ZATERDAG 21 OCTOBER 1933
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND
HITLER SLAAT DE DEUR VAN DE VERGADERZAAL TE GENèVE
ACHTER ZICH TOE. MEN WACHT AF WAT ER VERDER ZAL GE
BEUREN. FINANCIEELE ZORGEN VAN DALADIER. GESPAN
NEN VERHOUDING TUSSCHEN DE TSJECHISCHE REGEERING EN
DEN NUNTIUS TE PRAAG.
Hitiers vuistslag. Er zijn van
die dingen in het leven, die heel anders
loopen dan men verwacht had. Het proces-
v. d. Lubbe, waarvan men zooveel ver
wachtte, loopt dood in het zand van ver
veling en gebrek aan belangrijkheid. Daar
entegen verwachtte men vrijwel niets van
de Ontwapeningsconferentie welke Maan
dag zou beginnen en ziet, er klinkt plotse
ling een vuistslag op tafel en Hitier keert
de conferentie den rug toe en zegt tevens
het lidmaatschap van den Volkenbond op.
Weg is de toch al stervende belangstelling
voor het brandstichtingsproces en aller
oogen staren verschrikt naar Duitschland,
dat een dergelijke stap aandurft.
Wij hadden Zaterdag juist geschreven in
ons overzicht, dat er heel wat tact ver-
eischt zou worden van de leden der Duit-
sche delegatie te Genève, omdat de andere
groote mogendheden alles in het werk stel
den om Duitschland de schuld van de mis
lukking der conferentie in de schoenen te
schuiven.
Men poogde te ontkomen aan den greep
van de ijzeren logica, dat, nu men eenmaal
in December van het vorig jaar de rechts
gelijkheid van Duitschland in princiep had
erkend, men ook deze rechtsgelijkheid in
de practijk moest doorvoeren. Maar men
wilde niet gelijk staan met Duitschland
noch in bewapening noch in ontwapening.
Daarom werd deze kern van de kwestie
steeds verschoven, het laatst door een po
ging om een controle-tijd in te voeren,
welke aan de eigenlijke ontwapening voor
af zou gaan en natuurlijk voornamelijk ge
richt was tegen Duitschland.
Wat er precies achter de schermen der
vóór-besprekingen is voorgevallen
Duitschlands heengaan is immers een ge
volg van hetgeen in die vóórbesprekingen
naar voren is gekomen, want de conferen
tie zou pas Maandag beginnen is met
duidelijk, maar Duitschland concludeerde
eruit, dat de mogendheden niet van zins
waren om Duitschland te behandelen op
voet van gelijkheid en daarom verliet het
de vergadering der volken en sloeg de deur
met een klap dicht.
De eerste ontsteltenis heeft sindsdien
plaats gemaakt voor een afwachtende hou
ding.
Natuurlijk werd de bijeenkomst der Ont
wapeningscommissie uitgesteld, men wilde
tijd winnen om de situatie te overzien.
De vraag is nu: zal de conferentie straks
ook zonder Duitschland worden voortge
zet?
Er zijn stroomingen, die daarop aanstu
ren. Speciaal Frankrijk wil doorzetten,
daar het heel goed weet, dat de Ontwape
ningsconferentie niets anders wordt dan
een Bewapeningsconferentie. Maar ande
ren trachten te bemiddelen.
Mussolini bijv. doet al z'n best om zijn
denkbeeld, het Pact van Vier, te redden en
door middel van een conferentie der groote
Vier (Frankrijk, Engeland, Italië en
Duitschland) een oplossing te verkrijgen.
Maar Frankrijk voelt daar weer weinig
voor, omdat het van meening is, dat het
Pact van Vier te nauw verband houdt met
het Volkenbondsverdrag, dan dat dit Pact
behouden zal kunnen blijven, nu een der
vier uit den Bond is getreden. Frankrijk
denkt daarbij aan zijn vriendjes in Oost-
Europa, die toch al zoo leelijk hebben ge
keken, toen het „onder onsje" der Vier in
de wereld kwam.
Hoe de toestand zich zal ontwikkelen, is
op het oogenblik duister. Hitier doet al zijn
best, in redevoeringen door de radio en in
interviews, om de wereld te overtuigen van
den vredeswil van Duitschland. Duitsch
land is niet uit den Bond getreden en
heeft de Ontwapeningsconferentie niet ver
laten om de vrijheid te hebben zich te wa
penen, maar alleen omdat het zich niet als-
kwajongen wil laten behandelen.
