SPORT DINSDAG 28 NOVEMBER 1933 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. VERBINDING LANGEGRACHT EN MARESINGEL. Zooals bekend, hebben de Stedelijke Fa brieken van Gas en Eleco-iciteit binnen af- zienbaren tijd behoefte aan uitbreiding van haar terreinen door bijtrekking van dat der voormalige bergraafplaats nabij de Huigstraat (het zgn. Groote Bolwerk). Deze begraafplaats zou daarvoor moeten worden afgegraven, welk werk, gezien het groote aantal steuntrekkende werkloozen, naar de meening van B. en W. in aanmerking komt om nog dezen winter bij wijze van werk- verschaifing te worden uitgevoerd. Intus- schen doet zich hierbij een moeilijkheid voor, waaromtrent dient te zijn beslist, vóórdat de afgraving kan worden ter hand genomen. Het af te graven terrein toch is op het oogenblik van de terreinen der Lichtfabrie ken gescheiden door de Huigstraat, welae een verbinding vormt tusschen de Lange- gracht en den Maresingel. Het bedryfsoe- lang dier fabrieken eiscnt, dat tusscnen bei de terreinen geen dergelijke scheiding aan wezig is, wente een onbelemmerde verbin ding mee het bij te trekken gedeelte in den weg zou staan. Deze eisch sluit in zien, dat de Huigsaaat met ais veraeersverbin- ding kan worden bestendigd. B. en W. heoben ter zaae het advies ge vraagd aan de Commissie van Fabricage. Blyaens naai1 in de Leesaamer neergelegd schrijven, zijn de meeningen in deze com missie cuenaangaanae eenter zoo verdeeld, dat de commissie zelfs geen meerderheids- aavies heeft kunnen uitbrengen. Ons Col lege, aldus B. en W., zou, mèt de meerder heid van Commissarissen der Stedelijke Feorieken van Gas en Eiectriciteit, de op lossing in dezen willen zoeken in het op heffen van de Huigstraat en de Huigbrug ais verbinding van ae Langegracht met den Maresingel en het malten van een nieuwe veroinaing langs de tot den singel door te trekken Susanne Klinkertstraat, gepaard gaande aan het vervangen van de Huig- brug door een brug in net verlengde van laatstgenoemde straat. Aldus zou eenerzijds liet beiang der Lichtfabrieken, die over een ongesplitst terrein zouden Kunnen bescnnc- ken, worden gediend, terwijl anderzijds het belang van het verKeer, hetwelk voor de veroinding Langegracht-Prins Hendrik- pieya siecnts een zeer geringen omweg zou behrKJven te max en. alleszins voldoenae in het oog zou worden gehouden. In verband met de maatregelen der Re geering tot beperking van den rundveesta pel aoet de Crisis-Rund veecentrale thans aan het Openbaar Slachthuis door een tweetal te Leiden gevestigde fabrikanten van verduurzaamde" levensmiddelen een groot aantal runderen slechten (300 a 400 per week) voor bereiding van rundvleesch in blik. Voor deze fabrikanten bedraagt op grond van het bepaalde in de verorde ning, regelende de heffing van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Siacnt- huis, het slacht- en keurloon ƒ3.per rund. De Crisis-Runveecentrale acht dit tarief te hoog en verzoekt het tot 1.50 te veria gen, onder mededeeling, dat by niet-verla- ging daarvan het gevaar bestaat, dat met het slachten van runderen voor de berei ding van rundvleesch in blik binnen onze gemeente niet zal kunnen worden doorge gaan. Hoewel het tarief hier in het algemeen niet hooger is dan dat aan andere openbare slachthuizen, waar eveneens ten behoe ve van de Crisis-Rundveecentrale wordt geslacht, en de Centrale blijkbaar over het hoofd ziet, dat onder het keurloon ook het slachtloon begrepen is, bestaat er niette min naar onze meening zoowel met het oog op de belangen der gemeente als gelet op die van de hier gevestigde vleeschwarenfa- brieken wel aanleiding aan bovenbedoeld verzoek zooveel mogelyk tegemoet te ko men; de aanzienlijke toeneming van het aantal slachtingen beteekent toch voor de gemeente, ook na eenige verlaging 'van het tarief, een niet onbelangrijke verhooging van inkomsten en voor de bovengenoemde fabrieken een zeer welkome vermeerdering van hare bedrijvigheid, die op haar beurt weder tot werkverrruiming hier ter stede leidt. Met het oog op een en ander ware het bovenbedoelde slacht- en keurloon in dien zin te herzien, dat het wordt verminderd tot ƒ2.