AfeDT'S WOENSDAG 8 NOVEMBER 1933 Het was Maandag de dag van het Uitbrei dingsplan. Wel stonden er ook nog andere punten op de agenda, waarvan o.a. de toekenning van een extra-subsidie aan het „Stadsver keer" een vrij ampele bespreking uit lokte, maar „het" plan was verreweg de hoofdschotel. In de zaal hingen kleurige overzichts kaarten, welke druk werden bestudeerd, een bezigheid, welke niet resulteerde in een meerdere overzichtelijkheid der de batten. Integendeel, de bespreking van het uitbreidingsplan was uitermate verward. Men verweet B. en W., dat zij eerst thans deze zaak in den raad hadden gebracht, nu de wettelijk gestelde termijn van 6 maanden na de ter visie legging op één dag na was verstreken, en dat de leden geen gelegenheid hadden gehad het plan vol doende te bestudeeren, daar de toegezegde reproductiekaarten hun niet waren toe gezonden. De heer Schüller wilde zelfs zoover gaan om de behandeling eenvoudig uit te stel len, zonder rekening te houden met de consequentie, dat het geheele plan dan zou komen te vervallen en de ingewikkelde procedure weer van voren of aan zou moeten beginnen. Hij durfde ten slotte deze consequentie toch niet aan. Maar met dit al wist men niet, waaraan men toe was. Het is toch de raad, die het plan moet goedkeuren en het recht heeft om wijzigingen aan te brengen. Doch zoo dra een of ander voorstel in dien geest werd gedaan, stuitte dat onmiddellijk af op de overweging, dat elke verandering niet te voorziene en niet te overziene gevolgen kon hebben en dat er geen tijd meer was voor onderzoek, want het plan moest dien eigen dag worden vastgesteld. Het feit lag er nu eenmaal; er zat niets anders op dan het plan goed te keuren en wel ongewijzigd. Iedere discussie over de wenschelijkheid van een verandering was thans vrijwel nutteloos en de eenige weg, was, na de vaststelling met part. wijzi gingen te komen. De Woningwet, die de gemeente de plicht oplegt een uitbreidings plan te maken, schrijft voor, dat het plan na 10 jaar moet worden herzien, doch laat de mogelijkheid open het binnen dien tijd op onderdeelen te wijzigen. Het duurde geruimen tijd, voordat de raad deze situatie begreep en erin toestem de, dat de reeds geformuleerde voorstel len om praeadvies gingen. Het uitbreidingsplan wordt thans aan Ged. Staten ter goedkeuring voorgelegd, met de boodschap erbij, dat binnen enkele maanden nog een paar nadere wijzigingen zullen volgen, weshalve hun verzocht wordt nog even met goedkeuring te wach ten. Ged. Staten hebben een jaar den tijd; daar is dus geen bezwaar tegen. Een omstandigheid, welke de debatten nog ingewikkelder maakte, was het feit, dat de binnenstad niet in het uitbreidings plan was begrepen. Dat is wettelijk geheel in orde, want het gaat slechts om de „uit breiding" van de bestaande stad. Doch de uitbreiding moet zich aanpassen aan de binnenstad en daarin waren ook doorbra ken en nieuwe verkeerswegen geprojec teerd, welke er evenwel nog niet zijn noch zelfs zijn goedgekeurd. De mantel is dus klaar, maar men weet nog niet met zeker heid of hij wel past. Leiden heeft dus na 26 jaar weer een kersversch uitbreidings plan, dat in details de bestemming aan geeft van de gronden, waarop in de eerst volgende jaren bebouwing is te verwach ten en de bestemming der verder gelegen terreinen in hoofdzaak regelt. Eén ding lijkt ons echter bij dit uitbrei dingsplan minder goed geregeld en dat is de kwestie der schade-vergoeding. Het spreekt toch vanzelf, dat iemand, op wiens eigendom bijv. een straat is geprojecteerd, beperkt wordt in de uitoefening van zyn eigendomsrecht. Dat zal vaak niet zóó erg zijn, wanneer de gemeente direct overgaat tot den aanleg van die geprojecteerde straat en dan het bedoelde stuk grond aan koopt of onteigent. Dan wordt de grond betaald of stijgt deze in ieder geval in waa-r de. Maar zoolang dat niet het geval is en de practijk leert, dat het jaren en ja ren duren kan voordat het project werke