BRIEVEN OVER ONS GELOOF t t T. T VRIJDAG 15 DECEMBER 1933 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 T HET WONDER. 3 Zijn de wonderen van Christus mis schien natuurlijk te verklaren als resultaten van „suggestie" of „hyp notisme?" Je herinnert je, Paul, wat wij in de twee vorige brieven over „het wonder" hebben geschreven? Voor 't gemak vat ik dat hier nog even samen. Wij hebben daarin gezien, dat een wonder is: een buitengewoon, zintuigelijk-waarneembaar feit, dat de krachten van alle schepselen te boven gaat en dus alleen door God kan worden ge wrocht. Voorts, dat het wonder m o g e 1 ij k is en tenslotte, dat wij omtrent een aantal van die feiten met zekerheid kunnen weten èn dat zij werkelijk gebeurd zijn, èn dat zy werkelijk oovennatuurlijk zijn. Tot mijn pleizier schreef je me, dat je aan die beschouwingen inderdaad wat „ge had" hebt bij je gesprekken met je niet- katholieke kantoorcollega's en dat zoowel jullie boekhouder Basman als je afdeelings- chef Tikker en zoowaar ook de bewegelijke, pientere Annie Handjes, na je uiteenzet ting een oogenblikstil waren. Het geen beteekende dat ze nadachten en je argumenten nog zoo gek niet vonden Maar daar sprak Tikker voor hen het verlossende woord: „Allemaal goed. en wel", zei hij, „maar heb je nooit gehoord van de wonderlijke dingen, die gebeuren door toe passing van „suggestie" en „hypnose"?. Ik heb mij met die zaken zei Tikker met indrukwekkende kalmte een tijdje in tens bezig gehouden. Las je wel eens, wat de Fransche doctoren Charcot, Bernheim, Coué, bereikt hebben? Ken je niet de ver rassende resultaten der moderne „psycho therapie" (zielgeneeskunde, verklaarde hij er genadig bij) om nog te zwijgen van mag netiseurs en Christian Science? Zieken ge nezen, lammen loopen, mynheer, stommen spreken, en allerlei dingen, die jullie katholieken dadelijk wonderen noemen zooals die genezingen in Lourdes gebeu ren net zoo goed in klinieken die niéts, maar dan ook héélemaal niéts met jullie geloof te maken hebben". „Precies, nét wat ik laatst ook zei!" vin- nigde Annie en ook Basman viel ditmaal met geestdrift Tikker bij! Je schreef my, Paul, dat je het gezel schap van antwoord hebt gediend, maar dat dit smijten met namen en die heele sug gestie- en hypnosegeschiedenis je wat in de war hebben gebracht. Laten wy daarom deze dii gen eens onderzoeken! Door „suggestie" bedoelt men in dit verband: het door woord of gebaar bij brengen van een overtuiging bij een of meerdere personen, dat er iets gebeurt, wat in werkelijkheid niét gebeurt, en voor al: het opwekken van een overtuiging dat men lichamelijk in een bepaalden toestand (bijv. van genezen-zijn) verkeert. De vat baarheid voor suggestie is bij de meeste menschen vooral buitengewoon groot, als zij in een z.g. hypnotischen slaap zijn ge bracht. Het resultaat van de woorden of gebaren welke de verlangde inbeelding moeten teweegbrengen hangt verder voor een groot deel af van den persoon van den suggerant (d.i. hij of zij die het sugge- reerende woord spreekt of het gebaar maakt). Het is een dagelijks te constateeren feit, dat er van sommige personen iets „sugges tiefs" uitgaat: zij weten door hun manier van doen vertrouwen en ontzag in te boe zemen en daardoor grooten invloed uit te oefenen op hun mede-menschen. Een ge neesheer bijv. of iemand die zich ten on rechte daarvoor uitgeeft, kan dikwijls al leen door zijn tegenwoordigheid al en ook door zijn woorden, zijn manier van doen, een weldadigen invloed op den patiënt uit oefenen; het vertrouwen in zoo'n ge neesheer of soms zelfs in een kwakzalver kan in bepaalde gevallen aanmerkelijke verbetering en tenslotte vaak zelfs volledig