DE ALPHENSCHE WINKELWEEK GEOPEND
r
DUNUEKÜAG 23 NOVEMBER 1933
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD PAG. 2
BAROMETER.
SAAMHOORIGHEID EN ACTIVITEIT.
TELEGRAFISCH WEERBERICHT
naar waarnemingen verricht in den
morgen van 23 Nov. 1933, medegedeeld
door het Kon. N jd. i ieteoroL Instituut
te De Bildt.
Hoogste barometerst.: 766.0 te Seydisfjord.
Laagste barometerst.: 752.1 te Stensele.
Verwachting tot den avond van 24 Nov.:
Zwakke tot matige
lanvankelijk Noord-
Westelijke, later
waarschijnlijk veran
derlijke wind, neve
lig tot zwaarbewolkt,
waarschijnlijk eenige
ïeeerslag, weinig
verandering in tem
peratuur.
De barometer bleef in Scandinavië en
Duitschland verder dal~>, zoodat thans de
depressie in het Noord-Oosten haar in
vloed van Lapland en Finland tot Midden-
Duitscbland uitstrekt- Aan de Noorsche
kust bracht deze lage druktoestand nogal
wat regen (Nordoyan 10 m.m.), terwijl het
heldere weer in Duitschland plaats maakte
voor nevelachtig somber weer. In Polen en
de randstaten wordt nog vorst van beteekc-
nis aangetroffen, plaatselijk in Zweden
vroor het nog sterk. In ons land, Frankrijk
en Duitschland is de temperatuur gestegen.
De depressie in het Westen bij den Oceaan
toont zich nog "-letrekkelijk weinig actief.
Een slappe rug van hooge drukking ver
bindt Oost-IJsland via Groot-Brittannië
met de Azorenhoogedruk. Belangrijke ver
betering mag in den weertoestand ten on
zent nog niet verwacht worden, hoewel
het wel waarschijnlijk is dat de nevel iets
minder dicht en de bewolking minder
zwaar zal worden.
LUCHTTEMPERATUUR.
Temperatuur des middags te half drie
8.— gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS c.a.:
Van Dcnderdagnamiddag 4.29 uur tot
Vrijdagmorgen 7.95 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk: op Vrijda.g 24 Nov.
7.36 uur en nam. 8.13 uur.
UIT DE OMGEVING
VEUR.
Landbouwhuïshoudcursus. Woensdag
middag te 3 uur had de opening plaats van
de Landbouwhuishoudcursus, uitgaande
van de Commissie tot bevordering van het
R. K. Landbouwhuishoudonderwijs, welke
gehouden zal worden in een der lokalen
van de Openbare Lagere School te Veur.
Aanwezig waren o.a. Burg. W. Keijzer,
Rector Kok uit Haarlem, kapelaan Dun
selman, Ir. Dekker, Seer. Dioc. L.T.B. in
het bisdom Haarlem, G. P. v. d. Valk, Secr.
voor het R. K. Landbouwhuishoudonder
wijs te Poeldijk, vertegenwoordigers uit
Zoetermeer en Rijswijk.
Rector Kok opende met den Chr. groet
en heette allen hartelijk welkom. Spreker
geeft een uitvoerige uiteenzetting van het
doel van het landbouwhuishoudonderwijs.
Het is noodzakelijk, dat de meisjes, die wel
licht later in de landbouwbedrijven zullen
komen, volledig bekwaam zijn voor die
taak. Zaak is alles zoo economisch mogelijk
te beheeren, want als een landbouwer of
tuinder een vrouw treft, die niet voldoen
de inzicht heeft, gaat zijn bedrijf ten gron
de.
Dank dient gebracht aan Burgemeester
Keijzer voor de groote voortvarendheid,
waarmede is geholpen aan de tot standko-
ming van den cursus. Deze bijeenkomst
heeft plaats op den blijden St. Ceciliadag.
De secretaris, de heer v. d. Valk, deelt
mede, dat o.a. verhinderd zijn aanwezig te
zijn Burgemeester Kampschoër, de inspec-
trice voor het Nijverheidsonderwijs, Mej.
