DE ALPHENSCHE WINKELWEEK GEOPEND r DUNUEKÜAG 23 NOVEMBER 1933 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 BAROMETER. SAAMHOORIGHEID EN ACTIVITEIT. TELEGRAFISCH WEERBERICHT naar waarnemingen verricht in den morgen van 23 Nov. 1933, medegedeeld door het Kon. N jd. i ieteoroL Instituut te De Bildt. Hoogste barometerst.: 766.0 te Seydisfjord. Laagste barometerst.: 752.1 te Stensele. Verwachting tot den avond van 24 Nov.: Zwakke tot matige lanvankelijk Noord- Westelijke, later waarschijnlijk veran derlijke wind, neve lig tot zwaarbewolkt, waarschijnlijk eenige ïeeerslag, weinig verandering in tem peratuur. De barometer bleef in Scandinavië en Duitschland verder dal~>, zoodat thans de depressie in het Noord-Oosten haar in vloed van Lapland en Finland tot Midden- Duitscbland uitstrekt- Aan de Noorsche kust bracht deze lage druktoestand nogal wat regen (Nordoyan 10 m.m.), terwijl het heldere weer in Duitschland plaats maakte voor nevelachtig somber weer. In Polen en de randstaten wordt nog vorst van beteekc- nis aangetroffen, plaatselijk in Zweden vroor het nog sterk. In ons land, Frankrijk en Duitschland is de temperatuur gestegen. De depressie in het Westen bij den Oceaan toont zich nog "-letrekkelijk weinig actief. Een slappe rug van hooge drukking ver bindt Oost-IJsland via Groot-Brittannië met de Azorenhoogedruk. Belangrijke ver betering mag in den weertoestand ten on zent nog niet verwacht worden, hoewel het wel waarschijnlijk is dat de nevel iets minder dicht en de bewolking minder zwaar zal worden. LUCHTTEMPERATUUR. Temperatuur des middags te half drie 8.— gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS c.a.: Van Dcnderdagnamiddag 4.29 uur tot Vrijdagmorgen 7.95 uur. HOOG WATER. Te Katwijk: op Vrijda.g 24 Nov. 7.36 uur en nam. 8.13 uur. UIT DE OMGEVING VEUR. Landbouwhuïshoudcursus. Woensdag middag te 3 uur had de opening plaats van de Landbouwhuishoudcursus, uitgaande van de Commissie tot bevordering van het R. K. Landbouwhuishoudonderwijs, welke gehouden zal worden in een der lokalen van de Openbare Lagere School te Veur. Aanwezig waren o.a. Burg. W. Keijzer, Rector Kok uit Haarlem, kapelaan Dun selman, Ir. Dekker, Seer. Dioc. L.T.B. in het bisdom Haarlem, G. P. v. d. Valk, Secr. voor het R. K. Landbouwhuishoudonder wijs te Poeldijk, vertegenwoordigers uit Zoetermeer en Rijswijk. Rector Kok opende met den Chr. groet en heette allen hartelijk welkom. Spreker geeft een uitvoerige uiteenzetting van het doel van het landbouwhuishoudonderwijs. Het is noodzakelijk, dat de meisjes, die wel licht later in de landbouwbedrijven zullen komen, volledig bekwaam zijn voor die taak. Zaak is alles zoo economisch mogelijk te beheeren, want als een landbouwer of tuinder een vrouw treft, die niet voldoen de inzicht heeft, gaat zijn bedrijf ten gron de. Dank dient gebracht aan Burgemeester Keijzer voor de groote voortvarendheid, waarmede is geholpen aan de tot standko- ming van den cursus. Deze bijeenkomst heeft plaats op den blijden St. Ceciliadag. De secretaris, de heer v. d. Valk, deelt mede, dat o.a. verhinderd zijn aanwezig te zijn Burgemeester Kampschoër, de inspec- trice voor het Nijverheidsonderwijs, Mej. Smit en ook de heer Lamboo van de O.L. school. Hierna was het woord aan burgemeester Keijzer. Spreker merkt op, dat het gras hem voor de voeten is weggemaaid, het is bijna niet mogelijk aan het gesprokene nog iets toe te voegen. Dank dient gebracht te worden aan den Raad, aan de afdeeling van den L.T.B., welke het initiatief nam. Voor een jaar zijn wij weer een cursus rijker. Goed onderwijs komt ten goede aan de ge meenschap. Een gelukkig huishouden is, waar een vrouw berekend is voor haar taak. Trouw schoolbezoek is geboden; de cursus goed begonnen, mag niet eindigen met een enkele leerling. Moge deze cursus dan onder Gods zegen slagen. Nadat Mej. Buselanger als leerares, mede namens haar