DINSDAG 14 NOVEMBER 1933
DE LEIDSCHE COURAN1
TWEEDE BLAD PAG. 7
BINNENLAND
DE HULDIGING VAN
MGR. PROF. GROENEN.
Aan een verslag in de „Msbd." betref
fende de huldiging van den afgetreden mo
derator der Studenten-Unie, Zondag te
Nijmegen ontleenen we het volgende:
De reeks der huldigende sprekers werd
geopend door den heer E. Sassen, interme
diair uniepraeses en praeses van het Nij-
meegsche Studentencorps, die optrad na
mens de tegenwoordige leden der Unie en
alle katholieke studenten van Nederland.
Deze deelde mede, dat prof. Groenen
benoemd is tot eerelid van „onze, neen van
uwe Unie!"
De groote feestrede werd uitgesproken
door prof. Barge, Leiden.
Prof. Barge wees er op, hoe het modera
torschap, thans een karakteristiek element
in de katholieke studentenbeweging, een
tijd van scherpe tegenkanting ,in studen
tenkringen gekend heeft. Dat men het an
ders is gaan zien en het als een onmisbaar
goed is gaan beschouwen is voor een zeer
groot deel aan het moderatorschap van
prof. Groenen te danken.
De redenaar schetst dan den idealen mo
derator. Hij is verwant aan 'n „mari de la
reine", die geweldig veel invloed op een
land kan oefenen, maar alleen in groote
zelfbeheersching en met vermijding zelfs
van den schijn zelfs iets te bevelen of te
doen. De ideale moderator is boven alles
iemand, die houdt van jonge menschen,
hun idealen kent, begrijpt en inhoud geeft.
Hij moet een algemeene kennis van het
Universitaire leven in al zijn onderdeelen
bezitten, apologetisch en theologisch, zoo
goed als algemeen- wetenschappelijk, ge
schoold zijn, en daarbij de bereidheid heb
ben altijd en op ieder moment zijn gansche
persoonlijkheid voor het geestelijk ideaal
der jonge zielen in te zetten.
Bezien wij nu de werkelijkheid. In de
katholieke kuituurgeschiedenis der laatste
vijf en twintig jaren is gewerkt en ge
zwoegd door de generaties die de akkers
geploegd hebben, waarop het huidige stu
dentengeslacht thans bloeit.
De jongeren mogen met geestdrift zoe
ken naar nieuwe vormen voor ons aller
ideaal, zij mogen niet verwerpen de liefde
en de overtuiging hunner voorgangers.
Als er één met liefde en overtuiging ge
zwoegd heeft in de laatste kwart eeuw, ge
zwoegd voor de studenten, maar ook voor
nog zooveel meer, dan is het prof. Groe
nen.
Getoetst aan het ideale rnoderatorschap,
zijt gij richt spr. zich tot prof. Groe
nen zelf een voortreffelijk moderator
geweest. Gewerkt, gesjouwd hebt ge al
dien tijd, en al wat er rijpte en bloeide
hebt gij met .de volle overgave van uw
persoon gesteund.
Uw liefde voor jonge menschen, uw ken
nis van het universitaire leven in al zijn
vormen waren niet te overtreffen, en hoe-
velen er door u, waarlijk niet alleen gees
telijk, zijn geholpen, weet alleen God. Tal-
loozen hebt ge de plaats gewezen, waar zij
him levenswerk konden beginnen door uw
onvolprezen - inlichtingen-bureau. En alles
deedt ge met uw gullen lach, uw blijheid,
uw hartelijkheid. Prof. Groenen, gij hebt
met dit alles gróót werk gedaan, juist om
dat er ook zooveel van het „vuile werk"
bij was.
Ik. dank u uit naam van heel Katholiek
Nederland. Het stoffelijk bewijs van ver
eering dat wij u aanbieden (enveloppe met
inhoud) zal wel weer verdwijnen in een
yan de vele pptjes, waaruit gij in den nood
te helpen tracht.
Wij- troosten oriS met de gedachte, dat
'gij geen blijvend souvenir behoeft om al
tijd het contact met ons te behouden,
«y Vervolgens heeft "prof. mr. E. J. J. van
der Hëyden als Rector-Magnificus der R.
K. Universiteit in een buitengewoon gees
tig maar daarna in ernst omslaand woord,
den Unie-moderator gehuldigd namens de
gemeenschap der katholieke 'universiteit.