— voor elk rund, dat per week bo ven de 200 stuks wordt geslacht, terwijl de inwerkingtreding van het nieuwe tarief dan zou kunnen worden bepaald op 11 Decem ber a.s. Als gevolg van het arrest van den Hoo- gen Raad van 22 Februari 1932 is de ver plichte invoerkeuring van vleeschwaren ook in onze gemeente vervallen en worden in verband daarmede de voor die keuring vastgestelde rechten niet meer geheven. Aangezien ook het vrijwillig ter keuring aanbieden van vleeschwaren in de prak tijk niet voorkomt, heeft het geen zin deze tarieven langer te handhaven en B. en W. stellen daarom voor deze thans te doen ver vallen. Alleen voor spek, dat „versch vleesch" in den zin der Vleeschkeurings- wet is, moet het geldende keurloon van 0.02 per K.G. gehandhaafd blijven. Verkoop perceel bonwterrein. Van de Gemeente-Commissie van hel Nederduitsch Hervormd Kerkgenootschap te Leiden is een verzoek ingekomen, om van de gemeente te mogep koopen een perceel bouwterrein aan de Ambonstraat. De gevoerde onderhandelingen hebben er toe geleid, dat de Gemeente-Commissie be reid is het bouwterrein, groot 548 M2 te kóopen tegen den prijs van f 9.— per M2, vóór zooveel getreft het gedeelte van dit terrein, ter diepte van 24 M., gemeten van de Ambonstraat (oppervlakte rt 360 M2), en tegen den prijs van 5.— per M2, voor het overige gedeelte van dat terrein (op pervlakte 188 M2). Verder gaat adres sante accóord met de aan den verkoop te verbinden voorwaarden. Verkoop straat, grond en sloot. Teneinde uitvoering te kunnen geven aan een plan voor den bouw van eenige wo ningen aan de Anna Paulownastraat, be hoeft de heer J. de Lange de beschikking over een aan de gemeente behoorende strook grond en water, ter grootte van 25 M2. Belanghebbende gaat accoord met den ge vraagden prijs van 10.per M2. Aankoop strook grond. Als gevolg van het doortrekken van de De Laat de Kanterstraat in zuidoostelijke richting, is het noodig de aan het vroegere einde van die straat staande transforma torzuil te verwijderen en deze, mede met het oog op de voortschrijdende bebouwing in deze omgeving, te vervangen door een transformatorhuisje. De heer van Dam is bereid bevonden den voor dit gebouwtje benooidgden grond met toegangspad aan genoemde straat, tezamen groot 55 M2, te verkoopen voor 288. in totaal, onder voorwaarde, dat ten be hoeve van een aantal woningen het recht van overpad over het toegangspad wordt verleend. Aankoop bouwgrond ten Zuiden van den Hooge Rijndijk.. De heer E. M. Lamon heeft aan de ge meente te koop aangeboden eenige per- ceelen bouwgrond ten zuiden van den Hoogen Rijndijk en ten oosten van de Roomburgerwetering, groot 2.26.87 H.A. Na gevoerde onderhandelingen heeft de heer Laman zich bereid verklaard den grond af te staan voor ƒ1.per M2, en om bij totstandkoming van den verkoop, de perceelen van de gemeente te huren voor den tijd van drie jarer voor 180.per H.A. en per jaar. Het bezit van deze gunstig gelegen, voor bebouwing met arbeiders- en kleine mid denstandswoningen bestemde terreinen is voor de gemeente van belang, aldus B. en W. De terreinen zijn direct toegankelijk vanaf de Meerburgerstraat, zoodat het mo gelijk is de gronden desgewenscht