AfeDT'S
WOENSDAG 8 NOVEMBER 1933
Het was Maandag de dag van het Uitbrei
dingsplan.
Wel stonden er ook nog andere punten
op de agenda, waarvan o.a. de toekenning
van een extra-subsidie aan het „Stadsver
keer" een vrij ampele bespreking uit
lokte, maar „het" plan was verreweg de
hoofdschotel.
In de zaal hingen kleurige overzichts
kaarten, welke druk werden bestudeerd,
een bezigheid, welke niet resulteerde in
een meerdere overzichtelijkheid der de
batten. Integendeel, de bespreking van het
uitbreidingsplan was uitermate verward.
Men verweet B. en W., dat zij eerst thans
deze zaak in den raad hadden gebracht,
nu de wettelijk gestelde termijn van 6
maanden na de ter visie legging op één dag
na was verstreken, en dat de leden geen
gelegenheid hadden gehad het plan vol
doende te bestudeeren, daar de toegezegde
reproductiekaarten hun niet waren toe
gezonden.
De heer Schüller wilde zelfs zoover gaan
om de behandeling eenvoudig uit te stel
len, zonder rekening te houden met de
consequentie, dat het geheele plan dan zou
komen te vervallen en de ingewikkelde
procedure weer van voren of aan zou
moeten beginnen. Hij durfde ten slotte
deze consequentie toch niet aan.
Maar met dit al wist men niet, waaraan
men toe was. Het is toch de raad, die het
plan moet goedkeuren en het recht heeft
om wijzigingen aan te brengen. Doch zoo
dra een of ander voorstel in dien geest
werd gedaan, stuitte dat onmiddellijk af op
de overweging, dat elke verandering niet
te voorziene en niet te overziene gevolgen
kon hebben en dat er geen tijd meer was
voor onderzoek, want het plan moest
dien eigen dag worden vastgesteld.
Het feit lag er nu eenmaal; er zat niets
anders op dan het plan goed te keuren en
wel ongewijzigd. Iedere discussie over de
wenschelijkheid van een verandering was
thans vrijwel nutteloos en de eenige weg,
was, na de vaststelling met part. wijzi
gingen te komen. De Woningwet, die de
gemeente de plicht oplegt een uitbreidings
plan te maken, schrijft voor, dat het plan
na 10 jaar moet worden herzien, doch
laat de mogelijkheid open het binnen dien
tijd op onderdeelen te wijzigen.
Het duurde geruimen tijd, voordat de
raad deze situatie begreep en erin toestem
de, dat de reeds geformuleerde voorstel
len om praeadvies gingen.
Het uitbreidingsplan wordt thans aan
Ged. Staten ter goedkeuring voorgelegd,
met de boodschap erbij, dat binnen enkele
maanden nog een paar nadere wijzigingen
zullen volgen, weshalve hun verzocht
wordt nog even met goedkeuring te wach
ten. Ged. Staten hebben een jaar den tijd;
daar is dus geen bezwaar tegen.
Een omstandigheid, welke de debatten
nog ingewikkelder maakte, was het feit,
dat de binnenstad niet in het uitbreidings
plan was begrepen. Dat is wettelijk geheel
in orde, want het gaat slechts om de „uit
breiding" van de bestaande stad. Doch de
uitbreiding moet zich aanpassen aan de
binnenstad en daarin waren ook doorbra
ken en nieuwe verkeerswegen geprojec
teerd, welke er evenwel nog niet zijn noch
zelfs zijn goedgekeurd. De mantel is dus
klaar, maar men weet nog niet met zeker
heid of hij wel past. Leiden heeft dus na
26 jaar weer een kersversch uitbreidings
plan, dat in details de bestemming aan
geeft van de gronden, waarop in de eerst
volgende jaren bebouwing is te verwach
ten en de bestemming der verder gelegen
terreinen in hoofdzaak regelt.