Dat Groenen, zei prof. van der Heyden,
tot geheim kamerheer benoemd is, kon bij
menigeen verwondering wekken. Wie
Groenen kent, weet, dat hij voor allerlei
dingen aanleg heeft, maar voor „kamer
heer" allerminst. Groenen op z'n kamer,
voor zichzelf levend, is een ondenkbare
figuur. Behalve kamerheer werd hij echter
ook nog „geheim" en iedereen weet maar
al te goed, dat hij volkomen de capaciteit
mist om ook maar iets in 't geheim te doen.
Moge hem in de nieuwe waardigheid des
ondanks nog een lang en vruchtbaar leven
beschoren zijn.
In het tweede deel zijner rede heeft de
Nijmeegsche Rector-Magnificus er op ge
wezen, hoeveel speciaal de katholieke uni
versiteit aan Groenen te danken heeft ge
had. De Unie heeft deze eigen universiteit
voorbereid en mogelijk gemaakt. Wanneer
de kringen die in de Unie hun opleiding
ontvingen, niet zoo sterk hadden meege
werkt, zou een katholieke universiteit niet
mogelijk zijn geweest. De Unie zelf zou
echter in haar huidigen vorm niet moge
lijk zijn geweest zonder Groenen. Zijn werk
was geweldig, maar het had niet zooveel
succes gehad, als het niet was gekenmerkt
door een typisch-vaderlandschen stijl. Een
Franschman noemde de „turf" eens het
symbool der Nederlandsche arbeidskracht:
„De Hollanders halen hun vuur uit het wa
ter". Dat typeerde Groenen: uit het water
van slapheid en ohverschilligheid in de
vereenigingen heeft hij het gloeiende Unie-
vuur gesmeed.
Als laatste sprak de nieuwe Unie-modera
tor en opvolger van prof. Groenen, pater
van Heugten S.J.
Deze spreker wilde één eigenschap van
prof. Groenen in het licht stellen, die een
der magische krachten van zijn succes
was: zijn goedheid. Wanneer deze eigen
schap buitengewone afmetingen aanneemt,
is zij een geweldige drijvende kracht.
Goedheid is de kerneigenschap van het
Goddelijk Wezen waarvan alle mensche-
lijke goedheid een afstraling is. In hoogere
mate dan bijna ieder, bezat prof. Groenen
die goedheid, die hem zoo ontelbaar vele
vrienden schonk in alle deelen van het
land.
De nieuwe monseigneur heeft tenslotte
in een ontroerend dankwoord van de Unie
en van „zijn" studenten officieel afscheid
genomen.
Mij is zooveel naar het hoofd gesmeten,
antwoordde prof. Groenen, dat ik er be
duusd van werd en vanzelf moest zeggen:
Dat kan allemaal niet waar wezen.
Dankbaarheid bezielt mij voor wat voor
mij gedaan en tot mij gezegd is, maar méér
voor wat ik heb mogen en kunnen doen.
Eén hartewensch heb ik: dat de vriend
schap met de velen, die in den loop der
jaren gegroeid is, steeds bestendigd mag
blijven. Voor de heerlijke en sympathieke
medewerking van de studenten, waarop
zooveel vriendschap is opgebouwd, zeg ik
dank uit den grond van mijn hart.
Eén voor één beantwoordt prof. Groe
nen de sprekers van heden en vervolgt
dan: „Ik ga afscheid nemen van de studen
ten. Ik ben blij, dat de band tusschen mij
en u nog niet verbroken wordt. Om dezen
band te bewaren wil ik met graagte het
inlichtingenbureau blijven voortzetten.
Als ik u één ding mag meegeven, dan
moet dat zijn het besef van de groote
kracht der éénheid in werken en streven
bij de katholieke studenten. Laten wij
daarbij bidden voor ons zelf, maar ook en
vooral voor elkaar. Moge met Gods zegen
het werk onder de katholieke studenten
gedijen en de Unie groeien en bloeien ten
eeuwigen dage".
Aan het gejuich der studenten scheen
geen einde te zullen komen. Toen de ver
gadering gesloten was en het Uniebestuur
de zaal verliet zongen de aanwezigen: „Wie
kent Groenen niet".
