25ste Jaargang
No. 7655
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
DE STAATSBEGROOTING IN DE
TWEEDE KAMER
WOENSDAG 8 NOVEMBER 1933
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij voormtbetaHng:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Etf onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
regel
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten noogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur «q
verhuur, koop en verkoop: 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE
BLADEN.
V Een rede van prof. Aalberse
Prof. mr. Aalberse heeft in de rede, gis
teren in de Tweede Kamer gehouden bij
de Algemeene Beschouwingen over de
Staatsbegrooting, een pleidooi gevoerd voor
wat men kan noemen: een Corporatieve
Maatschappij, een Sociale Kamer, publiek
rechtelijke ordening van Beroepsstanden;
voor herstel der maatschappelijke orde
ning!
Eerlijk gezegd wij hadden dit betoog
verwacht.
En het zou ons erg zijn tegengevallen,
indien het niet was gehouden.
Wat ons bijzonder verheugt, is, dat de
heer Aalberse duidelijk heeft te kennen
gegeven, dat in deze en andere zaken, die
kunnen worden beschouwd niet als mode-
dingen maar als eischen des tijds, initia
tief-voorstellen van de Katholiexe
Kamerfractie kunnen worden verwacht,
indien de regeering nalatig blijft.
Hoe vanzelf sprekend het ook o.L is, dat
de heer Aalberse zóó en niet anders heeft
gesproken de Kameroverzichtschrijver
van de „Nieuwe Rott. Crt." is er van ont
hutst en acht het zelfs.... „op de grens
van het onbehoorlijke"! Wij knippen het
volgende uit het overzicht:
Wat wij echter op den grens van het
onbehoorlijke achten is de wijze,
waarop de katholieke fractie uit den
nood der tijden profijt tracht te trek
ken ter meerdere glorie van eigen po
litieke, oeconomische en sociale ideo
logie. Een wereldoorlog en een we
reldcrisis zonder weerga hebben over
de geheele wereld onheil gesticht, naar
verhouding hier te lande zeker niet
meer dan elders; niettemin speurt de
roomsche Kamerclub daarin plotseling
een gretig aanvaard bewijs der onhoud
baarheid van het „individualisme", een
krachtig argument voor het katholieke
stelsel der publiekrechtelijke ordening
van de beroepsstanden. Meer dan der
tig jaren geleden heeft de heer Aal
berse onder den invloed van bin-
tenlandsche geestverwanten dit stel
sel in zijn studeerkamer uitgebroed;
nu krijgt hij eensklaps den geest en
legt hij, om de memorie van antwoord
aan te halen, een „plotseling naar vo
ren komende belangstelling voor in-
gijpende wijziging onzer staatsinstel
lingen" aan den dag. Nu is men op de
katholieke banken niet meer tevreden
met een bedrijfsradenwet, nu wil men
onze constitutie zelf in dien geest her
zien. Daarbij acht de heer Aalberse het
zelfs oirbaaf, dezelfde termen te be
zigen als de fascisten, wier staatsleer,
dictatoriale verlangens en minachting
voor de persoonlijke vrijheid hij noch
tans verfoeit.
Is ook verschrikkelijk, dat de Katho-
lieekn beweren, dat.... de huidige maat-
schappelijken regeling, het „individualisme"
onhoudbaar is! Hoe komen ze er toe, ter
wijl toch alles zoo goed gaat, zoo bevre
digend verloopt!....
Tegenover het door conservatisme ver
blind oordeel van de „N. R. Crt." plaatsen
wij deze meening van den overzichtschrij
ver van het „Handelsblad": „Prof. Aalberse
toont in een interessante, doorwrochte re
de beheerschte rust en wijze gematigd
heid".
De S.D.A.P., geweld en gezag
In het rapport van de „Herzieningscom
missie" der S. D. A. P. wordt nog eens na
drukkelijk verklaard, dat de partij is te
gen het gebruik maken van geweld om
haar doel te bereiken:
Vooral in den tegenwoordigen tijd,
met zijn groote emoties van twijfel en
wanhoop, heeft de Partij zich te kee-
ren tegen de invloeden die de arbei
dersbeweging zouden willen brengen
op den weg van het geweld.
Het verslag verwerpt den overgang
naar gewelddadige tactiek, behalve
om principieele redenen ook om rede
nen van doelmatigheid.
