MAANDAG 18 DECEMBER 1933 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 HET MONSTER-PROCES TE MÜNCHEN-GLADBACH. De President als verdediger. GUNSTIGE GETUIGENISSEN MUNCHEN—GLADBACH 15 Dec. '33 We zitten nu reeds zeven dagen aan dit proces te knagen en het eigenlijke feit, dat aan de beide bekaagden prof. Dessauer en dr. Knecht ten laste gelegd wordt, wa ren we haast heelemaal uit het oog verlo ren, 'door de politieke beteekenis die zoo sterk op den voorgrond werd geschoven. Dit moest natuurlijk officieel worden te gengesproken, maar telkens kwam dat po litieke duiveltje weer uit het doosje ge sprongen. Over het eigenlijke punt der aanklacht is in al deze zeven dagen nog geen twee uur gesproken. De getuigenis van Krupp van Bohlen was het hoofdmo ment; toen was de zaal stampvol belang stellenden en de Nationaal Socialisten ga ven zelf toe dat deze getuigenverklaring veruit de gewichtigste was, ofschoon wij in al de verklaringen van dezen staalmag- naat geen materiaal konden ontdekken, dat voor prof. Dessauer bezwarend zou kunnen zijn. Toen kregen we weer als een felle flits het weerleggen van de verdediging door advocaat Eberhardt, omdat het pro ces een dusdanige politieke omvang aan- naam dat hy de gevolgen niet meer kon overzien. En na de sensationeele verdwy^ ning van den Hollandschen journalist liet de Officier van Justitie ons een .briefje ter hand stellen waarin hij in korte trekken het feitelijk strafbare delict van dr. Hohn, prof. Dessauer en dr. Knecht formuleerde. Prof. Dessauer zou dr. Hohn hebben over gehaald om de aandeelen der Carolusdruk kerij beneden de nominale waarde te ver- koopen waardoor de belangen der Volks- verein benadeeld zouden zijn: dr. Knecht zou daarbij zijn medewerking hebben ver leend. Het is echter wel merkwaardig', dat in deze nieuwe aanklacht weer heel andere cijfers worden genoemd als in de oorspron kelijke acte van beschuldiging. Immers nu is er sprake van een bedrag van 85.000 Mark (in de officieele akte wordt over 90.000 Mark gesproken) terwijl de waarde nu wordt geraamd op 100.000 MJark (in de stukken is sprake van een waarde van 155.000 mark). We willen deze cijfers nu eens buiten beschouwing laten en alleen het feit als zoodanig beoordeelen: zijn de aandeelen werkelijk beneden de nominale waarde verkocht? Bestonden daartoe vol doende motieven of werden de belangen der Volksverein daardoor werkêlijk bena deeld? Volgens de deskundige Wagner uit Frankfort die door het Openbaar Ministe rie werd gedagvaard zou de intrinsieke waarde der aandeelen die Dessauer terug kocht 135.000 Mark hebben bedragen. De president van de rechtbank merkte ons inziens zeer terecht 9P, dat men bij het beoordeelen van de werkelijke waarde dezer aandeelen wel degelijk rekening moet houden met het feit, welke verkoops mogelijkheden er voor dr. Hohn beston den, wanneer de Volksverein haar aan deelen in i e dve r geval ten gelde moest maken: de waarde moet dan alleen be paald worden naar de mogelijkheden die er bestonden om deze aandeelen te ver- koopen. Niemand wilde ze feitelijk koo- pen. De Carolusdrukkerij had er alleen belang bij dat ze niet iri verkeerde handen kwamen, dat wil dus zeggen in handen van personen die daarmee afbreuk konden doen aan de ideëele motieven die by de Carolusdrukkerij bestonden. De deskundige bracht daartegen in, dat de heele transactie in orde geweest zou zijn als beide partijen het niet er over eens ge weest waren, dat de waarde 105.000 mark bedroeg. De prijs werd niet bepaald dooi de economische wet van vraag en aanbod maar door de waardebepaling die onder ling was overeengekomen. Men