DONDERDAG 21 DECEMBER 1933
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
GEMEENTERAAD VAN KATWIJK
Woensdagavond kwam de raad dezer ge
meente in openbare vergadering bijeen.
Voorzitter Burgemeester Woldringh van
der Hoop. Aanwezig alle leden behalve de
heer J. Eikelenboom.
Als punt 1 is aan de orde mededeeling
van ingekomen stukken, waaronder eenige
missiven van Ged. Staten, houdende goed
keuring van in vorige vergadering genomen
raadsbesluiten. Voorts een adres van de
kerkeraden der Herv. Kerk en der Geref.
Kerk. Waar de voorzitter geen nadere me
dedeeling deed, kunnen wy den inhoud
slechts gissen. Besloten werd dit adres te
behandelen, volgend jaar, bij de wijziging
van de verordening op de Zeebaden en het
Strand.
De Raad heeft geen bezwaar tegen con
tinueering van de korting op de salarissen
van burgemeester enz., zoodat Ged. Staten
in dien zin zal worden bericht.
Punt 4 is een voorstel tot het toepassen
eener tijdelijke korting op de jaarwedde van
den Schoolarts. De Commissie van beheer
van denschoolartsendienst deelde aan B.
en W. mede accoord te kunnen gaan met
een korting van 5 pet. op het salaris doch
alleen voor het volgend dienstjaar. De
commissie verzoekt den raad ook hiertoe
te besluiten. B. en W. stellen voor op het
salaris, niet op de reis- en verblijfkosten,
een korting toe te passen van 5 pet Aldus
besloten.
Na discussie verleent de raad B. en W.
machtiging de arbeiders in de werkver
schaffing, daar te verzekeren, war dit voor
de gemeente het voordeeligst is.
Voor het overige personeel volgens voor
stel.
Punt 5. Voorstel tot verlenging van de
bestaande ziekte-verzekering. De gemeen
te heeft zich aangesloten bij de Midden-
standsbedrijfsvereeniging.
De voorzitter doet mededeeling van een
ingekomen schrijven namens den minister,
dat de verzekering van arbeiders by de
werkverschaffing voortaan moet geschieden
bij de Centr. Ziekenkas van den Raad van
Arbeid te Den Haag, daar anders de subsi
die van het rijk wordt verbeurd.
De gemeenterekening.
Punt 6. Voorstel tot voorloopige vast
stelling van de gemeente- en bedrijfsreke-
ningen over 1932. De gemeenterekening met
de volgende eindcijfers: gewone dienst ont
vangsten f 783.849.39. Uitgaven f 742.584.89.
Batig saldo f 41.264.50. Kapitaaldienst: Qntv.
f 962.144.80, uitgaven f 886.529.05. Batig
saldo f 75.615.75. De commissie voor de be
drijven kan zich er mede vereenigen dat
uit de winst het volgende wordt gereser
veerd: in het gasbedrijf: voor het ovenfonds
f 6000.voor het reservefonds 30 pet. der
winst (ad. f 3270.71 is f 981.21.
In het waterbedrijf: voor het uitbreidings
fonds f 1000.Voor het reservefonds (ad
f 3511.41) is f 1053.43. In het electriciteits-
bedrijf voor het uitbreidingsfonds f 1000.
voor het reservefonds 30 pet. der winst (ad
f 14147.83) is f 4244.35.
Van de drie bedryven wordt resp.
f 2289.50, f 2457.98 en f 9903.48 aan de ge
meente uitgekeerd. Aan den Directeur
wordt dank gebracht voor het goed beheer.
De commissie rapporteert voor het grond
bedrijf dat de eindcijfers van de baten en
lasten bedragen f 10426.16, terwijl die van
de kapitaals-ontvangsten en uitgaven be
dragen f 313.203,62 De rekening van den
Vleeschkeuringsdienst wordt voorloopig
vastgesteld in ontvangst en uitgaaf op
f 9347.72.
Met algemeene stemmen heeft de vaststel
ling plaats.
Punt 7 voorstel tot belegging van het
restant der waarborgsom van de Centrale
7de leerjaarschool. Nu de juiste stichtings-
kosten dezer school bekend zijn, is de waar
borgsom definitief vastgesteld op f 12.336.29
of f 411.29 hooger dan aanvankelijk was be
paald zoodat besloten moet worden dat dit
restant op de gewone wijze wordt belegd
waartoe de raad hierna besluit.
