BRIEVEN OVER ONS
GELOOF
t
t
T. T
VRIJDAG 15 DECEMBER 1933
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
T
HET WONDER. 3
Zijn de wonderen van Christus mis
schien natuurlijk te verklaren als
resultaten van „suggestie" of „hyp
notisme?"
Je herinnert je, Paul, wat wij in de twee
vorige brieven over „het wonder" hebben
geschreven? Voor 't gemak vat ik dat hier
nog even samen. Wij hebben daarin gezien,
dat een wonder is: een buitengewoon,
zintuigelijk-waarneembaar feit, dat de
krachten van alle schepselen te boven gaat
en dus alleen door God kan worden ge
wrocht. Voorts, dat het wonder m o g e 1 ij k
is en tenslotte, dat wij omtrent een aantal
van die feiten met zekerheid kunnen weten
èn dat zij werkelijk gebeurd zijn, èn dat
zy werkelijk oovennatuurlijk zijn.
Tot mijn pleizier schreef je me, dat je
aan die beschouwingen inderdaad wat „ge
had" hebt bij je gesprekken met je niet-
katholieke kantoorcollega's en dat zoowel
jullie boekhouder Basman als je afdeelings-
chef Tikker en zoowaar ook de bewegelijke,
pientere Annie Handjes, na je uiteenzet
ting een oogenblikstil waren. Het
geen beteekende dat ze nadachten en je
argumenten nog zoo gek niet vonden
Maar daar sprak Tikker voor hen het
verlossende woord: „Allemaal goed. en wel",
zei hij, „maar heb je nooit gehoord van de
wonderlijke dingen, die gebeuren door toe
passing van „suggestie" en „hypnose"?.
Ik heb mij met die zaken zei Tikker met
indrukwekkende kalmte een tijdje in
tens bezig gehouden. Las je wel eens, wat
de Fransche doctoren Charcot, Bernheim,
Coué, bereikt hebben? Ken je niet de ver
rassende resultaten der moderne „psycho
therapie" (zielgeneeskunde, verklaarde hij
er genadig bij) om nog te zwijgen van mag
netiseurs en Christian Science? Zieken ge
nezen, lammen loopen, mynheer, stommen
spreken, en allerlei dingen, die jullie
katholieken dadelijk wonderen noemen
zooals die genezingen in Lourdes gebeu
ren net zoo goed in klinieken die niéts,
maar dan ook héélemaal niéts met jullie
geloof te maken hebben".
„Precies, nét wat ik laatst ook zei!" vin-
nigde Annie en ook Basman viel ditmaal
met geestdrift Tikker bij!
Je schreef my, Paul, dat je het gezel
schap van antwoord hebt gediend, maar
dat dit smijten met namen en die heele sug
gestie- en hypnosegeschiedenis je wat in
de war hebben gebracht. Laten wy daarom
deze dii gen eens onderzoeken!
Door „suggestie" bedoelt men in dit
verband: het door woord of gebaar bij
brengen van een overtuiging bij een of
meerdere personen, dat er iets gebeurt,
wat in werkelijkheid niét gebeurt, en voor
al: het opwekken van een overtuiging dat
men lichamelijk in een bepaalden toestand
(bijv. van genezen-zijn) verkeert. De vat
baarheid voor suggestie is bij de meeste
menschen vooral buitengewoon groot, als
zij in een z.g. hypnotischen slaap zijn ge
bracht. Het resultaat van de woorden of
gebaren welke de verlangde inbeelding
moeten teweegbrengen hangt verder voor
een groot deel af van den persoon van
den suggerant (d.i. hij of zij die het sugge-
reerende woord spreekt of het gebaar
maakt).
Het is een dagelijks te constateeren feit,
dat er van sommige personen iets „sugges
tiefs" uitgaat: zij weten door hun manier
van doen vertrouwen en ontzag in te boe
zemen en daardoor grooten invloed uit te
oefenen op hun mede-menschen. Een ge
neesheer bijv. of iemand die zich ten on
rechte daarvoor uitgeeft, kan dikwijls al
leen door zijn tegenwoordigheid al en ook
door zijn woorden, zijn manier van doen,
een weldadigen invloed op den patiënt uit
oefenen; het vertrouwen in zoo'n ge
neesheer of soms zelfs in een kwakzalver
kan in bepaalde gevallen aanmerkelijke
verbetering en tenslotte vaak zelfs volledig
herstel brengen.