lijkheid wordt blijft de bedoelde eige naar zitten met een zeer beprekt bezit, dat hij niet gebruiken kan zooals hij wil. En "net is juist deze schade, welker ver goeding ons onvoldoende geregeld lijkt. In het jubileum-boek uitgegeven ter ge legenheid van den 75sten verjaardag van mr. H. Vos, waarin verschillende van die artikelen zijn behandeld, lazen wij de zer dagen, hoe de gemeente Enschede in haar schadevergoedingsverordening in dit geval wel voorzien had, al was de uitwer king daarvan hoe goed bedoeld ook minder gelukkig. Hoe dit ook zy er waren betrekkelijk weinig bezwaarschriften ingediend, waar uit de conclusie gewettigd is, dat dus blijk baar zoo veel mogelijk met de particuliere belangen is rekening gehouden. Aan de besprekingen over het uitbrei dingsplan ging een discussie vooraf over de toekenning van een extra subsidie aan den autobusdienst van het Stadsverkeer, welke dienst de concurrentie van het klein- taxi-bedrijf reeds geducht voelt. Zoo lang dit taxi-bedrijf nog ongeregeld is, is het inderdaad beter het bus-verkeer te handhaven, althans voorloopig, want of bet huidige steeds groeiende legertje van kleine vlugge autotjes op deze wyze kan blij ven voortrollen, is een vraag, waarop r:iet iedereen bevestigend zal antwoorden. Ten slotte kwam de brandstoffenver- a«r*kking aan de werkloozen en onder steunden van M. H. nog ter sprake, die na eenige discussie zonder hoofdelijke stem ming werd aangenomen. Daar het inmiddels middernacht was ge worden werd het laatste agenda-punt (be antwoording van een interpellatie-v. Stra len) uitgesteld. Mr. H. G. DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 SIMON OVER DUITSCHLANDS UITTREDEN. Een ontzettend probleem. Bij de opening van de ontwapeningsde batten in het Britsche lagerhuis verklaar de sir John Simon, dat de toestand op ont- wapeningsgebied zeer ernstig is, maar dat niettemin erbarmelijk overdreven verkla ringen hieromtrent zijn afgelegd. Sir John wees met nadruk erop, dat de pogingen, welke de Britsche regeering heeft aangewend om tot ontwapening te komen, oprecht geweest zijn. Er is in de procedure van het bureau der ontwape ningsconferentie, zeide hij, niets dat de handelwijze van Duitschland rechtvaardigt. De besprekingen, welke hebben plaats ge had tusschen Engeland en de andere lan den waren geen booze samenzwering van deze mogenüneden maar hadden plaats op verzoek van de conferentie zelf. Wij moeten, zoo ging sir John voort, trachten door te dringen in den geest van Duitschland en trachten te begrijpen, waarom Duitschland zulke felle gevoelens van wrok koestert. De vertraging van een beslissing te Genéve moest Duitschland steeas ongeduldiger maken en wij waren zoo edelmoedig toe te geven, dat men zich daarover niet verwonderen moest. Hoewel het niet waar is, aat de ont wapening van Duitschland krachtens de vredesverdragen geschied is op voorwaar de, dat men op een vasten datum tot een spoedige aigemeene ontwapening zou over gaan, biykt toch duidelijk uit de verdra gen en uit den bekenden Drief van Clenien- ceau, dat de in de vredesverdragen voor ziene ontwapenmg van Duitscnland be doeld is als de eerste stap naar aigemeene ontwapenmg. De vredesverdragen erxen- nen, dat de nandhavmg van den vrede een vermindering der bewapening eischt tot het laagste niveau dat vereenigoaar is met de nationale veiiigneid en de toepassing der internationale verplichtingen door een gemeenschappelijke actie. Engeiands voornaamste zorg is het, de zaak oer ontwapenmg, weike Duitschland door zijn besluit zoo zeer m de war heeft gestuurd, voort te zetten. De voornaamste kwestie der huidige politiek is te weten, hoe een verzoening tot stand te brengen tusschen den Duitscnen eisch inzaxe rechts gelijkheid en den Eranscnen veüigheids- wensch. De herinnering eenerzijds aan den inval en de daaruit voortvloeiende vrees en an derzijds de herinnering aan de nederlaag met het daarmede gepaard gaande gevoe len van