Punt 8 is het voorstel tot verleenen van
medewerking ingevolge art. 72 der L. O.-
wet 1920. Deze aangelegenheid is in vorige
vergadering aangehouden. De raad moet
op een aanvrage van het schoolbestuur
binnen 3 maanden beslissen weshalve B.
en W. thans met een prae-advies komen.
Volgens dit advies kunnen zich de navol
gende mogelijkheden voordoen: a. ver
bouwing van de O. L. school tot bijzondere
school voor L. O. en U. L. O., alsmede aan
koop door de gemeente van de bestaande
bijzondere school gelegen aan de de Ruyter-
straat ten einde daarin de O. L. school te
huisvesten.
b. Verbouwing van de bestaande bijzon
dere school, gelegen aan de M. A. de Ruy-
terstraat tot bijzondere school, vooi; L. O.
en U. L. O., alsmede het bouwen van een
nieuwe O. L. school op het bestaande ter
rein aan de Voorstraat.
c. Verbouwing van de bijzondere school,
gelegen aan de de Ruy terstraat, tot bijzon
dere school en het bouwen van een nieu
we O. L. school en bijzondere U. L. O.
school op het bestaande terrein aan de
Voorstraat. Onderhandelingen met het
schoolbestuur zullen thans moeten plaats
hebben op den basis van het bovengenoem
de. Later komt dan deze zaak nogmaals in
den raad. Na eenige discussie krijgen B. en
W. machtiging van den raad om met het
schoolbestuur onderhandelingen aan te
knoopen.
Verschillende leden hebben nog vragen
De voorzitter wijst er op, dat er geen for-
meele redenen zijn om de aanvraag te wei
geren. Eerst als de raad medewerking ver
leend heeft, kunnen B. en W. nader met
het schoolbestuur onderhandelen.
Met de stem vari den heer D. F. E. Meer
burg tegen wordt de gevraagde medewer
king verleend.
Punt 9 is „behandeling van belastingre
clames en oninbare posten". Besloten wordt
volgens voorstel van B. en W.
Punt 10, voorstel tot wijziging van de ge-
meentebegrooting dienst 1933 is een forma
liteit waaraan in verband met een extra
gedane uitgave, moet worden voldaan.
Punt 11 volgt dan, voorstel tot het ver
leenen van eervol ontslag aan het hoofd
van den Gemeenschappelijken Vleeschkeu
ringsdienst, de heer v. Gruting.
Deze functionaris had voor 16 Juni l.L
zijn ontslag moeten aanvragen doch heeft
zulks met het oog op de reorganisatieplan
nen op verzoek van B. en W. niet gedaan.
B. en W. hebben hem uitgenoodigd zulks
per 1 Jan. 1934 te doen doch de heer v.
Gruting meent dat een opzeggingstermijn
van twee maanden moet worden in acht
genomen en wenscht per 1 Febr. te ver
trekken. B. en W. huldigen de opvatting
dat deze opzeggingstermijn voor hem niet
geldig was aangezien zijn diensttijd rech
tens reeds na 16 Juni verstreken was en
stellen dus voor den keuringsveearts met
ingang van 1 Jan. 1934 eervol te ontslaan.
Zonder discussie en h. st. aangenomen.
De vleeschkeuringsdienst.
Vervolgens is aan de orde punt 12 het
voorstel tot reorganisatie van den gemeen
schappelijken Vleeschkeuringsdienst. Mo
menteel behooren tot de Kring Katwijk
Valkenburg en Rijnsburg; bij de reorgani
satie zal ok Noordwijk hierbij behooren.
