DONDERDAG 21 DECEMBER 1933 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 GEMEENTERAAD VAN KATWIJK Woensdagavond kwam de raad dezer ge meente in openbare vergadering bijeen. Voorzitter Burgemeester Woldringh van der Hoop. Aanwezig alle leden behalve de heer J. Eikelenboom. Als punt 1 is aan de orde mededeeling van ingekomen stukken, waaronder eenige missiven van Ged. Staten, houdende goed keuring van in vorige vergadering genomen raadsbesluiten. Voorts een adres van de kerkeraden der Herv. Kerk en der Geref. Kerk. Waar de voorzitter geen nadere me dedeeling deed, kunnen wy den inhoud slechts gissen. Besloten werd dit adres te behandelen, volgend jaar, bij de wijziging van de verordening op de Zeebaden en het Strand. De Raad heeft geen bezwaar tegen con tinueering van de korting op de salarissen van burgemeester enz., zoodat Ged. Staten in dien zin zal worden bericht. Punt 4 is een voorstel tot het toepassen eener tijdelijke korting op de jaarwedde van den Schoolarts. De Commissie van beheer van denschoolartsendienst deelde aan B. en W. mede accoord te kunnen gaan met een korting van 5 pet. op het salaris doch alleen voor het volgend dienstjaar. De commissie verzoekt den raad ook hiertoe te besluiten. B. en W. stellen voor op het salaris, niet op de reis- en verblijfkosten, een korting toe te passen van 5 pet Aldus besloten. Na discussie verleent de raad B. en W. machtiging de arbeiders in de werkver schaffing, daar te verzekeren, war dit voor de gemeente het voordeeligst is. Voor het overige personeel volgens voor stel. Punt 5. Voorstel tot verlenging van de bestaande ziekte-verzekering. De gemeen te heeft zich aangesloten bij de Midden- standsbedrijfsvereeniging. De voorzitter doet mededeeling van een ingekomen schrijven namens den minister, dat de verzekering van arbeiders by de werkverschaffing voortaan moet geschieden bij de Centr. Ziekenkas van den Raad van Arbeid te Den Haag, daar anders de subsi die van het rijk wordt verbeurd. De gemeenterekening. Punt 6. Voorstel tot voorloopige vast stelling van de gemeente- en bedrijfsreke- ningen over 1932. De gemeenterekening met de volgende eindcijfers: gewone dienst ont vangsten f 783.849.39. Uitgaven f 742.584.89. Batig saldo f 41.264.50. Kapitaaldienst: Qntv. f 962.144.80, uitgaven f 886.529.05. Batig saldo f 75.615.75. De commissie voor de be drijven kan zich er mede vereenigen dat uit de winst het volgende wordt gereser veerd: in het gasbedrijf: voor het ovenfonds f 6000.voor het reservefonds 30 pet. der winst (ad. f 3270.71 is f 981.21. In het waterbedrijf: voor het uitbreidings fonds f 1000.Voor het reservefonds (ad f 3511.41) is f 1053.43. In het electriciteits- bedrijf voor het uitbreidingsfonds f 1000. voor het reservefonds 30 pet. der winst (ad f 14147.83) is f 4244.35. Van de drie bedryven wordt resp. f 2289.50, f 2457.98 en f 9903.48 aan de ge meente uitgekeerd. Aan den Directeur wordt dank gebracht voor het goed beheer. De commissie rapporteert voor het grond bedrijf dat de eindcijfers van de baten en lasten bedragen f 10426.16, terwijl die van de kapitaals-ontvangsten en uitgaven be dragen f 313.203,62 De rekening van den Vleeschkeuringsdienst wordt voorloopig vastgesteld in ontvangst en uitgaaf op f 9347.72. Met algemeene stemmen heeft de vaststel ling plaats. Punt 7 voorstel tot belegging van het restant der waarborgsom van de Centrale 7de leerjaarschool. Nu de juiste stichtings- kosten dezer school bekend zijn, is de waar borgsom definitief vastgesteld op f 12.336.29 of f 411.29 hooger dan aanvankelijk was be paald zoodat besloten moet worden dat dit restant op de gewone wijze wordt belegd waartoe de raad hierna besluit. Punt 8 is het voorstel tot verleenen van medewerking ingevolge art. 72 der L. O.