25ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
DE ECONOMISCHE VRAAG
STUKKEN VAN ONZEN TIJD
MAANDAG 27 NOVEMBER 1933
Ste £eid&efie(2oii/*a/nt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Toormtbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
fcjj onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS EEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten noogste 3U wooraen, waarin bo
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur m
verhuur, koop en verkoop: 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT 3 BLADEN.
V Openhartige kennisgeving.
't Is heel verklaarbaar, dat men wijzi
ging wil in het democratisch parlemen
tair stelsel.
Want er zijn fouten en gebreken.
De molen onzer wetgeving maalt vaak
wel wat heel erg langzaam!
Vaak blijft een practijk, die wij wen-
schen, onrustbarend-lang theorie zonder 'n
paar flinke stappen de verwezenlijking
naderbij te komen. 't Is b.v. niet in alle
opzichten een voldoening voor ons, en 't
levert zeker niet een pleidooi voor het
heerschend wetgevend stelsel, dat wij.
Katholieken, reeds zoo lang de z.g.
corporatieve maatschappij hebben voorge
staan, terwijl.... wij feitelijk in de prac
tijk nog zoo weinig naar dat ideaal zijn
genaderd.
Verklaarbaar is daarom het ver
langen en streven naar vernieuwing en
wijziging van ons staatkundig leven.
Maar onverhlaarbaar is 't, dat
Katholieken daarvoor hun toevlucht zoeken
in de nieuwe fascistische of nationaal-
socialistische partijen.
Onverklaarbaar, omdat ook in de eigen
partij, in de R.K. Staatspartij, daarnaar
kan worden gestreeft en dat kan worden
bereikt, terwijl deze partij in onze dagen,
gelukkig, in volledig-uitgeruste activiteit
Etaat.
Maar onverklaarbaar, vooral, omdat men
in die partijen: eerstens, streeft naar wat
inen toch tenslotte als vrije Nederlander
niet kan willen, een dictatuur; en, vervol-
gens, meewerkt aan het scheppen van een
toestand, waarin groote gevaren dreigen
van onze vrijheden en rechten als Katho
lieken.
Dat men dat laatste voorbijziet, moge
misschien vergeven kunnen worden in
jonge menschen, die nog nooit hebben na
gedacht over wat het zeggen wil: als
Katholieken te worden opzijgezet en ver
volgd, maar bij oudere Katholieken schijnt
ons deze oppervlakkigheid toch waarlijk
onvergeeflijk.
En dat de fascistische en nationaal-
socialistische partijen werkelijk gevaren
voor de vrijheden en rechten der Katho
lieken in zich houden, is duidelijk uit
theoriën, uitspraken, practijken,
Bij al die partijen.
In dit verband trof ons een uitlating in
„Nationaal Herstel" van 17 November. Wij
lazen daar in een beschouwing over de
vakbeweging:
Onder de vakbonden die in politieke
richting zijn afgedwaald moeten worden
gerekend zoowel de vakbonden die te
gen de overheid van thans zijn ge
richt, als de z.g. confessioneele vak
bonden.
Zij zijn zonder onderscheid ontoe
laatbaar.
Katholieke vakbonden op één lijn gesteld
„zonder onderscheid" met bonden, die
tegen de overheid zijn gericht!
't Is wel een zeer openhartige kennis
geving van een domme en brute misken
ning van anderer rechten.
Zeer openhartig helaas, misschien nog
niet voor alle Katholieken duidelijk ge
noeg!
OMZETBELASTING.
De wet treedt 1 Januari in werking.
Bij Koninklijk besluit van 14 November,
opgenomen in het gisteren verschenen
Staatsblad no. 591, is bepaald, dat de Om
zetbelasting 1933 in werking zal treden op
1 Januari 1934.
FEUILLETON.
Wegens overvloed van copie kunnen we
vandaag het feuilleton niet opnemen.
BESPREKING DOOR VOOR
ZITTER DER KATH. WERK
GEVERS
Hedenmiddag vergaderde te 's-Graven-
hage het Federatiebestuur der Algemeene
R. K. Werkgeversvereniging tezamen met
de besturen van de bij het R. K. Verbond
van Werkgevers Vakverenigingen aange
sloten organisaties, in welke vergadering
de voorzitter, mr. M. P. L. Steenberghe, 'n
openingsrede uitsprak.
