DINSDAG 14 NOVEMBER 1933 DE LEIDSCHE COURAN1 TWEEDE BLAD PAG. 7 BINNENLAND DE HULDIGING VAN MGR. PROF. GROENEN. Aan een verslag in de „Msbd." betref fende de huldiging van den afgetreden mo derator der Studenten-Unie, Zondag te Nijmegen ontleenen we het volgende: De reeks der huldigende sprekers werd geopend door den heer E. Sassen, interme diair uniepraeses en praeses van het Nij- meegsche Studentencorps, die optrad na mens de tegenwoordige leden der Unie en alle katholieke studenten van Nederland. Deze deelde mede, dat prof. Groenen benoemd is tot eerelid van „onze, neen van uwe Unie!" De groote feestrede werd uitgesproken door prof. Barge, Leiden. Prof. Barge wees er op, hoe het modera torschap, thans een karakteristiek element in de katholieke studentenbeweging, een tijd van scherpe tegenkanting ,in studen tenkringen gekend heeft. Dat men het an ders is gaan zien en het als een onmisbaar goed is gaan beschouwen is voor een zeer groot deel aan het moderatorschap van prof. Groenen te danken. De redenaar schetst dan den idealen mo derator. Hij is verwant aan 'n „mari de la reine", die geweldig veel invloed op een land kan oefenen, maar alleen in groote zelfbeheersching en met vermijding zelfs van den schijn zelfs iets te bevelen of te doen. De ideale moderator is boven alles iemand, die houdt van jonge menschen, hun idealen kent, begrijpt en inhoud geeft. Hij moet een algemeene kennis van het Universitaire leven in al zijn onderdeelen bezitten, apologetisch en theologisch, zoo goed als algemeen- wetenschappelijk, ge schoold zijn, en daarbij de bereidheid heb ben altijd en op ieder moment zijn gansche persoonlijkheid voor het geestelijk ideaal der jonge zielen in te zetten. Bezien wij nu de werkelijkheid. In de katholieke kuituurgeschiedenis der laatste vijf en twintig jaren is gewerkt en ge zwoegd door de generaties die de akkers geploegd hebben, waarop het huidige stu dentengeslacht thans bloeit. De jongeren mogen met geestdrift zoe ken naar nieuwe vormen voor ons aller ideaal, zij mogen niet verwerpen de liefde en de overtuiging hunner voorgangers. Als er één met liefde en overtuiging ge zwoegd heeft in de laatste kwart eeuw, ge zwoegd voor de studenten, maar ook voor nog zooveel meer, dan is het prof. Groe nen. Getoetst aan het ideale rnoderatorschap, zijt gij richt spr. zich tot prof. Groe nen zelf een voortreffelijk moderator geweest. Gewerkt, gesjouwd hebt ge al dien tijd, en al wat er rijpte en bloeide hebt gij met .de volle overgave van uw persoon gesteund. Uw liefde voor jonge menschen, uw ken nis van het universitaire leven in al zijn vormen waren niet te overtreffen, en hoe- velen er door u, waarlijk niet alleen gees telijk, zijn geholpen, weet alleen God. Tal- loozen hebt ge de plaats gewezen, waar zij him levenswerk konden beginnen door uw onvolprezen - inlichtingen-bureau. En alles deedt ge met uw gullen lach, uw blijheid, uw hartelijkheid. Prof. Groenen, gij hebt met dit alles gróót werk gedaan, juist om dat er ook zooveel van het „vuile werk" bij was. Ik. dank u uit naam van heel Katholiek Nederland. Het stoffelijk bewijs van ver eering dat wij u aanbieden (enveloppe met inhoud) zal wel weer verdwijnen in een yan de vele pptjes, waaruit gij in den nood te helpen tracht. Wij- troosten oriS met de gedachte, dat 'gij geen blijvend souvenir behoeft om al tijd het contact met ons te behouden, «y Vervolgens heeft "prof. mr. E. J. J. van der Hëyden als Rector-Magnificus der R. K. Universiteit in een buitengewoon gees tig maar daarna in ernst omslaand woord, den Unie-moderator gehuldigd namens de gemeenschap der