flegenmaiiteis.
AAN ONZE ABONNÉ'S
T'NSDG 31 OCTOBER 1933
DE LE1DSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 15
Onze publieke spreektribune over de Stadhuisplannen
HET LEIDSE STADHUIS.
(Vereenvoudigde spelling).
Het is te wijten aan mijn verblijf op het
platteland gedurende deze zomer, dat ik
tot heden geheel onkundig ben gebleven
van de strijd, die gewekt is door de beoor
deling van de plannen der architecten
Blaauw B.N.A. en Kropholler.
Toen ik onlangs evenwel de tentoon
stelling bezocht en aldaar het rapport van
de R.A.C. las, was ik eerst verbaasd, daar
na diep verontwaardigd. Zonder zelfs te
weten, uit welke leden de R.A.C. is samen
gesteld, kreeg ik toch direkt de indruk van
een dikwels onverbloemde partijdigheid
vóór het plan Blaauw en tégen plan Kr
Niet dat de kennismaking van de namen
der heren van de R.A.C. enige opheldering
bracht. Ik zou zeggen, integendeel. Maar
waar ligt de oorzaak dan? Hierover zullen
de notulen der R.A.C. vergaderingen mis
schien licht kunnen verschaffen. Zijn deze
notulen de Raadsleden reeds ter inzage ge
geven?
Intussen las ik later de beschouwingen
en artikelen van de heren Corn. Veth en
mr. Veltkamp en kan niet anders dan mijn
warme sympathie betuigen voor de wijze,
waarop deze direkt in de bres zijn ge
sprongen voor het plan Kropholler. Tevens
zijn deze pleidoien zo gedetailleerd en zo
raak geargumenteerd, dat het moeilik
schijnt, hieraan nog iets toe te voegen.
Evenwel, met het besef, dat niets mag wor
den te gering geacht en geen poging on
gedaan mag blijven als deze meewerkt om
het plan Kropholler te doen verkiezen bo
ven het geadviseerde plan Blaauw, zou ik
gaarne hier en daar nog een enkele aan
vulling willen geven.
Ik moet dan weer terugkomen op de be
oordeeling van het plan Blaauw door de
R.A.C. Wij moeten toch wel, hoe onbe
vooroordeeld we er ook tegenover staan,
direkt een verzet voelen rijzen wanneer
we hier niet alleen de kwaliteiten breed
uitgemeten zien maar vooral de bezwaren
(fouten) óf met een ongemotiveerd vrien-
delike toegeeflikheid zien behandelen óf
zelfs totaal negeren. En dit in pijnlike te
genstelling met de houding tegenover het
plan Kr. aangenomen, die eerder van te
genzin en zelfs van vooringenomenheid
getuigt.
Ik wilde nu even de aandacht vragen
voor een speciaal onderdeel, hoewel een
der hoofdzaken, alwaar de kommissie een
scherpe lijn trekt tussen de beide hoofd
inzenders.
Het betreft hier n.l. de plattegronden.
Betreffende het ontwerp BI. zegt de kom
missie:
„Het ontwerp onderscheidt zich door
overzichtelike en duidelike plattegronden,
gebaseerd op twee hoofdassen. Dit duidelik
sprekende assenstelsel is van grote beteke
nis voor de geslaagdheid van het gehele
plan".
De beoordeling van Kr. is als volgt:
„Bij de beschouwing derplattegronden
en doorsneden treft een willekeurig lijken
de onregelmatigheid, die tengevolge heeft,
dat de indeling van het gebouw niet over-
zichtelik is. Mogen de gewenste buro's al
zijn ondergebracht, dan is dat toch niet zo
geschied, dat dit voor de dienst gemakke-
lik en voor het publiek prakties is".
Dit, altans schijnbaar, niet zo gewichtige
onderdeel raakt toch aan de diepste bedoe
lingen der respektievelike bouwmeesters,
hetwelk ik in het volgende hoop aan te
tonen.
Wij merken inderdaad direkt op, dat de
plattegronden van het ontwerp B. een rus
tiger, en zo men wil, overzichteliker indruk
maken, dan die van ontwerp K. Dit nu is
opzichzelf nog absoluut geen deugd, slechts
wanneer daarin tegelijk de oplossing voor
de gevraagde ruimten aan hoge eisen op
prakties zowel als op esteties gebied vol
doet, kan een dergelik uitgangspunt ais
een goede vondst worden beschouwd. Hoe
staat het nu daarmee in de beide ontwer
pen?