Een poging tot gewelddadige actie
TEGEN DE EXCESSEN VAN
STRAND- EN BADLEVEN.
EEN WAARSCHUWING OM DE
ZEDELIJKE GOEDEREN NIET
TE VERWAARLOOZEN.
Circulaire van de regeering aan de
gemeentebesturen.
De minister van binnenl. zaken heeft de
volgende circulaire gericht aan de gemeen
te besturen:
In den afgeloopen zomer hebben zich op
vele plaatsen excessen geopenbaard in het
strand- en badleven en bij de beoefening
van de watersport. Deze excessen bestaan
voornamelijk hierin, dat personen zich in
het openbaar vertoonden in een kleedij,
welke den toets eener zelfs zeer gematigde
critiek op het punt van welvoegelijkheid
niet kon doorstaan. Zulks schept het ge
vaar, dat de grondslagen woraen gelegd
voor een steeds meer om zich heen grij
pende zedenverwildering. In het algemeen
belang is daartegen onvoldoende opgetre
den. In verschillende gemeenten werd aan
Je bestaande voorschriften op grona waar
van onwelvoegelijke kleeding kan worden
geweerd, niet of niet voldoende de hand
gehouden, in andere gemeenten werd ver
zuimd zoodanige maatregelen te nemen.
De regeering ziet met zorg deze, hoe
zeer wellicht aan mode onderhevige en dus
tijdelijke ontwikkeling tegemoet en meent
niet te mogen nalaten ernstig te wijzen op
de gevaren, niet het minst voor de op
groeiende jeugd, verbonden aan een vrij
heid van opvattingen omtrent betamelijk
heid van in het openbaar te dragen klee
ding, die op zichzelf reeds als een exces
moet worden beschouwd dan wel recht
streeks aanleiding geeft tot excessen. Ge
zorgd dient te worden, dat de jeugd, waar
in krachtige opbouwende elementen en
ideëele stroomingen werken, de maat
schappij kenmerken van beheersching en
zedelijke orde aantreft. Zij is van oordeel,
dat hier allereerst een taak te vervullen is
voor de plaatselijke overheidsorganen, aan
wie het stellen en handhaven van regelen
betreffende de openbare orde en zedlijk-
hid is opgedragen. Deze toch zijn het best
in staat, zoodanige regelen te doen aanpas
sen aan de plaatselijke omstandigheden. De
regeering vertrouwt, dat uw bestuur reeds
thans, nu de gelegenheid tot het treffen
van de noodige maatregelen nog ruim
schoots bestaat, zijn bijzondere aandacht
aan dit onderwerp zal wijden en het noo
dige verrichten, opdat niet alleen de moge
lijkheid tot het tegengaan van excessen
worde geschapen (strafverordeningen, con
cessies enz.) maar ook van de reeds be
staande mogelijkheid daartoe meer dan tot
dusver een daadwerkelijk gebruik zal wor
den gemaakt. In dit verband moge ik nog
afzonderlijk gewag maken van een in den
laatsten tijd toenemend verschijnsel, de
oprichting van z.g. natuurbaden, waarbij
veelal de geldelijke voordeelen, voor een
gemeente aan die oprichting verbonden,
een niet onbelangrijken invloed op de be
slissing uitoefenen. Ook te dezer zake mo
ge hier een waarschuwend woord zijn
plaats vinden en een aanmaning om de ze
delijke goederen, welke hier op het spel
staan, niet te verwaarloozen.
EEN REDE VAN PROF. Mr. AALBERSE
zou slechts leiden tot een verplette
rende nederlaag, „ten gevolge waar
van niet alleen de organisaties der ar
beidersklasse, maar ook haar rechten
en vrijheden en zelfs haa.r moed en
vertrouwen voor langen tijd verloren
zouden gaan."
Waar de zaken zoo staan is een zoo
genaamde revolutionaire propaganda,
die de verwachtingen van een geweld
dadige omwenteling wil wekken, een
gevaarlijk spel met levens en belan
gen. Zoodanige propaganda is ook niet
bevorderlijk voor den groei der partij.
Zij jaagt duizenden in de armen der
tegenstanders en zij doet de Partij
slinken tot een machtelooze secte. Zij
bevordert slechts de kansen van het
fascisme.
En verder lezen we:
In een democratischen staat moet
het gezag worden erkend en gehoor
zaamd, ook door de tegenstanders van
de partijen, die het gezag uitoefenen.
