25ste Jaargans WOENSDAG 29 NOVEMBER 1933 No. 7673 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin ba- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur eq verhuur, koop en verkoop: f 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. V Ons recht, maar Gisteren is, zooals men heeft gelezen, in Leiden officieel geopend een nieuwe katho lieke school voor lager onderwijs aan den Haagweg. Terecht heeft de wethouder van onder wijs mr. Tepe geconstateerd, dat hier is gebouwd een model-school een school, die een roem is voor degenen, die haar hebben gebouwd en speciaal voor de architecten, de heeren v. d. Laan en te vens een betrekkelijk goedkoope school. Oók onder dit laatste opzicht mag deze school vóóral in dezen tijd als een model school worden ten voorbeeld gesteld. Doch dit zij slechts terloops opgemerkt. Leiden heeft een katholieke school méér! Niets bijzonders. Er was behoefte aan schoolruimte bij het katholiek bijzonder onderwijs. Andere richtingen in het bij zonder onderwijs krijgen ook, als men aan de wettelijk-vereischte voorwaarden vol doet, de benoodigde schoolruimten. De voorstanders van openbaar onderwijs heb been ook, waarop zij" aanspraak kunnen maken. Niets bijzonders dus. 't Is ons recht. Volkomen juist, 't Is ons recht, maar.... Maar wij hebben een tijd gehad, dat wij ons recht niet kregen. En in andere landen krijgen de katho lieken in dit opzicht hun recht nog niet. Dit is een overweging naar aanleiding Van de hier-bedoelde in gebruik neming eener nieuwe katholieke school, die ons moet stemmen tot dankbaarheid e n tot voorzichtigheid. Tot dankbaarheid voor den arbeid en het beleid van hen, die voor ons dezen toe stand van g e 1 ij k-b erechtiging heb ben verworven. Tot voorzichtigheid, opdat het verworven resultaat niet verloren ga! En nu halen wij er de politiek.... bij! Neen, wij halen ze er niet bijVanzelf dringt zich hier naar voren de gedachte, de werkelijkheid, dat deze gelukki ge voor tallooze katholieken in andere landen benijdenswaardige toe stand mede te danken is aan het eens gezind politiek streven en arbeiden in de R. K. Staatspartij! En ook plaatst zich hier onmiddellijk voor den geest de vraag, of wij deze po sitie behouden zullen, als wij onze eenheid in de politiek verwaarloozen en verliezen.... Ter wille van onze hoogste goederen mogen wij niet onverschillig zijn voor de politiek! Diegenen onder ons, die minachtend de politiek voorbijloopen als geknoei en gekonkel, als baantjes-jagerij uit eer- en winzucht, zij verwarren de po litiek met de verkeerdheden van bepaalde politici (die men ook wel onder de katho lieken zal aantreffen) en zij zien in hun breed-denkendheid niet, dat ten slotte de rechten en vrijheden der Kerk voor een zeer groot deel afhangen van de politiek, die gevoerd of niet gevoerd wordt! En wij mogen nooit vergeten, als wij hebben wat ons recht is, dat wij dat ook verliezen kunnen.... ook door eigen schuld! DE EERSTE KAMER. De Eerste Kamer kwam gisteravond in vergadering bijeen. De voorzitter deed me- dedeeling van het besluit der centrale af- deeling om een aantal wetsontwerpen in de afdeelingen te onderzoeken. Daarna nam de senaat bij hamerslag een zestal kleine wetsontwerpen aan, waarop de vergadering gesloten werd. DE RADIO-REGELING DE V.A.R.A, ZAL DE VRIJHEID NIET MOGEN MISBRUIKEN DE ECONOMIE IN DEZEN TIJD DEN HAAG, 28 November. Vrijdagmiddag was de Kamer gevorderd tot het antwoord van den minister van Bin- nenlandsche Zaken op de verschillende op merkingen over de Postbegrooting. Afge zien van een heele reeks punten, die slechts van ondergeschikt belang zijn te achten, was de aandacht voornamelijk gewijd aan het antwoord van den minister inzake het radiovraagstuk. Dit vraagstuk noemde m 1- nisterdeWilde een der ernstigste pro blemen, waarvoor hij een oplossing moest zoeken te vinden. Dat na de scherpe de batten, die daarover bij vorige gelegenhe den waren gehouden, de toon, waarop