moet daarbij echter niet uit het oog verliezen, hetgeen ook door den president van het gerechtshof werd geconstateerd, dat de Carolus-drukkerij het volkomen recht had om bij den terugkoop van haar eigen aandeelen evengoed eenige winst te maken als de Volksverein, die bovendien nog gedurende een jaar in de gelegenheid werd gesteld om deze aandeelen weer in haar bezit te krijgen voor hetzelfde be drag als zij er thans voor kregen uitbetaald nu ze in geldverlegenheid zat en onmiddel lijk contanten noodig had. De verdediging zal nu nog enkele des kundigen dagvaarden die op deze transac tie een heel ander licht zullen doen schij nen, waardoor het alleszins verklaarbaar en redelijk wordt dat prof. Dessauer aan de Volksverein niet meer dan 85.000 mark betaalde. En na dit korte intermezzo waarbij de kern van de kwestie even ter sprake kwam zaten we weer inmiddellijk in de politie ke kant van dit proces. De Officier van Jus titie had het archief van prof. Dessauer nog eens na laten zoeken en daar zou eer gisteren een artikel gevonden zijn, van de „Frankfurter Generalanzeiger" van 8 Mei 1918, met rood potlood aangestreept, waar in vermeld stond, dat dr. Muehlon in 1917 in Parijs was geweest, en uit de wijze waar op hij daar ontvangen was zou geconclu deerd kunnen worden, dat hy als een Fransch agent beschoud moest worden. Prof. Dessauer antwoordde daarop, dat er in zijn archief wel meerdere kranten artikelen zouden berusten waarvan hy den inhoud niet kende, ook al was dat met rood potlood aangestreept. Ook dr. Kremer de Algemeene Secretaris van de Volksverein legde een getuigenver klaring af die buitengewoon gunstig was voor prof. Dessauer. Dit schijnt den Offi cier van Justitie buitengewoon te irritee- ren, want telkens als er een getuige ten voordeele van de beklaagden een verkla ring heeft afgelegd komt het tot inciden ten die echter evenzeer de zwakke posi tie van den Officier verraden. Toen b.v. de Officier beweerde, zonder daar een enkel bewijs voor aan te halen, dat de krant van prof. Dessauer een socia listische krant was, las de verdediger Thormann een artikel voor van niemand minder dan de Nationaal-Socialistische Stafchef Roehm, die eenzelfde program heeft geformuleerd als de Rhein-Mainische die absoluut patriotisch is ingesteld. „Ja, antwoordde de Officier, maar dan heeft u misschien een andere opvatting over vaderlandsliefde als ik!" Ofschoon dergelijke schermutselingen de eenige humoristische momenten zijn in dit proces, valt een dergelijke pret ons vaak te beurt want de immer tactische president weet altyd met een lachend ge zicht en geweldig „liebenswürdig" een einde te maken aan den strijd. Maar de Or- ficier komt telkens terug met felle aan vallen tegen deze katholieke krant, en iedere keer loopt heel zijn aanval op niets uit. De redactie van bedoeld blad zou b.v. geen scherp afkeurende critiek hebben op genomen tegen een aanstoot gevende revue die in Frankfort was opgevoerd. Nog voor de verdediger kon bijspringen merkte de president weer op, dat een redactie zich ook op het standpunt kan stellen om een dergelijke revue eenvoudig dood te zwy- gen, omdat er altijd een zeker publiek is dat juist naar een revue zou gaan wan neer deze scherp is afgekeurd! Ten slotte werden enkele getuigen opge roepen die buitengewoon gunstige getui genissen omtrent prof. Dessauer aflegden. De meest bekende daarvan was ongetwij feld prof. dr. Muth, de uitgever van het ook in Holland bekende tijdschrift „Hoch- land", die een overvloed van bewijsmate riaal aanbracht waaruit de absoluut gen van prof. Dessauer zoo overduidelijk gen van