MAANDAG 18 DECEMBER 1933
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
HET MONSTER-PROCES
TE MÜNCHEN-GLADBACH.
De President als verdediger.
GUNSTIGE GETUIGENISSEN
MUNCHEN—GLADBACH 15 Dec. '33
We zitten nu reeds zeven dagen aan dit
proces te knagen en het eigenlijke feit,
dat aan de beide bekaagden prof. Dessauer
en dr. Knecht ten laste gelegd wordt, wa
ren we haast heelemaal uit het oog verlo
ren, 'door de politieke beteekenis die zoo
sterk op den voorgrond werd geschoven.
Dit moest natuurlijk officieel worden te
gengesproken, maar telkens kwam dat po
litieke duiveltje weer uit het doosje ge
sprongen. Over het eigenlijke punt der
aanklacht is in al deze zeven dagen nog
geen twee uur gesproken. De getuigenis
van Krupp van Bohlen was het hoofdmo
ment; toen was de zaal stampvol belang
stellenden en de Nationaal Socialisten ga
ven zelf toe dat deze getuigenverklaring
veruit de gewichtigste was, ofschoon wij in
al de verklaringen van dezen staalmag-
naat geen materiaal konden ontdekken, dat
voor prof. Dessauer bezwarend zou kunnen
zijn. Toen kregen we weer als een felle
flits het weerleggen van de verdediging
door advocaat Eberhardt, omdat het pro
ces een dusdanige politieke omvang aan-
naam dat hy de gevolgen niet meer kon
overzien. En na de sensationeele verdwy^
ning van den Hollandschen journalist liet
de Officier van Justitie ons een .briefje ter
hand stellen waarin hij in korte trekken
het feitelijk strafbare delict van dr. Hohn,
prof. Dessauer en dr. Knecht formuleerde.
Prof. Dessauer zou dr. Hohn hebben over
gehaald om de aandeelen der Carolusdruk
kerij beneden de nominale waarde te ver-
koopen waardoor de belangen der Volks-
verein benadeeld zouden zijn: dr. Knecht
zou daarbij zijn medewerking hebben ver
leend.
Het is echter wel merkwaardig', dat in
deze nieuwe aanklacht weer heel andere
cijfers worden genoemd als in de oorspron
kelijke acte van beschuldiging. Immers nu
is er sprake van een bedrag van 85.000
Mark (in de officieele akte wordt over
90.000 Mark gesproken) terwijl de waarde
nu wordt geraamd op 100.000 MJark (in de
stukken is sprake van een waarde van
155.000 mark). We willen deze cijfers nu
eens buiten beschouwing laten en alleen
het feit als zoodanig beoordeelen: zijn de
aandeelen werkelijk beneden de nominale
waarde verkocht? Bestonden daartoe vol
doende motieven of werden de belangen
der Volksverein daardoor werkêlijk bena
deeld? Volgens de deskundige Wagner uit
Frankfort die door het Openbaar Ministe
rie werd gedagvaard zou de intrinsieke
waarde der aandeelen die Dessauer terug
kocht 135.000 Mark hebben bedragen.
De president van de rechtbank merkte
ons inziens zeer terecht 9P, dat men bij het
beoordeelen van de werkelijke waarde
dezer aandeelen wel degelijk rekening
moet houden met het feit, welke verkoops
mogelijkheden er voor dr. Hohn beston
den, wanneer de Volksverein haar aan
deelen in i e dve r geval ten gelde moest
maken: de waarde moet dan alleen be
paald worden naar de mogelijkheden die
er bestonden om deze aandeelen te ver-
koopen. Niemand wilde ze feitelijk koo-
pen. De Carolusdrukkerij had er alleen
belang bij dat ze niet iri verkeerde handen
kwamen, dat wil dus zeggen in handen van
personen die daarmee afbreuk konden
doen aan de ideëele motieven die by de
Carolusdrukkerij bestonden.
De deskundige bracht daartegen in, dat
de heele transactie in orde geweest zou zijn
als beide partijen het niet er over eens ge
weest waren, dat de waarde 105.000 mark
bedroeg. De prijs werd niet bepaald dooi
de economische wet van vraag en aanbod
maar door de waardebepaling die onder
ling was overeengekomen.