Ook weer alles heel mooi..., als nu
maar in de practyk tegen alle re
volutionaire propaganda wordt stelling ge
nomen en het gezag wordt erkend en ge
hoorzaamd!
Het rapport had goed èn n o o d i g
werk gedaan, als het gewezen had op te
genstellingen in practijken van de S. D.
A. P. met de hier geschetste theorie!
DEN HAAG, 7 November.
Na eenigen tijd achter de schermen te
hebben gewerkt, kwam de Tweede Kamer
heden wederom in openbare vergadering
bijeen. Eenige maanden van ingespannen
I arbeid wachten ons. Het groote begroo-
tingsdrama zal moeten worden opgevoerd
en het scherm zal voor Kerstmis moeten
zakken. De ervaring heeft het geleerd:
dat gaat niet zonder een lange reeks
avond- en nachtzittingen. Het meest inte
ressante deel van het drama is wel het
voorspel, dat de naam draagt van Alge
meene Beschouwingen. Deze vormen ieder
jaar opnieuw het hoogtepunt van de poli
tieke begrootingsberg. De verschillende
fractieleiders ontwikkeien bij die gelegen
heid hun denkbeelden over het gevoelde
regeeringsbeieid en geven aan, hoe dat
beleid m het komende jaar zal moeten
zijn. De Algemeene Beschouwingen vor
men het terrein van de „groote politiek".
Dan wordt er niet gepraat over de voor-
en nadeelen van het graven van een ka
naal of het aanleggen van een weg, maar
komen de groote beginselen en geestes-
stroomingen naar voren. Dan komt tot
uiting, wat er in het volk leeft. Dan wor
den groote lijnen getrókken en richtingen
bepaald. Het politieke detailwerk blijft
even rusten en de blik van den staatsman
rust over de dingen van den dag heen naar
wijdere horizonten.
De belangstelling voor deze Algemeene
Beschouwingen v.;a-s vooral dit jaar ten
zeerste gespannen. Het interessante Voor-
loopig Verslag over Hoofdstuk I der Rjjks-
begrooting had reeds voldoende duidelijk
gemaakt, dat de groote vraagstukken, die
breede leringen van het volk beroeren, hun
weerslag hadden gevonden bij onze volks
vertegenwoordiging.
Behalve een groote interesse voor econo
mische en fmancieele vraagstukken, stond
een wijziging en hervorming van onze
staatkundige instellingen in het midden
punt der belangstelling. Men behoeft nog
geen fascist te zijn om te erxennen, dat er
op het staatkundige erf wel het een en
ander te verbeteren valt. Men behoeft
geen vijand te zijn van een gezonde de
mocratie, indien men de uitwassen der
vrijheid wil uitsnijden en een sterk gezag
wenscht te handhaven. Van katholieke zij
de vooral wilde men de instelling van een
Staatscommissie, die evenals in 1848
moest onderzoeken, welke wijzigingen m
onze staatsinrichting bahooren te worden
aangebracht om deze aan te passen aan de
eischen van dan nieuwen tijd. Naast de or
dening van het sociaal-economisch leven
door middel van de bedrijfsorganisatie,
een verstandige hervorming onzer staats
instellingen.
De Regeering stond blijkens de Memorie
van Antwoord tegenover dit laatste voors
hands afwijzend; wel wilde zij de ontwik
keling van het sociaal-economische leven
stuwen langs de banen der bedrijfsorgani
satie, maar voor de instelling van een
Staatscommissie in den boven aangegeven
zin voelde zij voorloopig althans niets.
Hoe het ook zij, de vraagstukken van
den dag waren ingrijpend en veelomvat
tend genoeg om een gedachten wisseling in
grooten stijl mogelijk te maken. Bij zulke
gelegenheden betreurt men het, dat het
parlement van heden zoo weinig kopstuk
ken telt, mannen van het kaliber van
Schaepman, Lobman, Kuyper, Nolens e.a.
Dit gemis komt nu vooral te meer uit,
daar mannen als Marcliant en Colyn achter
de regeeringstafel hebben plaats genomen.
Met alle respect voor de heer en Joekes en
Schouten, maar zij kunnen hun vroegere
fractieleiders niet doen vergeten!