katholieke 'universiteit. Dat Groenen, zei prof. van der Heyden, tot geheim kamerheer benoemd is, kon bij menigeen verwondering wekken. Wie Groenen kent, weet, dat hij voor allerlei dingen aanleg heeft, maar voor „kamer heer" allerminst. Groenen op z'n kamer, voor zichzelf levend, is een ondenkbare figuur. Behalve kamerheer werd hij echter ook nog „geheim" en iedereen weet maar al te goed, dat hij volkomen de capaciteit mist om ook maar iets in 't geheim te doen. Moge hem in de nieuwe waardigheid des ondanks nog een lang en vruchtbaar leven beschoren zijn. In het tweede deel zijner rede heeft de Nijmeegsche Rector-Magnificus er op ge wezen, hoeveel speciaal de katholieke uni versiteit aan Groenen te danken heeft ge had. De Unie heeft deze eigen universiteit voorbereid en mogelijk gemaakt. Wanneer de kringen die in de Unie hun opleiding ontvingen, niet zoo sterk hadden meege werkt, zou een katholieke universiteit niet mogelijk zijn geweest. De Unie zelf zou echter in haar huidigen vorm niet moge lijk zijn geweest zonder Groenen. Zijn werk was geweldig, maar het had niet zooveel succes gehad, als het niet was gekenmerkt door een typisch-vaderlandschen stijl. Een Franschman noemde de „turf" eens het symbool der Nederlandsche arbeidskracht: „De Hollanders halen hun vuur uit het wa ter". Dat typeerde Groenen: uit het water van slapheid en ohverschilligheid in de vereenigingen heeft hij het gloeiende Unie- vuur gesmeed. Als laatste sprak de nieuwe Unie-modera tor en opvolger van prof. Groenen, pater van Heugten S.J. Deze spreker wilde één eigenschap van prof. Groenen in het licht stellen, die een der magische krachten van zijn succes was: zijn goedheid. Wanneer deze eigen schap buitengewone afmetingen aanneemt, is zij een geweldige drijvende kracht. Goedheid is de kerneigenschap van het Goddelijk Wezen waarvan alle mensche- lijke goedheid een afstraling is. In hoogere mate dan bijna ieder, bezat prof. Groenen die goedheid, die hem zoo ontelbaar vele vrienden schonk in alle deelen van het land. De nieuwe monseigneur heeft tenslotte in een ontroerend dankwoord van de Unie en van „zijn" studenten officieel afscheid genomen. Mij is zooveel naar het hoofd gesmeten, antwoordde prof. Groenen, dat ik er be duusd van werd en vanzelf moest zeggen: Dat kan allemaal niet waar wezen. Dankbaarheid bezielt mij voor wat voor mij gedaan en tot mij gezegd is, maar méér voor wat ik heb mogen en kunnen doen. Eén hartewensch heb ik: dat de vriend schap met de velen, die in den loop der jaren gegroeid is, steeds bestendigd mag blijven. Voor de heerlijke en sympathieke medewerking van de studenten, waarop zooveel vriendschap is opgebouwd, zeg ik dank uit den grond van mijn hart. Eén voor één beantwoordt prof. Groe nen de sprekers van heden en vervolgt dan: „Ik ga afscheid nemen van de studen ten. Ik ben blij, dat de band tusschen mij en u nog niet verbroken wordt. Om dezen band te bewaren wil ik met graagte het inlichtingenbureau blijven voortzetten. Als ik u één ding mag meegeven, dan moet dat zijn het besef van de groote kracht der éénheid in werken en streven bij de katholieke studenten. Laten wij daarbij bidden voor ons zelf, maar ook en vooral voor elkaar. Moge met Gods zegen het werk onder de katholieke studenten gedijen en de Unie groeien en bloeien ten eeuwigen dage". Aan het gejuich der studenten scheen geen einde te zullen komen. Toen de ver gadering gesloten was en het Uniebestuur de zaal verliet zongen de aanwezigen: „Wie kent Groenen niet". R. K. GEMEENTERAADSLEDEN BIJEEN. In het Jaarbeursgebouw te Utrecht werd Zaterdag een algemeene