Men moet daarbij echter niet uit het oog
verliezen, hetgeen ook door den president
van het gerechtshof werd geconstateerd,
dat de Carolus-drukkerij het volkomen
recht had om bij den terugkoop van haar
eigen aandeelen evengoed eenige winst te
maken als de Volksverein, die bovendien
nog gedurende een jaar in de gelegenheid
werd gesteld om deze aandeelen weer in
haar bezit te krijgen voor hetzelfde be
drag als zij er thans voor kregen uitbetaald
nu ze in geldverlegenheid zat en onmiddel
lijk contanten noodig had.
De verdediging zal nu nog enkele des
kundigen dagvaarden die op deze transac
tie een heel ander licht zullen doen schij
nen, waardoor het alleszins verklaarbaar
en redelijk wordt dat prof. Dessauer aan
de Volksverein niet meer dan 85.000 mark
betaalde.
En na dit korte intermezzo waarbij de
kern van de kwestie even ter sprake kwam
zaten we weer inmiddellijk in de politie
ke kant van dit proces. De Officier van Jus
titie had het archief van prof. Dessauer
nog eens na laten zoeken en daar zou eer
gisteren een artikel gevonden zijn, van de
„Frankfurter Generalanzeiger" van 8 Mei
1918, met rood potlood aangestreept, waar
in vermeld stond, dat dr. Muehlon in 1917
in Parijs was geweest, en uit de wijze waar
op hij daar ontvangen was zou geconclu
deerd kunnen worden, dat hy als een
Fransch agent beschoud moest worden.
Prof. Dessauer antwoordde daarop, dat
er in zijn archief wel meerdere kranten
artikelen zouden berusten waarvan hy den
inhoud niet kende, ook al was dat met rood
potlood aangestreept.
Ook dr. Kremer de Algemeene Secretaris
van de Volksverein legde een getuigenver
klaring af die buitengewoon gunstig was
voor prof. Dessauer. Dit schijnt den Offi
cier van Justitie buitengewoon te irritee-
ren, want telkens als er een getuige ten
voordeele van de beklaagden een verkla
ring heeft afgelegd komt het tot inciden
ten die echter evenzeer de zwakke posi
tie van den Officier verraden.
Toen b.v. de Officier beweerde, zonder
daar een enkel bewijs voor aan te halen,
dat de krant van prof. Dessauer een socia
listische krant was, las de verdediger
Thormann een artikel voor van niemand
minder dan de Nationaal-Socialistische
Stafchef Roehm, die eenzelfde program
heeft geformuleerd als de Rhein-Mainische
die absoluut patriotisch is ingesteld.
„Ja, antwoordde de Officier, maar dan
heeft u misschien een andere opvatting
over vaderlandsliefde als ik!"
Ofschoon dergelijke schermutselingen
de eenige humoristische momenten zijn in
dit proces, valt een dergelijke pret ons
vaak te beurt want de immer tactische
president weet altyd met een lachend ge
zicht en geweldig „liebenswürdig" een
einde te maken aan den strijd. Maar de Or-
ficier komt telkens terug met felle aan
vallen tegen deze katholieke krant, en
iedere keer loopt heel zijn aanval op niets
uit. De redactie van bedoeld blad zou b.v.
geen scherp afkeurende critiek hebben op
genomen tegen een aanstoot gevende revue
die in Frankfort was opgevoerd. Nog voor
de verdediger kon bijspringen merkte de
president weer op, dat een redactie zich
ook op het standpunt kan stellen om een
dergelijke revue eenvoudig dood te zwy-
gen, omdat er altijd een zeker publiek is
dat juist naar een revue zou gaan wan
neer deze scherp is afgekeurd!
Ten slotte werden enkele getuigen opge
roepen die buitengewoon gunstige getui
genissen omtrent prof. Dessauer aflegden.
De meest bekende daarvan was ongetwij
feld prof. dr. Muth, de uitgever van het
ook in Holland bekende tijdschrift „Hoch-
land", die een overvloed van bewijsmate
riaal aanbracht waaruit de absoluut
gen van prof. Dessauer zoo overduidelijk
gen van prof. Dessauer zoo overdruidelijk
spraken, dat de rechtbank dit materieel
aan de akte wenschte toe te voegen, het
geen ook geschiedde.