Gezien den toestand in het bedrijfsleven
kan spr. evenmin als de beide vorige jaar
vergaderingen deze bijeenkomst met een
optimistisch geluid openen. Van een ople
ving is nog niets te bespeuren. De afzet
mogelijkheden in het buitenland, voorzoo-
ver nog aanwezig, worden met den dag
minder en de verkoop op de binnenland-
sche markt wordt voortdurend moeilijker
door de vermindering der koopkracht eh
den buitenlandschen dumpinginvoer, welke
nog steeds toeneemt. De October-statistiek
geeft van deze toestand een huivering
wekkend bewijs. Zelden is de export zoo
teruggeloopen en de import, vooral in hoe
veelheid, zoo toegenomen. Doch ook naar
de waarde alleen is de toestand beangsti
gend. Slechts ruim 57 pet. van den invoer
was door export gedekt.
Meer dan ooit is het nu de tjjd zich goed
te realiseeren, wat onze organisatie is en
zijn kan en wat zij niet mag worden. Spr.
herinnerde aan het wijze woord van Mgr.
Dr. Nolens z.g.: „Alles op zijn tjjd en ieder
op zijn plaats". Onze plaats is niet die eener
politieke organisatie, noch die eener Regee
ring. Wij zijn een Standsorganisatie van
R. K. Werkgevers, die de godsdienstige, ze
delijke en materieele belangen harer leden
heeft te behartigen. Wat de Regeeringspo-
litiek betreft, kunnen wij requestreeren, ad-
viseeren en demonstreeren, niet echter re-
geeren.
Wij zijn evenmin een politieke partij. Het
Doorluchtig Episcopaat wenscht zelfs uit
drukkelijk, dat de politiek buiten de so
ciale organisaties blijft. In verband met de
opkomende Fascistische Stroomingen is dit
vraagstuk opnieuw actueel geworden. Ons
bestuur heeft in zijn vergadering van 21
September jl. een duidelijke uitspraak ge
geven. „Ieder op zijn pplaats" de sociale or
ganisaties en de politieke partijen. De treu
rige gevolgen van het verbinden der sociale
organisaties aan de politieke hebeben wij
bij onze Oosterburen kunnen leeren kennen.
Dit wil niet zeggen, dat wij, aldus spreker,
den moed zouden missen tegen fascistische
organisaties aan de politieke hebben wij
in de achterliggende jaren wel bewezen
hebben, dat het ons aan moed heusch niet
ontbreekt. Hiernaast stel ik er prijs op te
verklaren, dat de R. K. Staatspartij van
onze sympathie overtuigd kan blijven.
Wat de
Economische politiek
betreft moge ik er in de eerste plaats op
wijzen ..dat deze Regeering voor een ont
zettend zware taak rtaat. De critiek is, ook
in deze tijden nog steeds gemakkelijker
dan het doen. Nu het zich laat aanzien, dat
de Regeering de door ons bepleitte politiek
gaat volgen, moeten wij haar krachtig
steunen. De reciprociteits-politiek, met ver
lating der verderfelijkke minstbegunsti-
gings-onmacht, is reeds officieel door de
Regeering aangekondigd.
De Clearingwet, welke nog steeds in die
pe rust verkeert, zal onverwijld ter hand
genomen moeten worden. Het is toch niet
genoeg, dat onze geknauwde export ver
betert, de geëxporteerde goederen moeten
ook betaald worden. Het is voor onze in
dustrie een dagelijks terugkeerende erger
nis, dat landen, die vele malen zooveel naar
ons exporteeren, contant betaald in gave
Nederl. guldens, als onze export naar
hun bedraagt, onzen geringen export een
voudig weigeren te betalen. Spr. noemt
eenige sterke voorbeelden uit Brazilië, Ar
gentinië en Roemenië.
Dit schandelijk onrecht zal met een spoe
dige en meedoogenlooze toepassing der
Clearingswet beëindigd moeten worden. In
zake onze
Exportmogelijkheden naar Indië
moge de Regeering spoedig ingrijpen, voor
het te laat is. Men geve vooral niet den
indruk, dat de huidige importverhoudingen
in Indië als normaal erkend mogen wor
den. Nu het moederland zulke zware offers
brengt, toone Indië ook haar solidariteit.
Moge de Regeering zich vooal voor halve
oplossingen hoeden.