vergadering van de Federatie van bonden van centrales van R. K. Gemeenteraadsleden in Nederland gehouden. De voorzitter, de heer J. J. W. IJsselmul- den, Arnhem, wees met nadruk op de nood zakelijkheid om in de fractie-vergaderin gen de gemeente-kwesties goed voor te be reiden. Van de Vereeniging Gouda c.a. was het verzoek ontvangen om onder het oog te zien de vraag, in hoeverre gemeenteraads leden uit een gemeente, gelegen in den eenen Statenkieskring, lid kunnen zijn van een vereeniging, welke zich over een an deren kieskring uitstrekt. Het hoofdbestuur merkte naar aanleiding daarvan op, dat de afbakening van de ge bieden, waarover de vereenigingen zich uit strekken, behoort tot de competentie der vereenigingen en niet tot die der Federatie. In 't algemeen zal de indeeling der gemeen ten bij de verschillende vereenigingen die nen plaats te hebben in onderling welwil lend overleg tusschen de besturen der or ganisaties. Aan de orde was een bespreking over de voorgestelde korting op de rijksuitkeering aan de gemeenten uit het gemeentefonds. De voorzitter merkte op dat de gemeen ten zwaar getroffen zullen worden. Daar aan zal niet te ontkomen zijn, maar de vraag is, of de billijkheid door de regee ring zal worden betracht. De regeering meent ten onrechte, dat de gemeenten nog veel kunnen bezuinigingen. Het meest funeste van de wet is dat meer dere gemeenten noodlijdend zullen wor den. Door enkele afgevaardigden werd over dit onderwerp het woord gevoerd. Men sloot zich daarbij grootendeels aan bij het geen de voorzitter had gezegd. Op voorstel van het bestuur werd be sloten een adres te zenden aan de R. K. Kamerfractie, waarin er op werd aange drongen, te voorkomen, dat er nog meer gemeenten noodlijdend worden gemaakt. Mr. C. van Haren besprak daarna de kwestie van de toenemende mode van ge mengd zwemmen, zonnebaden en z.g. na tuurbaden. Vele Katholieken zien het kwaad niet of willen het niet zien. Wat kan ertegen ge daan? De gemeentelijke besturen kunnen er veel aan doen. Politieverordeningen kun nen uitgevaardigd worden. Van de uit voering door de politie hangt veel af. Zelfs zonder verordening kan de politie veel kwaad voorkomen. De voorzitter spoorde aan tot absolute af wijzing zonder eenig pardon van de gesig naleerde verschijningen. Mag. C. Doodkorte OP. kreeg het "woord over dit onderwerp. Het is een schande dat de staat in dezen niets doet, aldus spr. De gemengde baden enz. zijn een gevaar, een brutaliteit. Het kwaad is in strijd met de rede en de natuur. De voorzitter stelde voor aan de R. K. raadsleden een mededeeling te doen van het standpunt der federatie en aan de ge meenteraden verzoeken te richten om ge mengde baden en zonnebaden te weren, waartoe werd besloten. KIPPEN- EN EENDENHOUDERIJ. Namens den Minister van Economische Zaken, maakt de Regeeringscommissaris voor de uitvoering van de Garantierege ling 1933 ten behoeve van de Kippen- en EendenhouderJj bekend, dat de uitkeering volgens de Garantieregeling voor de week van 13 t.m. 18 November 1933 is vastge- steld op 40 cents per 100 stuks uit te voe ren versche eieren. Voor kippeneieren zal geen uitkeering plaats vinden. DE UTRECHTSCHE BURGEMEESTERS-VACATURE. Zal er een Katholiek benoemd worden? De „Utrechtsche Courant" schrijft: Er zijn redenen om aan te nemen, dat de burgemeesters-vacature te Utrecht wel licht eenigen tijd zal duren. En dit hier om, wijl er te bevoegder plaatse nage dacht wordt over de vraag of 't niet wen- schelijk en billijk is op de Stichtsche Bur gemeestersplaats te benoemen een Katho liek. Wanneer men over de „vier grootste ge meenten van