Eén ding lijkt ons echter bij dit uitbrei
dingsplan minder goed geregeld en dat is
de kwestie der schade-vergoeding. Het
spreekt toch vanzelf, dat iemand, op wiens
eigendom bijv. een straat is geprojecteerd,
beperkt wordt in de uitoefening van zyn
eigendomsrecht. Dat zal vaak niet zóó erg
zijn, wanneer de gemeente direct overgaat
tot den aanleg van die geprojecteerde
straat en dan het bedoelde stuk grond aan
koopt of onteigent. Dan wordt de grond
betaald of stijgt deze in ieder geval in waa-r
de. Maar zoolang dat niet het geval is
en de practijk leert, dat het jaren en ja
ren duren kan voordat het project werke
lijkheid wordt blijft de bedoelde eige
naar zitten met een zeer beprekt bezit, dat
hij niet gebruiken kan zooals hij wil.
En "net is juist deze schade, welker ver
goeding ons onvoldoende geregeld lijkt.
In het jubileum-boek uitgegeven ter ge
legenheid van den 75sten verjaardag van
mr. H. Vos, waarin verschillende van
die artikelen zijn behandeld, lazen wij de
zer dagen, hoe de gemeente Enschede in
haar schadevergoedingsverordening in dit
geval wel voorzien had, al was de uitwer
king daarvan hoe goed bedoeld ook
minder gelukkig.
Hoe dit ook zy er waren betrekkelijk
weinig bezwaarschriften ingediend, waar
uit de conclusie gewettigd is, dat dus blijk
baar zoo veel mogelijk met de particuliere
belangen is rekening gehouden.
Aan de besprekingen over het uitbrei
dingsplan ging een discussie vooraf over
de toekenning van een extra subsidie aan
den autobusdienst van het Stadsverkeer,
welke dienst de concurrentie van het klein-
taxi-bedrijf reeds geducht voelt. Zoo
lang dit taxi-bedrijf nog ongeregeld is, is
het inderdaad beter het bus-verkeer te
handhaven, althans voorloopig, want of
bet huidige steeds groeiende legertje van
kleine vlugge autotjes op deze wyze kan
blij ven voortrollen, is een vraag, waarop
r:iet iedereen bevestigend zal antwoorden.
Ten slotte kwam de brandstoffenver-
a«r*kking aan de werkloozen en onder
steunden van M. H. nog ter sprake, die na
eenige discussie zonder hoofdelijke stem
ming werd aangenomen.
Daar het inmiddels middernacht was ge
worden werd het laatste agenda-punt (be
antwoording van een interpellatie-v. Stra
len) uitgesteld.
Mr. H. G.
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
SIMON OVER DUITSCHLANDS
UITTREDEN.
Een ontzettend probleem.
Bij de opening van de ontwapeningsde
batten in het Britsche lagerhuis verklaar
de sir John Simon, dat de toestand op ont-
wapeningsgebied zeer ernstig is, maar dat
niettemin erbarmelijk overdreven verkla
ringen hieromtrent zijn afgelegd.
Sir John wees met nadruk erop, dat de
pogingen, welke de Britsche regeering
heeft aangewend om tot ontwapening te
komen, oprecht geweest zijn. Er is in de
procedure van het bureau der ontwape
ningsconferentie, zeide hij, niets dat de
handelwijze van Duitschland rechtvaardigt.
De besprekingen, welke hebben plaats ge
had tusschen Engeland en de andere lan
den waren geen booze samenzwering van
deze mogenüneden maar hadden plaats op
verzoek van de conferentie zelf.
Wij moeten, zoo ging sir John voort,
trachten door te dringen in den geest van
Duitschland en trachten te begrijpen,
waarom Duitschland zulke felle gevoelens
van wrok koestert. De vertraging van een
beslissing te Genéve moest Duitschland
steeas ongeduldiger maken en wij waren
zoo edelmoedig toe te geven, dat men zich
daarover niet verwonderen moest.