prof. Dessauer zoo overdruidelijk spraken, dat de rechtbank dit materieel aan de akte wenschte toe te voegen, het geen ook geschiedde. De voornaamste getuige was echter bankier Harlacher uit Frankfort, die in een goed gedocumenteerd betoog aantoon de, dat de transactie tusschen dr. Hohn en prof. Dassauer objectief en subjectief een normale transactie is te noemen en dat voor het aandeelen-pakket wel terdege een zeer goeden prijs was betaald. We zyn wel benieuwd, welke conclusie de Officier van Justitie thans in zyn re quisitoir zal nemen. By het uitgaan van de rechtbank vertel de een collega mij op heel fluisterenden toon: „Dit proces wordt nog eens een schande voor Duitschland!" en heelemaal ongelijk heeft de man zeker niet. Deze correspondentie konden wij we gens plaatsgebrek Zaterdag niet meer op nemen. Intusschen bereikt ons het bericht, dat de voorzitter van de rechtbank Zaterdag aan het slot der verhandeling voorstelde prof. Dessauer uit de rechtenis te ontslaan. De procureur-generaal teekende hierte gen geen verzet aan. Prof. Dessauer kon als vrij man de ge rechtszaal verlaten. Heden wordt de behandeling van het proces voortgezet. Nader meldt men ons, dat Zondag prof. dr. Dessauer weer opnieuw door de politie is gearresteerd „ter verzekering van zyn veiligheid"! GEMENGDE BERICHTEN Roofoverval te Overschie SLACHTOFFER ZWAAR GEWOND De daders ge arresteerd Zaterdagavond te kwart voor elf heeft te Overschie een roofoverval plaats ge had, waarbij het slachtoffer ernstig is ge wond. De 58-jarige Le Large, die te Rotterdam een loterij kantoor houdt, keerde in den avond als naar gewoonte per fiets terug naar zijn woning aan de Schans te Over schie. Toen hy op het donkere weggetje tegenover de Rotterdamsche tol langs de Schie reed, sprongen uit het duister twee mannen te voorschijn. Eén van hen sloeg Le Large met een groote knuppel eenige malen op het hoofd, terwijl de ander hem vasthield. Le Large had een tasch met geld by zich hetgeen de aanvallers moeten hebben ge weten. Door het hulpgeroep van den aan gevallene werd de 22-jarige A. van der Ende, wonende te Schiedam, op het ge vecht opmerkzaam gemaakt. Bij zyn nadering vluchtten de roovers. Le Large kon den nieuwaangekomene nog mededeelen, dat zijn belagers op één fiets waren weggereden. Daarna raakte hij bui ten bewustzijn. Van der Ende stelde een vervolging in en bij de hulpbrug in den nieuwen rijks weg zag hij de daders zeventig meter voor zich rijden. Hij haalde hen in en reed dwars tegen hun rywiel, waardoor zij kwa men te vallen. Zy stonden echter onmid dellijk weer op om er opnieuw vandoor te gaan. Dit herhaalde zich eenige malen, totdat Van den Ende assistentie kreeg van eenige personen, die bezig waren bij een auto, waarmede eenige uren voreger een onge val had plaats gehad. Deze slaagden er in, de vluchtelingen te grijpen en aan de in middels gealarmeerde politie van Over schie over te leveren. De daders werden naar het politiebureau overgebracht. Zij bleken te zijn de 19-ja- rige meubelmaker J. B. te Rotterdam en de 20-jarige los-werkman B. P. eveneens te Rotterdam. De eerste heeft reeds een volledige bekentenis afgelegd. Veertien dagen geleden hadden zij het slachtoffer ook reeds opgewacht, doch toen waren de omstandigheden minder gunstig. E.»,. dat Is het éérste ongeluk, dat u krijgt. Pas daarvoor op van alle onge lukken kunt u herstellen, behalve van het eerstel [RUDï VSIUG Le Large is verbonden door den politie- dokter van Overschie, dr. Donkersloot en daarna naar zijn huis vervoerd. Dr. Don kersloot stond niet toe, dat hij verhoord werd, daar zijn toestand