SPORT
DINSDAG 28 NOVEMBER 1933
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG.
VERBINDING LANGEGRACHT EN
MARESINGEL.
Zooals bekend, hebben de Stedelijke Fa
brieken van Gas en Eleco-iciteit binnen af-
zienbaren tijd behoefte aan uitbreiding van
haar terreinen door bijtrekking van dat
der voormalige bergraafplaats nabij de
Huigstraat (het zgn. Groote Bolwerk). Deze
begraafplaats zou daarvoor moeten worden
afgegraven, welk werk, gezien het groote
aantal steuntrekkende werkloozen, naar de
meening van B. en W. in aanmerking komt
om nog dezen winter bij wijze van werk-
verschaifing te worden uitgevoerd. Intus-
schen doet zich hierbij een moeilijkheid
voor, waaromtrent dient te zijn beslist,
vóórdat de afgraving kan worden ter hand
genomen.
Het af te graven terrein toch is op het
oogenblik van de terreinen der Lichtfabrie
ken gescheiden door de Huigstraat, welae
een verbinding vormt tusschen de Lange-
gracht en den Maresingel. Het bedryfsoe-
lang dier fabrieken eiscnt, dat tusscnen bei
de terreinen geen dergelijke scheiding aan
wezig is, wente een onbelemmerde verbin
ding mee het bij te trekken gedeelte in den
weg zou staan. Deze eisch sluit in zien,
dat de Huigsaaat met ais veraeersverbin-
ding kan worden bestendigd.
B. en W. heoben ter zaae het advies ge
vraagd aan de Commissie van Fabricage.
Blyaens naai1 in de Leesaamer neergelegd
schrijven, zijn de meeningen in deze com
missie cuenaangaanae eenter zoo verdeeld,
dat de commissie zelfs geen meerderheids-
aavies heeft kunnen uitbrengen. Ons Col
lege, aldus B. en W., zou, mèt de meerder
heid van Commissarissen der Stedelijke
Feorieken van Gas en Eiectriciteit, de op
lossing in dezen willen zoeken in het op
heffen van de Huigstraat en de Huigbrug
ais verbinding van ae Langegracht met den
Maresingel en het malten van een nieuwe
veroinaing langs de tot den singel door
te trekken Susanne Klinkertstraat, gepaard
gaande aan het vervangen van de Huig-
brug door een brug in net verlengde van
laatstgenoemde straat. Aldus zou eenerzijds
liet beiang der Lichtfabrieken, die over een
ongesplitst terrein zouden Kunnen bescnnc-
ken, worden gediend, terwijl anderzijds het
belang van het verKeer, hetwelk voor de
veroinding Langegracht-Prins Hendrik-
pieya siecnts een zeer geringen omweg zou
behrKJven te max en. alleszins voldoenae in
het oog zou worden gehouden.
In verband met de maatregelen der Re
geering tot beperking van den rundveesta
pel aoet de Crisis-Rund veecentrale thans
aan het Openbaar Slachthuis door een
tweetal te Leiden gevestigde fabrikanten
van verduurzaamde" levensmiddelen een
groot aantal runderen slechten (300 a 400
per week) voor bereiding van rundvleesch
in blik. Voor deze fabrikanten bedraagt
op grond van het bepaalde in de verorde
ning, regelende de heffing van belastingen
voor het gebruik van het Openbaar Siacnt-
huis, het slacht- en keurloon ƒ3.per
rund.
De Crisis-Runveecentrale acht dit tarief
te hoog en verzoekt het tot 1.50 te veria
gen, onder mededeeling, dat by niet-verla-
ging daarvan het gevaar bestaat, dat met
het slachten van runderen voor de berei
ding van rundvleesch in blik binnen onze
gemeente niet zal kunnen worden doorge
gaan.
Hoewel het tarief hier in het algemeen
niet hooger is dan dat aan andere openbare
slachthuizen, waar eveneens ten behoe
ve van de Crisis-Rundveecentrale wordt
geslacht, en de Centrale blijkbaar over het
hoofd ziet, dat onder het keurloon ook het
slachtloon begrepen is, bestaat er niette
min naar onze meening zoowel met het oog
op de belangen der gemeente als gelet op
die van de hier gevestigde vleeschwarenfa-
brieken wel aanleiding aan bovenbedoeld
verzoek zooveel mogelyk tegemoet te ko
men; de aanzienlijke toeneming van het
aantal slachtingen beteekent toch voor de
gemeente, ook na eenige verlaging 'van het
tarief, een niet onbelangrijke verhooging
van inkomsten en voor de bovengenoemde
fabrieken een zeer welkome vermeerdering
van hare bedrijvigheid, die op haar beurt
weder tot werkverrruiming hier ter stede
leidt.