In dé voornaamste plaats vestigt de R.A.
C. de aandacht op het assenstelsel. Waarom
in dit raadhuis de aanwezigheid van deze
assen plotseling zo overwegend belangrijk
blijkt, is enigszins duister. Noch in het toch
goedgevonden ontwerp van Dudok, noch
elders is ooit de aanwezigheid van assen op
zich zelf ooit een deugd gebleken.
De monumentaliteit, die een gevolg zou
zijn van de stijve rechthoekigheid van plat
tegrond, is zeer dubieus. (Een gevangenis
of fabriek zou dus alleen gegrond op deze
stijfheid ook monumentaal moeten zijn)
Als tegenstelling vergelijke men het zo mo
derne en monumentale stadhuis van
Stockholm, waar juist daarom de rechte
hoeken met opzet zijn vermeden, hoewel
dit stadhuis geheel vrij ligt en men dus
de ruimte had ook om vierkant te bou
wen. Integendeel komt het mij voor, dat
dit hooggeroemd assenstelsel, deze vier
kante bouw, de oorzaak is van de fouten,
die door de kommissie zelve (hoewel
schoorvoetend) worden erkend. In de eer
ste plaats denk ik aan de z.g. monumen
tale gangen zelf, die zoals reeds aangetoond
werd, stellig geheel onvoldoende verlicht
zijn en daardoor waarschijnlik meer van
tunnels dan van gangen zullen hebben. Dan
de plaatsing van de secretarie, n.l. gelegen
aan de donkere binnenplaats. Dat komt er
volgens de R.A.C. met zo erg op aan, maar
daar zou in de toekomst door de stedelike
overheid wel eens anders over geoordeeld
kunnen worden.
Als we hu beschouwen de gelijkvloers
gelegen kamer van de ontvanger, die bij
een diepte van 11 M. zijn licnt ontvangt
van 3.20 M. hoogte (vandaar die onmogelnte
ramen, toch een machieloze poging om een
fout goed te maken, die het gehele muur
vlak opslorpen en de gevel met de daar
boven gelegen ramen van de raadzaal tot
een onaanvaardbaar en stotend geheel ma
ken), komen we ten slotte, bij het ontdek
ken van een raadzaal, waarvan de plaat
sing absoluut tegen alle gezonde en door
ervaring getoetste opvatting indruist, tot
de zekerheid, dat de architect hier de slaaf
was van zijn plattegrond, en zich slechts
wanhopig heeft moeten schikken in diens
tyrannie. En dan nog de onbegrijpelik
slechte en zelfs uiterst hinderlike verlich
ting, die evenwel ook door de R.A.C. werd
aanvaard met een bijna bovenmenselike
tegemoetkomendheid!
Bezien wij hiernaast de „onrustige" plat
tegronden van Kropholler, dan bemerken
wij na rustige beschouwing, dat deze z.g.
onrust een diepere grond heeft. Wij kun
nen ook beginnen met te bedenken, dat dit
logies is bij een bouwmeester als Krophol
ler, die ongetwijfeld tot de grootste kunste
naars op bouwgebied moet gerekend, wor
den. In zijn, tot ver over onze grenzen be
kende bouwkunst, blijkt, dat hij nooit het
praktiese opoffert aan de schoonheid, doch
een vorm zoekt, waarin plaats voor beiden
is. Dat hij daarin bij uitnemendheid ge
slaagd is, bewijzen zijn talloze belangrijke
bouwwerken, die zowel in ons land als
daarbuiten worden geroemd als behorend
tot het allerbeste, dat in deze tijd op bouw
kundig gebied werd geschapen.
Wat is hier het gevolg van die sterke,
gezonde en tevens fantasierijke opvatting,
die kenmerkend is voor alle architectuur
van Krophollers hand?
Kr. stelt tegenover de stijve primitieve
rechthoekigheid een ongewildheid, die het
gevolg is van een sterk beleven van het or
ganisme van zijn bouwwerk. En dit bracht
hem hier tot zeer biezondere dingen! Het
is een vondst, vrij wat verheugender dan
de „stedebouwkundige" vondst van arch.
