WOENSDAG 11 OCTOBER 1933 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 BAROMETER. naar waarnemingen verricht in den morgen van 11 Oct. 1933, medegedeeld door het Kon. N^d. I.IeteoroL Instituut te De Bildt. Hoogste barometerst.: 763.0 te Weenen. Laagste barometerst.: 731.2 te Andanes en lngö Verwachting tot den avond van 11 Oct.: Krachtige tot storm- ^achtige, later afne mende Zuid-Westelij ke wind, aanvankelijk zwaarbewolkt met re genbuien en kans op onweer, later opkla rend en kouder. De depressie bij Schotland heeft zich in diepte afnemend, naar de Noorsche kust verplaatst. Maar uit het Zuid-Westen kwam een nieuw daalgebied, dat in onze omge ving storm en regen brengt. De tempera- tuurtegenstellingen zijn vrij scherp. Od de Britsche Eilanden is de temperatuur sterk gedaald, in het Noorden tot onder normaal in onze omgeving tot Oost-Engeland waait nog de zeer krachtige Zuidenwind, met tem peraturen tot 10 graden boven normaal, gestegen, alleen op IJsland komt nog een enkele temperatuur onder het vriespunt voor. Er valt veel regen op de Britsche Eilanden en in Scandinavië, en bij het door dringen van de koude luchtmassa's is ook verder op het vasteland regen met kans op onweer te wachten. Na het ruimen van den wind zullen de stormen in kracht afnemen en is tijdelijke opklaring te wachten. LUCHTTEMPERATUUR Temperatuur des middags te half drie 15.— gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS c.a.: Van Woensdagnamiddag 5.46 uur tot Donderdagmorgen 5.48 uur. HOOG WATER. Te Katwijk: op Donderdag 12 October voorm. 8.08 uur en nam. 8.41 uur. acht het mijn plicht, de rechters daarop te wijzen, en geloof, dat de procureur-gene raal uit eigen beweging hier zal ingrijpen." De volgende getuige Kuhl zegt op een wandeling op den avond der brandstich ting een lichtschijnsel te hebben gezien in twee vensters van het rijksdaggebouw. Hij snelde naderbij, zag een gordijn branden en liep in den looppas naar het gebouw der ingenieursvereeniging waar hij riep: „het rijksdaggebouw staat in brand, waarschuw de brandweer. Een openstaande voordeur zag deze ge tuige niet. De echtgenoote van getuige doet een eensluidend verhaal en had den indruk dat slechts één man met een fakkel door het sousterrein liep. Ook een vriend van getuige, die Kuhl op de wandeling ver gezelde, legt getuigenis af in denzelfden geest. De zitting wordt dan tot heden, Woens dag verdaagd. Op Donderdag zal geen zit ting plaats hebben. DE ZITTING VAN HEDEN. Dimitrof weer uit de zaal verwijderd. De zitting van hedenmorgen had reeds dadelijk een sensationeel begin, want on middellijk na de opening wenschte de Bul- gaarsche beklaagde Dilmitroff weer ver schillende vragen te stellen, welker beant woording naar zijn meening voor zijn ver dediging van belang kan zijn, terwijl hij er verder mee wenscht aan te toonen, dat. zooals hij reeds herhaaldelijk beweerd heeft aan het voor-onderzoek zeer veel heeft ont broken. De president, dr. Buenger, toonde zich hedenmorgen korter aangebonden dan ooit en na slechts enkele botsingen met Dimi trof trok op zijn voorstel de Senaat zich in Raadkamer terug om te besluiten tot uitsluiting van den Bulgarrschen beklaag de van het bijwonen der zitting. Dimitroff wordt door de wachtmeesters uit de zaal geleid en naar de gevangenis terug getransporteerd. Het brandde aan alle kanten. Daarna wordt als eerste getuige gehoord de politie-luitenant Emil Lateit. Get. had op den avond van den 27sten