vernedering en wrok oaart een ont zettend probleem, ivan men een ander zeg gen, ging sir John voort, dat deze gevoe lens met natuurlijk zijn en dat wij Engel- schen ze onder dergelijke omstandigheden niet zouden hebben.' ik zou het niet dur ven zeggen. Ik ben van meening, dat de kracht van Locarno nog niet is uitgeput. Wij verklaren ons op Des lis te wijze aan hangers van den volkenbond als zijnde net beste instrument, dat tot onze beschikking staat, om den internationalen vrede te handhaven. Wij moeten ons krachtig mo reel gezag niet misbruiken, om een speciaal of geheim bondgenootschap te sluiten met of tegen onverschillig welk land, maar wij moeten werken voor den vrede en vriend schap tusschen allen. Wil Duitschland terugkeeren? De reis van minister Göring naar Rome is natuurlijk het voorwerp van allerlei ver onderstellingen en gissingen. Naar „United Press" uit Rome verneemt, zou Göring Mussolini in kennis gesteld hebben met de voorwaarden, welke door Duitschland wor den verbonden aan een terugkeer in den Volkenbond en de ontwapeningsconferen tie. Na afloop van zijn conferentie met Gö ring heeft Mussolini zich onverwijld m verbinding gesteld met de regeeringen te Londen en Parijs. DUITSCHLAND. „GEEN FEESTEN MEER". Order van Rudolf Hess. Met het oog op den grooten ernst der beslissing waarvoor het Duitsche volk op 12 November gesteld wordt, heeft de plaatsvervanger van Adolf Hitler, Rudolf Hess, een order uitgevaardigd, dat de ver kiezingscampagne op waardige wijze ge schieden moet. Het resultaat zal voor zich zelf spreken en daarom behoort dat feit der stembusoverwinning niet aanleiding te worden voor feestelijkheden. „Ik maak van deze gelegenheid gebruik", aldus Rudolf Hess in zijn order, „om er op te wijzen, dat de periode van feestviering in verband met de nationaal-socialistische revolutie en voor haar leiders, thans als afgesloten te beschouwen is. Alle kracht moet nu vereenigd worden op het werk ten gunste van den nieuwen staat. „Men behoort", aldus Hitler's plaats vervanger verder, „rekening te houden met het wezen van den nationaal-socia- listischen staat, in het bijzonder in deze periode van opbouw, zoodat alle nationaal- socialisten, in het bijzonder alle leiders, voortaan moeite behooren te doen om bij hun optreden in hun levenswijze zoo een voudig mogelijk en zoo sober mogelijk te zijn." De order brengt voorts vroegere orders in herinnering, waarbij verlof gevraagd moet worden voor openbare nationaal-so cialistische demonstraties, feestelijkheden, etc., en waarbij eenige soorten betoogingen zelfs verboden zijn. De nationaal-socialis tische leiders moeten zich Adolf Hitler ten voorbeeld stellen. ENGELAND DE SCHULDENBETALING AAN AMERIKA. Een symbolische betaling. In het gistermiddag weder bijeengeko men Engelsche parlement heeft Neville Chamberlain, de kanselier van de schat kist, medegedeeld, dat de Britsche regee ring aan de Vereenigde Staten 7 1/2 mil- lioen dollar heeft aangeboden als storting op den vervaltermijn van 15 December. Roosevelt heeft dit aanbod aanvaard en beschouwt de Britsche regeering niet als in gebreke te zijn gebleven. Chamberlain zeide verder, dat het on gelukkigerwijze niet mogelijk was geble ken, tot een overeenkomst te komen voor een definitieve regeling* De Amerikaan- sche regeering had nochtans de moeilijk heden erkend, die op het oogenblik be staan in verband met den onzekeren fi- nancieelen en economischen toestand. De Britsche regeering was bereid, de onder handelingen over de aigemeene kwestie elk oogenblik te hervatten, wanneer men, na overleg met Roosevelt, van meening is, dat dit met succes kan plaats hebben. Volgens nader telegram zal bovenge noemde betaling worden opgevat als een „symbolische" betaling. RUSLAND. EEN WAARSCHUWING AAN JAPAN. Molotov over den toestand. Maandag heeft de Sovjet van Moskou in den grooten schouwburg een plechtige zitting gehouden ter viering van den 16en jaardag der