Die invloed van den geest, van de ver
beelding, op het Jjchaam was in de vroeg
ste oudheid al bekend en ook de moderne
„psychotherapie" wil niet anders dan juist
door dien invloed het lichaam genezen.
Nu zeggen degenen, die Christus' won
deren willen verklaren door toepassing van
„suggestie": „Kijk eens,, de superieure
Mensch die Christus ongetwijfeld was, had
een onberekenbaren invloed op Zijn mede-
menschen. Zijn optreden, Zijn manier van
doen, Zijn woorden wekten een groot ver
trouwen, een groot geloof in Zijn gene
zende kracht. Christus maakte, evenals
velen onzer moderne artsen, gebruik van
dien invloed en genas, evenals zij, vele zie
ken!"
Dit ongeveer bedoelde Tikker. Ik
wil in dezen brief, Paul, de wonderen van
Lourdes, waarop Tikker ook insinueerde
nog even uitschakelendie krijgen binnen
kort een beurt) en mij thans alleen bepa
len tot het voornaamste: de wonderen van
onzen Heer Jezus Christus.
Terecht, Paul, heb je om te beginnen
collega's er op gewezen, dat eenige der
grootste wonderen van Chris
tus bij eerste beschouwing al
geheel buiten het terrein van sugges
tie of hypnose blijken te liggen. Ik noem
hier de wonderbare broodverme
nigvuldiging: suggereer vijfduizend
hongerige mannen maar eens, dat zy met
vijf brooden en twee visschien verzadigd
zijn en dat er dan nog twaalf korven met
brokken overblijven! Dan herinner ik aan de
wonderbare visschvangst: sugge
reer eenige stoere, zenuwkrachtige mannen
zooals Simon en Andreas, visschers die „den
geheelen nacht niets hebben gevangen"
maar eens, dat plotseling hun vangst zóó
groot is, dat de netten scheuren en hun
twee schepen dreigen te zinken door de
zwaarte van den buit! Suggereer voorts
ervaren schippers, zooals Jezus' leerlingen
waren, maar eens, dat een hevige storm
die 't scheepje „water doet maken" i.sgaan
liggen op bevel! Welk een suggestie, die
by de inwoners van Bethanië de overtui
ging kon wekken, dat Lazarus, wiens lijk
in dat warme land na vier dagen grairust
natuurlijk ruikbaar in staat van ontbinding
verkeerde, levend uit zijn graf te voor
schijn komt; welk een suggestie by de an
dere opwekkingen van dooden, ons door
het Evangelie verhaald! Welk een suggestie
tenslotte by den Apostel Thomas, die
hardnekkig geweigerd had aan Jezus' ver
rijzenis te gelooven en die roepend: „Mijn
Heer en myn God" op de knieën viel, nadat
hij zijn vingers gelegd had in de wonden
van Jezus' zijde en handen!
Je collega's heboen inderdaad ingezien,
dat hun „suggestie-theorie" voor dié won
deren van Christus niét opging en daarom
begonnen zy maar gauw over de ziek
tegenezingen, door onzen Verlosser
verricht. Je hebt hen raak geantwoord,
Paul, dat zelfs al zöüden al die wonderbaar
lijke genezingen aan „suggestie" zijn toe
te schrijven, dat dan nog de boven-natuur-
lijkheid der juist vermelde feiten onaan
tastbaar blijft, zoodat zy reeds stuk voor
stuk de goddelijke zending van Jezus en
de waarheid der door Hem gepredikte leer
afdoende bewijzen. Maar je wilde nu we
ten wat je moet antwoorden op de bewe
ring, dat de ziektegenezingen van
Christus de resultaten van suggestie of hyp
nose zouden zyn.
Inderdaad is bij deze wonderbare ziekte
genezingen de boven-natuurlijkheid niet
aanstonds zóó klaarblijkelijk als bijv. bij de
zoo juist vermelde wonderen (waarvan im
mers bij eerste beschouwing al duidelijk is,
dat zy alle natuurkrachten welke dan ook,
te boven moeten gaan), maar als je ze goed
beziet, Paul, en alle omstandigheden waar
onder ze geschiedden overweegt, dan blykt
glashelder het groote verschil tusschen
die genezingen en de „wonderen" der mo
derne „psycho-therapie". Zooals je zult zien.
