een knoop en een drukkertje. Het druk kertje zit dadelijk bij het kraagje, de eerste knoop valt daaronder. De tweede knoop dient, evenals de twee, welke op den rok zijn gezet, als versiering. De rok bestaat uit een gladde voor- en achter baan en twee zij banen, die ieder zoowel aan den voor- als aan den achterkant diepe plooi bezitten. De rok is van voren en van achteren hetzelfde. Om het middel wordt een lakceintuur of een ceintuur van peau de suede ge dragen, welke met een aardige gesp sluit. De zoom van den rok wordt nogal breed genomen, zoodat deze jurk bij het aanbreken van de nieuwe lente weer dienst kan doen, doordat men den zoom dan uitlegt, waardoor de rok weer de vereischte lengte verkrijgt. Het patroon van deze jurk is ver krijgbaar voor den leeftijd van 1214 jaar a 58 ets. (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). No. 598 is een aar g jurkje, dat een beetje bewerkelijker is dan het vorige. Het lijfje en de rok zijn in één stuk ge knipt, terwijl de vereischte ruimte wordt gevonden door h-- aanbrengen, zoowel vóór- als achter, van een diepe plooi even boven de knie, waar de in- gestikte plooi uitspringt, hetgeen op de teekening duidelijk zichtbaar is. De twee smalle voorbanen, welke van boven op de hoogte van het armsgat als het ware kruislings over elkaar zijn heengeslagen en in de puntig toeloopende uiteinden een aardige sierknoop hebben, zijn ge vormd door rolnaden. Men knipt deze panden dus niet uit, doch teekent ze nauwkeurig van het patroon na, waarna zij als rolnaad worden aangebracht. Al leen wordt het voorpand, zoowel als het achterpand middenvoor- en midden achter tot de kniehoogte doorgeknipt, waarna een losse plooi wordt ingevoegd. of niet voeren. Voert men hem niet, dan verdient het aanbeveling alle naden van binnen met boorlint af te werken, omdat dit bij ruige stof wel noodzakelijk is. Voert men den mantel, dan wordt de voering volgens het patroon van de jas geknipt. Het patroon van dezen mantel is ver krijgbaar voor meisjes van 1013 jaar a 58 ets. (Laan van Meredrevoort 45a, Den Haag). No. 600 is een heel eenvoudig mantel pakje van donker blauwe of donker groene wollen stof. Het manteltje be staat uit twee voorpanden, welke ech ter zoo smal zijn, dat zij niet tegen el kaar raken, terwijl het rugpand geheel glad valt. Van den rechteronderkant wordt langs den hals en ook van ach teren door en weer terugkomend tot onderaan links van het jasje een schuine bies gezet, welke voor de geheele afwer king zorg draagt. Een tamelijk diepe zak zien wij aan ieder en kant, terwijl een kleine ceintuur van hetzelfde mate riaal als het manteltje de voorpanden op hun plaats houdt. Deze ceintuur wordt gesloten met een gesp. De mouw is glad en heeft bij den pols een smal man chetje. Het rokje bestaat uit een smalle voor- en achterbaan en twee zij banen, ieder voorzien van een paar diepe plooien. Het rokje wordt van boven op een elastiek afgemaakt, waarover desgewenscht een ceintuur kan worden gedragen. Alleraardigst staat onder een derge lijk mantelpakje een dier leuke pull overs, welke men allerwege in de win kels ziet uitgestald. Het patroon voor dit pakje is ver krijgbaar voor meisjes van 12 tot 15 jaar (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). GEBREIDE DAS VOOR HEEREN. De hieronder omschreven gebreide das, 'n z.g. „zelfbinder" is de meest populaire eigengemaakte das voor iedereen en kan overal bij worden gedragen. Men heeft hiervoor slechts noodig eenige kluwtjes zijde in één of meer kleuren (naar ver kiezing) en vier fijne stalen breinaalden. Men begint met 48 steken op te zetten, op de eerste naald 24, op de twee volgen den 12 steken. Men breit de eerste toer recht en men begint daarna met het pa troon als volgt: le toer, 1 recht, 1 ave recht; 2e toer: le steek recht, dan ave recht enz.; 3e toer: 1 averecht, 1 recht; 4e toer: 1 