DONDERDAG 7 DECEMBER 1933
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
GEMENGDE BERICHTEN
VRACHTAUTO DOOR EEN TRAM IN
DE SLOOT GEWORPEN.
Geen persoonlijke ongelukken.
Te Erm (gem. Sleen) is Maandagavond
een ongeval geschied, dat zijn oorzaak vond
in de omstandigheid, dat de motor van een
zeswielige vrachtauto plotseling weigerde,
vertelt het „Nieuwsblad van het Noorden".
Een vrachtauto stond defect aan den kant
van den weg. De bovengenoemde wagen
kreeg juist naast den defecten wagen met
een motordefect te kampen, doordat de mo
tor afsloeg.
De chauffeur kon den wagen, ondanks
alle moeite, niet meer aan den gang krijgen.
Op dit moment naderde uit de richting Erm
een tram der E.D.S., welke te plm. 8 uur
te Emmen komt.
De auto stond vlak aan de rails en de
chauffeur zag het gevaar waarin zijn wa
gen verkeerde. Hij holde volgens zijn zeg
gen, de tram nog tegemoet, doch de machi
nist zag blijkbaar nog hem noch den wagen
en reed met een flinken gang tegen de auto
aan.
De schok was hevig. De zware met port-
landcement beladen wagen werd 13 a 14
M. weggedrukt en toen over den weg heen
in de langs den weg loopende sloot gewor
pen. De locomotief, die evenals de wagen
beschadigd was, derailleerde.
De weg was een waar toonbeeld van ver
woesting en bezaaid met het cement. Met
een groote vertraging kwam de tram te
Emmen aan.
HET SCHICHTIGE PAARD.
Geleider de schedel verbrijzeld.
Gistermiddag heeft te De Wijk een ern
stig ongeval plaats gehad. De 60-jarige
landbouwer J. B. Rappinge, wonende te
Zuidwolde, geleidde een jong paard aan de
hand. Bij het passeeren van een vrachtauto
werd het paard schichtig en steigerde,
waardoor de landbouwer onder het dier ge
raakte. Bewusteloos werd hij bij den land
bouwer Huizen binnengedragen. Bij me
disch onderzoek bleek, dat de schedel van
den man geheel verbrijzeld was. Korten
tijd later is de ongelukkige overleden.
DE VORSTPERIODE TEN EINDE?
Strenge heeren regeeren niet lang, zegt
het spreekwoord en zoo is het deze keer
ook met den winter gegaan. Gisteren op
den dag werd de temperatuur al minder en
toen er in den middag 'n damp kwam op
zetten, liep het kwik tot boven het nulpunt
op en de dooi zette vannacht door.
Uit de vele ijsberichten, die thans wei
nig zin meer hebben, plaatsen we het vol
gend.
MarkenMonnikendam.
Was Dinsdag de combinatie tusschen
Monnikendam en Marken per ijsvlet en te
voet over het ijs mogelijk doch slechts door
combinatie van beide middelen van ver
voer, gisteren kon men geheel te voet den
afstand afleggen. Des morgens kwamen
reeds verschillende Markers te Monniken
dam aan. De tocht was niet gemakkelijk ge
weest en men had er twee uur over gedaan,
dit in verband met het feit, dat aan den
Zuidkant van Marken het water nog open
ligt en men dus aan de Noordzijde het
eiland had moeten verlaten, hetgeen een
omweg beteekende. Bovendien was een
vaargeul nog niet geheel betrouwbaar. Gis
termiddag om half 5 vertrokken nog 7 Mar
kers ondanks de ernstige waarschuwingen
van de politie naar Marken. Daar zij in het
donker slechts langzaam vooruitkwamen^
A werden de Markers tegen 8 uur gisteravond
te Marken verwacht. Voor wie niet be
kend is op de Gouwzee was de overtocht
te voet zeer gevaarlijk.
BRANDEN TE ROTTERDAM.