Met het oog op een en ander ware het
bovenbedoelde slacht- en keurloon in dien
zin te herzien, dat het wordt verminderd
tot ƒ2.— voor elk rund, dat per week bo
ven de 200 stuks wordt geslacht, terwijl de
inwerkingtreding van het nieuwe tarief dan
zou kunnen worden bepaald op 11 Decem
ber a.s.
Als gevolg van het arrest van den Hoo-
gen Raad van 22 Februari 1932 is de ver
plichte invoerkeuring van vleeschwaren
ook in onze gemeente vervallen en worden
in verband daarmede de voor die keuring
vastgestelde rechten niet meer geheven.
Aangezien ook het vrijwillig ter keuring
aanbieden van vleeschwaren in de prak
tijk niet voorkomt, heeft het geen zin deze
tarieven langer te handhaven en B. en W.
stellen daarom voor deze thans te doen ver
vallen. Alleen voor spek, dat „versch
vleesch" in den zin der Vleeschkeurings-
wet is, moet het geldende keurloon van
0.02 per K.G. gehandhaafd blijven.
Verkoop perceel bonwterrein.
Van de Gemeente-Commissie van hel
Nederduitsch Hervormd Kerkgenootschap
te Leiden is een verzoek ingekomen, om van
de gemeente te mogep koopen een perceel
bouwterrein aan de Ambonstraat.
De gevoerde onderhandelingen hebben er
toe geleid, dat de Gemeente-Commissie be
reid is het bouwterrein, groot 548 M2 te
kóopen tegen den prijs van f 9.— per M2,
vóór zooveel getreft het gedeelte van dit
terrein, ter diepte van 24 M., gemeten van
de Ambonstraat (oppervlakte rt 360 M2),
en tegen den prijs van 5.— per M2, voor
het overige gedeelte van dat terrein (op
pervlakte 188 M2). Verder gaat adres
sante accóord met de aan den verkoop te
verbinden voorwaarden.
Verkoop straat, grond en sloot.
Teneinde uitvoering te kunnen geven
aan een plan voor den bouw van eenige wo
ningen aan de Anna Paulownastraat, be
hoeft de heer J. de Lange de beschikking
over een aan de gemeente behoorende
strook grond en water, ter grootte van
25 M2. Belanghebbende gaat accoord met
den ge vraagden prijs van 10.per M2.
Aankoop strook grond.
Als gevolg van het doortrekken van de
De Laat de Kanterstraat in zuidoostelijke
richting, is het noodig de aan het vroegere
einde van die straat staande transforma
torzuil te verwijderen en deze, mede met
het oog op de voortschrijdende bebouwing
in deze omgeving, te vervangen door een
transformatorhuisje.
De heer van Dam is bereid bevonden den
voor dit gebouwtje benooidgden grond met
toegangspad aan genoemde straat, tezamen
groot 55 M2, te verkoopen voor 288.
in totaal, onder voorwaarde, dat ten be
hoeve van een aantal woningen het recht
van overpad over het toegangspad wordt
verleend.
Aankoop bouwgrond ten Zuiden van den
Hooge Rijndijk..
De heer E. M. Lamon heeft aan de ge
meente te koop aangeboden eenige per-
ceelen bouwgrond ten zuiden van den
Hoogen Rijndijk en ten oosten van de
Roomburgerwetering, groot 2.26.87 H.A.
Na gevoerde onderhandelingen heeft de
heer Laman zich bereid verklaard den
grond af te staan voor ƒ1.per M2, en om
bij totstandkoming van den verkoop, de
perceelen van de gemeente te huren voor
den tijd van drie jarer voor 180.per
H.A. en per jaar.