op kor ten termijn in exploitatie te brengen. De gevraagde prijs is mede met het oog op de exploitatiemogelijkheden, aannemelijk te achten, terwijl met de verhuring op den aangegeven voet eveneens accoord kan worden gegaan. B. en W. stellen voor den bouwgrond te koopen voor 23.000. Verhuring. Van den heer Ir. J. M. Rademaker, huur der van het woonhuis Terweepark 8, is een verzoek om huurvermindering ingekomen. Deze woning werd aan hem verhuurd bij raadsbesluit van 14 April 1930 voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Mei 1930, voor den prijs van 925.per jaar. De straat belasting is voor rekening van den huur der. Met de Commissie van Fabricage zijn B. en W. van oordeel, dat in dit geval er aan leiding is, den huurprijs te verlagen tot 850.— per jaar, met inbegrip van de straatbelasting, zoodat deze dan niet meer afzonderlijk verschuldigd zal zijn. Andries Schotkade. By' de behandeling, in den Raadsvergade ring van 28 Augustus 1933, van een voor stel inzake het geven van namen aan ver schillende straten en straatgedeelten wer den van verschillende zijden bezwaren ge uit tegen den naam Kastanjekade voor de straat in het verlengde van de be staande Kastanjekade, tusschen de Hcoren- straat en de Leuvenstraat. De heer Kooi- stra diende daarby het voorstel in, om be doelde straat te noemen Schelpenkade. In verband met een en ander namen B. en W. hun voorstel met betrekking tot de onderhavige straat terug, ten einde den daaraan te geven naam nog eens onder het oog te zien. Bij nadere overweging komt het hun voor, dat de naam Schelpenkade voor deze straat geen aanbeveling verdient. Zoowel door haar ligging ten opzichte van de Schelpenkade, als doordat zij daarvan door de sloot langs de Leuvenstraat is ge scheiden, kan de onderhavige straat h.i. niet als de logische voortzetting van de Schelpenkade worden beschouw. Waar nu anderzyds blijkbaar bezwaar wordt ge voeld tegen den naam van Kastanjekade, doordat de straat van de bestaande Kas- tanjekade door de Heerenstraat wordt ge scheiden, zouden B. en W. haar een nieu wen naam willen zien gegeven, en wel, evenals die van de meeste andere straten in de wijk ten Westen van de Heerenstraat, ontleend aan het beleg van Leiden. Met het oog hierop ware de onderhavige straat te noemen naar Andries Schot, aan voerder van een schuttersvendel tijdens het beleg, later schepen en lid van de vroedschap, n.l. Andries Schotkade de geven. Wolmaransstraat. In aanmerking nemende, dat er in onze gemeente twee straten zijn, welke den naam Hendrikstraat dragen, n.l. een zij straat van de Langegracht, naby de Hout markt, en een zijstraat van de Lopsen- straat, nabij den Morschweg, achten B. en W. het wenschelijk een daarvan, en wel die nabij den Morschweg, een anderen naam te geven. Waar deze straat gelegen is in de zgn. Trans vaal wyk, zouden zij haar genoemd willen zien naar J. M. Wolmarans, eertijds lid van het Uitvoerend Bewind van Trans vaal en gezant der Boeren naar Europa. Belegging kasgelden. Voor belegging van overtollige kasgelden wordt jaarlijks een besluit van den Raad vereischt. Onder verwijzing naar het laatstelijk ge nomen besluit d.d. 19 December 1932 geven B. en W. den Raad in overweging te bepa len, dat gedurende het jaar 1934 overtol lige kasgelden kunnen worden uitgeleend a. publiekrechtelijke lichamen en de Bank voor Nederlandsche Gemeenten N.V.; b. ander door het College aan te wij zen instellingen. Leeraar Kweekschool. In verband met de ziekte van den heer C. Kok, leeraar r het Engelsch aan de Ge meentelijke Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen werd de heer M. W. Karstens te Wassenaar in de Raadsverga