'averecht, le recht. Zoo breit men nog 158 toeren. Dan begint het min deren voor het smalle gedeelte; 2 teza men breien aan het begin en aan het eind der le naald. Aan het begin der 2e en aan het einde der 3e naald doet men hetzelfde. Dan volgen vier toeren: le recht, 1 averecht. De toer met minderin gen nog acht maal herhalen, steeds met 4 patronen toeren er tusschen tot er 20 steken op de naald staan. Het smalle gedeelte wordt dan onge veer 2 c.M. breed. Indien u het iets bree der wilt hebben, dient u natuurlijk niet zooveel te minderen. Nu breit men op 20 steken 1 recht, 1 averecht, totdat men 160 toeren verkrijgt of een lengte van 32 c.M. Dan volgt het andere eind. Op de eerste naald 1 recht; de lus onder den steek, welke men zoo juist heeft ge breid, wordt nu opgenomen en van den achterkant we de patronentoer tot één steek van het eind; de lus wordt hieron der weer opgenomen en van den achter kant gebreid; de laatste steek weer recht. Nu de tweede naald: 1 recht, 1 steek meerderen, zooals boven omschreven en vervolgens het patronentoer verder breie^ tot het einde der naald. De derde naald omvat weer de patronentoer tot aan het eind en één meerderen op de gewone manier. Dan volgen vier toeren van één recht en één averecht. De toer van meerderingen wordt nog zes maal herhaald met vier patronentoeren er tus schen door totdat men weer 48 steken verkrijgt. Het laatste stuk is 11 y, c.M. korter dan het eerste. Tenslotte breit men honderd toeren, dan kant men af en de twee einden worden dichtgenaaid. TWEE ROKKEN. No. 604 is een rok voor een dame met een tamelijk gezet figuur. Doordat de voorbaan pas onderaan een stukje van de uitspringende plooi te zien geeft en de rok over de heupen mooi aansluit, geeft deze rok den indruk van slank te zijn. Om het middel ziet u een smalle ceintuur, terwijl de sluiting wordt ge vonden in den zijnaad met een ripsslui- ting. De ceintuur kan desgewenscht ach terwege blijven. Patroor, verkrijgbaar a 58 ets. (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). No. 605 is een rok voor een dame met een slanker figuur. Alle plooien zijn tot even boven de kniehoogte vastgestikt, terwijl de uitspringende plooien weer onderverdeeld zijn in kleine, zeer smalle plooitjes, zoodat de rok van onderen ge- plisseerd lijkt. Ook hier is de sluiting in den zijnaad links gevonden, terwijl om het middel een smalle ceintuur met een eenvoudige gesp wordt gedragen. Patroon verkrijgbaar a '58 ets. (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). zaam een heel smal rolkussentje te ma ken, terwijl men op zij ook een paar kleine kussentjes neerzet. Verder hebben wij bij mooi weer een wagentje noodig, want het is voor de moeder noch voor het kind aan te beve len het kind te dragen. Een aardige wa gen, welke weinig ruimte inneemt, om dat hij kan worden opgevouwen, ziet u hier afgebeeld. Om te zorgen, dat de kleine, als hij al kan zitten, er niet uit kan worstelen, heeft men dwars voor hem een handsvat aangebracht, dat kan worden losgemaakt als men het kind in of uit den wagen neemt. Aan den voorkant ziet men een apart j deurtje, daar is een kleine opening, waarin men een handtasch of iets der- 1 gelijks kan opbergen. Patronen (in de maten 4250 a 58 ets kunnen per giro (125025), per postwissel of per brief met bijgesloten postzegels worden besteld bij de Redactrice Dames rubriek, Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag. Maat en nummer van het ge- wenschte model s.v.p. duidelijk vermel den! De gevraagde patronen worden binnen drie a zes dagen aan de aan vraagster toegezonden. Ook voor onze schoolgaande meisjes wordt het zoo langzamerhand weer tijd eens na te gaan of de jurken en mantels van den vorigen winter en vooral van het vorige voorjaar nog te gebruiken zijn en of zij er nog niet zijn uitgegroeid. Vooral de kleeren, welke zij van het voorjaar nieuw