af- geloopen Vrijdag hierover was gesproken, alle scherpte verloren had, noemde de mi nister zeer verheugend. Daardoor kon de sfeer van vertrouwen, die voor een bevre digende oplossing absoluut noodzakelijk is, worden bevorderd. Allereerst de vraag of er een beroeps instantie moet komen. De toestand is nu zoo, dat de radio-omroep-controle-commis- sie in hoogste instantie beslissingen neemt. De minister noemde dit volkomen onjuist. De heeren Vliegen (S.D.A.P.) en van Dijk (A.R.) meenden, dat deze beroepsinstan tie niet de regeering zelf mocht zijn, maar minister de Wilde meende daartegenover, dat het laatste woord hier moest zijn bij de regeering. Het gaat toch in laatste in stantie om een vraag van staatsbeleid en de regeering, die daarvoor de volle ver antwoordelijkheid draagt aan de Staten- Generaal, moet daarover kunnen beslissen. De tweede vraag betrof het zendtijdbesluit van minister Reymer. De ministA had hier aangetroffen een historisch-gegroeiden toe stand. Op het gebied van de omroep is in Nederland wat buitengewoons tot stand ge komen. Door vrijwillige bijdragen heeft het particulier initiatief in Nederland tot stand gebracht, wat in het buitenland slechts in Rusland geschiedt en hier de worden bewerkstelligd. Definitieve stap pen kunnen pas worden gedaan, indien de daarvoor noodzakelijke sfeer van vertrou wen is ontstaan. Wat het verbod van de Internationale betreft, zeide de minister, dat de dagelijksche uitzending daarvan slechts inRusland geschiedt en hier de voortdurende ergernis opwekte van drie kwart der bevolking. Met alle waardee ring voor wat de Vara heeft gepresteerd, heeft de minister toch bezwaren tegen het karakter van deze omroep. De Vara kan eigenlijk niet veel anders voortbrengen dan strijd tegen anderen, veel meer dan de andere omroepen. Wel wil de minister de Vara niet verbieden, maar hij voegde daar aan de waarschuwing toe, dat dan ook de Vara van haar vrijheid geen misbruik mag maken. De minister speelde open kaart: „het krenken van andersdenkenden moet eruit, anders gaat de Vara zelf eruit". De politiek wil de minister nog niet absoluut weren uit den aether. Past men de bestaan de regeling van 22 April j.l. toe, d.w.z. weert men politieke propaganda, dan be hoeft de regeering niet in te grijpen. Maar anders: de politiek uit den aether. De der de vraag betrof de gedragslijn t.a.v. de zen ders. Ook dit is een uiterst moeilijke zaak. Men heeft in Nederland nu eenmaal vier uiteenloopende groote denkrichtingen. Maar voor zoo ver men een kan zijn, moet men dit ook zijn. De minister heeft a.s. Vrijdag om twee uur een belangrijke ver gadering, waarop hij hoopt dit vraagstuk op te lossen. In afwachting daarvan liet hij nu hieromtrent weinig los. Hij stelt zich voor de exploitatie in een hand te brengen, waarop de omroeporganisaties ieder de hun toekomende medezeggenschap mogen uit oefenen. De heer Vliegen deed vergeefsche po gingen om te repliceeren, waarna de post begrooting z. h. s. werd aangenomen. Vervolgens werd een aanvang gemaakt met de behandeling van de begrooting van economische zaken. Volgens de heer Kor- tenhorst (R.K.), die als eerste van een geheele reeks van sprekers het woord voer de, ziet de regeering de economische po litiek in te klein bestek. Zij wijdt te wei nig aandacht aan het industrieele vraag stuk. Moet men bij de landbouw overgaan tot inkrimping en extensiveering, op in dustrieel terrein zullen wij offensief moe ten optreden. De industrie moet niet wor den ingekrompen, maar worden uitgebreid. Dit is bovendien de eenige doeltreffende be strijding van onze werkloosheid. Onze dich te bevolking kan op den duur alleen be staan door de industrie. De nieuwe koers van de handelspolitiek werd door den heer Kor tenhorst toegejuicht. Alleen waarschuw de hij de Regeering bij onderhandelingen kleine landen als Zwitserland niet te ver waarloozen. Hij brak verder een lans voor de samenwerking tusschen de bedrijfsge- nooten. Nationaal