Dr. Bernheim, die als een der kopstuk
ken der suggestie-geneeswijze te Nancy ar
beidde, heeft zelf herhaaldelijk met nadruk
verklaard, dat de op ervaring berustende,
algemeen heerschenae overtuiging, dat sug
gestie uitsluitend „functioneelen". géén „or-
ganischen" invloed kan uitoefenen, volko
men juist is. Dit beduidt, dat deze genees
wijze nooit een verwoest organisme
kan herscheppen: zij kan bijv. geen verwoes
te gezichts- of gehoorzenuw herstellen, wel
kan zij vaak zenuwstoringen wegnemen
welke de normale werking („functie") van
overigens gezonde organen beletten. Zoo
kan de suggestie soms een patiënt van al
lerlei vrees- of dwanggedachten bevrijden
(bijv. van een ongegrond idee, dat men aan
een ongeneeslijke kwaal lijdt enz.) hetgeen
dan natuurlijk aan zijn geheele organisme,
zijn lichaam, ten goede komt.
Wanneer wij nu, Paul, Christus' wonde
ren, ons uit de Evangelieën bekend, nauw
keurig bezien, dan blijkt allereerst, dat
Christus nooit op iemand een
hypnotische of „suggestieve"
behandeling heeft toegepast: nimmer
bracht hy een zieke in zenuwslaap waarin
hij hem een dwangbevel opdrong, zooals
de moderne geneesheeren die „hypnose"
gebruiken, dat doen, nimmer gebruikte Je
zus bij Zyn genezingen soortgelijke woor
den of gebaren als zij. Dan zouden dus de
door Christus genezenen in gewonen, na
tuurlijken toestand door Hem moeten zijn
beinvloed, en dat zelfs niet alleen als aan
wezige patiënten, maar óók als afwezi
ge, zooals de zoon van den heidenschen
hoofdman (Jo. 4. 4654) en de dochter der
Kananeesche vrouw! (Mt. 15. 2229).
En voorts: wy zagen, dat „suggestie"
hoogstens „functioneele" storingen kan her
stellen, maar Christus gaf een blindgebo
rene zijn gezichtsvermogen terug (lees,
Paul, het prachtige, absoluut overtuigende
Evangelieverhaal in Jo. 9) en genas andere
blinden (lees byv. Malth. 20. 2934); Hij
genas een doofstomme d.w.z. een doof-ge-
borene. (Zie Matth. 7. 3237). Voorts me-
laatschen, eenmaal tien tegelyk (Luc. 17.
1214), Hy genas door enkele aanraking
het door Petrus afgeslagen oor van Mal-
chus (Luc. 22. 51).
Bedenk verder, Paul, dat Jezus die lijden
den plotseling genas. Dit vooral ook is
belangrijk; de huidige psychotherapie heeft
een langdurige behandeling der pa
tiënten noodig. En Jezus' genezingen waren
b 1 y v e n d (hoe zouden anders de aan de
Christenen vijandige tydgenooten de Evan
gelieverhalen in dit opzicht hebben geloo-
chenstraft!) en afdoende, terwijl de
medici moeten erkennen, dat de door sug
gestie genezenen zeer dikwijls weer in
storten of minstens een herhaaldelijke be
handeling noodig hebben.
Onze tegenstanders beroepen zich ten
slotte ook op de omstandigheid, dat Chris
tus veelal het „geloof" in Hem van den
zieke eischte; „zie je, zeggen ze, dat is het
zelfde wat de medici van thans vragen: het
geloovig vertrouwen in den geneesheer".
Maar het geloof, dat Christus vorderde, was
geheel iets anders en wel een boven-na-
tuurlijk geloof in Zijn zending, in de Al
macht van den Vader en van Hemzelf, den
Zoon. Overigens heeft Christus den blind
geborene eerst nadat Hij hem genezen
had gevraagd of deze geloofde, dat Hij de
Zoon van God was en waar Hij afwezigen
genas, is van eenig „geloof vorderen" van
den zieke geen sprake.
Paul,' onze Heer Jezus Christus kon in
waarheid van Zichzelf getuigen: „De wer
ken die Ik doe in den naam van myn Va
der, deze geven getuigenis van Mij". En Hy
7. En U draait een
heelen of halven
slag om (met
alle gevolgen:
zie 8)
6. als u tegen
den slip Instuurt,
gaat de auto
de rondte tollen
(xie 7)
5. Als U echter
in figuur 3 het
stuur naar links
draait... (zie 6)
4. Zoo wordt de
auto in het rech
te spoor terug
gedrongen.