- wet 1920. Deze aangelegenheid is in vorige vergadering aangehouden. De raad moet op een aanvrage van het schoolbestuur binnen 3 maanden beslissen weshalve B. en W. thans met een prae-advies komen. Volgens dit advies kunnen zich de navol gende mogelijkheden voordoen: a. ver bouwing van de O. L. school tot bijzondere school voor L. O. en U. L. O., alsmede aan koop door de gemeente van de bestaande bijzondere school gelegen aan de de Ruyter- straat ten einde daarin de O. L. school te huisvesten. b. Verbouwing van de bestaande bijzon dere school, gelegen aan de M. A. de Ruy- terstraat tot bijzondere school, vooi; L. O. en U. L. O., alsmede het bouwen van een nieuwe O. L. school op het bestaande ter rein aan de Voorstraat. c. Verbouwing van de bijzondere school, gelegen aan de de Ruy terstraat, tot bijzon dere school en het bouwen van een nieu we O. L. school en bijzondere U. L. O. school op het bestaande terrein aan de Voorstraat. Onderhandelingen met het schoolbestuur zullen thans moeten plaats hebben op den basis van het bovengenoem de. Later komt dan deze zaak nogmaals in den raad. Na eenige discussie krijgen B. en W. machtiging van den raad om met het schoolbestuur onderhandelingen aan te knoopen. Verschillende leden hebben nog vragen De voorzitter wijst er op, dat er geen for- meele redenen zijn om de aanvraag te wei geren. Eerst als de raad medewerking ver leend heeft, kunnen B. en W. nader met het schoolbestuur onderhandelen. Met de stem vari den heer D. F. E. Meer burg tegen wordt de gevraagde medewer king verleend. Punt 9 is „behandeling van belastingre clames en oninbare posten". Besloten wordt volgens voorstel van B. en W. Punt 10, voorstel tot wijziging van de ge- meentebegrooting dienst 1933 is een forma liteit waaraan in verband met een extra gedane uitgave, moet worden voldaan. Punt 11 volgt dan, voorstel tot het ver leenen van eervol ontslag aan het hoofd van den Gemeenschappelijken Vleeschkeu ringsdienst, de heer v. Gruting. Deze functionaris had voor 16 Juni l.L zijn ontslag moeten aanvragen doch heeft zulks met het oog op de reorganisatieplan nen op verzoek van B. en W. niet gedaan. B. en W. hebben hem uitgenoodigd zulks per 1 Jan. 1934 te doen doch de heer v. Gruting meent dat een opzeggingstermijn van twee maanden moet worden in acht genomen en wenscht per 1 Febr. te ver trekken. B. en W. huldigen de opvatting dat deze opzeggingstermijn voor hem niet geldig was aangezien zijn diensttijd rech tens reeds na 16 Juni verstreken was en stellen dus voor den keuringsveearts met ingang van 1 Jan. 1934 eervol te ontslaan. Zonder discussie en h. st. aangenomen. De vleeschkeuringsdienst. Vervolgens is aan de orde punt 12 het voorstel tot reorganisatie van den gemeen schappelijken Vleeschkeuringsdienst. Mo menteel behooren tot de Kring Katwijk Valkenburg en Rijnsburg; bij de reorgani satie zal ok Noordwijk hierbij behooren. B. en W. meenen dat het geen bezwaar heeft met het tegenwoordige personeel den dienst uit te breiden, hetgeen voordeeliger kan zijn. Ook B. en W. van Noordwijk heb ben zich hiertoe bereid verklaard. Aan de besprekingen werd mede deel genomen door een gemachtigde van Ged. Staten en de Inspecteur van de Volksgezondheid, be last met de uitvoering van de Vleeschkeu- ringswet. Noordwijk eischte dat de Keu ringsveearts van die gemeente aan het hoofd van den nieuwen dienst zal worden geplaatst. Onder voorbehoud van goedkeu ring door den raad der onderscheide ge meenten, is hierover volledige overeenstem ming bereikt. Met dit voorstel worden den raad tevens ter vaststelling aangeboden de onderscheiden daarop betrekking hebbende ontwerp-besluiten en verordeningen, zoo als: 1. ontwerp-besluit betreffende gemeen schappelijke regeling tusschen genoemde gemeenten, 2. ontwerp-verordening op den keuringsdienst „Kring Katwijk", 3. ontwerp verordening regelende de heffing en invor dering der keurloonen. 