Smit en ook de heer Lamboo van de O.L.
school.
Hierna was het woord aan burgemeester
Keijzer. Spreker merkt op, dat het gras
hem voor de voeten is weggemaaid, het is
bijna niet mogelijk aan het gesprokene nog
iets toe te voegen. Dank dient gebracht te
worden aan den Raad, aan de afdeeling van
den L.T.B., welke het initiatief nam. Voor
een jaar zijn wij weer een cursus rijker.
Goed onderwijs komt ten goede aan de ge
meenschap. Een gelukkig huishouden is,
waar een vrouw berekend is voor haar
taak. Trouw schoolbezoek is geboden; de
cursus goed begonnen, mag niet eindigen
met een enkele leerling. Moge deze cursus
dan onder Gods zegen slagen.
Nadat Mej. Buselanger als leerares, mede
namens haar collega Mej. Lelieveld nog een
uiteenzetting heeft gegeven van het karak
ter van het onderwijs en de wijze, waarop
wordt onderwezen, werd de bijeenkomst,
nadat thee was geserveerd, gesloten.
- nuüMiMÜ^
Met de gebruikelijke plechtigheid in het
Huis der Gemeente is heden de Alphensche
Winkelweek geopend.
Het is een verblijdend teeken, dat, hoe
wel de zaken minder gaan, de Alphensche
middenstand niet bij de pakken neerzit.
Een groot aantal genoodigden verzamel
den zich hedenmorgen te 11 uur in de oude
Raadszaal, o.w. de Burgemeester, de heer
Molkenboer en mr. Knibbe namens de Ka
mer van Koophandel te Leiden, de voor
zitter van den Kon. Ned. Middenstands
bond, de heer Regt, archivaris der ge
meente.
Van de wethouders en van het Hoofd
bestuur der Hanze was bericht van verhin
dering gekomen.
De voorzitter van het Winkelweek-comi
té, de heer Laros, sprak het welkomst
woord, op de eerste plaats tot den Burge
meester en vervolgens tot de overige gas
ten. Wanneer de overheid in de arbeid der
bevolkingsgroepen belang stelt, stemt dat
steeds tot vreugde. Ook de belangstelling
van de Kamer van Koophandel en van het
Hoofdbestuur van den K. N. Midd. Bond
wordt zeer gewaardeerd. Spr. verzocht
hierna den Burgemeester de Winkelweek
te willen openen.
De Burgemeester, de heer P. A. Colijn,
sprak hierop als volgt:
Openingsrede van den Biuge- w-
meester.
Het is in mijn kwaliteit van Burgemees
ter van Alphen aan den Rijn, dat mij de
eer te beurt valt deze winkelweek te mo
gen openen en gevoel mij als zoodanig
vertegenwoordiger der burgerij om u te
zeggen, dat ook van die zijde het organisee-
ren van een winkelweek zeer zeker wordt
op prijs gesteld.
Is de bedoeling van den handeldrijvenden
middenstand met deze winkelweek te de-
monstreeren dat het niet noodig, ja zelfs
onvoordeelig is elders te gaan inkoopen
wat men even goed in eigen plaats kan vin
den, ook het publiek wil gaarne een ant
woord op de vraag of de mogelijkheid tot
billijk inkoopen in eigen omgeving inder
daad bestaat en of de keuze der goederen
zóó ruim is als noodig wordt geacht.
Op het demonstreeren van lagen prijs
en ruime keus zal de winkelweek zich
moeten richten omdat de concurrentie niet
alleen onderling in eigen plaats, maar ook
met de grootere centra er eenmaal is en
blijven moet omdat zonder eerlijke concur
rentie een gezond bedrijfsleven ondenk
baar is.
Een winkelweek welke alleen de bedoe
ling zou hebben het publiek tot koopen van
niet noodzakelijke gebruiks- of voedings
artikelen te prikkelen, zou, vooral in de
zen tijd, beslist misplaatst zijn.