collega Mej. Lelieveld nog een uiteenzetting heeft gegeven van het karak ter van het onderwijs en de wijze, waarop wordt onderwezen, werd de bijeenkomst, nadat thee was geserveerd, gesloten. - nuüMiMÜ^ Met de gebruikelijke plechtigheid in het Huis der Gemeente is heden de Alphensche Winkelweek geopend. Het is een verblijdend teeken, dat, hoe wel de zaken minder gaan, de Alphensche middenstand niet bij de pakken neerzit. Een groot aantal genoodigden verzamel den zich hedenmorgen te 11 uur in de oude Raadszaal, o.w. de Burgemeester, de heer Molkenboer en mr. Knibbe namens de Ka mer van Koophandel te Leiden, de voor zitter van den Kon. Ned. Middenstands bond, de heer Regt, archivaris der ge meente. Van de wethouders en van het Hoofd bestuur der Hanze was bericht van verhin dering gekomen. De voorzitter van het Winkelweek-comi té, de heer Laros, sprak het welkomst woord, op de eerste plaats tot den Burge meester en vervolgens tot de overige gas ten. Wanneer de overheid in de arbeid der bevolkingsgroepen belang stelt, stemt dat steeds tot vreugde. Ook de belangstelling van de Kamer van Koophandel en van het Hoofdbestuur van den K. N. Midd. Bond wordt zeer gewaardeerd. Spr. verzocht hierna den Burgemeester de Winkelweek te willen openen. De Burgemeester, de heer P. A. Colijn, sprak hierop als volgt: Openingsrede van den Biuge- w- meester. Het is in mijn kwaliteit van Burgemees ter van Alphen aan den Rijn, dat mij de eer te beurt valt deze winkelweek te mo gen openen en gevoel mij als zoodanig vertegenwoordiger der burgerij om u te zeggen, dat ook van die zijde het organisee- ren van een winkelweek zeer zeker wordt op prijs gesteld. Is de bedoeling van den handeldrijvenden middenstand met deze winkelweek te de- monstreeren dat het niet noodig, ja zelfs onvoordeelig is elders te gaan inkoopen wat men even goed in eigen plaats kan vin den, ook het publiek wil gaarne een ant woord op de vraag of de mogelijkheid tot billijk inkoopen in eigen omgeving inder daad bestaat en of de keuze der goederen zóó ruim is als noodig wordt geacht. Op het demonstreeren van lagen prijs en ruime keus zal de winkelweek zich moeten richten omdat de concurrentie niet alleen onderling in eigen plaats, maar ook met de grootere centra er eenmaal is en blijven moet omdat zonder eerlijke concur rentie een gezond bedrijfsleven ondenk baar is. Een winkelweek welke alleen de bedoe ling zou hebben het publiek tot koopen van niet noodzakelijke gebruiks- of voedings artikelen te prikkelen, zou, vooral in de zen tijd, beslist misplaatst zijn. Immers, voor den burger is het koopen van niet strikt noodzakelijke dingen, ook al zijn zij goedkoop, altijd nóg te duur, ter wijl de winkelstand tenslotte toch ook weer den weerslag van een opgedreven verkoop zal ondervinden in de verslapping welke er noodwendig op volgen moet. Een winkelweek moet méér geven dan een opleving van een oogenblik, méér dan een stijgend verkoopscijfer gedurende en kele dagen; zij moet demonstreeren èn prijs èn kwaliteit der artikelen, zóó, dat een blij vend succes voor den winkelstand kan worden geboekt. Daarvoor is inspanning van alle krach ten vereischt, want, zooals wij zeiden, de concurrentie der groote steden is er nu eenmaal. Klagen daarover brengt geen baat. Bij de pakken neerzitten evenmin. Wij kunnen en wij mogen den wijzer van den tijd niet terugzetten. Naast den strijd om te behouden wat ge hebt, zult ge u als doel moeten stellen ge deeltelijk te herwinnen het terrein, dat in den loop der jaren, mede door het zich snel ontwikkelend verkeer, verloren ging. De activiteit van uw Comité is ons ech ter een waarborg, dat al het 'mogelijke zal worden gedaan om deze winkelweek te doen slagen, zoodat zij dienstbaar wordt aan de gestadige ontwikkeling van Al- phen's handeldrijvenden middenstand. Het deed ons daarom genoegen, dat deze opening kon plaats vinden in het „huis der gemeente", dat symbool is van onze saam- hoorigheid. Wij wenschen u met uw winkelweek dus een zoo groot mogelijk succes, vertrouwend dat gij elk op uw terrein de woorden van Vader Cats in toepassing zult brengen: „Neemt acht op uw bedrijf En stelt u vlijtigh aan, En laat niet onverricht dat noodig is gedaan. Met dickmaels iets te doen, soo leert men groote saken Waardoor men tot gewin of eere kan geraken". Hiermede, Mijne Heer en, verklaar ik deze winkelweek voor geopend. De Comité-voorzitter dankte den Burge meester voor zijn waardeerende woorden. Het verheugt spr., dat de overheid de taak van den middenstand in het economisch bestel niet onderschat en de richting aan wijst, hoe de middenstand zijn positie zal kunnen handhaven. Spr. dankte den Burgemeester voor de medewerking bij deze winkelweek, die het werk der Commissie zeer heeft vergemak kelijkt. De heer D. Raaphorst, voorzitter van de pl. Middenstandsvereeniging, prees het Winkelweekcomité, dat op zoo schitterende wijze deze winkelweek heeft tot stand ge bracht. Met stoere volharding is er ge werkt en daarvoor brengt spr. aan de com missie oprechte hulde. Ook is spr. verheugd over de medewer king van den Burgemeester en spr. wijst erop, dat de wethouder de belofte, bij de vorige winkelweek gedaan, gestand heeft gehouden. Spr. wekte de Middenstanders op zich in hun organisaties aaneen te slui ten, omdat vooral voor den Middenstand eendracht macht maakt. Ook de heer C. Y. Ponsioen bracht na mens de Hanze dank aan den Burgemees ter, die, ondanks dat Z.Ed. overstelpt is met werk, het eere-voorzitterschap heeft willen aanvaarden en deze winkelweek heeft willen openen. Spr. hoopt, dat de Burgemeester het voorbeeld zal geven met in eigen gemeente te koopen, want er zijn jammer genoeg vele ingezetenen» die elders koopen, terwijl de Alphensche winkeliers toch getoond hebben alles te kunnen leve ren en tegen prijzen niet hooger dan in de stad. Spr. dankte de zusterorganisatie voor de aangename samenwerking, waardoor deze winkelweek tot stand kon komen. Wanneer alle middenstanders zich in de samen werkende bonden aaneensluiten zich voelen als een geheel dan zal de Mid denstand zijn plaats kunnen behouden. Tenslotte wees spr. met nadruk op het motto: „Koopt voordeeliger, koopt bij den middenstand". Een goede raad. De heer G. Molkenboer uit Leiden, spre kende namens de Rijnlandsche Kamer van Koophandel, zeide, dat de Kamer de moed en durf waardeerde, waarmede de Alphen sche middenstand in dezen tijd van depres sie het hoofd boven water trachtte te hou den. Ook waardeerde spr. in de winkelcom missie de samenwerking tusschen den ge- organiseerden Middenstand ter plaats. In den komenden tijd nu een nieuwe wereldorde schijnt op te dagen zal saam- hoorigheid voor den Middenstand ten zeer ste noodzakelijk zijn. Spr. bepleitte met klem, dat toch de middenstand zelf het voorbeeld moge geven in den strijd tegen het grootbedrijf en bij de midden standers in eigen plaats zou inkoopen. Dat zou'reeds een krachtdadige steun zijn. De heer Ingenohl, voorzitter van den Kon. Ned. Middenstandsbond prees de saamhoo- righeid van den Alphenschen middenstand, hoewel die saamhoorigheid nog niet 100% is, namelijk nog niet alle middenstanders omvat. Een gestadige bloei van den mid denstand is alleen te verkrijgen door een voortdurende activiteit. De middenstand wordt hierin goed voorgegaan door den Burgemeester, die, zooals spr. reeds meer malen heeft geconstateerd, een waar en goed burgemeester is voor den Midden stand. We moeten den moed er in blijven houden. Het publiek moet er van overtuigd worden, dat het niet buiten een goed ont wikkelden middenstand kan. Spr. wenschte beide plaatselijke middenstandsvereenigin- gen groei en bloei toe. Namens de Middenstandsvereeniging in Boskoop hield de voorzitter, de heer Vos, een toespraak, die er op wees toch vooral ook de vrouwen