en internationaal bevin den wij ons in een tijdperk der gebonden economie. De oplossing van de economisqhe crisis moet worden gezocht in de uitbrei ding van het kartelwezen, nationaal en in ternationaal. De heer Kortenhorst vroeg een wet, die de re.Teering de bevoegdheid moet geven afspraken tusschen de bedrijf s- genooten bindend te verklaren. Hij vond hierbij steun bij den heer Kuiper (R.K.), die hoopte, dat de durf, waarvan minister Verschuur reeds zoo herhaaldelijk heeft blijk gegeven, ook op dit terrein zich wat meer zou uiten. De heer Hermans (R.K.) bracht den minister hulde voor zijn werk kracht. Wij moeten streven naar werkbe- houd. Speciaal onze natuurlijke hulpbron nen moeten worden bereikt. Naast de land bouw staat de mijnbouw als een bedrijf met een zeer groote economische beteeke- nis. De structuur van het gecentraliseerde Nederlandsche bankwezen leent zich niet voor credietverleening aan kleinere indus trieele ondernemingen. Daarvoor zal een speciale bank moeten worden in het leven geroepen. Ook deze katholieke spreker drong aan op de economische bedrijfsorga nisatie. De heer Van den Tempel (S.D.A.P.) sloot zich aan bij de hulde, die den minis ter van verschillende zijden werd gebracht. Hij oordeelde het crisisbeleid van de re geering te eenzijdig georiënteerd op den landbouw. Hij vond het onjuist, dat bij de steun aan den landbouw ook de kapitaal krachtigen worden gesteund. De heer van den Tempel vroeg den minister uitdruk kelijk of wij op het geleed der handels politiek naast de cuntingenteering en de reciprociteit ook nog een onderhandelings tarief te verwachten hebben. Hij besprak verder de kwestie van de economische sa menwerking tusschen Nederland en de ko loniën, de exportcrediet-verzekering en drong aan op het periodiek doen toekomen aan de Staten-Generaal van nota's betref fende het regeeringsbeleid. De heer Schilthuis V.D.) is over het algemeen content met het economisch re geeringsbeleid. Wel onderschreef hij niet Dr. Kortenhorst's opmerking, dat wij met volle zeilen zijn gegaan in de richting van de actieve handelspolitiek. Hij drong er verder op aan, op ruimere schaal bij de uitvoering van crisismaatregelen gebruik te maken van deskundigen uit het bedrijfs leven. De heeren Weitkamp (C.H.), Vervoorn (Platt. Bond) en Ir. Lou- w e s (V.B.) stelden als agrarische afgevaar digden de beteekenis van de bodemcultuur nog eens uiteen. De heer S m e e n k (A.R.) opperde de mogelijkheid van een geheel gewijzigde organisatie van de steun aan den landbouw, de heer Zandt (Staatk. Geref.) hield interessante(?) economische beschouwingen. Het beleid der regeering lijkt naar niets en alles zal terecht komen, als wij de verzekeVingsdwang maar afschaf fen. Dan hooren wij nog liever een betoog van den heer de Visser (Comm.) die nogmaals aandrong op erkenning van de Sovjetregeerïng ter bevordering van onzen export. Nadat de heer Sneevliet (Rev. Soc.) nog het woord had gevoerd en de heer K u- pers (S.D.A.P.) enkele opmerkingen had gemaakt, die beter bij de Algemeene Be schouwingen hadden thuisbehoord, kwam minister Verschuur nog aan het woord. Uiteraard was hij ten zeerste erkentelijk voor de waardeering, die hem van ver schillende zijden was betuigd. Wat de be weerde bevoorrechting van den landbouw betreft, dit ontkende de minister ten stel ligste. Alle fabelen, die over den steun aan den landbouw de ronde doen, verwees de katholieke bewindsman naar de papier mand. Het is volkomen onjuist, dat de rijke kapitalisten gesteund worden ten koste van de arme landbouwers. Het doel van de steun aan den landbouw is geen -ander dan de dekking der productiekosten. De steun mag niet meer bedragen dan voldoende is om de landbouw op de been te helpen. De minister verwachtte veel van de gewij zigde handelspolitiek, maar dan moet de industrie zich ook zooveel mogelijk toeleg gen op „efficiency". Door de verschillende landbouwcrisiswetten worden de zoozeer