Nederland" spreekt in Sta tistieken en andere geschriften, dan noemt men steeds in één adem de namen Amster dam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Tot nu werden twee dezer gemeenten geregeerd door liberale burgemeesters n.L Utrecht (mr. Fockema Andreae) en Rot terdam (mr. Droogleever Foruijn). Amsterdam heeft in dr. de Vlugt een Anti-revolutionairen burgemeester en Den Haag in mr. Ridder van Rosenthal een Christelijk Historischen, terwijl nóch Am sterdam nóch Den Haag respectievelijk in meerderheid der bevolking Antirevolu tionair of Christelijk Historisch zijn. Verre zelfs van daar. Er is dus aldus redeneert men in be langhebbende kringen aanleiding om van de gelegenheid, nu een der twee li berale leidersvan de vier grootste ge meenten des Rijks, zijn ambt gaat verla ten, gebruik te maken, door in de leiding dezer vier gemeenten ook het Katholiek element niet langer te laten ontbreken. Waar bij komt, dat te Utrecht de ka tholieken meer dan één derde der bevol king (immers 35.61 pet.) uitmaken. Met andere woorden er is ons een stre ven bekend geworden, dat zich in betrok ken kringen aan het baan breken is om te Utrecht een Katholieken burgemeester be noemd te krijgen. Daardoor zal de leiding der vier groot ste gemeenten zijn: Amsterdam een A.-R. Rotterdam een V. B.; Den Haag een C.-H. en Utrecht een R.-K. burgemeester. En dat deze oplossing zeer wel mogelijk zal zijn, bewijst de reeds jaren lange al om zeer gewaardeerde regeering van een A.-R. in 's Lands hoofdstad en van een C.-H. in 's Rijks Residentie. Met bovenstaande klopt volkomen de stellige tegenspraak door de „Maasbode" van een bericht in sommige bladen, dat de liberale burgemeester van Arnhem, mr. S. J. R. de Monchy, ernstig in aanmer king zou komen voor de opvolging van dr. Fockema Andreae als burgemeester van Utrecht. FINANCIEELE TOESTAND VAN HAARLEM. In de Memorie van Antwoord op het ver slag van de afdeelingen betreffende de be grooting 1934 deelen B .en W. mede, dat de belastingverhoogingwoor 1934 niet noodig is, als de Raad een aantal nieuwe bezui nigingsmaatregelen aanneemt en tevens B. en W. machtigt met verdere bezuini gingen en versobering over de geheele li nie door te gaan. De verlaging van de Rijksbijdrage voor werkloozenzorg, werk verschaffing en Maatschappelijk Hulpbe toon, levert een nadeel (voor de gewone dienst) van 300.000. De vermindering van de uitkeering uit het Gemeentefonds be draagt voor 1934 265.870. In voorbereiding zijn bij B. en W. de vol gende maatregelen: combinatie van de ad ministraties van Gas- en Electriciteitsbe- drijf; combinatie van kantoor ontvanger en incasso-, stortings- en ophaaldienst; reor ganisatie leiding stadsbibliotheek en ar chief; opheffing Schoolartsendienst; reor ganisatie buitengewoon 1. o.; reorganisa tie v. d. exploitatie van bad- en zwemin richtingen; reorganisatie havenwezen; op heffing voorbereidend 1. o. HET RAPPORT VAN DE COMMISSIE SCHOUTEN. Naar de „N. R. Crt." verneemt, zal het rapport van de commissie, belast met het vaststellen van toetsingsnormen voor de beoordeeling van de bezoldiging van het personeel in dienst van provinciën, ge meenten, enz., binnen enkele dagen in druk verschijnen en bij de Rijksuitgeverij ver krijgbaar gesteld worden tegen den prijs van 75 ets. per exemplaar. Het rapport is 53 bladzijden druk groot octavo-for maat. HERHALINGSOEFENINGEN IN 1934. In 1934 zullen voor herhalingsoefeningen onder de wapenen worden geroepen de dienstplichtigen der lichtingen 1928 en 1930 van: de regimenten infanterie (hier onder begrepen het regiment grenadiers), het regiment