MAANDAG 18 SEPTEMBER DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 BAROMETER. naar waarnemingen verricht in den morgen van 18 Sept. 1933, medegedeeld door het Kon. Ned. Meteorol. Instituut te De Bildt. Hoogste barometerst.: 771.6 te Haparanda. Laagste barometerst.: 740.8 te Seydisfjord. Verwachting tot den avond van 19 Sept.: Zwakke tot matige Zuidelijke tot Weste lijke wind, zwaar be wolkt tot betrokken, met eenige regen, la ter opklarend en iets koeler. De hooge drukking strekt zich nog uit van Noord-Scandinavië, waar de barome ter tot boven 770 m.M. is gestegen, tot bij de Pyreneeën, maar in het Westen is bij IJsland dc depressie veel dieper geworden en een diep daalgebied trok over de Brit- sche Eilanden, door een tweede verder Westelijk gevolgd, zoodat het fraaie weer hier tijdelijk onderbroken wordt. In Ierland is zware regen gevallen en in Engeland en West-Frankrijk viel matige regen, terwijl het weer daar vandaan opklaart. Ten Noor den van Schotland waait een stormachtige Zuidelijke wind, en ook aan de Noorsche kust zal de wind tot storm toenemen en regen vallen. Zweden houdt fraai weer met lage ochtendtemperatuur en ochtendnevel. Oost-Duitschland had nog zware regen van de aftrekkende depressie, maar zal heden opklarend wer hebben. Zuid-Frankrijk heeft nog hooge temperaturen en droog weer, behalve aan de Middellandsche Zee waar een mistral waait. In verband met de gevaren van Westelijke winden en tijdelijk herstel van hooge drukking is de eerste da gen afwisselend regen en opklaring te wachten. LUCHTTEMPERATUUR Temperatuur des middags te half drie 20.2 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.: Va n Maandagnamidadg 7.39 uur tot VDinsdagmorgen 6.10 uur. HOOG WATER. Te Katwijk: op Dinsdag 19 September voorm. 3.20 uur en nam. 3.37 uur. WATERTEMPERATUUR. Zweminrichting Hooge Rijndijk om 7 nur 17.5 gr. C. Zweminrichting „De Zijl" om 7 uur: 16.5 gr. C. in het Leidsche Curatorium zijn taak op vat als een van overleg en samenwerking, blijf ik op dit punt hervorming van het Universiteitsbestuur, op grondslag van autonomie, gewenscht achten. Spr. vergelijkt den zooveel gunstiger toestand in Engeland en Italië In beide landen, Italië zoowel als Enge land, ziet men in de Universiteit bovenal het groote levende orgaan van wetenschap, cultuur en opvoeding. Opleiding en onder wijs bleven, hoe essentieel en gewichtig, se cundair. Ook in Nederland stelt artikel 1 van de wet op het hooger onderwijs „de vorming en voorbereiding tot zelfstandige beoefening der wetenschappen" voorop. Maar de publieke opinie klinkt anders: zij roept „onderwijs, opleiding", en verheft de luide leus van „eischen der moderne maat schappij", daarbij gewoonlijk vergetende, dat zij onder „moderne maatschappij" hier enkel de „technisch-economische maat schappij" verstaat. Laat men goed beden ken, dat een samenleving met een erkend materieel ideaal, zelfs al omvat dit zoo hooge goederen als veiligheid, welvaart en gezondheid, tenslotte op zijn best leidt tot geordende barbaric. Laat men bedenken, dat die technisch-economische maatschap pij zelve, en een geweldig groot deel der geestelijke cultuur bovendien, is gefun deerd in wetenschap, en met het leven der wetenschap staat of valt. Laat men beden ken, dat wetenschap de vaedingsbodem is van onderwijs, vakopleiding en opvoeding, doch niet omgekeerd. Laat men oppassen, dat in ons brave vaderland het onderwijs niet de wetenschap verstikt.' Men heeft in het afgeloopen jaar van Verschillende zijden de Regeering gewezen op de wanverhouding, die er heeft be staan tusschen de bezuinigingscijfers op het hooger onderwijs eenerzijds en de ove rige afdeelingen van het departement an derzijds. Vergelijkt men de ontwerp-be- grooting voor 1933 met die van 1931 als laatste normale begrootingsjaar, dan be loopt de voorgenomen bezuiniging op het geheele departement 3% pet., op het lager onderwijs 1M pet., op het hooger onderwijs 18 pet. Al werd bij toepassing op het lager en middelbaar onderwijs belangrijk meer bezuinigd, de genoemde cijfers blijven niettemin getuigen van de proportioneele waardeschatting der drie takken van dienst bij de Regeering. Wil