R. K. GEMEENTERAADSLEDEN BIJEEN.
In het Jaarbeursgebouw te Utrecht werd
Zaterdag een algemeene vergadering van
de Federatie van bonden van centrales van
R. K. Gemeenteraadsleden in Nederland
gehouden.
De voorzitter, de heer J. J. W. IJsselmul-
den, Arnhem, wees met nadruk op de nood
zakelijkheid om in de fractie-vergaderin
gen de gemeente-kwesties goed voor te be
reiden.
Van de Vereeniging Gouda c.a. was het
verzoek ontvangen om onder het oog te
zien de vraag, in hoeverre gemeenteraads
leden uit een gemeente, gelegen in den
eenen Statenkieskring, lid kunnen zijn van
een vereeniging, welke zich over een an
deren kieskring uitstrekt.
Het hoofdbestuur merkte naar aanleiding
daarvan op, dat de afbakening van de ge
bieden, waarover de vereenigingen zich uit
strekken, behoort tot de competentie der
vereenigingen en niet tot die der Federatie.
In 't algemeen zal de indeeling der gemeen
ten bij de verschillende vereenigingen die
nen plaats te hebben in onderling welwil
lend overleg tusschen de besturen der or
ganisaties.
Aan de orde was een bespreking over de
voorgestelde korting op de rijksuitkeering
aan de gemeenten uit het gemeentefonds.
De voorzitter merkte op dat de gemeen
ten zwaar getroffen zullen worden. Daar
aan zal niet te ontkomen zijn, maar de
vraag is, of de billijkheid door de regee
ring zal worden betracht. De regeering
meent ten onrechte, dat de gemeenten nog
veel kunnen bezuinigingen.
Het meest funeste van de wet is dat meer
dere gemeenten noodlijdend zullen wor
den.
Door enkele afgevaardigden werd over
dit onderwerp het woord gevoerd. Men
sloot zich daarbij grootendeels aan bij het
geen de voorzitter had gezegd.
Op voorstel van het bestuur werd be
sloten een adres te zenden aan de R. K.
Kamerfractie, waarin er op werd aange
drongen, te voorkomen, dat er nog meer
gemeenten noodlijdend worden gemaakt.
Mr. C. van Haren besprak daarna de
kwestie van de toenemende mode van ge
mengd zwemmen, zonnebaden en z.g. na
tuurbaden.
Vele Katholieken zien het kwaad niet of
willen het niet zien. Wat kan ertegen ge
daan? De gemeentelijke besturen kunnen
er veel aan doen. Politieverordeningen kun
nen uitgevaardigd worden. Van de uit
voering door de politie hangt veel af. Zelfs
zonder verordening kan de politie veel
kwaad voorkomen.
De voorzitter spoorde aan tot absolute af
wijzing zonder eenig pardon van de gesig
naleerde verschijningen.
Mag. C. Doodkorte OP. kreeg het "woord
over dit onderwerp. Het is een schande dat
de staat in dezen niets doet, aldus spr.
De gemengde baden enz. zijn een gevaar,
een brutaliteit. Het kwaad is in strijd met
de rede en de natuur.
De voorzitter stelde voor aan de R. K.
raadsleden een mededeeling te doen van
het standpunt der federatie en aan de ge
meenteraden verzoeken te richten om ge
mengde baden en zonnebaden te weren,
waartoe werd besloten.
KIPPEN- EN EENDENHOUDERIJ.
Namens den Minister van Economische
Zaken, maakt de Regeeringscommissaris
voor de uitvoering van de Garantierege
ling 1933 ten behoeve van de Kippen- en
EendenhouderJj bekend, dat de uitkeering
volgens de Garantieregeling voor de week
van 13 t.m. 18 November 1933 is vastge-
steld op 40 cents per 100 stuks uit te voe
ren versche eieren.
Voor kippeneieren zal geen uitkeering
plaats vinden.
DE UTRECHTSCHE
BURGEMEESTERS-VACATURE.
Zal er een Katholiek benoemd worden?
De „Utrechtsche Courant" schrijft:
Er zijn redenen om aan te nemen, dat
de burgemeesters-vacature te Utrecht wel
licht eenigen tijd zal duren. En dit hier
om, wijl er te bevoegder plaatse nage
dacht wordt over de vraag of 't niet wen-
schelijk en billijk is op de Stichtsche Bur
gemeestersplaats te benoemen een Katho
liek.