Het bezit van deze gunstig gelegen, voor
bebouwing met arbeiders- en kleine mid
denstandswoningen bestemde terreinen is
voor de gemeente van belang, aldus B. en
W. De terreinen zijn direct toegankelijk
vanaf de Meerburgerstraat, zoodat het mo
gelijk is de gronden desgewenscht op kor
ten termijn in exploitatie te brengen. De
gevraagde prijs is mede met het oog op de
exploitatiemogelijkheden, aannemelijk te
achten, terwijl met de verhuring op den
aangegeven voet eveneens accoord kan
worden gegaan.
B. en W. stellen voor den bouwgrond te
koopen voor 23.000.
Verhuring.
Van den heer Ir. J. M. Rademaker, huur
der van het woonhuis Terweepark 8, is een
verzoek om huurvermindering ingekomen.
Deze woning werd aan hem verhuurd bij
raadsbesluit van 14 April 1930 voor den tijd
van één jaar, ingaande 1 Mei 1930, voor
den prijs van 925.per jaar. De straat
belasting is voor rekening van den huur
der.
Met de Commissie van Fabricage zijn B.
en W. van oordeel, dat in dit geval er aan
leiding is, den huurprijs te verlagen tot
850.— per jaar, met inbegrip van de
straatbelasting, zoodat deze dan niet meer
afzonderlijk verschuldigd zal zijn.
Andries Schotkade.
By' de behandeling, in den Raadsvergade
ring van 28 Augustus 1933, van een voor
stel inzake het geven van namen aan ver
schillende straten en straatgedeelten wer
den van verschillende zijden bezwaren ge
uit tegen den naam Kastanjekade
voor de straat in het verlengde van de be
staande Kastanjekade, tusschen de Hcoren-
straat en de Leuvenstraat. De heer Kooi-
stra diende daarby het voorstel in, om be
doelde straat te noemen Schelpenkade. In
verband met een en ander namen B. en
W. hun voorstel met betrekking tot de
onderhavige straat terug, ten einde den
daaraan te geven naam nog eens onder het
oog te zien. Bij nadere overweging komt
het hun voor, dat de naam Schelpenkade
voor deze straat geen aanbeveling verdient.
Zoowel door haar ligging ten opzichte van
de Schelpenkade, als doordat zij daarvan
door de sloot langs de Leuvenstraat is ge
scheiden, kan de onderhavige straat h.i.
niet als de logische voortzetting van de
Schelpenkade worden beschouw. Waar nu
anderzyds blijkbaar bezwaar wordt ge
voeld tegen den naam van Kastanjekade,
doordat de straat van de bestaande Kas-
tanjekade door de Heerenstraat wordt ge
scheiden, zouden B. en W. haar een nieu
wen naam willen zien gegeven, en wel,
evenals die van de meeste andere straten
in de wijk ten Westen van de Heerenstraat,
ontleend aan het beleg van Leiden. Met
het oog hierop ware de onderhavige straat
te noemen naar Andries Schot, aan
voerder van een schuttersvendel tijdens
het beleg, later schepen en lid van de
vroedschap, n.l. Andries Schotkade
de geven.
Wolmaransstraat.
In aanmerking nemende, dat er in onze
gemeente twee straten zijn, welke den
naam Hendrikstraat dragen, n.l. een zij
straat van de Langegracht, naby de Hout
markt, en een zijstraat van de Lopsen-
straat, nabij den Morschweg, achten B. en
W. het wenschelijk een daarvan, en wel die
nabij den Morschweg, een anderen naam
te geven.
Waar deze straat gelegen is in de zgn.
Trans vaal wyk, zouden zij haar genoemd
willen zien naar J. M. Wolmarans, eertijds
lid van het Uitvoerend Bewind van Trans
vaal en gezant der Boeren naar Europa.
Belegging kasgelden.
Voor belegging van overtollige kasgelden
wordt jaarlijks een besluit van den Raad
vereischt.
Onder verwijzing naar het laatstelijk ge
nomen besluit d.d. 19 December 1932 geven
B. en W. den Raad in overweging te bepa
len, dat gedurende het jaar 1934 overtol
lige kasgelden kunnen worden uitgeleend
a. publiekrechtelijke lichamen en de
Bank voor Nederlandsche Gemeenten N.V.;
b. ander door het College aan te wij
zen instellingen.
Leeraar Kweekschool.
In verband met de ziekte van den heer
C. Kok, leeraar r het Engelsch aan de Ge
meentelijke Kweekschool voor onderwijzers
en onderwijzeressen werd de heer M. W.