Nederland op het ge bied der wetenschap mee vooraan blijven, of mee vooraan komen, dan dient het zich te gewennen, om aan de organen der we tenschap naar verhouding een ruimer deel zoowel van 's lands middelen als van de nationale milddadigheid ten koste te leg gen. Tenslotte werden de bekroonde winnaars van de prijsvragen gel uk gewenscht en droeg spr. zijn waardigheid over aan zijn opvolger prof. mr. D. v. Blom. Oordeel over de antwoorden op de prijsvragen. Op de eerste prijsvraag, uitgeschreven door de Faculteit der Wis- en Natuurkun de, luidende: „De Faculteit verlangt een beredeneerd overzicht der methoden van verven, welke in vroeger eeuwen in de Leidsche textielindustrie werden toege past", is één antwoord ingekomen onder de kernspreuk „Artem experientia fecit". De schrijver geeft hierin een uitvoerig overzicht van de methoden van verven, welke in Leiden gebruikt zijn. Het geschrift bevat een zoo groot aantal belangrijke gegevens en getuigt van een zoo uitgebreide en grondige studie van het voorhanden materiaal, dat het een belang rijke vermeerdering beteekent voor de kennis van de methoden der ververij, wel ke in de Leidsche textielindustrie vroeger werden toegepast. De faculteit stelt daarom voor, aan den schrijver de gouden eerepenning toe te kennen. Bij opening van het naambriefje bleek de schrijver te zijn de heer W. L. J. de Nie, chem. cand. te Leiden. De tweede prijsvraag van de Faculteit der Wis- en Natuurkunde luidde: „Het is bekend, dat de variabele ster van het Al- goltype RZ Cassiopeiae seculaire verande ringen van haar periode vertoont. De Fa culteit wenscht een kritische behandeling van alle beschikbare waarnemingen met het oog op een mogelijke verklaring van de waargenomen periodenveranderingen als zijnde slechts schijnbaar en het gevolg van dc beweging van de dubbelster R.Z. Cassioperae om een derden component van het systeem". Hierop kwam één ant woord in. Aangezien de beantwoording van de ge stelde prijsvraag op bevredigende wyze is gegeven, met volledige gebruikmaking van al het beschikbare materiaal, door uitste kende eigen waarnemingen belangrijk uit gebreide materiaal, is de faculteit van mee ning, dat de beantwoording de uitgeloofde prijs verdient. Bij opening van het naambriefje bleek de schrijver te zijn de heer A. de Sitter, astr. docts. te Leiden. RECTORAATS OVERDRACHTEN Aan de verschillende Hoogescholen heeft plaats gehad de overdracht van het Recto raat, waarbij, zooals gebruikelijk, min of meer belangrijke redevoeringen zijn ge houden. Wij hebben 'n uitvoerig verslag gegeven van deze plechtigheid aan de Leidsche Universiteit Wat de overige Hoogescholen betreft moeten wij wat korter zyn. Te Nijmegen. De groote toe loop tot de Kath. Universiteit wordt toegejuicht. In zijn overdrachtsredevoering heeft prof. dr. Titus Brandsma, O.Carm. o.a. o.m. het volgende naar voren gebracht. De afgeloopen tien jaar hebben doen zien, dat de Stichting der R.K. Universiteit in plaats van de Katholieke beoefenaars der wetenschap te isoleeren, hen in nauwer contact heeft gebracht met de beoefening der wetenschap in het niet-Katholieke kamp. Niet alleen waar de gelegenheid zich aanbood werd steeds gaarne samenwerking gezocht, maar ook vele blijken van waar deering werden ontvangen. Algemeen wordt erkend, dat de Universiteit haar eischen hoog stelt en het hare bijdraagt om het hooge peil, waarop het universitaire onderwijs in Nederland sfaat, te bewaren. Vervolgens werd op voorstel van de fa- culiteit van Letteren en Wijsbegeerte een gouden eerepenning uitgereikt aan den heer Antonius Weynen te Fijnaart, student der Kath. Universiteit van Nijmegen voor de beantwoording van de prijsvraag in 1932 uitgejfhreven voor een dialect, geogra- phisch onderzoek naar de grens van eeni ge der belangrijkste verschillen tusschen het West- en Noord-Brabantsch dialect en daarna twee eervolle vermeldingen op voorstel van de faculteit der godgeleerd heid aan pater L. H. Cornelissen, O.P., van het Studiehuis der Dominicanen te Nijme gen en fr. M. D. Vergeer O.S. Crucis uit het studiehuis der Kruisheeren te St. Aga tha bij Cuyk. In het meer algemeene deel van zijn re