De binnenlandsche markt
dient meer dan in het verleden aan de
werkgelegenheid dienstbaar gemaakt te
worden. De tot dusver gevoerde contingen-
teeririgspolitiek is daarin geenszins ge
slaagd. Het criterium* dat slechts overma
tige invoer dient te worden afgesneden,
waarbij bovendien met de vermindering
der koopkracht onvoldoende rekening is
gehouden, is hiervan de voornaamste oor
zaak. Doordat bovendien de contingentee-
ring bijna steeds naar de waarde geschied
de, veroorzaakte de prijsdaling een voort
durende verruiming der importgelegenheid.
Van een constant houden der werkgele
genheid bij deze artikelen, was dan ook
geen sprake, lechts voor die artikelen,
waarbij van invoer beperking gesproken
kan worden, heeft men den gunstigen in
vloed op de werkgelegenheid kunnen con-
stateeren.
In het belang der werkgelegenheid is
echter een drastische verlaging der contin
genten noodzakelijk, gepaard aan een door
den Minister van Economische Zaken toe
gezegde contingenteering naar de hoeveel
heid. Meer dan tot nu toe zal als richt
snoer moeten gelden, dat wat hier gemaakt
kan worden, ook hier gemaakt moet wor
den. De werklooze handen eischen dit; alles
wat aan deze ellende verbetering kan
brengen moet. ook al zijn er moeilijkheden,
gedaan worden.
Wat betreft de op korten termijn in het
vooruitzicht gestelde technische Herziening
van het Tarief van invoerrechten, wil het
mij voorkomen, dat het belang van vele,
bedrijfstakken eischt, dat deze mede aan
versterking der poscitie van het Nederland-
sche bedrijfsleven op de binnenlandsche
markt worde dienstbaar gemaakt. Met een
uitsluitend technische herziening van
het tarief zal hier ongetwijfeld niet kun
nen wórden volstaan.
De steun aan den landbouw
brengt mede, dat de industrie eveneens
krachtdadig geholpen moet worden. Het is
toch duidelijk, dat een zeer groot deel van
dezen steun moet opgebracht worden door
de niet gesteunde industrie. Deze toestand
kan en mag niet langer voortduren. Blij
kens de beroepstelling van 1930 verdient
bijna 39 pet. der arbeidende bevolking zijn
brood in de industrie. Wij misgunnen den
landoouw den sceun niet. Wij vragen een
ter in het belang der werkgelegenheid den
zelfden steun.
Een van de belangrijkste vraagstukken
van dezen tijd is, zeker voor ons bedrijfs
leven, het vraagstuk van onze Gulden.
Ook onze organisatie zal dit probleem m
studie moeten nemen. De vraag, of het
juist is, aan het Nederlandsche volk een
devaluatie als de grootste ramp voor te
stellen, is zeer belangrijk.
Ook wanneer men na gezette studie tot
de conclusie zou komen, dat de huidige po
sitie van den gulden de meest wensche-
lijke is, mag deze laatste vraag zeker niet
onbeantwoord blijven.
Niet ais de minst belangrijke kwestie
moge ik hier nog spreken over de
Samenwerking in het bedrijfs
leven.
De afgeloopen jaren heb ik telkenmale
gewezen op aen plicht van ons bearijisie-
ven om de te ver doorgevoerde concurren
tie te beteugelen. Het is niet voldoende,
hulp en steun aan de Regeering te vragen,
in de eerste plaats zullen wij zelf moeten
doen, wat wij kunnen. Wat baat vermeer
derde exportgelegenheid, wat baten maat
regelen tegen dumping-concurrentie, wan
neer de ondernemingen door hun onder
linge concurrentie elkaar vermoorden? Ik
neo reeds jaren gewezen op het toenemen
de gevaar, dat de Overheid, en terecht, zal
ingrijpen, indien ten deze het particulier
initiatief faalt.
Gelukkig z(jn in het afgeloopen jaar po
gingen in verschillende bedrijfstakken
ondernomen, welke een gelukkig begin
voorspellen.
Aan den organischen opbouw onzer
Maatschappij in den geest van Quadrage-
simo Anno zullen deze regelingen dienst
baar gemaakt moeten worden. Alle onder-
deelen van ons bedrijfsleven zullen hier
aan mede moeten werden. Belangrijke be
slissingen ten deze zullen door u genomen
moeten worden.
Met de R. K. Kamerfractie is in het af
geloopen jaar, meestal met de andere R.
K. Centrale organisaties, nauw contact on
derhouden.
