DONDERDAG 23 NOVEMBER 1933 DE LEIDSCHE COURANT ZESDE BLAD PAG. 21 GEMENGDE BERICHTEN AUTO TEGEN TRAM GEBOTST. Autobestuurder gedood, mede-inzittende zwaar gewond. Gisteravond om circa zes uur heeft te Heerlen op den Schelsberg een doodelijk auto-ongeval plaats gehad. De heer H. J. Lignon Hasce, steenhouwer, wonende Eis- kenderweg aldaar kwam met zijn auto uit de richting Heerlen op weg naar zijn wo ning. Naast hem in de auto zat de heer Houben, aannemer, wonende Eurenderweg te Heerlen. Terwijl de heer Lignon met zyn auto van de Schelsberg kwam, nader de uit de richting Heerlen de electrische tram. De auto, die met tamelijke snelheid reed, botste in volle vaart tegen de tram aan, met het gevolg, dat de auto geheel in deukt werd. De bestuurder, de heer Lig non, moet op slag zijn gedood, terwijl de heer Houben zwaar gewond werd. Twee dokters waren spoedig ter plaatse, evenals de Koninklijke marechaussee. De geneesheeren konden bij den heer Lignon slechts den dood constateeren. Zij gelast ten overbrenging van den heer Houben naar het St. Joseph ziekenhuis te Heerlen. Nader verneemt de „Tel." dat de heer Lignon voor een wielrijder heeft willen uitwijken. Hierbij is hij met zijn auto ge slipt met het gevolg dat hij tegen de tram botste. De auto is geheel vernield. De heer Lignon was gehouwd en 33 jaar oud. De toestand van den heer Houben is zeer ernstig. DIENSTMEISJE VERBRAND. Dinsdagmiddag is te Arnhem de 21-jarige dienstbode D. ten Holde uit Ellecom met haar kleeren in aanraking gekomen met vuur, met het gevolg, dat de kleeren vlam vatte. Het meisje bekwam eenige ernstige verwondingen en overleed spoedig. Omtrent de toedracht van het ongeval tast men in het duister, daar er niemand bjj aanwezig was. Vermoedelijk is zij bij het aanmaken van de kachel met het vuur in aanraking gekomen. WINKELBRAND TE ASSEN. Gistermiddag omstreeks half vijf brak plotseling brand uit in een perceel in 'fae Martstraat te Assen, waarin gevestigd is het mantelmagazijn „De Pauw". De eige naar daarvan bevond zich juist in een bo ven den winkel gelegen.kamer. Hij snelde onmiddellijk naar beneden, doch er viel niets meer te redden. De brandweer die spoedig ter plaatse was, slaagde er in de aangrenzende preceelen te behouden. De oorzaak van den brand is onbekend. De schade wordt door verzekering gedekt. De politie stelt een onderzoek naar de oorzaak van den brand in. ZIJN VADER OPGELICHT. Iemand te Tilburg had van een ander een bedrag van ruim zestig gulden te vor deren. Het bedrag zou per postchèque wor den overgemaakt. Toen het wat lang duur de, vooraleer de chèque kwam, ging de schuldeischer bij den schuldenaar infor- meeren. De laatste verklaarde al lang te voren het geld te hebben toegezonden en als bewijs daarvoor toonde hij het regu. Beide mannen begaven zich vervolgens naai" het postkantoor, waar spoedig bleek, dat het geld ook reeds geïnd was. Een na der onderzoek bracht aan het licht, dat de handteekening-voor-ontvangst op de chèque valsch was. De politie werd van het geval in kennis gesteld en na langdurig onder zoek is deze er tenslotte in geslaagd den dader van deze vervalsching op te sporen. Het bleek de 20-jarige zoon van den schuld eischer zelf te zijn. Hij had de enveloppe met de chèque thuis uit de bus gehaald, op de chèque de valsche handteekening van zijn vader gezet en vervolgens het geld ge- ind. Dit laatste had hij ten eigen bate aan gewend. De jongeman is opgesloten en zal naar het Huis van Bewaring te Breda worden overgebracht. „Msb." EEN VREEMDE KLANT OP DE RAADSTRIBUNE. Hij wilde aanteekenen. Dinsdagavond vroeg iemand op de pu