Gisteravond omstreeks 11 uur is een felle
brand te Rotterdam uitgebroken in het
hartje van de stad. Op genoem 1 tijdstip
werd de politie van het bureau Lange To
renstraat gewaarschuwd dat vlammen te
zien waren in den kunsthandel van de fir
ma J. H. J. Dickhoff aan den Oppert 186.
Onmiddellijk werd de brandweer gealar
meerd, die met een aantal slangenwagens
en een motorspuit uitrukte. Het vuur had
zich intusschen reeds zoodanig uitgebreid,
dat de brandweerlieden door den rook het
perceel niet konden binnendringen. Door
de winkeldeur waarvan men de ruiten had
verbrijzeld drongen dikke rookwolken naar
buiten. Voorzien van rookmaskers richtten
de pijpleiders, staa.nde in den ingang van
den winkel, hun stralen naar binnen. Het
vuur woedde vooral in een sous-terrain
achter den winkel waar een werkplaats
gevestigd was. Hier stond een brandende
kachel, die waarschijnlijk de oorzaak van
den brand is geweest. De werkplaats en de
daarboven gelegen opkamer brandden vol
komen uit, terwijl in den kunsthandel alles
door den zwaren rook en het bluschwater
verwoest werd. Daar de eigenaar, die niet
bij de zaak woonde, niet gevonden kon
worden, kon nog niet vastgesteld worden of
deze tegen brandschade is verzekerd.
Ongeveer tegelijkertijd met het uitbreken
van dezen brand werd de brandweer ge
alarmeerd voor een brand die ontstaan was
door kortsluiting in een motorwagen van
lijn 15 op den Goudsche Singel. Deze brand
werd met een straal op de waterleiding ge-
bluscht. De zwaar beschadigde wagen
moest worden weggesleept. Het tramver
keer op dit drukke punt ondervond onge
veer eten half uur vertraging.
HOOIBERG IN BRAND.
Gisteravond is door tot nu toe onbeken
de oorzaak brand uitgebroken in de hooi
berg by de woning van W. van Groen aan
den Radeweg te Loosdrecht. Binnen zeer
korten tijd sloegen de vlammen hoog boven
de 8 Meter hooge hooiberg uit. De woning
werd eveneens door het vuur aangetast.
De motorbrandspuit van Loosdrecht was
spoedig aanwezig en tastte met kracht het
vuur aan. Men hoopte de woning en de
schuur te behouden. Het vee werd naar de
in de nabijheid gelegen weide gedreven.
POGING TOT KINDERMOORD?
Een ontaarde moeder.
Te Bergen (N.-H.) is de 23-jarige onge
huwde Duitsche dienstbode gearresteerd,
verdacht van poging tot moord op haar
kind van tien maanden. Dit kind, dat was
uitbesteed bij een familie te Alkmaar, werd
onlangs op een Zondag door de moeder be
zocht, die toen een eindje met het kind ging
wandelen.
Qnderweg zou zij de kleine koperschilfers
hebben ingegeven. Het kindje was sedert
dien erg lastig en schreide veel. Korten tijd
geleden was de moeder wederom haar
kindje komen opzoeken. Toen zij een oogen-
blik met de kleine alleen was, heeft zij haar
een banaan gegeven. Eenige dagen later
werden in de ontlasting stukken van naal
den aangetroffen.
Hierdoor werd het vermoeden, dat er iets
gebeurde, dat niet in orde was, bevestigd,
zoodat de verzorgers van het kind de politie
op de hoogte stelden van hun bevindingen.
Na een uitgebreid onderzoek is daarna
tot arrestatie van de jeugdige moeder over
gegaan.
GESLAAGDE OPLICHTERSTRUC.
Bij een goudsmid in de Leidschestraat te
Amsterdam vervoegde zich Dinsdagavond
iemand, die verzocht eenige gouden horlo
ges op zicht te zenden naar een adres in
Zuid in de omgeving van de Jan Luyken-
straat. Daar de opgegeven naam en adres
WAT ANDERE BLADEN
SCHBIJ VEN.