(met den slip
méé dusl)
2. Het achterdeel
gaatnaarreents
w e g g I ij d
(s ippsn)
DE WINTER BRENGT OOK: SLIPGEVAAR!!
„Een-uurs-ijs"' op de wegen.
De listen der natuur.
Het klinkt vreemd, maar we zyn eigen
lijk nog altijd bezig met den zomer. Met
de liquidatie van den zomer, wel te ver
staan! Want nadat we eerst maandenlang
hebben kunnen genieten van de schoon
heid van het bosch mochten we daarna
gedurende eenige weken de bladerenpracht
van dichtby bekijken, n.L toen die over de
wegen uitgespreid was in den vorm van
een slipperig laagje „afval". We hebben
ons dus al een beetje kunnen gewennen
aan slip-navroeuvres en dat is maar goed
oon, want het wordt nu in deze tijden nog
een haartje erger. De Hollande., die van
huis uit voorzichtig is en zich niet op
één-nacht-ys waagt, wordt met zyn auto
wel gedwongen om over één-uurs-ijs te
rijden in den vorm van ijzel op de wegen.
Is uw auto in orde.
Al deze „listen der natuur" moeten ge
coupeerd worden, aldus schrijft ons de
A. N. W. B.-Toeristenbond voor Neder
land, in de eerste plaats door voorzichtig
te rijden (en op slipperige wegen staat dat
gelijk met langzaam) en verder ook door
de auto duchtig na te zien. Gladde banden
zijn ongeschikt voor het donkere seizoen;
de prijzen zijn nu zoo laag, dat vernieu
wing voor zeer velen mogelijk is. Ongelijk
matig aangrijpende remmen zijn thans
ook al extra gevaarlijk, terwijl de wagen
voorts prima moet „sporen". Het is dus
zaak dit terdege te laten nazien. Onbe
trouwbare remmen zijn absoluut ontoelaat
baar, zoo noodig moet dus b.v. de rem-
voering vernieuwd worden.
Toch is men hiermede nog niet klaar.
Het slipspook wordt daarmede wel minder
gevaarlijk, maar toch niet onschadelijk.
Wie een bocht iets te snel neemt, wie een
beetje te bruusk gas geeft of wie op een
tonronden weg plotseling remt, zal des
ondanks de eigenaardige slipbewegingen
voelen beginnen, welke den wagen ken
merken, wanneer hij op zijn eigen houtje
vooruit wiL En heel veel rijders worden
door een beginnenden slip als 't ware lam
geslagen. Een panische schrik maakt zich
van hen meester, doet hen van alles uit
halen, behalve natuurlijk de manoeuvre
die het slippen kan herstellen. Daarom is
het zoo noodzakelijk, dat men zich eens
gaat oefenen in het slippen. Overal zijn wel
beruchte stukjes weg te vinden, idie na een
buitje „vet als modder" worden. Dan moet
men er op uitgaan en op een verlaten weg
opzettelijk gaan slippen. Niet te hard na
tuurlijk, maar toch ook weer niet zonder
een beetje persoonlijken moed. En wan
neer men zich dan eens rustig oefent aan
de hand van bijgaande instructies, zal men
het slippen voor een groot deel leeeren be-
heerschen. En wanneer iemand weet, dat
hij de slip-situatie „aankan", welnu, dan
heeft hij de overwinning al voor 60 pet. be
haald.
Veilig.... slippen
is dus ook al een kunst. Wanneer men voelt
dat de wagen „van achteren" naar rechts
wegglijden gaat, dan draait men het stuur
ook naar rechts, dus met den slip mee
(nooit er tegen in!). Wat men dan verder
doet staat naast bijgaand schetje ver
meld. En wanneer het blijkt, dat na de
stuurwending-naar-rechts de wagen nu den
anderen kant uit gaat slippen (dus met de
achterzijde naar links uitwijkt), dan draait
men het stuur ook weer naar links, dus
wederom met den slip mee. Dikwijls moet
men een ietwat zigzaggende beweging vol
voeren (die uit verschillende slip-correcties
bestaat) alvorens d' wagen weer in het
veilige spoor teruggedrongen is. Wanneer
het slippen nu bij groote snelheid gebeurt,
dan worden de diverse krachten zoo groot,
dat ongelukken toch niet kunnen uitblij
ven. Hetzelfde is het geval op een zeer
smallen weg, waar men al heel gauw een
boom raakt of in botsing komt met uit
tegengestelde richting naderend verkeer.