blieke tribune van den Amsterdamschen raad aan den bode tijdens een lange rede van den heer De Miranda, wanneer hij nu eindelijk aanteekenen kon. Aanteekenen? vroeg de bode. Ja, antwoordde hij, ik ben hier met mijn meisje, 's Middags heb ik ook al in de rij gestaan, en een andere bode zeide, dat het om halfnegen weer begon. Wat was het geval? De man had 's mid dags op het Stadhuis in de file gestaan om aan te teekenen, daar hij wilde trouwen. Hij was omdat het zoo lang duurde, weg gegaan en had aan den portier gevraagd wanneer het weer begon. Deze dacht na tuurlijk dat het over de raadszitting ging en zeide: „om halfnegen". Zoo kwam hij 's avonds met zijn aan staande vrouw in de file vóór de publieke tribune terecht en in de raadzaal, waar hij slechts politiek hoorde. Toen hem zijn ver gissing duidelijk was gemaakt, besloot hij gisterochtend op een betere en afdoende wijze aan te teekenen en wel bij den Bur gerlijken Stand op het Singel. „Tel.". WA7 ANDERE BLADEN &CHR1J EJS ZE ZIJN FARIZEEëRS, ZEGT HET BOULEVARD-BLAD. Onze ministers van Binnenlandsche Za ken en van Justitie zijn Farizeeërs; dit zegt, niet zóó natuurlijk, maar de zin is toch wel volkomen duidelijk, de „Tele graaf' aldus het Huisgezin. En het blad vervolgt: „De eerste der beide ministers heeft be hartigenswaardige woorden geschreven over het volks- en zedenverwilderende strand- en badleven. Niet alleen woorden: hij verlangt, dat de gemeentebesturen maatregelen zullen nemen tegen een euvel, dat in den afge- loopen zomer ontstellende afmetingen heeft gekregen en waartegen krachtige protesten zijn opgegaan, Overal ter wereld zegt de „Telegraaf" worden de strand- en natuurbaden uit gebreid en schijnt men de daardoor toe nemende zedeloosheid niet te bemerken of daarin geen bezwaar te vinden: „bij ons is dat goddank anders; wij zijn beter", heet het met een vernietigend bedoelde sneer. Stoffelijke voordeelen, die de natuur- en andere baden opleveren, versmaden wij, naar de voorstelling van het boule vard-blad, hooghartig. Wij versmaden ze ook, wanneer straperlo en roulette in de badplaatsen gasten trek ken. De minister van Justitie acht het beter, dit soort vermakelijkheden ook uit de bad plaatsen te weren. Het is zeer juist gezien, spot de „Tele graaf'. Laat andere landen van de „moeizaam bespaarde penningen der vacantie-gangers genieten, die door den onzedelijken harts tocht van het spel bezoedeld zijn; laten onze badplaatsen desnoods ten gronde gaan; de moreele hoogheid van ons land blijve onaantastbaar; want wij zijn beter 'en zijn er trotsch op evenals de Fari zeeërs niet te zijn gelijk de andere men- schen". Dergelijke tirades met haar venijnigen spot, haar kwetsing van zedelijke en gods dienstige gevoelens, leggen den wuften grond van het boulevard-blad nog eens duidelijk bloot. Wat tienduizenden een ergernis is, wat ook liberale bladen tot een protest tegen zulke heidensche vermaken heeft genoopt, wordt met het noodige sarcasme goedge praat. Er is nood in ons land; aller goede wil is nauwelijks toereikend om den honger uit de gezinnen te houden. Maar nog veel erger is de zedelijke nood, in welks draaikolk men ook de aan komende jeugd poogt mee te sleepen. Wanneer de overheid daartegen haar stem verheft en maatregelen voorschrijft, staat de „Telegraaf" op, niet alleen om zich daartegen te verzetten, maar om de mi nisters, en wie met het optreden der mi nisters instemmen, huichelarij te verwij ten: Farizeeërs zijn het, die zich beter ach ten dan de andere menschen. Dat is geen bestrijding meer van overtui ging door overtuiging, dat is eenvoudig een verdachtmaking