wielrijders, de schoolcompag- nie van den motordienst, de regimenten huzaren (met uitzondering van de post- duivenverzorgers en van de paardenver- zorgers, die de eerste oefening hebben vervuld bij het Remontedepot), de regi menten veld-artillerie, het korps rijdende artillerie, het korps motor-artillerie, het regiment kustartillerie, het korps lucht doelartillerie, het regiment genietroepen, de schoolcompangnie pontonniers, voor i zoover betreft de dienstplichtigen, die ten aanzien van de eerste oefening behoorden I tot de eerste en de tweede ploeg, de school- compagnie torpedisten en de compagnie intendancetroepen. Vervolgens de dienst plichtigen der lichting 1928 van de com pagnieën hospitaalsoldaten, met uitzonde ring van de ziekenverplegers, die der lich ting 1930 van de compagnieën hospitaal soldaten en die der lichtingen 1927 en 1929 van de schoolcompagnie pontonniers, voor zoover betreft de dienstplichtigen, die ten aanzien van de eerste oefening be hoorden tot de derde ploeg. KOSTEN VAN WERKLOOSHEIDS- ZORG. Nieuwe circulaire der Regeering De minister van Binnenlandsche Zaken heeft, mede uit naam van zijn ambtgenoo- ten van Sociale Zaken en van Financiën, naar wij vernemen, Zaterdag j.l. een nieu we circulaire aan de gemeentebesturen uit gezonden in verband met de gewijzigde vaststelling van de, verlaagde, Rijksbij drage in de gemeentelijke uitgaven voor werkloosheidszorg over 1933, ten einde on zekerheid in dezen binnen zoo eng moge lijke grenzen te beperken. In deze circulaire wordt o.m. medege deeld, dat de regeering voornemens is, voor de door de werkloosheidslasten zwaar getroffen gemeenten gebruik te maken van de bevoegdheid om de normale maxi mum-bijdrage te verhoogen tot hoogstens 89 pet. NEDERL. R. K. BOND VAN HANDELS-, KANTOOR- EN WINKELBEDIENDEN. Deze bond vergaderde te Amsterdam. De zaal van Americain, waarin werd verga derd, was feestelijk versierd door een groot aantal bloemstukken, welke door bevrien de organisaties en instellingen waren ge offreerd in verband met het zilveren bondsfeest. De bondsvoorzitter, de heer Van Hamers- veld, wees er in zijn openingsrede op, dat de ware jubilé-stemming moeilijk is op te wekken in deze economische crisisomstan digheden. Sommigen denken redding te verkrijgen van de nieuwe staatkundige stroomingen. De Katholieke vakbeweging zal evenwel geen fascisten of nationaal- socialisten in haar gelederen dulden. De bedienden lijden misschien meer dan andere werknemers door loonsverlagingen en ontslagen. Ontslagen en loonsverlagin gen zijn aan de orde van den dag. Door het aiscnaffen van overwerk, regeling van den arbeidstijd en verandering in de per soneelsformatie zou veel verbetering kun nen worden gebracht. Het Werkliedenverbond deed goed de aandacht van de regeering te vestigen op het feit der hooge huren en de verhooging der levensmiddelenprijzen. De bond zal er op moeten letten, dat de bedienden worden betrokken bij de Be drijf srad en wet. Het ledental is thans 7800 en steeg in 1932 en 1933 met ongeveer 2000 leden. De uitkeeringen van de werklooze leden zijn in 1932 meer dan verdubbeld. Spr. dankte allen voor de medewerking welke hij steeds ondervonden heeft en hoopte, dat ook zijn opvolger dit ten deel zal vallen. Het beleid van het bondsbestuur vond algemeen waardeering, gelijk uit vele ver klaringen der afgevaardigden bleek. Goedgekeurd werden de jaarverslagen van secretaris en penningmeester. Een vakgroep voor bankbedienden zal worden opgericht. De bijdrage van de werkloozenkas werd verhoogd met 10 cent per maand en per lid en 5 cent per maand en per adspirantlid. De begrooting werd goedgekeurd met de stem van Eindhoven tegen. De voorzitter van het R. K. Werklieden verbond wees in een kort woord op de groote taak van de vakbeweging, welke haar wacht bij de noodzakelijke sociaal- economische ordening, waarvan de huidi ge Bedrijfsradenwet niet meer voldoende is. Spr. huldigde voorzitter van Hamers- veld voor zijn groote werkzaamheid en feliciteerde den bond bij zijn 25-jarig be staan. Des avonds werd een door de K.R.O.