October-revolutie. Molotov hield een rede, waarin hij o.m. betoogde: De U.S.S.R. voert een vredespolitiek, een politiek van bevestiging der goede be trekkingen met alle landen en van mobi lisatie der krachten tegen den oorlog. Evenwel hangt de verwezenlijking der vredespolitiek niet uitsluitend van Rus land af. Het gevaar voor oorlog en voor aanvallen is vooral ojj> dit oogenblik zeer groot en wy moeten in het bijzonder de aandacht vestigen op de imperialistische plannen tot het verbreken van den vrede. De problemen van het Verre Oosten, het vraagstuk der betrekkingen met Ja pan, waren en zijn nog steeds aangelegen heden, die speciaal de aandacht hebben van de arbeiders in ons land, want onze politiek ten opzichte van het Verre Oos ten en die tegenover onze buren in dat gebied is steeds van vreedzamen aard en gericht op de handhaving der vreedzame betrekkingen met deze buren .Voorbeeld daarvan is niet alleen ons voorstel aan Japan om een non-agressiepact te sluiten, maar ook dat om den Chineeschen Ooster spoorweg te verkoopen. Wij zullen op dit oogenblik onze poli tiek niet wijzigen, maar moeten toch reke ning houden met de gebeurtenissen in Mandsjoekwo, met het feit, dat met ons gesloten verdragen zijn geschonden en met de politiek die er op gericht is deze verdragen te verbreken. Wij beseffen, dat wij alle pogingen in die richting moeten verijdelen, dat wij verplicht zijn ten volle de belangen der U.S.S.R. te bewaken en tot het uiterste de grenzen der Sovjet-Unie te verdedigen. Als men leest van de absurde plannen van zekere leidende Japansche staatslie den, die de annexatie der Siberische kust provincie beoogen, wanneer de besprekin gen van deze plannen steeds openlijker en brutaler wordt, zijn wij verplicht op on ze hoede te zijn. De regeering van Mandsjoekwo is geen serieuze partij in deze aangelegenheid. De geheele wereld weet, dat de verantwoor delijkheid geheel rust op Japan als de wer kelijke heerscher in Mandsjoekwo. Voor het oogenblik beschouwen wy het als onze voornaamste taak alle avonturen tegen te gaan, welke het verbreken van den vrede beoogen, voorts het Roode Le ger te versterken, maatregelen ter verde diging des land te nemen, een vredespoli tiek te voeren en de goede betrekkingen met onze buren te versterken. In geval van een aanval op de Sovjet- Unie zal ons eenig doel echter zijn de volkomen vernietiging van den tegenstan der en de overwinning van ons Roode Le ger. Steeds meer bezwarende getuigen in het Rijksdag brandproces. Na de pauze werd gisteren in het Rijks- dagbrandproces de kellner Helmer ge hoord, die o.a. verklaarde, dat hy, toen hij in de „Nachtausgabe" de foto van v. d. Lubbe zag, deze zijn collega's heeft ge toond. Deze hadden echter niet beslist Van der Lubbe op de foto herkend. Hij zelf had gezegd: Voor mij staat het vast, dat deze man met de buitenlanders tezamen in het café „Bayernhof" is geweest. Deze lieden, o.w. zich Dimitroff en Popoff be vonden, waren my al dadelijk opgevallen. Het trok mijn aandacht, dat juist in een zaak als het Bayernhof, waar slechts na- tionaal-socialisten gewoon zijn te komen, personen waren samen gekomen, die zeer geheimzinnig deden en die, ofschoon ze geen Duitsch spraken, dadelijk zwegen, wanneer een kellner passeerde. Bij mijn verhoor heb ik gezegd, dat ik Dimitroff en Popoff in het voorjaar van 1932 voor het eerst bij ons heb gezien en dat zy daarna dén geheelen zomer telkens weer kwamen. Het was een kring van vijf of zes personen. Taneff was er niet by; dien heb ik voor het eerst bij zijn arrestatie in het café gezien. Van der Lubbe was in October 1932 voor het laatst in het café geweest. President: „Zagen de menschen er allen als buitenlanders uit?" Getuige: „Ja. Dimitroff en Popoff waren er steeds bij; als ik v. d. Lubbe zag was hij in gezelschap van anderen. Er werd steeds druk gepraat en ook schriftelijke stukken werden gewisseld". By de confrontatie heeft getuige Helmer v. d. Lubbe