Het parlementaire steekspel werd he
denmiddag geopend door den katholieken
fractieleider prof. Aalberse en laten
wij maar direct zeggen, dat zijn rede het
hoogtepunt van het debat vormde. De heer
Al bar da (S.DAP.), die vlak na hem
het woord voerde, stak daarbij zeer on
gunstig af. Het was opvallend, de berusten-,
de toon en het gebrek aan inhoud van den
leider der socialisten te beluisteren.
Zoo als te verwachten was, werd een
belangrijk gedeelte van de rede van den
heer Aalberse gewijd aan staatkundige
vraagstukken. Dit punt voornamelijk was
het ook, waarop de katholieke fractie met
de regeering van meening verschilde. De
afwijzende houding door de regeering in
de memorie van antwoord tegenover het
denkbeeld der instelling van een staats
commissie, noemde de heer Aalberse uit
drukkelijk teleurstellend. De katholieke
leider toonde een breede blik, toen hij op
merkte, dat de strijd op het moment gaat
tusschen de oude vormen en de nieuwe
geest. Op professorale wijze trok hij een
parallel tusschen onzen tijd en den tijd
rondom het jaar 1848. Thans evenals toen
een felle reactie tegen het individualisme
op ieder terrein, een reactie, die zich o.a.
uit in een onmatige critiek op het parle
mentaire stelsel. Alle revolutionaire actie
moet worden onderdrukt. „Wij behoeven
niet zoetsappig te zijn tegenover hen, die ons
morgen in concentratiekampen zouden slui
ten!" Wij mogen niet blind zijn voor de
waarheid. Ook in 1848 had men te maken
met vaagheden, maar toch hebben deze
geleid tot de ingrijpende grondwetsherzie
ning van 1848. Wij zijn op weg naar het
herstel der maatschappelijke ordening, die
zich uit in een sterke herleving van de so-
lidariteitsgedachte. Deze werkt ook door op
staatkundig terrein. Merkwaardig was de
uiting van den heer Aalberse, dat van
1848 de staatsregeling niet meer van on
zen tijd is. Hij verklaarde afdoende ver
betering van de werkwijze der Kamer niet
mogelijk te achten zonder grondwetsherzie
ning. Hoewel hij van een dergelijke ver
betering voorstander is, waarschuwde hij
terecht voor overdrijving. Hij wees er den
jeugdigen Kamerleden op, dat de klachten
over de werkwijze en het gehalte van het
parlement altijd aan de orde van den dag
zijn geweest. De beroemde staatsrechtge
leerde prof. Buys klaagde in 1881 reeds in
„De Gids" over het gehalte van het par
lement. Volgens prof. Aalberse moet men
de zaak zoo beschouwen, dat wij pijnlijk
missen enkele zeer prominente figuren
van vroeger, maar dat het gemiddelde peil
sterk is gestegen.
Wat de andere punten uit de Memorie
van Antwoord betreft, kan de katholieke
fractie gaarne met de Regeering meegaan,
zooals gezagshandhaving, bestrijding ze
denverwildering, middenstandspolitiek en
handelspolitiek.
Aan het slot van zijn door de Kamer
met groote aandacht beluisterde rede be
val de heer Aalberse speciaal twee punten
aan de Regeer ing aan: het herstel van de
maatschappelijke ordening volgens de
richtlijnen van de encycliek Quadragesi-
mo Anno en de steunverleening aan de
groote gezinnen. Dit. zijn inderdaad de
heilige huisjes van de katholieke princi
pieele politiek en zij verdienen deze positie
ten volle. Van belang was ook zijn vraag
aan de Regeering of het niet mogelijk was
speciale werkverschaffing in het leven te
roepen voor jeugdige werkloozen. En zeer
benieuwd zijn wy naar het antwoord van
de Regeering op de vraag van den heer
Aalberse, welke de oorzaken zijn van het
verschil in houding der Regeering tegen
over de N.S.B. en de overige fascistische
organisaties, waardoor den heer Mussert
een prachtig reclame-object in handen is
gespeeld. Dit punt werd ook uitvoerig ter
sprake gebracht door den heer A1 b a r d a,
in welk verband hij de Regeering eveneens
aan de tand voelde over het demonstratie-
verbod aan ambtenaren. Zijn interpellatie
over dit onderwerp had hij aan het begin
der vergadering ingetrokken. Over de ge
beurtenissen rondom de „Zeven Provin
ciën" merkte de heer Albarda op, dat het
bewezen is, dat de S.D.A.P. daarvoor geen
enkele verantwoordelijkheid draagt. Men
beroept zich daarbij op een uitlating van
den heer Cramer, maar deze heer zou zijn
toen gesproken woord hebben teruggeno
men, indien hij niet zoo fel was aangeval
len, waardoor terugtrekken onmogelijk
werd. Voor een gedeelte van de werkloos
heidsvoorziening, voorzoover die van tijdc-
lijken aard is, zou de SJD.A.P. willen lee-
nen. Hy drong verder aan op socialisatie
van de circulatiebank, op invoering van de
40-urige werkweek en de vestiging van
een industriebank.