in de verkoopactie te be trekken. De voorzitter bracht nog een woord van hulde aan den heer Raaphorst op wiens initiatief en onder wiens leiding alle vorige winkelweken zijn gehouden. De penningmeester van het comité, de heer D. van Dien, herinnerde er aan, dat de Neutr. Middenstandsvereeniging 10 jaar bestaat en grooten bloei heeft bereikt on der voorzitter Raaphorst. De heer Laros, voorzitter van het comité, sloot hierop de bijeenkomst met woorden van dank en met den oproep: „Koopt in Alphen". Het aantal deelnemers. Vermeld zij nog, dat het aantal deelne mers aan de winkelweek 144 bedraagt, be schikkende over 241 etalages. Het publiek wordt ter bezichtiging ge lokt door een bonnen-systeem. Benevens de honderden prijzen die door de winke liers ter beschikking zijn gesteld, w.o. thee meubel, theeservies, dekens, tafelkleeden, taarten, enz. heeft de winkelweekcommis sie als hoofdprijzen aangekocht 1 dressoir en eetservies, hetwelk resp. is geëtaleerd bij de fa. P. J. Couvee en Ponsioen. Na afloop der winkelweek zullen deze pjrijzen onder de houders van deze bonnen worden verloot. De prijzen zullen bij de resp. winkeliers, die ze beschikbaar stelden, moet worden afgehaald. Alléén die bonnen zijn geldig die zijn uit gereikt door de deelnemers der winkelweek, voorkomende op de daarvoor vastgestelde lijst. Bij eventueele knoeierij met bonnen zal onmiddellijk worden ingegrepen. Waar en wanneer de verloting zal plaats hebben, zal nog nader worden bekend gemaakt. Hedenavond zal de Burgemeester, ver gezeld van het Winkelweekcomité, een rij toer door de gemeente maken, ter bezichti ging van de etalages. RIJKSDAGPROCES TE LEIPZIG VOORTGEZET. VAN DER LUBBE WORDT WAKKER. „Wanneer komt er nu eens i einde aan?" LEIPZIG, 23 Nov. Hedenmorgen te 10 minuten over half tien werd het Rijksdagbrandproces door Dr. Bünger voor het eerst sedert eenige weken weer te Leipzig geopend. De belangstelling is minder groot dan tijdens het eerste procesgedeelte te Leipzig. De pers is slechts in geringe getale aanwe zig en ook de publieke tribune is niet ge heel vol. Van der Lubbe kijkt vrij om zich heen. Eerst worden eenige getuigen uit Berlijn gehoord, maar dan wordt groot opzien ge baard door het feit, dat Van der Lubbe een vraag stelt, die weliswaar niet belangrijk is, ook niet in direct verband staat met het verhoor, maar de eerste zelfstandige vraag en van inzicht getuigende opmerking is, die Van der Lubbe tijdens het procesver loop heeft gesteld: „Wij hebben nu drie maanden proces gehad; eerst te Leipzig, toen te Berlijn en nu voor de derde maal weer te Leipzig. Ik zou willen weten, wan neer het vonnis wordt uitgesproken en wanneer het voltrokken wordt. Ik heb f'en Rijksdag in brand gestoken en wat daarna gebeurd is, is toch heel iets anders. Ik wil de vragen wanneer het vonnis zal komen." President: „Dat kan ik nu nog niet zeg gen" Van der Lubbe's verdediger Dr. Seuffert (tot Van der Lubbe zelf): „Deze kwesties worden allemaal behandeld omdat mis schien medeplichtigen bij de zaak betrok ken zijn." Dr. Werner: „Misschien kan men hem eens vragen, hoe het met zijn medeplich tigen staat". President: „Het ligt aan u of u eens wat meer wilt vertellen, wie de medeplichtigen zijn. De duur van het proces hangt ook van U af." Dimitrof richt, zich tot Van der Lubbe en tracht hem over te halen nu eindelijk eens alles op te biechten. Dimitrof moet echter zwijgen en Van der Lubbe verklaart: „Het is toch duidelijk. T' heb toch al te kennen gegeven, dat ik den Rijksdag heb aangestoken. Ik heb dat alleen gedaan. Dit is een proces en er moet eens een vonnis komen. Het duurt al acht maanden. Ik ga daar niet mee accoord". President „Ik heb al herhaaldelijk ge zegd, dat men juist uw verklaring, dat u alles alleen zonder hulp hebt gedaan niet kan gelooven en wel vooral na het onder zoek der deskundigen. Zeg nu eens met wie u het gedaan hebt