Immers, voor den burger is het koopen
van niet strikt noodzakelijke dingen, ook
al zijn zij goedkoop, altijd nóg te duur, ter
wijl de winkelstand tenslotte toch ook weer
den weerslag van een opgedreven verkoop
zal ondervinden in de verslapping welke
er noodwendig op volgen moet.
Een winkelweek moet méér geven dan
een opleving van een oogenblik, méér dan
een stijgend verkoopscijfer gedurende en
kele dagen; zij moet demonstreeren èn prijs
èn kwaliteit der artikelen, zóó, dat een blij
vend succes voor den winkelstand kan
worden geboekt.
Daarvoor is inspanning van alle krach
ten vereischt, want, zooals wij zeiden, de
concurrentie der groote steden is er nu
eenmaal.
Klagen daarover brengt geen baat.
Bij de pakken neerzitten evenmin.
Wij kunnen en wij mogen den wijzer van
den tijd niet terugzetten.
Naast den strijd om te behouden wat ge
hebt, zult ge u als doel moeten stellen ge
deeltelijk te herwinnen het terrein, dat in
den loop der jaren, mede door het zich
snel ontwikkelend verkeer, verloren ging.
De activiteit van uw Comité is ons ech
ter een waarborg, dat al het 'mogelijke zal
worden gedaan om deze winkelweek te
doen slagen, zoodat zij dienstbaar wordt
aan de gestadige ontwikkeling van Al-
phen's handeldrijvenden middenstand.
Het deed ons daarom genoegen, dat deze
opening kon plaats vinden in het „huis der
gemeente", dat symbool is van onze saam-
hoorigheid.
Wij wenschen u met uw winkelweek dus
een zoo groot mogelijk succes, vertrouwend
dat gij elk op uw terrein de woorden van
Vader Cats in toepassing zult brengen:
„Neemt acht op uw bedrijf
En stelt u vlijtigh aan,
En laat niet onverricht
dat noodig is gedaan.
Met dickmaels iets te doen,
soo leert men groote saken
Waardoor men tot gewin of eere kan
geraken".
Hiermede, Mijne Heer en, verklaar ik
deze winkelweek voor geopend.
De Comité-voorzitter dankte den Burge
meester voor zijn waardeerende woorden.
Het verheugt spr., dat de overheid de taak
van den middenstand in het economisch
bestel niet onderschat en de richting aan
wijst, hoe de middenstand zijn positie zal
kunnen handhaven.
Spr. dankte den Burgemeester voor de
medewerking bij deze winkelweek, die het
werk der Commissie zeer heeft vergemak
kelijkt.
De heer D. Raaphorst, voorzitter van de
pl. Middenstandsvereeniging, prees het
Winkelweekcomité, dat op zoo schitterende
wijze deze winkelweek heeft tot stand ge
bracht. Met stoere volharding is er ge
werkt en daarvoor brengt spr. aan de com
missie oprechte hulde.
Ook is spr. verheugd over de medewer
king van den Burgemeester en spr. wijst
erop, dat de wethouder de belofte, bij de
vorige winkelweek gedaan, gestand heeft
gehouden. Spr. wekte de Middenstanders
op zich in hun organisaties aaneen te slui
ten, omdat vooral voor den Middenstand
eendracht macht maakt.
Ook de heer C. Y. Ponsioen bracht na
mens de Hanze dank aan den Burgemees
ter, die, ondanks dat Z.Ed. overstelpt is
met werk, het eere-voorzitterschap heeft
willen aanvaarden en deze winkelweek
heeft willen openen. Spr. hoopt, dat de
Burgemeester het voorbeeld zal geven met
in eigen gemeente te koopen, want er zijn
jammer genoeg vele ingezetenen» die elders
koopen, terwijl de Alphensche winkeliers
toch getoond hebben alles te kunnen leve
ren en tegen prijzen niet hooger dan in de
stad.
Spr. dankte de zusterorganisatie voor de
aangename samenwerking, waardoor deze
winkelweek tot stand kon komen. Wanneer
alle middenstanders zich in de samen
werkende bonden aaneensluiten zich
voelen als een geheel dan zal de Mid
denstand zijn plaats kunnen behouden.