herstel brengen. Die invloed van den geest, van de ver beelding, op het Jjchaam was in de vroeg ste oudheid al bekend en ook de moderne „psychotherapie" wil niet anders dan juist door dien invloed het lichaam genezen. Nu zeggen degenen, die Christus' won deren willen verklaren door toepassing van „suggestie": „Kijk eens,, de superieure Mensch die Christus ongetwijfeld was, had een onberekenbaren invloed op Zijn mede- menschen. Zijn optreden, Zijn manier van doen, Zijn woorden wekten een groot ver trouwen, een groot geloof in Zijn gene zende kracht. Christus maakte, evenals velen onzer moderne artsen, gebruik van dien invloed en genas, evenals zij, vele zie ken!" Dit ongeveer bedoelde Tikker. Ik wil in dezen brief, Paul, de wonderen van Lourdes, waarop Tikker ook insinueerde nog even uitschakelendie krijgen binnen kort een beurt) en mij thans alleen bepa len tot het voornaamste: de wonderen van onzen Heer Jezus Christus. Terecht, Paul, heb je om te beginnen collega's er op gewezen, dat eenige der grootste wonderen van Chris tus bij eerste beschouwing al geheel buiten het terrein van sugges tie of hypnose blijken te liggen. Ik noem hier de wonderbare broodverme nigvuldiging: suggereer vijfduizend hongerige mannen maar eens, dat zy met vijf brooden en twee visschien verzadigd zijn en dat er dan nog twaalf korven met brokken overblijven! Dan herinner ik aan de wonderbare visschvangst: sugge reer eenige stoere, zenuwkrachtige mannen zooals Simon en Andreas, visschers die „den geheelen nacht niets hebben gevangen" maar eens, dat plotseling hun vangst zóó groot is, dat de netten scheuren en hun twee schepen dreigen te zinken door de zwaarte van den buit! Suggereer voorts ervaren schippers, zooals Jezus' leerlingen waren, maar eens, dat een hevige storm die 't scheepje „water doet maken" i.sgaan liggen op bevel! Welk een suggestie, die by de inwoners van Bethanië de overtui ging kon wekken, dat Lazarus, wiens lijk in dat warme land na vier dagen grairust natuurlijk ruikbaar in staat van ontbinding verkeerde, levend uit zijn graf te voor schijn komt; welk een suggestie by de an dere opwekkingen van dooden, ons door het Evangelie verhaald! Welk een suggestie tenslotte by den Apostel Thomas, die hardnekkig geweigerd had aan Jezus' ver rijzenis te gelooven en die roepend: „Mijn Heer en myn God" op de knieën viel, nadat hij zijn vingers gelegd had in de wonden van Jezus' zijde en handen! Je collega's heboen inderdaad ingezien, dat hun „suggestie-theorie" voor dié won deren van Christus niét opging en daarom begonnen zy maar gauw over de ziek tegenezingen, door onzen Verlosser verricht. Je hebt hen raak geantwoord, Paul, dat zelfs al zöüden al die wonderbaar lijke genezingen aan „suggestie" zijn toe te schrijven, dat dan nog de boven-natuur- lijkheid der juist vermelde feiten onaan tastbaar blijft, zoodat zy reeds stuk voor stuk de goddelijke zending van Jezus en de waarheid der door Hem gepredikte leer afdoende bewijzen. Maar je wilde nu we ten wat je moet antwoorden op de bewe ring, dat de ziektegenezingen van Christus de resultaten van suggestie of hyp nose zouden zyn. Inderdaad is bij deze wonderbare ziekte genezingen de boven-natuurlijkheid niet aanstonds zóó klaarblijkelijk als bijv. bij de zoo juist vermelde wonderen (waarvan im mers bij eerste beschouwing al duidelijk is, dat zy alle natuurkrachten welke dan ook, te boven moeten gaan), maar als je ze goed beziet, Paul, en alle omstandigheden waar onder ze geschiedden overweegt, dan blykt glashelder het groote verschil tusschen die genezingen en de „wonderen" der mo derne „psycho-therapie". Zooals je zult zien. Dr. Bernheim, die