- boys opgeluisterde herdenkingsavond ge houden. Namens den bond sprak de heer Fran sen om aan den bond een geschenk aan te bieden in den vorm van een bedrag voor de meubileering van het bondskantoor. Aan bondsvoorzitter Van Hamersveld werd een bedrag geschonken voor een Rome reis. Ook mevrouw Van Hamersveld werd niet vergeten. Rector Bots huldigde twee pioniers, de heer en Van Hamersveld en Paardekoper en spelde hen het insigne in goud op. Nog door velen werd het woord gevoerd, o.a. ook door den vertegenwoordiger van den modernen bond. Maandag is de 25ste algemeene vergade ring voortgezet. Bij de heropening de vergadering brengt de voorzitter den afgevaardigden hartelij- ken dank voor de hem op de feestvergade- ring van Zondagavond gebrachte hulde en het hem aangeboden stoffelijk blijk van hulde. In behandeling kwamen eenige voor stellen. In de middagvergadering werd een nieuw bondsbestuur gakozen, bestaande uit de heeren J. v. Beek te Eindhoven, B. Berend- sen te Utrecht, A. Broersma te Amsterdam, A. Cornelis te Tilburg, H. Diekstra te Gro ningen, G. Geertjens te Maastricht, A. de Graaff te 's-Gravenhage, G. Muyzers te Almelo, P. A. v. d. Ven te Den Bosch, Chr. Wilmer te Delft en mej. A. Vleugel te Hil versum. De heer A. Cornelis werd benoemd tot gesalarieerd bondsbestuurder. In de vacature, ontstaan door het aftre den van den huidigen bondsvoorzitter, den heer A. A. v. Hamersveld, werd tot bonds voorzitter gekozen de heer A. Cornelis, die ook door het bestuur was candidaat ge steld. Door de afdeeling Utrecht was can didaat gesteld de heer a. Boersma. Op den laatste werden 395 stemmen uitgebracht; op den eersten 415 stemmen, zoodat de heer Cornelis gekozen was. Met een kort woord van dank sloot de bondsvoorzitter om zes uur de vergadering. CRISISRUNDVEE-CENTRALE. Waar en wanneer koeien kunnen worden afgeleverd. De crisisrundveecentrale biedt gelegen heid aan haar televeren drachtig rundvee in alle soorten en kwaliteiten (uitgezon derd zullen worden dieren, van welke moet worden aangenomen, dat zij langer dan zes maanden drachtig zijn) o.m. te Rotterdam, 28 November, 810 uur, vee markt; Gouda, 30 Nov., 810 uur, vee markt; Leiden, 1 Dec., 811 uur, veemarkt; Utrecht, 1 Dec., 811 uur, veemarkt. Prijzen en voorwaarden als in de vooraf gaande week. De kaarten van aangifte tot levering moeten uiterlijk Zaterdag 18 No vember a.s. ten kantore van de Crisisrund veecentrale te 's-Gravenhage zijn ontvan gen. DE REGELING VAN DE RADIO. Meer samenwerking noodig. Tot nu toe ligt de beslissing van wat oir- baar moet worden geacht uitsluitend in handen van de Radio Omroep Controle Commisise, zonder dat een beroepsinstan tie is aangewezen. In overeenstemming met adviezen van Radioraad en Controle Com missie is thans een regeling ontworpen, welke reeds in een vergevorderd stadium van voorbereiding is. Hierbij is in deze lacune voorzien en wordt de minister van Binnenlandsche Za ken als de eind-beslissing gevende instan tie aangewezen, doordat hem de bevoegd heid wordt gegeven zoo noodig besluiten van de Radio-Controle-Commissie te ver nietigen, met inachtneming van de in het Radioreglement gestelde normen. Een tweede stap behoort te zijn zoo deelt de minister van Waterstaat in de M. v. A. op de P.T.T.