Wanneer men over de „vier grootste ge
meenten van Nederland" spreekt in Sta
tistieken en andere geschriften, dan noemt
men steeds in één adem de namen Amster
dam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.
Tot nu werden twee dezer gemeenten
geregeerd door liberale burgemeesters n.L
Utrecht (mr. Fockema Andreae) en Rot
terdam (mr. Droogleever Foruijn).
Amsterdam heeft in dr. de Vlugt een
Anti-revolutionairen burgemeester en Den
Haag in mr. Ridder van Rosenthal een
Christelijk Historischen, terwijl nóch Am
sterdam nóch Den Haag respectievelijk
in meerderheid der bevolking Antirevolu
tionair of Christelijk Historisch zijn.
Verre zelfs van daar.
Er is dus aldus redeneert men in be
langhebbende kringen aanleiding om
van de gelegenheid, nu een der twee li
berale leidersvan de vier grootste ge
meenten des Rijks, zijn ambt gaat verla
ten, gebruik te maken, door in de leiding
dezer vier gemeenten ook het Katholiek
element niet langer te laten ontbreken.
Waar bij komt, dat te Utrecht de ka
tholieken meer dan één derde der bevol
king (immers 35.61 pet.) uitmaken.
Met andere woorden er is ons een stre
ven bekend geworden, dat zich in betrok
ken kringen aan het baan breken is om te
Utrecht een Katholieken burgemeester be
noemd te krijgen.
Daardoor zal de leiding der vier groot
ste gemeenten zijn: Amsterdam een A.-R.
Rotterdam een V. B.; Den Haag een
C.-H. en Utrecht een R.-K. burgemeester.
En dat deze oplossing zeer wel mogelijk
zal zijn, bewijst de reeds jaren lange al
om zeer gewaardeerde regeering van een
A.-R. in 's Lands hoofdstad en van een
C.-H. in 's Rijks Residentie.
Met bovenstaande klopt volkomen de
stellige tegenspraak door de „Maasbode"
van een bericht in sommige bladen, dat
de liberale burgemeester van Arnhem,
mr. S. J. R. de Monchy, ernstig in aanmer
king zou komen voor de opvolging van dr.
Fockema Andreae als burgemeester van
Utrecht.
FINANCIEELE TOESTAND
VAN HAARLEM.
In de Memorie van Antwoord op het ver
slag van de afdeelingen betreffende de be
grooting 1934 deelen B .en W. mede, dat de
belastingverhoogingwoor 1934 niet noodig
is, als de Raad een aantal nieuwe bezui
nigingsmaatregelen aanneemt en tevens
B. en W. machtigt met verdere bezuini
gingen en versobering over de geheele li
nie door te gaan. De verlaging van de
Rijksbijdrage voor werkloozenzorg, werk
verschaffing en Maatschappelijk Hulpbe
toon, levert een nadeel (voor de gewone
dienst) van 300.000. De vermindering van
de uitkeering uit het Gemeentefonds be
draagt voor 1934 265.870.
In voorbereiding zijn bij B. en W. de vol
gende maatregelen: combinatie van de ad
ministraties van Gas- en Electriciteitsbe-
drijf; combinatie van kantoor ontvanger en
incasso-, stortings- en ophaaldienst; reor
ganisatie leiding stadsbibliotheek en ar
chief; opheffing Schoolartsendienst; reor
ganisatie buitengewoon 1. o.; reorganisa
tie v. d. exploitatie van bad- en zwemin
richtingen; reorganisatie havenwezen; op
heffing voorbereidend 1. o.
HET RAPPORT VAN DE COMMISSIE
SCHOUTEN.
Naar de „N. R. Crt." verneemt, zal het
rapport van de commissie, belast met het
vaststellen van toetsingsnormen voor de
beoordeeling van de bezoldiging van het
personeel in dienst van provinciën, ge
meenten, enz., binnen enkele dagen in druk
verschijnen en bij de Rijksuitgeverij ver
krijgbaar gesteld worden tegen den prijs
van 75 ets. per exemplaar. Het rapport
is 53 bladzijden druk groot octavo-for
maat.
HERHALINGSOEFENINGEN IN 1934.