B. en W. meenen dat het geen bezwaar
heeft met het tegenwoordige personeel den
dienst uit te breiden, hetgeen voordeeliger
kan zijn. Ook B. en W. van Noordwijk heb
ben zich hiertoe bereid verklaard. Aan de
besprekingen werd mede deel genomen
door een gemachtigde van Ged. Staten en
de Inspecteur van de Volksgezondheid, be
last met de uitvoering van de Vleeschkeu-
ringswet. Noordwijk eischte dat de Keu
ringsveearts van die gemeente aan het
hoofd van den nieuwen dienst zal worden
geplaatst. Onder voorbehoud van goedkeu
ring door den raad der onderscheide ge
meenten, is hierover volledige overeenstem
ming bereikt. Met dit voorstel worden den
raad tevens ter vaststelling aangeboden de
onderscheiden daarop betrekking hebbende
ontwerp-besluiten en verordeningen, zoo
als: 1. ontwerp-besluit betreffende gemeen
schappelijke regeling tusschen genoemde
gemeenten, 2. ontwerp-verordening op den
keuringsdienst „Kring Katwijk", 3. ontwerp
verordening regelende de heffing en invor
dering der keurloonen. 4. ontwerp-instruc
tie voor den keuringsveearts, 5. idem voor
den hulpkeurmeester. 6. Ontwerp-begroo-
ting dienstjaar 1934 betreffende den dienst
„Kring Katwijk". Bedoeling de inwerking-
tredeing te doen plaats hebben op 1 Jan.
1934.
Een langdurige discussie wordt over dit
belangrijke voorstel gevoerd.
(Wordt vervolgd).
GEMEENTERAAD VAN NOORDWIJKERHOUT
Vergadering van den Gemeenteraad van
Noordwijkerhout op Dinsdag 19 December
1933 des namiddags te twee uur.
Tegenwoordig 12 raadsleden. Afwezig
met kennisgeving Jhr. J. H. Gevers.
De voorzitter opent de vergadering met
gebed. De notulen der vorige zitting wor
den voorgelezen en onveranderd gearres
teerd.
Bij de ingekomen stukken bevinden zich
gelijkluidende adressen van den R. K.
Volksbond te Noordwijkerhout, en van de
afdeeling Leo XIII van „St. Deus Dedit"
uit de Zilk met verzoek de werklooze ar
beiders in staat te stellen het Kerstfeest met
wat meer opgewektheid te vieren, door niet
alleen aan de werklooze arbeiders, die steun
ontvangen krachtens de steunregeling, doch
ook aan hen, die uit de werkloozenkas
trekken een kerstgave te willen verstrek
ken.
De voorzitter zegt dat Burgemeester en
Wethouders zich omtrent deze aangelegen
heid ernstig beraad hebben. De overgroote
meerderheid der steuntrekkenden trekken
op het moment uit de werkloozenkas.
Wordt hun een kerstgave verstrekt, dan
komt die uitsluitend ten laste der gemeen
tekas, want deze gave moet dan bestreden
worden uit den aanvullenden steun der
Gemeente, daar de Minister hierin niet
wenscht bij te dragen. Op de post ad 6000
voor aanvullenden steun op de begrooting
staande is thans 3800 uitgegeven en het
restant ad 2200 zal nauwlyks voldoende
zijn om aan de behoeften tot het eind van
dit jaar te voldoen. Wordt een kerstgave
verstrekt dan wordt de begrootingspost
overschreden en dit doen we tegenwoordig
niet zonder voorafgaande machtiging van
Gedep. Staten. Spreker heeft daarom om
trent deze aangelegenheid de provinciale
griffie opgebeld en daar deelde men hem
mede, dat, als geen dekking aanwezig was
de kerstgave niet mocht worden verstrekt.
Tot hun leedwezen mogen daarom B. en W.
niet adviseeren om de kerstgave te ver
strekken. Aanvankelijk hebben B. en W.
er nog over gedacht om de kerstgave uit
sluitend aan de steuntrekkenden te ver
leenen, daar hierin het Rijk zyn bijdrage
verleent, maar dit zoude naar de meening
van de meerderheid van het College niet
rechtvaardig zijn tegenover de georgani-
seerden, die thans alle uit de werklozen
kassen trekken. Wy hebben dus aan den
een kant de Minister, die toestaat een kerst
gave te verstrekken en aan den anderen
kant Ged. Staten, die zeggen, dat zonder
dekking de kerstgave niet kan worden ver
strekt.
De heer van Parera kan het advies van
B. en W. begrijpen. Spreker zou dan als
het niet anders kan de kerstgave aan de
niet-georganiseerden willen geven.
De heer C. v. d. Klauw komt hier tegen
op. Spr. gunt het de niet-georganiseerden
van harte, doch meent dat hun in dit op
zicht geen voorrecht boven de georgani-
seerden mag worden verleend.