Hoewel het niet waar is, aat de ont
wapening van Duitschland krachtens de
vredesverdragen geschied is op voorwaar
de, dat men op een vasten datum tot een
spoedige aigemeene ontwapening zou over
gaan, biykt toch duidelijk uit de verdra
gen en uit den bekenden Drief van Clenien-
ceau, dat de in de vredesverdragen voor
ziene ontwapenmg van Duitscnland be
doeld is als de eerste stap naar aigemeene
ontwapenmg. De vredesverdragen erxen-
nen, dat de nandhavmg van den vrede een
vermindering der bewapening eischt tot
het laagste niveau dat vereenigoaar is met
de nationale veiiigneid en de toepassing
der internationale verplichtingen door een
gemeenschappelijke actie.
Engeiands voornaamste zorg is het, de
zaak oer ontwapenmg, weike Duitschland
door zijn besluit zoo zeer m de war heeft
gestuurd, voort te zetten. De voornaamste
kwestie der huidige politiek is te weten,
hoe een verzoening tot stand te brengen
tusschen den Duitscnen eisch inzaxe rechts
gelijkheid en den Eranscnen veüigheids-
wensch.
De herinnering eenerzijds aan den inval
en de daaruit voortvloeiende vrees en an
derzijds de herinnering aan de nederlaag
met het daarmede gepaard gaande gevoe
len van vernedering en wrok oaart een ont
zettend probleem, ivan men een ander zeg
gen, ging sir John voort, dat deze gevoe
lens met natuurlijk zijn en dat wij Engel-
schen ze onder dergelijke omstandigheden
niet zouden hebben.' ik zou het niet dur
ven zeggen.
Ik ben van meening, dat de kracht van
Locarno nog niet is uitgeput.
Wij verklaren ons op Des lis te wijze aan
hangers van den volkenbond als zijnde net
beste instrument, dat tot onze beschikking
staat, om den internationalen vrede te
handhaven. Wij moeten ons krachtig mo
reel gezag niet misbruiken, om een speciaal
of geheim bondgenootschap te sluiten met
of tegen onverschillig welk land, maar wij
moeten werken voor den vrede en vriend
schap tusschen allen.
Wil Duitschland terugkeeren?
De reis van minister Göring naar Rome
is natuurlijk het voorwerp van allerlei ver
onderstellingen en gissingen. Naar „United
Press" uit Rome verneemt, zou Göring
Mussolini in kennis gesteld hebben met de
voorwaarden, welke door Duitschland wor
den verbonden aan een terugkeer in den
Volkenbond en de ontwapeningsconferen
tie. Na afloop van zijn conferentie met Gö
ring heeft Mussolini zich onverwijld m
verbinding gesteld met de regeeringen te
Londen en Parijs.
DUITSCHLAND.
„GEEN FEESTEN MEER".
Order van Rudolf Hess.
Met het oog op den grooten ernst der
beslissing waarvoor het Duitsche volk op
12 November gesteld wordt, heeft de
plaatsvervanger van Adolf Hitler, Rudolf
Hess, een order uitgevaardigd, dat de ver
kiezingscampagne op waardige wijze ge
schieden moet. Het resultaat zal voor zich
zelf spreken en daarom behoort dat feit
der stembusoverwinning niet aanleiding te
worden voor feestelijkheden.
„Ik maak van deze gelegenheid gebruik",
aldus Rudolf Hess in zijn order, „om er op
te wijzen, dat de periode van feestviering
in verband met de nationaal-socialistische
revolutie en voor haar leiders, thans als
afgesloten te beschouwen is. Alle kracht
moet nu vereenigd worden op het werk
ten gunste van den nieuwen staat.
„Men behoort", aldus Hitler's plaats
vervanger verder, „rekening te houden
met het wezen van den nationaal-socia-
listischen staat, in het bijzonder in deze
periode van opbouw, zoodat alle nationaal-
socialisten, in het bijzonder alle leiders,
voortaan moeite behooren te doen om bij
hun optreden in hun levenswijze zoo een
voudig mogelijk en zoo sober mogelijk te
zijn."