ernstig is. Hij heeft zware hoofdwonden opgeloopen. Gistermorgen omstreeks half twaalf heeft de Officier van Justitie by de Arron dissementsrechtbank te Rotterdam zich naar den burgemeester en den inspecteur van politie te Overschie begeven om den overval te reconstrueeren. Ter plaatse werd nog een boksbeugel met punten ge vonden, welke door één der daders was weggeworpen. Het bleek, dat de dikke knuppel voor dezen overval was bijge werkt. Daar het slachtoffer, toen de daders hem sloegen, de handen boven het hoofd hield, zijn zijn armen ernstig gewond. De onge lukkige wordt thuis verpleegd doch kan nog steeds niet worden gehoord, daar zijn toestand ernstig is. De verdachten hebben beiden bekend en nemen een zeer onverschillige houding aan. OVERVAL OP EEN JONGEN TE APELDOORN Bewusteloos geslagen en beroofd Vrijdagavond werd te Apeldoorn aan aan slag gepleegd op een 17-jarigen kruide niersbediende, D. Boomgaard, terwijl hij beroofd werd van plm. 100 wisselgeld en zijn nieuwe fiets. Boomgaard moest Vrijdagmiddag krui denierswaren afleveren aan de Jachtlaan no. 200( waar iemand zich voor deed, alsof hij pas dat perceel betrokken had. Toen de jonge man de waren afleverde werd hem gevraagd 's avonds terug te komen en 100 wisselgeld mede te nemen. Tegen acht uur begaf hij zich in opdracht van zijn werk gever de fa. Mulder in de Korenstraat te Apeldoorn, opnieuw naar het bewuste adres. Toen hij tegen negen uur nog niet was teruggekeerd werd de politie ge waarschuwd. Zij vond den bediende be wusteloos in een kast, zonder zijn wissél- geld. Toen hij bij kennis was gekomen, vertelde hij dat de bewoner, die zich voor deed alsof hij de woning pas had betrok ken, hem verzocht had mede naar de keu ken te gaan, aangezien de lichtleiding nog niet in orde was. Niets kwaads vermoeden de was hij den bewoner gevolg naar de keuken, waar de bewoner hem onverhoeds met een ijzeren staaf bewusteloos sloeg. Nader heeft het slachtoffer een omstan dig verhaal van den aanslag en de beroo- ving kunnen doen. Hieruit blijkt, dat hij tegen acht uur in de woning komende, in de achterkamer plotseling bewusteloos werd geslagen, uit welke bewusteloosheid hy weer bijkwam. Zyn aanrander sprong opnieuw op hem af en bracht hem weder eenige slagen met een ijzeren voorwerp toe, waarop hij in een kast werd gesleurd. Onder bedreiging, dat hij met een revol ver zou worden neergeschoten, wanneer hij probeerde zijn onvrijwillige gevangenis te verlaten, bleef hij daarop hevig bloedend in de kast achter. Tegen twaalf uur .Vrijdagnacht ging een viertal familieleden op zoek naar Boom gaard en met een zaklantaarn werd van buitenaf door de ruiten de woning afge zocht. In een der kamers zag men de han- schoenen en een pet van het slachtoffer liggen, benevens een groote plas bloed. In allerijl werd de politie op de hoogte ge steld, doch het was inmiddels één uur ge worden alvorens de politie de woning bin- nedrong, en in de kast den hevig-bloeden- den jongeman aantrof. De jongen had o.a. een drietal gapende hoofdwonden. In het begin dezer week heeft dezelfde persoon bij een andere firma eveneens te lefonisch opdracht gegeven tot het bezor gen van kruidenierswaren. Toen de be diende van deze firma de bondschappen af leverde kreeg hij de boodschap mede, den volgenden dag met f 100 wisselgeld terug te komen. In plaats van Donderdag kwam hij echter Vrijdagavond, tegen half negen, dus op het tijdstip, dat zijn collega als slachtoffer in de kast zat opgesloten. Deze laatste heeft wel geruchten gehoord, doch uit angst voor de hem toegevoegde bedrei gingen heeft hij van zijn aanwezigheid in