Februari dienst in het posthuis Brandenburgertor. Tegen kwart over negen kwam een jonge man, wiens identiteit niet is vastgesteld, het posthuis binnen om te melden dat er brand in den Rijksdag was uitgebroken. Get. liet onmiddellijk de wacht aantreden en reed zoo snel mogelijk met twee wacht meesters naar het Rijksdaggebouw. De rat duurde bij een afstpnd van nauwelijks 400 M. en met het tempo waarin gereden werd, volgens get. nauwelijks twee minuten. Bo ven de balustrade zagen de drie politie beambten een hellen vuurgloed in het res taurant. Opperwachtmeester Buwert bracht get. rapport uit, en get. gaf Buwert onmid dellijk opdracht, alarm te maken. Den wachtmeester Graening dicteerde hij de volgende melding: „21.17 uur. Brand in den Rijksdag. Versterking noodzakelijk". Met deze melding is Graening hard naar het posthuis Brandenburgertor geloopen. Get. hield wachtmeester Losigkeit bij zich en in snel tempo begaven zij zich naar portaal II, dat gesloten was en toen naar portaal III en IV, die eveneens gesloten waren. Portaal V was geopend en hier werd een portier aangetroffen, die reeds van den brand op de hoogte was. De toegang tot het interieur van het gebouw werd hem verschaft door den Rijksdag-inspecteur. Be neden in het gebouw bespeurde men een zwakke brandlucht. „In de wandelgang" aldus get. La teit „bemerkte ik een lichtschijn, die op het beeld van keizer Wilhelm lag. In de ruimte tusschen het beeld en den ingang van de zittingzaal lag een brandend kus sen op de grond. Ook de looper brandde op verschillende plaatsen, evenals een gor dijn rechts. Het gordijn aan den anderen kant stond voor ongeveer driekwart ge deelte in brand. Een breede vuurstreep liep dwars over den grond. Bij den ingang van de zaal zag ik op den achtergrond bij het presidium de vlammen oplaaien over een breedte van 3 M. en tot een nog grootere hoogte". President: „Brandde het niet bij de mi nistertafels?" Get.: „Neen, ook niet op de stoelen der afgevaardigden". Getuige Lateit vertelt verder, dat, toen hij in de zittingszaal kwam, het licht in de gangen uit was. Hij verliet de zaal snel en liep terug naar portaal V, waar hij een brandweerman trof, dien hij door een wachtmeester naar de brandhaard in de zaal liet brengen. Anderen brandweerman nen, die hij zag, riep hij toe: „Brandstich ting. Het brandt aan alle kanten.-Groot alarm. Al het materiaal". Van belang zijn de mededeelingen van getuige omtrent liet tijdstip waarop de ver schillende dingen gebeurden. Te 21.17 uur kwam hij voor het eerst het Rijksdagge bouw binnen. Te 21.25 uur was hij, nadat hij de wacht had bijeengeroepen, reeds weer terug op het posthuis Brandenburger Tor en telefoneerde hij de inspectie: „Ver schillende brandhaarden in het Rijksdagge bouw gevonden. Versterking dringend noodzakelijk". Met een stoottroep van zeven politie mannen drong getuige vervolgens portaal II binnen. Er hing hier een dichte rook. Hij beschrijft den weg, die de brandstich ter genomen moet hebben, in omgekeerde volgorde bijna precies zooals Van der Lub- be. Een onderzoek werd ingesteld in de keuken, waar in het loket naar het res taurant een stukgeslagen bord werd gevon den. Getuige was o.a. in de Beieren- en Pruisenzaal geweest en had ook nog an dere zalen onderzocht. Bij een der deuren naar de wandelgang vond hij een sportpet en een zelf binder. President: „Men heeft geconstateerd, dat deze voorwerpen aan Van der Lubbe be- hooren". Get. Lateit had toen den politie-overste