ZATERDAG 21 OCTOBER 1933 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND HITLER SLAAT DE DEUR VAN DE VERGADERZAAL TE GENèVE ACHTER ZICH TOE. MEN WACHT AF WAT ER VERDER ZAL GE BEUREN. FINANCIEELE ZORGEN VAN DALADIER. GESPAN NEN VERHOUDING TUSSCHEN DE TSJECHISCHE REGEERING EN DEN NUNTIUS TE PRAAG. Hitiers vuistslag. Er zijn van die dingen in het leven, die heel anders loopen dan men verwacht had. Het proces- v. d. Lubbe, waarvan men zooveel ver wachtte, loopt dood in het zand van ver veling en gebrek aan belangrijkheid. Daar entegen verwachtte men vrijwel niets van de Ontwapeningsconferentie welke Maan dag zou beginnen en ziet, er klinkt plotse ling een vuistslag op tafel en Hitier keert de conferentie den rug toe en zegt tevens het lidmaatschap van den Volkenbond op. Weg is de toch al stervende belangstelling voor het brandstichtingsproces en aller oogen staren verschrikt naar Duitschland, dat een dergelijke stap aandurft. Wij hadden Zaterdag juist geschreven in ons overzicht, dat er heel wat tact ver- eischt zou worden van de leden der Duit- sche delegatie te Genève, omdat de andere groote mogendheden alles in het werk stel den om Duitschland de schuld van de mis lukking der conferentie in de schoenen te schuiven. Men poogde te ontkomen aan den greep van de ijzeren logica, dat, nu men eenmaal in December van het vorig jaar de rechts gelijkheid van Duitschland in princiep had erkend, men ook deze rechtsgelijkheid in de practijk moest doorvoeren. Maar men wilde niet gelijk staan met Duitschland noch in bewapening noch in ontwapening. Daarom werd deze kern van de kwestie steeds verschoven, het laatst door een po ging om een controle-tijd in te voeren, welke aan de eigenlijke ontwapening voor af zou gaan en natuurlijk voornamelijk ge richt was tegen Duitschland. Wat er precies achter de schermen der vóór-besprekingen is voorgevallen Duitschlands heengaan is immers een ge volg van hetgeen in die vóórbesprekingen naar voren is gekomen, want de conferen tie zou pas Maandag beginnen is met duidelijk, maar Duitschland concludeerde eruit, dat de mogendheden niet van zins waren om Duitschland te behandelen op voet van gelijkheid en daarom verliet het de vergadering der volken en sloeg de deur met een klap dicht. De eerste ontsteltenis heeft sindsdien plaats gemaakt voor een afwachtende hou ding. Natuurlijk werd de bijeenkomst der Ont wapeningscommissie uitgesteld, men wilde tijd winnen om de situatie te overzien. De vraag is nu: zal de conferentie straks ook zonder Duitschland worden voortge zet? Er zijn stroomingen, die daarop aanstu ren. Speciaal Frankrijk wil doorzetten, daar het heel goed weet, dat de Ontwape ningsconferentie niets anders wordt dan een Bewapeningsconferentie. Maar ande ren trachten te bemiddelen. Mussolini bijv. doet al z'n best om zijn denkbeeld, het Pact van Vier, te redden en door middel van een conferentie der groote Vier (Frankrijk, Engeland, Italië en Duitschland) een oplossing te verkrijgen. Maar Frankrijk voelt daar weer weinig voor, omdat het van meening is, dat het Pact van Vier te nauw verband houdt met het Volkenbondsverdrag, dan dat dit Pact behouden zal kunnen blijven, nu een der vier uit den Bond is getreden. Frankrijk denkt daarbij aan zijn vriendjes in Oost- Europa, die toch al zoo leelijk hebben ge keken, toen het „onder onsje" der Vier in de wereld kwam. Hoe de toestand zich zal ontwikkelen, is op het oogenblik duister. Hitier doet al zijn best, in redevoeringen door de radio en in interviews, om de wereld te