25ste Jaargang
ZATERDAG 16 DECEMBER 1933
No. 7688
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
VOORNAAMSTE NIEUWS.
NIEUWJAARS-
ADVERTENTIÈN
NIEUWJAARSWENSCH
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per weekJ 2.50 per kwartaal
bij onze Agenten 20 cent per week 2.50 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
regel
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertenties 30 cent per
Voor Ingezonden Mededeelinger. wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten noogste i5U woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur «q
verhuur, koop en verkoop: 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF
BLADEN W.O. HET GEILLUSTR.
ZONDAGSBLAD.
ONDERWIJS-DEBAT.
(Van onzen parlementairen medewerker).
Wat dezen middag het belangrijkste
was, was de buitengewone scherpte, waar
mede minister Marchant zijn belagers at
taqueerde. Wij kunnen ons voorstellen, dat
een bewindsman er behoefte aan kan ge
voelen na een dikwijls onjuiste bestrijding
zyner voorstellen in het openbaar zich te
weren. Maar toch wagen wij het te betwy-
felen of de heer Marcnant wel op den goe
den weg is. Het is waar, hij bezit een scherp
vernuft en in het debat vindt hij niet ge
makkelijk zijn< meester, het polemiseeren
zit hem m het bloed, maar wat het Kamer
lid Marchant zich kon veroorloven kan
Z.Ex. Marchant zich niet tolereereu
Maar, afgezien daarvan, hebben wij toen
groote waardeering voor de krachtige en
overtuigende wijze, waarop de minister van
onderwijs zijn beleid heeit verdedigd. Op
vallend was de scherpe toon tegenover de
S.D.A.P. Belangrijke gedeelten zyner rede
richtte hij vrijwel uitsluitend tot de roode
heer en, die zich op alle mogelijke manieren
door interrupties trachtten te redden, maar
op ieder had de heer Marchant het juiste
antwooid gereed, zoodat de wapenen zich
keerden tegen hen, die dezé gebruikten.
Dat is trouwens toch een gewoonte van
minister Marcnant, dat hy zich herhaalde
lijk speciaal tot eén afgevaardigde richt,
wat hem in aanraking brengt met de ha
mer van den voorzitter, daar parlementaire
zede nu eenmaal voorschrijft, dat een spre
ker zich rient tot den voorzitter. Een grap
pige interruptie van den communist willen
wy hier vermelden, die, toen de heer Mar
chant sprak over de tegenstelling tusschen
bijzonder en openbaar onderwys, die in ae
praktijk nog ai mee zou vailen, zeide: „Opa
vertelt sprookjes". Z.Exc. Marchant vond,
dat de deoatten een „harmonische sympho-
nie" hadden gevormd. Ernstig en waardig
was het eerste gedeelte van zyn rede, toen
hij tot de roode heeren zei: als wij door
gaan zooals tot nu toe, dan is de onder
gang van het onderwys zeker. Naar aanlei
ding van het bekende geval van den in
specteur van het lager onderwijs, die op
openbare vergaderingen tegen den minis
ter van onderwys, zijn chef, fulmineert, zei-
de de heer Marchant, dat een ambtenaar
nu maar eens moet begrypen, dat hy niet
vrij is te doen, wat hy wil.
Wy nagelen ook vast de pertinente ver
zekering van den bewindsman, dat na de
pacificatie het heele onderwijs ontzettend
naar beven is gegaan Wat de saiarieering
der onaerwyzers-kioosterlingen betreft
hierover had de heer Zandt (S.G.R.) vanaf
het spreekgestoelte een speech voorgele
zen van den heer Kersten, zyn fractieleider,
die ziek is bij de nieuwe regeling der
saiarieering, die ae minister tot stand noopt
te brengen, zal de vraag onder de oogun
moeten worden gezien, in hoeverre meer
dan tot dusverre met het behoef te-element
rekening moet worden gehouden. Perso
nen, die m gemeenschap leven een ruimer
begrip van kloosterling zullen dan mis-
schieen een extra-veer moeten laten. Ove
rigens neemt niemand in de Kamer de som
bere verhalen van de Kerstianen over de
stxoomen gouds, die naar de kloosterkas-
sen verhuizen, ernstig.