Blaauw, om te komen met een zo prachtig
verlichte en sentraal gegroepeerde secreta-
-rie. Kropholler ontwierp reeds vele moder
ne kantoorgebouwen en paste dit, als enige
van alle mede-dingers, in zijn raadhuisplan
toe. In het R.A.C. rapport wordt hierover
zelfs niet gerept. Zo wordt ook slechts ter
loops gesproken over de „overbouwing van
het trottoir in de Koornbrugsteeg". Dit
moet toch evenzeer erkend worden als een
geniale vondst. De breedte van de Koorn
brugsteeg wordt hierdoor in juiste verhou
ding gebracht met de oude Koornbrug, hoe
prachtig sluit tevens de architektuur van
de kolonnade aan bij die van de Koornbrug.
Zwarte laWnpntels f4.75
Zijden regffni antala 5.75
Looden man els..1 9.75
Gabardine miate!s,^r
met garantie an waMJichtheid
ENORME SOpTEERWG.
En hoe volmaakt zijn hier weer verenigd
de schoonheid en de doelmatigheid, als we
zié*n hoe toch het verkeer door de Koorn
brugsteeg geheel onaangetast blijft en de
hoofdverdieping bovendien een uitbreiding
krijgt van maar liefst 4 x 29 M2.!
Een dergelijke oplossing tot uitbreiding
is m.i. vrij wat meer bewonderenswaard
dan het ongeoorloofd bijtrekken van perce
len.
Deze onregelmatige plattegrond toont
voor alle hoofdzaken de goede en verant
woorde oplossing in te houden! En waar
nog iets mocht moeten worden verbeterd,
hoe gemakkelik zou dit kunnen, omdat
nooit het geheel zop behoeven worden ver
anderd of de hoofdgedachte moeten worden
aangetast. De kleine verbeteringen, die al
tijd zijn aan te wijzen, kunnen toch nooit
een beletsel worden waar positief vaststaat
de grote verdienste van een plan als dat
van Kr. Wie kan anders dan bewonderen
de prachtige binnenplaats, de ligging en
de inrichting van de raadzaal?
Nu tot slot nog iets over de ligging van
trouw- en feestzalen. Zoals in het rapport
van de R.A.C. ook wordt gezegd, is deze
in plan Blaauw wel biezonder geslaagd en
als oplossing in aansluiting met de hal
mooi verantwoord. Hier tegenover wordt
Kropholler verweten, dat hij zijn ingang
tot die ruimten heeft verlegd naar de
Vischmarktzijde. Dit is evenwel niet geheel
juist. Er is wel degelik een ingang in de
Breestraat (hoofdingang) evenwel wordt
toegegeven, dat er óók een ingang op de
Vischmarkt is. Maar is hiervoor ook niet
een goede reden?
Bij het wachten van rijtuigen en auto's
wordt het verkeer in de Breestraat licht be
lemmerd, en dan, bij regen bijv., zullen
dan de trouwlustigen niet gaarne de voor
keur geven aan de v<m een luifel voorziene
ingang aan het hoofdgedeelte van de
Vischmarktzijde?
Al deze oplossingen, en nog zovele meer,
die reeds uitvoerig werden besproken door
mr. Feitkamp, getuigen eensdeels van de
piëteit van de bouwmeester voor het reeds
bestaande, anderdeels van zijn juiste na
leving in de gekompliseerde eisen van een
zo op praktiese doeleinden ingestelde raad-
huisbouw. En deze alle onder-gebracht in
een zo schone gebondenheid en vanzelf
sprekendheid, dat is het werk van architect
Kropholler.-
Dat hij het moge zijn, die Leiden en daar
mee ons land verrjjke met een stadhuis,
dat ons en ons nagesiacht met bewondering
en ontzag zal vervullen voor de uiting van
een zo lijp en groot kunstenaar als Krop
holler is. Als ondergetekende, die, dit zij
nog even opgemerkt, geen partij-, bond- of
geloofsgenoot van Kropholler is, daartoe
een steentje zal hebben bijgedragen, is zjjn
doel bereikt.
Den Haag, 20 Okt. 1933. „X."
