DONDERDAG 23 NOVEMBER 1933
DE LEIDSCHE COURANT
ZESDE BLAD PAG. 21
GEMENGDE BERICHTEN
AUTO TEGEN TRAM GEBOTST.
Autobestuurder gedood, mede-inzittende
zwaar gewond.
Gisteravond om circa zes uur heeft te
Heerlen op den Schelsberg een doodelijk
auto-ongeval plaats gehad. De heer H. J.
Lignon Hasce, steenhouwer, wonende Eis-
kenderweg aldaar kwam met zijn auto uit
de richting Heerlen op weg naar zijn wo
ning. Naast hem in de auto zat de heer
Houben, aannemer, wonende Eurenderweg
te Heerlen. Terwijl de heer Lignon met
zyn auto van de Schelsberg kwam, nader
de uit de richting Heerlen de electrische
tram. De auto, die met tamelijke snelheid
reed, botste in volle vaart tegen de tram
aan, met het gevolg, dat de auto geheel in
deukt werd. De bestuurder, de heer Lig
non, moet op slag zijn gedood, terwijl de
heer Houben zwaar gewond werd.
Twee dokters waren spoedig ter plaatse,
evenals de Koninklijke marechaussee. De
geneesheeren konden bij den heer Lignon
slechts den dood constateeren. Zij gelast
ten overbrenging van den heer Houben
naar het St. Joseph ziekenhuis te Heerlen.
Nader verneemt de „Tel." dat de heer
Lignon voor een wielrijder heeft willen
uitwijken. Hierbij is hij met zijn auto ge
slipt met het gevolg dat hij tegen de tram
botste. De auto is geheel vernield. De heer
Lignon was gehouwd en 33 jaar oud.
De toestand van den heer Houben is zeer
ernstig.
DIENSTMEISJE VERBRAND.
Dinsdagmiddag is te Arnhem de 21-jarige
dienstbode D. ten Holde uit Ellecom met
haar kleeren in aanraking gekomen met
vuur, met het gevolg, dat de kleeren vlam
vatte. Het meisje bekwam eenige ernstige
verwondingen en overleed spoedig.
Omtrent de toedracht van het ongeval
tast men in het duister, daar er niemand
bjj aanwezig was. Vermoedelijk is zij bij
het aanmaken van de kachel met het vuur
in aanraking gekomen.
WINKELBRAND TE ASSEN.
Gistermiddag omstreeks half vijf brak
plotseling brand uit in een perceel in 'fae
Martstraat te Assen, waarin gevestigd is
het mantelmagazijn „De Pauw". De eige
naar daarvan bevond zich juist in een bo
ven den winkel gelegen.kamer. Hij snelde
onmiddellijk naar beneden, doch er viel
niets meer te redden. De brandweer die
spoedig ter plaatse was, slaagde er in de
aangrenzende preceelen te behouden. De
oorzaak van den brand is onbekend. De
schade wordt door verzekering gedekt. De
politie stelt een onderzoek naar de oorzaak
van den brand in.
ZIJN VADER OPGELICHT.
Iemand te Tilburg had van een ander
een bedrag van ruim zestig gulden te vor
deren. Het bedrag zou per postchèque wor
den overgemaakt. Toen het wat lang duur
de, vooraleer de chèque kwam, ging de
schuldeischer bij den schuldenaar infor-
meeren. De laatste verklaarde al lang te
voren het geld te hebben toegezonden en
als bewijs daarvoor toonde hij het regu.
Beide mannen begaven zich vervolgens
naai" het postkantoor, waar spoedig bleek,
dat het geld ook reeds geïnd was. Een na
der onderzoek bracht aan het licht, dat de
handteekening-voor-ontvangst op de chèque
valsch was. De politie werd van het geval
in kennis gesteld en na langdurig onder
zoek is deze er tenslotte in geslaagd den
dader van deze vervalsching op te sporen.