De voorzitter staat niet onsympathiek
tegenover het voorstel van den heer van
Parera, toch kan spreker de meening der
tegenstanders daarvan goed begrijpen.
Het voorstel van den heer van Parera
wordt niet ondersteund.
Geen Kerstgave.
Het voorstel van B. en W. om geen kerst
gave te verstrekken wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
Met de circulaire van Ged. Staten betref
fende de herziening der salarisregeling van
Burgemeester, Secretaris enz. wordt bij ac
clamatie accoord gegaan.
Een tijdelijke geldleening wordt aange
gaan met de Amsterdamsche Spaarkas te
's-Gravenhage voor een bedrag van 40.000
voor 6 maanden ad 37»% en met de N.V.
Nederlandsche Middenstandsbank te Am
sterdam voor een bedrag van 20.000.
ad 3% voor 3 maanden.
Met de plaatselijke Boerenleenbank
wordt voor het jaar 1934 een rekening-cou
rant overeenkomst aangegaan.
Vervolgens vindt herstemming plaats
over het voorstel van den heer J. W. van
Parera om voor den kolentoeslag, die aan
werkloozen wordt verstrekt uitsluitend
bons te verstrekken, inwisselbaar bij plaat
selijke handelaren en organisaties.
Het voorstel wordt verworpen met 5 tegen
7 stemmen.
Voor stemden de heeren J. W. van Pa
rera, L. M. van Noort, E. Oostdam Jac.zn.,
N. C. de Klerk en W. Th. Langeveld. Tegen
de heeren C. v. d. Klauw, J. v. d. Berg-
Verdegaal, J. Geerlings, Th. v. Gylswyk,
J. Passchier en de beide wethouders.
Een vergoeding van 9.54 per
leerling.
De vergoeding aan de Bijzondere Scho
len, ingevolge art. 101 der Lager Onder
wijswet over 1931 wordt vastgesteld op
9.54 per leerling, d.L dezelfde vergoeding
die de Gemeente Hardinxveld betaalt.
Crediet kleine kweekers.
Door B. en W. wordt voorgesteld over
1934 aan de kleinkweekers dezelfde cre-
dieten toe te staan als in 1933.
De heer Langeveld kan daarmede ac
coord gaan, doch zou speciaal voor de
kleinere kweekers 1.50 in plaats van f 1
per roe willen geven, maar het maximum
van 700.per H.A. handhaven.
De voorzitter zegt dat B. en W. het voor
stel van den heer Langeveld overnemen.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W.
wordt daarna by acclamatie besloten.
Ingekomen is een adres van de plaatse
lijke caféhouders en van den Nederland-
schen R. K. Bond Viin Caféhouders „St.
Joseph" te Utrecht, houdende verzoek om
de personeele belasting voor koffiehuirbe-
drijven te verlagen.
Gezien den deplorabelen toestand der
Gemeentefinanciën stellen B. en W. voor
op het verzoek van adressanten afwijzend
te beschikken.
De heer J. v. d. Berg Verdegaal kan met
de meening van B. en W. wel accoord gaan.
Echter zou hij een uitzondering willen ma
ken voor de biljarts. Hy stelt voor de per
soneele belasting op de biljarten van 2U.
op 15.te brengen. Met inbegrip van de
200 opcenten zal dan voortaan 45.in
plaats van 60.voor een biljart betaald
moeten worden.
De heer Geerlings is mede van oordeel,
dat hier met de menschen eenige compas
sie zal moeten worden gebruikt, anders
zullen verschillende kasteleins da biljart
opruimen. In De Zilk is er al een opge
doekt
De heer Langeveld sluit zich hierbij aan.
Spreker zou de hoofdsom der personeele
belasting op 12.willen brengen.
De voorzitter zegt na overleg met de
wethouders dat voor het voorstel van
Van den Berg wel iets te voelen. Het
behoeft voor de gemeente geen nadeel te
beteekenen, daar het verschillende kaste
leins zal weerhouden de biljart op te rui
men terwijl anderen er door worden ver
licht. De meerdreheid van B. en W. neemt
daarom het voorstel-Van den Berg over.
Het voorstel-Langeveld wordt uitslui
tend door den heer Geerlings ondersteund,
zoodat het niet verder in behandeling kan
komen.