Tenslotte wees spr. met nadruk op het
motto: „Koopt voordeeliger, koopt bij den
middenstand".
Een goede raad.
De heer G. Molkenboer uit Leiden, spre
kende namens de Rijnlandsche Kamer van
Koophandel, zeide, dat de Kamer de moed
en durf waardeerde, waarmede de Alphen
sche middenstand in dezen tijd van depres
sie het hoofd boven water trachtte te hou
den.
Ook waardeerde spr. in de winkelcom
missie de samenwerking tusschen den ge-
organiseerden Middenstand ter plaats.
In den komenden tijd nu een nieuwe
wereldorde schijnt op te dagen zal saam-
hoorigheid voor den Middenstand ten zeer
ste noodzakelijk zijn. Spr. bepleitte met
klem, dat toch de middenstand zelf het
voorbeeld moge geven in den strijd
tegen het grootbedrijf en bij de midden
standers in eigen plaats zou inkoopen.
Dat zou'reeds een krachtdadige steun zijn.
De heer Ingenohl, voorzitter van den Kon.
Ned. Middenstandsbond prees de saamhoo-
righeid van den Alphenschen middenstand,
hoewel die saamhoorigheid nog niet 100%
is, namelijk nog niet alle middenstanders
omvat. Een gestadige bloei van den mid
denstand is alleen te verkrijgen door een
voortdurende activiteit. De middenstand
wordt hierin goed voorgegaan door den
Burgemeester, die, zooals spr. reeds meer
malen heeft geconstateerd, een waar en
goed burgemeester is voor den Midden
stand. We moeten den moed er in blijven
houden. Het publiek moet er van overtuigd
worden, dat het niet buiten een goed ont
wikkelden middenstand kan. Spr. wenschte
beide plaatselijke middenstandsvereenigin-
gen groei en bloei toe.
Namens de Middenstandsvereeniging in
Boskoop hield de voorzitter, de heer Vos,
een toespraak, die er op wees toch vooral
ook de vrouwen in de verkoopactie te be
trekken.
De voorzitter bracht nog een woord van
hulde aan den heer Raaphorst op wiens
initiatief en onder wiens leiding alle vorige
winkelweken zijn gehouden.
De penningmeester van het comité, de
heer D. van Dien, herinnerde er aan, dat
de Neutr. Middenstandsvereeniging 10 jaar
bestaat en grooten bloei heeft bereikt on
der voorzitter Raaphorst.
De heer Laros, voorzitter van het comité,
sloot hierop de bijeenkomst met woorden
van dank en met den oproep: „Koopt in
Alphen".
Het aantal deelnemers.
Vermeld zij nog, dat het aantal deelne
mers aan de winkelweek 144 bedraagt, be
schikkende over 241 etalages.
Het publiek wordt ter bezichtiging ge
lokt door een bonnen-systeem. Benevens
de honderden prijzen die door de winke
liers ter beschikking zijn gesteld, w.o. thee
meubel, theeservies, dekens, tafelkleeden,
taarten, enz. heeft de winkelweekcommis
sie als hoofdprijzen aangekocht 1 dressoir
en eetservies, hetwelk resp. is geëtaleerd
bij de fa. P. J. Couvee en Ponsioen.
Na afloop der winkelweek zullen deze
pjrijzen onder de houders van deze bonnen
worden verloot. De prijzen zullen bij de
resp. winkeliers, die ze beschikbaar stelden,
moet worden afgehaald.
Alléén die bonnen zijn geldig die zijn uit
gereikt door de deelnemers der winkelweek,
voorkomende op de daarvoor vastgestelde
lijst. Bij eventueele knoeierij met bonnen
zal onmiddellijk worden ingegrepen. Waar
en wanneer de verloting zal plaats hebben,
zal nog nader worden bekend gemaakt.
Hedenavond zal de Burgemeester, ver
gezeld van het Winkelweekcomité, een rij
toer door de gemeente maken, ter bezichti
ging van de etalages.