Het bleek de 20-jarige zoon van den schuld
eischer zelf te zijn. Hij had de enveloppe
met de chèque thuis uit de bus gehaald,
op de chèque de valsche handteekening van
zijn vader gezet en vervolgens het geld ge-
ind. Dit laatste had hij ten eigen bate aan
gewend.
De jongeman is opgesloten en zal naar
het Huis van Bewaring te Breda worden
overgebracht. „Msb."
EEN VREEMDE KLANT OP DE
RAADSTRIBUNE.
Hij wilde aanteekenen.
Dinsdagavond vroeg iemand op de pu
blieke tribune van den Amsterdamschen
raad aan den bode tijdens een lange rede
van den heer De Miranda, wanneer hij nu
eindelijk aanteekenen kon.
Aanteekenen? vroeg de bode.
Ja, antwoordde hij, ik ben hier met
mijn meisje, 's Middags heb ik ook al in
de rij gestaan, en een andere bode zeide,
dat het om halfnegen weer begon.
Wat was het geval? De man had 's mid
dags op het Stadhuis in de file gestaan om
aan te teekenen, daar hij wilde trouwen.
Hij was omdat het zoo lang duurde, weg
gegaan en had aan den portier gevraagd
wanneer het weer begon. Deze dacht na
tuurlijk dat het over de raadszitting ging
en zeide: „om halfnegen".
Zoo kwam hij 's avonds met zijn aan
staande vrouw in de file vóór de publieke
tribune terecht en in de raadzaal, waar hij
slechts politiek hoorde. Toen hem zijn ver
gissing duidelijk was gemaakt, besloot hij
gisterochtend op een betere en afdoende
wijze aan te teekenen en wel bij den Bur
gerlijken Stand op het Singel. „Tel.".
WA7 ANDERE BLADEN
&CHR1J EJS
ZE ZIJN FARIZEEëRS, ZEGT HET
BOULEVARD-BLAD.
Onze ministers van Binnenlandsche Za
ken en van Justitie zijn Farizeeërs; dit
zegt, niet zóó natuurlijk, maar de zin is
toch wel volkomen duidelijk, de „Tele
graaf' aldus het Huisgezin. En het
blad vervolgt:
„De eerste der beide ministers heeft be
hartigenswaardige woorden geschreven
over het volks- en zedenverwilderende
strand- en badleven.
Niet alleen woorden: hij verlangt, dat
de gemeentebesturen maatregelen zullen
nemen tegen een euvel, dat in den afge-
loopen zomer ontstellende afmetingen
heeft gekregen en waartegen krachtige
protesten zijn opgegaan,
Overal ter wereld zegt de „Telegraaf"
worden de strand- en natuurbaden uit
gebreid en schijnt men de daardoor toe
nemende zedeloosheid niet te bemerken of
daarin geen bezwaar te vinden: „bij ons is
dat goddank anders; wij zijn beter", heet
het met een vernietigend bedoelde sneer.
Stoffelijke voordeelen, die de natuur-
en andere baden opleveren, versmaden
wij, naar de voorstelling van het boule
vard-blad, hooghartig.
Wij versmaden ze ook, wanneer straperlo
en roulette in de badplaatsen gasten trek
ken.
De minister van Justitie acht het beter,
dit soort vermakelijkheden ook uit de bad
plaatsen te weren.
Het is zeer juist gezien, spot de „Tele
graaf'.
Laat andere landen van de „moeizaam
bespaarde penningen der vacantie-gangers
genieten, die door den onzedelijken harts
tocht van het spel bezoedeld zijn; laten
onze badplaatsen desnoods ten gronde
gaan; de moreele hoogheid van ons land
blijve onaantastbaar; want wij zijn beter
'en zijn er trotsch op evenals de Fari
zeeërs niet te zijn gelijk de andere men-
schen".
Dergelijke tirades met haar venijnigen
spot, haar kwetsing van zedelijke en gods
dienstige gevoelens, leggen den wuften
grond van het boulevard-blad nog eens
duidelijk bloot.