Niehoff rapport uitgebracht en in de wan delgang vernomen dat Van der Lubbe als dader gepakt was geworden. Hij had op dracht gekregen naar het posthuis Bran denburger Tor terug te gaan en daar zat Van der Lubbe, in een deken gehuld. Hij was met ontbloot bovenlijf en slechts een broek aan gepakt geworden. Get. had v. d. Lubbe gevraagd: „Heb jij den Rijksdag in brand gestoken?" en v. d. Lubbe antwoord de bevestigend. President: „Hebt u ook gevraagd waar om hij dat gedaan had?" Getuige: „Ja, v. d. Lubbe antwoordde niet, maar lachte slechts. Hij maakte in den beginne een zeer verwarden indruk op mij, zoodat ik een oogenblik geloofde met een krankzinnige te doen te hebben. Ik merkte echter al heel gauw, dat hij aandachtig luisterde en ook zeer rustige antwoorden gaf. STADSNIEUWS EEN BIJZONDERE PROMOTIE. Hedenmiddag promoveerde aan de Leid- sche Universiteit tot Doctor in de genees kunde Herman Hendrik Maas, directeur van het Academisch Ziekenhuis te Lei den, op een proefschrift getiteld „Onvol waardig voedsel en krop". Reeds het enkele feit, dat deze keer niet een student zijn studiën beëindigt, doch dat hier de doctorstitel zal worden verleend aan iemand, die reeds geduren de een reeks van jaren in het volle leven staat, verdient de aandacht. De heer Maas werd geboren te Giessen- dam op 1 October 1881, bezocht te Rotter- dam het gymnasium en vetrok, na met succes de Militaire School te Kampen te hebben afgeloopen, in 1907 als officier naar Indië. Zijn verblijf aldaar is slechts van korten duur geweest, want na drie jaar repa trieerde hij en werd hem te 's-Graven- hage een plaats aan het Departement van Koloniën aangeboden. Zijn verdienstelijk werk aan het Depar tement verricht, bleef niet onopgemerkt, met het gevolg, dat hij in Maart 1912 bij de Rijksklinieken te Utrecht werd be noemd, om de afwerking, dfe installatie en de inrichting der Psychiatrische Kliniek op zich te nemen, en na korten tijd te worden benoemd tot Adjunct-Directeur dezer inrichting. Gedurende den geheelen mobilisatietijd bleef hij zijn werkzaamheden als Adjunct- Directeur waarnemen, niettegenstaande hij VAN ONZE ADVERTEERDERS. MEJ. G. ROORDA, VOETSPECIALISTE. In perceel Apothekersdijk 29a heeft mej. G. Roorda een inrichting geopend voor voetverzorging. De hygiëne en techniek gaan hand in hand en ook op het gebied der voetverzorging is de Sleutelstad thans een uitstekend geoutilleerde inrichting rijk. Mej. Roorda is gediplomeerd lid van het Instituut Belinfante, voor wetenschappe lijke voetverzorging. Is haar opleiding dus borg voor haar technisch kunnen, haar in richting geeft niet minder zekerheid, dat de hygiënische voorschriften in alle op zichten vervuld zijn. Mej. Roorde past toe hand- en electrische massage, alleen voor de voeten. Zij stelt zich daarbij op het standpunt, dat de voetverzorging niet is 'n kwestie van oppervlakkig onderzoek of het aanschaffen van 'n model steunzool of het verwijderen van allerlei ongemakken, neen, de voetverzorging vereischt studie en systematisch onderzoek. Uit hetgeen we van mej. Roorda mochten hooren, bleek ons, dat zij voor velen van onzen tijd, niet in het minst voor degenen die aan wandel sport en afstandsmarschen doen, meer echter nog voor degenen, die niet aan deze sportoefening kunnen deelnemen vanwege een of ander gebrek aan de voeten, een welkomen vraagbaak zal zijn. onafgebroken als reserve-officier onder de wapenen was. Teneinde dit mogelijk te maken, werd hij