Wij moeten eerlijk zijn en erkennen, dal
Duitschland gelijk heeft; laten wij ons zelf
maar eens in een dergelijke positie inden
ken. Maar een andere vraag is, of deze
overigens begrijpelijke stap goede ge
volgen zal hebben voor het behoud van
den vrede in Europa.
Dat hangt natuurlijk voor een groot deeJ
ook af van de wijze, waarop de andere mo
gendheden op deze stap zullen reageeren.
Voorloopig is het al een goed teeken, dat
men blijkbaar z'n hoofd koel houdt, al we
ten we niet wat er achter de schermen ge
beurt
Daladiers zorgen. Behalve met
H til er heeft de Fransche minister-president
Daiadier het nog met zijn eigen parlement
ook te kwaad. Hij moet n.l. als hoofd van
de regeering komen met voorstellen tot sa
neering van den financieelen toestand des
lands en middelen zien te vinden om een
tekort van 6 milliard te dekken. De be-
lastingschroef moet aangedraaid worden
en bezuinigingen moeten worden inge
voerd.
Het valt licht te begrijpen, dat tegen
deze uiteraard onpopulaire voorstellen op
positie zal rijzen en men verwacht dan ook
in de komende dagen ernstige moeielijk-
heden voor de Fransche regeering. Mocht
het huidige Fransche kabinet ten val wor
den gebracht, dan komt zich een nieuw
probleem mengen in den toch al verwarden
politieken toestand van Europa. Zoover is
het echter nog niet en geen zorgen voor
den tijd.
Kerk en Staat. Een kort bericht
uit Praag meldde dezer dagen, dat het
conflict tusschen den Pauselijken nuntius,
Z.Exc. Mgr. Ciriaci en de Tsjecho-Slo-
waaksche regeering een nieuwe verscher
ping had ondergaan, wijl de nuntius zich
op zeer scherpe wijze tegen den staat zou
hebben uitgelaten. Hij zou er n.l. zijn
vreugde over uitgesproken hebben, dat hij
niet verplicht zou zijn als deken van het
diplomatieke corps de herdenkingsrede by
het vijtien-jarig bestaan van de republiek
te houden, wijl hij enkele dagen te voren
Praag met verlof zal verlaten.
Naar aanleiding daarvan nemen wy een
beschouwing van de „Msb." over.
„Berichten uit Praag over het sinds ja
ren bestaande, nu en dan crisisachtig op
laaiende geschil tusschen Kerk en Staat In
Tsjecho-Slowakije, schrijft dit blad, zijn
steeds met het grootste voorbehoud te aan
vaarden. Vooral omdat die berichten
meestal uit zeer anti-clericale bladen op
duiken, welke er belang bij schijnen te
hebben om het conflict steeds toe te spit
sen; zich er in elk geval altijd over ver
heugen, als zij de inderdaad ernstige pogin
gen van den minister van buitenlandsche
zaken Benes, die om internationaal-poli-
tieke redenen een goede verstandhouding
met het Vaticaan nastreeft, kunnen dwars-
boomen.
Naar aanleiding van de felle aanvallen
van meerdere Tsjechische bladen op den
nuntius, had deze van de regeering de di
plomatiek gebruikelijke officieele voldoe
ning en het alleszins gerechtvaardigde
journalistieke eerherstel geëischt. De re
geering bood haar verontschuldiging aan,
maar bedoelde bladen bleven, bijna nog
feller dan te voren hetsen. Daarop zond
mgr. Hlinka, de leider der katholieke Slo-
waksche volkspartij mgr. Ciriaci een schrij
ven, waarin hij den nuntius de liefde en de
trouw van het Slowaksche volk aan den
vertegenwoordiger van den H. Vader en
aan den H. Stoel betuigde.
De nuntius antwoordde op dezen brief
met bijzondere hartelijkheid en verklaar
de, dat de „gens slovaca" het hooge gezag
van den Paus met den passenden eerbied
bejegertde .terwijl „men in Praag den H.
Vader rechtstreeks of in den persoon van
zijn vertegenwoordiger op een wijze be-
leedigde, welke met alle voorschriften der
internationale hoffelijkheid in strijd is".