Wat tienduizenden een ergernis is, wat
ook liberale bladen tot een protest tegen
zulke heidensche vermaken heeft genoopt,
wordt met het noodige sarcasme goedge
praat.
Er is nood in ons land; aller goede wil
is nauwelijks toereikend om den honger
uit de gezinnen te houden.
Maar nog veel erger is de zedelijke
nood, in welks draaikolk men ook de aan
komende jeugd poogt mee te sleepen.
Wanneer de overheid daartegen haar
stem verheft en maatregelen voorschrijft,
staat de „Telegraaf" op, niet alleen om zich
daartegen te verzetten, maar om de mi
nisters, en wie met het optreden der mi
nisters instemmen, huichelarij te verwij
ten: Farizeeërs zijn het, die zich beter ach
ten dan de andere menschen.
Dat is geen bestrijding meer van overtui
ging door overtuiging, dat is eenvoudig
een verdachtmaking van de ergste soort, 'n
speculeer en op den hartstocht van de ze
delijk minderwaardigen, de onnadenken
de massa, die zich geen rekenschap geeft
van wat onverschillig hetgeen anderen
doen plicht is, en plicht vraagt.
De overheid zal zich door zulk eenbe
strijding niet laten weerhouden, maar meer
dan ooit hebben allen die christelijk en na
tionaal voelen zich aaneen te sluiten om
uit hun midden de aanslagen op de zede
lijkheid, driester en tevens verfijnder dan
vroeger ondernomen, af te weren.
Met name de ouders hebben hun invloed
aan te wenden om uit hun gemeente al die
moderne gelegenheden tpt het kwaad ver
wijderd te houden, en indien ze daartoe
machteloos zijn hun kinderen voor de be
smetting te behoeden.
Er is geen dringender en noodzakelijker
plicht".
UIT DE RADIOWERELD
VAN DER LUBBE VRIJ?
Wat een sensatiebericht! Wat een belang
stelling van heel de wereld. Wat een pen
nen in beweging. Wat een beschouwingen,
critieken, verhandelingen voor dezen Ne-
derlandschen imbecil of boef. Hij heeft
brand gesticht heeft hij bekend en krijgt
nu strop of kogel of vrijspraak?
Ik wed dat het eenmaal met dikke let
ters op de eerste bladzijde bovenaan van
alle kranten komt.
Nu weten zoetjesaan alle Katholieke Ne
derlanders dat de Zusters Carmelitessen in
Amsterdam staan voor een vonnis: heen
gaan of blijven, strop of hulp, failliet of
safe
(Ja ik wil herhalen voor degenen die 't
nog niet weten. De Zusters Carmelitessen
uit Amsterdam zijn door een bankmanipu-
latie 150.000 gulden ontstolen waarvan ze
nog rente moeten betalen). Daar is nu wel
belangstelling, het zou ondankbaar zijn in
dien wij dit niet openlijk erkenden, maar
zoo algemeen, zoo intens, zoo levendig als
voor van den Lubbe?Neen.
Komzend vandaag nog een postwis-
seltje met klinkende eisch: De Zusters Car
melitessen vrij! Verlost uit de strop!
Ik heb altijd zoo'n idee dat er heel veel
edele menschen meenen verstandig te doen
met te wachten tot 't laatsteEerst eens
kijken of het gaat. Tot hun troost, maar
ook als spoorslag, zeg ik tot hen: het g a a t,
het loopt, het vloeitmaar 't stroomt
nog niet..-..
Toch, het gaat.... de hoop op redding
is erDe overtuiging is er al: het kan.
als.... nu de wachters in beweging ko
men.
Wij hebben al een steunpunt in zee....
maar steenen! steenen! zijn er nog noodig,
rotsblokken voor de afsluitdijk!
Pastoor v. d. Tuyn te Heemstede, giro
nummer 180484 wacht deze week een wa
gonlading.
Verantwoording der binnengekomen gif
ten: Totaal ontvangen 13.279.50 1/2.