4. ontwerp-instruc tie voor den keuringsveearts, 5. idem voor den hulpkeurmeester. 6. Ontwerp-begroo- ting dienstjaar 1934 betreffende den dienst „Kring Katwijk". Bedoeling de inwerking- tredeing te doen plaats hebben op 1 Jan. 1934. Een langdurige discussie wordt over dit belangrijke voorstel gevoerd. (Wordt vervolgd). GEMEENTERAAD VAN NOORDWIJKERHOUT Vergadering van den Gemeenteraad van Noordwijkerhout op Dinsdag 19 December 1933 des namiddags te twee uur. Tegenwoordig 12 raadsleden. Afwezig met kennisgeving Jhr. J. H. Gevers. De voorzitter opent de vergadering met gebed. De notulen der vorige zitting wor den voorgelezen en onveranderd gearres teerd. Bij de ingekomen stukken bevinden zich gelijkluidende adressen van den R. K. Volksbond te Noordwijkerhout, en van de afdeeling Leo XIII van „St. Deus Dedit" uit de Zilk met verzoek de werklooze ar beiders in staat te stellen het Kerstfeest met wat meer opgewektheid te vieren, door niet alleen aan de werklooze arbeiders, die steun ontvangen krachtens de steunregeling, doch ook aan hen, die uit de werkloozenkas trekken een kerstgave te willen verstrek ken. De voorzitter zegt dat Burgemeester en Wethouders zich omtrent deze aangelegen heid ernstig beraad hebben. De overgroote meerderheid der steuntrekkenden trekken op het moment uit de werkloozenkas. Wordt hun een kerstgave verstrekt, dan komt die uitsluitend ten laste der gemeen tekas, want deze gave moet dan bestreden worden uit den aanvullenden steun der Gemeente, daar de Minister hierin niet wenscht bij te dragen. Op de post ad 6000 voor aanvullenden steun op de begrooting staande is thans 3800 uitgegeven en het restant ad 2200 zal nauwlyks voldoende zijn om aan de behoeften tot het eind van dit jaar te voldoen. Wordt een kerstgave verstrekt dan wordt de begrootingspost overschreden en dit doen we tegenwoordig niet zonder voorafgaande machtiging van Gedep. Staten. Spreker heeft daarom om trent deze aangelegenheid de provinciale griffie opgebeld en daar deelde men hem mede, dat, als geen dekking aanwezig was de kerstgave niet mocht worden verstrekt. Tot hun leedwezen mogen daarom B. en W. niet adviseeren om de kerstgave te ver strekken. Aanvankelijk hebben B. en W. er nog over gedacht om de kerstgave uit sluitend aan de steuntrekkenden te ver leenen, daar hierin het Rijk zyn bijdrage verleent, maar dit zoude naar de meening van de meerderheid van het College niet rechtvaardig zijn tegenover de georgani- seerden, die thans alle uit de werklozen kassen trekken. Wy hebben dus aan den een kant de Minister, die toestaat een kerst gave te verstrekken en aan den anderen kant Ged. Staten, die zeggen, dat zonder dekking de kerstgave niet kan worden ver strekt. De heer van Parera kan het advies van B. en W. begrijpen. Spreker zou dan als het niet anders kan de kerstgave aan de niet-georganiseerden willen geven. De heer C. v. d. Klauw komt hier tegen op. Spr. gunt het de niet-georganiseerden van harte, doch meent dat hun in dit op zicht geen voorrecht boven de georgani- seerden mag worden verleend. De voorzitter staat niet onsympathiek tegenover het voorstel van den