De voornaamste getuige was echter
bankier Harlacher uit Frankfort, die in
een goed gedocumenteerd betoog aantoon
de, dat de transactie tusschen dr. Hohn en
prof. Dassauer objectief en subjectief een
normale transactie is te noemen en dat
voor het aandeelen-pakket wel terdege een
zeer goeden prijs was betaald.
We zyn wel benieuwd, welke conclusie
de Officier van Justitie thans in zyn re
quisitoir zal nemen.
By het uitgaan van de rechtbank vertel
de een collega mij op heel fluisterenden
toon: „Dit proces wordt nog eens een
schande voor Duitschland!" en heelemaal
ongelijk heeft de man zeker niet.
Deze correspondentie konden wij we
gens plaatsgebrek Zaterdag niet meer op
nemen.
Intusschen bereikt ons het bericht, dat
de voorzitter van de rechtbank Zaterdag
aan het slot der verhandeling voorstelde
prof. Dessauer uit de rechtenis te ontslaan.
De procureur-generaal teekende hierte
gen geen verzet aan.
Prof. Dessauer kon als vrij man de ge
rechtszaal verlaten.
Heden wordt de behandeling van het
proces voortgezet.
Nader meldt men ons, dat Zondag prof.
dr. Dessauer weer opnieuw door de politie
is gearresteerd „ter verzekering van zyn
veiligheid"!
GEMENGDE BERICHTEN
Roofoverval te Overschie
SLACHTOFFER
ZWAAR GEWOND
De daders ge
arresteerd
Zaterdagavond te kwart voor elf heeft
te Overschie een roofoverval plaats ge
had, waarbij het slachtoffer ernstig is ge
wond.
De 58-jarige Le Large, die te Rotterdam
een loterij kantoor houdt, keerde in den
avond als naar gewoonte per fiets terug
naar zijn woning aan de Schans te Over
schie. Toen hy op het donkere weggetje
tegenover de Rotterdamsche tol langs de
Schie reed, sprongen uit het duister twee
mannen te voorschijn. Eén van hen sloeg
Le Large met een groote knuppel eenige
malen op het hoofd, terwijl de ander hem
vasthield.
Le Large had een tasch met geld by zich
hetgeen de aanvallers moeten hebben ge
weten. Door het hulpgeroep van den aan
gevallene werd de 22-jarige A. van der
Ende, wonende te Schiedam, op het ge
vecht opmerkzaam gemaakt.
Bij zyn nadering vluchtten de roovers.
Le Large kon den nieuwaangekomene nog
mededeelen, dat zijn belagers op één fiets
waren weggereden. Daarna raakte hij bui
ten bewustzijn.
Van der Ende stelde een vervolging in
en bij de hulpbrug in den nieuwen rijks
weg zag hij de daders zeventig meter voor
zich rijden. Hij haalde hen in en reed
dwars tegen hun rywiel, waardoor zij kwa
men te vallen. Zy stonden echter onmid
dellijk weer op om er opnieuw vandoor te
gaan.
Dit herhaalde zich eenige malen, totdat
Van den Ende assistentie kreeg van eenige
personen, die bezig waren bij een auto,
waarmede eenige uren voreger een onge
val had plaats gehad. Deze slaagden er in,
de vluchtelingen te grijpen en aan de in
middels gealarmeerde politie van Over
schie over te leveren.
De daders werden naar het politiebureau
overgebracht. Zij bleken te zijn de 19-ja-
rige meubelmaker J. B. te Rotterdam en
de 20-jarige los-werkman B. P. eveneens
te Rotterdam. De eerste heeft reeds een
volledige bekentenis afgelegd. Veertien
dagen geleden hadden zij het slachtoffer
ook reeds opgewacht, doch toen waren de
omstandigheden minder gunstig.
E.»,. dat Is het éérste
ongeluk, dat u krijgt. Pas
daarvoor op van alle onge
lukken kunt u herstellen,
behalve van het eerstel
[RUDï VSIUG
Le Large is verbonden door den politie-
dokter van Overschie, dr. Donkersloot en
daarna naar zijn huis vervoerd. Dr. Don
kersloot stond niet toe, dat hij verhoord
werd, daar zijn toestand ernstig is. Hij
heeft zware hoofdwonden opgeloopen.