gedaalde prijzen van landbouwproducten wat opgeheschen. Tegenover den heer de Visser, die beweerd had, dat bij erkenning van de Sovjet-regeering wij wel een afzet gebied hadden kunnen vinden voor ons overtollig vee, merkte de minister op, dat deze heer blijkbaar niet goed op de hoogte was, daar het buitenland aan het Neder landsche vee in geen enkel opzicht behoef te heeft. De minister wees nog eens in ant woord op den heer Kupers op de gevaren, verbonden aan een particuliere boycot b. v. HET LEIDSCH STADHUIS ONGELIJKE BEHANDELING. Het Eerste-Kamerlid Dr. Henri Polak zond aan de „Maasbode" een artikel toe be treffende den gang van zaken bij de vast stelling van het program van eischen en de beoordeeling der ingekomen plannen voor het Leisch stadhuis. De strekking van dit stuk is te betoogen, dat er geen middel ongebruikt is gelaten, om het plan-Krop holler niet tot zijn recht te laten komen. Dr. Polak is in de gelegenheid, een aan tal brieven over te leggen, die nog eens in het bijzonder het „meten met twee maten" van de Leidsche instanties moeten aantoo- nen. In het programma van eischen was, zoo als men weet, het terrein bepaald. De ar chitecten zouden een zeker honorarium ontvangen, als hun plannen aan deze eischen beantwoordden. Kropholler wilde er van afwijken, doch wilde zekerheid, dat men zijn plan niet hierdoor eenvoudig zou ter zijde stellen. Hij wendde zich tot den betreffenden wethouder, die op 13 Februari liet weten (na B. en W. gepolst te hebben): „dat de vraag of de plannen bij eventueele afwij king van het „Programma van Eischen" al dan niet ter zijde worden gelegd, desge- wenscht door U aanhangig kan worden ge maakt bij de Raadhuis Advies-commissie, welke Commissie zich zoo noodig met Bur gemeester en Wethouders zal verstaan". Hierop wendde Kropholler zich om streeks medio Februari 1933 tot den secre taris der Raadhuis Advies Commissie met het verzoek, eenige vrijheid toe te staan inzake de terreingrenzen (rooilijnen) en daarvoor den inzenders een aanvullende bepaling op de program-eischen te doen toe komen. Op 18 Feburari deelde de secretaris mede, dat de A. A. C. „tot haar leedwezen aan Uw verzoek, alsnog een aanvullingsbepa ling omtrent de rooilijnen in' het program ma op te nemen, vermeent niet te kunnen voldoen, daar het in verband met het groote deel van den termijn, dat reeds is verstre ken, tot onbillijkheden zou leiden, alsnog wijzigingen, van hoe gering schijnenden aard ook, in het programma te brengen. Dit te eerder omdat er ruimschoots gele genheid gegeven is om in een vroeger sta dium eene vraag van dezen aard te stel len". Toen nu, na de inlevering der plannen op 1 Mei bekend werd, dat aan Blaauw wel zeer belangrijke afw ij kin gen van het programma waren toegestaan, heeft Kropholler opnieuw ge schreven aan den secretaris der Raadhuis Advies Commissie, waarin hij nog eens herinnerde aan de hierboven geresumeerde briefwisseling, waarbij geen afwijkingen van het program aanvaard werden en de hoop uitsprak, dat tegenover andere inzen ders geen ander standpunt zou worden in genomen. Deze brief is niet meer beantwoord, ter wijl „het andere standpunt tegenover an dere inzenders" door Dr. Henri Polak na der omschreven wordt aan de hand van het verschenen prae-advies. „Zal nu werkelijk, besluit de heer Polak, Leiden's gemeenteraad de Kropholler te beurt gevallen behandeling, of liever: mis handeling, goedkeuren en zich een ontwerp laten opdringen, dat in alle opzichten be neden dat van Kropholler staat?" van Duitsche goederen. Wij moeten bij een dergelijken maatregel steeds bedacht zijn op onze internationale positie. Het betoog van den heer Zandt bestempelde minister Verschuur als liefdeloos. Gisteren is in behandeling gebracht de begrooting van Sociale Zaken; de minister komt heden aan het woord. NOGMAALS DE STAD IN CIJFERS. Dezer dagen schreven wij in een artikeltje over de Leidsche begrooting voor het dienstjaar 1934, dat het ons