VERHOOGING RIJWIELBELASTING.
Zooals wij gisteren hebben medegedeeld,
is de regeering voornemens, de rijwielbe
lasting te verhoogen van 2.50 gld. tot 3.
gld., welk bedrag dan moet dienen tot
versterking van het Verkeersfonds (dat
o.m. ook zal moeten dienen, om de stijgen
de tekorten op spoor- en tramwegen te
dekken).
Naar aanleiding van deze voorgenomen
belasting-verhooging schrijft de Gelder
lander:
„Als de Regeering het probleem werke
lijk geheel zuiver zag, zou zij er niet toe
zijn overgegaan met een voorstel te ko
men tot verhooging van de rijwielbelas
ting.
Hier wordt aan een groot algemeen be
lang geraakt, dat met gebruik van den weg
in den zin van het veroorzaken van veel
onderhoudskosten aan dien weg, niets te
maken heeft. Vervoer per fiets vereischt
ook geen bijzondere, kostbare wegen, maar
bovenal, het doet geen en zeker niet noe
menswaard concurrentie aan de spoorwe
gen aan.
De fiets is het vervoermiddel bij uitne
mendheid voor den kleinen man, voor
wien dit middel in tal van gevallen onont
beerlijk is, om zich naar zijn werk te kun
nen begeven, voor het verrichten van bood
schappen, voor dienstboden, welke op vrij
grooten afstand wonen van de gezinnen,
waarin zij diensten verrichten, enz.
Nu argumenteert de Regeering: „Ook de
rijwielen veroorzaken schade aan de be-
drijfsuitkomsten der bestaande vervoermid
delen. Het is dus billijk, dat zij door een
kleine verhooging der rijwielbelasting van
ƒ2.50 tot ƒ3.zullen bijdragen in het te
kort op het Verkeersfonds."
Wij kunnen ons met die „argumentatie"
op geen stukken na vereenigen.
Dat rijwielen schade veroorzaken aan
bestaande vervoermiddelen, lijkt ons toch
wel wat heel erg gezocht. Zoo beschouwd,
doen voetgangers dat ook! Moeten nu ook
die worden belast?!
De Regeering kan de opbrengst niet mis
sen van de rijwielbelasting, zal men ech
ter in Den Haag redeneeren. Goed, we ne
men dat graag aan.
Doch laat men ook niet vergeten, dat de
belasting van ƒ2.50 al een zeer hooge be
lasting voor maar al te velen is; deze nu
nog gaan verzwaren, lijkt ons sociaal niet
te verantwoorden.
Waarom wordt b.v. geen belasting gehe
ven door het Rijk van vermakelijkheden
als groote voetbalwedstrijden, ondernemin
gen als zesdaagsche e.d.? Deze marchee-
ren nog opperbest, ondanks de crisis. En
men kan toch kwalijk zeggen, dat daarmee
het algemeen belang wordt gediend.
Wat met het rijwiel wel het geval is."
vertrouwd was, besloot de goudsmid hier
aan gevolg te geven.
In den loop van den avond zou antwoord
kunnen worden gehaald.
Nauwelijks was een en ander aan het op
gegeven adres bezorgd, of er werd door
een ander persoon aangebeld, die verzocht
de horloges terug te mogen ontvangen,
daar men zich in het adres vergist had.
Deze persoon is met de horloges verdwenen.
Met dezen truc is de goudsmid voor zeven
horloges opgelicht.
Een onderzoek wordt ingesteld.
POGING TOT DOODSLAG.
Verdacht van poging tot doodslag heeft
de gemeentepolitie te Venlo gisteravond
aangehouden den 23-jarigen chauffeur G.