bij onderdeelen geplaatst, die in de onmiddellijke nabijheid van Utrecht gelegerd waren. Kort na beëindiging van de mobilisatie, heeft de heer Maas gevolg kunnen geven aan een reeds lang gekoesterd verlangen om in de geneeskunde te gaan studeeren en het was in het bijzonder de toenmalige hoogleeraar-directeur van de Psychiatri sche Kliniek, Winkel, te Utrecht, die heeft bevorderd, dat deze plannen tot daden konden worden omgezet, als gevolg waar van thans de Doctorsbul aan hem zal wor den uitgereikt. Het behoeft dan ook geen verwondering te wekken, dat de heer Maas zijn proef schrift uit groote dankbaarheid heeft op gedragen aan zijn oud-leermeester, profes sor Winkler. In 1925 volgde zijn benoeming tot direc teur van het Academisch Ziekenhuis te Leiden, welke benoeming op zichzelve een groote onderscheiding was, wanneer men bedenkt, hoe toen ter tijd de zaken van dat Ziekenhuis er voor stonden en het nieuwe gebouwencomplex op afwerking en inrichting wachtte. Het is onnoodig de herinnering daaraan op te halen, doch dat de heer Maas er in geslaagd is dit Ziekenhuis te brengen op het hooge pijl, waarop het thans staat, heeft van Regeeringszijde zijn erkenning gevonden in zijn benoeming tot Officier in de Orde van Oranje Nassau op 31 Augustus 1928. Behalve de zoo veel omvattende taak van directeur van het Academisch Zieken huis vond de heer Maas nog gelegenheid meerdere bestuursfuncties waar te ne men, waarvan wij slechts noemen die van den Bond van Ziekenhuisverpleging, van het Nederlandsche Roode Kruis, beide af- deeling Leiden, van de Annakliniek te Lei den en van de Nederlandsche Vereeniging van Ziekenhuis, terwijl hij bovendien door de Geneeskundige Faculteit van de Gent- sche Hoogeschool werd aangezocht om als adviseerend lid deel uit te maken van de Commissie, die zich tot taak stelt een nieuw groot Academisch Ziekenhuis in Gent op te richten, aan welke uitnoodi- ging bereids door hem werd gevolg gege ven. Het wekt dan ook algemeen groote be wondering voor het doorzettingsvermogen en de energie van den heer Maas, dat hij tusschen al deze werkzaamheden door, nog lust en tyd heeft kunnen vinden om een proefschrift te schrijven, een proef schrift over de waarde waarvan wij tot oordeelen niet bevoegd zijn, doch waarvan ons wel ter oore is gekomen, dat dit de bij zondere aandacht van de medische wereld heeft getrokken. R. K. Kiesvereeniging. Zooals geannonceerd, houdt morgen avond de R. K. Kiesv. een vergadering in den Burcht, te 8.15 uur. Na eenige andere korte agenda-punten zal er bespreking ge houden worden naar aanleiding van den jongsten Kaderdag der R. K. Staatspartij te Amersfoort, waarop verschillende poli tieke vraagstukken van den dag behandeld zijn. Het overzioht der vervoersopbrengsten van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij gedurende September 1933/32 (ongecontroleerd) geeft de volgende cijfers: ScheveningenLeidenKatwijk/Noordwijk (incl. Stadslijn Leiden in 1933: 105.539; Leiden (Stat.)Haarlem (Stat.) 28.924; AmsterdamZandvoort 100.688; Stadslij- nen Haarlem 44.467; Tram-Buslijnen en veren in Waterland 29.313, Totaal ƒ308.930; in 1932 268.230. ScheveningenLeidenKatwijk/Noord wijk (incl. Stadslijn Leiden) in 1933 per dagkm. 86.22, Leiden (Stat.)Haarlem (Stat.) in 1933 per dagkm. 32.14, Amster damZandvoort in 1933 per dagkm 119.87, Stadslijnen Haarlem in 1933 per dagkm. 