RIJKSDAGPROCES TE LEIPZIG
VOORTGEZET.
VAN DER LUBBE WORDT WAKKER.
„Wanneer komt er nu eens i
einde aan?"
LEIPZIG, 23 Nov.
Hedenmorgen te 10 minuten over half
tien werd het Rijksdagbrandproces door
Dr. Bünger voor het eerst sedert eenige
weken weer te Leipzig geopend.
De belangstelling is minder groot dan
tijdens het eerste procesgedeelte te Leipzig.
De pers is slechts in geringe getale aanwe
zig en ook de publieke tribune is niet ge
heel vol. Van der Lubbe kijkt vrij om zich
heen.
Eerst worden eenige getuigen uit Berlijn
gehoord, maar dan wordt groot opzien ge
baard door het feit, dat Van der Lubbe een
vraag stelt, die weliswaar niet belangrijk
is, ook niet in direct verband staat met het
verhoor, maar de eerste zelfstandige vraag
en van inzicht getuigende opmerking is,
die Van der Lubbe tijdens het procesver
loop heeft gesteld: „Wij hebben nu drie
maanden proces gehad; eerst te Leipzig,
toen te Berlijn en nu voor de derde maal
weer te Leipzig. Ik zou willen weten, wan
neer het vonnis wordt uitgesproken en
wanneer het voltrokken wordt. Ik heb f'en
Rijksdag in brand gestoken en wat daarna
gebeurd is, is toch heel iets anders. Ik wil
de vragen wanneer het vonnis zal komen."
President: „Dat kan ik nu nog niet zeg
gen"
Van der Lubbe's verdediger Dr. Seuffert
(tot Van der Lubbe zelf): „Deze kwesties
worden allemaal behandeld omdat mis
schien medeplichtigen bij de zaak betrok
ken zijn."
Dr. Werner: „Misschien kan men hem
eens vragen, hoe het met zijn medeplich
tigen staat".
President: „Het ligt aan u of u eens wat
meer wilt vertellen, wie de medeplichtigen
zijn. De duur van het proces hangt ook van
U af."
Dimitrof richt, zich tot Van der Lubbe
en tracht hem over te halen nu eindelijk
eens alles op te biechten. Dimitrof moet
echter zwijgen en Van der Lubbe verklaart:
„Het is toch duidelijk. T' heb toch al te
kennen gegeven, dat ik den Rijksdag heb
aangestoken. Ik heb dat alleen gedaan. Dit
is een proces en er moet eens een vonnis
komen. Het duurt al acht maanden. Ik ga
daar niet mee accoord".
President „Ik heb al herhaaldelijk ge
zegd, dat men juist uw verklaring, dat u
alles alleen zonder hulp hebt gedaan niet
kan gelooven en wel vooral na het onder
zoek der deskundigen. Zeg nu eens met wie
u het gedaan hebt of wie u geholpen heeft?"
Van der Lubbe: „Dimitrof en de anderen
zijn in het proces betrokken, doch hebben
er niets mee te maken. Zij hebben de daad
niet begaan. Ik wil in elk geval een von
nis hebben. Twintig jaar gevangenisstraf
of de dood, maar ik wil, dat er iets gebeurt.
Ik wil ook gewone kleeren hebben."
De president Dr. Bünger verklaart nog
maals, dat Van der Lubbe zelf schuld aan
den langen duur van het proces heeft, om
dat hij volhoudt alleen den Rijksdag in
brand te hebben gestoken.
Van der Lu' be: „Ik ben de beklaagde.
Ik zie dat de schuld v~n de anderen ook niet
bewezen kan worden. Tegen het symbolisme
is het, dat ik protesteer."
President: „Wat verstaat u onder „sym
bolisme"?"
Dr. Seuffert: „Blijkbaar de bewering,
dat de brandstichting in den Rijksdag het
karakter van een vuursignaal zou moeten
hebben".
Dr. Werner: „Hebt u met iemand afge
sproken de daad te plegen of hebt u met
iemand over de daad gesproken voor u
den Rijksdag in brand stak?"