Gistermorgen omstreeks half twaalf
heeft de Officier van Justitie by de Arron
dissementsrechtbank te Rotterdam zich
naar den burgemeester en den inspecteur
van politie te Overschie begeven om den
overval te reconstrueeren. Ter plaatse
werd nog een boksbeugel met punten ge
vonden, welke door één der daders was
weggeworpen. Het bleek, dat de dikke
knuppel voor dezen overval was bijge
werkt.
Daar het slachtoffer, toen de daders hem
sloegen, de handen boven het hoofd hield,
zijn zijn armen ernstig gewond. De onge
lukkige wordt thuis verpleegd doch kan
nog steeds niet worden gehoord, daar zijn
toestand ernstig is.
De verdachten hebben beiden bekend en
nemen een zeer onverschillige houding
aan.
OVERVAL OP EEN JONGEN TE
APELDOORN
Bewusteloos geslagen en beroofd
Vrijdagavond werd te Apeldoorn aan aan
slag gepleegd op een 17-jarigen kruide
niersbediende, D. Boomgaard, terwijl hij
beroofd werd van plm. 100 wisselgeld en
zijn nieuwe fiets.
Boomgaard moest Vrijdagmiddag krui
denierswaren afleveren aan de Jachtlaan
no. 200( waar iemand zich voor deed, alsof
hij pas dat perceel betrokken had. Toen de
jonge man de waren afleverde werd hem
gevraagd 's avonds terug te komen en 100
wisselgeld mede te nemen. Tegen acht uur
begaf hij zich in opdracht van zijn werk
gever de fa. Mulder in de Korenstraat te
Apeldoorn, opnieuw naar het bewuste
adres. Toen hij tegen negen uur nog niet
was teruggekeerd werd de politie ge
waarschuwd. Zij vond den bediende be
wusteloos in een kast, zonder zijn wissél-
geld. Toen hij bij kennis was gekomen,
vertelde hij dat de bewoner, die zich voor
deed alsof hij de woning pas had betrok
ken, hem verzocht had mede naar de keu
ken te gaan, aangezien de lichtleiding nog
niet in orde was. Niets kwaads vermoeden
de was hij den bewoner gevolg naar de
keuken, waar de bewoner hem onverhoeds
met een ijzeren staaf bewusteloos sloeg.
Nader heeft het slachtoffer een omstan
dig verhaal van den aanslag en de beroo-
ving kunnen doen. Hieruit blijkt, dat hij
tegen acht uur in de woning komende, in
de achterkamer plotseling bewusteloos
werd geslagen, uit welke bewusteloosheid
hy weer bijkwam. Zyn aanrander sprong
opnieuw op hem af en bracht hem weder
eenige slagen met een ijzeren voorwerp
toe, waarop hij in een kast werd gesleurd.
Onder bedreiging, dat hij met een revol
ver zou worden neergeschoten, wanneer hij
probeerde zijn onvrijwillige gevangenis te
verlaten, bleef hij daarop hevig bloedend
in de kast achter.
Tegen twaalf uur .Vrijdagnacht ging een
viertal familieleden op zoek naar Boom
gaard en met een zaklantaarn werd van
buitenaf door de ruiten de woning afge
zocht. In een der kamers zag men de han-
schoenen en een pet van het slachtoffer
liggen, benevens een groote plas bloed. In
allerijl werd de politie op de hoogte ge
steld, doch het was inmiddels één uur ge
worden alvorens de politie de woning bin-
nedrong, en in de kast den hevig-bloeden-
den jongeman aantrof. De jongen had o.a.
een drietal gapende hoofdwonden.
In het begin dezer week heeft dezelfde
persoon bij een andere firma eveneens te
lefonisch opdracht gegeven tot het bezor
gen van kruidenierswaren. Toen de be
diende van deze firma de bondschappen af
leverde kreeg hij de boodschap mede, den
volgenden dag met f 100 wisselgeld terug
te komen. In plaats van Donderdag kwam
hij echter Vrijdagavond, tegen half negen,
dus op het tijdstip, dat zijn collega als
slachtoffer in de kast zat opgesloten. Deze
laatste heeft wel geruchten gehoord, doch
uit angst voor de hem toegevoegde bedrei
gingen heeft hij van zijn aanwezigheid in
de kast geen blijk durven geven.