Voor de talrijke gelegenheden, die wij
gehad hebben, de belangrijke vraagstukken
met de Fractie te bespreken en de belan
gen van het bedrijfsleven te bepleiten, zijn
wij zeer dankbaar. Moge dit overleg ook
in de toekomst tot dezelfde resultaten lei
den.
VOLKENBOND
JAPAN EISCHT HERVORMING.
Als voorwaarde voor zijn terugkeer.
In kringen vr~ het Japansche ministerie
van Buitenlanc. ae Zaken wordt nopens
de kwestie van een eventueelen terug
keer van Japan in den Volkenbond ver
klaard, dat Japan zijn standpunt tegenover
Genève slechts kan wijzigen, wanneer de
Volkenbond zal worden gereorganiseerd.
Dit zou moeten geschieden op zoodanige
wijze, dat de Volkenbond eindelijk de nut-
telooze debatten en het nuttelooze ge
praat zou moeten opgeven en een werke
lijk instrument van den vrede zou wor
den.
Volgens de Japansche opvatting zou de
Volkenbond zoodanig moeten worden ge
organiseerd, dat binnen zijn kader niet de
klein mogendheden door een natie tegen
de andere zal worden uitgespeeld, maar
dat slechts de belangrijke mogendheden iets
te zeggen zouden hebbene, omdat zij ook in
werkelijkheid de verantwoordelijkheid
voor den vrede dragen.
DUITSCHLAND.
FRANSCH-DUITSCHE
ONDERHANDELINGEN INGELEID.
De Fransche ambassadeur bij Hitier.
De Fransche ambassadeur te Berlijn
Francois Poncet is Vrijdag door den rijks
kanselier ontvangen. Dit onderhoud tus-
schen Hitier en den Franschen ambassa
deur wordt algemeen beschouwd als de
inleiding van de Duitsch-Fransche onder
handelingen en derhalve zeer belangrijk
geacht.
Aangenomen wordt, dat besproken is
op welke wijze, na de tot stand koming
van één nieuwe Fransche regeering direc
te besprekingen kunnen worden gevoerd,
die uit de ontwapeningsimpasse zouden
kunnen leiden. Er heerscht algemeen het
gevoelen, dat door dit onderhoud, waartoe,
naar men aanneemt, Hitier zelf het initia
tief genomen heeft, de weg is geëffend voor
rechtstreeksche onderhandelingen.
OOSTENRIJK.
HET INCIDENT OP DE DUITSCHE
GRENS.
Verschillende voorstellingen.
De Duitsche gezant te Weenen heeft
zich Zaterdagmorgen in opdracht van zjjn
regeering naar het Oostenrijksche depar
tement van buitenlandsche zaken begeven
en de Oostenrijksche regeering gevraagd,
wat zij ter opsporing van de schuldigen
en hun bestraffing alsmede ter verhinde
ring van dergelijke voorvallen in de toe
komst denkt te doen.
Bondskanselier dr. Dollfuss heeft aan den
Duitschen gezant medegedeeld, dat hij hem
op zijn vraag eerst antwoord kan geven,
wanneer het resultaat van de door de
Oostenrijksche regeering ingesteld com
missie van onderzoek bekend is.
Van officieele Oostenrijksche zijde wordt
verklaard, dat het onderzoek der commis
sie voorloopig het volgende resultaat
heeft opgeleverd: Een uit drie man be
staande gèndarmeriepatrouille, die op de
Eggenalpe dienst had, signaleerde een af-
deeling rijksweersoldaten of S. A.-mannen,
die onder geroep van Heil Hitier bij
grenssteen 6 Oostenrijksch grondgebied be
traden. Daar juist op dit gebiei herhaal
delijk overvallen op Oostenrijksche grens
beambten plaats hebben, gaf de Oostenijk-
sche patrouille in de gegronde veronder
stelling, dat het weer zoo'n overval be
trof, een aantal schoten af. Volgens de
verklaringen van ooggetuigen bevond zich
de getroffen rijksweersoldaat op Oosten
rijksch grondgebied.
Commentaar van Dnitsche zijde.
Naar aanleiding van het bovenstaande
doet men van bevoegde Duitsche zijde op
merken: Deze Oostenrijksche mededeeling
I bevestigt de ongehoord lichtvaardige en-
gehoord lichtzinnige wijze van optreden der
I Oostenrijksche gendarmerie. Uitsluitend op
het vermoeden, dat volkomen ongewapen-
I de en noch als soldaten, noch als S.A.-man-
nen herkenbere manschappen een overval
konden plegen, is het doodelijk schot op
een afstand van ca. 800 M. gelost. Dit
vermoeden vond geenerlei grond in het
optreden der Duitsche soldaten, daar, zoo-
j als de Duitsche juridische commissie heeft
geconstateerd, geen „Heil" is geroepen en
de Oostenrijksche patrouille niet lastig is
i gevallen.