overtuigen van den vredeswil van Duitschland. Duitsch land is niet uit den Bond getreden en heeft de Ontwapeningsconferentie niet ver laten om de vrijheid te hebben zich te wa penen, maar alleen omdat het zich niet als- kwajongen wil laten behandelen. Wij moeten eerlijk zijn en erkennen, dal Duitschland gelijk heeft; laten wij ons zelf maar eens in een dergelijke positie inden ken. Maar een andere vraag is, of deze overigens begrijpelijke stap goede ge volgen zal hebben voor het behoud van den vrede in Europa. Dat hangt natuurlijk voor een groot deeJ ook af van de wijze, waarop de andere mo gendheden op deze stap zullen reageeren. Voorloopig is het al een goed teeken, dat men blijkbaar z'n hoofd koel houdt, al we ten we niet wat er achter de schermen ge beurt Daladiers zorgen. Behalve met H til er heeft de Fransche minister-president Daiadier het nog met zijn eigen parlement ook te kwaad. Hij moet n.l. als hoofd van de regeering komen met voorstellen tot sa neering van den financieelen toestand des lands en middelen zien te vinden om een tekort van 6 milliard te dekken. De be- lastingschroef moet aangedraaid worden en bezuinigingen moeten worden inge voerd. Het valt licht te begrijpen, dat tegen deze uiteraard onpopulaire voorstellen op positie zal rijzen en men verwacht dan ook in de komende dagen ernstige moeielijk- heden voor de Fransche regeering. Mocht het huidige Fransche kabinet ten val wor den gebracht, dan komt zich een nieuw probleem mengen in den toch al verwarden politieken toestand van Europa. Zoover is het echter nog niet en geen zorgen voor den tijd. Kerk en Staat. Een kort bericht uit Praag meldde dezer dagen, dat het conflict tusschen den Pauselijken nuntius, Z.Exc. Mgr. Ciriaci en de Tsjecho-Slo- waaksche regeering een nieuwe verscher ping had ondergaan, wijl de nuntius zich op zeer scherpe wijze tegen den staat zou hebben uitgelaten. Hij zou er n.l. zijn vreugde over uitgesproken hebben, dat hij niet verplicht zou zijn als deken van het diplomatieke corps de herdenkingsrede by het vijtien-jarig bestaan van de republiek te houden, wijl hij enkele dagen te voren Praag met verlof zal verlaten. Naar aanleiding daarvan nemen wy een beschouwing van de „Msb." over. „Berichten uit Praag over het sinds ja ren bestaande, nu en dan crisisachtig op laaiende geschil tusschen Kerk en Staat In Tsjecho-Slowakije, schrijft dit blad, zijn steeds met het grootste voorbehoud te aan vaarden. Vooral omdat die berichten meestal uit zeer anti-clericale bladen op duiken, welke er belang bij schijnen te hebben om het conflict steeds toe te spit sen; zich er in elk geval altijd over ver heugen, als zij de inderdaad ernstige pogin gen van den minister van buitenlandsche zaken Benes, die om internationaal-poli- tieke redenen een goede verstandhouding met het Vaticaan nastreeft, kunnen dwars- boomen. Naar aanleiding van de felle aanvallen van meerdere Tsjechische bladen op den nuntius, had deze van de regeering de di plomatiek gebruikelijke officieele voldoe ning en het alleszins gerechtvaardigde journalistieke eerherstel geëischt. De re geering bood haar verontschuldiging aan, maar bedoelde bladen bleven, bijna nog feller dan te voren hetsen. Daarop zond mgr. Hlinka, de leider der katholieke Slo- waksche volkspartij mgr. Ciriaci een schrij ven, waarin hij den nuntius de liefde en de trouw van het Slowaksche volk aan den vertegenwoordiger van den H. Vader en aan den H. Stoel betuigde. De nuntius antwoordde op dezen brief met bijzondere hartelijkheid en verklaar