de kast geen blijk durven geven. MOORD IN ROTTERDAM OPGEHELDERD. Duitscher te Aken gearresteerd. Op 4e December j.l. werd de twintig jarige Duitscher Johann Robawcksky, die uit Holland kwam, in België aangehouden en daar hij niet in het bezit was van de vereischte papieren over de Duitsche grens gezet. By het onderzoek, door de politie te Aken, aldus meld een Wolff-teïegram, bleek, dat R. er van werd verdacht in Rot terdam een roofmoord te hebben gepleegd op een makelaar. Na een urenlang vérhoor bekende de aangehoudene inderdaad op 2 December j.l. den 38-jarigen huizenmake laar J. A. D. te Rotterdam te hebben ver moord en beroofd. R. had D. des nachts op straat overvallen, hem twee vuist slagen in het gezicht gegeven, waardoor de aan gevallene buiten bewustzijn geraakte, en hem vervolgens beroofd. Den volgenden dag werd het lijk van den verslagene uit een kanaal opgehaald. Men vermoedt dat R. na den moord het lijk van zijn slacht offer in het water heeft geworpen. Hierna is de moordenaar naai' België gevlucht, waar hij zich eenige dagen heeft opgehou den. Daar zijn papieren niet in orde waren en hij zonder middelen vSn bestaan was, werd hij hier aangehouden en qver de grens gezet. Een beambte der Akensche politie zal thans naar Rotterdam gaan, om hier de zaak nog nader te onderzoeken. Nader verr neemt de Rotterdamsche correspondent van „De Courant" omtrent deze geheimzinnige zaak nog het volgende: Door knap recherchewerk van den jus- titioneelen dienst van het bureau Nassau- kade is het dezer dagen gelukt een nog jongen Duitscher, een zekeren Hans Ro- bakowski, die geruimen tyd te Rotterdam woonachtig is geweest en die kort geleden te Aken voor een ander misdrijf werd ge arresteerd, aan te wijzen als den moorde naar van den Rotterdamschen makelaar den heer J. A. Don, die op den morgen van den 13den Juli van dit jaar dood in een sloot aan den Smeetlandschedyk werd gevonden en waarvan men aanvankelijk meende, dat men hier met een zelfmoord of een noodlottig verdrinkingsongeval te doen had. Het waren eenige schooljongens, die op dien morgen tot de ontstellende ont dekking kwamen, dat er een lijk van een nog jongen man in de sloot lag. Zy waar schuwden de politie van het bureau Paul Krugerstraat, die op haar beurt den justi- tioneelen dienst van het bureel Nassaukade van een en ander in kennis stelde. Vrij spoedig wist de politie, dat dit het stoffe lijk overschot van den ongehuwden hui zenmakelaar Don uit de Polderstraat was. Meende men aanvankelijk, dat de heer Don was verdronken, toen er een nauw keurig onderzoek werd ingesteld waren er nog sporen, die aan een misdrijf deden denken, ook al wees de sectie, die op het lijk werd verricht, niet direct in deze richting. De politie kwam vrij spoedig te weten, dat de makelaar bevriend was met den Duitscher Robakowsky, met wien men hem den vorigen avond nog in een café had ge zien, en zeer laat naar huis had zien ver trekken. Toen de politie kort na het vinden van het lijk op zoek ging naar deze Roba kowsky, die bij zijn moeder in een café aan de Slaghekstraat woonde, bleek de man onvindbaar. Ook de moeder kon dien aangaande niets anders vertellen. De va der van R., die het café eenigen tijd had ge dreven, was destijds wegens een ander misdrijf, het vervalschen van rijwielplaat- jes, als ongewenscht vreemdeling over de grens gezet, zoodat men by dezen man geen inlichtingen meer kon inwinnen. Het ver moeden, dat de heer Don een geweldda- digen dood was gestorven en zeer waar schijnlijk door zijn kameraad van het le ven was beroofd, werd steeds sterker, toen de politie vernam,- dat R. naar