Karstens te Wassenaar in de Raadsverga
dering van 2 October j.l., tot wederopzeg-
gens, benoemd tot tijdelijk leeraar in het
Engelsch aan genoemde school.
Aangezien de heer Kok nog niet hersteld
is en de heer Karstens slechts voor korten
tyd bereid was de lessen in het Engelsch
aan die school te geven, moest worden ge
tracht tot aanstelling van een anderen tij
delijk leeraar te geraken.
Op grond van het vorenstaande geven
B. en W. den Raad in overweging den heer
W. G. Hartstra te Dordrecht tot wederop-
zeggens te benoemen tot tijdelijk leeraar in
het Engelsch aan de Gemeentelijke Kweek
school voor onderwijzers en onderwijzeres
sen.
i
Leeraressen H.B.S.
In verband met de ziekte van den heer
Drs. M. G. Stokvis, leeraar in het Duitsch
aan de Hoogere Burgerschool met vijfjari
gen cursus, werden de dames M. M. J. Hof
man en A. Z. Huisman, respectievelijk met
ingang van 7 en 18 September j.l. tot weder-
opzeggens, doch uiterlijk voor den tijd van
drie maanden, tijdelijk belast met het geven
van les in dat vak.
Aangezien het niet te verwachten is, dat
de heer Stokvis vóór de Kerstvacantie in
staat zal zijn zijn taak te hervatten en de
werkzaamheid van de tijdelijke leerares-
vermoedelijk langer dan drie maanden moet
duren, geven B. en W. den Raad in over
weging de aanstelling van de dames M. M.
J. Hofman en A. Z. Huisman als tijdelijk
leerares in het Duitsch aan de Hoogere Bur
gerschool met vijfjarigen cursus, tot we-
deropzeggens, doch uiterlijk tot en met 23
December 1933, te verlengen.
R. K. School.
Door het bestuur der R. K. Parochiale
Jongensscholen onder R. K. Parochiaal
Kerkbestuur alhier is een aanvrage inge
diend om een voorschot te mogen ontvan
gen op de exploitatie-vergoeding over het
jaar 1933, voor de op 1 September 1933 ge
opende school voor gewoon lager onder
wijs aan de Potgieterlaan. Deze school telde
op den laatsten dag van de maand volgen
de op die van hare opening 132 leerlingen.
In verband met die aanvrage deelen B.
en W. den Raad mede, dat aan de bestu
ren van de overige in deze Gemeente ge
vestigde scholen voor gewoon lager onder
wijs over het jaar 1933 een voorschot werd
verleend op de exploitatievergoeding, be
rekend naar 16.68 per leerling en op de
vergoeding, wegens kosten van salarieering
van vakonderwijzers in de lichamelijke
oefening, naar 135.67 per wekelyksch les
uur per jaar.
Aangezien tegen inwilliging van het ver
zoek bij B. en W. geen bezwaar bestaat,
geven zij den Raad in overweging, de aan
vrage in te willigen.
Gereformeerde School.
In de Raadsvergadering van 6 November
1933 werd om praeadvies in handen van B.
en W. gesteld een verzoek van het bestuur
van de Gereformeerde Schoolvereeniging
om, op grond van het bepaalde bij artikel
72 der Lageronderwijswet 1920, medewer
king te verleenen tot de aanschaffing van
leermiddelen ten behoeve van zyne school
voor u.l.o. aan de Hooglandsche Kerk-
gracht 20a.
Ter toelichting van zijn verzoek merkt
het bestuur op, dat het aantal leerlingen
van die school, in het bijzonder dat van de
4e klasse, met September j.l. dermate is
toegenomen, dat uitbreiding van de leer
middelen noodig is.
De kosten van de aanschaffing van die
leermiddelen, welke door het bestuur zijn
geraamd op 1.127.50, behooren naar de
meening van B. en W. niet tot de onder-
houdsuitgaven, welke moeten worden be
streden uit de ingevolge artikel 101 der La
geronderwijswet 1920 te verleenen exploi
tatievergoeding. maar tot de buitengewone
uitgaven, bedoeld in artikel 72 dier wet
B. en W. stellen voor het verzoek in te
willigen.
Hoofd bewaarschool.