Programma's voor Vrijdag 24 Nov.
Huizen, 1875 M.
Algemeen Programma, verzorgd door de
N. C. R. V.
8.00 Schriftlezing en meditatie.
8.159.30 Gramofoonpl.
10.30 Morgendienst o.l.v. ds. E. Groene-
veld.
11.00 Zang door P. C. Brederode (bas-
bariton). A. dv.leugel: mevr. Brederode
Bettink.
12.15 Gramofoonpl.
12.30 Ensemble v. d. Horst.
2.00 Gramofoonpl.
2.30 Chr. Lectuur.
3.003.45 Gramofoonpl.
4.00 Orgelconcert L. Blaauw.
5.00 Concert. S. Bahler (viool), mej. B.
Bos Janszen (cello) en mevr. T. Bahler
Nieuwerts (piano).
6.30 Causerie A. J. Herwig.
7.15 Ned. Chr. Persbureau.
7.30 Literaire causerie.
8.00 Arnhemsche orkestvereeniging o.l.v.
J. Spaanderman m.m.v. S. BothHaas
(sopraan).
9.00 Declamatie door J. Hartman.
9.30 Vervolg concert.
10.15 Vaz Dias.
10.3011.30 Gramofoon muziek.
Hilversum, 296 M.
8.00 VARA, 12.00 AVRO, 4.000 VARA,
8.00 VPRO, 11.00—12.00 VARA.
8.00 Orgelspel.
8.30 Gramofoonpl.
10.00 Morgenwijding VPRO.
10.15 Declamatie R. Numan.
10.30 Trio Favoriet.
11.00 Vervolg declamatie en Gramofoon-
platen.
11.20 Vervolg trioconcert.
12.00 Gramofoonpl.
12.30 Kovacs Lajos en zijn orkest m.m.v.
M. van Donk .sopraan).
2.30 Voordracht door H. Felderhof.
3.00 Gramofoonpl.
4.00 VARA-Klein-orkest.
4.50 Voor de kinderen.
5.30 De Notenkrakers.
6.20 Gramofoonpl.
6.30 VARA-orkest.
7.10 Causerie.
7.30 Vervolg concert.
8.00 Causerie.
8.30 Pianorecital.
9.00 Causerie.
9.30 Vervolg piano-recital.
10.00 Vrijz. Gods. Persbureau.
10.05 Vaz Dias.
10.15 Causerie.
10.45 Gramofoonpl.
11.00 Orgelspel.
11.30 Gramofoonpl.
Daventry, 1554 M.
10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, berichten.
11.05—11.20 Lezing.
12.20 Orgelconcert J. Sowerbutts.
12.50 BBC-Dansorkest o.l.v. H. Hall.
I.35 Northern Studio-orkest o.l.v. Bridge
2.20 Voor de scholen.
3.20 Muzikale causerie.
3.55 Voordracht.
4.10 Gramofoonpl.
4.50 E. Colombo's orkest.
5.35 Kinderuur.
6.20 Berichten.
6.50 Mozart's Pianosonates door Edward
Isaacs.
7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen.
.8.20 BBC-orkest o.l.v. W. Braithwaite
m.m.v. L. England (piano).
9.20 Berichten. Gramofoonpl.
9.50 S.P.B. Mais: The modern Columbus.
10.10 L. Bridgewater's kwintet m.m.v. Fl.
McHugh (sopraan).
II.10 Voordracht.
11.15—12.20 Marry Roy en zijn band.
„R a d i o-P a r i s", 1724 M.
8.05, 12.50 en 7.40 Gramofoonpl.
9.05 Orkestconcert d.l.v. Bigot.
Kalundborg, 1153 M.
11.201.20 Concert u. h. Bellevue-
Strandhotel.
2.204.20 Omroeporkest en solisten o.l.v.
L. Gröndahl.
7.30 De Kardosch Singers.
8.30 Hoorspel.
9.35 Gramofoonpl.
9.50 Kamermuziek door Blaaskwintet.
10.3011.50 Dansmuziek uit Restaurant
„Wivex".