Dit schrijven werd, met toestemming van
den nuntius gepubliceerd. Het stelde een
voudig de feiten vast, zooals die zelfs door
den oppervlakkigsien waarnemer gezien
konden worden. Maar in de anti-clericale
pers ontstond een geweldige opwinding;
zij eischte van de regeering, dat deze zich
met het geval zou bezig houden. Wat in
derdaad geschiedde. Er werd een diploma
tieke nota naar het Vaticaan gezonden,
waarin geëischt werd, dat de nuntius naar j
Rome zou geroepen worden, om verslag
over de jongste gebeurtenissen uit te bren
gen.
Dit diplomatieke unicum heeft Rome
eenvoudig ter zijde gelegd, waaruit de con
clusie moet getrokken worden, dat het Va
ticaan zich onvoorwaardelijk achter zijn
gezant stelt. Maar nu nadert een zeer cri-
tieke datum: op 28 October a.s. zal de re
publiek haar vijftienjarig bestaan vieren
en bij dergelijk gelegenheden is het usan
ce, dat de deken van het diplomatieke corps
namens zijn collega's de regeering gelux-
wenschen aanbiedt, in dit geval een voor
mgr. Ciriaci zeer penibele aangelegenheid.
Doch deze heeft zijn jaar lij ksche vacantie
nog te goed, en heeft nu den H. Stoel ver
zocht hem die zoo spoedig mogelijk toe
te staan. Een heel begrijpelijk feit, dat we
der een golf van ophitsing uit de kerk-ver-
volgende pers heeft doen opgaan, waarbij
een der bladen, de „Ceske Slovo" reeds
wist te melden, dat mgr. Ritter als zaax-
gelastigde naar Praag zou komen.
Deze situatie, welke zuiver als een een
zijdige ophitsing, van anti-kerkelijke zyde
tegen den nuntius moet gekarakteriseerd
worden, is dan, wat men „de verscherping
van het conflict" gelieft te noemen. Alsof
ooit van dien kant ook maar het geringste
zou gedaan zijn om het conflict te ver
zwakken of bij te leggen!
Intusschen heeft de „Deutsche Presse",
E Osfermann A Co s Handel Mij.N.V.,Amslerdarr
Fabrieken te Jutphaas bij Utrechl
het hoofdorgaan der Duitsche Katholieken
in Tsjechie op de nuntiatuur geïnformeerd
naar hetgeen er van de talrijke tegenstrij
dige geruchten waar is, en op grond der
ontvangen inlichtingen de volgende cor
recties geformuleerd:
le. Het is zeker, dat de nuntius ook dit
jaar op vacantie gaat.
2e. Als de nuntius niet verplicht is dit
jaar als deken van het corps diplomatique
de feestrede te houden, beschouwt hy dit
als een persoonlijk voordeel. Zoo de publi
caties in de verschillende coalitiebladen
met het oog op den aanstaanden 28sten
October de opvattingen der officieele krin
gen weergeven, dan kan men het den nun
tius nauwelijks kwalijk namen, als hij blij
is, dat hy het voordeel heeft eenige dagen
rroeger op vacantie te mogen gaan.
3e. Dat mgr. Ritter naar Praag zou ko
men, is volkomen verzonnen. Evenals elk
jaar zal mgr. Panico uit Munchen, doch
niet in de hoedanigheid van zaakgelastigde,
komen.
4e. Dit alles staat geheel los van den
stap, welke de regeering bij den H. Stoel
ondernomen heeft Overigens heeft de nun
tius, zo gebruikelijk, den H. Stoel over
al hei .geurde nauwkeurig en uitvoeiig
ingelicht
5e. Het standpunt van den H. Stoel voor
de toekomst moet den de regeering na-
staanden bladen wel reeds bekend zijn;
maar dit standpunt is zoodanig, dat be
doelde bladen zich wel zullen hoeden het
te publioeeren. Veeleer zullen zij er de
voorkeur aan geven valsche berichten te
blyven publiceeren.