heer van Parera, toch kan spreker de meening der tegenstanders daarvan goed begrijpen. Het voorstel van den heer van Parera wordt niet ondersteund. Geen Kerstgave. Het voorstel van B. en W. om geen kerst gave te verstrekken wordt met algemeene stemmen aangenomen. Met de circulaire van Ged. Staten betref fende de herziening der salarisregeling van Burgemeester, Secretaris enz. wordt bij ac clamatie accoord gegaan. Een tijdelijke geldleening wordt aange gaan met de Amsterdamsche Spaarkas te 's-Gravenhage voor een bedrag van 40.000 voor 6 maanden ad 37»% en met de N.V. Nederlandsche Middenstandsbank te Am sterdam voor een bedrag van 20.000. ad 3% voor 3 maanden. Met de plaatselijke Boerenleenbank wordt voor het jaar 1934 een rekening-cou rant overeenkomst aangegaan. Vervolgens vindt herstemming plaats over het voorstel van den heer J. W. van Parera om voor den kolentoeslag, die aan werkloozen wordt verstrekt uitsluitend bons te verstrekken, inwisselbaar bij plaat selijke handelaren en organisaties. Het voorstel wordt verworpen met 5 tegen 7 stemmen. Voor stemden de heeren J. W. van Pa rera, L. M. van Noort, E. Oostdam Jac.zn., N. C. de Klerk en W. Th. Langeveld. Tegen de heeren C. v. d. Klauw, J. v. d. Berg- Verdegaal, J. Geerlings, Th. v. Gylswyk, J. Passchier en de beide wethouders. Een vergoeding van 9.54 per leerling. De vergoeding aan de Bijzondere Scho len, ingevolge art. 101 der Lager Onder wijswet over 1931 wordt vastgesteld op 9.54 per leerling, d.L dezelfde vergoeding die de Gemeente Hardinxveld betaalt. Crediet kleine kweekers. Door B. en W. wordt voorgesteld over 1934 aan de kleinkweekers dezelfde cre- dieten toe te staan als in 1933. De heer Langeveld kan daarmede ac coord gaan, doch zou speciaal voor de kleinere kweekers 1.50 in plaats van f 1 per roe willen geven, maar het maximum van 700.per H.A. handhaven. De voorzitter zegt dat B. en W. het voor stel van den heer Langeveld overnemen. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt daarna by acclamatie besloten. Ingekomen is een adres van de plaatse lijke caféhouders en van den Nederland- schen R. K. Bond Viin Caféhouders „St. Joseph" te Utrecht, houdende verzoek om de personeele belasting voor koffiehuirbe- drijven te verlagen. Gezien den deplorabelen toestand der Gemeentefinanciën stellen B. en W. voor op het verzoek van adressanten afwijzend te beschikken. De heer J. v. d. Berg Verdegaal kan met de meening van B. en W. wel accoord gaan. Echter zou hij een uitzondering willen ma ken voor de biljarts. Hy stelt voor de per soneele belasting op de biljarten van 2U. op 15.te brengen. Met inbegrip van de 200 opcenten zal dan voortaan 45.in plaats van 60.voor een biljart betaald moeten worden. De heer Geerlings is mede van oordeel, dat hier met de menschen eenige compas sie zal moeten worden gebruikt, anders zullen verschillende kasteleins da biljart opruimen. In De Zilk is er al een opge doekt De heer Langeveld sluit zich hierbij aan. Spreker zou de hoofdsom der personeele belasting op 12.willen brengen. De voorzitter zegt na overleg met de wethouders dat voor het voorstel van Van den Berg wel iets te voelen. Het behoeft voor de gemeente geen nadeel te beteekenen, daar het verschillende kaste leins zal weerhouden de biljart op te rui men terwijl anderen er door worden ver licht. De meerdreheid van B. en W. neemt daarom het voorstel-Van den Berg over. Het voorstel-Langeveld wordt uitslui tend door den heer Geerlings ondersteund, zoodat het niet verder in behandeling kan komen. Het door B. en W. overgenomen voor stel van den heer v. d. Berg-Verdegaal