Bij uitzondering plaatsen wij dit artikel
van een bekend kunstschilder zonder 011-
derteekening.
STOOMVAARTBERICHTEN
STOOMV. MIJ. NEDERLAND.
CHRISTIAAN HUYGENS (thuis.) vertr.
29 Oct. van Sabang.
JOHAN VAN OLDENBARNEVELT,
(uitr.) vertr. 29 Oct. van Sabang.
POELAU BRAS (thuisr.) vertr. 28 Oct.
van Tandjong Priok.
TAJANDOEN (uitr.) arr. 30 Oct. te Be-
lawan.
KON. HOLL. LLOYD.
MONTFERLAND (uitr.) pass. 29 October
Dungeness.
WATERLAND arr. 30 Oct. van Hamburg
te Amsterdam.
KON. NED. STOOMB. MIJ.
ACHILLES, Rotterdam-Barcelona, pass.
29 Oct. Dungeness.
ALKMAAR (uitr.) pass. 30 Oct. 's mid.
12 uur Terceira (Azoren).
AMOR vertr. 27 Oct. van New York naar
West-Indië
EUTERPE, Amsterdam-Bordeaux pass.
29 Oct. Dungeness.
MEROPE vertr. 30 Oct. van San Felin
naar Barcelona.
ORANJE NASSAU vertr. 27 October van
New York naar West-Indië.
ORPHEUS arr. 30 October van Amster
dam te Kopenhagen.
STELLA arr. 30 October van Palermo te
Torrevieja.
KON. PAKETV. MIJ.
ROGGEVEEN vertr. 28 Oct. van Port
Louis (Maur.) naar Batavia.
SAWAHLOENTO vertr. 27 Oct. van Mom-
bassa naar Batavia.
HOLLAND—AMERIKA-LIJN.
BILDERDIJK, Rotterdam-New York,
pass. 28 Oct. Lizard.
DRECHTDIJK vertr. 26 Oct. van Vancou
ver naar Rotterdam.
STOOMV. MIJ. OCEAAN.
ALCINOUS, Batavia-Amsterdam arr. 28
Oct .te Londen.
DIOMED, Japan-Rotterdam vertr. 29
Oct. van Sjanghai.
SARPEDON, Japan-Rotterdam, arr. 29
October te Iilo Ilo.
VEREEN. NEDERL. SCHEEPVAART MU.
(Holland—Oost-Azië-Lijn).
MEERKERK, (thuisr.) vertr. 28 Oct. van
Osaka.
DE MOL ALS NUTTIG DIER VOOR
DEN LANDBOUW.
Geen slachtoffer van de mode meer.
Aan een artikel over de mol in de Amers-
foortsche Courant ontleent „Dierenbescher
ming" het volgende:
Nog weinige jaren geleden werden de
mollen door een ernstig gevaar bedreigd,
toen het voor de dames mode was om zich
in mollenbont te kleeden. Iedere pels kostte
het leven van verscheiden honderden mol
len, vooral werd er ijverig jacht gemaakt
op de Russische en Siberische; maar na
eenige jaren nam de vraag naar mollen-
velletjes af, gedeeltelijk omdat de prijs
voor een weinig duurzamen pels toch heel
hoog moest zijn, omdat die uit zoovele
stukjes in elkaar genaaid was. En het is
maar goed, dat de mode geen mollenle-
vens meer eischt, want indien de mol al
te zeggen uitgeroeid zou de landman een
gevoelige schade lijden.
De boer die zijn mollen beschermt, doet
wijs want z(j behouden groote waarden
voor hem. De mol is de beste helper, dien
hij heeft in den strijd tegen de engerlin
gen, die voor groote sommen kunnen ver
nielen; en met vreugde betaalt hij de kos
ten van dien strijd, wat jonge graanplantjes
en wat verscheurde korenwortels.
DE AVONTUREN VAN PROFJE EN STRU1SJE.
289. Het was hoog tijd want hier en
daar kwam er leven in de slapende man
nen. Zij begonnen langzaam op te breken.