De order brengt voorts vroegere orders
in herinnering, waarbij verlof gevraagd
moet worden voor openbare nationaal-so
cialistische demonstraties, feestelijkheden,
etc., en waarbij eenige soorten betoogingen
zelfs verboden zijn. De nationaal-socialis
tische leiders moeten zich Adolf Hitler ten
voorbeeld stellen.
ENGELAND
DE SCHULDENBETALING AAN
AMERIKA.
Een symbolische betaling.
In het gistermiddag weder bijeengeko
men Engelsche parlement heeft Neville
Chamberlain, de kanselier van de schat
kist, medegedeeld, dat de Britsche regee
ring aan de Vereenigde Staten 7 1/2 mil-
lioen dollar heeft aangeboden als storting
op den vervaltermijn van 15 December.
Roosevelt heeft dit aanbod aanvaard en
beschouwt de Britsche regeering niet als
in gebreke te zijn gebleven.
Chamberlain zeide verder, dat het on
gelukkigerwijze niet mogelijk was geble
ken, tot een overeenkomst te komen voor
een definitieve regeling* De Amerikaan-
sche regeering had nochtans de moeilijk
heden erkend, die op het oogenblik be
staan in verband met den onzekeren fi-
nancieelen en economischen toestand. De
Britsche regeering was bereid, de onder
handelingen over de aigemeene kwestie
elk oogenblik te hervatten, wanneer men,
na overleg met Roosevelt, van meening is,
dat dit met succes kan plaats hebben.
Volgens nader telegram zal bovenge
noemde betaling worden opgevat als een
„symbolische" betaling.
RUSLAND.
EEN WAARSCHUWING AAN JAPAN.
Molotov over den toestand.
Maandag heeft de Sovjet van Moskou
in den grooten schouwburg een plechtige
zitting gehouden ter viering van den 16en
jaardag der October-revolutie.
Molotov hield een rede, waarin hij o.m.
betoogde:
De U.S.S.R. voert een vredespolitiek,
een politiek van bevestiging der goede be
trekkingen met alle landen en van mobi
lisatie der krachten tegen den oorlog.
Evenwel hangt de verwezenlijking der
vredespolitiek niet uitsluitend van Rus
land af. Het gevaar voor oorlog en voor
aanvallen is vooral ojj> dit oogenblik zeer
groot en wy moeten in het bijzonder de
aandacht vestigen op de imperialistische
plannen tot het verbreken van den vrede.
De problemen van het Verre Oosten,
het vraagstuk der betrekkingen met Ja
pan, waren en zijn nog steeds aangelegen
heden, die speciaal de aandacht hebben
van de arbeiders in ons land, want onze
politiek ten opzichte van het Verre Oos
ten en die tegenover onze buren in dat
gebied is steeds van vreedzamen aard en
gericht op de handhaving der vreedzame
betrekkingen met deze buren .Voorbeeld
daarvan is niet alleen ons voorstel aan
Japan om een non-agressiepact te sluiten,
maar ook dat om den Chineeschen Ooster
spoorweg te verkoopen.
Wij zullen op dit oogenblik onze poli
tiek niet wijzigen, maar moeten toch reke
ning houden met de gebeurtenissen in
Mandsjoekwo, met het feit, dat met ons
gesloten verdragen zijn geschonden en
met de politiek die er op gericht is deze
verdragen te verbreken.
Wij beseffen, dat wij alle pogingen in
die richting moeten verijdelen, dat wij
verplicht zijn ten volle de belangen der
U.S.S.R. te bewaken en tot het uiterste de
grenzen der Sovjet-Unie te verdedigen.
Als men leest van de absurde plannen
van zekere leidende Japansche staatslie
den, die de annexatie der Siberische kust
provincie beoogen, wanneer de besprekin
gen van deze plannen steeds openlijker
en brutaler wordt, zijn wij verplicht op on
ze hoede te zijn.
De regeering van Mandsjoekwo is geen
serieuze partij in deze aangelegenheid. De
geheele wereld weet, dat de verantwoor
delijkheid geheel rust op Japan als de wer
kelijke heerscher in Mandsjoekwo.