dering van 2 October j.l., tot wederopzeg- gens, benoemd tot tijdelijk leeraar in het Engelsch aan genoemde school. Aangezien de heer Kok nog niet hersteld is en de heer Karstens slechts voor korten tyd bereid was de lessen in het Engelsch aan die school te geven, moest worden ge tracht tot aanstelling van een anderen tij delijk leeraar te geraken. Op grond van het vorenstaande geven B. en W. den Raad in overweging den heer W. G. Hartstra te Dordrecht tot wederop- zeggens te benoemen tot tijdelijk leeraar in het Engelsch aan de Gemeentelijke Kweek school voor onderwijzers en onderwijzeres sen. i Leeraressen H.B.S. In verband met de ziekte van den heer Drs. M. G. Stokvis, leeraar in het Duitsch aan de Hoogere Burgerschool met vijfjari gen cursus, werden de dames M. M. J. Hof man en A. Z. Huisman, respectievelijk met ingang van 7 en 18 September j.l. tot weder- opzeggens, doch uiterlijk voor den tijd van drie maanden, tijdelijk belast met het geven van les in dat vak. Aangezien het niet te verwachten is, dat de heer Stokvis vóór de Kerstvacantie in staat zal zijn zijn taak te hervatten en de werkzaamheid van de tijdelijke leerares- vermoedelijk langer dan drie maanden moet duren, geven B. en W. den Raad in over weging de aanstelling van de dames M. M. J. Hofman en A. Z. Huisman als tijdelijk leerares in het Duitsch aan de Hoogere Bur gerschool met vijfjarigen cursus, tot we- deropzeggens, doch uiterlijk tot en met 23 December 1933, te verlengen. R. K. School. Door het bestuur der R. K. Parochiale Jongensscholen onder R. K. Parochiaal Kerkbestuur alhier is een aanvrage inge diend om een voorschot te mogen ontvan gen op de exploitatie-vergoeding over het jaar 1933, voor de op 1 September 1933 ge opende school voor gewoon lager onder wijs aan de Potgieterlaan. Deze school telde op den laatsten dag van de maand volgen de op die van hare opening 132 leerlingen. In verband met die aanvrage deelen B. en W. den Raad mede, dat aan de bestu ren van de overige in deze Gemeente ge vestigde scholen voor gewoon lager onder wijs over het jaar 1933 een voorschot werd verleend op de exploitatievergoeding, be rekend naar 16.68 per leerling en op de vergoeding, wegens kosten van salarieering van vakonderwijzers in de lichamelijke oefening, naar 135.67 per wekelyksch les uur per jaar. Aangezien tegen inwilliging van het ver zoek bij B. en W. geen bezwaar bestaat, geven zij den Raad in overweging, de aan vrage in te willigen. Gereformeerde School. In de Raadsvergadering van 6 November 1933 werd om praeadvies in handen van B. en W. gesteld een verzoek van het bestuur van de Gereformeerde Schoolvereeniging om, op grond van het bepaalde bij artikel 72 der Lageronderwijswet 1920, medewer king te verleenen tot de aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van zyne school voor u.l.o. aan de Hooglandsche Kerk- gracht 20a. Ter toelichting van zijn verzoek merkt het bestuur op, dat het aantal leerlingen van die school, in het bijzonder dat van de 4e klasse, met September j.l. dermate is toegenomen, dat uitbreiding van de leer middelen noodig is. De kosten van de aanschaffing van die leermiddelen, welke door het bestuur zijn geraamd op 1.127.50, behooren naar de meening van B. en W. niet tot de onder- houdsuitgaven, welke moeten worden be streden uit de ingevolge artikel 101 der La geronderwijswet 1920 te verleenen exploi tatievergoeding. maar tot de buitengewone uitgaven, bedoeld in artikel 72 dier wet B. en W. stellen voor het verzoek in te willigen. Hoofd bewaarschool. Gelijk bekend is bestaat sedert 1 April j.l. aan de openbare bewaarschool aan het Elisabethshof de vacature van hoofd der school. Met