of wie u geholpen heeft?" Van der Lubbe: „Dimitrof en de anderen zijn in het proces betrokken, doch hebben er niets mee te maken. Zij hebben de daad niet begaan. Ik wil in elk geval een von nis hebben. Twintig jaar gevangenisstraf of de dood, maar ik wil, dat er iets gebeurt. Ik wil ook gewone kleeren hebben." De president Dr. Bünger verklaart nog maals, dat Van der Lubbe zelf schuld aan den langen duur van het proces heeft, om dat hij volhoudt alleen den Rijksdag in brand te hebben gestoken. Van der Lu' be: „Ik ben de beklaagde. Ik zie dat de schuld v~n de anderen ook niet bewezen kan worden. Tegen het symbolisme is het, dat ik protesteer." President: „Wat verstaat u onder „sym bolisme"?" Dr. Seuffert: „Blijkbaar de bewering, dat de brandstichting in den Rijksdag het karakter van een vuursignaal zou moeten hebben". Dr. Werner: „Hebt u met iemand afge sproken de daad te plegen of hebt u met iemand over de daad gesproken voor u den Rijksdag in brand stak?" Van der Lubbe: „Neen, de Rijksdag brand toont steeds hetzelfde beeld, dat niet veranderd kan worden. Men ontwikkelt rondom den Rijksdagbrand een groot pro ces, maar ik zie daar geen uitweg in. De brandstichting was een daad van' 10 mi nuten, doch alles wat daarna is gebeurd, heeft daar niets mee te maken. Kan een persoon dat niet doen? In de gevangeniscel heb ik heen en weer geloopen en me ver baasd. Ik heb moeten meemaken, dat ik vijf of zesmaal per dag eten kreeg. Daar mee kan ik niet accoord gaan". De President onderdrukt den ietwat ver ward geworden woordenstroom van Van der Lubbe en merkt op: „Maar de hoofd zaak is en blijft, dat men niet kan aan nemen, dat u den Rijksdag in tien minuten alleen in brand hebt gestoken. Dat geloo ven al heel weinigen". De Advocaat der Bulgaren dr. Teichert: „Welke middelen heeft Van der Lubbe ge bruikt om de zaal in brand te steken?" Van der Lubbe: „Dat heb ik in de pro tocollen duidelijk gemaakt. Met mijn over jas". President: „Hebt u de verklaringen van de deskundigen gevolgd?" Van der Lubbe: „Ja". President: „Volgens deze verklaringen is het onmogelijk, dat u met stukken goed de groote zaal in brand hebt gestoken". Van der Lubbe: „Dat is slechts de per soonlijke opvatting der deskundigen. De groote zaal moet juist heel gemakkelijk brandbaar zijn geweest. De vraag vanwaar ik gekomen ben en hoe het tevoren was, is niet duidelijk gesteld. Over die vraag is nog niet gesproken. Ook over het stichten van den brand is niet gesproken. Dimitroff: „Naar mijn opvatting is v. d. Lubbe onbewust met vijanden van de Duitsche arbeidersklasse en van de Com munistische partij in aanraking gekomen en heeft samen met hen de brandstichting kent hij niet eens de leider, die de plenaire zaal in brand hebben gestoken". Dr. Werner protesteert tegen deze uit lating. De Nederlandsche tolk vestigt de aan dacht erop, dat tijdens Dimitroffs verkla ring v. d. Lubbe heeft geïnterrumpeerd met: „Neen". Men vraagt v. d. Lubbe, wat hij daar mee bedoeld heeft. Hij verklaart: „Ik kan slechts toegeven, dat ik den brand alleen heb aangestoken. Maar met deze ontwik keling van het proces kan ik niet accoord gaan. Dat is een verraad aan menschen, aan de politie, aan de communistische en aan de nationaal-socialistische partij. Ik eisch, dat hier mijn vonnis wordt uitge sproken met gevangenisstraf of met de doodstraf. Dat moet ik alleen uitmaken. Den strijd in de gevangenis kan ik echter niet langer uithouden". v. d. Lubbe's verdediger, dr. Seuffert, licht toe, dat hij de Hollandsche uiteenzet ting van v. d. Lubbe ten aanzien van het verraad aldus heeft begrepen: „Er zijn valsche beschuldigingen gedaan aan het adres van deze beide partijen". De president lascht een pauze van een half uur in. LEIDSCHENDAM Volksbond. Woensdag 22 en Donder dag 23 dezer, werden door den R.K. Volks bond, afd. Leidschendam ter viering van haar jaarfeest „St. Willibrordusfeest", een