6e. Over dit standpunt van den H. Stoel
de openbare meening voor te lichten is
niet de taak van de nuntiatuur, maar van
den H. Stoel zelf, die de wereld daarover
ook zal inlichten, zoodra hij het oogen
blik daarvoor gekomen acht. Ondertus-
sohen worden alle katholieken er opmerk
zaam op gemaakt aan publicaties over dit
standpunt geen geloof te schenaen, zoolang
de puDlicaue niet rechtstreeks van het Va
ticaan, of van de nuntiatuur, indien deze
daarvoor opdracht van den H. Stoel krygt,
komt. In eik geval kunnen de katholieken
er zeker van zijn, dat het standpunt van
den H. Stoel met zyn traditioneele waar
digheid overeenstemt en de H. Stoel niet
toelaten kan, dat zijn vertegenwoordiger
tegen onwaardige aanvallen niet in be
scherming wordt genomen.
Dat is het conflict, zooals het werkelijk
bestaat; karakteristiek voor een mentali
teit, zooals die ook elders wel wordt waar
genomen.
SPORT
VOETBAL
UIT HET KATHOLIEKE KAMP.
DE I.V.C.B.-C0MPETITIE.
In de eerste klasse van Afd. I in het Zui
den staan nu drie clubs met evenveel ver-
liespunten bovenaan. Twee hunner, Val
kenburg en R.K.V.V.L., komen morgen
tegen elkaar uit. Dat kan een interessante
strijd worden in Zuid-Limburg, waarbij de
Maastrichtenaren vermoedelijk wel aan het
kortste eind zullen trekken. R.K.O.N.S., die
de tweede plaats bezet houdt, achten we
na de 40 zege op Caesar ook wel in staat
Volharding op eigen terrein te kloppen.
In Afd. II krijgt Brabantia bezoek van
Mulo, dat nog slechts één punt heeft ver
loren. We zijn benieuwd of de Helmond-
sche club in staat is Brabantia beide pun
ten afhandig te maken. De Tilburgsche
R.K.T.V.V. gaat op bezoek bij Venl. Boys,
die tot goede dingen in staat zijn. Kolping,
vorige week met 50 de competitie begon
nen, gaat naar Dongen, dat na twee over
winningen vorige week gelijk speelde tegen
Brabantia. Het zal de Helmonders morgen
niet gemakkelijk vallen winst in Dongen te
behalen.
In Oost I verspeelde S.D.O.U.C. Zondag
een punt aan Union, zoodat deze twee
clubs met Altior, dat zijn drie eerste wed
strijden won, voor de noodige spanning be
loven te zorgen. Of dit werkelijk zoo is zal
de wedstrijd UnionAltior morgen kun
nen bewijzen. S.D.O.U.C. gaat op bezoek bij
de Groenloërs, die wel eens voor 'n ver
rassing konden zorgen.
Ook in Afd. II van het Oosten komen
de leiders, Vosta en Achilles, tegen elkaar
uit. De Enschedeërs wonnen reeds drie
wedstrijden, zoodat Achilles wel eens haar
tweede nederlaag te slikken kon krijgen.
Drie wedstrijden slechts zijn voor morgen
vastgesteld in West I. Verschillende clubs
moeten n.l. een achterstand inhalen. Daar
onder bevinden zich H.M.S. en V.V.Z., die
naar twee wedstrijden nog ongeslagen zijn.
Beide clubs hebben het morgen niet zoo
moeilijk, resp. tegen Fortitudo en E.M.M.
Ook V.V.Y., vorige week goed gestart, kan
morgen op eigen terrein tegen D.E.M. wel
winnen.
In de 2e klasse A heeft V.E.P. het mor
gen lang niet gemakkelijk tegen Olympia,
want deze Hilversumsche club wist het
Zondag ook tegen E.M.M.-reserven, die bo
venaan staan, tot 'n gelijk spel te brengen.
In Afd. II is de wedstrijd Leonidas
Santpoort ongetwijfeld de belangrijkste.
Immers, Santpoort moge tot nu toe aller-
wege verwondering hebben gewekt door
haar prachtige overwinningen, den of an
deren dag roept 'n club haar tot halt toe
en 't zou ons niet verwonderen, indien
Leonidas de eerste was, die de overwin
ningsroes van de Haarlemmers zou ver
gallen. Dit zou 'n kolfje zijn naar de hand
van D.H.L., dat ongetwijfeld alle krach
ten zal inspannen om de smadelijke neder
laag van j.l. Zondag ongedaan te maken.
En daarvan wordt S.J.C. dan de dupe, in
dien de Noordwijksche club morgen niet
beter speelt dan Zondag j.l. tegen T.Y.B.B.
Ook de wedstrijden H.B.C.Spartaan is
FEUILLETON.