In 1934 zullen voor herhalingsoefeningen
onder de wapenen worden geroepen de
dienstplichtigen der lichtingen 1928 en
1930 van: de regimenten infanterie (hier
onder begrepen het regiment grenadiers),
het regiment wielrijders, de schoolcompag-
nie van den motordienst, de regimenten
huzaren (met uitzondering van de post-
duivenverzorgers en van de paardenver-
zorgers, die de eerste oefening hebben
vervuld bij het Remontedepot), de regi
menten veld-artillerie, het korps rijdende
artillerie, het korps motor-artillerie, het
regiment kustartillerie, het korps lucht
doelartillerie, het regiment genietroepen,
de schoolcompangnie pontonniers, voor
i zoover betreft de dienstplichtigen, die ten
aanzien van de eerste oefening behoorden
I tot de eerste en de tweede ploeg, de school-
compagnie torpedisten en de compagnie
intendancetroepen. Vervolgens de dienst
plichtigen der lichting 1928 van de com
pagnieën hospitaalsoldaten, met uitzonde
ring van de ziekenverplegers, die der lich
ting 1930 van de compagnieën hospitaal
soldaten en die der lichtingen 1927 en
1929 van de schoolcompagnie pontonniers,
voor zoover betreft de dienstplichtigen, die
ten aanzien van de eerste oefening be
hoorden tot de derde ploeg.
KOSTEN VAN WERKLOOSHEIDS-
ZORG.
Nieuwe circulaire der Regeering
De minister van Binnenlandsche Zaken
heeft, mede uit naam van zijn ambtgenoo-
ten van Sociale Zaken en van Financiën,
naar wij vernemen, Zaterdag j.l. een nieu
we circulaire aan de gemeentebesturen uit
gezonden in verband met de gewijzigde
vaststelling van de, verlaagde, Rijksbij
drage in de gemeentelijke uitgaven voor
werkloosheidszorg over 1933, ten einde on
zekerheid in dezen binnen zoo eng moge
lijke grenzen te beperken.
In deze circulaire wordt o.m. medege
deeld, dat de regeering voornemens is,
voor de door de werkloosheidslasten zwaar
getroffen gemeenten gebruik te maken
van de bevoegdheid om de normale maxi
mum-bijdrage te verhoogen tot hoogstens
89 pet.
NEDERL. R. K. BOND VAN HANDELS-,
KANTOOR- EN WINKELBEDIENDEN.
Deze bond vergaderde te Amsterdam. De
zaal van Americain, waarin werd verga
derd, was feestelijk versierd door een groot
aantal bloemstukken, welke door bevrien
de organisaties en instellingen waren ge
offreerd in verband met het zilveren
bondsfeest.
De bondsvoorzitter, de heer Van Hamers-
veld, wees er in zijn openingsrede op, dat
de ware jubilé-stemming moeilijk is op te
wekken in deze economische crisisomstan
digheden. Sommigen denken redding te
verkrijgen van de nieuwe staatkundige
stroomingen. De Katholieke vakbeweging
zal evenwel geen fascisten of nationaal-
socialisten in haar gelederen dulden.
De bedienden lijden misschien meer dan
andere werknemers door loonsverlagingen
en ontslagen. Ontslagen en loonsverlagin
gen zijn aan de orde van den dag. Door
het aiscnaffen van overwerk, regeling van
den arbeidstijd en verandering in de per
soneelsformatie zou veel verbetering kun
nen worden gebracht.
Het Werkliedenverbond deed goed de
aandacht van de regeering te vestigen op
het feit der hooge huren en de verhooging
der levensmiddelenprijzen.
De bond zal er op moeten letten, dat de
bedienden worden betrokken bij de Be
drijf srad en wet.
Het ledental is thans 7800 en steeg in
1932 en 1933 met ongeveer 2000 leden. De
uitkeeringen van de werklooze leden zijn
in 1932 meer dan verdubbeld.
Spr. dankte allen voor de medewerking
welke hij steeds ondervonden heeft en
hoopte, dat ook zijn opvolger dit ten deel
zal vallen.
Het beleid van het bondsbestuur vond
algemeen waardeering, gelijk uit vele ver
klaringen der afgevaardigden bleek.
Goedgekeurd werden de jaarverslagen
van secretaris en penningmeester.
Een vakgroep voor bankbedienden zal
worden opgericht.