wordt met 10 tegen 2 stemmen aangeno men. Tegen stemden wethouder E. Oost- dam Hzn. en de heer J. Oostdam Jzn. Het raadsbesluit van 22 Januari 1931 waarbij aan E. J. Hogervorst vergunning wordt verleend tot leggen en hebben van vaste rails in den Buurtweg wordt op voor stel van B. en W. ingetrokken. Op voorstel van de Commissie van be heer van den Schoolartsendienst Hille- gom, Lisse, Sassenheim, Noordwijkerhout en Noordwijk wordt op het salaris van den schoolarts 5% gekort voor het tydvak van 1 Januari 1934—1 April 1936. Met een verlaging van de vergoeding voor de auto van f 1000.op 800.kan de Raad op advies van B. en W. niet accoord gaan. De voorzitter zegt, dat hij aanvankelijk met het voorstel heeft inge stemd, doch dat naar aanleiding van be sprekingen in het College van B. en W. aan den schoolarts cijfers zijn gevraagd, welke cyfers een nieuw licht op deze materie hebben geworpen. Waar alle gemeenten in deze zaak niet eenstemmig In hun oordeel zijn, zal de be slissing bij Gedep. Staten berusten. Op voorstel van B. en W. wordt de aan vullende steunregeling voor arbeiders, die uit de werkloozenkassen hunner organisa tie trekken, ook voor het jaar 1934 geldig verklaard. In de behandeling komt thans de ver ordening regelende de eischen van benoem baarheid en de bezoldiging van Gemèente- veld wachters. Blijkens schrijven van den Commissaris der Koningin heeft de Minister van Bm- nenlandsche Zaken enkele bezwaren tegen de door den Raad in zijne vergadering van 21 Juni 1931 vastgestelde verordening. De minister acht een bezoldigingsregeling van dien functionaris, welke in minimum en in maximum 300.uitgaat boven de ge wone veldwachters voldoende. Voor den tegen woord igen chef-veldwachter zou de bestaande regeling in een overgangsbepa ling aan het slot der verordening kunnen worden gehandhaafd. De Raad gaat hier mee accoord. De Minister is voorts van oordeel, dat voor gebruik van uniformkleeding met een jaarlyksche vergoeding van 1 125.voor den chef-veldwachter kan worden vol staan. Op voorstel van B. en W. wordt besloten de uniform-vergoeding op het bestaande bedrag van 150.te handhaven. De ver goeding voor rijwiel, die de Minister op 30.wil hebben, wordt eveneens op 35 gehandhaafd. De Minister wil hebben dat de woning toeslag voor den chef-veldwachter vervalt, waarmede accoord wordt gegaan. Voorts acht de Minister niet gewenscht, dat in de verordening de mogelijkheid van tijdelijke veldwachters wordt verondersteld. Beslo ten wordt de regeling voor tijdelijke veld wachters te handhaven, daar het in het verleden meermalen is gebleken, dat tijde lijke politieagenten moesten worden be noemd. Zoo zal het in de toekomst noodig kunnen zyn, dat tijdelijke veldwachters worden aangesteld. Overeenkomstig het advies van B. en W. wordt de verordening daarna opnieuw vast gesteld. Bij de rondvraag maakt de heer L. M. van Noort enkele opmerkingen aangaande de aan te brengen verbetering op „De Steeg" en vestigt de heer van Parera de aandacht op de bij avond voor voetgangers gevaarlijke paaltjes die in De Zilk bij Huize „Wassenaar" zijn geplaatst. Daarna wordt de openbare vergadering gesloten. GEMEENTERAAD VAN WASSENAAR Woensdagmorgen hield de Raad dezer ge meente een openbare vergadering onder voorzitterschap van burgemeester Wieg man. De Raad was geheel voltallig en ook de publieke tribune was geheel gezet. Daar za gen wij o.m. den oud-burgemeester Jhr. Storm van 'sGravesande en diens echtge noote, de echtgenoote van burgemeester Wiegman, de nieuw-benoemde secretaris, de heer Ph. Loggers en echtgenoote, de echtgenoote van den