Het allerergste treedt echter op, wanneer
men tegen den slip instuurt. Zooals uit
bijgaande schetjes, die ons door den A. N.
W. B.-Toeristenbond voor Nederland wer
den toegezonden, blykt, zal de wagen in
dat geval om zijn eigen as gaan tollen.
Men wete in den letterlijken zin des
woords niet, „waar men blijft" en de ern
stigste botsingen zijn hiervan helaas vaak
het gevolg. Maarook hier telt de ge
waarschuwde dubbel, ous: voorzichtig rij
den, geen bruuske stuurwendingen of snel
heidsvermeerderingen, (resp. verminde
ringen), tijdens het slippen geen gas geven
doch de frictie intrappen, niet remmen
en.... het hoofd koel Louden.
„De donkere dagen".
Daar zitten we nu midden in! En daar
uit volgt ai direct, dat men ook bijzondere
aandacht aan de verlichting moet wijden.
In de eerste plaats dient de accu in orde
te wezen (laten controleeren bij een ver
trouwd adres); vele dynamo's zullen wel
licht Lij gesteld moeten vvovdei en verder
krygon ook de lampen een beurt. Vele z.g.
kon met reden zeggen: „Indien ik onder
hen de werken niet gedaan had, die n i e-
I mand anders gedaan heeft, zij
(n.l. de hardnekkig-ongeloovige Joden)
zouden geen zonde hebben; maar zij heb
ben die gezien en toch hebben zij mij en
mijn Vader gehaat" (Jo. 15. 24).
.Naar aanleiding van deze brieven kan
men ook vragen inzenden over het ver
handelde aan het adres: mr. A. A. W. Die-
penbrock, Hageveld, Heemstede. De vra
gen worden zooveel mogelijk in een per
soonlijk schrijven beantwoord, tenzij de
beantwoording ook bij andere lezers be
langstelling kan wekken.
sn A
rt,
i" I
in óók
eet»
leel A
pen «ufo rijdt A
echiuiKopditf».
gedempte lichten verblinden nog heel
sterk; zeer aan te raden is het. om gezeten
in een andere auto, zijn eigen wagen bij
avond eens tegemoet te rijden! Ook som
mige stads.ampen verblinden nog, dus....
wie het inderdaad goed meent met de ver
keersveiligheid, zal dit alles verzorgen,
voor er d^or zyn schuld ongelukken plaats
hebben. Zuoals men weten zal, is het ry-
den met vei blindend licht verboden in be
bouwde kommen, bij het elkaar passee-
ren i dimmen op 100 meter vóór de ont
moeting) en verder ook, wanneer de wa
gen stiistaat. Dit is van bijzonder belang
by iet vat hellende opritten van bruggen,
spoorwegovergangen e.d. Vaak is het al ge
beurd, dat door de verblindende lampen
van een wachtende auto een tegemoetko
mende aucumobilist den afsluitboom niet
ken opmerken. Overal, waar men wachten
moet dienen alléén de stadslampen te bran
den.
Ook fietslantaarns verblinden.
Tot besluit van dit praatje voor auto
mobilisten wijzen wy nog even op de vaak
verblindende rijwiellantaarns. Een fiets-
lamp behoort naar beneden gericht te wor
den (de lichtbundel moet het wegdek op
circa 15 meter voor de fiets snijden). Een
te hoog gerichte fietslantaarn verblindt
vaak nog erger dan een autolamp, omdat
het licht zoo heen en weer zwaait. En....
de wielrijder heeft er op die manier nage
noeg geen profijt van!
De winter moge lang duren als men
er voor zit in elk geval brengt elke
dag ons dichter bij de lente. Door veilig
te ryden met een veiligen wagen verhoogt
gij uw kansen aanmerkelijk om die lente
by te wonen....
Veiligheid kost geen tijd!
RECHTZAKEN
MET EEN BREEKIJZER OP HET HOOFD
GESLAGEN.
Straffen gehandhaafd.
Het Haagsch Gerechtshof heeft gisteren
in hooger beroep behandeld de zaak tegen
een 27-jarigen varensgezel en een 27-jari-
gen koopman, die de Haagsche rechtbank
heeft veroordeeld den eerste wegens
den in den nacht van 21 op 22 Mei j.L te
Wateringen gepleegd en overval in de wo
ning van den 82-jarigen alleen-wonenden
Leendert Krispijn dien hy met een breek
ijzer twee maal op het hoofd sloeg tot 8
jaar gevangenisstraf, den tweede die dit
misdrijf had uitgelokt tot 5 jaar gevange
nisstraf. De mede-dader, een 38-jarige los
werkman, die eveneens tot 8 jaar is ver
oordeeld, heeft in dit vonnis berust.