De bijdrage van de werkloozenkas werd
verhoogd met 10 cent per maand en per lid
en 5 cent per maand en per adspirantlid.
De begrooting werd goedgekeurd met de
stem van Eindhoven tegen.
De voorzitter van het R. K. Werklieden
verbond wees in een kort woord op de
groote taak van de vakbeweging, welke
haar wacht bij de noodzakelijke sociaal-
economische ordening, waarvan de huidi
ge Bedrijfsradenwet niet meer voldoende
is. Spr. huldigde voorzitter van Hamers-
veld voor zijn groote werkzaamheid en
feliciteerde den bond bij zijn 25-jarig be
staan.
Des avonds werd een door de K.R.O.-
boys opgeluisterde herdenkingsavond ge
houden.
Namens den bond sprak de heer Fran
sen om aan den bond een geschenk aan te
bieden in den vorm van een bedrag voor
de meubileering van het bondskantoor.
Aan bondsvoorzitter Van Hamersveld werd
een bedrag geschonken voor een Rome
reis. Ook mevrouw Van Hamersveld werd
niet vergeten.
Rector Bots huldigde twee pioniers, de
heer en Van Hamersveld en Paardekoper
en spelde hen het insigne in goud op.
Nog door velen werd het woord gevoerd,
o.a. ook door den vertegenwoordiger van
den modernen bond.
Maandag is de 25ste algemeene vergade
ring voortgezet.
Bij de heropening de vergadering brengt
de voorzitter den afgevaardigden hartelij-
ken dank voor de hem op de feestvergade-
ring van Zondagavond gebrachte hulde en
het hem aangeboden stoffelijk blijk van
hulde.
In behandeling kwamen eenige voor
stellen.
In de middagvergadering werd een nieuw
bondsbestuur gakozen, bestaande uit de
heeren J. v. Beek te Eindhoven, B. Berend-
sen te Utrecht, A. Broersma te Amsterdam,
A. Cornelis te Tilburg, H. Diekstra te Gro
ningen, G. Geertjens te Maastricht, A. de
Graaff te 's-Gravenhage, G. Muyzers te
Almelo, P. A. v. d. Ven te Den Bosch, Chr.
Wilmer te Delft en mej. A. Vleugel te Hil
versum.
De heer A. Cornelis werd benoemd tot
gesalarieerd bondsbestuurder.
In de vacature, ontstaan door het aftre
den van den huidigen bondsvoorzitter, den
heer A. A. v. Hamersveld, werd tot bonds
voorzitter gekozen de heer A. Cornelis, die
ook door het bestuur was candidaat ge
steld. Door de afdeeling Utrecht was can
didaat gesteld de heer a. Boersma. Op den
laatste werden 395 stemmen uitgebracht;
op den eersten 415 stemmen, zoodat de heer
Cornelis gekozen was.
Met een kort woord van dank sloot de
bondsvoorzitter om zes uur de vergadering.
CRISISRUNDVEE-CENTRALE.
Waar en wanneer koeien kunnen worden
afgeleverd.
De crisisrundveecentrale biedt gelegen
heid aan haar televeren drachtig rundvee
in alle soorten en kwaliteiten (uitgezon
derd zullen worden dieren, van welke moet
worden aangenomen, dat zij langer dan zes
maanden drachtig zijn) o.m. te
Rotterdam, 28 November, 810 uur, vee
markt; Gouda, 30 Nov., 810 uur, vee
markt; Leiden, 1 Dec., 811 uur, veemarkt;
Utrecht, 1 Dec., 811 uur, veemarkt.
Prijzen en voorwaarden als in de vooraf
gaande week. De kaarten van aangifte tot
levering moeten uiterlijk Zaterdag 18 No
vember a.s. ten kantore van de Crisisrund
veecentrale te 's-Gravenhage zijn ontvan
gen.
DE REGELING VAN DE RADIO.
Meer samenwerking noodig.
Tot nu toe ligt de beslissing van wat oir-
baar moet worden geacht uitsluitend in
handen van de Radio Omroep Controle
Commisise, zonder dat een beroepsinstan
tie is aangewezen. In overeenstemming met
adviezen van Radioraad en Controle Com
missie is thans een regeling ontworpen,
welke reeds in een vergevorderd stadium
van voorbereiding is.