secretaris, den heer J. Eggink, de heer Brants, hoofdinspecteur oud-ambtenaar ter secretarie alhier en van het lager onderwijs te 's Gravenhage, de heer J. M. M. van Meetelen, burgemees ter van Bergschenhoek, oud-ambtenaar ter secretarie alhier en voorts nagenoeg alle ambtenaren, werkzaam ten gemeentehuize. Aangezien het in de zaal vrij duister was, we zijn in de donkere dagen voor Kerstmis, werden de, drie groote lichtkro nen ontstoken, waardoor er een bijzondere sfeer in de zaal kwam. Het afscheid van den heer J. Eggink. Nadat de burgemeester de vergadering had geopend, stelde hij onmiddellijk aan de orde het afscheid van den secretaris, den heer J. Eggink. Simpele woorden, zeide spreker: afscheid secretaris, die zooveel be- teekenis voor de gemeente, voor het colle ge van B. en W., voor mij en voor den secretaris zeiven hebben. Voor de gemeen te beteekenen zij het verlies van den eer sten ambtenaar, die 43 jaren verwezenlijkt heeft, wat hy indertijd by zijn ambtseed heeft verklaard, ni. dat hij eerlijk en vlij tig zijn plicht zou vervullen, en als er een dienaar is geweest, van wien dit de volle 100 pet, kan worden gezegd, dan is het voor dezen man. Altijd voorbereiden, altyd voorzien, altijd waarschuwen, altijd 't werk doen, behulpzaam zijn, maar dan terugtre den, en op den achtergrond blijven, nooit uitérlijk voldoening smaken, nooit eer en hulde ontvangen. Zoo is het ambt bekleed door den heer Eggink en dan is het ambt van secretaris wonderschoon. Voor het col lege beteekent het afscheid het verlies van een altijd bereiden raadsman, den altijd opgewekten man, van wien steeds een ver- eenigenden invloed uitging, en van wien daarom ieder hield. Spreker gelooft zelf het meeste verlies te lijden, die dagelijks met den secretaris mocht samenwerken, die steeds van zijn ruimste behulpzaamheid mocht profiteeren. Wat beteekenen die woorden voor u, vraagt spreker. Spreker weet, dat de heer Eggink tegen dien dag heeft opgezien en dat zijn hart vol weemoed is, omdat hy meent, dat zijn levensboek ten einde loopt. Zoo ziet spreker het niet. Een deel van het boek, het werkdeel is afgesloten en u hebt het zelf in de hand nu van de volgende hoofdstukken nog volop te genieten. Op spreker rust thans de taak namens de geheele gemeente, namens den Raad, B. en W. en hemzelf den heer Eggink te dan ken voor alles wat hij gedaan heeft en wat spreker heeft trachten te schetsen. Spreker geeft de verzekering, dat zijn levenswerk, hoe stil en bescheiden ook vol trokken tot in lengte van dagen vruchten zal afwerpen. Met deze wetenschap hoopt hij, dat de heer Eggink nog een lange pe riode van verdiende rust mag genieten. Aan mevrouw Eggink betuigt spreker me de hulde en dank. Als stoffelijk aandenken biedt spreker daarna namens den Raad een notenhouten leestafel met lamp aan, vergezeld met een album, waarin een opdracht, gedichtelijke I pennevrucht van een der raadsleden. Hierna verkreeg het oudste raadslid jhr. j von Weiier het woord, Deze begreep, dat het voor den heer Eggink thans een ern stige dag is. Spreker heeft het zelf ook medegemaakt en kan dus uit ervaring spreken. U voelt nu wat ik ook heb ge voeld. Partir c'est un peu mourir. Spre ker heeft den heer Eggink niet lang ge kend, maar dit is wel het geval met den oud-burgemeester, die aan spreker heeft verzocht hem de beste wenschen over te brengen en te danken voor den grooten yver, den steun en de trouw, steeds ge schonken. Een einde is gekomen aan het ambteloos leven, wil niet zeggen, dat hij nu een werk loos leven zal leiden. Spreker hoopt, dat hy rust zal vinden en de kracht