Wat de invoering van het Friesch op de
lagere school betreft, zeide de minister, dat
het hem een vreugde zou zijn het in het
leerplan te kunnen opnemen. Wat het
vraagstuk van de spelling aangaat, staat
Z.Exc. op het stanupuni, dat wy zullen
moeten komen tot een compromis. Hijzelf
staat op het conservatieve standpunt, maar
dat doet niet ter zake.
De heer Westerman (Nat. Herstel), die
verscherping wenschte der repressieve con
trole op de gezindheid der openbare on
derwijzers, werd door den minister tereent
gewezen wegens het feit, dat deze afge
vaardigde geen feiten noemde.
By de behandeling der artikelen zag de
heer üuring (R.K.) door den minister
een tweetal amendementen overgenomen,
die het w.o. niet onbelangrijk verbeterden.
Het eerste had tot strekking, de wet in
ieder geval niet te doen werken vóór 1
April. Anders zou de wet groote bezwa
ren opleveren voor die scholen, waarvan
het schooljaar begint 1 Febr. of 1 Maart.
Een tweede wijziging betreft de wachtgel
ders. Onderwijzers, die de verwachting
hebben op wachtgeld te worden gesteld,
kunnen nu voortaan reeds direct sollicitee-
ren naar vacatures en behoeven dus niet
te wacnten tot zij op wachtgeld zyn ge
steld. De heer T i 1 a n u s (C.-H.) had een
amendement ingediend om het jongen men-
schen, die de onderwijzersakte hebben, mo
gelijk te maken zelfstandig voor een klas
te staan. Hij introduceerde daarmede het
begrip „hulponderwijzer". Op instigatie
van den heer Suring stelde de minister ech
ter voor de L.O.-wet zoodanig te wijzigen,
dat voortaan de zgn. kweekelingen met akte
niet onder toezicht zullen behoeven te
staan. Daar dit zakelijk op hetzelfde neer
kwam. trok de heer Tilanus zijn amende
ment toen in. Een vinnig debat ontspon
zich daarna naar aanleiding van een amen
dement Zy ls tra (A.-R.) strekkende om
de onderwijzeres, die in het huwelijk treedt,
te ontslaan. De voorsteller noemde dit een
sociaal belang. Het beroep, dat men vroe
ger steeds deed op het feit, dat nu zooveel
uitstekende krachten werkloos rondioopen,
zeker met op. De heer Suring (R.K.)
betuigde instemming met het amendement,
dat trouwens geheel ligt in de katholieke
lyn. De stemming over het amendement is
nog met gehouden, daar de voorzitter het
juister oordeelde na de herhaalde wijzigin
gen, waardoor het niet meer zoo gemakke-
lyk te overzien was, uit te stellen tot Woens
dag a.s.
Hy den aanvang der vergadering werden
een aantal wetsontwerpen z. h. s. aange
nomen. O.a. een ontwerp tot contingentee-
ring van den invoer van meubelen, een tot
contingenteering van schoeisel en van
leestklaar schoenwerk en tot regeling van
den invoer van dierlijk ongesmoiten vet.
HET RIJKSDAGBRANDPROCES
DE PLEIDOOIEN VOOR v. d.
LUBBE EN TORGLER.
DR. SEUFFERT ONTLEEDT v. d. LUBBE'S
KARAKTER.
Zijn motief was: „herrie-schoppen".
In de zitting van gisteren van het Leip-
ziger-proces stond de figuur van v. d. Lub-
be weer eens in het brandpunt der belang
stelling.
Dr. Seuffert, de toegevoegde verdediger,
heeft een pleidooi voor zijn cliënt gehou
den, dat een ware verrassing was.
De correspondent van de „Msb." schryft
ervan, aat de heer Van der Lubbe kwalijk
een beter verdediger had kunnen vinden
dan dien, welken de Duitsche autoriteiten
vhem toegewezen hadden. Makkelijk heeft
dr. Seufiert het niet gehad. Zyn cliënt stel
de van meet af aan geen vertrouwen in hein
en weigerde, om zoo te zeggen, ook maar
een woord met hem te wisselen. Dr. Seuf
fert heeft daardoor al zijn materiaal in de
openbare verhandelingen tezamen moeten
lezen, maar dat biedt nu het voordeel van
grootere objectiviteit.