als een der kopstuk ken der suggestie-geneeswijze te Nancy ar beidde, heeft zelf herhaaldelijk met nadruk verklaard, dat de op ervaring berustende, algemeen heerschenae overtuiging, dat sug gestie uitsluitend „functioneelen". géén „or- ganischen" invloed kan uitoefenen, volko men juist is. Dit beduidt, dat deze genees wijze nooit een verwoest organisme kan herscheppen: zij kan bijv. geen verwoes te gezichts- of gehoorzenuw herstellen, wel kan zij vaak zenuwstoringen wegnemen welke de normale werking („functie") van overigens gezonde organen beletten. Zoo kan de suggestie soms een patiënt van al lerlei vrees- of dwanggedachten bevrijden (bijv. van een ongegrond idee, dat men aan een ongeneeslijke kwaal lijdt enz.) hetgeen dan natuurlijk aan zijn geheele organisme, zijn lichaam, ten goede komt. Wanneer wij nu, Paul, Christus' wonde ren, ons uit de Evangelieën bekend, nauw keurig bezien, dan blijkt allereerst, dat Christus nooit op iemand een hypnotische of „suggestieve" behandeling heeft toegepast: nimmer bracht hy een zieke in zenuwslaap waarin hij hem een dwangbevel opdrong, zooals de moderne geneesheeren die „hypnose" gebruiken, dat doen, nimmer gebruikte Je zus bij Zyn genezingen soortgelijke woor den of gebaren als zij. Dan zouden dus de door Christus genezenen in gewonen, na tuurlijken toestand door Hem moeten zijn beinvloed, en dat zelfs niet alleen als aan wezige patiënten, maar óók als afwezi ge, zooals de zoon van den heidenschen hoofdman (Jo. 4. 4654) en de dochter der Kananeesche vrouw! (Mt. 15. 2229). En voorts: wy zagen, dat „suggestie" hoogstens „functioneele" storingen kan her stellen, maar Christus gaf een blindgebo rene zijn gezichtsvermogen terug (lees, Paul, het prachtige, absoluut overtuigende Evangelieverhaal in Jo. 9) en genas andere blinden (lees byv. Malth. 20. 2934); Hij genas een doofstomme d.w.z. een doof-ge- borene. (Zie Matth. 7. 3237). Voorts me- laatschen, eenmaal tien tegelyk (Luc. 17. 1214), Hy genas door enkele aanraking het door Petrus afgeslagen oor van Mal- chus (Luc. 22. 51). Bedenk verder, Paul, dat Jezus die lijden den plotseling genas. Dit vooral ook is belangrijk; de huidige psychotherapie heeft een langdurige behandeling der pa tiënten noodig. En Jezus' genezingen waren b 1 y v e n d (hoe zouden anders de aan de Christenen vijandige tydgenooten de Evan gelieverhalen in dit opzicht hebben geloo- chenstraft!) en afdoende, terwijl de medici moeten erkennen, dat de door sug gestie genezenen zeer dikwijls weer in storten of minstens een herhaaldelijke be handeling noodig hebben. Onze tegenstanders beroepen zich ten slotte ook op de omstandigheid, dat Chris tus veelal het „geloof" in Hem van den zieke eischte; „zie je, zeggen ze, dat is het zelfde wat de medici van thans vragen: het geloovig vertrouwen in den geneesheer". Maar het geloof, dat Christus vorderde, was geheel iets anders en wel een boven-na- tuurlijk geloof in Zijn zending, in de Al macht van den Vader en van Hemzelf, den Zoon. Overigens heeft Christus den blind geborene eerst nadat Hij hem genezen had gevraagd of deze geloofde, dat Hij de Zoon van God was en waar Hij afwezigen genas, is van eenig „geloof vorderen" van den zieke geen sprake. Paul,' onze Heer Jezus Christus kon in waarheid van Zichzelf getuigen: „De wer ken die Ik doe in den naam van myn Va der, deze geven getuigenis van Mij". En Hy 7. En U draait een heelen of halven slag om (met alle gevolgen: zie 8) 6. als u tegen den slip Instuurt, gaat de auto de rondte tollen (xie 7) 5. Als U echter in figuur 3 het stuur naar links draait... (zie 6) 4. Zoo wordt de auto in het rech te spoor terug gedrongen. (met den slip méé