om de moeilijke overgangstijd te boven te komen. Als jongere verkreeg daarna de heer dr. Idenburg het woord. In een gevoelvolle rede schetste spreker, dat het moeilijk is voor hem, die steeds heeft gewerkt, zich daarvan los te maken. Het werken is een stuk van ons leven ge worden. Spreker zegt, dat in sommige kringen steeds wordt afgegeven op een ambtenaar, als op iemand, die papieren massa's aanbidt, die lui is en eigenzinnig. Spreker gelooft, dat dit een caricatuur is. Hy voor zich ziet aan den ambtelijken loopbaan schoone kansen. Het gaat nooit om je zelf, het gaat om het belang van anderen. Spreker wijdt hierover nog verder uit, om er dan op te wijzen, dat de heer Eg gink dit alles gaat nederleggen. Voor zyn eerlijkheid, onkreukbare rechtvaardigheid, past dank. Aan velen is de heer Eggink een voorbeeld geweest, dkt een zegen is geworden voor de gemeente. En dat is het, wat blijft bij het afscheid. Spreker eindigt met den wensch, dat de heer Eggink nog vele jaren van geluk mag beleven. Daarna heeft de heer mr. Kiewiet de Jonge gesproken. Deze was van meening, dat de heer Eggink, wanneer hij terugblikt op het contact met den Raad, zal moeten toegeven, dat een groot verschil is tus schen den Raad van nu en dien van 2 jaar geleden. Hij heeft wel eens gevraagd, wat de secretaris zich van dezen nieuwen Raad, dezen militanten Raad zou denken. Als het oordeel niet voor 100 pet. gunstig is, dan neemt spreker dat niet kwalijk. In de de- baten is een andere toon gekomen, zij zijn langer geworden. Spr. heeft critiek geoefend en ook den secretaris daarin be trokken. Hij heeft den heer Eggink be schouwd als iemand uit de oude school. Dat het hem mogelijk is geweest de zaken te doen, zooals behoorde onder de veran derde omstandigheden, dat is een bewijs geweest van de lenigheid van geest, van zijn kwaliteiten. Spr. vraagt excuus voor zijn critiek en hoopt, dat de heer Eggink zijn verdere le vensdagen in groote voorspoed en rust zal mogen genieten. Wethouder Boichel heeft gewezen op de groote plichtsbetrachting van den heer Eg gink, gevolg van diens zelfkennis. Spreker heeft die ondervonden, toen hij wethouder werd. Hij is toen ingewijd in de adminis tratie door den secretaris. Al die jaren is de verstandhouding aangenaam gebleven. Spreker dankt daarvoor. Daarna sprak de heer Schalekamp, die ook wees op da moeilijkheid van 't schei den na ruim 40-jar igen arbeid. De heer van der Stoel heeft als geboren en getogen Wassenaarder, die den heer Eggink van jongsaf heeft gekend, leeren waardeereen en hoogachten. Spreker meent, dat een figuur als de heer Eggink sporadisch is te vinden om zijn bijzondere karaktereigenschappen als mensch en ta lenten als secretaris. De heer Eggink was steeds bereidwillig, stond altyd klaar. Zyn devies was veel doen, weinig zeggen. Spr. wenscht hem een schoonen levensavond. Hierna was het woord aan den heer Eg gink, die alle sprekers hartelijk dank bracht voor de treffende en waardeerende woorden 15 November 1890 trad hij op 23-jarigen leeftijd hier in functie als amb tenaar ter secretarie. In Februari 1911 werd hij secretaris. Met de 7 jaren in Zoetermeer doorgebracht is hij ruim 50 jaren in de ad ministratie werkzaam geweest. Steeds heeft spreker met lust gewerkt, doch in de laatste jaren viel het hem moeilijker, door de gewijzigde omstandigheden, Daarom heeft hy gemeend plaats te moeten ma ken voor een frissche, jonge kracht. Het scheiden valt echter niet gemakke lijk. Daarna heeft spreker allereerst in harte lijke bewoordingen dank gebracht aan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9