van de ergste soort, 'n speculeer en op den hartstocht van de ze delijk minderwaardigen, de onnadenken de massa, die zich geen rekenschap geeft van wat onverschillig hetgeen anderen doen plicht is, en plicht vraagt. De overheid zal zich door zulk eenbe strijding niet laten weerhouden, maar meer dan ooit hebben allen die christelijk en na tionaal voelen zich aaneen te sluiten om uit hun midden de aanslagen op de zede lijkheid, driester en tevens verfijnder dan vroeger ondernomen, af te weren. Met name de ouders hebben hun invloed aan te wenden om uit hun gemeente al die moderne gelegenheden tpt het kwaad ver wijderd te houden, en indien ze daartoe machteloos zijn hun kinderen voor de be smetting te behoeden. Er is geen dringender en noodzakelijker plicht". UIT DE RADIOWERELD VAN DER LUBBE VRIJ? Wat een sensatiebericht! Wat een belang stelling van heel de wereld. Wat een pen nen in beweging. Wat een beschouwingen, critieken, verhandelingen voor dezen Ne- derlandschen imbecil of boef. Hij heeft brand gesticht heeft hij bekend en krijgt nu strop of kogel of vrijspraak? Ik wed dat het eenmaal met dikke let ters op de eerste bladzijde bovenaan van alle kranten komt. Nu weten zoetjesaan alle Katholieke Ne derlanders dat de Zusters Carmelitessen in Amsterdam staan voor een vonnis: heen gaan of blijven, strop of hulp, failliet of safe (Ja ik wil herhalen voor degenen die 't nog niet weten. De Zusters Carmelitessen uit Amsterdam zijn door een bankmanipu- latie 150.000 gulden ontstolen waarvan ze nog rente moeten betalen). Daar is nu wel belangstelling, het zou ondankbaar zijn in dien wij dit niet openlijk erkenden, maar zoo algemeen, zoo intens, zoo levendig als voor van den Lubbe?Neen. Komzend vandaag nog een postwis- seltje met klinkende eisch: De Zusters Car melitessen vrij! Verlost uit de strop! Ik heb altijd zoo'n idee dat er heel veel edele menschen meenen verstandig te doen met te wachten tot 't laatsteEerst eens kijken of het gaat. Tot hun troost, maar ook als spoorslag, zeg ik tot hen: het g a a t, het loopt, het vloeitmaar 't stroomt nog niet..-.. Toch, het gaat.... de hoop op redding is erDe overtuiging is er al: het kan. als.... nu de wachters in beweging ko men. Wij hebben al een steunpunt in zee.... maar steenen! steenen! zijn er nog noodig, rotsblokken voor de afsluitdijk! Pastoor v. d. Tuyn te Heemstede, giro nummer 180484 wacht deze week een wa gonlading. Verantwoording der binnengekomen gif ten: Totaal ontvangen 13.279.50 1/2. Programma's voor Vrijdag 24 Nov. Huizen, 1875 M. Algemeen Programma, verzorgd door de N. C. R. V. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.159.30 Gramofoonpl. 10.30 Morgendienst o.l.v. ds. E. Groene- veld. 11.00 Zang door P. C. Brederode (bas- bariton). A. dv.leugel: mevr. Brederode Bettink. 12.15 Gramofoonpl. 12.30 Ensemble v. d. Horst. 2.00 Gramofoonpl. 2.30 Chr. Lectuur. 3.003.45 Gramofoonpl. 4.00 Orgelconcert L. Blaauw. 5.00 Concert. S. Bahler (viool), mej. B. Bos Janszen (cello) en mevr. T. Bahler Nieuwerts (piano). 6.30 Causerie A. J. Herwig. 7.15 Ned. Chr. Persbureau. 7.30 Literaire causerie. 8.00 Arnhemsche orkestvereeniging o.l.v. J. Spaanderman m.m.v. S. BothHaas (sopraan). 9.00 Declamatie door J. Hartman. 9.30 Vervolg concert. 10.15 Vaz Dias. 10.3011.30 Gramofoon muziek. Hilversum, 296 M. 8.00 VARA, 12.00 AVRO, 4.000 VARA, 8.00 VPRO, 11.00—12.00 VARA. 8.00 Orgelspel. 8.30 Gramofoonpl. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Declamatie R. Numan. 10.30 Trio Favoriet. 11.00 Vervolg declamatie en Gramofoon- platen. 11.20 Vervolg trioconcert. 12.00 Gramofoonpl. 