dusl) 2. Het achterdeel gaatnaarreents w e g g I ij d (s ippsn) DE WINTER BRENGT OOK: SLIPGEVAAR!! „Een-uurs-ijs"' op de wegen. De listen der natuur. Het klinkt vreemd, maar we zyn eigen lijk nog altijd bezig met den zomer. Met de liquidatie van den zomer, wel te ver staan! Want nadat we eerst maandenlang hebben kunnen genieten van de schoon heid van het bosch mochten we daarna gedurende eenige weken de bladerenpracht van dichtby bekijken, n.L toen die over de wegen uitgespreid was in den vorm van een slipperig laagje „afval". We hebben ons dus al een beetje kunnen gewennen aan slip-navroeuvres en dat is maar goed oon, want het wordt nu in deze tijden nog een haartje erger. De Hollande., die van huis uit voorzichtig is en zich niet op één-nacht-ys waagt, wordt met zyn auto wel gedwongen om over één-uurs-ijs te rijden in den vorm van ijzel op de wegen. Is uw auto in orde. Al deze „listen der natuur" moeten ge coupeerd worden, aldus schrijft ons de A. N. W. B.-Toeristenbond voor Neder land, in de eerste plaats door voorzichtig te rijden (en op slipperige wegen staat dat gelijk met langzaam) en verder ook door de auto duchtig na te zien. Gladde banden zijn ongeschikt voor het donkere seizoen; de prijzen zijn nu zoo laag, dat vernieu wing voor zeer velen mogelijk is. Ongelijk matig aangrijpende remmen zijn thans ook al extra gevaarlijk, terwijl de wagen voorts prima moet „sporen". Het is dus zaak dit terdege te laten nazien. Onbe trouwbare remmen zijn absoluut ontoelaat baar, zoo noodig moet dus b.v. de rem- voering vernieuwd worden. Toch is men hiermede nog niet klaar. Het slipspook wordt daarmede wel minder gevaarlijk, maar toch niet onschadelijk. Wie een bocht iets te snel neemt, wie een beetje te bruusk gas geeft of wie op een tonronden weg plotseling remt, zal des ondanks de eigenaardige slipbewegingen voelen beginnen, welke den wagen ken merken, wanneer hij op zijn eigen houtje vooruit wiL En heel veel rijders worden door een beginnenden slip als 't ware lam geslagen. Een panische schrik maakt zich van hen meester, doet hen van alles uit halen, behalve natuurlijk de manoeuvre die het slippen kan herstellen. Daarom is het zoo noodzakelijk, dat men zich eens gaat oefenen in het slippen. Overal zijn wel beruchte stukjes weg te vinden, idie na een buitje „vet als modder" worden. Dan moet men er op uitgaan en op een verlaten weg opzettelijk gaan slippen. Niet te hard na tuurlijk, maar toch ook weer niet zonder een beetje persoonlijken moed. En wan neer men zich dan eens rustig oefent aan de hand van bijgaande instructies, zal men het slippen voor een groot deel leeeren be- heerschen. En wanneer iemand weet, dat hij de slip-situatie „aankan", welnu, dan heeft hij de overwinning al voor 60 pet. be haald. Veilig.... slippen is dus ook al een kunst. Wanneer men voelt dat de wagen „van achteren" naar rechts wegglijden gaat, dan draait men het stuur ook naar rechts, dus met den slip mee (nooit er tegen in!). Wat men dan verder doet staat naast bijgaand schetje ver meld. En wanneer het blijkt, dat na de stuurwending-naar-rechts de wagen nu den anderen kant uit gaat slippen (dus met de achterzijde naar links uitwijkt), dan draait men het stuur ook weer naar links, dus wederom met den slip mee. Dikwijls moet men een ietwat zigzaggende beweging vol voeren (die uit verschillende slip-correcties bestaat) alvorens d' wagen weer in het veilige spoor teruggedrongen is. Wanneer het slippen nu bij groote snelheid gebeurt, dan worden de diverse krachten zoo groot, dat ongelukken toch niet kunnen uitblij ven. Hetzelfde is het geval op een zeer smallen weg, waar men al heel gauw een boom raakt of in botsing komt met uit tegengestelde richting naderend verkeer. Het allerergste treedt echter op, wanneer men tegen den slip instuurt. Zooals uit bijgaande schetjes, die ons door den A. N. W. B.