Hierbij is in deze lacune voorzien en
wordt de minister van Binnenlandsche Za
ken als de eind-beslissing gevende instan
tie aangewezen, doordat hem de bevoegd
heid wordt gegeven zoo noodig besluiten
van de Radio-Controle-Commissie te ver
nietigen, met inachtneming van de in het
Radioreglement gestelde normen.
Een tweede stap behoort te zijn zoo
deelt de minister van Waterstaat in de M.
v. A. op de P.T.T.-begrooting mede
verscherping van de eischen die de con
trole stelt. Deze moet er allereerst toe lei
den om de uitzending van tegen-nationale,
voortdurend herhaalde uitingen als „de In
ternationale" te verbieden.
De regeling van den zendtijd heeft de
minister in ernstige sudie genomen, en
binnenkort hoopt hij zijn standpunt te be
palen. Met betrekking tot hetgeen voor uit
zendingen kan worden toegelaten, vooral
in de huidige tijdsomstandigheden, moe
ten dit staat bfj voorbaat vast de ter
zake gestelde wettelijke bepalingen zeer
streng worden toegepast.
Voorts zal aan enkele omroepvereenigin-
gen aan het verstand gebracht moeten wor
den, dat zij zich binnen de perken van de
wettelijk gestelde regelen hebben te hou
den, op straffe van anders eerst voor een
bepaalden termijn, en bij herhaling voor
goed, te worden uitgesloten.
De minister behoudt zich de bepaling
van zijn definitief standpunt ten opzichte
van politieke uitzendingen nog voor. Hij is
niet van meening, dat de Radio-Omroep
Controle Commissie steeds willekeurig bij
de beoordeeling van den inhoud der pro
gramma's optreedt. Dat de commissie
voortdurend meer bezwaren inbrengt te
gen uitzendingen, vooral van de V.A.R.A.,
is een gevolg van het feit, dat deze ver
eeniging zioh nog steeds niet kan aanpas
sen bij de scherpere controle, die na de in
het radioreglement gegeven toelichting
van de wettelijke normen, wordt toege
past.
Een tweede hoofdvraag betreft de ge
dragslijn, die met betrekking tot het zen-
dervraagstuk gevolgd moet worden. De
minister acht de oplossing van dit vraag
stuk zoo urgent, dat hij het onderwerp in
studie heeft genomen en binnen zeer kor
ten tijd de belanghebbende vereenigingen
tot een bespreking zal uitnoodigen.
Hij heeft goeden moed, dat hij de ver
eenigingen bereid zal vinden om onder
zijn leiding de handen ineen te slaan en
een oplossing te aanvaarden, die zal zijn
in het welbegrepen belang van het geheele
volk.
De minister, van meening zijnde, dat de
regeling van den omroep in Nederland niet
in alle opzichten bevredigend genoemd kan
worden, noemt dit onbevredigende niet in
de voornaamste plaats een gevolg van de
beginselen, waarop de regeling is gebouwd,
doch van het gemis aan samenwerking tus
schen de omroepvereenigingen.
ARBEID BROODBAKKERIJEN.
Geen versch brood bij het ontbijt.
In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer inzake het wetsontwerp tot
wijziging van de bepalingen der Arbeids
wet 1919, betreffende den arbeid in brood
bakkerijen, zegt de Minister van Sociale
Zaken, dat ook hij het toegejuicht zou heb
ben, indien het wettelijk aanvangsuur van
den bakkersarbeid op 6 uur des voormid
dags gesteld kon worden. Technische be
zwaren verzetten zich daartegen. In het
algemeen verlangt men aan de koffietafel
versch brood en dit verlangen is niet on
redelijk. Daarom kan- geen later beginuur
voor den verkoop vastgesteld worden dan
10 uur des voormiddags, terwijl het noodig
is dat reeds een uur tevoren wordt uitge
reden. Een tijdruimte van 3 a 4 uur rest,
indien de bakkerijen eerst te 6 uur met
den arbeid mag worden aangevangen. Dat
is te kort; de kwaliteit van het bi'ood komt
daardoor in het gedrang en de neiging van
vroeger te beginnen dan wettelijk geoor
loofd is, wordt in de hand gewerkt.
Anderzijds zou het ter ver gaan, indien
terwille van degenen die versch klein
brood aan de ontbijttafel verlangen, het
verbod van nachtarbeid in bakkerijen in
de waagschaal werd gesteld.