Dr. Seuffert drong zeer diep in de in
nerlijke constructie des heeren Van der
Lubbe naar binnen en alles, wat hij bij die
gelegenheid voor den dag bracht, wist hy
op zulk een overtuigende wijze aaneen-
gekoppeld te taleeren, dat men schier ma
thematisch tot de gevolgtrekking kwam:
een jongeling, die er van binnen aldus uit
ziet, moet onherroepelyk op 27 Februari
1933 het rijksdaggebouw op de „Plaats des
Komngs" in Benyn in brand steken. Doist
naar roem en eer. drift om zyn overtuiging
te belyden en er voor te demonstreereu.
beboer te om zich te doen gelden, gepaard
aan zeer beperkte .vermogens van geest,
moesten Van der Lubbe er op den duur wei
toe brengen, een brandfakkel te grijpen,
om zijn naam vereeuwigd te krijgen.
Dat iyj 20n levensdaad met vooroedach-
ten rade beging, moet, volgens dr. Seuf
fert als uitgesloten gelden. Van der Lubbe
heeft het plan om branden te stichten waar
schijnlijk in zich voelen opspringen tijdens
een gepeperd gesprek met vertwijfelde
werkloozen voor het verdeelingskantoor m
Berlijn. Het voornemen om den rijksdag
zelf te lijf te gaan, ontstond dan nog iets
later en wel slecht enkele uren voor de
daad zelf. Hierby heeft Van der Lubbe geen
seconde aan een gewelddadige verande
ring van de grondwet des Duitschen rijKs
gedacht en dat is toch de inhoud van het
delict van hoogverraad.
De onschuldige aard van Van der Lub-
be's misdaad komt, volgens dr. Seuffert.
nog duidelijker aan het licht, wanneer men
overweegt, dat hij geen medeplichtigen ge
had heeft. De deskundige heer Schats heeft
weliswaar een rapport van tegenoverge-
j stelde strekking uitgebracht, maar branden
zijn net als vrouwen: ze beginnen en ze
j eindigen altijd met een verrassing. Mede-
i plichtigcn bestaan dan ook alleen hypothe
tisch. Een spoor ervan werd nimmer ge-
j vonden en wanneer er geen medeplichti
gen zijn, wordt het nog moeilyker hoogver-
raad met den brand in verband te brengen.
I Kortom, er blijft dus niets anders over
dan een kwajongensstreek, zij het dan een
van een bijzonder formaat, die in de woeli
ge tijdsomstandigheden, waarin zij bedre
ven werd, van een binnenbrandje tot een
wereldgebeurtenis aangezwollen is. Zijn
motief was „herrieschoppen", om het maar
in zuiver Nederlandsch te zeggen en verder
heeft de jongeman noch gekeken, noch ge
dacht.
Nadat hy dit alles kristalhelder voor
onze oogen uiteengezet had, oordeelde dr.
Seuffert het 't verstandigst de lijnen van
den geringsten weerstand te volgen en dus
vroeg hij voor zijn cliënt een aanzienlijke
vrijheidsstraf aan. Maar Lt doodstraf mag
het niet komen, wijl voor het begane mis
drijf de doodstraf eenvoudig niet bestaat.
Einde volgende week vonnis.
Naar wij vernemen, bestaat bij den se
naat van het staatsgerechtshof het voorne
men, onder alle omstandigheden Zaterdag
avond de pleidooien te beëindigen.
De eerste dagen der volgende week zou
den dan voor de beraadslagingen over het
vonnis gebruikt worden. De afkondiging
van het vonnis zou dan in de tweede helft
der volgende week verwacht kunnen wor
den.
HET PLEIDOOI VAN DR. SACK.
Hedenmorgen na opening van de zitting
was het woord terstond aan den Berlijn-
schen advocaat dr. Sack tot het houden
van zijn pleidooi ter verdediging van
Torgler.
Dr. Sack wees allereerst op het zaaien
van wantrouwen tusschen de communisti-
schen beklaagde Torgler en zijn nationaal-
socialistischen verdediger. Dr. Sack las tiet
volgende telegram voor, dat hij thans nog
uit Parys had gekregen.