MOORD IN ROTTERDAM
OPGEHELDERD.
Duitscher te Aken gearresteerd.
Op 4e December j.l. werd de twintig
jarige Duitscher Johann Robawcksky, die
uit Holland kwam, in België aangehouden
en daar hij niet in het bezit was van de
vereischte papieren over de Duitsche grens
gezet. By het onderzoek, door de politie te
Aken, aldus meld een Wolff-teïegram,
bleek, dat R. er van werd verdacht in Rot
terdam een roofmoord te hebben gepleegd
op een makelaar. Na een urenlang vérhoor
bekende de aangehoudene inderdaad op 2
December j.l. den 38-jarigen huizenmake
laar J. A. D. te Rotterdam te hebben ver
moord en beroofd. R. had D. des nachts op
straat overvallen, hem twee vuist slagen
in het gezicht gegeven, waardoor de aan
gevallene buiten bewustzijn geraakte, en
hem vervolgens beroofd. Den volgenden
dag werd het lijk van den verslagene uit
een kanaal opgehaald. Men vermoedt dat
R. na den moord het lijk van zijn slacht
offer in het water heeft geworpen. Hierna
is de moordenaar naai' België gevlucht,
waar hij zich eenige dagen heeft opgehou
den. Daar zijn papieren niet in orde waren
en hij zonder middelen vSn bestaan was,
werd hij hier aangehouden en qver de
grens gezet.
Een beambte der Akensche politie zal
thans naar Rotterdam gaan, om hier de
zaak nog nader te onderzoeken.
Nader verr neemt de Rotterdamsche
correspondent van „De Courant" omtrent
deze geheimzinnige zaak nog het volgende:
Door knap recherchewerk van den jus-
titioneelen dienst van het bureau Nassau-
kade is het dezer dagen gelukt een nog
jongen Duitscher, een zekeren Hans Ro-
bakowski, die geruimen tyd te Rotterdam
woonachtig is geweest en die kort geleden
te Aken voor een ander misdrijf werd ge
arresteerd, aan te wijzen als den moorde
naar van den Rotterdamschen makelaar
den heer J. A. Don, die op den morgen
van den 13den Juli van dit jaar dood in
een sloot aan den Smeetlandschedyk werd
gevonden en waarvan men aanvankelijk
meende, dat men hier met een zelfmoord
of een noodlottig verdrinkingsongeval te
doen had. Het waren eenige schooljongens,
die op dien morgen tot de ontstellende ont
dekking kwamen, dat er een lijk van een
nog jongen man in de sloot lag. Zy waar
schuwden de politie van het bureau Paul
Krugerstraat, die op haar beurt den justi-
tioneelen dienst van het bureel Nassaukade
van een en ander in kennis stelde. Vrij
spoedig wist de politie, dat dit het stoffe
lijk overschot van den ongehuwden hui
zenmakelaar Don uit de Polderstraat was.
Meende men aanvankelijk, dat de heer
Don was verdronken, toen er een nauw
keurig onderzoek werd ingesteld waren
er nog sporen, die aan een misdrijf deden
denken, ook al wees de sectie, die op het
lijk werd verricht, niet direct in deze
richting.
De politie kwam vrij spoedig te weten,
dat de makelaar bevriend was met den
Duitscher Robakowsky, met wien men hem
den vorigen avond nog in een café had ge
zien, en zeer laat naar huis had zien ver
trekken.
Toen de politie kort na het vinden van
het lijk op zoek ging naar deze Roba
kowsky, die bij zijn moeder in een café
aan de Slaghekstraat woonde, bleek de
man onvindbaar. Ook de moeder kon dien
aangaande niets anders vertellen. De va
der van R., die het café eenigen tijd had ge
dreven, was destijds wegens een ander
misdrijf, het vervalschen van rijwielplaat-
jes, als ongewenscht vreemdeling over de
grens gezet, zoodat men by dezen man geen
inlichtingen meer kon inwinnen. Het ver
moeden, dat de heer Don een geweldda-
digen dood was gestorven en zeer waar
schijnlijk door zijn kameraad van het le
ven was beroofd, werd steeds sterker, toen
de politie vernam,- dat R. naar Duitsch
land was uitgeweken en niets meer van
zich liet hooren, terwijl later nog aan het
licht kwam, dat op het lijk vrijwel geen
geld meer was gevonden,' zoodatonmid
dellijk aan roof werd gedacht.