Duitsch land was uitgeweken en niets meer van zich liet hooren, terwijl later nog aan het licht kwam, dat op het lijk vrijwel geen geld meer was gevonden,' zoodatonmid dellijk aan roof werd gedacht. Beproefde methode. De politie handelde bij deze zaak, zoo als destijds bij den moord op Blonde Mien. Zij lichtte de pers over dit vermoeden in, doch verzocht haar tevens niet verder over deze aangelegenheid te schrijven, ten ein de den dader in den waan te brengen, dat de politie het onderzoek niet verder voort zette, doch aannam, dat de heer Don door een noodlottig ongeval am het leven was gekomen. Intusschen bleef de politie echter ijverig speuren en het is daaraan te danken ge weest, dat deze geheimzinnige moordge schiedenis tot klaarheid is gebracht. Ook de moeder van R. hield men goed in het oog, terwijl men voortdurend in verbin ding bleef met het buitenland en zoo wist de politie eenigen tijd later, dat de gezoch te zich inderdaad in Duitschland ophield. Nu eens werd hy in Keulen dan weer in Dusseldorp of in andere plaatsen in Duitschland gesignaleerd, doch telkens verloor men hem weer uit het oog. Begin van de vorige week vernam men aan het bureau Nassaukade, dat R. in Aken zat en daar door de Kriminal-Polizei voor een ander delict was aangehouden. De commissaris in de vijfde afdeeling, de heer J. A. Koek, greep in. Er werd een re chercheur op uit gestuurd om den dader tot een bekentenis te brengen. Het geluk te in samenwerking met de Duitsche politie R. tot de bekentenis te dwingen, dat hij den heer Don, met wien hij was uit ge weest, aan den Smeetlandschedyk had ver moord en het lijk in een sloot had gewor pen, na het geld, dat het slachtoffer bij zich droeg, te hebben geroofd. Daar de heer Don doorgaans vrij groote bedragen in zyn zak had, meende de moor denaar een gor ien slag te zullen slaan, doch achteraf bleek, dat hem slechts een klein sommetje gelds in handen viel, waarvoor hij deze gruweldaad pleegde. BESTUURDER DOOD ACHTER STUURSTOEL. Vrijdagavond om 11.49 moest de tram van de Leidsche vaart te Haarlem van het eindpunt vertrekken. In de nabijgelegen remise bemerkte men, dat de wagen niet op tijd afreed, waarom mannen gingen kyken of er iets bijzonders aan de hand was. Men vond den 50-jarigen bestuurder J. Metz dood achter den stuurstoel. Hij bleek aan een hartverlamming te zijn over leden. TWEE KINDEREN IN DE SLUISKOLK TE ASSENDELFT VERDRONKEN. Broertje en zusje gingen met de slede uit. Vrijdagmiddag omstreeks vier uur zag de heer Wt Bongers te Assendelft twee kin deren drijven in het open gedeelte van de sluiskolk. De heer Van *t Veer begaf zich aan den buitenkant van de sluis op het ijs en over de deuren hangend wist hij de klei nen te grijpen. Daar het ter plaatse 'n druk punt is, de kruising van communicatieweg en dorpsweg, waren al spoedig eenige per sonen begonnen met het toepassen van kunstmatige ademhaling. Inmiddels waren Di'. Onderwater en de wijkverpleegster Zr. de Wit gearriveerd, die ook hun uiterste krachten inspanden om het leven van de kleinen, een zusje en broertje, kinderen van den heer J. van der Laan te Assen delft en de oudsten van het gezin, dat vier kinderen telde, te redden. Geruimen tijd is de kunstmatige adem haling toegepast, doch het mocht niet meer baten en de dokter kon slechts den dood constateeren. Hoe het ongeluk precies is gebeurt weet men niet. De kinderen waren eenige hon derden meters van hun ouderlijke woning verwijderd en zijn met een slede tot bij de sluis gekomen. Daar één der deuren open staat, vastgevroren in Jciet ys, zijn zy door die deur in de sluiskolk gekomen. Door