-Toeristenbond voor Nederland wer den toegezonden, blykt, zal de wagen in dat geval om zijn eigen as gaan tollen. Men wete in den letterlijken zin des woords niet, „waar men blijft" en de ern stigste botsingen zijn hiervan helaas vaak het gevolg. Maarook hier telt de ge waarschuwde dubbel, ous: voorzichtig rij den, geen bruuske stuurwendingen of snel heidsvermeerderingen, (resp. verminde ringen), tijdens het slippen geen gas geven doch de frictie intrappen, niet remmen en.... het hoofd koel Louden. „De donkere dagen". Daar zitten we nu midden in! En daar uit volgt ai direct, dat men ook bijzondere aandacht aan de verlichting moet wijden. In de eerste plaats dient de accu in orde te wezen (laten controleeren bij een ver trouwd adres); vele dynamo's zullen wel licht Lij gesteld moeten vvovdei en verder krygon ook de lampen een beurt. Vele z.g. kon met reden zeggen: „Indien ik onder hen de werken niet gedaan had, die n i e- I mand anders gedaan heeft, zij (n.l. de hardnekkig-ongeloovige Joden) zouden geen zonde hebben; maar zij heb ben die gezien en toch hebben zij mij en mijn Vader gehaat" (Jo. 15. 24). .Naar aanleiding van deze brieven kan men ook vragen inzenden over het ver handelde aan het adres: mr. A. A. W. Die- penbrock, Hageveld, Heemstede. De vra gen worden zooveel mogelijk in een per soonlijk schrijven beantwoord, tenzij de beantwoording ook bij andere lezers be langstelling kan wekken. sn A rt, i" I in óók eet» leel A pen «ufo rijdt A echiuiKopditf». gedempte lichten verblinden nog heel sterk; zeer aan te raden is het. om gezeten in een andere auto, zijn eigen wagen bij avond eens tegemoet te rijden! Ook som mige stads.ampen verblinden nog, dus.... wie het inderdaad goed meent met de ver keersveiligheid, zal dit alles verzorgen, voor er d^or zyn schuld ongelukken plaats hebben. Zuoals men weten zal, is het ry- den met vei blindend licht verboden in be bouwde kommen, bij het elkaar passee- ren i dimmen op 100 meter vóór de ont moeting) en verder ook, wanneer de wa gen stiistaat. Dit is van bijzonder belang by iet vat hellende opritten van bruggen, spoorwegovergangen e.d. Vaak is het al ge beurd, dat door de verblindende lampen van een wachtende auto een tegemoetko mende aucumobilist den afsluitboom niet ken opmerken. Overal, waar men wachten moet dienen alléén de stadslampen te bran den. Ook fietslantaarns verblinden. Tot besluit van dit praatje voor auto mobilisten wijzen wy nog even op de vaak verblindende rijwiellantaarns. Een fiets- lamp behoort naar beneden gericht te wor den (de lichtbundel moet het wegdek op circa 15 meter voor de fiets snijden). Een te hoog gerichte fietslantaarn verblindt vaak nog erger dan een autolamp, omdat het licht zoo heen en weer zwaait. En.... de wielrijder heeft er op die manier nage noeg geen profijt van! De winter moge lang duren als men er voor zit in elk geval brengt elke dag ons dichter bij de lente. Door veilig te ryden met een veiligen wagen verhoogt gij uw kansen aanmerkelijk om die lente by te wonen.... Veiligheid kost geen tijd! RECHTZAKEN MET EEN BREEKIJZER OP HET HOOFD GESLAGEN. Straffen gehandhaafd. Het Haagsch Gerechtshof heeft gisteren in hooger beroep behandeld de zaak tegen een 27-jarigen varensgezel en een 27-jari- gen koopman, die de Haagsche rechtbank heeft veroordeeld den eerste wegens den in den nacht van 21 op 22 Mei j.L te Wateringen gepleegd en overval in de wo ning van den 82-jarigen alleen-wonenden Leendert Krispijn dien