Van der Lubbe: „Neen, de Rijksdag
brand toont steeds hetzelfde beeld, dat niet
veranderd kan worden. Men ontwikkelt
rondom den Rijksdagbrand een groot pro
ces, maar ik zie daar geen uitweg in. De
brandstichting was een daad van' 10 mi
nuten, doch alles wat daarna is gebeurd,
heeft daar niets mee te maken. Kan een
persoon dat niet doen? In de gevangeniscel
heb ik heen en weer geloopen en me ver
baasd. Ik heb moeten meemaken, dat ik
vijf of zesmaal per dag eten kreeg. Daar
mee kan ik niet accoord gaan".
De President onderdrukt den ietwat ver
ward geworden woordenstroom van Van
der Lubbe en merkt op: „Maar de hoofd
zaak is en blijft, dat men niet kan aan
nemen, dat u den Rijksdag in tien minuten
alleen in brand hebt gestoken. Dat geloo
ven al heel weinigen".
De Advocaat der Bulgaren dr. Teichert:
„Welke middelen heeft Van der Lubbe ge
bruikt om de zaal in brand te steken?"
Van der Lubbe: „Dat heb ik in de pro
tocollen duidelijk gemaakt. Met mijn over
jas".
President: „Hebt u de verklaringen van
de deskundigen gevolgd?"
Van der Lubbe: „Ja".
President: „Volgens deze verklaringen
is het onmogelijk, dat u met stukken goed
de groote zaal in brand hebt gestoken".
Van der Lubbe: „Dat is slechts de per
soonlijke opvatting der deskundigen. De
groote zaal moet juist heel gemakkelijk
brandbaar zijn geweest. De vraag vanwaar
ik gekomen ben en hoe het tevoren was, is
niet duidelijk gesteld. Over die vraag is
nog niet gesproken. Ook over het stichten
van den brand is niet gesproken.
Dimitroff: „Naar mijn opvatting is v. d.
Lubbe onbewust met vijanden van de
Duitsche arbeidersklasse en van de Com
munistische partij in aanraking gekomen
en heeft samen met hen de brandstichting
kent hij niet eens de leider, die de plenaire
zaal in brand hebben gestoken".
Dr. Werner protesteert tegen deze uit
lating.
De Nederlandsche tolk vestigt de aan
dacht erop, dat tijdens Dimitroffs verkla
ring v. d. Lubbe heeft geïnterrumpeerd
met: „Neen".
Men vraagt v. d. Lubbe, wat hij daar
mee bedoeld heeft. Hij verklaart: „Ik kan
slechts toegeven, dat ik den brand alleen
heb aangestoken. Maar met deze ontwik
keling van het proces kan ik niet accoord
gaan. Dat is een verraad aan menschen,
aan de politie, aan de communistische en
aan de nationaal-socialistische partij. Ik
eisch, dat hier mijn vonnis wordt uitge
sproken met gevangenisstraf of met de
doodstraf. Dat moet ik alleen uitmaken.
Den strijd in de gevangenis kan ik echter
niet langer uithouden".
v. d. Lubbe's verdediger, dr. Seuffert,
licht toe, dat hij de Hollandsche uiteenzet
ting van v. d. Lubbe ten aanzien van het
verraad aldus heeft begrepen: „Er zijn
valsche beschuldigingen gedaan aan het
adres van deze beide partijen".
De president lascht een pauze van een
half uur in.
LEIDSCHENDAM
Volksbond. Woensdag 22 en Donder
dag 23 dezer, werden door den R.K. Volks
bond, afd. Leidschendam ter viering van
haar jaarfeest „St. Willibrordusfeest", een
tweetal feestavonden gegeven voor de le
den en donateurs en genoodigden, welke
avonden alleszins geslaagd mogen heeten.
De voorz. opende den avond met den
chr. groet en heette allen hartelijk welkom,
in het bijzonder den geestel. adviseur, de
afgevaardigden der diverse organisaties, de
donateurs en begunstigers, de harmonie en
de tooneelclub en allen die aan de uitnoo-
digng hebben gevolg gegeven.
