon en 23 Dec. eindigde met de
bekende uitspraak: de doodstraf voor v.
d. Lubbe en vrijspraak voor de overige be
klaagden.
OOSTENRIJK.
In Duitschlands nabuurland Oostenrijk
hebben zioh ook verscheidene bijzondere
gelegen in hetgeen er niet heeft plaats
gehad n.L de Anschluss bij Hitler-Duitsch-
land. De verhindering daarvan is te danken
aan den kleinen Dollfuss, die zich in het
afgeloopen jaar tot volslagen dictator heeft
opgewerkt. Ook hij schakelde 2 Maart het
Oostenrijksche parlement uit en ontbond
den republikeinschen Schutzbund. Maar
niet alleen tegen de sociaal-democraten had
hij te vechten, ook tegen de steeds meer
opdringende nationaal-socialisten, die Oos
tenrijk reeds als een provincie van Duitsch
land beschouwden. De kleine bondskanselier
toonde door energieke maatregelen, dat hij
Oostenrijk onafhankelijk wilde houden en
hij heeft stand weten te houden tegen den
druk van den grooten broer in het Noor
den. Het is hard tegen hard gegaan. Oosten
rijk zette de propageerende nazi's het land
uit, en Duitschland belette de Duitsch o-
mede het 't toch al niet rijke Oosten
risten om naar Oostenrijk te reizen,
een belangrijke bron van inkomsten
roofde. Dollfuss antwoordde daar weer up
met'een verbod van de partij. De nazi-pro-
paganda werd toen voortgezet van uit
Beieren o.a. door middel van de radio, maar
desondanks heeft Dollfuss stand gehouden.
Op den Katholiekendag te Ween en midden
September kwam hij met de boodschap,
dat een nieuwe corporatieve staatsvorm zou
worden ingesteld in den geest van de Pau
selijke Encycliek ,Quadragesimo Anno".
Een aanslag op Dollfuss op 3 Oct. door
een voormalige nationaal-socialist, Dertil
geheeten, had gelukkig geen succes.
ENGELAND.
Engeland heeft dit jaar eveneens een
flink aandeel van de wereld-attentie opge
vraagd, minder omwille van de gebeurtenis
sen in eigen land dan wel om de rol, welke
het gespeeld heeft in de groote internatio
nale kwesties. Londen is het middelpunt en
de verzamelplaats geweest o.a. van de
groote wereldconferentie, welke wij reeds
besproken hebben, terwijl MacdonaLd met
zijn Ontwapeningsplan ook te Genève een
overwegenden invloed heeft uitgeoefend.
Verder heeft Engeland het een en an
der te stellen gehad met Ierland, welks
president de Valera aanstuurt op volkomen
onafhankelijkheid. In Maart heeft de Ier-
sche Dail den eed van trouw aan de Engel-
sche kroon reeds afgeschaft. De revolutio
nair de Valera heeft overigens zelf ook te
kampen met revolte in eigen land n.l. met
de fascistische Blauwhemden onder leiding
van generaal O'Duffy.
Van Indië heeft Engeland dit jaar be
trekkelijk weinig last gehad, al heeft de
Indische regeering den mahatma Gandhi
weer een paar maal moeten arresteeren en
vrijlaten. Wanneer de oude heer het „zit
ten" zat wordt, gaat hij hongerstaken en
dan komt hij weer vrij.
FRANKRIJK.
Van Frankrijk kunnen wij hetzelfde zeg
gen als van Engeland. De vermeldenswaar
dige gebeurtenissen, welke met Frankrijk
verband houden, liggen voornamelijk op in
ternationaal terrein. Het algemeen beleid
der opeenvolgende regeeringen kan in dit
opzicht in het kort gekarakteriseerd wor
den als: vasthouden aan de eenmaal ge
sloten verdragen, waarop Frankrijks hege
monie in Europa steunt.
Dat was het beleid der vijf of zes kabi
netten, die Frankrijk in het afgeloopen jaar
heeft gehad. Ongeveer om de twee maan
den is er een regeeringswisseling geweest
en voorzoover wij dat onthouden hebben,
zijn al die regeeringen gestruikeld over de
moeilijkheid om de financiën in orde te
brengen. Voorzoover ons beetje financieel
verstand reikt, achten wij maar twee mid
delen mogelijk, n.l. verhooging der inkom
sten en/of verlaging der uitgaven. Maar
de eene helft van het parlement weigerde
verhooging van inkomsten toe te staan en
de andere helft verwierp alle voorstellen
tot verlaging der uitgaven. En met zoo'n
parlement is het lastig regeeren. De hou
ding der sociaal-democraten onder leiding
van Léon Blum verhinderde voornamelijk
salarisverlaging der ambtenaren. De leiding
van Blum heeft in eigen partij echter veel