VREEMDE KAPERS
OP DE KUST.
Naar het Engelsch bewerkt
door
J. VAN DER SLUYS.
14)
HOOFDSTUK VIH.
Een arrestatie.
Gaat u zitten zei Royson, toen zij in
de kleine zitkamer tegenover elkaar ston
den.
En drinkt u dan een whisky-soda?
Neen, dank u. Ik kan maar één
oogenblik blijven. U weet van het gebeur
de bij ons thuis, zoodat u begrijpen zal,
dat ik dadelijk weer terug moet.
Voor een beschaafd man was de Span
jaard opmerkelijk weinig op zijn gemak.
Hij scheen Roy son's persoonlijkheid met
één oogopslag te hebben gepeild, en het
resultaat bracht hem eenigszins in verwar
ring.
Royson zag, dat Juan Garcia minstens
vijf jaar jonger was dan hijzelf. Hy had
het knappe voorkomen van den Span
jaard; h(j was lang, recht en lenig. Welig
zwart haar golfde op natuurlijke wijze
boven een hoog en breed voorhoofd. Zijn
oogen waren groot en omgeven door lan
ge, gebogen wimpers, maar zij stonden
belachelijk dicht bij elkaar.
Wat kan ik voor u doen? vroeg Roy
son aan zijn bezoeker. Wilt u mijn aan
deel hooren in de opwindende gebeurte
nissen van vannacht?
Neen, dat niet, kapitein Royson, zei
de ander, zich dwingend kalm te blijven.
Juffrouw Macdonald heeft mij ver
teld, hoe vriendelijk u was.... u, en juf
frouw
Juffrouw Smithers, mijn hospita.
Juist. Dat was de naam. Vader en ik
kunnen u natuurlijk alleen hartelijk dan
ken maar voor juffrouw Smithers heb ik
een klein geschenk meegebracht. Zoudt u
het haar willen geven?
Ik zou liever willen, dat u dat zelf
deed.
De deur van de zitkamer stond open en
juffrouw Smithers kwam, toen zij geroe
pen werd, uit de keuken aanschommelen.
Het uiterlijk van den vreemdeling boe
zemde haar groot ontzag in, en zij kon
bijna geen woorden vinden, toen haar met
vriendelijkheid dank voor haar diensten
een bundeltje bankbiljetten werd aangebo
den.
Juffrouw Smithers kreeg een kleur en
deinsde achteruit.
O, dat kan ik onmogelijk aannemen,
barstte zij uit, ik heb niets gedaan. De
kapitein heeft uw euster gered.
En waarom zou u dit niet aanne
men? overigens is juffrouw Macdonald
mijn zuster niet.
Al moge Royson ook nog zoo oud wor
den, het beeld van den gedistingeerd-uit-
zienden Spanjaard, die met booze verba
zing op zijn gezicht de bankbiljetten voor
zich uithield, en van de gezette, blozende,
moederlijke vrouw, die langzaam de deur
uitging met de handen achter zich samen-
geklemd, zal eeuwig in zijn herinnering
gegrift blijven..
Ik neem het niet aan! gilde ze bijna.
Het ishet is bloedgeld. En meteen
vluchtte ze naar haar domein, terwijl ze
de keukendeur dichtsmeet.
Garcia aarzelfde eenige oogenblikken Li
een soort van verbijstering. Toen kwam hij
tot bezinning, en wierp een kwaadaardi-
gen blik op Royson.
Wat heeft dat te beteekenen? vroeg
hij woedend, na iets binnensmonds ge
mompeld te hebben. Wat voor stomme
onzin heeft die idioot van een vrouw ge
hoord, dat zij dèrgelijke woorden tegen me
durft te gebruiken?
Die vraag kan ik niet beantwoorden,
antwoordde Royson koel.
U wilt het niet, bedoelt u?
Drukt u zich niet wat onnadenkend
uit? Het is mij niet bekend, wat voor
dorpspraatjes juffrouw Smithers vandaag
ter oore gekomen zijn. In ieder geval is zij
een goede oude ziel én moet zij verder
niet lastig gevallen worden. Indien u nog
iets te zeggen hebt, zeg het dan tegen
mij.
Weer scheen Garcia met een plotselin
ge opwelling van woede te worstelen en
die te bedwingen. Hij stak het bundeltje
bankbiljetten weer in zijn zak.