Voor het oogenblik beschouwen wy het
als onze voornaamste taak alle avonturen
tegen te gaan, welke het verbreken van
den vrede beoogen, voorts het Roode Le
ger te versterken, maatregelen ter verde
diging des land te nemen, een vredespoli
tiek te voeren en de goede betrekkingen
met onze buren te versterken.
In geval van een aanval op de Sovjet-
Unie zal ons eenig doel echter zijn de
volkomen vernietiging van den tegenstan
der en de overwinning van ons Roode Le
ger.
Steeds meer bezwarende
getuigen in het Rijksdag
brandproces.
Na de pauze werd gisteren in het Rijks-
dagbrandproces de kellner Helmer ge
hoord, die o.a. verklaarde, dat hy, toen hij
in de „Nachtausgabe" de foto van v. d.
Lubbe zag, deze zijn collega's heeft ge
toond. Deze hadden echter niet beslist
Van der Lubbe op de foto herkend. Hij
zelf had gezegd: Voor mij staat het vast,
dat deze man met de buitenlanders tezamen
in het café „Bayernhof" is geweest. Deze
lieden, o.w. zich Dimitroff en Popoff be
vonden, waren my al dadelijk opgevallen.
Het trok mijn aandacht, dat juist in een
zaak als het Bayernhof, waar slechts na-
tionaal-socialisten gewoon zijn te komen,
personen waren samen gekomen, die zeer
geheimzinnig deden en die, ofschoon ze
geen Duitsch spraken, dadelijk zwegen,
wanneer een kellner passeerde. Bij mijn
verhoor heb ik gezegd, dat ik Dimitroff
en Popoff in het voorjaar van 1932 voor
het eerst bij ons heb gezien en dat zy
daarna dén geheelen zomer telkens weer
kwamen. Het was een kring van vijf of
zes personen. Taneff was er niet by; dien
heb ik voor het eerst bij zijn arrestatie in
het café gezien.
Van der Lubbe was in October 1932 voor
het laatst in het café geweest.
President: „Zagen de menschen er allen
als buitenlanders uit?"
Getuige: „Ja. Dimitroff en Popoff waren
er steeds bij; als ik v. d. Lubbe zag was
hij in gezelschap van anderen. Er werd
steeds druk gepraat en ook schriftelijke
stukken werden gewisseld".
By de confrontatie heeft getuige Helmer
v. d. Lubbe direct herkend, o.a. aan het
knippen van zijn oogen.
President: „U hebt op den dag na den
brand het portret van v. d. Lubbe gezien,
echter hebt u eerst op 7 Maart uw aan
klacht ingediend".
Getuige: „Mijn vrouw zeide mij, dat ik
mij misschien kon vergissen en mij er niet
mee bemoeien moest".
President: „Wanneer er dus een vertra
ging in uw aangifte is geweest
Getuige: „Dan is dat de schuld van mijn
vrouw".
Getuige deelt mee, dat hy een gast in
het café, majoor Schroder, over die per
sonen verteld heeft. Hij heeft ze den ma
joor ook aangewezen en Schroder had
hem gezegd, dat hij probeeren moest iets
te weten te komen.
President: Majoor SSchröder heeft ech
ter in de instructie gezegd, dat hij daar
van niets wist.
De president wijst getuige erop dat vol
gens mededeelingen van de Nederlandsche
autoriteiten v. d. Lubbe een gedeelte van
de door getuige opgegeven tijden in Ne
derland in een ziekenhuis heeft gelegen
en in de gevangenis heeft gezeten.
Getuige blijft by zijn verklaringen.
Desgevraagd door het O. M. verklaart
getuige, dat tijdens zijn gesprek met ma-
JAPAN
BETERE BETREKKINGEN MET CHINA.
De „Times" verneemt uit Peking: Als
een nieuw symptoom van de gestadige
verbetering der Chineesch-Japansche be
trekkingen wordt het feit beschouwd, dat
generaal Okamoera, de sous-chef van den
generalen staf van het Japansche Kwan-
toeng-leger, te Peking is aangekomen om
een bezoek te brengen aan de Chineesche
autoriteiten.