Het door B. en W. overgenomen voor
stel van den heer v. d. Berg-Verdegaal
wordt met 10 tegen 2 stemmen aangeno
men. Tegen stemden wethouder E. Oost-
dam Hzn. en de heer J. Oostdam Jzn.
Het raadsbesluit van 22 Januari 1931
waarbij aan E. J. Hogervorst vergunning
wordt verleend tot leggen en hebben van
vaste rails in den Buurtweg wordt op voor
stel van B. en W. ingetrokken.
Op voorstel van de Commissie van be
heer van den Schoolartsendienst Hille-
gom, Lisse, Sassenheim, Noordwijkerhout
en Noordwijk wordt op het salaris van den
schoolarts 5% gekort voor het tydvak van
1 Januari 1934—1 April 1936.
Met een verlaging van de vergoeding
voor de auto van f 1000.op 800.kan
de Raad op advies van B. en W. niet
accoord gaan. De voorzitter zegt, dat hij
aanvankelijk met het voorstel heeft inge
stemd, doch dat naar aanleiding van be
sprekingen in het College van B. en W. aan
den schoolarts cijfers zijn gevraagd, welke
cyfers een nieuw licht op deze materie
hebben geworpen.
Waar alle gemeenten in deze zaak niet
eenstemmig In hun oordeel zijn, zal de be
slissing bij Gedep. Staten berusten.
Op voorstel van B. en W. wordt de aan
vullende steunregeling voor arbeiders, die
uit de werkloozenkassen hunner organisa
tie trekken, ook voor het jaar 1934 geldig
verklaard.
In de behandeling komt thans de ver
ordening regelende de eischen van benoem
baarheid en de bezoldiging van Gemèente-
veld wachters.
Blijkens schrijven van den Commissaris
der Koningin heeft de Minister van Bm-
nenlandsche Zaken enkele bezwaren tegen
de door den Raad in zijne vergadering van
21 Juni 1931 vastgestelde verordening. De
minister acht een bezoldigingsregeling van
dien functionaris, welke in minimum en in
maximum 300.uitgaat boven de ge
wone veldwachters voldoende. Voor den
tegen woord igen chef-veldwachter zou de
bestaande regeling in een overgangsbepa
ling aan het slot der verordening kunnen
worden gehandhaafd. De Raad gaat hier
mee accoord.
De Minister is voorts van oordeel, dat
voor gebruik van uniformkleeding met een
jaarlyksche vergoeding van 1 125.voor
den chef-veldwachter kan worden vol
staan.
Op voorstel van B. en W. wordt besloten
de uniform-vergoeding op het bestaande
bedrag van 150.te handhaven. De ver
goeding voor rijwiel, die de Minister op
30.wil hebben, wordt eveneens op 35
gehandhaafd.
De Minister wil hebben dat de woning
toeslag voor den chef-veldwachter vervalt,
waarmede accoord wordt gegaan. Voorts
acht de Minister niet gewenscht, dat in de
verordening de mogelijkheid van tijdelijke
veldwachters wordt verondersteld. Beslo
ten wordt de regeling voor tijdelijke veld
wachters te handhaven, daar het in het
verleden meermalen is gebleken, dat tijde
lijke politieagenten moesten worden be
noemd. Zoo zal het in de toekomst noodig
kunnen zyn, dat tijdelijke veldwachters
worden aangesteld.
Overeenkomstig het advies van B. en W.
wordt de verordening daarna opnieuw vast
gesteld.
Bij de rondvraag maakt de heer L. M.
van Noort enkele opmerkingen aangaande
de aan te brengen verbetering op „De
Steeg" en vestigt de heer van Parera de
aandacht op de bij avond voor voetgangers
gevaarlijke paaltjes die in De Zilk bij
Huize „Wassenaar" zijn geplaatst.
Daarna wordt de openbare vergadering
gesloten.
GEMEENTERAAD VAN WASSENAAR
Woensdagmorgen hield de Raad dezer ge
meente een openbare vergadering onder
voorzitterschap van burgemeester Wieg
man.
De Raad was geheel voltallig en ook de
publieke tribune was geheel gezet. Daar za
gen wij o.m. den oud-burgemeester Jhr.