Voor beide vonnissen werd bekrachtiging
van de opgelegde straf geëischt.
POGING TOT OPLICHTING DER
POSTERIJEN.
Eisch anderhalf jaar.
Gisteren heeft zich voor de Rechtbank te
Rotterdam te verantwoorden gehad de 34-
jarige werklooze kantoorbediende J. K., ge
detineerd, die zich in Februari aan een zeer
geraffineerde poging tot oplichting in het
Staatsbedrijf der posteryen heeft schuldig
gemaakt.
Op 18 Februari had verdachte een aan-
geteekenden brief met een aangegeven
waarde van 12.000 verzonden naar de
Commerz und Privatbank te Berlijn. De
brief was van een aantal lakzegels voor
zien, geheel zooals dat voor geldzendingen
met aangegeven waarde is voorgeschreven.
Bij aankomst te Berlijn bleek de brief geen
12 bankbiljetten van 1000 gulden te bevat
ten dooh slechts courantenknipsels.
Verdachte had naar aanleiding van de
vermissing van het geld het stadsbedryf
der posterijen aangesproken tot vergoeding
der schade. Uit het ingestelde onderzoek
was gebleken, dat twijfel gerechtvaardigd
was of bij verzending van den brief wel
de bankbiljetten van 1000 in den brief
aanwezig waren geweest, zoodat verdachte
op vermoede van poging tot oplichting
werd aangehouden en nu te dezer zake te
recht moest staan.
Na getuigenverhoor werd de poging tot
oplichting bewezen geacht en geëischt werd
anderhalf jaar gevangenisstraf.
KAARTLEGSTER VEROORDEELD.
Onmiddellijke gevangenneming bevolen.
Onlangs heeft voor de Amsterdamsche
Rechtbank een in Amsterdam zeer bekend
kaartlegster wegens oplichting terecht ge
staan. De vrouw, die reeds verscheidene
malen terzake van haar voorspellingsta
lenten en ook anderszins is veroordeeld,
had ditmaal een goedgeloovige juffrouw en
een wel zeer naïeven heer van hun geld
afgeholpen.
De juffrouw kwam bij de kaartlegster
om te vernemen, of de kaart werk voor
haar in uitzicht stelde: „U kunt geen weik
krijgen, maar wei 'n man", had de kaart
legster haar onthuld, en de juffrouw, die
dit nog niet zoo kwaad vond, stelde de
kaartlegster verschillende bedragen, te
zamen een paar honderd gulden, ter hand,
opdat zy zich met den in de kaart ontdek
ten toekomstigen echtgenoot in verbinding
zou kunnen stellen. Er kwam geen werk,
maar ook geen man....
Een heer was bij de kaartlegster ge
weest, om te vernemen hoe zijn zaken zich
zouden ontwikkelen. „De zaken zullen goed
gaan, mits u met een Nederlandsch meisje
trouwt", onthulde de waarzegster, die voor
den heer toevallig een meisje wist. Ook
deze heer gaf voorschot; er deden zich al
lerlei complicaties voor: het meisje weid
ziek en dus moest een ontmoeting steeds
worden uitgesteld. Totdat het slachtoffer,
toen hij de waarzegster in totaal reeds bij
na 1500 ter hand had gesteld, eenig wan
trouwen kreeg, dat overigens volkomen ge
rechtvaardigd belek.
Tegen de kaartlegster, die niet was ver
schenen, heeft de officier van justitie mr.
Bosch wegens oplichting anderhalf jaar ge
vangenisstraf geëischt. De Rechtbank heeft
thans uitspraak gedaan en de vrouw, al
leen wegens de oplichting van de juffrouw
de tweede oplichting werd niet bewezen
geacht by verstek veroordeeld tot twee
jaar gevangenisstraf; daarbij gelastte de
Rechtbank de onmiddellijke gevangenne
ming van de kaartlegster.
DE PLUIMVEEVEREENIGING AARLANDERVEEN HOUDT DEZER DAGE!7 HAAR
LUSTRUM TENTOONSTELLING. HET JUBILEREND BESTUUR ROND EEN
JUBILEEREND KONIJN!