De onderhandelingen over een hervat
ting van den doorgaanden spoorwegdienst
tusschen China en Mandsjoerije vorderen
goed; de voorstellen, die gedaan zijn, om
vatten o.a. de vorming van een Chi
neesch-Japansche maatschappij voor het
onderhouden van bedoelden dienst.
joor Schroder ook overste Hierl aan diens
tafel had gezeten. Hij kon zich daarin niet
vergissen.
De verdediger der Bulgaren, dr. Tei
chert, wijst op het gewicht van de verkla
ringen van getuige Helmer en vraagt hem:
„U hebt gezegd, dat u de drie Bulgaren
het laatst gezien hebt op den dag van den
brand; ook Dimitroff. Blijft u daarbij, ook
wanneer u thans uit de processtukken hoort
dat Dimitroff op dien dag niet in Berlijn
is geweest?"
Getuige: „Ja, ik blyf daarbij".
Dr. Teichert: ,,U hebt uw aangifte eerst
op 7 Maart gedaan. Ik vraag u thans, was
u toen bekend dat de politie op 3 Maart
een belooning van 20.000 M. had uitge
loofd voor het aanwijzen van de daders?"
Getuige: „Ik had besloten mijn aangifte
te doen, zonder dat ik iets van die beloo
ning wist".
Dr. Teichert wijst er dan op, dat, wan
neer de verklaringen van getuige Orga-
nista waar zijn, v. d. Lube in October in
Zuid-Duitschland was. Van der Lubbe
moet zich wel heel snel verplaatst heb
ben, wil hij op al die plaatsen geweest
zijn, waar hij is gezien.
Het kwam daarna tot een heftige bot
sing tusschen het O. M. en den verdediger
van de Bulgaren, dr. Teichert.
De verdediger maakte den kellner Hel
mer een opmerking, waarbij hij o.a. ver
klaarde, dat de getuigenis over van der
Lubbe geheel onwaarschijnlijk was. Hij
betreurde dat door dezen getuige, die
zich zoo volkomen vergist, de rechter van
instructie zich in een richting heeft laten
leiden, welke voor het Duitsche volk zeer
noodlottig was.
Het O. M. vroeg den verdediger hoe hij
tot zulk een opvatting kwam. Hy ont
kende, dat een en ander noodlottig voor
Duitschland was geweest.
Dr. Teichert antwoordde, dat door deze
getuigenis de rechter van instructie er toe
gekomen was om de Bulgaren te arres
teeren en het onderzoek in de bekende
richting te leiden. Dat heeft er toe geleid,
dat Duitschland in het buitenland verwij
ten zijn gedaan, die ongegrond zijn maar
die ten nadeele van het Duitsche 'volk ge
werkt hebben.
De procufeur-generaal riep toen, onder
applaus van 't publiek, met verheffing van
stem uit: „Wanneer iemand in het buiten
land niet tevreden is met de manier, waar
op wij rechtspreken, beteekent dat heele-
maal geen ramp voor Duitschland".
Beklaagde Popoff: „Helmer heeft mij
nooit bediend. Ik ben voor het eerst in
December in het Bayernhof geweest en
met Dimitroff was ik slechts in het café,
n.l. op den dag van onze arrestatie".
Popoff ontkent, dat hij heeft willen ont
vluchten; hij wist niet dat het de poltie
was, die hem zijn papieren vroeg; hij
dacht dat het personeel van het café was.
Van der Lubbe wordt met Helmer ge
confronteerd; deze beweert met stelligheid
hem te herkennen.
Popoff wijst er op, dat uit de verklarin
gen der Russische getuigen duidelijk blijkt
dat hy onmogelijk op den aangegeven tijd
met v. d. Lubbe samen geweest kan zijn.
Daarna wordt de zitting verdaagd.
BUITENL. BERICHTEN
WALVISCHVAARDER VERGAAN.