80.56, Tram-Buslijnen en veren in Waterland per dagkm. in 1933 19.54; in 1932 totaal ƒ72.51. In 1932: Excl. opbrengst tram- en veerlijnen Waterland, doch incl. buslijn J PuimerendGraft. KATH. JONGENS-CENTRALE. Leidervorming. Een van de voornaamste vraagstukken in het Jeugdwerk, aan wier oplossing de Diocesane K. J. C. wil trachten te werken, is het probleem van de leiders. Wil het jongens-jeugdwerk in het algemeen ge bracht worden op een hooger plan, dan heeft het vooral noodig meer en bijzonder beter gevormde leiders voor al de ver schillende takken. Vandaar dat in den loop van de komen de weken in opdracht van de Dioc. K. J. C. in alle districten van het Bisdom zal worden aangevangen met inrichting van de Algemeene Cursussen voor Jeugdlei ders. Volgens de nieuwe bepalingen moeten in de toekomst een Algemeene Cursus hebben gevolgd alle leiders van de kern groepen van de Juvenaatsafdeelingen, de leiders van de Verkenners, de leiders van het St. Franciscus Liefdewerk en de Ju niorleiders van de Sport. Voor alle overige leiders in het Jeugdwerk blijft het zeer ge- wenscht. Deze cursussen zullen omvatten vier avonden en geven een algemeene grond slag van meer geschikt maken voor het jeugdwerk in den moeilijken leeftijd van 1317 jaar. Cursussen in de bijzondere techniek van een bepaalde tak van jeugd werk b.v. voor Verkenners-leider of leider in de Jonge Wacht volgen later. Zeer binnenkort zal worden bekend ge maakt, waar en wanneer de Algemeene Cursussen in het District Leiden zullen worden gehouden en hoe er gelegenheid tot aanmelding bestaat. NED. VEREENIGING VOOR KOELTECHNIEK. Huldiging van prof. dr. M. de Haas en ir. J. F. M. Koopman. Prof. dr. M. de Maas, voorzitter, en ir. J. F. M. Koopman, secretaris-penningmees ter van de Ned. Vereeniging voor Koel techniek, zijn gisternamiddag in „Twee Steden Palace" in Den Haag, gehuldigd wegens hun verdiensten voor die vereeni ging van welker bestuur zij beiden ge durende de volle 25 jaar van haar bestaan deel hebben uitgemaakt. Er had zich daar toe een comité gevormd onder presidium van den heer E. G. Vattier Kraane te Am sterdam. Zeer vele belangstellenden uit al lerlei kringen waren aanwezig. Te midden van bloemstukken hadden beide jubilarissen met hun echtgenooten plaats genomen toen de heer Vattier Kraane in hartelijke woorden zich tot de jubilarissen richtte. Hulde bracht spr. aan de nagedachtenis van de heeren prof. Kamerlingh Onnes en Lohuis. Spr. constateerde, dat prof. De Haas een waardig opvolger van prof. Kamerlingh Onnes als voorzitter is gebleken en schet ste diens eenvoud als man der weten schap. Van het begin af heeft prof. De Haas de vereeniging, eerst als bestuurslid, later als voorzitter, mede geleid en tot bloei gebracht Als blijk van groote erken telijkheid bood spr. hem daarvoor, na mens het comité, een fraai radiotoestel aan, en aan mevr. De Haas een zilveren theeblad met inscriptie. Zich daarna in het bijzonder tot ir. Koop man richtend, schetste spr. dezen als de motor, de stuwende kraent, der vereeni ging. Spr. bracht in herinnering, dat de Koningin de verdiensten van ir. Koopman onlangs heeft beloond door hem te benoe men tot officier in de Oranje-Nassau orde en uitte den wensch, dat ir. Koopman nog vele jaren voor de Vereeniging voor Koel techniek mocht blijven arbeiden. Ook ir. Koopman werd verrast met een radio-apparaat en mevr. K. met een zil- ren theeblad met inscriptie. Beide aanbiedingen gingen vergezeld van albums, met de namen der deelne mers. Prof. De Haas en ir. Koopman dankten in hartelijke bewoordingen. Nog hielden de heeren Van Slooten, na mens de Ver. van Directeuren van Gem. Slachtuizen, prof. Van Oe, namens de Ver eeniging voor koeltechniek, en H. A. M. Grasso, namens fabrikanten, toespraken tot de jubilarissen. 