-begrooting mede verscherping van de eischen die de con trole stelt. Deze moet er allereerst toe lei den om de uitzending van tegen-nationale, voortdurend herhaalde uitingen als „de In ternationale" te verbieden. De regeling van den zendtijd heeft de minister in ernstige sudie genomen, en binnenkort hoopt hij zijn standpunt te be palen. Met betrekking tot hetgeen voor uit zendingen kan worden toegelaten, vooral in de huidige tijdsomstandigheden, moe ten dit staat bfj voorbaat vast de ter zake gestelde wettelijke bepalingen zeer streng worden toegepast. Voorts zal aan enkele omroepvereenigin- gen aan het verstand gebracht moeten wor den, dat zij zich binnen de perken van de wettelijk gestelde regelen hebben te hou den, op straffe van anders eerst voor een bepaalden termijn, en bij herhaling voor goed, te worden uitgesloten. De minister behoudt zich de bepaling van zijn definitief standpunt ten opzichte van politieke uitzendingen nog voor. Hij is niet van meening, dat de Radio-Omroep Controle Commissie steeds willekeurig bij de beoordeeling van den inhoud der pro gramma's optreedt. Dat de commissie voortdurend meer bezwaren inbrengt te gen uitzendingen, vooral van de V.A.R.A., is een gevolg van het feit, dat deze ver eeniging zioh nog steeds niet kan aanpas sen bij de scherpere controle, die na de in het radioreglement gegeven toelichting van de wettelijke normen, wordt toege past. Een tweede hoofdvraag betreft de ge dragslijn, die met betrekking tot het zen- dervraagstuk gevolgd moet worden. De minister acht de oplossing van dit vraag stuk zoo urgent, dat hij het onderwerp in studie heeft genomen en binnen zeer kor ten tijd de belanghebbende vereenigingen tot een bespreking zal uitnoodigen. Hij heeft goeden moed, dat hij de ver eenigingen bereid zal vinden om onder zijn leiding de handen ineen te slaan en een oplossing te aanvaarden, die zal zijn in het welbegrepen belang van het geheele volk. De minister, van meening zijnde, dat de regeling van den omroep in Nederland niet in alle opzichten bevredigend genoemd kan worden, noemt dit onbevredigende niet in de voornaamste plaats een gevolg van de beginselen, waarop de regeling is gebouwd, doch van het gemis aan samenwerking tus schen de omroepvereenigingen. ARBEID BROODBAKKERIJEN. Geen versch brood bij het ontbijt. In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake het wetsontwerp tot wijziging van de bepalingen der Arbeids wet 1919, betreffende den arbeid in brood bakkerijen, zegt de Minister van Sociale Zaken, dat ook hij het toegejuicht zou heb ben, indien het wettelijk aanvangsuur van den bakkersarbeid op 6 uur des voormid dags gesteld kon worden. Technische be zwaren verzetten zich daartegen. In het algemeen verlangt men aan de koffietafel versch brood en dit verlangen is niet on redelijk. Daarom kan- geen later beginuur voor den verkoop vastgesteld worden dan 10 uur des voormiddags, terwijl het noodig is dat reeds een uur tevoren wordt uitge reden. Een tijdruimte van 3 a 4 uur rest, indien de bakkerijen eerst te 6 uur met den arbeid mag worden aangevangen. Dat is te kort; de kwaliteit van het bi'ood komt daardoor in het gedrang en de neiging van vroeger te beginnen dan wettelijk geoor loofd is, wordt in de hand gewerkt. Anderzijds zou het ter ver gaan, indien terwille van degenen die versch klein brood aan de ontbijttafel verlangen, het verbod van nachtarbeid in bakkerijen in de waagschaal werd gesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 7