Gelijk bekend is bestaat sedert 1 April
j.l. aan de openbare bewaarschool aan het
Elisabethshof de vacature van hoofd der
school. Met de voorziening in die vacature
meenden B. en W. te moeten wachten tot
dat door den Raad omtrent verschillende
bewaarschoolaangelegenheden eene beslis
sing zou zijn genomen. Na die beslissing
werden sollicitanten opgeroepen en werd
door B. en W. eene Commissie ingesteld
om het College van advies te dienen met
betrekking tot de bij den Raad in te dienen
voordracht.
B. en W. geven den Raad in overweging,
over te gaan tot de benoeming van een
hoofd van de openbare bewaarschool aan
het Elisabethshof, waarvoor zij de volgen
de voordracht aanbieden:
le. Mej. S. Molenaar, hoofd eener Kleu
terschool te Huizen;
2e. Mej. M. van Klaveren, tijdelijk on
derwijzeres aan de openbare bewaarschool
aah het Elisabethshof, alhier;
3e. Mej. B. W. van Duijn, hoofd eener
fröbelschool te Martenshoek.
Salarisverlaging ongehuwd Gemeente-
personeel.
In den brief ten geleide van de on twerp-
begrooting voor den dienst 1934, deelde B.
en W. mede, dat hun College by het Ge
organiseerd Overleg aanhangig had ge
maakt een wijziging van de tijdelijke kor
ting op de wedden en loonen van het ge
meente-personeel in dien zin, dat de aftrek
van 700.voor de berekening van de
korting vervalt ten aanzien van de onge-
huwden.
Blijkens het rapport van de Algemeene
Ambtenaren- en Werklieden-Commissie
heeft het overleg het volgende resultaat op
geleverd: Van de vertegenwoordigers van
het gemeentebestuur verklaarden zich 3
leden voor en 1 lid tegen het voorstel, ter
wijl 2 leden afwezig waren; van de orga
nisaties van ambtenaren en werklieden
stemden er 5 voor en 5 tegen. Van de orga
nisaties van het politiepersoneel, welke me
de aan het overleg deelnamen, was 1 orga
nisatie voor en waren 3 organisaties tegen
den maatregel.
B. en W. geven den Raad in overweging
het raadsbesluit van 2 Mei6 Juni 1932
inzake de tijdelijke korting op de wedden
en loonen van het gemeentepersoneel, in
gaande 1 Januari 1934 te wijzigen en aan
te vullen als volgt, blijvende dit raadsbe
sluit overigens onveranderd gelden:
I. op de wedden en loonen van hen, die
ongehuwd zijn en nimmer gehuwd zyn ge
weest, wordt de korting van 4.4 pet toe
gepast over de volle wedde of het volle
loon, zoodat voor hen de aftrek van 700.—
niet geldt;
II. als ongehuwde zal niet worden aange
merkt hy, die naar het oordeel van Burge
meester en Wethouders geacht moet wor
den in gezinsverband levende, eenige kost
winner te zyn.
De taxi's op het Stationsplein.
In handen van B. en W. is gesteld een
adres van de Nederlandsche Unie van
Chauffeurs en overig automobielpersoneel,
aangesloten bij den Centralen Bond van
Transportarbeiders, houdende verzoek om
stappen te doen, om een z.g. opschuifsys-
teem voor de taxi's op het Stationsplein te
verkrijgen.
Zulks geschiedde ten einde de schijnbare
tegenstrijdigheden, waarop in het adres
wordt gedoeld, op te helderen.
Te dien einde leggen B. en W. den Raad
over de met de Nederlandsche Spoorwegen
ter zake van de standplaatsen op het Sta
tionsplein door hen en de adresseerende
vereeniging gevoerde correspondentie en
merken daarbij het volgende op.
Het Stationsplein is eigendom van de Ne
derlandsche Spoorwegen.
Het staat weliswaar voor het publiek ver
keer open, doch slechts met gedoogen van
de eigenaresse. Zoolang het plein voor een
ieder toegankelijk blijft, is de verordening
op de Straatpolitie daarop van toepassing
en kunnen mitsdien ook op dat plein met
taxi's en dergelijke slechts standplaatsen
ingenomen worden met vergunning van ons
College.
Het recht van de eigenaresse, om op dat
plein het innemen van standplaatsen al dan
niet toe te laten, wordt daardoor evenwel
niet aangetast.