's Avonds is in de „Twee Steden-Pa lace" een diner gegeven, georganiseerd door een comité ter huldiging van prof. dr. M. de Haas en ir. J. F. H. Koopman. Onder de gasten waren verscheidene bui- tenlandsche vertegenwoordigers, alsmede mr. de Mol v. Otterloo, namens den minis ter van Econ. Zaken en ir. Wouter Cool, alg. secretaris van het Kon. Instituut van Ingenieurs. VERGADERING CONSUMPTIE MELKERS. Gisteravond werd in de Burchtzaal een vergadering gehouden van den Bond van Melkveehouders, den Chr. Boeren- en Tuindersbond, den L.T.B. en de Melkvei- ling „Leiden". De vergadering, die maar heel matig be zocht was, stond, wegens ziekte van den heer Noordman, onder leiding van den heer C. v. Vliet, die na 'n welkomstwoord tot de aanwezigen, een blik wierp op den afgeloopen tijd, die voor de veehouders allerlei moeilijkheden heeft gebracht. Wel heeft de regeering iets gedaan om aan de financieele nooden der veehouders tege moet te komen, doch de contractsprijs heeft niet in alle opzichten bevrediging geschon ken. Er ontstond concurrentie, die sommi gen zeer veel schade deed, men dacht niet allen gelijk over kwaliteit en houdbaarheid der melk, enz. De heer Uittenboogaard, sprekend na mens den Bond van Melkveehouders, uitte er zijn spijt over, dat zoo weinig boeren aanwezig waren. Spr. had gedacht, dat er uit deze vergadering een krachtige drang zou zijn voortgekomen ter meerdere be hartiging der boerenbelangen door de re geering. Spr. wijst er op, dat de besturen AGENDA LEIDEN. Woensdag. Openbare proefles in Esperanto Stadsgehoorzaal 8.15. Donderdag. Opvoering van „Eindexamen" door de Amsterdamsche Tooneel- vereeniging. Ie Abonnementsvoor- stelling. Schouwburg 8.15 uur. Donderdag. R. K. Kiesv. „Den Burcht", 8.15 uur. Maandag. .Opvoering .van. „Leontientje" door het R'damsche Hofstadtoo- neel, Schouwburg, 8.15 uur. Zaterdag. Ledenvergadering R. K. Bijz. Onderwijzers, afd. Leiden en Om streken, „Den Burcht", 6.30 uur. der standsorganisaties week in week uit, soms tweemaal per week, vergaderen om op de bres te staan voor de belangen der leden. Spr. had zeker meer belangstelling van de 325 consumptie-melkers uit den kring Leiden verwacht. Dezen avond zou het regeerings-contract besproken worden en spr. hoopte, dat de aanwezigen klaar en duidelijk hun mee ning over het contract zouden kenbaar maken. De heer Goedhart (Chr. Boeren- en Tuin dersbond) besprak eveneens den onvol doenden 6 cent-prijs voor de melk. De voorzitter vervolgde dan met er op te wijzen, dat de boeren, die met vrouw en kinderen het land bewerken niet meer van hun land kunnen leven. En zulks ondanks beweringen in de Tweede Kamer en an dere colleges, dat de boeren recht hebben op een menschwaardig bestaan. De prac- tijk verschilt daarvan wel heel veel. Eerst wanneer de boeren het werk eens zouden neerleggen, zooals dat in andere vakken meermalen gebeurt, dan zou men wel an ders over den boerenstand gaan denken. Spr. wilde dit denkbeeld allerminst aan prijzen, doch hij wees er op, dat alleen sterke drang op de regeering verbetering kan brengen. Spr. hoopte daarom, dat de leemten en verkeerde bepalingen in het oude contract danig onder de oogen zou den worden gezien. De heer Goedhart weet de slechte