de voorziening in die vacature meenden B. en W. te moeten wachten tot dat door den Raad omtrent verschillende bewaarschoolaangelegenheden eene beslis sing zou zijn genomen. Na die beslissing werden sollicitanten opgeroepen en werd door B. en W. eene Commissie ingesteld om het College van advies te dienen met betrekking tot de bij den Raad in te dienen voordracht. B. en W. geven den Raad in overweging, over te gaan tot de benoeming van een hoofd van de openbare bewaarschool aan het Elisabethshof, waarvoor zij de volgen de voordracht aanbieden: le. Mej. S. Molenaar, hoofd eener Kleu terschool te Huizen; 2e. Mej. M. van Klaveren, tijdelijk on derwijzeres aan de openbare bewaarschool aah het Elisabethshof, alhier; 3e. Mej. B. W. van Duijn, hoofd eener fröbelschool te Martenshoek. Salarisverlaging ongehuwd Gemeente- personeel. In den brief ten geleide van de on twerp- begrooting voor den dienst 1934, deelde B. en W. mede, dat hun College by het Ge organiseerd Overleg aanhangig had ge maakt een wijziging van de tijdelijke kor ting op de wedden en loonen van het ge meente-personeel in dien zin, dat de aftrek van 700.voor de berekening van de korting vervalt ten aanzien van de onge- huwden. Blijkens het rapport van de Algemeene Ambtenaren- en Werklieden-Commissie heeft het overleg het volgende resultaat op geleverd: Van de vertegenwoordigers van het gemeentebestuur verklaarden zich 3 leden voor en 1 lid tegen het voorstel, ter wijl 2 leden afwezig waren; van de orga nisaties van ambtenaren en werklieden stemden er 5 voor en 5 tegen. Van de orga nisaties van het politiepersoneel, welke me de aan het overleg deelnamen, was 1 orga nisatie voor en waren 3 organisaties tegen den maatregel. B. en W. geven den Raad in overweging het raadsbesluit van 2 Mei6 Juni 1932 inzake de tijdelijke korting op de wedden en loonen van het gemeentepersoneel, in gaande 1 Januari 1934 te wijzigen en aan te vullen als volgt, blijvende dit raadsbe sluit overigens onveranderd gelden: I. op de wedden en loonen van hen, die ongehuwd zijn en nimmer gehuwd zyn ge weest, wordt de korting van 4.4 pet toe gepast over de volle wedde of het volle loon, zoodat voor hen de aftrek van 700.— niet geldt; II. als ongehuwde zal niet worden aange merkt hy, die naar het oordeel van Burge meester en Wethouders geacht moet wor den in gezinsverband levende, eenige kost winner te zyn. De taxi's op het Stationsplein. In handen van B. en W. is gesteld een adres van de Nederlandsche Unie van Chauffeurs en overig automobielpersoneel, aangesloten bij den Centralen Bond van Transportarbeiders, houdende verzoek om stappen te doen, om een z.g. opschuifsys- teem voor de taxi's op het Stationsplein te verkrijgen. Zulks geschiedde ten einde de schijnbare tegenstrijdigheden, waarop in het adres wordt gedoeld, op te helderen. Te dien einde leggen B. en W. den Raad over de met de Nederlandsche Spoorwegen ter zake van de standplaatsen op het Sta tionsplein door hen en de adresseerende vereeniging gevoerde correspondentie en merken daarbij het volgende op. Het Stationsplein is eigendom van de Ne derlandsche Spoorwegen. Het staat weliswaar voor het publiek ver keer open, doch slechts met gedoogen van de eigenaresse. Zoolang het plein voor een ieder toegankelijk blijft, is de verordening op de Straatpolitie daarop van toepassing en kunnen mitsdien ook op dat plein met taxi's en dergelijke slechts standplaatsen ingenomen worden met vergunning van ons College. Het recht van de eigenaresse, om op dat plein het innemen van standplaatsen al dan niet toe te laten, wordt daardoor evenwel niet aangetast. Het is zonder meer duidelijk, dat een der gelijke