hy met een breek ijzer twee maal op het hoofd sloeg tot 8 jaar gevangenisstraf, den tweede die dit misdrijf had uitgelokt tot 5 jaar gevange nisstraf. De mede-dader, een 38-jarige los werkman, die eveneens tot 8 jaar is ver oordeeld, heeft in dit vonnis berust. Voor beide vonnissen werd bekrachtiging van de opgelegde straf geëischt. POGING TOT OPLICHTING DER POSTERIJEN. Eisch anderhalf jaar. Gisteren heeft zich voor de Rechtbank te Rotterdam te verantwoorden gehad de 34- jarige werklooze kantoorbediende J. K., ge detineerd, die zich in Februari aan een zeer geraffineerde poging tot oplichting in het Staatsbedrijf der posteryen heeft schuldig gemaakt. Op 18 Februari had verdachte een aan- geteekenden brief met een aangegeven waarde van 12.000 verzonden naar de Commerz und Privatbank te Berlijn. De brief was van een aantal lakzegels voor zien, geheel zooals dat voor geldzendingen met aangegeven waarde is voorgeschreven. Bij aankomst te Berlijn bleek de brief geen 12 bankbiljetten van 1000 gulden te bevat ten dooh slechts courantenknipsels. Verdachte had naar aanleiding van de vermissing van het geld het stadsbedryf der posterijen aangesproken tot vergoeding der schade. Uit het ingestelde onderzoek was gebleken, dat twijfel gerechtvaardigd was of bij verzending van den brief wel de bankbiljetten van 1000 in den brief aanwezig waren geweest, zoodat verdachte op vermoede van poging tot oplichting werd aangehouden en nu te dezer zake te recht moest staan. Na getuigenverhoor werd de poging tot oplichting bewezen geacht en geëischt werd anderhalf jaar gevangenisstraf. KAARTLEGSTER VEROORDEELD. Onmiddellijke gevangenneming bevolen. Onlangs heeft voor de Amsterdamsche Rechtbank een in Amsterdam zeer bekend kaartlegster wegens oplichting terecht ge staan. De vrouw, die reeds verscheidene malen terzake van haar voorspellingsta lenten en ook anderszins is veroordeeld, had ditmaal een goedgeloovige juffrouw en een wel zeer naïeven heer van hun geld afgeholpen. De juffrouw kwam bij de kaartlegster om te vernemen, of de kaart werk voor haar in uitzicht stelde: „U kunt geen weik krijgen, maar wei 'n man", had de kaart legster haar onthuld, en de juffrouw, die dit nog niet zoo kwaad vond, stelde de kaartlegster verschillende bedragen, te zamen een paar honderd gulden, ter hand, opdat zy zich met den in de kaart ontdek ten toekomstigen echtgenoot in verbinding zou kunnen stellen. Er kwam geen werk, maar ook geen man.... Een heer was bij de kaartlegster ge weest, om te vernemen hoe zijn zaken zich zouden ontwikkelen. „De zaken zullen goed gaan, mits u met een Nederlandsch meisje trouwt", onthulde de waarzegster, die voor den heer toevallig een meisje wist. Ook deze heer gaf voorschot; er deden zich al lerlei complicaties voor: het meisje weid ziek en dus moest een ontmoeting steeds worden uitgesteld. Totdat het slachtoffer, toen hij de waarzegster in totaal reeds bij na 1500 ter hand had gesteld, eenig wan trouwen kreeg, dat overigens volkomen ge rechtvaardigd belek. Tegen de kaartlegster, die niet was ver schenen, heeft de officier van justitie mr. Bosch wegens oplichting anderhalf jaar ge vangenisstraf geëischt. De Rechtbank heeft thans uitspraak gedaan en de vrouw, al leen wegens de oplichting van de juffrouw de tweede oplichting werd niet bewezen geacht by verstek veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf; daarbij gelastte de Rechtbank de onmiddellijke gevangenne ming van de kaartlegster. DE PLUIMVEEVEREENIGING AARLANDERVEEN HOUDT DEZER DAGE!7 HAAR LUSTRUM TENTOONSTELLING. HET JUBILEREND BESTUUR ROND EEN JUBILEEREND KONIJN!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9