op komst aan het feit, dat de boeren beseffen, dat al hun vergaderen niets geeft. Op het vaststellen van den regeeringsprijs hebben ook de organisaties zelf heel weinig in vloed. In een algemeene protestvergade ring moesten, volgens spr., de wenschen van den boerenstand nog eens duidelijk uiteengezet worden. De voorzitter bestreed dezen spreker, want men moet actief blijven. Doen de or ganisaties niets, dan zal men heelemaal niets bereiken. De heer Goedhart kantte zich nogmaals tegen het feit, dat het hooren der organi saties bij de besprekingen zoo weinig in vloed heeft. Alles is vrijwel reeds in kan nen en kruiken en de organisaties laat men praten. De voorzitter wees er spr. op, dat het regeeringscontract den veehouders wel iets gebracht heeft, doch men heeft er geen algeheele bevrediging mee gekregen. Bo vendien gaat het nu niet aan een protest- vergadering te houden tegen iets wat er nog niet is. Dan moet men toch eeist het contract 1934 kennen. Hierna werden de bepalingen van het oude contract één voor één.voorgelezen en waar noodig besproken. Ten aanzien van de 20% van te taxe, in art. 3 genoemd, waarvoor de verschillende steden vrij waren, stelde de besturen thans voor te trachten een regeling te krijgen, waarbij de taxe varieert van 10% boven en 10% beneden de taxe. De heer Goedhart (bestuur) we-?s er in verband met de uitdeeling van contracten aan de veehouders op, dat er bij de regce- ringscommissie toch terdege moet aange drongen worden, dat de bona fide-con- sumptiemelkers in de eerste plaats aan een contract geholpen moeten worden en dat deze niet gegeven moeten worden aan de kaasboeren, die, naar gelang de prijzen van de kaas zijn, 'n enkele maal consumptie- melk leveren. Bij art. 5 over de reinheid en houdbaar heid der melk, over het aanwezig zijn van streptoccen, over het vetgehalte en niet vervalschte melk, over de korting van den prijs en de boete bij niet nakoming der be palingen van dit artikel, diende de heer dr. Kramer, directeur van het controle- station te Den Haag, van voorlichting. De heer v. Leeuwen achtte dit artikel van veel waarde voor de bevordering der hy giëne. Door enkele aanwezigen werden verschil lende bezwaren over dit onderdeel van het contract naar voren gebracht. De voor naamste waren wel over de reinheid en de houdbaarheid der melk. Er werd vooral op gewezen, dat de veehouders meermalen vuile en oude bussen ontvangen voor de melk, zoodat de schuld voor de onreinheid en onhoudbaarheid der melk bij de koopers ligt en niet bij den verkooper. En toch krijgt de verkooper de schuld, toch wordt hij in e enlagere klasse geplaatst en krijgt hij minder voor de melk. Dr. Kramer, hierna het woord verkrij gend, zeide dat de boeren door het con tract een hoogere prijs hebben gekregen. Over de vraag, of die prijs hoog genoeg is, wilde spr. het niet hebben. Daarna besprak hij de reinheid, de houdbaarheid, het vet gehalte en de uierziekte. Hetgeen dr. Kramer hierover vertelde, dijdde uit tot een voordracht, die geruimen tijd in beslag nam en welke met aandacht door de aanwezigen werd gevolgd en naar aanleiding waarvan verscheidene vragen werden gesteld. De voorz. bracht dr. Kramer hartelijk dank voor zijn uiteenzetting en zeide, dat de thuisblijvers ongetwijfeld veel gemist hebben. Vanwege het vergevorderd uur stelde de heer J. Uittenbogaard voor van de verdere behandeling van het contract af te zien en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 2