Beproefde methode.
De politie handelde bij deze zaak, zoo
als destijds bij den moord op Blonde Mien.
Zij lichtte de pers over dit vermoeden in,
doch verzocht haar tevens niet verder over
deze aangelegenheid te schrijven, ten ein
de den dader in den waan te brengen, dat
de politie het onderzoek niet verder voort
zette, doch aannam, dat de heer Don door
een noodlottig ongeval am het leven was
gekomen.
Intusschen bleef de politie echter ijverig
speuren en het is daaraan te danken ge
weest, dat deze geheimzinnige moordge
schiedenis tot klaarheid is gebracht. Ook
de moeder van R. hield men goed in het
oog, terwijl men voortdurend in verbin
ding bleef met het buitenland en zoo wist
de politie eenigen tijd later, dat de gezoch
te zich inderdaad in Duitschland ophield.
Nu eens werd hy in Keulen dan weer in
Dusseldorp of in andere plaatsen in
Duitschland gesignaleerd, doch telkens
verloor men hem weer uit het oog.
Begin van de vorige week vernam men
aan het bureau Nassaukade, dat R. in
Aken zat en daar door de Kriminal-Polizei
voor een ander delict was aangehouden.
De commissaris in de vijfde afdeeling, de
heer J. A. Koek, greep in. Er werd een re
chercheur op uit gestuurd om den dader
tot een bekentenis te brengen. Het geluk
te in samenwerking met de Duitsche politie
R. tot de bekentenis te dwingen, dat hij
den heer Don, met wien hij was uit ge
weest, aan den Smeetlandschedyk had ver
moord en het lijk in een sloot had gewor
pen, na het geld, dat het slachtoffer bij
zich droeg, te hebben geroofd.
Daar de heer Don doorgaans vrij groote
bedragen in zyn zak had, meende de moor
denaar een gor ien slag te zullen slaan, doch
achteraf bleek, dat hem slechts een klein
sommetje gelds in handen viel, waarvoor
hij deze gruweldaad pleegde.
BESTUURDER DOOD ACHTER
STUURSTOEL.
Vrijdagavond om 11.49 moest de tram
van de Leidsche vaart te Haarlem van het
eindpunt vertrekken. In de nabijgelegen
remise bemerkte men, dat de wagen niet
op tijd afreed, waarom mannen gingen
kyken of er iets bijzonders aan de hand
was. Men vond den 50-jarigen bestuurder
J. Metz dood achter den stuurstoel. Hij
bleek aan een hartverlamming te zijn over
leden.
TWEE KINDEREN IN DE SLUISKOLK
TE ASSENDELFT VERDRONKEN.
Broertje en zusje gingen met de slede uit.
Vrijdagmiddag omstreeks vier uur zag de
heer Wt Bongers te Assendelft twee kin
deren drijven in het open gedeelte van de
sluiskolk. De heer Van *t Veer begaf zich
aan den buitenkant van de sluis op het ijs
en over de deuren hangend wist hij de klei
nen te grijpen. Daar het ter plaatse 'n druk
punt is, de kruising van communicatieweg
en dorpsweg, waren al spoedig eenige per
sonen begonnen met het toepassen van
kunstmatige ademhaling. Inmiddels waren
Di'. Onderwater en de wijkverpleegster Zr.
de Wit gearriveerd, die ook hun uiterste
krachten inspanden om het leven van de
kleinen, een zusje en broertje, kinderen
van den heer J. van der Laan te Assen
delft en de oudsten van het gezin, dat vier
kinderen telde, te redden.
Geruimen tijd is de kunstmatige adem
haling toegepast, doch het mocht niet meer
baten en de dokter kon slechts den dood
constateeren.
Hoe het ongeluk precies is gebeurt weet
men niet. De kinderen waren eenige hon
derden meters van hun ouderlijke woning
verwijderd en zijn met een slede tot bij
de sluis gekomen. Daar één der deuren
open staat, vastgevroren in Jciet ys, zijn zy
door die deur in de sluiskolk gekomen.