hebben gekregen, kun nen in de komende herfstmaanden nog zeer goed dienst doen, want wij willen toch zoo lang mogelijk de gedachte aan den a.s. winter op zijde schuiven en als wij dadelijk als bij een beetje guur weer winterkleeren te voorschijn halen, dan zijn wij gewend aan de heerlijke warme kleeren vóór het eigenlijk nog koud is geworden. Onze teekening laat U een tweetal herfst jurken zien, verder een luchtigen en toch warme mantel en een mantel pakje. No. 597 dan is een jurk van effen don kere stof, welke niet geheel uit wol be staat en vooral soepel moet zij na Het patroon is heel eenvoudig. De jurk be staat en vooral soepel moet zijn. Het plooirokje. Het lijfje heeft twee voor panden, die tamelijk ver over elkaar heensluiten en langs den hals worden afgewerkt met een aardig .kraagje waarvan de rechteroverslag breed uit loopt en de linkerkant daarentegen smaller wordt. De rugpand is geheel recht, terwijl het kraagje langs den hals echter dezelfde breedte heeft als men op de schouder kan zien. De mouw bestaat uit een gladde lange mouw en een aar dig schouderklepje, hetwelk iets klok kend is geknipt. Zij worden beiden te gelijk aan het armsgat bevestigd en zit ten daardoor gelijk. De lange mouw is aan den onderkant nauw toeloc pend en afgewerkt met een puntig manchetje va- hetzelfde mate riaal gemaakt als het kraagje. Het schou derklepje wordt eenvoudig met een heel smal zoompje af gestikt. De "luiting van het lijfje bestaat uit Om het middel wordt een smalle cein tuur gedragen gemaakt van het goed der jurk en met een tamelijk langen strik links sluitende. De hals wordt afge werkt door een klein rond kanten kraag je, terwijl de sluiting van de jurk wordt gevonden op den schouder links. De mouw is glad, maar niet te nauw en heeft by den pols een kanten manchetje, hetzelfde als het kraagje. Ook hier doet men goed den zoom tamelijk breed te maken, om de jurk nog eens te kunnen uitleggen. Het patroon van deze jurk is verkrijgbaar voor den leeftijd van 1315 jaar a 58 ets. (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). No. 599 is een mantel van die gezel lige, ruige Engelsche stof, welke luch tig is en toch lekker warm. De mantel bestaat uit twee voorbanen, en een rug uit één stuk. De voorpanden sluiten voldoende ver overelkaar, dat het meis je als zij b.v. naar school moet fietsen, toch beschut is gekleed. Het linkervoor pand wordt met een binnensluiting, welke is vastgehecht aan den zijnaad rechts, op zijn plaats gehouden; de man tel sluit verder met twee knoopen, ter wijl de twee andere knoopen louter als garneering dienen. Verder dient de cein tuur van hetzelfde materiaal als den mantel te zijn en sluit met een cellu loid gesp. De mantel heeft het z.g. rag- lanmodel; de mouwen en schouder be staan dus uit één stuk, terwijl de mouw zelf in tweeën moet worden geknipt om het goede model er in te krijgen. De mouw is verder tamelijk wijd en heeft aan den pols een aardige uitstaande manchet. De halsafwerking geschiedt door een opstaanden kraag, welke uit loopt in twee slippen, welke als een das kunnen worden gekruisd en met twee knoopen worden vastgehecht. De knoo pen zijn hetzelfde als die, welke ge bruikt zijn voor de sluiting. De mantel kan men naar verkiezing al EEN AARDIG MANTELPAKJE. Bij een mantelpakje denken wij al tijd aan een rok en een mantel van de zelfde stof. Hier onder No. 601 ziet U een mantelpakje, waarvan de rok is ge maakt van donkerbruine wollen stof, terwijl het manteltje van tabakskleurige ruige stof is vervaardigd. Het geheel is iets heel bijzonders en zal er dezen herfst zeker wel ingaan, juist omdat het weer eens 'n verandering is op het gewone mantelpakje en wij in dezen tijd zoozeer ingesteld zijn om altijd iets an ders dan gewoon te kunnen dragen. De rok is van de heup af geheel glad en neerhangend en heeft alleen midden voor en -achter een