„Eisch van den procureur-generaal tegen
Torgler bewijst, dat u met de wijze van ver
dediging, in het bijzonder met de afwijzing
van elke politieke verdediging uw cliënt
aan den aanklager en de regeering hebt
verraden. Op het laatste oogenblik doen wij
een beroep op uw beroepseer en verlangen
eindelyk, dat u overgaat tot werkelijke ver
dediging".
Dr. Sack vervolgt: Duitschers in het bui
tenland, die geen enkel verantwoordelijk
heidsgevoel voor hun optreden meer heo-
ben en zich nog Duitschers noemen, zyn
voor mij niets anders dan potentieele land
verraders. ik wil dat hier in alle openbaar
heid uitspreken. Wij echter zullen voor ons
recht strijden.
BINNENLAND
HET NIEUWE HANDELSVERDRAG MET
DUITSCHLAND.
Officieel wordt over de onderhandelin
gen met Duitschland nog het volgende me
degedeeld: Het hoofddoel dezer onderhan
delingen was, de handelsbetrekkingen tus
schen beide buurlanden zóó te regelen, dat
ook bij den huidigen zeer ongunstigen eco-
nomischen toestand en niettegenstaande de
in Duitschland gevolgde nieuwe richtlijnen
op het gebied van de landbouwpolitiek,
welke in de richting van centralisatie gaan,
voor den Nederlandschen agrarischen ex
port bevredigende mogelijkheden te schep
pen, die bovendien de bestaande handels
betrekkingen tusschen de Nederlandsche
producenten en de Duitsche importeurs on
verlet laten. Dit doel is bereikt. Zoowel
voor den zuivel en de eieren als voor de
belangrijkste producten van den tuinbouw,
bijv. sla en kooL zijn mogelijkheden ge
schapen voor de instandhouding van deze
productie takken. Ook voor de boomkwee-
kery en de visscherij en de export van
spek zijn aannemelijke resultaten verkre
gen. Voor den uitvoer van verschillende
niet onbeteekenende industrieele artikelen
werden verbeteringen bereikt. Voor steen
kool werd bedongen, dat de Nederlandscne
uitvoer naar Duitschland in een zekere
evenredigheid met de vermeerdering van
de vraag aldaar zou kunnen toenemen. Ook
werd de exportmogelijkheid van superfos
faat en zout verbeterd, terwijl tijdens de
onderhandelingen en onder toezicht van
de delegatie bevredigende onderlinge rege
lingen werden getroffen door de belang
hebbenden by den handel in ryst en lijn
olie.
PRIJS CRISISBOTERMERK.
Behoudens tusschen tij dsche wijziging is
de prijs Van het crisisbotermerk voor de
week van 17 tot en met 23 December be
paald op 1 en die van de vervoërvergun-
ning voor buitenlandsche boter op 1.10.
PROVINCIALE STATEN VAN
ZUID-HOLLAND.
Schrijven van den Minister over de
salarisregeling.
De Prov. Staten van Z.-Holland zetten
gisteren voort hun gewone zitting 1933.
Allereerst werd een tweede stemming ge
houden over het voorstel van mej. Groe-
neweg (S.D.) tot aanhouding van de wij
ziging der subsidieregeling voor werkzaam
heden in het belang van zenuwlijders en
krankzinnigen. Den vorigen keer staakten
de stemmen over dit voorstel. Thans werd
het verworpen met 31 tegen 30 stemmen.
Het voorstel van Ged. Staten werd hierna
z.h.st. aangenomen.
Besloten wordt een voorstel tot voorloo-
pige handhaving van de tijdelijke salaris
kortingen bij de begrooting te behande
len.
Aan de orde is thans de behandeling van
de -provinciale begrooting.
De Voorzitter doet mededeeling van
een schrijven van den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken, waarin wordt gewezen
op de wenschelijkheid, om met ingang van
1 Jan. 1934 de tijdelijke salariskorting voor
het provinciaal personeel te verhoogen, in
afwachting van een definitieve salarisre
geling.