12.30 Kovacs Lajos en zijn orkest m.m.v. M. van Donk .sopraan). 2.30 Voordracht door H. Felderhof. 3.00 Gramofoonpl. 4.00 VARA-Klein-orkest. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 De Notenkrakers. 6.20 Gramofoonpl. 6.30 VARA-orkest. 7.10 Causerie. 7.30 Vervolg concert. 8.00 Causerie. 8.30 Pianorecital. 9.00 Causerie. 9.30 Vervolg piano-recital. 10.00 Vrijz. Gods. Persbureau. 10.05 Vaz Dias. 10.15 Causerie. 10.45 Gramofoonpl. 11.00 Orgelspel. 11.30 Gramofoonpl. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, berichten. 11.05—11.20 Lezing. 12.20 Orgelconcert J. Sowerbutts. 12.50 BBC-Dansorkest o.l.v. H. Hall. I.35 Northern Studio-orkest o.l.v. Bridge 2.20 Voor de scholen. 3.20 Muzikale causerie. 3.55 Voordracht. 4.10 Gramofoonpl. 4.50 E. Colombo's orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Mozart's Pianosonates door Edward Isaacs. 7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen. .8.20 BBC-orkest o.l.v. W. Braithwaite m.m.v. L. England (piano). 9.20 Berichten. Gramofoonpl. 9.50 S.P.B. Mais: The modern Columbus. 10.10 L. Bridgewater's kwintet m.m.v. Fl. McHugh (sopraan). II.10 Voordracht. 11.15—12.20 Marry Roy en zijn band. „R a d i o-P a r i s", 1724 M. 8.05, 12.50 en 7.40 Gramofoonpl. 9.05 Orkestconcert d.l.v. Bigot. Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Concert u. h. Bellevue- Strandhotel. 2.204.20 Omroeporkest en solisten o.l.v. L. Gröndahl. 7.30 De Kardosch Singers. 8.30 Hoorspel. 9.35 Gramofoonpl. 9.50 Kamermuziek door Blaaskwintet. 10.3011.50 Dansmuziek uit Restaurant „Wivex". Langenberg, 473 M. 5.25, 6.35 en 10.45 Gramofoonpl. 11.20 Concert o.l.v Gorlich. 12.55 Gramofoonpl. 2.05 Pianorecital E. Grape. 3.20 Concert. 5.55 Zang en piano. 6.20 Zie Deutschlandsender. 7.30 „Kundgebung für den deutschen Rundfunk", ter gelegenheid van E. Ha- damoysky's bezoek aan Stuttgart. 10.2011.35 Populair concert. Rome, 441 M. 7.35 Gramofoonpl. 8.05 Militair concert. In de pauze: Radio- tooneel. Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20 Gramofoonpl. 1.30 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Conateconcert. 7.20 Gramofoonpl. 8.20 Radio-tooneel. 9.06 Gramofoonpl. 9.2010.20 Dansmuziek. 58 M.: 12.20 Omroepkleinorkest o. I. v. Leemans. I.30 Gramofoonpl. 5.20 Symphonieconcert o.l.v. Meulemans. 6.35 Gramofoonpl. 6.50 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 8.20 Voor Oud-Strijders. 9.2010.20 Symphonieconcert o. 1. .v. A. Meulemans. Deutschlandsender, 1365 M. 6.20 Rijkszending: Concert o.l.v. E. Lindner. 7.20 Berlijnsch Philh. orkest o.l.v. E. Lindner nun.v. Mitja Nikisch (piano). 8.20 „Ingeborg", blijspel van C. Goetz. 9.20 Berichten, causerie, weerbericht. 10.2011.20 Concert uit Stuttgart. Gemeentelijk Radio Distributiebedrijf te Leiden. (3de Programma). II.2012.20 Kalundborg. 12.20-16.10 Londen Reg. 16.1017.35 Daventry. 17.35—18.50 Brussel (Fr.). 18.50Afl.: Boedapest, daarna Kalund borg. (4e Programma). 8.2012.20 Langenberg. 12.2014.20 Luxemburg. 14.2015.20 Kalundborg. 15.2017.20 Langenberg. 17.20f9.35 Deutschl.sender. 19.35—Afl.: Warschau, daarna Daven try. Deze tuinman is alleen maar •en beetje scheeL (Judge). FEUILLETON. VREEMDE KAPERS OP DE KUST. Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. 