Fransen. De aangehoudene zou namelijk op
4 December j.L te Swalmen op een com
mies-dienstgeleider die hem sommeerde
met zijn smokkelauto te stoppen, zijn inge
reden. Hij wist evenwel te ontkomen. De
aangehoudene zal vandaag naar de straf
gevangenis te Roermond worden gebracht.
UIT DE RADIOWERELD
Programma's voor Vrijdag 8 Dec.
Huizen, 1875 M.
Algemeen programme verzorgd door
de NCRV.
8.00 Schriflezing en meditatie.
8.159.30 Gramofoonplaten.
10.30 Morgendienst o. L v. Ds. E. T. v. d.
Born.
11.00 Ensemble van der Horst.
12.15 Gramofoonplaten.
12.30 Vervolg concert
I.15 Zang door Mevr. S. BothHaas (so
praan).
2.00 Gramofoonplaten.
2.30 Chr. Lectuur.
3.00 Pianokwartet „Die Haghe1
4.30 M. S. E. Visser: It Fryske Nije Tes-
tamint.
5.00 Orgelspel F. Kloek.
6.30 Causerie A. J. Herwig.
7.15 Ned. Chr. Persbureau.
7.30 Literaire causerie door Prof. Dr. J.
Waterink.
8.00 „De Geniemuzfek" o. 1. v. W. v. Erp
ei saxofoonkwartet o. 1. v. A. J. M. Stilting.
9.00 Vervolg lezing van 7.30.
9.3010.30 Vervolg concert,
ca. 9.50 Vaz Dias.
10.3011.30 Gramofoonplaten.
Hilversum 296 m.
8.00 VARA, 12.00 AVRO, 4.00 VARA,
8.00 VPRO, 11.00 VARA.
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding VPRO.
10.15 Declamatie J. Lemaire.
10.30 Pianorecital W. Paap.
II.00 Vervolg Declamatie.
11.15 Orgelspel J. Jong.
12.00 Ensemble Otto Hendriks en gramo
foonplaten.
2.15 Gramofoonplaten.
2.30 Bart Pijzei: Een schilder over Alge-
rie.
3.00 Gramofoonmuziek.
4.00 Dito.
4.50 Voor de kinderen.
5.30 VARA-orkest.
6.20 Gramofoonplaten.
6.30 Vervolg orkestconcert.
7.00 Causerie.
7.20 Vervolg orkestconcert
8.00 Causerie.
8.30 Het Waleson kwartet.
9.00 Persbureau. sp4yD
9.00 Persbureau en Vaz Dias.
10.15 Causerie.
10.45 Gramofoonplaten.
11.00 Orgelspel C. Steyn.
11.30 Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M.
10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein en berichten.
11.0511.20 Lezing.
12.20 Orgelconcert door P. Yhitlock.
12.50 BBC-dansorkest.
I.35 Northern Studio-orkest
2.20 Voor de scholen.
3.20 Concert voor da scholen.
4.10 Gramofoonplaten.
4.50 E. Colombo en zijn orkest.
5.35 Kinderuur.
6.20 Berichten.
6.50 Bach's cello-suites.
7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen.
8.20 Herbert Reynolds programma door
orkest en solisten.
9.20 Ber. gramofoonplaten.
9.50 Uit Amerika: S. P. B. Mais: The Mo
dern Columbus.
10.10 Fred Hartley's Novelty kwintet m.
m. v. zangsolisten.
II.10 Voordracht.
11.1512.20 Harry Roy en zijn band.
„R a d i o-P a r i s", 1724 M.
8.05, 12.50 en 7.40 Gramofoonplaten.
9.05 „Le petit Due", Operette van Lecocq
m. b. v. orkest o. 1. v. Labis.
Kalundborg, 1153 m.
12.051.20 Concert uit het Bellevue
Str andhotel.
I.50 Pianorecital door E. Gaspari.
2.20 Radio-harmonie-orkest o. 1. van
Gröndahl.