Ik wilde, dat ik niet gekomen was,
zei hij langzaam, terwijl hij blijkbaar zijn
woorden met zorg koos. Dat emotionee-
le schepsel heeft mij in verlegenheid ge
bracht. Ik kan alleen maar gissen, dat de
ouders van den vermoorden knecht met
haar bevriend zijn, zoodat zij mijn vader
en mij verantwoordelijk stelt voor zijn
dood. Toen onrechte. Na het onderzoek
zal zij er wel anders over denken.
Ik betwijfel het.
De zaak is hiermee afgedaan. Wel
licht zal noch ik, noch iemand anders van
mijn familie u ooit terugzien; ik verzoek u
derhalve niet te willen vergeten, dat wij
uw hulp op hoogen prijs stelden.
Dat is in orde. Breng mijn beste
wenschen aan juffrouw Macdonald over.
Natuurlijk vergeet u, dat u en ik elkaar
gedurende de eerst volgende dagen vaak
zullen ontmoeten, aangezien de politie
ons als belangrijke getuigen beschouwd.
Goeden avond. Denkt u er om, er zijn
twee treden. Sapperloot, wat is het don
ker! Gelukkig, dat u licht op heeft. De
maan komt nog in geen uren op.
Toen speet het Royson, dat hij geen
Spaansch verstond; hij zou er heel wat
voor over hebben gehad om te weten, wat
de man bromde, toen hij wegreed.
Lieve hemel! kakelde de stem vanaf
de trap. Waar is die wonderbaarlijke
juffrouw Smithers? Deksels! Wat kunnen
vrouwen ons, arme kerels, toch een lesje
geven, wanneer zij zich laten gaan.
Ha, daar is u, juffrouw! Laat mij u om
helzen, zoo niet in werkelijkheid, dan toch
in den geest. Maar zeg mij eens. Wat gaf
u die ingeving „Bloedgeld"? Een rake uit
drukking! Woorden als een scheermes zoo
scherp.
Juffrouw Smithers was in ieder opzicht
zichzelf weer.
Wat gaat u dat aan, meneer Fornuis,
of hoe je ook heeten mag? riep ze uit.
De kapitein is al erg genoeg, maar als u
ook nog begint, dan word ik heelemaal
gek.'t is waarachtig. Bent u klaar
met eten? Wilt u allebei koffie?
Graag juffrouw, al was het alleen
maar dat ik nog eens met stomme bewon
dering naar u kijken mag.
Ergert u zich niet over ons, juf
frouw Smithers, kwam Royson tusschen-
beide. U heeft dien Spaanschen snaak
zijn verwaandheid minstens voor een
week lang afgeleerd.
Juffrouw Smithers kwakte een deksel op
een ketel.
Niet zijn zuster! snoof ze. Neen,
en ook niet zijn vrouw, wil ik hoopen.
Zoo'n lief ding als zij Als ze mijn dochter
was, dan zou ik nog liever zien, dat ze
!met een fatsoenlijken schoorsteenveger
trouwde dan met zoo'n vreemden snoes
haan met z'n arme zondaars-gezicht!
Juffrouw Smithers is een machtig
bondgenoot, verkondigde Furneaux, toen
ze weer de deur uit was. !I;erbij wordt
ze aangemonsterd! Donderdag! Wat kreeg
de heer Garcia een schok!
Zag u het dan?
Natuurlijk. Wat is het nu van plan
ken vloeren, die tegelijk als plafont dienst
doen, wanneer men er geen gebruix van
weet te maken? Heb je gelet op de schei
ding in Garcia's haar?
Ja.
Dus eigenlijk niet. Natuurlijk was
ik daarvoor in gunstiger positie. Nog niet
zoo lang geleden heeft iemand n.et een
sabel zijn hersenpan blootgelegd. Hi*
heeft er geducht van langs gehad, kan ik
je zeggen.
Kon u alles verstaan wat er gezegd
werd?
Veel meer dan dat. Ik hoorde Juan
zeggen, dat juffrouw Fhiela en u in het
vervolg vreemd voor elkaar moesten zijn,
en ik meende op te merken, dat u wi nsch-
te, dat hij op weg naar huis zijn nek zou
breken. Maar juffrouw Smithers was pas
je ware. „Bloedgeld". Ik moet er telkens
weer aan denken.
(Wordt vervolgd).