direct herkend, o.a. aan het knippen van zijn oogen. President: „U hebt op den dag na den brand het portret van v. d. Lubbe gezien, echter hebt u eerst op 7 Maart uw aan klacht ingediend". Getuige: „Mijn vrouw zeide mij, dat ik mij misschien kon vergissen en mij er niet mee bemoeien moest". President: „Wanneer er dus een vertra ging in uw aangifte is geweest Getuige: „Dan is dat de schuld van mijn vrouw". Getuige deelt mee, dat hy een gast in het café, majoor Schroder, over die per sonen verteld heeft. Hij heeft ze den ma joor ook aangewezen en Schroder had hem gezegd, dat hij probeeren moest iets te weten te komen. President: Majoor SSchröder heeft ech ter in de instructie gezegd, dat hij daar van niets wist. De president wijst getuige erop dat vol gens mededeelingen van de Nederlandsche autoriteiten v. d. Lubbe een gedeelte van de door getuige opgegeven tijden in Ne derland in een ziekenhuis heeft gelegen en in de gevangenis heeft gezeten. Getuige blijft by zijn verklaringen. Desgevraagd door het O. M. verklaart getuige, dat tijdens zijn gesprek met ma- JAPAN BETERE BETREKKINGEN MET CHINA. De „Times" verneemt uit Peking: Als een nieuw symptoom van de gestadige verbetering der Chineesch-Japansche be trekkingen wordt het feit beschouwd, dat generaal Okamoera, de sous-chef van den generalen staf van het Japansche Kwan- toeng-leger, te Peking is aangekomen om een bezoek te brengen aan de Chineesche autoriteiten. De onderhandelingen over een hervat ting van den doorgaanden spoorwegdienst tusschen China en Mandsjoerije vorderen goed; de voorstellen, die gedaan zijn, om vatten o.a. de vorming van een Chi neesch-Japansche maatschappij voor het onderhouden van bedoelden dienst. joor Schroder ook overste Hierl aan diens tafel had gezeten. Hij kon zich daarin niet vergissen. De verdediger der Bulgaren, dr. Tei chert, wijst op het gewicht van de verkla ringen van getuige Helmer en vraagt hem: „U hebt gezegd, dat u de drie Bulgaren het laatst gezien hebt op den dag van den brand; ook Dimitroff. Blijft u daarbij, ook wanneer u thans uit de processtukken hoort dat Dimitroff op dien dag niet in Berlijn is geweest?" Getuige: „Ja, ik blyf daarbij". Dr. Teichert: ,,U hebt uw aangifte eerst op 7 Maart gedaan. Ik vraag u thans, was u toen bekend dat de politie op 3 Maart een belooning van 20.000 M. had uitge loofd voor het aanwijzen van de daders?" Getuige: „Ik had besloten mijn aangifte te doen, zonder dat ik iets van die beloo ning wist". Dr. Teichert wijst er dan op, dat, wan neer de verklaringen van getuige Orga- nista waar zijn, v. d. Lube in October in Zuid-Duitschland was. Van der Lubbe moet zich wel heel snel verplaatst heb ben, wil hij op al die plaatsen geweest zijn, waar hij is gezien. Het kwam daarna tot een heftige bot sing tusschen het O. M. en den verdediger van de Bulgaren, dr. Teichert. De verdediger maakte den kellner Hel mer een opmerking, waarbij hij o.a. ver klaarde, dat de getuigenis over van der Lubbe geheel onwaarschijnlijk was. Hij betreurde dat door dezen getuige, die zich zoo volkomen vergist, de rechter van instructie zich in een richting heeft laten leiden, welke voor het Duitsche volk zeer noodlottig was. Het O. M. vroeg den verdediger hoe hij tot zulk een opvatting kwam. Hy ont kende, dat een en ander noodlottig voor Duitschland was geweest. Dr. Teichert antwoordde, dat door deze getuigenis de rechter van instructie er toe gekomen was om de Bulgaren te arres teeren en het onderzoek in de bekende richting te leiden. Dat heeft er toe geleid, dat Duitschland in het buitenland verwij ten zijn gedaan, die ongegrond zijn maar die ten nadeele van het Duitsche 'volk ge werkt hebben. De procufeur-generaal riep toen, onder applaus van 't publiek, met verheffing van stem uit: „Wanneer iemand in het buiten land niet tevreden is met de manier, waar op wij rechtspreken, beteekent dat heele- maal geen ramp voor Duitschland". Beklaagde Popoff: „Helmer heeft