7.20 Zangvoordracht.
7.35 Radiotooneel.
9.50 Moderne Engelsche muziek door in
strumentaal kwintet (fluit, hobo, viool,
viola en cello).
10.2511.50 Dansmuziek.
Langenberg. 473 M.
5.25, 6.35 en 10.45 Gramofoonplaten.
II.20 Omroeporkest o. L v. Görlich.
12.55 Gramofoonplaten.
3.20 Weragkoor, -orkest, en „strijkkwar
tet. Hierna: Gramofoonplaten.
6.20 Berl. Omroeporkest o. 1. v. Frick-
hoeffer.
7.30 Zang, piano en bandoneon.
8.00 Omroeporkest o. 1. v. Rosbaud.
9.05 Pianorecital H. Rosbaud.
10.05 Gramofoonplaten.
10.20 Weragorkest o. 1. v. Kühn.
Rome, 441 m.
7.35 Gramofoonplaten.
8.35 Pianorecital L. FainL
9.05 Radiotooneel.
9.35 Zang door B. Siberi (mezzo-sopraan)
Hierna: Gramofoonplaten.
B r u s s e 1, 338 en 508 m.
338 meter:
12.20 Symphonieconcert o. 1. v. Kumps.
1.30 Dito.
5.21 Dansmuziek.
6.50 Kamermuziek.
7.50 Europeesch concert uit Weenen.
9.5010.20 Radiotooneel.
508 meter:
12.20 Omroepkleinorkest o. I. v. Leemans
1.30 Gramofoonplaten.
5.20 Symphonieconcert o. 1. v. Kumps.
6.35 Gramofoonplaten.
6.50 Omroepkleinorkest o. 1. v. Leemans.
7.05 Pianorecital.
8.2010.20 Uitzending voor Oud-Strij
ders.
Deutschlandsender, 1365 M.
7.25 Sportpraatje.
7.45 „Anstandsunterricht", uit het caba
ret „Die Katakombe".
8.20 Uit de Feestzalen v. d. Dierentuin:
„Ball der Nationen".
9.20 en 10.05 Berichten.
10.2010.50 Vervolg van 8.20.
Gemeentelijk Radio-Distributiebedrijf
te Leiden.
(3e Programma).
8.0012.20 Langenberg,
12.2013.50 Luxemburg.
13.5016.20 Kalundborg.
16.30—17.20 Milaan.
17.20—19.20 Brussel (VI.)
19.20afloop Weenen.
(4e Programma).
12.20—14.20 Brussel (VI.)
14.20—16.10 Midland Reg.
16.1017.35 Daventry.
17.3518.20 Londen National.
18.2019.20 Deutschl. Sender.
19.2020.20 Stockholm.
20.20afloop. Daventry.
Professor, warer. dat
tectonische aardbevin
gen, of was het de anto-
bns, die passeerde. Hebt
D even de dienstrege
ling van de bassen hij
de hand?
(Merle Blanc.)
FEUILLETON.
DE MAN
DIE DE TROEVEN HAD.
Naar het Amerikaansch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
10)
Morley ook deze had de verdenking
op zich doen vestigen, doordat men niet
wist, wat hij had uitgevoerd in de twee
uur, nadat hij den trein had gemist, ver
der door de ontdekking van den ring in
zijn kamer van het Brevord Hotel, een
ring, die vermoedelijk het eigendom van
mevrouw Withers was geweest.
Withers die zich verdacht gemaakt
had door zijn heimelijke reis naar Turm-
ville, terwijl men ook rekening diende te
houden met het mogelijke motief van af
gunst of woede.
Maria Fulton ook dat zou nog wel
blijken.
„Op het oogenblik", overwoog hij. „ziet
het er voor den néger wel het ongunstigst
uit. Eén ding staat in elk geval vast: de
gene tegen wien bij- het vooronderzoek de
sterkste verdenking zal blijken te bestaan,
zal naar de jury worden verwezen. Daar
om is het immers te doen den man te
pakken te krijgen, die het meest schuldig
lijkt."