Van de kleine fracties voerden heden
middag het woord de heeren Wester- 1
man (Verbond Nat. Herst.), van Hou
ten (Chr. Dem.), Ling beek (H.G.S.P.)
Sneevliet (Rev. Soc.).
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Een onwaarschijnlijke getuigenis in het
Rijksdagbrandproces. (2e en le blad).
Wil Duitschland naar Genève terugkee-
ren? Göring zou de voorwaarden aan Mus
solini hebben medegedeeld. (2e blad).
Engeland betaalt Amerika „symbolisch".
(2e blad).
Lindbergh wegens mist teruggekeerd.
(Luchtv. 2e blad).
BINNENLAND.
Een circulaire van den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken aan de gemeentebestu
ren inzake de excessen in het badleven en
bij de beoefening der watersport, (le blad).
De Tweede Kamer maakte een aanvang
met de algemeene beschouwingen over de
begrooiing: redevoeringen van de heeren
Aalberse en Albarda. (le blad).
Minister Verschuur spreekt voor de radio
over: „Ons volk in crisis", (le blad).
De minister van Economische Zaken
heeft vastgesteld een Crisis-Arbritage-
reglement. (le blad).
Twee arbeiders te Bunnik gedood onder
vallende stapel hout. (Gem. Ber. 3de blad).
Doodclijk auto-ongeluk te Eindhoven.
(Laatste Ber.).
KERKNIEUWS
DEKEN VAN ELMPT t
In den ouderdom van 83 jaar is te Zut-
phen overleden de Deken van Zutphen,
pastoor Ch. M. van Elmpt, die sedert 1905
te Zutphen het pastoraat vervulde.
HET VREESELIJK ONGELUK TE
BUNNTK.
Omtrent het ernstig ongeluk, dat gister
middag plaats had op het terrein van de
N.V. Houthandel v.h. A. v. Dam te Bunnik
vernemen wij nader: Vier arbeiders waren
bezig met het lossen van een wagen tim
merhout, welk hout, zooals gewoonlijk,
werd opgestapeld. Twee der arbeiders
stonden op den eenige meters hoogen sta
pel, twee andere werklieden bevonden
zich tusschen den stapel en den wagen.
Op een moment, dat een der in de hoogte
staande arbeiders naar beneden was ge
klauterd, had een vreeselijk ongeval plaats.
De stapel hout sloeg plotseling om. Dc ar
beider, die zich nog op den stapel bevond,
een zekere van Doorn, viel gedeeltelijk
met den stapel mee, doch kon onderweg
op een anderen stapel springen. Hieraan
heeft hij zijn leven te danken.
De stapel hout kwam terecht op de twee
op den grond staanden arbeiders, den 43-
jarigen C. de Kruiff uit Langbroek en
den 31-jarigen P. Pauw uit Utrecht.
Onmiddellijk werd met man en macht
de stapel hout opgeruimd om de slacht
offers te bevrijden. Toen men hen te voor
schijn had gebracht, bleken beiden te zijn
overleden. Dr. J. F. G. Brevée, die intus-
schen was gearriveerd, constateerde, dat
de beide arbeiders op slag gedood waren.
De Kruiff laat een vrouw met twee kin
deren achter.
Omtrent de oorzaak van het ongeval
tast men in het duister. De arbeiders wa
ren zeer bekwaam in het stapelen van
hout, dat zij reeds langen tijd deden.
Hedenmorgen heeft de Arbeidsinspectie
uit Utrecht een onderzoek ingesteld. De
lijken van de beide slachtoffers zijn voor
loopig op last van de politie in Bunnik ge
bleven, doch zullen na het onderzoek der
Arbeidsinspectie worden vrijgegeven.