Het is zonder meer duidelijk, dat een der
gelijke stand van zaken aanleiding kan
geven tot allerlei conflicten, waardoor het
openbaar belang slechts geschaad kan wor
den. Ten einde in dit opzicht een regelma-
tigen toestand te scheppen, werden in 1925
met de Nederlandsche spoorwegen onder
handelingen gevoerd, met als resultaat, dat
overeenstemming werd bereikt.
Op uitdrukkelijk verlangen van de Ne
derlandsche Spoorwegen is daarbij vastge
legd, dat voor Gebrs. Borgerding, met uit
sluiting van anderen, de juist tegenover
den uitgang van het Station gelegen stand
plaatsen blyven gereserveerd.
Bij dat verlangen van de Nederlandsche
Spoorwegen hebben B. en W. zich toen
moeten neerleggen.
De Nederlandsche Spoorwegen zyn aan
deze regeling steeds blijven vasthouden en
een door B. en W. aangewende poging, om
alsnog het z.g. opschuifsysteem ingevoerd
te krijgen, is op bezwaren van de zijde van
die Maatschappij afgestuit.
Gelijk de adresseerende vereeniging in
haar thans aan de orde zijnde adres mede
deelt, heeft zij zich bij schrijven van 9 Mei
j.l. tot de Nederlandsche Spoorwegen ge
richt, om een opschuifsysteem te verkrij
gen en ontving zij daarop van die Maat
schappij de mededeeling, dat het regelen
van de standplaatsen voor automobielen
op het Stationsplein berust by B. en W.
Dit antwoord wekt, aldus B. en W., ge
heel in strijd met de feiten, den indruk,
dat de regeling van de standplaatsen op het
Stationsplein uitsluitend aan B. en W. be
hoort, waaruit zou volgen, dat dit College
tot dusverre het invoeren van een z.g. op
schuifsysteem zou hebben tegengehouden.
Dat zulks niet juist is, meenen B. en W.
door het voorafgaande voldoende te heb
ben aangetoond.
Ten overvloede hebben B. en W. zich, in
verband met het schrijven van adressante,
nog eens tot de Nederlandsche Spoorwegen
gewend, ten einde opnieuw te trachten die
Maatschappij te bewegen haar bedenkin
gen tegen invoering van het z.g. opschuif
systeem te laten varen, doch bij haar schrij
ven van 11 November j.l. berichtte zy B.
en W., dat zij tegen invoering van dat sys
teem bezwaar moet blijven maken.
B. en W. meenen met een en ander te
kunnen volstaan en stéllen thans voor het
adres in hun handen te stellen ter afdoe
ning, vermits het verleenen van stand
plaatsvergunningen ingevolge de verorde
ning op de Straatpolitie tot onze competen
tie behoort.
Directeur Maatschappelijk Hulpbetoon.
By hun praeadvies over de voorstellen
ingediend door de reorganisatie-Commissie
Maatschappelijk Hulpbetoon, stelden B. en
W. den Raad voor, het College op te dra
gen voorstellen bij den Raad in te dienen
betreffende de formatie en de salarieering
bij den Dienst voor Maatschappelijk Hulp
betoon en de bezetting van hoofd van den
Dienst. Zonder hoofdelijke stemming werd
dienovereenkomstig door den Raad beslo
ten.
Intusschen nam den Raad met 26 tegen 5
stemmen aan een voorstel van den heer
Wilbrink luidende: „h, een oproeping te
doen voor Directeur van Maatschappelijk
Hulpbetoon op een zoodamg tijdstip, dat
deze uiterlijk binnen 6 maanden na aanne
ming van de reorganisatie-voorstellen in
functie kan treden".
Alvorens ons College kan overgaan tot
het doen van zoodanige oproeping, dient
de Raad dus eerst nog een beslissing te ne
men omtrent het salaris, dat aan deze func
tie moet worden verbonden.
Waar de reorganisatie-Commissie een
stemmig voorstelde het salaris van Hoofd
van Dienst te bepalen op ƒ4200.tot
5000.geven B. en W. den Raad in over
weging te besluiten met ingang van een
nader vast te stellen datum in te stellen
de functie van Directeur van den Dienst
voor Maatschappelijk Hulpbetoon op een
salaris van 4200.tot 5000.per jaar
met 4 twee-j aarlij ksche verhoogingen van
200.—.