Storm van 'sGravesande en diens echtge
noote, de echtgenoote van burgemeester
Wiegman, de nieuw-benoemde secretaris,
de heer Ph. Loggers en echtgenoote, de
echtgenoote van den secretaris, den heer
J. Eggink, de heer Brants, hoofdinspecteur
oud-ambtenaar ter secretarie alhier en
van het lager onderwijs te 's Gravenhage,
de heer J. M. M. van Meetelen, burgemees
ter van Bergschenhoek, oud-ambtenaar ter
secretarie alhier en voorts nagenoeg alle
ambtenaren, werkzaam ten gemeentehuize.
Aangezien het in de zaal vrij duister
was, we zijn in de donkere dagen voor
Kerstmis, werden de, drie groote lichtkro
nen ontstoken, waardoor er een bijzondere
sfeer in de zaal kwam.
Het afscheid van den heer
J. Eggink.
Nadat de burgemeester de vergadering
had geopend, stelde hij onmiddellijk aan
de orde het afscheid van den secretaris, den
heer J. Eggink. Simpele woorden, zeide
spreker: afscheid secretaris, die zooveel be-
teekenis voor de gemeente, voor het colle
ge van B. en W., voor mij en voor den
secretaris zeiven hebben. Voor de gemeen
te beteekenen zij het verlies van den eer
sten ambtenaar, die 43 jaren verwezenlijkt
heeft, wat hy indertijd by zijn ambtseed
heeft verklaard, ni. dat hij eerlijk en vlij
tig zijn plicht zou vervullen, en als er een
dienaar is geweest, van wien dit de volle
100 pet, kan worden gezegd, dan is het
voor dezen man. Altijd voorbereiden, altyd
voorzien, altijd waarschuwen, altijd 't werk
doen, behulpzaam zijn, maar dan terugtre
den, en op den achtergrond blijven, nooit
uitérlijk voldoening smaken, nooit eer en
hulde ontvangen. Zoo is het ambt bekleed
door den heer Eggink en dan is het ambt
van secretaris wonderschoon. Voor het col
lege beteekent het afscheid het verlies van
een altijd bereiden raadsman, den altijd
opgewekten man, van wien steeds een ver-
eenigenden invloed uitging, en van wien
daarom ieder hield. Spreker gelooft zelf
het meeste verlies te lijden, die dagelijks
met den secretaris mocht samenwerken, die
steeds van zijn ruimste behulpzaamheid
mocht profiteeren.
Wat beteekenen die woorden voor u,
vraagt spreker. Spreker weet, dat de heer
Eggink tegen dien dag heeft opgezien en
dat zijn hart vol weemoed is, omdat hy
meent, dat zijn levensboek ten einde loopt.
Zoo ziet spreker het niet. Een deel van het
boek, het werkdeel is afgesloten en u hebt
het zelf in de hand nu van de volgende
hoofdstukken nog volop te genieten.
Op spreker rust thans de taak namens
de geheele gemeente, namens den Raad, B.
en W. en hemzelf den heer Eggink te dan
ken voor alles wat hij gedaan heeft en wat
spreker heeft trachten te schetsen.
Spreker geeft de verzekering, dat zijn
levenswerk, hoe stil en bescheiden ook vol
trokken tot in lengte van dagen vruchten
zal afwerpen. Met deze wetenschap hoopt
hij, dat de heer Eggink nog een lange pe
riode van verdiende rust mag genieten.
Aan mevrouw Eggink betuigt spreker me
de hulde en dank.
Als stoffelijk aandenken biedt spreker
daarna namens den Raad een notenhouten
leestafel met lamp aan, vergezeld met een
album, waarin een opdracht, gedichtelijke
I pennevrucht van een der raadsleden.
Hierna verkreeg het oudste raadslid jhr.
j von Weiier het woord, Deze begreep, dat
het voor den heer Eggink thans een ern
stige dag is. Spreker heeft het zelf ook
medegemaakt en kan dus uit ervaring
spreken. U voelt nu wat ik ook heb ge
voeld. Partir c'est un peu mourir. Spre
ker heeft den heer Eggink niet lang ge
kend, maar dit is wel het geval met den
oud-burgemeester, die aan spreker heeft
verzocht hem de beste wenschen over te
brengen en te danken voor den grooten
yver, den steun en de trouw, steeds ge
schonken.
Een einde is gekomen aan het ambteloos
leven, wil niet zeggen, dat hij nu een werk
loos leven zal leiden. Spreker hoopt, dat
hy rust zal vinden en de kracht om de
moeilijke overgangstijd te boven te komen.