De heer J. terLaan (S.D.A.P.) betoogt
naar aanleiding van de begrooting, dat de
salarissen geen onaantastbare grootheid
vormen, maar dat zij ook niet sluitpost der
begrooting mogen vormen.
Spr. betoogt verder, dat de financiën van
deze provincie niet vorderen, dat een nieu
we salarisverlaging plaats heeft.
De heer Ter Laan bespreekt voorts den
verkeerstoestand.
De heer Kersten (S.G.) zegt dat iede
re bezuiniging, die Ged. Staten zullen voor
stellen, spr. sympathiek is.
Ten aanzien van de salariskwestie stelt
spr. een motie voor, die Ged. Staten uit
noodigt, met een nieuwe tydelijke korting
op de salarissen en loonen te komen, wel
ke korting met 1 Maart zou kunnen in
gaan.
Deze motie wordt niet voldoende onder
steund.
De heer v. E c k (S. D.) wijst er op, dat
de provincie voor een groot deel afhanke
lijk is van het bedrag dat inkomsten- en
vermogensbelasting opbrengen. Het spreekt
vanzelf, dat er moeilijkheden zijn. Maar
er is nog een reserve van 2 millioen en
men mag den toestand van Zuid-Holland
niet al te zorgvol inzien. De zorgen der
werkloozen b.v. zijn veel grooter. Ook de
provincie dient het hare te doen om de
werkloosheid te keeren. Dit kan o.m. ge
beuren door de koopkracht en daarmede
de productie niet verder te belemmeren.
Daarbij moet ook nuttig werk, waarnaar
gevraagd wordt, worden verricht. De pro
vincie dient de gemeenten te steunen in
het doen verrichten van openbare werken.
BUITENLAND.
Nieuwe Duitsche wet inzake den invoer
van zuivel en eieren. (3de blad).
Polen versterkt de macht van den presi
dent (3de blad).
De pleidooien in het Rijksdagbrandpro
ces. (3de blad).
BINNENLAND.
Meisje te Amsterdam op trottoir overre
den en gedood. (Gem. Ber., 4de blad).
Timmerfabriek te Heerlen uitgebrand.
Kwaadwilligheid de oorzaak? (Laatste Be
richten).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
De Friesche elfstedentocht hedenmorgen
aangevangen. (1ste blad).
LEIDEN.
Begrafenis prof. mr. H. B. Greven (1ste
blad).
Verder kunnen de tertiaire wegen onder
handen worden genomen. Is het niet won
derlijk, dat de provincie thans, met een
spaarpot van eenige millioenen bezuinigt
op haar onderhoudswerk, en dat in dezen
goedkoopen tijd?
Spr. dient een voorstel in om gelden uit
te trekken voor het verleenen van subsi
die aan gemeenten en polderbesturen voor
het doen verbeteren van tertiaire wegen
en uitvoering van andere openbare wer
ken.
De heer v. S1 e e n (S. D.). pleit voor uit
breiding der bemoeiing door de provincie
met zwakzinnigenzorg en bepleit de be
langen van waterschapspersoneel, dat te
veel tijdelijk in dienstverband wordt ge
houden.
De heer Jansen Maneschijn (A.
R.) zegt, dat men niet mag aannemen, dat
het zóó goed gaat met de financiën, dat
men maar doen kan wat men wil. Er is
teruggang en dit is het voornaamste, dat
men in het oog moet houden. De reserve
is weliswaar nog 2 millioen, maar ook
deze is de laatste jaren geslonken. Spr.
vraagt of het niet mogelijk is, thans iets
meer te zeggen over den te verwachten
loop van het dienstpaar.
Vanaf heden tot en met 28 December
a.s. is de gelegenheid opengesteld,
aan ons Bureau, Bezorgers in de
stad, en bij onze Agenten, om in
het nummer van 30 December den
gebruikelijken Nieuwjaarsgroet ta
plaatsen. De prijzen dezer Adver-
tentiën zijn a contant
1—4 regelsf0.50
5-8 H 1.-
9—12 1.50
13-162—
DE ADMINISTRATIE
Ondergeteekende verzoekt plaatsing van den onderstaanden NIEUWJAARSGROET in
in het nummer van 30 December van „De Leidsche CourantPapengracht 32, Leiden
S.v.p. duidelijk met potlood invullen