Hij brengt dank aan den geestel. advi
seur voor alles, wat hij in het afgeloopen
jaar voor den Volksbond heeft gedaan, voor
zijn medeleven en de woorden j.l. Zondag
door hem gesproken; hij hoopt dat alle le
den deze woorden zullen ter harte nemen
tot eigen leering en tot nut der vereeni-
ging. Hij dankt de donateurs en begunsti
gers voor hun steun en hoopt steeds op
dezen te mogen en kunnen blijven rekenen
Hij brengt de leden dank voor hun groote
deelname aan de algemeene H..Communie
Zondag j.l. Spr. spoort allen aan de dames,
die straks kaarten ten verkoop zullen aan
bieden ten bate van Herwonnen Levens
kracht, niet met ledige handen heen te stu
ren. Ook beveelt hij bijzonder de collecte
aan op-het einde der avonden voor „Hulp
in Nood".
De voorz. dankt de harmonie en de too
neelclub voor hun medewerking en
wenscht tenslotte allen een genoeglijken
avond en hoopt op aller medewerking om
deze avonden schitterend te doen dagen.
De harmonie „St. Cecilia" opende de
avonden met een vroolijk stukje muziek,
terwijl zij verder den avond, onder de keu
rig leiding van den heer B. van Veen, met
schitterende muziek opluisterde, waaruit
duidelijk bleek, dat St. Cecilia tot heel wat
in staat is. Zij hadden een aandachtig ge
hoor en mochten telkens een verdiend ap
plaus in ontvangst nemen.
Onder begeleiding der Harmonie werd
door allen staande nog het bondslied ge
zongen, waarna de R.K. Toonelvereeniging
„St. Gensius" voor het voetlicht verscheen,
welke opvoerde het blijspel in drie bedrij
ven „De man zonder geheugen", een stuk,
dat bij allen zeer in den smaak viel en de
lachspieren nog eens danig deed werken.
Het blijspel werd werkelijk zeer goed ge
speeld en vooral de hoofdrollen waren in
goede handen. De spelers oogstten telkens
een verdiend applaus voor hun goede spel.
Zeer zeker komt aan St. Genesius en niet
minder aan St. Cecilia een woord van
dank toe voor hun spel en muziek, waar
door deze avond alleszins geslaagd is.
Op het einde dankte de voorz. allen voor
de medewerking, in het bijzonder harmo
nie en tooneel en hoopte, dat deze avonden
zeker zouden bijdragen allen aan te spo
ren trouwe leden van den bond te zijn en
te blijven en zullen strekken tot groei en
bloei der vereeniging. Hij sluit dan met
den christelijken groet.
Het was een mooie avond, waarop de
R.K. Volksbond met genoegen kan terug
zien.
STADSNIEUWS
GEMEENTERAAD.
EEN LEENING VAN TWEE MILLIOEN.
De gemeenteraad van Leiden was in
spoedvergadering bijeengeroepen tegen gis
termiddag 5 uur.
Na opening der vergadering, stelde de
voorzitter aan de orde: voorstel tot het
aangaan van een leening. Onmiddellijk liet
de voorzitter daarop volgen: niemand
wenscht het woord of hoofdelijke stem
ming? Dan is het voorstel aangenomen.
Enkele leden vroegen daarop, welk
voorstel nu eigenlijk was aangenomen.
Deze leden betoogden heelemaal niets van
een voorstel af te weten.
De voorzitter las daarop de mededeeling
voor, die den raadsleden dienzelfden dag
was toegezonden, behelzende, dat het voor
stel van B. en W. eenige uren vóór den
aanvang der vergadering voor de leden
ter visie in de Leeskamer zou liggen.
Na korte discussie waarbij van uit den
Raad er op werd gewezen, dat dit niet
was een behoorlijke voorbereiding voor de
behandeling deze zaak ging de Raad in
een zitting met gesloten deuren.
Na hervatting der openbare vergadering
diende wethouder Goslinga het voorstel
in om een geldleening aan te gaan van