stand van zaken aanleiding kan geven tot allerlei conflicten, waardoor het openbaar belang slechts geschaad kan wor den. Ten einde in dit opzicht een regelma- tigen toestand te scheppen, werden in 1925 met de Nederlandsche spoorwegen onder handelingen gevoerd, met als resultaat, dat overeenstemming werd bereikt. Op uitdrukkelijk verlangen van de Ne derlandsche Spoorwegen is daarbij vastge legd, dat voor Gebrs. Borgerding, met uit sluiting van anderen, de juist tegenover den uitgang van het Station gelegen stand plaatsen blyven gereserveerd. Bij dat verlangen van de Nederlandsche Spoorwegen hebben B. en W. zich toen moeten neerleggen. De Nederlandsche Spoorwegen zyn aan deze regeling steeds blijven vasthouden en een door B. en W. aangewende poging, om alsnog het z.g. opschuifsysteem ingevoerd te krijgen, is op bezwaren van de zijde van die Maatschappij afgestuit. Gelijk de adresseerende vereeniging in haar thans aan de orde zijnde adres mede deelt, heeft zij zich bij schrijven van 9 Mei j.l. tot de Nederlandsche Spoorwegen ge richt, om een opschuifsysteem te verkrij gen en ontving zij daarop van die Maat schappij de mededeeling, dat het regelen van de standplaatsen voor automobielen op het Stationsplein berust by B. en W. Dit antwoord wekt, aldus B. en W., ge heel in strijd met de feiten, den indruk, dat de regeling van de standplaatsen op het Stationsplein uitsluitend aan B. en W. be hoort, waaruit zou volgen, dat dit College tot dusverre het invoeren van een z.g. op schuifsysteem zou hebben tegengehouden. Dat zulks niet juist is, meenen B. en W. door het voorafgaande voldoende te heb ben aangetoond. Ten overvloede hebben B. en W. zich, in verband met het schrijven van adressante, nog eens tot de Nederlandsche Spoorwegen gewend, ten einde opnieuw te trachten die Maatschappij te bewegen haar bedenkin gen tegen invoering van het z.g. opschuif systeem te laten varen, doch bij haar schrij ven van 11 November j.l. berichtte zy B. en W., dat zij tegen invoering van dat sys teem bezwaar moet blijven maken. B. en W. meenen met een en ander te kunnen volstaan en stéllen thans voor het adres in hun handen te stellen ter afdoe ning, vermits het verleenen van stand plaatsvergunningen ingevolge de verorde ning op de Straatpolitie tot onze competen tie behoort. Directeur Maatschappelijk Hulpbetoon. By hun praeadvies over de voorstellen ingediend door de reorganisatie-Commissie Maatschappelijk Hulpbetoon, stelden B. en W. den Raad voor, het College op te dra gen voorstellen bij den Raad in te dienen betreffende de formatie en de salarieering bij den Dienst voor Maatschappelijk Hulp betoon en de bezetting van hoofd van den Dienst. Zonder hoofdelijke stemming werd dienovereenkomstig door den Raad beslo ten. Intusschen nam den Raad met 26 tegen 5 stemmen aan een voorstel van den heer Wilbrink luidende: „h, een oproeping te doen voor Directeur van Maatschappelijk Hulpbetoon op een zoodamg tijdstip, dat deze uiterlijk binnen 6 maanden na aanne ming van de reorganisatie-voorstellen in functie kan treden". Alvorens ons College kan overgaan tot het doen van zoodanige oproeping, dient de Raad dus eerst nog een beslissing te ne men omtrent het salaris, dat aan deze func tie moet worden verbonden. Waar de reorganisatie-Commissie een stemmig voorstelde het salaris van Hoofd van Dienst te bepalen op ƒ4200.tot 5000.geven B. en W. den Raad in over weging te besluiten met ingang van een nader vast te stellen datum in te stellen de functie van Directeur van den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon op een salaris van 4200.tot 5000.per jaar met 4 twee-j aarlij ksche verhoogingen van 200.