Langenberg, 473 M.
5.25, 6.35 en 10.45 Gramofoonpl.
11.20 Concert o.l.v Gorlich.
12.55 Gramofoonpl.
2.05 Pianorecital E. Grape.
3.20 Concert.
5.55 Zang en piano.
6.20 Zie Deutschlandsender.
7.30 „Kundgebung für den deutschen
Rundfunk", ter gelegenheid van E. Ha-
damoysky's bezoek aan Stuttgart.
10.2011.35 Populair concert.
Rome, 441 M.
7.35 Gramofoonpl.
8.05 Militair concert. In de pauze: Radio-
tooneel.
Brussel, 338 en 508 M.
338 M.: 12.20 Gramofoonpl.
1.30 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans.
5.20 Dansmuziek.
6.50 Conateconcert.
7.20 Gramofoonpl.
8.20 Radio-tooneel.
9.06 Gramofoonpl.
9.2010.20 Dansmuziek.
58 M.: 12.20 Omroepkleinorkest o. I. v.
Leemans.
I.30 Gramofoonpl.
5.20 Symphonieconcert o.l.v. Meulemans.
6.35 Gramofoonpl.
6.50 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans.
8.20 Voor Oud-Strijders.
9.2010.20 Symphonieconcert o. 1. .v. A.
Meulemans.
Deutschlandsender, 1365 M.
6.20 Rijkszending: Concert o.l.v. E.
Lindner.
7.20 Berlijnsch Philh. orkest o.l.v. E.
Lindner nun.v. Mitja Nikisch (piano).
8.20 „Ingeborg", blijspel van C. Goetz.
9.20 Berichten, causerie, weerbericht.
10.2011.20 Concert uit Stuttgart.
Gemeentelijk Radio Distributiebedrijf
te Leiden.
(3de Programma).
II.2012.20 Kalundborg.
12.20-16.10 Londen Reg.
16.1017.35 Daventry.
17.35—18.50 Brussel (Fr.).
18.50Afl.: Boedapest, daarna Kalund
borg.
(4e Programma).
8.2012.20 Langenberg.
12.2014.20 Luxemburg.
14.2015.20 Kalundborg.
15.2017.20 Langenberg.
17.20f9.35 Deutschl.sender.
19.35—Afl.: Warschau, daarna Daven
try.
Deze tuinman is alleen maar
•en beetje scheeL
(Judge).
FEUILLETON.
VREEMDE KAPERS
OP DE KUST.
Naar het Engelsch bewerkt
door
J. VAN DER SLUYS.
41)
Roy son zou wellicht nog enkele bijzon
derheden gehoord hebben, maar een poli
tieman op een fiets bracht hem een briefje
van „The Homestead", waar de dienst
doende sectie opdracht had om den baron
en juffrouw MacDonald behulpzaam te
zijn bij het overbrengen van berichten enz.
"naar Woolcraft of het dorp.
Het bevatte slechts twee woorden: „Kom
Shiela."
Dit was natuurlijk voldoende. Het kon
hem niet schelen, wat Furneaux van hem
zei. Hij klopte den politieman eerlijk in de
race naar „The Homestead."
Shiela wachtte hem niet bij den ingang
zooals hij gehoopt had. Men zei hem, dat
zij bij den baron was en hij vond beiden in
de bibliotheek. Het gelaat van het meisje
was bleek en haar oogen vielen haast toe
van vermoeidheid en bezorgdheid, maar
toch verwelkomde zij hem met een glim
lach.
„Het is lief van je om zoo vlug hier te
zijn", zei ze, met een blik van waar
schuwing in haar oogen, terwijl zij naar
hem toeging om hem te begroeten. „Va
der is ontzettend terneergeslagen en op
zulke oogenblikken kunnen alleen man
nen elkaar werkelijk helpen."