Bemanning omgekomen.
Gerapporteerd wordt, dat de te Kaap
stad thuisbehoorende walvischvaarder „Be-
rea" in de Zuidelijke IJszee met man en
muis is vergaan.
(De „Berea", toebehoorende aan Irvin
Johnson, werd in 1925 gebouwd en mat
175 bruto reg. ton. Deze schepen hebben in
weerwil van hun kleinen omvang in den
regel een vrij groote bemanning, bestaande
uit ongeveer vyftig koppen, aan boord.
Red.)
KNUD RASMUSSEN ERNSTIG ZIEK.
Voedsel-vergiftiging tijdens expeditie op
Groenland.
De bekende Deensche Noordpool-onder-
zoeker dr. Knud Rasmussen is ernstig ziek
ten gevolge van voedsel-vergiftiging, wel
ke hij bij zijn jongste expeditie in Groen
land heeft opgeloopen.
Dr. Rasmussen, die dezer dagen uit
Groenland te Kopenhagen is aangekomen,
was niet in staat met iemand te spreken
en moest in een ambulance-wagen van het
schip naar het ziekenhuis gebracht wor
den, waar hij ter behandeling is opgeno-
AANVAL OP POLITIEBUREAU IN SIAM.
Door Chineesche roovers.
De politie van Betang in Zuid-Siam is
door Chineesche roovers in het bureau aan
gevallen. Gebruik makende van de onrust
in het land trokken de roovers, gewapend
met wapens en bommen, naar het politie
bureau. Uit Singora en elders kwamen
echter versterkingen aan, die de roovers
verdreven. De rust is thans hersteld, doch
bij het gevecht zouden vijftig Chineezcn
zijn gedood.
BANKSCHANDAAL TE PARIJS.
De Parijsche politie heeft gisteren de
eigenaars van de bekende en oude Parij
sche bankiersfirma Dupont gearresteerd,
terwyl de bank op bevel van de justitie
haar loketten moest sluiten.
Het tekort zou meer dan 10 millioen
francs bedragen. De eigenaars worden er
van beschuldigd, de hun toevertrouwde
gelden voor eigen speculaties te hebben
gebruikt.
Omtrent de arrestatie van twee bankiers
te Parijs kan nog het volgende worden me
degedeeld: Den laatsten tijd werden bij
herhaling klachten ontvangen, dat depot
gevers bij de „Banque les Fils de Henri
Dupont'', 3 rue Saint Georges, Parijs, niet
in het bezit konden komen van gedeponeer
de aandeelen en in depot gegeven gelden.
De financieele sectie van het parket stel
de een onderzoek in en ontdekte verschil
lende onregelmatigheden. Het parket deed
dientengevolge thans de bankiers Edouard
Dupont en Maurice Dupont in arrest stel
len. Tevens worden twee andere bestuur
ders van die bank, beiden Italianen, ge
zocht, die zich op het oogenblik buiten Pa
rijs bevinden.
De bank was in 1887 opgericht in com-
mandataire vennootschap met een kapitaal
van 3.5 millioen francs. In 1928 werd de
maatschappij omgezet in een naamlooze
vennootschap en het kapitaal op 7 millioen
gebracht. Het voorloopig onderzoek heeft
aan het licht gebracht, dat het passief thans
10 millioen bedraagt en van dat tekort
moet ongeveer 4 millioen vallen onder de
wet op verduistering en misbruik van ver
trouwen.
NED. OOST-INDIE
Vonnis van de Zeekrijgsraad uitgesteld.
De president van den Zeekrijgsraad te
Soerabaja, luitenant-kolonel der mariniers
C. J. O. Dorren, deelde mede, dat het von
nis tegen de eerste groep muiters van de
„Zeven Provinciën" nog in beraad wordt
gehouden. De uitspraak, welke op Dinsdag
bepaald was, is uitgesteld en definitief be
paald op 14 Nov. a.s.
Koopt bij hen,
die in UW dagblad
adverteeren