Struisje besloot voorloopig van boom tot
boom te vliegen om te zien wat ze ver
der zouden doen. Zoo naderden ze allen
hun doel. Vlak bij het kamp hielden ze
stil, maar Struisje vloog verder en nu kon
hij zijn vrienden vertellen waar de roo-
vers waren. Alles was natuurlijk in rep
en roer en in de weer met wapens. Het
opperhoofd had bevel gegeven niet te
wachten op den vijand, maar deze tege
moet te gaan.
290. Voorafgegaan door Sruisje, die de
weg wees, en zoo stil mogelijk naderden
zt de woeste Indianen, die juist beraad
slaagden van welke kant ze het kamp,
dat ze slapend waanden, zouden overval
len. Maar juist toen ze de richting bepaald
was, zagen ze overal mannen als uit de
grond verrijzen. Het opperhoofd begreep
er niets van en was heelemaal de kluts
kwijt. Hij gaf allerlei tegenstrijdige beve
len en rende overal heen, maar voor hij
goed wist wat er gebeurde, was de strijd
beslist en waren zijn mannen gevlucht of
gevangen genomen. Ook hij zelf viel in
hun handen.
Bepalingen der Gratis-Ongevallenverzekering voor de
abonné's van „De Leidsche Courant".
Elke abonné van „De Leidsche Courant",
die zijn abonnementsgeld tijdig heeft vol
daan is verzekerd voor een bedrag van
300.— tegen een hem (haar) overkomend
ongeval, dat de eenige en rechtstreeksclie
oorzaak is van den dood van de(n) abonné.
hetzij onmiddellijk of binnen 14 dagen na
den datum van het ongeval. Dit bedrag
zaJ ten spoedigste aan zijn of haar nage
laten betrekkingen worden uitgekeerd.
Onder nagelaten betrekkingen worden
verstaan en zullen achtereenvolgens tot Tel
ontvangen der uitkeering gerechtigd zyn:
le. de echtgenoot(e); 2e kinderen; 3e
de ouders; 4e de stiefouders of (zoo de>e
ontbreken) de grootouders, of (zoo jok
deze ontbrekenl de schoonouders, wier
kostwinner de overledene was; 5e. de brne-
iers en zusters wier kostwinner de over-
edene was.
Onder ïstwinner wordt verslaan hij of
j. die tenminste een derde van zijn of
aar verdiensten geregeld uitkeert aan
de(n) persoon of personen, die hij of zij bi]
het ievensonderhoud te hulp komt.
Onder verzekerde abonné wordt ver
staan zoodanige persoon, welke niet jon
ger is dan zeventien (17) jaar en niet ouder
dan vijf en zestig (65) jaar.
Er bestaat geen recht op uitkeering:
a. Wanneer de verzekerde abonné tijden?
het plaatsvinden vaD het ongeval verkeer
de m staat van krankzinnigueid of ver
standsverbijstering, onder den invloed was
van overprikkeling of van bedwelmende
dranken; of den krijgsdienst te water of te
land uitoefende in tijd van oorlog, burger
lijke twisten of oproer, of wel zich buit-en
Europa bevond, of wanneer de verzekerde
abonne tijdens het ongeval op een vis-
sctiers-. Marine-, of ander vaartuig varen
de waa buitengaats, op de Zeeuwsche of
Zuid-Hollandscke stroomen, of op de Zui
derzee; of wanneer de verzekerde abonne
zich tijdens het ongeval bezig hield mei
de be-eiding, verwerking of vervoer van
buskruit, schietkatoen, naphta, dynamiet of
andere licht ontvlam- of ontplofbare stof
fen of daarbij desbewust. tegenwoordig
wa«.
b. Voor personen, bezigheden verrich
tende, waaraan bijzonder gevaar verhou
den is, zooals: luchtreizigers, acrobaten,
circusrijders en dergelijke waagstukken uit
voerende personeu, indien het ongeval ont
staat tijdens de uitoefeuing van hun beroep
of de daarmede gepaard gaande bezig
heden; of voor krankzinnige, lamme, nard-
hoorige, sterk bijziende, aan duizeUDg
üartgebrek of vallende ziekte lijdeide
personen of voor hen, die een beroerte
gehad hebben.