Toen ze hem een hand gaf fluisterde zij:
„Ik vrees, dat hy het weet!"
Royson ontdekte weldra, waar Shiela
bang voor was. De oude baron, het eenige
lid van zijn geslacht, dat thans nog in le
ven was, scheen het besluit genomen te
hebben een last neer te leggen, die te
zwaar voor zijn zwakke schouders was.
Hij sprak als iemand, die binnen eenige
uren den dood verwachtte, maar hij tracht
te zich te vermannen, toen Royson binnen
kwam. Zijn houding was waardig, zijn
woorden als steeds beheerscht en goed ge
kozen.
„Ik verzocht mijn dochter om u te laten
komen", legde hij uit. „Er zijn zekere din
gen, die ik heden nog zeggen moet want
ééns komt voor ieder de nacht, waarin
men niet meer werken kan. Heeft men u
medegedeeld, dat mijn zoon dood is?"
„Ja, het was min of meer 'n toeval
zeer ongelukkig toeval, indien, wat de heer
Furneaux zegt, gegrond is, dan werd hij
ongetwijfeld door een schot in het wilde
weg gedood."
„Geen bewering is gegrond, welke tracht
het lot van mijn armen jongen te bedek
ken. Hij speelde met vuur en werd er
door verteerd. Ik geef den strijd op. Is u
bereid heden nog naar Woolcraft te gaan
en zekere zaken voor mij in orde te ma
ken?"
„U kunt in ieder opzicht over mij be
schikken, Baron. Ik ben geheel tot uw
dienst."
„Nu, dan^ ik zal den raad volgen van
dien politiecnef dien grooten, zwaarge-
bouwden man
„De heer Winter."
„Ja, dat is hij. Een schrander, betrouw
baar ambtenaar. Ik wil, dat u voor rnij
de plaatselijke agenten opzoekt van een
twaalftal banken, bij welke het grootste
gedeelte van zekere geldsommen, die ik
beheer, in bewaring gegeven zijn. Ik
wensch een stichting te vormen met verte
genwoordigers van deze banken als be
heerders. Het doel zal natuurlijk volko
men buiten de politiek liggen en de werk
zaamheid zal ik in bij/onderheden vaststel
len. De twee bankagenten zouden hier, zoo
mogelijk, vanavond nog moeten komen
of anders morgenochtend vroeg en een
advocaat medebrengen, die de wettelijke
formaliteiten kan vervullen. Wilt u dit
voor mij doen?"
„Ja. Maar mag ik, voordat ik mij naar Wool
craft haast, van mijn kant 'n denkbeeld
opperen?"
„Zeker."
„Ik heb het een en ander over dit
fonds en de grootte er van gehoord. Ik
ben geen financier, maar het komt mij
voor om de bijzonderheden van een trans
actie van zoodanigen omvang overhaast te
regelen. Het zou mij verwonderen, indien
de plaatselijke agenten bereid waren in
deze zaak te stappen, zonder hun direc
teuren in Londen te raadplegen. Ik be
twijfel het of er in Woolcraft een advocaat
is, die het verstaat de zakelijke stukken
op te maken in een vorm, die ze wette
lijk onaanvechtbaar maakt. Hoe zou u
er over denken Baron, als ik deze heeren
hier bracht om met u te beraadslagen? Dat
zou den weg effenen.. Binnen weinige
dagen kunnen zij hun eigen deskundigen
laten komen en u zult de voldoening sma
ken te weten, dat uw wenschen naar de
letter zullen worden uitgevoerd."
De oogen van den ouden en den jongen
man ontmoetten elkaar, zonder dat één
van beide den blik neersloeg. Beiden had
den veel gezegd, maar toch hadden bei
den het punt, waar het om ging, verme
den. De oude man zuchtte. Zijn hoofd
zonk op zijn borst.
„U vraagt mij om te blijven leven,"
fluisterde hij zóó zacht, dat het misschien
niet zijn bedoeling was de woorden uit te
spreken.