mij nooit bediend. Ik ben voor het eerst in December in het Bayernhof geweest en met Dimitroff was ik slechts in het café, n.l. op den dag van onze arrestatie". Popoff ontkent, dat hij heeft willen ont vluchten; hij wist niet dat het de poltie was, die hem zijn papieren vroeg; hij dacht dat het personeel van het café was. Van der Lubbe wordt met Helmer ge confronteerd; deze beweert met stelligheid hem te herkennen. Popoff wijst er op, dat uit de verklarin gen der Russische getuigen duidelijk blijkt dat hy onmogelijk op den aangegeven tijd met v. d. Lubbe samen geweest kan zijn. Daarna wordt de zitting verdaagd. BUITENL. BERICHTEN WALVISCHVAARDER VERGAAN. Bemanning omgekomen. Gerapporteerd wordt, dat de te Kaap stad thuisbehoorende walvischvaarder „Be- rea" in de Zuidelijke IJszee met man en muis is vergaan. (De „Berea", toebehoorende aan Irvin Johnson, werd in 1925 gebouwd en mat 175 bruto reg. ton. Deze schepen hebben in weerwil van hun kleinen omvang in den regel een vrij groote bemanning, bestaande uit ongeveer vyftig koppen, aan boord. Red.) KNUD RASMUSSEN ERNSTIG ZIEK. Voedsel-vergiftiging tijdens expeditie op Groenland. De bekende Deensche Noordpool-onder- zoeker dr. Knud Rasmussen is ernstig ziek ten gevolge van voedsel-vergiftiging, wel ke hij bij zijn jongste expeditie in Groen land heeft opgeloopen. Dr. Rasmussen, die dezer dagen uit Groenland te Kopenhagen is aangekomen, was niet in staat met iemand te spreken en moest in een ambulance-wagen van het schip naar het ziekenhuis gebracht wor den, waar hij ter behandeling is opgeno- AANVAL OP POLITIEBUREAU IN SIAM. Door Chineesche roovers. De politie van Betang in Zuid-Siam is door Chineesche roovers in het bureau aan gevallen. Gebruik makende van de onrust in het land trokken de roovers, gewapend met wapens en bommen, naar het politie bureau. Uit Singora en elders kwamen echter versterkingen aan, die de roovers verdreven. De rust is thans hersteld, doch bij het gevecht zouden vijftig Chineezcn zijn gedood. BANKSCHANDAAL TE PARIJS. De Parijsche politie heeft gisteren de eigenaars van de bekende en oude Parij sche bankiersfirma Dupont gearresteerd, terwyl de bank op bevel van de justitie haar loketten moest sluiten. Het tekort zou meer dan 10 millioen francs bedragen. De eigenaars worden er van beschuldigd, de hun toevertrouwde gelden voor eigen speculaties te hebben gebruikt. Omtrent de arrestatie van twee bankiers te Parijs kan nog het volgende worden me degedeeld: Den laatsten tijd werden bij herhaling klachten ontvangen, dat depot gevers bij de „Banque les Fils de Henri Dupont'', 3 rue Saint Georges, Parijs, niet in het bezit konden komen van gedeponeer de aandeelen en in depot gegeven gelden. De financieele sectie van het parket stel de een onderzoek in en ontdekte verschil lende onregelmatigheden. Het parket deed dientengevolge thans de bankiers Edouard Dupont en Maurice Dupont in arrest stel len. Tevens worden twee andere bestuur ders van die bank, beiden Italianen, ge zocht, die zich op het oogenblik buiten Pa rijs bevinden. De bank was in 1887 opgericht in com- mandataire vennootschap met een kapitaal van 3.5 millioen francs. In 1928 werd de maatschappij omgezet in een naamlooze vennootschap en het kapitaal op 7 millioen gebracht. Het voorloopig onderzoek heeft aan het licht gebracht, dat het passief thans 10 millioen bedraagt en van dat tekort moet ongeveer 4 millioen vallen onder de wet op verduistering en misbruik van ver trouwen. NED. OOST-INDIE Vonnis van de Zeekrijgsraad uitgesteld. De president van den Zeekrijgsraad te Soerabaja, luitenant-kolonel der mariniers C. J. O. Dorren, deelde mede, dat het von nis tegen de eerste groep muiters van de „Zeven Provinciën" nog in beraad wordt gehouden. De uitspraak, welke op Dinsdag bepaald was, is uitgesteld en definitief be paald op 14 Nov. a.s. Koopt bij hen, die in UW dagblad adverteeren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 6