de, dat de „gens slovaca" het hooge gezag van den Paus met den passenden eerbied bejegertde .terwijl „men in Praag den H. Vader rechtstreeks of in den persoon van zijn vertegenwoordiger op een wijze be- leedigde, welke met alle voorschriften der internationale hoffelijkheid in strijd is". Dit schrijven werd, met toestemming van den nuntius gepubliceerd. Het stelde een voudig de feiten vast, zooals die zelfs door den oppervlakkigsien waarnemer gezien konden worden. Maar in de anti-clericale pers ontstond een geweldige opwinding; zij eischte van de regeering, dat deze zich met het geval zou bezig houden. Wat in derdaad geschiedde. Er werd een diploma tieke nota naar het Vaticaan gezonden, waarin geëischt werd, dat de nuntius naar j Rome zou geroepen worden, om verslag over de jongste gebeurtenissen uit te bren gen. Dit diplomatieke unicum heeft Rome eenvoudig ter zijde gelegd, waaruit de con clusie moet getrokken worden, dat het Va ticaan zich onvoorwaardelijk achter zijn gezant stelt. Maar nu nadert een zeer cri- tieke datum: op 28 October a.s. zal de re publiek haar vijftienjarig bestaan vieren en bij dergelijk gelegenheden is het usan ce, dat de deken van het diplomatieke corps namens zijn collega's de regeering gelux- wenschen aanbiedt, in dit geval een voor mgr. Ciriaci zeer penibele aangelegenheid. Doch deze heeft zijn jaar lij ksche vacantie nog te goed, en heeft nu den H. Stoel ver zocht hem die zoo spoedig mogelijk toe te staan. Een heel begrijpelijk feit, dat we der een golf van ophitsing uit de kerk-ver- volgende pers heeft doen opgaan, waarbij een der bladen, de „Ceske Slovo" reeds wist te melden, dat mgr. Ritter als zaax- gelastigde naar Praag zou komen. Deze situatie, welke zuiver als een een zijdige ophitsing, van anti-kerkelijke zyde tegen den nuntius moet gekarakteriseerd worden, is dan, wat men „de verscherping van het conflict" gelieft te noemen. Alsof ooit van dien kant ook maar het geringste zou gedaan zijn om het conflict te ver zwakken of bij te leggen! Intusschen heeft de „Deutsche Presse", E Osfermann A Co s Handel Mij.N.V.,Amslerdarr Fabrieken te Jutphaas bij Utrechl het hoofdorgaan der Duitsche Katholieken in Tsjechie op de nuntiatuur geïnformeerd naar hetgeen er van de talrijke tegenstrij dige geruchten waar is, en op grond der ontvangen inlichtingen de volgende cor recties geformuleerd: le. Het is zeker, dat de nuntius ook dit jaar op vacantie gaat. 2e. Als de nuntius niet verplicht is dit jaar als deken van het corps diplomatique de feestrede te houden, beschouwt hy dit als een persoonlijk voordeel. Zoo de publi caties in de verschillende coalitiebladen met het oog op den aanstaanden 28sten October de opvattingen der officieele krin gen weergeven, dan kan men het den nun tius nauwelijks kwalijk namen, als hij blij is, dat hy het voordeel heeft eenige dagen rroeger op vacantie te mogen gaan. 3e. Dat mgr. Ritter naar Praag zou ko men, is volkomen verzonnen. Evenals elk jaar zal mgr. Panico uit Munchen, doch niet in de hoedanigheid van zaakgelastigde, komen. 4e. Dit alles staat geheel los van den stap, welke de regeering bij den H. Stoel ondernomen heeft Overigens heeft de nun tius, zo gebruikelijk, den H. Stoel over al hei .geurde nauwkeurig en uitvoeiig ingelicht 5e. Het standpunt van den H. Stoel voor de toekomst moet den de regeering na- staanden bladen wel reeds bekend zijn; maar dit standpunt is zoodanig, dat be doelde bladen zich wel zullen hoeden het te publioeeren. Veeleer zullen zij er de voorkeur aan geven valsche berichten te blyven publiceeren. 