„Ja. Men kan zich niet aan zijn plicht
onttrekken Baron. Evenmin mag u Shiela
in deze vreeselijke dagen zonder bescher
ming achter laten. Daar valt niet aan te
denken.' Ik ga nu. Mag ik uw opdracht
in den door mij voorgestelden zin wijzi
gen?"
„O, ja. Ik ga er mee accoord."
„Geeft u mij uw woord van eer, Baron,
dat u deze zaak ten einde zult brengen,
onverschillig hoe lang het duurt."
„U is veeleischend, kapitein Royson."
„Dat moet ik wel zijn ter wille van
Shiela."
„Goed. Ik beloof dat. Waarom zoudt u
niet het rijtuig nemen en Shiela overhalen
om met u mee te gaan? Zij is uitgeput. Ik
geloof, dat zij na het ontbijt een weinig
sliep, maar de een of andere dwaze dienst
bode vertelde haar, dat ik mij vreemd ge
droeg, en zij wilde mij niet meer verlaten,
voordat u kwam."
„Zij houdt van u als een dochter, ba
ron. Wilt u niet trachten u aan dat feit
vast te houden als aan een soort vlot in
den storm?
De Spanjaard sloeg zijn moede oogen op
om den jongen man, die zoo manhaftig
met hem pleitte, lang en doordringend aan
te zien."
„Ga", zei hij. „Ik heb mijn woord gege
ven. Zeg dat aan Shiela."
Royson haastte zich de kamer uit. Een
dienstmeisje ging Shiela den voorgestelden
tocht mededeelen en bracht het antr
woord, dat, wanneer de baron veilig alleen
gelaten kon worden, de rit naar Wool
craft juist was wat zij op het oogenblik
het meeste noodig had.
Het stond boven twijfel, dat zij- samen
den baron van den rand van den afgrond
hadden teruggehaald. Gedurende lange
uren van dien dag had hij geen anderen
uitweg dan den dood gezien.
HOOFDSTUK XIX.
Een nieuw leven.
I Generaal Swiney verliet Maandagmid
dag Woolcraft om een reis in de Pyreneeën
e gaan maken. Een en ander speelde zich
Ials volgt af: hij was juist klaar met zyn
lunch op de Club en hield een oogje op
vier mannen, die graag een partij bridge
wilden spelen, maar bijna even verlangend
waren om hem te beletten er bij te ko
men, toen hem een kaartje overhandigd
werd.
Na er een haastigeli blik op geworpen
te hebben las hij het hardop, met zijn
mond in een gewichtigen plooi getrok
ken.
„Inspecteur J. L. Winter, C. B. E., Af-
deeling Crimineele Recherche New Scot
land Yard", verkondigde hij ten aanhoore
van ieder die maar wenschte te luisteren.
„Er is blij klaar het een of ander aan de
hand. Beginnen jullie maar liever.Ik word
misschien opgehouden."
En hij had gelijk. De Woolcraft Club
zag hem gedurende vele maanden niet
meer terug. Hij ontmoette Winter in een
kleine wachtkamer, waar leden van de
Club gewoon waren bezoekers te ontvan
gen.
Generaal-Majoor Swiney? informeer
de Winter, terwijl hij den naam met angst
vallige nauwgezetheid uitsprak.
Ja.
U is bekend met een zekere mevrouw
Trenton, nietwaar? Een dame, die te Lon
den in Half-Moon Street woont?
Ja, zeker. Wij kennen elkaar goed.
Ah! Ik hoopte, dat ik verkeerd inge
licht was. Schrijft u haar vaak?
Wat duivwat gaat u dat aan,
Sir?
Indien het mij niet aanging, dan zou
ik hier niet zijn. Ongelukkig genoeg ver
telde u haar, dat juffrouw Shiela „The Ho
mestead" voor een poosje verlaten had en
bij Arthur Hethcott en zijn zuster ver
bleef.
En wat gaf het dan nog, als ik dat
verteld had?
(Slot volgt).