diepe plooi, die ech ter tot aan den onderkant van het heup stuk is vastgestikt en dan pas los komt te hangen. Het manteltje heeft twee voorpanden, welke niet zoo ver over elkaar heen- vallen en met een knoop worden ge sloten. Een aardige ceintuur van ach teren bestaande uit één en van voren uit twee deelen, wordt gesloten met twee dezelfde gespen. De kraag is niet te groot en de revers zijn vrij breed maar niet lang. Om den hals wordt een kleu rige, smalle sjaal gedragen, welke met een aardigen strik om den hals wordt ge legd. De mouw is, zooals U op de teekening kunt zien, heelemaal glad, ja zelfs bijna nauw sluitend. De onderkant wordt naar binnen geslagen en met de voering- mouw afgewerkt. U kunt het manteltje naar verkiezing voeren, doch de mouw wordt in ieder geval gevoerd, zoodat tevens het armsgat netjes is afgewerkt. Patroon van het mantelpakje ver krijgbaar a 58 ets. (Laan van Meerder voort 45a, Den Haag). EEN KEURIGE AVONDJAPON. No. 603 is een avondjapon van licht kleurige zijde, crepe de chine craquelé of dergelijk materiaal. Het lijfje is geheel glad en heeft als halsafwerking breede schouderkleppen, welke van achteren geheel doorloopen, alleen even ingaan, terwijl zij vóór als 't ware in twee slippen eindigen, welke over elkaar heen worden geslagen en zoo tegelijk het strikje vormen. Als versie ring heeft men aan weerskanten drie knoopen met fantasieknoopsgaten aange bracht. Men kan natuurlijk ook de knoopsgaten werkelijk op de schouder- kleppen aanbrengen en de knoopen op het lijfje en deze dan zoo sluiten, doch dit geeft echter iets stijfs aan de japon. De mouw is lang en aansluitend en aan den pols afgewerkt met een smalle schuine bies. De schouderkleppen zijn rondom afgewerkt met een heele smalle zoom. De rok bestaat uit twee voorpanden en een geheel glad achterpand. Van de voorpanden is het rechter veel breeder dan het linker, zoodat dit ook links komt te zitten. Ook hier heeft men drie fanta sieknoopsgaten aangebracht met drie knoopen. De rok valt geheel glad, vooral op de heup moet hij mooi aansluiten. Naar onderen toe wordt de rok klokkend geknipt. De lengte van den rok moet men zelf bepalen, al naar gelang men hem als uitgaansjapon gebruiken wil of als avondtoilet. In het laatste geval moet hij tot bijna op den grond komen. Een bree de ceintuur van seré in een felle tegen gestelde kleur wordt om het middel ge dragen en sluit met een eenvoudige gesp. Patroon verkrijgbaar a 58 ets. (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). LEDIKANT EN WAGEN VOOR BABY. Hoewel vele baby's hun eerste levens maanden doorbrengen in een schattig roze of blauw wiegje, zijn er ook moe ders, die haar kind dadelijk in een ledi- kantje leggen. Onze teekening laat u een doelmatig ledikantje zien, waarin onze kleine eenige jaren kan slapen. Het ledi kantje is tamelijk breed, zoodat de klei ne, als hij gaat woelen, er desnoods ook dwars in kan liggen. Een kleine goed passend matrasje wordt bedekt met een stuk bed-rubber, daarover komt een la kentje. Het is het best onze kinderen te gewennen zoo laag mogelijk te slapen met het hoofd. Om te zorgen, dat zij zich niet tegen de kanten aan stooten, is het raad- EEN GEBLOEMDE OCHTENDJAPON. No. 602 is een ochtendjapon van ge bloemde wollen stof, heerlijk warm voor de a.s. koude dagen. De lengte wordt in één geheel geknipt. De voor panden slaan ver over elkaar heen, ter wijl het linkervoorpand een aparte bin nensluiting heeft De rug is geheel glad. Langs den hals zoowel als langs de voorpanden is een schuine bies aange bracht De mouw is wijd en heeft aan den pols het echte kimonomodeL Om het middel wordt een smalle cein tuur gedragen, welke met lange slippen links op zij wordt gestrikt. Patroon verkrijgbaar a 58 ets, (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haagt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8