6e. Over dit standpunt van den H. Stoel de openbare meening voor te lichten is niet de taak van de nuntiatuur, maar van den H. Stoel zelf, die de wereld daarover ook zal inlichten, zoodra hij het oogen blik daarvoor gekomen acht. Ondertus- sohen worden alle katholieken er opmerk zaam op gemaakt aan publicaties over dit standpunt geen geloof te schenaen, zoolang de puDlicaue niet rechtstreeks van het Va ticaan, of van de nuntiatuur, indien deze daarvoor opdracht van den H. Stoel krygt, komt. In eik geval kunnen de katholieken er zeker van zijn, dat het standpunt van den H. Stoel met zyn traditioneele waar digheid overeenstemt en de H. Stoel niet toelaten kan, dat zijn vertegenwoordiger tegen onwaardige aanvallen niet in be scherming wordt genomen. Dat is het conflict, zooals het werkelijk bestaat; karakteristiek voor een mentali teit, zooals die ook elders wel wordt waar genomen. SPORT VOETBAL UIT HET KATHOLIEKE KAMP. DE I.V.C.B.-C0MPETITIE. In de eerste klasse van Afd. I in het Zui den staan nu drie clubs met evenveel ver- liespunten bovenaan. Twee hunner, Val kenburg en R.K.V.V.L., komen morgen tegen elkaar uit. Dat kan een interessante strijd worden in Zuid-Limburg, waarbij de Maastrichtenaren vermoedelijk wel aan het kortste eind zullen trekken. R.K.O.N.S., die de tweede plaats bezet houdt, achten we na de 40 zege op Caesar ook wel in staat Volharding op eigen terrein te kloppen. In Afd. II krijgt Brabantia bezoek van Mulo, dat nog slechts één punt heeft ver loren. We zijn benieuwd of de Helmond- sche club in staat is Brabantia beide pun ten afhandig te maken. De Tilburgsche R.K.T.V.V. gaat op bezoek bij Venl. Boys, die tot goede dingen in staat zijn. Kolping, vorige week met 50 de competitie begon nen, gaat naar Dongen, dat na twee over winningen vorige week gelijk speelde tegen Brabantia. Het zal de Helmonders morgen niet gemakkelijk vallen winst in Dongen te behalen. In Oost I verspeelde S.D.O.U.C. Zondag een punt aan Union, zoodat deze twee clubs met Altior, dat zijn drie eerste wed strijden won, voor de noodige spanning be loven te zorgen. Of dit werkelijk zoo is zal de wedstrijd UnionAltior morgen kun nen bewijzen. S.D.O.U.C. gaat op bezoek bij de Groenloërs, die wel eens voor 'n ver rassing konden zorgen. Ook in Afd. II van het Oosten komen de leiders, Vosta en Achilles, tegen elkaar uit. De Enschedeërs wonnen reeds drie wedstrijden, zoodat Achilles wel eens haar tweede nederlaag te slikken kon krijgen. Drie wedstrijden slechts zijn voor morgen vastgesteld in West I. Verschillende clubs moeten n.l. een achterstand inhalen. Daar onder bevinden zich H.M.S. en V.V.Z., die naar twee wedstrijden nog ongeslagen zijn. Beide clubs hebben het morgen niet zoo moeilijk, resp. tegen Fortitudo en E.M.M. Ook V.V.Y., vorige week goed gestart, kan morgen op eigen terrein tegen D.E.M. wel winnen. In de 2e klasse A heeft V.E.P. het mor gen lang niet gemakkelijk tegen Olympia, want deze Hilversumsche club wist het Zondag ook tegen E.M.M.-reserven, die bo venaan staan, tot 'n gelijk spel te brengen. In Afd. II is de wedstrijd Leonidas Santpoort ongetwijfeld de belangrijkste. Immers, Santpoort moge tot nu toe aller- wege verwondering hebben gewekt door haar prachtige overwinningen, den of an deren dag roept 'n club haar tot halt toe en 't zou ons niet verwonderen, indien Leonidas de eerste was, die de overwin ningsroes van de Haarlemmers zou ver gallen. Dit zou 'n kolfje zijn naar de hand van D.H.L., dat ongetwijfeld alle krach ten zal inspannen om de smadelijke neder laag van j.l. Zondag ongedaan te maken. En daarvan wordt S.J.C. dan de dupe, in dien de Noordwijksche club morgen niet beter speelt dan Zondag j.l. tegen T.Y.B.B. Ook de wedstrijden H.B.C.Spartaan is FEUILLETON. VREEMDE KAPERS OP DE KUST. Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. 14) HOOFDSTUK VIH. Een arrestatie. Gaat u zitten zei Royson, toen zij in de kleine zitkamer tegenover elkaar ston den. En drinkt u dan een whisky-soda? Neen, dank u. Ik kan maar één oogenblik blijven. U weet van het gebeur de bij ons thuis, zoodat u begrijpen zal, dat ik dadelijk weer terug moet. Voor een beschaafd man was de Span jaard opmerkelijk weinig op zijn gemak. Hij scheen Roy son's persoonlijkheid met één oogopslag te hebben gepeild, en het resultaat bracht hem eenigszins in verwar ring. Royson zag, dat Juan Garcia minstens vijf jaar jonger was dan hijzelf. Hy had het knappe voorkomen van den Span jaard; h(j was lang, recht en lenig. Welig zwart haar golfde op natuurlijke wijze boven een hoog en breed voorhoofd. Zijn oogen waren groot en omgeven door lan ge, gebogen wimpers, maar zij stonden belachelijk dicht bij elkaar. Wat kan ik voor u doen? vroeg Roy son aan zijn bezoeker. Wilt u mijn aan deel hooren in de opwindende gebeurte nissen van vannacht? Neen, dat niet, kapitein Royson, zei de ander, zich dwingend kalm te blijven. Juffrouw Macdonald heeft mij ver teld, hoe vriendelijk u was.... u, en juf frouw Juffrouw Smithers, mijn hospita. Juist. Dat was de naam. Vader en ik kunnen u natuurlijk alleen hartelijk dan ken maar voor juffrouw Smithers heb ik een klein geschenk meegebracht. Zoudt u het haar willen geven? Ik zou liever willen, dat u dat zelf deed. De deur van de zitkamer stond open en juffrouw Smithers kwam, toen zij geroe pen werd, uit de keuken aanschommelen. Het uiterlijk van den vreemdeling boe zemde haar groot ontzag in, en zij kon bijna geen woorden vinden, toen haar met vriendelijkheid dank voor haar diensten een bundeltje bankbiljetten werd aangebo den. Juffrouw Smithers kreeg een kleur en deinsde achteruit. O, dat kan ik onmogelijk aannemen, barstte zij uit, ik heb niets gedaan. De kapitein heeft uw euster gered. En waarom zou u dit niet aanne men? overigens is juffrouw Macdonald mijn zuster niet. Al moge Royson ook nog zoo oud wor den, het beeld van den gedistingeerd-uit- zienden Spanjaard, die met booze verba zing op zijn gezicht de bankbiljetten voor zich uithield, en van de gezette, blozende, moederlijke vrouw, die langzaam de deur uitging met de handen achter zich samen- geklemd, zal eeuwig in zijn herinnering gegrift blijven.. Ik neem het niet aan! gilde ze bijna. Het ishet is bloedgeld. En meteen vluchtte ze naar haar domein, terwijl ze de keukendeur dichtsmeet. Garcia aarzelfde eenige oogenblikken Li een soort van verbijstering. Toen kwam hij tot bezinning, en wierp een kwaadaardi- gen blik op Royson. Wat heeft dat te beteekenen? vroeg hij woedend, na iets binnensmonds ge mompeld te hebben. Wat voor stomme onzin heeft die idioot van een vrouw ge hoord, dat zij dèrgelijke woorden tegen me durft te gebruiken? Die vraag kan ik niet beantwoorden, antwoordde Royson koel. U wilt het niet, bedoelt u? Drukt u zich niet wat onnadenkend uit? Het is mij niet bekend, wat voor dorpspraatjes juffrouw Smithers vandaag ter oore gekomen zijn. In ieder geval is zij een goede oude ziel én moet zij verder niet lastig gevallen worden. Indien u nog iets te zeggen hebt, zeg het dan tegen mij. Weer