verheugde, dat de begrooting sluitend was gemaakt. Even wel wezen wij erop, dat het Rijk bezig was een gat erin te graven door middel van het wetsontwerp tot vermindering van de Rijksuitkeering uit het Gemeentefonds, welk gat voor 1934 met ongeveer 133.600 gestopt zou moeten worden. Deze gelden zouden gevonden moeten worden door nieuwe en verder gaande bezuinigingen en versoberingen en zoolang deze niet gevon den waren, zou men een beroep op de Al gemeene Reserve moeten doen. Hieruit is reeds voor het sluitend maken der oor spronkelijke begrooting een bedrag van 45.000 geput, zoodat dit tezamen een be drag van 178.600 vormt, waarmede wij ons spaarpotje van een half millioen moe ten aanspreken. Ter aanvulling van deze cijfers moeten VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Tien doodvonnissen in het communisten proces te Dessau. (2de blad). Mevr. Gandhi alweer gearresteerd. (2de blad). De lynchpartijen in Amerika. (2de blad). BINNENLAND. Een teeltregeling voor het rundvee. (1ste blad). Program der rundvee-centrale. (1ste blad). Wijziging radio-reglement. (1ste blad). Instorting bij zandafgraving te Schinnen eischt een doode. (Gem. Ber. 3e blad). Caféhouder te Horst door zuurstofdam- pen omgekomen. (Gem. Ber. 3e blad). Doodelijke verkeersongelukken te Leens en Den Haag. (Gem. Ber. 3de blad en Laat ste Ber.). wij volledigheidshalve nog mededeelen, dat het Rijk inmiddels ook haar uitkeering als tegemoetkoming in de kosten voor de werkloozensteun heeft verlaagd en wel met ongeveer 80.000. Dit brengt echter weinig verandering in de reeds geschetste situatie, want na de wijziging van het wetsontwerp inzake de uitkeering ujt het Gemeentefonds zal voor de gemeente Leiden de verminde ring van de uitkeering ongeveer 80.000 bedragen inplaats van 133.000, zooals aanvankelijk was bepaald). Naar wij ver nemen, zal de wethouder van financiën binnenkort een nota van wijziging van de begrooting indienen. BINNENLAND DR LOONSVERLAGING BIJ DE SPOORWEGEN. Personeelraad wendt zich tot de Regeering. In de bespreking tusschen de directie en den personeelraad der Ned. Spoorwegen, welke gisteren is gehouden, heeft de raad zijn standpunt, reeds eerder in een brief kenbaar gemaakt, inzake de mededeeling, dat de regeering loonsverlaging voor het spoorwegpersoneel onvermijdelijk acht, na der uiteengezet. Der directie werd medege deeld, dat de raad er prijs op stelt, op de aangevoerde motieven, de regeering duide lijk te maken, dat verdere loonsverlaging voor het personeel onredelijk is te achten. De raad zal zich nu tot de regeering wenden. VERHOOGING TABAKSACCIJNS. Sigaretten zwaarder, sigaren minder zwaar belast. Naar het „Handelsblad" meedeelt zou de regeering zich niet ontoegankelijk hebben getoond voor de bezwaren, die tegen den voorgestelden vorm van de accijnsverhoo- ging naar voren zijn gebracht en op grond van besprekingen tusschen de regeerong en de Commissie van Voorbereiding uit de Kamer, moet er overeenstemming zijn be reikt op een nieuwen grondslag, waardoor de accijns als volgt zou worden verhoogd: siagretten van 33 1/3 tot 50 pet.; sigaren van 10 tot 12 1/ pet.; Rooktabak van 15 tot 22 1/2 pet. Hierbij kan nog pogemerkt worden, dat wordt overwogen op kleine sigaren de oor spronkelijk voorgestelde verhooging tot 22 1/2 pet. toe te passen, omdat terecht of ten onrechte wordt aangenomen, dat dit fabrikaat steeds machinaal wordt vervaar digd. Tevens wordt het blad van goedinge- lichte zijde medegedeeld, dat de regeering waarschijnlijk niet bereid zal zijn, om over te gaan tot verhooging van het tabaks- vergunningsrecht, waarop van de zijde van den tabakshandel was aangedrnogen. Daarentegen wordt overwogen om een verbod in te stellen tegen verkoop van ta baksfabrikaten beneden den banderolle- prijs. Ten slotte wordt nog meegedeeld, dat het vraagstuk van het cadeau-stelsel ern stig onder de oogen wordt gezien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1