Als jongere verkreeg daarna de heer dr.
Idenburg het woord.
In een gevoelvolle rede schetste spreker,
dat het moeilijk is voor hem, die steeds
heeft gewerkt, zich daarvan los te maken.
Het werken is een stuk van ons leven ge
worden. Spreker zegt, dat in sommige
kringen steeds wordt afgegeven op een
ambtenaar, als op iemand, die papieren
massa's aanbidt, die lui is en eigenzinnig.
Spreker gelooft, dat dit een caricatuur is.
Hy voor zich ziet aan den ambtelijken
loopbaan schoone kansen. Het gaat nooit
om je zelf, het gaat om het belang van
anderen.
Spreker wijdt hierover nog verder uit,
om er dan op te wijzen, dat de heer Eg
gink dit alles gaat nederleggen. Voor zyn
eerlijkheid, onkreukbare rechtvaardigheid,
past dank. Aan velen is de heer Eggink
een voorbeeld geweest, dkt een zegen is
geworden voor de gemeente. En dat is het,
wat blijft bij het afscheid.
Spreker eindigt met den wensch, dat de
heer Eggink nog vele jaren van geluk mag
beleven.
Daarna heeft de heer mr. Kiewiet de
Jonge gesproken. Deze was van meening,
dat de heer Eggink, wanneer hij terugblikt
op het contact met den Raad, zal moeten
toegeven, dat een groot verschil is tus
schen den Raad van nu en dien van 2 jaar
geleden. Hij heeft wel eens gevraagd, wat
de secretaris zich van dezen nieuwen Raad,
dezen militanten Raad zou denken. Als het
oordeel niet voor 100 pet. gunstig is, dan
neemt spreker dat niet kwalijk. In de de-
baten is een andere toon gekomen, zij
zijn langer geworden. Spr. heeft critiek
geoefend en ook den secretaris daarin be
trokken. Hij heeft den heer Eggink be
schouwd als iemand uit de oude school.
Dat het hem mogelijk is geweest de zaken
te doen, zooals behoorde onder de veran
derde omstandigheden, dat is een bewijs
geweest van de lenigheid van geest, van
zijn kwaliteiten.
Spr. vraagt excuus voor zijn critiek en
hoopt, dat de heer Eggink zijn verdere le
vensdagen in groote voorspoed en rust zal
mogen genieten.
Wethouder Boichel heeft gewezen op de
groote plichtsbetrachting van den heer Eg
gink, gevolg van diens zelfkennis. Spreker
heeft die ondervonden, toen hij wethouder
werd. Hij is toen ingewijd in de adminis
tratie door den secretaris. Al die jaren is
de verstandhouding aangenaam gebleven.
Spreker dankt daarvoor.
Daarna sprak de heer Schalekamp, die
ook wees op da moeilijkheid van 't schei
den na ruim 40-jar igen arbeid.
De heer van der Stoel heeft als geboren
en getogen Wassenaarder, die den heer
Eggink van jongsaf heeft gekend, leeren
waardeereen en hoogachten. Spreker
meent, dat een figuur als de heer Eggink
sporadisch is te vinden om zijn bijzondere
karaktereigenschappen als mensch en ta
lenten als secretaris. De heer Eggink was
steeds bereidwillig, stond altyd klaar. Zyn
devies was veel doen, weinig zeggen. Spr.
wenscht hem een schoonen levensavond.
Hierna was het woord aan den heer Eg
gink, die alle sprekers hartelijk dank
bracht voor de treffende en waardeerende
woorden 15 November 1890 trad hij op
23-jarigen leeftijd hier in functie als amb
tenaar ter secretarie. In Februari 1911 werd
hij secretaris. Met de 7 jaren in Zoetermeer
doorgebracht is hij ruim 50 jaren in de ad
ministratie werkzaam geweest. Steeds heeft
spreker met lust gewerkt, doch in de
laatste jaren viel het hem moeilijker, door
de gewijzigde omstandigheden, Daarom
heeft hy gemeend plaats te moeten ma
ken voor een frissche, jonge kracht.
Het scheiden valt echter niet gemakke
lijk.
Daarna heeft spreker allereerst in harte
lijke bewoordingen dank gebracht aan