scheen Garcia met een plotselin ge opwelling van woede te worstelen en die te bedwingen. Hij stak het bundeltje bankbiljetten weer in zijn zak. Ik wilde, dat ik niet gekomen was, zei hij langzaam, terwijl hij blijkbaar zijn woorden met zorg koos. Dat emotionee- le schepsel heeft mij in verlegenheid ge bracht. Ik kan alleen maar gissen, dat de ouders van den vermoorden knecht met haar bevriend zijn, zoodat zij mijn vader en mij verantwoordelijk stelt voor zijn dood. Toen onrechte. Na het onderzoek zal zij er wel anders over denken. Ik betwijfel het. De zaak is hiermee afgedaan. Wel licht zal noch ik, noch iemand anders van mijn familie u ooit terugzien; ik verzoek u derhalve niet te willen vergeten, dat wij uw hulp op hoogen prijs stelden. Dat is in orde. Breng mijn beste wenschen aan juffrouw Macdonald over. Natuurlijk vergeet u, dat u en ik elkaar gedurende de eerst volgende dagen vaak zullen ontmoeten, aangezien de politie ons als belangrijke getuigen beschouwd. Goeden avond. Denkt u er om, er zijn twee treden. Sapperloot, wat is het don ker! Gelukkig, dat u licht op heeft. De maan komt nog in geen uren op. Toen speet het Royson, dat hij geen Spaansch verstond; hij zou er heel wat voor over hebben gehad om te weten, wat de man bromde, toen hij wegreed. Lieve hemel! kakelde de stem vanaf de trap. Waar is die wonderbaarlijke juffrouw Smithers? Deksels! Wat kunnen vrouwen ons, arme kerels, toch een lesje geven, wanneer zij zich laten gaan. Ha, daar is u, juffrouw! Laat mij u om helzen, zoo niet in werkelijkheid, dan toch in den geest. Maar zeg mij eens. Wat gaf u die ingeving „Bloedgeld"? Een rake uit drukking! Woorden als een scheermes zoo scherp. Juffrouw Smithers was in ieder opzicht zichzelf weer. Wat gaat u dat aan, meneer Fornuis, of hoe je ook heeten mag? riep ze uit. De kapitein is al erg genoeg, maar als u ook nog begint, dan word ik heelemaal gek.'t is waarachtig. Bent u klaar met eten? Wilt u allebei koffie? Graag juffrouw, al was het alleen maar dat ik nog eens met stomme bewon dering naar u kijken mag. Ergert u zich niet over ons, juf frouw Smithers, kwam Royson tusschen- beide. U heeft dien Spaanschen snaak zijn verwaandheid minstens voor een week lang afgeleerd. Juffrouw Smithers kwakte een deksel op een ketel. Niet zijn zuster! snoof ze. Neen, en ook niet zijn vrouw, wil ik hoopen. Zoo'n lief ding als zij Als ze mijn dochter was, dan zou ik nog liever zien, dat ze !met een fatsoenlijken schoorsteenveger trouwde dan met zoo'n vreemden snoes haan met z'n arme zondaars-gezicht! Juffrouw Smithers is een machtig bondgenoot, verkondigde Furneaux, toen ze weer de deur uit was. !I;erbij wordt ze aangemonsterd! Donderdag! Wat kreeg de heer Garcia een schok! Zag u het dan? Natuurlijk. Wat is het nu van plan ken vloeren, die tegelijk als plafont dienst doen, wanneer men er geen gebruix van weet te maken? Heb je gelet op de schei ding in Garcia's haar? Ja. Dus eigenlijk niet. Natuurlijk was ik daarvoor in gunstiger positie. Nog niet zoo lang geleden heeft iemand n.et een sabel zijn hersenpan blootgelegd. Hi* heeft er geducht van langs gehad, kan ik je zeggen. Kon u alles verstaan wat er gezegd werd? Veel meer dan dat. Ik hoorde Juan zeggen, dat juffrouw Fhiela en u in het vervolg vreemd voor elkaar moesten zijn, en ik meende op te merken, dat u wi nsch- te, dat hij op weg naar huis zijn nek zou breken. Maar juffrouw Smithers was pas je ware. „Bloedgeld". Ik moet er telkens weer aan denken. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 13