Daarna dwaalden zijn gedachten af naar
Douglas Campbell, doch deze, dat begreep
hij \yel, kon onmogelijk bij de mogelijke
moordenaars van mevrouw Withers woi-
den gerangschikt. De jeugdige landgoedbe-
zitter ging volkomen vrij uit door de ver
klaringen van den echtgenoot der vermoor
de, dat hij, toen hij haar naar huis had ge
bracht, onmiddellijk was weggereden.
Evenmin brak hij zich het hoofd ten
aanzien van den onbekende met den gou
den tand, die in het pandjeshuis van Abra-
hamson was komen opdagen, doch een
paar minuten later op geheimzinnige wijze
was verdwenen. Als de ring, dien hij had
beleend, inderdaad het eigendom van me
vrouw Withers was geweest, waarom zou
hij dan naar haar huis zijn teruggekeerd
en haar hebben vermoord? Als hij voordien
nooit iets van haar had los gekregen, zou
hij tenminste een deugdelijk motief voor
zulk een misdrijf hebben gehad. Maar aan
gezien hij den ring reeds in zijn bezit had,
was het onzin te veronderstellen, dat hij
haar naderhand nog van het leven had
beroofd.
Ondanks zijn stijgende overtuiging, dat
de rechter den neger in staat van beschul
diging zou stellen, was het Bristew toch
niet wel mogelijk, den jongen Morley ge
heel uit te schakelen. Morley's verhaal was
al heel weinig bevredigend geweest. Bo
vendien had hij een ongunstig uiterlijk. H(j
overwoog, hoe zorgvuldig Morley zijn
handen had gemanicuurd en plotseling be
gaf hij zich naar de telefoon om Greenleaf
op te bellen.
„Zeg, Greenleaf', voegde hij den hoofd
commissaris toe, „zit Perry nog altijd op
het bureau?"
„Natuurlijk en ik denk, dat we hem nog
wat hier houden ook. Zijn verklaringen be
vredigen me niet. Hij zegt namelijk
„Dat komt in orde. Vertel me dat maar,
als je straks weer hier komt. Ik zou graag
willen, dat je ersoonlijk zijn nagels zoudt
schoonmaken. Ik wil
„Wat zeg je?" onderbrak de hoofdcom
missaris hem stom van verbazing. „Ik zijn
nagels schoonmaken?"
„Juist", gaf Bristew hem op vriendelij
ken toon ten antwoord. „Als ik op het
hoofdbureau was, zou ik het zelf wel doen.
Het is heusch beter, dat jij het doet en
het niet aan den een of anderen noncha-
lanten ondergeschikte overlaat. En be
waar het vuil, dat je uit zijn nagels haalt.
Doe je het?"
„Nu goed", stemde Greenleaf met tegen
zin toe. „Als je denkt, dat het noodig is."
„Zeker, ik reken er dus op. Nog iets.
Zou jc niet een van je mannen, Jenkins
b.v. er op uit kunnen sturen om dien ke
rel met den gouden tand op te sporen? Je
herinnert je het signalement, dat Withers
van hem gaf."
„Ja, daaraan heb ik al gedacht"
„Goed. Als hij zich niet in een van de
hotels heeft laten inschrijven, laat dan de
lijsten van de pensions eens nagaan."
„Ik zal Jenkins er direct op uit sturen",
antwoordde Greenleaf.
„Goed hoo- Om vier uur ben je toch
weer bij me?"
„Neen, het zal wel een uur of vyf wor
den. Dr. Baley vroeg me tot zoo lang te
willen wachte. Hij achtte het noodzakelijk,
dat miss Fulton een uurtje extra slaap zou
krijgen."
Bristew scheen nog iets in het midden
te willen brengen, hij hield zijn woorden
echter in en hing den haak weer op het
toestel.
Intusschen was Mattie de kamer binnen
gekomen om de tafel af te nemen.