tweetal feestavonden gegeven voor de le den en donateurs en genoodigden, welke avonden alleszins geslaagd mogen heeten. De voorz. opende den avond met den chr. groet en heette allen hartelijk welkom, in het bijzonder den geestel. adviseur, de afgevaardigden der diverse organisaties, de donateurs en begunstigers, de harmonie en de tooneelclub en allen die aan de uitnoo- digng hebben gevolg gegeven. Hij brengt dank aan den geestel. advi seur voor alles, wat hij in het afgeloopen jaar voor den Volksbond heeft gedaan, voor zijn medeleven en de woorden j.l. Zondag door hem gesproken; hij hoopt dat alle le den deze woorden zullen ter harte nemen tot eigen leering en tot nut der vereeni- ging. Hij dankt de donateurs en begunsti gers voor hun steun en hoopt steeds op dezen te mogen en kunnen blijven rekenen Hij brengt de leden dank voor hun groote deelname aan de algemeene H..Communie Zondag j.l. Spr. spoort allen aan de dames, die straks kaarten ten verkoop zullen aan bieden ten bate van Herwonnen Levens kracht, niet met ledige handen heen te stu ren. Ook beveelt hij bijzonder de collecte aan op-het einde der avonden voor „Hulp in Nood". De voorz. dankt de harmonie en de too neelclub voor hun medewerking en wenscht tenslotte allen een genoeglijken avond en hoopt op aller medewerking om deze avonden schitterend te doen dagen. De harmonie „St. Cecilia" opende de avonden met een vroolijk stukje muziek, terwijl zij verder den avond, onder de keu rig leiding van den heer B. van Veen, met schitterende muziek opluisterde, waaruit duidelijk bleek, dat St. Cecilia tot heel wat in staat is. Zij hadden een aandachtig ge hoor en mochten telkens een verdiend ap plaus in ontvangst nemen. Onder begeleiding der Harmonie werd door allen staande nog het bondslied ge zongen, waarna de R.K. Toonelvereeniging „St. Gensius" voor het voetlicht verscheen, welke opvoerde het blijspel in drie bedrij ven „De man zonder geheugen", een stuk, dat bij allen zeer in den smaak viel en de lachspieren nog eens danig deed werken. Het blijspel werd werkelijk zeer goed ge speeld en vooral de hoofdrollen waren in goede handen. De spelers oogstten telkens een verdiend applaus voor hun goede spel. Zeer zeker komt aan St. Genesius en niet minder aan St. Cecilia een woord van dank toe voor hun spel en muziek, waar door deze avond alleszins geslaagd is. Op het einde dankte de voorz. allen voor de medewerking, in het bijzonder harmo nie en tooneel en hoopte, dat deze avonden zeker zouden bijdragen allen aan te spo ren trouwe leden van den bond te zijn en te blijven en zullen strekken tot groei en bloei der vereeniging. Hij sluit dan met den christelijken groet. Het was een mooie avond, waarop de R.K. Volksbond met genoegen kan terug zien. STADSNIEUWS GEMEENTERAAD. EEN LEENING VAN TWEE MILLIOEN. De gemeenteraad van Leiden was in spoedvergadering bijeengeroepen tegen gis termiddag 5 uur. Na opening der vergadering, stelde de voorzitter aan de orde: voorstel tot het aangaan van een leening. Onmiddellijk liet de voorzitter daarop volgen: niemand wenscht het woord of hoofdelijke stem ming? Dan is het voorstel aangenomen. Enkele leden vroegen daarop, welk voorstel nu eigenlijk was aangenomen. Deze leden betoogden heelemaal niets van een voorstel af te weten. De voorzitter las daarop de mededeeling voor, die den raadsleden dienzelfden dag was toegezonden, behelzende, dat het voor stel van B. en W. eenige uren vóór den aanvang der vergadering voor de leden ter visie in de Leeskamer zou liggen. Na korte discussie waarbij van uit den Raad er op werd gewezen, dat dit niet was een behoorlijke voorbereiding voor de behandeling deze zaak ging de Raad in een zitting met gesloten deuren. Na hervatting der openbare vergadering diende wethouder Goslinga het voorstel in om een geldleening aan te gaan van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 2