het verschil in waterpeil van den Noorder- en Zuiderpolder, waarvoor de sluis dienst doet, was bij de deuren, welke gesloten waren een wel ontstaan, door de lekkage, welke er altijd is. De kinderen zijn in hun onwetendheid waarschijnlijk doorgeloopen en in de strooming gekomen, waar zij zoo droevig hun einde vonden. KINDEREN DOOR HET US GEZAKT Moedige redding Vrijdagmiddag geraakten tot drie keer toe eenige kinderen door het ijs op de Katteburgerkade te Amsterdam, welke allen door omwonenden, die zich daartoe gekleed te water moesten begeven, gered werden. Een der redders werd hierbij door het koude water onwel, waardoor weer een ander persoon te water sprong teneinde den redder die dreigde te verdrinken be houden op den wal te brengen. Onder de redders bevond zich een schaatsenrijder, die het gevaar ziende, waarin de kinderen verkeerden, niet aar zelde, doch met eenige forsche slagen naar het wak toereed en zich te water begaf. Onder de vrouwen en kinderen van deze volkrijke buurt, die het ongeval zagen ge beuren ontstond een paniek, doch de red ders verloren hun tegenwoordigheid van geest niet. Er wordt wel eens beweerd, dat de po litie geen gemakkelijke taak heeft tus schen de Eilanders, maar Vrijdagmiddag hebben deze zich ook eens van een andere zijde laten zien. Toen namelijk een politie agent gekleed te water wilde springen, werd hij door burgers tegengehouden, waarna zij er zelf in sprongen onder het motief: jy moet vanmiddag nog dienst doen en wij zijn toch zonder werk en kun nen thuis blijven. „Tyd" DE GLADHEID VAN DEN WEG. Echtpaar bij Eindhoven onder doorglijdenden auto geraakt. De gladheid der wegen te Eindhoven heeft gisteravond een doodelijk ongeluk ten gevolge gehad. Omstreeks acht uur liep het echtpaar De Bie over den Boschdijk in de richting van Eindhoven. Zij werden achteropgereden door een auto, bestuurd door den heer H. A., veearts te Eindhoven. De auto héld kleine lichten op, aangezien de groote de fect waren. Toen de bestuurder het echtpaar be speurde, remde hij uit alle macht, doch de auto gleed door, met het gevolg dat beide omver werden geworpen. De heer De Bie bekwam een zware schedelfractuur en is nog gisteravond om 11 uur in het Binnen gasthuis, zonder tot bewustzijn te zijn ge komen, bezweken. Zijn vrouw liep een lichte armbreuk op. De overledene was, evenals zijn vrouw, 43 jaar oud. Hij was op passer in het rijkskrankzinnigengesticht te Eindhoven. Het ongeluk had nog een derde noodlot tig gevolg. De vrouw van Ph., in wier wo ning de slachtoffers aanvankelijk werden ondergebracht, snelde te hulp en kwam ten gevolge van de gladheid te vallen en brak haar been. „De Crt." SCHAATSENRIJDER TEGEN EEN BRUG GEREDEN. Zaterdagmorgen is de 15-jarige A. Die ters bij het schaatsenrijden op het Kanaal te Tweede Exlooermond met groote snel heid tegen een gesloten brug opgereden. Hij liep daarbij zulke ernstige verwondin gen op, dat hij enkele oogenblikken later overleed. PAARDEN ONVERZORGD IN BEVROREN WEILAND. Uit Zaltbommel wordt aan de „Crt." ge meld: Een ergerlijk staaltje van dierenmis handeling werd te Heerewaarden geconsta teerd. Door de rijks- en gemeente-veld wachters is aldaar proces-verbaal opge maakt tegen den landbouwer R. uit Wa- mel, wegens het niet verzorgen van een achttal paarden, die daar, bij de strenge vorst van den laatsten tyd, dag en nacht in het onbeschutte en besneeuwde veld liepen, terwijl bovendien aan de dieren geen voedsel of drinken werd verstrekt. De beesten, die vooral van dorst te lij den hadden gehad, zijn thans ges'.ald.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9