„Loop eens even naar No. 6", gelastte
Bristew haar, „en vraag mevrouw Allen
of zij zoo spoedig mogelijk hierheen wil
komen. Maar zeg er bij, dat de dokter me
heeft verboden uit huis te gaan, en dat de
opwinding van vanochtend me toch al erg
heeft aangegrepen."
Een kwartier later was mevrouw Allen
er al. Bristew ontving haar in de voorka
mer en na zich te hebben voorgesteld, ver
ontschuldigde hij zich, dat hij niet naar
haar toe had kunnen komen. Zij begreep
zijn beweegredenen volkomen.
Mevrouw Allen was een dame van om
streeks veertig jaar, met een wat mager en
afgetobd gezicht en al veel grijs in haar
overigens bruin haar. Toch zag men duide
lijk, dat zij een vrouw van beschaving en
intelligentie was.
„Ik zou graag willen", begon Bristew,
nadat hij haar had uitgelegd, in welk op
zicht hij met de moordaffaire had te ma
ken, „dat u mij eens het een en ander met
betrekking tot de twee zusters vertelt. Ik
hoorde vanochtend, dat ze goede kennissen
van u waren."
„Intiem zijn we nu juist niet geweest",
antwoordde mevrouw Allen met haar zach
te, aangename stem, „maar wel kenden
mevrouw Withers en ik elkaar vrij goed.
Ze kwam nog al eens bij me aanloopen
en ik ging ook dikwijls naar haar toe."
„Kent u miss Fulton goed?"
„O neen. Zooals u weet, ligt ze meestal
te bed; ze is trouwens ook niet erg
spraakzaam. Ze is heel anders dan me
vrouw Withers lang niet zoo lief en
aantrekkelijk, meer in zichzelf gekeerd?"
„Mevrouw Withers had een vroolijken
aard, nietwaar?"
„Zij maakte wel ten minste dien indruk,
maar soms zag ik duidelijk, dat er iets was,
dat haar drukte."
„Zoo", merkte Bristew op, wiens belang
stelling nu wakker werd. „Dat wilde ik
juist weten."
Mevrouw Allen zweeg eenige oogenblik-
ken. Toen hernam zij: „Ik geloof niet, dat
zij ooit voor iemand of iets bang was. Dat
was ze niet"
„Vertelde ze wel eens iets, waaruit u
kon opmaken, dat zij zich ongelukkig
voelde?"
„Op een keer, toen ik by haar binnen
liep, zat ze in de voorkamer in een fau
teuil hartstochtelijk te snikken. Terwijl ik
probeerde haar te troosten, zei zij: „het
leven is zoo moeilijk /het is zoo moei
lijk je een doorn uit het lichaam te ruk
ken, als hij er eenmaal in zit. O, als men
toch nog eens alles kon overdoen!" Ik vroeg
haar, of ik haar kon helpen, maar ze zei,
dat dat onmogelijk was. „Dat kan nie
mand", snikte zij met haar hoofd op mijn
schouder. Ik zal den strijd alleen moeten
strijden!"
„En tot welke gevolgtrekking bent u ge
komen, mevrouw" vroeg Bristew vol be
langstelling.
„Ik had het gevoel, alsof er iets in haar
leven was, dat ze moést verbergen, en zjj
zich bezorgd maakte, dat haar man het
eens te wefen zou komen."
„Juist. En nu iets anders: hoe is uw opi
nie over miss Fulton.
„O, zy heeft een slecht humeur en is on
geduldig. Ze klaagt onophoudelijk en ap
precieerde het heelemaal niet, wat me
vrouw Withers voor haar deed. Trouwens
niemand houdt eigenlijk van haai4. Ik ge
loof stellig, dat ieder, die met de twee
zusters in aanraking kwam, zich er over
verwonderde, dat een lief iemand als me
vrouw Withers er zoo'n onaangename zus
ter op na hield."
(Wordt vervolgd).