Tegenover de bewering, dat de doodge-
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Japan wil terugkeeren in len Volkenbond,
als deze gereorganiseerd wordt (le blad).
De rechtstreeksche onderhandelingen
tusschen Frankrijk en Duitschland inge
leid (le blad).
Een politieke Kerstrede .in .Oostenrijk
(le blad).
Chautemps de nieuwe Fransche kabi-
nets-formateur (le blad).
BINNENLAND.
Overleden is de zeereerw. pater L. Ste
ger S.J. (Kerkn., le blad).
schoten tirailleur Schuhmacher zich op
Oostenrijksch gebied zou hebben bevon
den, moet er op worden gewezen, dat de
Duitsche juridische commissie onweerleg
baar heeft geconstateerd, dat Schuma-
cer zich op Duitsch gebied bevond.
POLITIEKE KERSTVREDE IN
OOSTENRIJK.
De Oostenrijksche ministerraad heeft be
sloten, dat in den tijd van 1 Dec. 1933 tot
15 Januari 1934 alle vergaderingen en
optochten zonder uitzondering moeten
worden nagelaten.
Alleen gezelschapssamenkomsten in be
sloten ruimte en de zulke die kennelijk
voor liefdadige doeleinden dienen, zijn van
dezen politieken Keerstvrede, uitgezon
derd.
FRANKRIJK
NIEUWE REGEERING-CHAUTEMPS
Herriot had geweigerd.
Nadat Vrijdag de Fransche president
Herriot bij zich had ontboden, ten einde
hem te belasten met het formateurschap
eener nieuwe regeering, welke opdracht
Herriot geweigerd heeft, heeft de presi
dent den radicalen afgevaardigde Chau
temps met de kabinetsvorming belast.
Deze is reeds zoover gevorderd, dat men
reeds de waarschijnlijke samenstelling van
het kabinet publiceert. Het zou een kabi
net van republikeinsch^ concentratie zijn,
zonder socialisten en neo-socialisten, waar
in de uiterste rechtervleugel door de groep
Piétri wordt vertegenwoordigd. Chau
temps heeft Herriot vergeefs de functie
van minister zonder portefeuille aange
boden.
(Men zie verder onder telegrammen).
Wie is de nieuwe Minister-
President?
Camille Chautemps, na Herriot, Dala-
dier en Sarraut, in betrekkelijk korten tijd
de vijfde Fransche premier, is geboren in
1885 en 'is dus 48 jaar oud. Zijn vader was
vice-voorzitter van den Senaat en daar
voor minister.
Chautemps is van beroep advocaat, zooals
zoovele Fransche staatslieden. In 1910, dus
op slechts 25-jarigen leeftijd, werd hij voor
de eerste maal tot Kamerlid gekozen. In
1929 werd hij gekozen tot voorzitter van
de Radicale Kamerfractie.
Chautemps is reeds minister-president
geweest, n.l. in 1930, toen hij aan het
hoofd kwam van een uitsluitend uit Radi
calen bestaand ministerie, doch reeds op
denzelfden dag, dat dit kabinet zich aan
het Parlement voorstelde, werd het ten
val gebracht.
Daarbij is Chautemps nog minister van
Onderwijs geweest en later, in het laatste
kabinet van Herriot, was hij minister van
Binnenlandsche Zaken, welke functie hij
ook bekleedde onder het minister-presi
dentschap van Paul Boncour, Daladier en
Sarraut.
AFRIKA
OPWINDING IN ZUID-WEST-AFRIKA
Duitschers boycotten de Administratie.
De twee Duitsche leden van .den Uitvoe
renden Raad van Zuid-West-Afrika heb
ben den Administrateur medegedeeld, dat
zij weigeren, verder aan de zittingen deel
te nemen: zij zullen niet langer medewer
ken aan het bestuur van het mandaat
gebied.
Dit besluit heeft in Zuid-West groote
opwinding gewekt en men vreest, dat het
de reeds bestaande breuk tusschen de Duit
sche en Britsch-Afrikaansche bevolking