Staangeld voor woonwagens afgeschaft.
De verordening, regelende de heffing van
een belasting onder den haam van „Staan
geld voor woonwagens" in de gemeente
Leiden, heeft, ook na de verlaging van de
belasting by verordening van 6 Juni 1932,
welke verlaging ten doel had de invorde
ring te vergemakkelijken, in de practljk
niet voldaan.
De belasting bedraagt voor eiken woon
wagen 0.10 per dag, een gedeelte van een
dag voor één dag gerekend, waarmede het
verblijf binnen de gemeente den tijd van
14 al dan niet achtereenvolgende dagen bin
nen hetzelfde kalenderjaar te boven gaat.
De gemiddelde opbrengst bedraagt slechts
5.per week.
Blijkens de in de Leeskamer ter visie
liggende rapporten is aan de inning van
deze belasting zeer veel arbeid verbonden,
terwijl het bovendien verre van gemakke
lijk is het staangeld van weigerachtige
woonwagenbewoners in te vorderen; dit
kan zelfs tot groote moeilijkheden aanlei
ding geven.
Hoewel het alleszins billijk is te achten,
dat woonwagenbewoners, welke meer dan
14 dagen per jaar in de gemeente verblijf
houden, ook in bescheiden mate bijdragen
in de gemeentelijke lasten, heeft de Wet
gever het in artikel 31 van de Wet op
Woonwagens en Woonschepen 1918 aan de
Gemeenten overgelaten, om al of niet een
staangeld voor woonwagens te heffen.
Vermits de opbrengst van deze belasting
niet evenredig is aan de moeite, welke aan
de invordering ervan verbonden is en het
naar het oordeel van den Commissaris van
Politie niet te verwachten is, dat het ver
blijf van woonwagenbewoners van groo
teren omvang zal worden, indien geen
staangeld wordt geheven, geven B. en W.
den Raad in overeenstemming met de Com
missie van Financiën, in overweging het
staangeld voor woonwagens af te schaffen.
ATHLETIEK
DE TRAlNinG .N DE K. N. U. A.
De training van de dames voor de We-
reldspelen voor Vrouwen in 1934 en voor
de dames en heeren voor de Olympische
Spelen in 1936 is reeds aangevangen. De
leiding berust by de trainingscommissie
(een sub. commissie van de T. C.), De
eigenlijke training geschiedt door de hee
ren v. d. Putte en Korver, welke zich be
langeloos beschikbaar hebben gesteld.
De beide trainers bezoeken regelmatig
verschillende centra, waar de athleten uit
den omtrek bijeenkomen om onder hunne
leiding te oefenen.
In Groningen marcheeeren de zaken uit
stekend. De heer Korver oefent met de
heeren, des heer v. d. Putte met de dames,
waarbij de heeren Stühling en Hindriks
hun enthousiaste medewerking verleenen;
de athleten zijn ook vol vuur, zoodat hier
van een volledig succes van de trainings-
commissiet gesproken kan worden.
De heer Korver traint Zaterdags in Rot
terdam en gaat dan linea recta door naar
Groningen voor de training op den daarop
volgenden dag.
De heer v. d. Putte is reeds in Leiden
geweest en heeft bij het tweede bezoek aan
Vlug Lenig te 's-Gravenhage afgespro
ken, dat de Leidsche dames Zondags op het
Stokrozenplein komen oefenen. Daar ko
men dan ook de leden van de Zwaluwen, de
Groot, Maters en Smittenaar. De medewer
king van Vlug en Lenig, onder dr. Löwen-
berg is bijzonder aangenaam. In Arnhem is
de voorbereiding in vergevorderd stadium,
de deelnemers popelen om aan den gang te
gaan. De secretaris van O. A. B., de heer
Leuverink, verleent ook alle mogelijke
medewerking. oZndag jl. is de training in
Utrecht begonnen, deze week die met de
Amsterdamsche dames, te weten voorloo-
pig Duméee en de Koek. Hopelijk volgt de
A. D. A. dan ook. Zoo loopt de geheele zaak
onder de voortreffelijke leidinb van v. d.
Putte en Korver voorspoedig en voorspel
len we reeds thans een flink succes voor de
trainingscommissie.