—. Staangeld voor woonwagens afgeschaft. De verordening, regelende de heffing van een belasting onder den haam van „Staan geld voor woonwagens" in de gemeente Leiden, heeft, ook na de verlaging van de belasting by verordening van 6 Juni 1932, welke verlaging ten doel had de invorde ring te vergemakkelijken, in de practljk niet voldaan. De belasting bedraagt voor eiken woon wagen 0.10 per dag, een gedeelte van een dag voor één dag gerekend, waarmede het verblijf binnen de gemeente den tijd van 14 al dan niet achtereenvolgende dagen bin nen hetzelfde kalenderjaar te boven gaat. De gemiddelde opbrengst bedraagt slechts 5.per week. Blijkens de in de Leeskamer ter visie liggende rapporten is aan de inning van deze belasting zeer veel arbeid verbonden, terwijl het bovendien verre van gemakke lijk is het staangeld van weigerachtige woonwagenbewoners in te vorderen; dit kan zelfs tot groote moeilijkheden aanlei ding geven. Hoewel het alleszins billijk is te achten, dat woonwagenbewoners, welke meer dan 14 dagen per jaar in de gemeente verblijf houden, ook in bescheiden mate bijdragen in de gemeentelijke lasten, heeft de Wet gever het in artikel 31 van de Wet op Woonwagens en Woonschepen 1918 aan de Gemeenten overgelaten, om al of niet een staangeld voor woonwagens te heffen. Vermits de opbrengst van deze belasting niet evenredig is aan de moeite, welke aan de invordering ervan verbonden is en het naar het oordeel van den Commissaris van Politie niet te verwachten is, dat het ver blijf van woonwagenbewoners van groo teren omvang zal worden, indien geen staangeld wordt geheven, geven B. en W. den Raad in overeenstemming met de Com missie van Financiën, in overweging het staangeld voor woonwagens af te schaffen. ATHLETIEK DE TRAlNinG .N DE K. N. U. A. De training van de dames voor de We- reldspelen voor Vrouwen in 1934 en voor de dames en heeren voor de Olympische Spelen in 1936 is reeds aangevangen. De leiding berust by de trainingscommissie (een sub. commissie van de T. C.), De eigenlijke training geschiedt door de hee ren v. d. Putte en Korver, welke zich be langeloos beschikbaar hebben gesteld. De beide trainers bezoeken regelmatig verschillende centra, waar de athleten uit den omtrek bijeenkomen om onder hunne leiding te oefenen. In Groningen marcheeeren de zaken uit stekend. De heer Korver oefent met de heeren, des heer v. d. Putte met de dames, waarbij de heeren Stühling en Hindriks hun enthousiaste medewerking verleenen; de athleten zijn ook vol vuur, zoodat hier van een volledig succes van de trainings- commissiet gesproken kan worden. De heer Korver traint Zaterdags in Rot terdam en gaat dan linea recta door naar Groningen voor de training op den daarop volgenden dag. De heer v. d. Putte is reeds in Leiden geweest en heeft bij het tweede bezoek aan Vlug Lenig te 's-Gravenhage afgespro ken, dat de Leidsche dames Zondags op het Stokrozenplein komen oefenen. Daar ko men dan ook de leden van de Zwaluwen, de Groot, Maters en Smittenaar. De medewer king van Vlug en Lenig, onder dr. Löwen- berg is bijzonder aangenaam. In Arnhem is de voorbereiding in vergevorderd stadium, de deelnemers popelen om aan den gang te gaan. De secretaris van O. A. B., de heer Leuverink, verleent ook alle mogelijke medewerking. oZndag jl. is de training in Utrecht begonnen, deze week die met de Amsterdamsche dames, te weten voorloo- pig Duméee en de Koek. Hopelijk volgt de A. D. A. dan ook. Zoo loopt de geheele zaak onder de voortreffelijke leidinb van v. d. Putte en Korver voorspoedig en voorspel len we reeds thans een flink succes voor de trainingscommissie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 7