41) Roy son zou wellicht nog enkele bijzon derheden gehoord hebben, maar een poli tieman op een fiets bracht hem een briefje van „The Homestead", waar de dienst doende sectie opdracht had om den baron en juffrouw MacDonald behulpzaam te zijn bij het overbrengen van berichten enz. "naar Woolcraft of het dorp. Het bevatte slechts twee woorden: „Kom Shiela." Dit was natuurlijk voldoende. Het kon hem niet schelen, wat Furneaux van hem zei. Hij klopte den politieman eerlijk in de race naar „The Homestead." Shiela wachtte hem niet bij den ingang zooals hij gehoopt had. Men zei hem, dat zij bij den baron was en hij vond beiden in de bibliotheek. Het gelaat van het meisje was bleek en haar oogen vielen haast toe van vermoeidheid en bezorgdheid, maar toch verwelkomde zij hem met een glim lach. „Het is lief van je om zoo vlug hier te zijn", zei ze, met een blik van waar schuwing in haar oogen, terwijl zij naar hem toeging om hem te begroeten. „Va der is ontzettend terneergeslagen en op zulke oogenblikken kunnen alleen man nen elkaar werkelijk helpen." Toen ze hem een hand gaf fluisterde zij: „Ik vrees, dat hy het weet!" Royson ontdekte weldra, waar Shiela bang voor was. De oude baron, het eenige lid van zijn geslacht, dat thans nog in le ven was, scheen het besluit genomen te hebben een last neer te leggen, die te zwaar voor zijn zwakke schouders was. Hij sprak als iemand, die binnen eenige uren den dood verwachtte, maar hij tracht te zich te vermannen, toen Royson binnen kwam. Zijn houding was waardig, zijn woorden als steeds beheerscht en goed ge kozen. „Ik verzocht mijn dochter om u te laten komen", legde hij uit. „Er zijn zekere din gen, die ik heden nog zeggen moet want ééns komt voor ieder de nacht, waarin men niet meer werken kan. Heeft men u medegedeeld, dat mijn zoon dood is?" „Ja, het was min of meer 'n toeval zeer ongelukkig toeval, indien, wat de heer Furneaux zegt, gegrond is, dan werd hij ongetwijfeld door een schot in het wilde weg gedood." „Geen bewering is gegrond, welke tracht het lot van mijn armen jongen te bedek ken. Hij speelde met vuur en werd er door verteerd. Ik geef den strijd op. Is u bereid heden nog naar Woolcraft te gaan en zekere zaken voor mij in orde te ma ken?" „U kunt in ieder opzicht over mij be schikken, Baron. Ik ben geheel tot uw dienst." „Nu, dan^ ik zal den raad volgen van dien politiecnef dien grooten, zwaarge- bouwden man „De heer Winter." „Ja, dat is hij. Een schrander, betrouw baar ambtenaar. Ik wil, dat u voor rnij de plaatselijke agenten opzoekt van een twaalftal banken, bij welke het grootste gedeelte van zekere geldsommen, die ik beheer, in bewaring gegeven zijn. Ik wensch een stichting te vormen met verte genwoordigers van deze banken als be heerders. Het doel zal natuurlijk volko men buiten de politiek liggen en de werk zaamheid zal ik in bij/onderheden vaststel len. De twee bankagenten zouden hier, zoo mogelijk, vanavond nog moeten komen of anders morgenochtend vroeg en een advocaat medebrengen, die de wettelijke formaliteiten kan vervullen. Wilt u dit voor mij doen?" „Ja. Maar mag ik, voordat ik mij naar Wool craft haast, van mijn kant 'n denkbeeld opperen?" „Zeker." „Ik heb het een en ander over dit fonds en de grootte er van gehoord. Ik ben geen financier, maar het komt mij voor om de bijzonderheden van een trans actie van zoodanigen omvang overhaast te regelen. Het zou mij verwonderen, indien de plaatselijke agenten bereid waren in deze zaak te stappen, zonder hun direc teuren in Londen te raadplegen. Ik be twijfel het of er in Woolcraft een advocaat is, die het verstaat de zakelijke stukken op te maken in een vorm, die ze wette lijk onaanvechtbaar maakt. Hoe zou u er over denken Baron, als ik deze heeren hier bracht om met u te beraadslagen? Dat zou den weg effenen.. Binnen weinige dagen kunnen zij hun eigen deskundigen laten komen en u zult de voldoening sma ken te weten, dat uw wenschen naar de letter zullen worden