c. indien het ongeval het gevolg is: van
het gebruikmaken van voertuigen met
mechanische kracht van het deelnemen
aan wedstrijden of weddenschappen van
welken aard ook; van een lichaams
gebrek; van een ziekte of kwaal; van
zelfverminking, zelfmoord of poging daar
toe; van tweegevecht of vechtpartij, waar
bij de verzekerde betrokken was; vau
handelingen in strijd met wetten, verorde
ningen, Koninklijke besluiten of voorschrif
ten van Spoorweg-, tram-, boot- en derge
lijke ondernemingen voor personenvervoer
van verregaande roekeloosheid of het zich
moedwillig of onnoodig blootstellen aan
eenig gevaar door de(n) vcrzekerde(n)
abonné.
d. Ongevallen door of bij baden, zwem
men, benevens watertochten, zonder oege-
leiding van een ervaren bootsman zijn ai
leen dan onder de verzekering begrepen als
het bewijs wordt geleverd, dat den dood
rechtstreeks is veroorzaakt door een plot
selinge geweldadige inwerking van uit
wendig geweld op bet lichaam van do(n)
verzekerde (met b v door beroerte. Kram
pen, enz.) Daarenboven geeft verdrinken
in binnenwateren, rivieren of meeren aiieen
daD recht op uitkeering, wanneer onder
meer bewezen wordt op welke wijze de
verzekerde is te water geraakt. Het vin
den van een persoon (lichaam) in het water
zonder meer wordt niet als een bewijs van
een ongeval aangemerkt.
Het recht op uitkeering blijft bestaan
wanneer de dood een gevolg is van recht
matige verdediging van eigen of eens
anders lijf of poging tot redding van per
sonen. f
Is een verzekerde oen ongeval overko
men, dan is degene, die op uitkeering rech
ten wil doen gelden, verplicht zoo spoedig
mogelijk uiterlijk binnen driemaal 24 uren
na den dood (Zondagen en KatholieKe
Feestdagen die als Zondagen gevierd wor
den niet medegerekend), hiervan mede-
deeling te doen met opgave van getuigen,
die bij het ongeval tegenwoordig waren,
dus eventueel binnen 17 dagen na liet
ongeval, aan de Directie van „De Leidsche
Courant".
ls een verzekerde ecu ongeval overko
men dan moet zoo spoedig mogelijk ge
nees-, of heelkundige hulp wurJen inge
roepen, om naar gelang van zaken den
dood of deszelfs oorzaak te constateeren of
wel om de(n) getroffene te behandelen, in
het laatste geval zal de gewonde verplicbt
zijn zicb geheel naar do voorschriften van
den geneesheer te gedragen en zich, indien
dit noodig geoordeeld wordt, in een zieken
huis te begeven, zullende goeno uitkeering
verschuldigd zijn indien door het niet tijdig
inroepen van genees- of heelkundige hu!p
of het niet opvolgen van voorschriften van
den geneesheer nadoelige gevolgen voor
de(n) patiënt ontstaan. Zij die eenig roebt
op schadc\ergoeding willen doen gelden,
zijn op straffe van het te niet gaan hunner
rechten verplicht den daartoe door de
Directie van „De Leidsche Courant aar.-
gowezen geneesheer m staat te stellen on
zoo noodig do daartoe benoodigdo stappen
bij de bevoegde autoriteiton te doen ora
de oorzaak van den dood te constateerou.
Bij niet voldoening aan de verplichting
tot kennisgeving binnen den gestelden ter
mijn in „De Leidsche Courant" tot geen
uitkeering verplicht, tenzij bewezen wordt
dat degene(n) die aangifte had(den) be-
nooren te doen. daartoe niet in de mogo-
lijkheid was (waren) en hij (zij) evenmin in
staat was (waren) die aangifte door een
ander te doen geschieden.
In zulke gevallen begint de bovenge
noemde termijn van drie dagen, zoodra do
bedoelde onmogelijkheid opgehouden heeft
te bestaan.
Onbekendheid met de verzekering of
hare voorwaarden geulen niet als onmo
gelijkheid van tijdige aangifte.
De uitkeeringen geschieden door de Di
rectie der „Leidsche Courant binnen veer
tien dagen, nadat het recht op uitkeering
be ezen is aan de(n) rechthebbcnde(n).
„De Leidsche Courani is mei verplicht
uitbetalingen te doen. wanneer naar niet
wordt verstrekt een extract uit het regis
ter van overlijden.