Door het verschil in waterpeil van den
Noorder- en Zuiderpolder, waarvoor de
sluis dienst doet, was bij de deuren, welke
gesloten waren een wel ontstaan, door de
lekkage, welke er altijd is. De kinderen
zijn in hun onwetendheid waarschijnlijk
doorgeloopen en in de strooming gekomen,
waar zij zoo droevig hun einde vonden.
KINDEREN DOOR HET US GEZAKT
Moedige redding
Vrijdagmiddag geraakten tot drie keer
toe eenige kinderen door het ijs op de
Katteburgerkade te Amsterdam, welke
allen door omwonenden, die zich daartoe
gekleed te water moesten begeven, gered
werden.
Een der redders werd hierbij door het
koude water onwel, waardoor weer een
ander persoon te water sprong teneinde
den redder die dreigde te verdrinken be
houden op den wal te brengen.
Onder de redders bevond zich een
schaatsenrijder, die het gevaar ziende,
waarin de kinderen verkeerden, niet aar
zelde, doch met eenige forsche slagen naar
het wak toereed en zich te water begaf.
Onder de vrouwen en kinderen van deze
volkrijke buurt, die het ongeval zagen ge
beuren ontstond een paniek, doch de red
ders verloren hun tegenwoordigheid van
geest niet.
Er wordt wel eens beweerd, dat de po
litie geen gemakkelijke taak heeft tus
schen de Eilanders, maar Vrijdagmiddag
hebben deze zich ook eens van een andere
zijde laten zien. Toen namelijk een politie
agent gekleed te water wilde springen,
werd hij door burgers tegengehouden,
waarna zij er zelf in sprongen onder het
motief: jy moet vanmiddag nog dienst
doen en wij zijn toch zonder werk en kun
nen thuis blijven.
„Tyd"
DE GLADHEID VAN DEN WEG.
Echtpaar bij Eindhoven onder
doorglijdenden auto geraakt.
De gladheid der wegen te Eindhoven
heeft gisteravond een doodelijk ongeluk
ten gevolge gehad.
Omstreeks acht uur liep het echtpaar De
Bie over den Boschdijk in de richting van
Eindhoven. Zij werden achteropgereden
door een auto, bestuurd door den heer H.
A., veearts te Eindhoven. De auto héld
kleine lichten op, aangezien de groote de
fect waren.
Toen de bestuurder het echtpaar be
speurde, remde hij uit alle macht, doch de
auto gleed door, met het gevolg dat beide
omver werden geworpen. De heer De Bie
bekwam een zware schedelfractuur en is
nog gisteravond om 11 uur in het Binnen
gasthuis, zonder tot bewustzijn te zijn ge
komen, bezweken. Zijn vrouw liep een
lichte armbreuk op. De overledene was,
evenals zijn vrouw, 43 jaar oud. Hij was op
passer in het rijkskrankzinnigengesticht te
Eindhoven.
Het ongeluk had nog een derde noodlot
tig gevolg. De vrouw van Ph., in wier wo
ning de slachtoffers aanvankelijk werden
ondergebracht, snelde te hulp en kwam ten
gevolge van de gladheid te vallen en brak
haar been. „De Crt."
SCHAATSENRIJDER TEGEN EEN BRUG
GEREDEN.
Zaterdagmorgen is de 15-jarige A. Die
ters bij het schaatsenrijden op het Kanaal
te Tweede Exlooermond met groote snel
heid tegen een gesloten brug opgereden.
Hij liep daarbij zulke ernstige verwondin
gen op, dat hij enkele oogenblikken later
overleed.
PAARDEN ONVERZORGD IN
BEVROREN WEILAND.
Uit Zaltbommel wordt aan de „Crt." ge
meld: Een ergerlijk staaltje van dierenmis
handeling werd te Heerewaarden geconsta
teerd. Door de rijks- en gemeente-veld
wachters is aldaar proces-verbaal opge
maakt tegen den landbouwer R. uit Wa-
mel, wegens het niet verzorgen van een
achttal paarden, die daar, bij de strenge
vorst van den laatsten tyd, dag en nacht
in het onbeschutte en besneeuwde veld
liepen, terwijl bovendien aan de dieren
geen voedsel of drinken werd verstrekt.
De beesten, die vooral van dorst te lij
den hadden gehad, zijn thans ges'.ald.