uitgevoerd." De oogen van den ouden en den jongen man ontmoetten elkaar, zonder dat één van beide den blik neersloeg. Beiden had den veel gezegd, maar toch hadden bei den het punt, waar het om ging, verme den. De oude man zuchtte. Zijn hoofd zonk op zijn borst. „U vraagt mij om te blijven leven," fluisterde hij zóó zacht, dat het misschien niet zijn bedoeling was de woorden uit te spreken. „Ja. Men kan zich niet aan zijn plicht onttrekken Baron. Evenmin mag u Shiela in deze vreeselijke dagen zonder bescher ming achter laten. Daar valt niet aan te denken.' Ik ga nu. Mag ik uw opdracht in den door mij voorgestelden zin wijzi gen?" „O, ja. Ik ga er mee accoord." „Geeft u mij uw woord van eer, Baron, dat u deze zaak ten einde zult brengen, onverschillig hoe lang het duurt." „U is veeleischend, kapitein Royson." „Dat moet ik wel zijn ter wille van Shiela." „Goed. Ik beloof dat. Waarom zoudt u niet het rijtuig nemen en Shiela overhalen om met u mee te gaan? Zij is uitgeput. Ik geloof, dat zij na het ontbijt een weinig sliep, maar de een of andere dwaze dienst bode vertelde haar, dat ik mij vreemd ge droeg, en zij wilde mij niet meer verlaten, voordat u kwam." „Zij houdt van u als een dochter, ba ron. Wilt u niet trachten u aan dat feit vast te houden als aan een soort vlot in den storm? De Spanjaard sloeg zijn moede oogen op om den jongen man, die zoo manhaftig met hem pleitte, lang en doordringend aan te zien." „Ga", zei hij. „Ik heb mijn woord gege ven. Zeg dat aan Shiela." Royson haastte zich de kamer uit. Een dienstmeisje ging Shiela den voorgestelden tocht mededeelen en bracht het antr woord, dat, wanneer de baron veilig alleen gelaten kon worden, de rit naar Wool craft juist was wat zij op het oogenblik het meeste noodig had. Het stond boven twijfel, dat zij- samen den baron van den rand van den afgrond hadden teruggehaald. Gedurende lange uren van dien dag had hij geen anderen uitweg dan den dood gezien. HOOFDSTUK XIX. Een nieuw leven. I Generaal Swiney verliet Maandagmid dag Woolcraft om een reis in de Pyreneeën e gaan maken. Een en ander speelde zich Ials volgt af: hij was juist klaar met zyn lunch op de Club en hield een oogje op vier mannen, die graag een partij bridge wilden spelen, maar bijna even verlangend waren om hem te beletten er bij te ko men, toen hem een kaartje overhandigd werd. Na er een haastigeli blik op geworpen te hebben las hij het hardop, met zijn mond in een gewichtigen plooi getrok ken. „Inspecteur J. L. Winter, C. B. E., Af- deeling Crimineele Recherche New Scot land Yard", verkondigde hij ten aanhoore van ieder die maar wenschte te luisteren. „Er is blij klaar het een of ander aan de hand. Beginnen jullie maar liever.Ik word misschien opgehouden." En hij had gelijk. De Woolcraft Club zag hem gedurende vele maanden niet meer terug. Hij ontmoette Winter in een kleine wachtkamer, waar leden van de Club gewoon waren bezoekers te ontvan gen. Generaal-Majoor Swiney? informeer de Winter, terwijl hij den naam met angst vallige nauwgezetheid uitsprak. Ja. U is bekend met een zekere mevrouw Trenton, nietwaar? Een dame, die te Lon den in Half-Moon Street woont? Ja, zeker. Wij kennen elkaar goed. Ah! Ik hoopte, dat ik verkeerd inge licht was. Schrijft u haar vaak? Wat duivwat gaat u dat aan, Sir? Indien het mij niet aanging, dan zou ik hier niet zijn. Ongelukkig genoeg ver telde u haar, dat juffrouw Shiela „The Ho mestead" voor een poosje verlaten had en bij Arthur Hethcott en zijn zuster ver bleef. En wat gaf het dan nog, als ik dat verteld had? (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 21