devoering wijdde spr. vervolgens aandacht aan een dubbele, weinig harmonische en al te oppervlakkige strooming van radicalis me en iptegralisme, welke een tijdlang eenigen aanhang vond onder de studen ten; een verschijnsel, dat spr. verklaarbaar en wel te betreuren, doch geenszins ver ontrustend noemt. Spr. durft verklaren, dat de geest, die in de Nijmeegsche studenten leeft en aan kracht wint, een goede is; een die moed geeft voor de toekomst. Bijzondere aandacht vraagt spr. voor het feit, dat van de 272 tot heden afgestudeer den, d.w.z. doctorandi en meesters in de rechten, nog slechts een zevende, in het geheel 38 promoveerden. Dit is te weinig. In de promotie komt eerst de academische vorming eigenlijk tot haar recht. Spr. hoopt, dat ook bij het onderwijs meer waar de zal worden gehecht aan het bezit van een doctoralen graad, wat indirect de pro motie zal bevorderen, tot heil van de Uni versiteit en van het Voorbereidend Hooger en Middelbaar Onderwijs. Met betrekking tot het dantal studénten Nijmegen telt thans in 3 faculteiten 530 studenten laat de rector van Nijmegen een eenigszins ander geluid hooren dan men gewoon is. Wanneer daarbij voor het werk, waarvoor geen scholing noodig is, de noodige krachten zouden ontbreken, dan zou ook hij beperking van het aantal stu denten toejuichen. Nu daarvoor een over stelpende overvloed van werkkrachten is, kan hij het niet als een ramp zien, dat ten minste door scholing nog geestelijke goede ren worden verkregen. Dit moet strekken tot veredeling en versterking van de volks kracht. Als hierbij een zekere versobering van levenswijze voor intellectueelen zou geboden zijn, dan bedenke men dat hoo- gere ontwikkeling niet enkel beschouwd behoeft te worden als waarborg van ge makkelijker materieel bestaan. Zij is een goed in zichzelve en een voorrecht. Spr. juicht dan ook den grooteren toeloop tot de Kath. Universiteit toe, omdat daardoor le vtialiteit en de energie van het katholieke volksdeel moet toenemen. Na ten slotte aan verschillende persona lia van de hoogleeraren aandacht te heb ben geschonken draagt de rector het rec toraat over aan zijn opvolger, prof. mr. van der Heyden. Te Utrecht. De overbevol king. Prof. dr. C. G. N. de Vooys heeft het Rectoraat overgedragen aan prof. dr. C. W. Star Busmann. In zijn rede wees hjj o.m. op de overbevolking aan onze Universitei ten en zeide daarvan: Wat de overbevolking betreft, meende spr., dat overdrijving der studiekosten uit wetenschappelijk oogpunt de slechtste ge neeswijze is. Een selectie acht spr. ook on- gewenscht door de onoverkomelijke bezwa ren, die eraan verbonden zijn. De beslis sing zou moeten vallen in de hoogere klas sen van H.B.S. en Gymnasia. Wat het vraagstuk der buitenlanders be treft is spr. van meening, dat onze jonge landgenooten voorrechten van plaatsing dienen te genieten en beschermd moeten worden tegen buitenlandsche concurrenten, maar anderzijds zou algeheele uitsluiting in strijd zijn met de vrijheid van het hoo ger onderwijs en de vaderlandsche traditie. Te Amsterdam. „Geen storm loop". Prof. mr. I. H. Hijmans heeft het Recto raat overgedragen aan zyn opvolger, prof. dr. B. A. van BakeL Volgens spr. is er een aanmerkelijke stij ging van het aantal studenten, maar is toch geen sprake van een „stormloop" op de wetenschap. Spr. keurt af, dat alle promoties open baar zyn, in tegenstelling tot de Rijksuni versiteiten, waar de private promotie een regel is. De, slechts door twee faculteiten toegelaten, oppositie uit het publiek maak te de promotie tot een belachelijke come- die-vertooning. De ruimte der gebouwen, zoo vervolgde spr., wordt overajl te klein; er bestaat geen geschikte localiteit voor de inschrijving, de college-zalen worden veel te klein en zijn vaak slecht geventileerd. Ook zijn er te weiriig lokalen beschikbaar. De Universi- teits-bibliotheek is vol; er is geen plaats meer voor nieuwe boeken. Na allen, die hem hebben bijgestaan te hebben bedankt, draagt spr. het rectoraat aan prof. v. Bakel over. Te Delft. Bezuinigingen. Bij de overdracht van het Rectoraat aan de Technische Hoogeschool aan prof. dr. J. G. Rutgers, heeft ir. J. A. Grutterink een overzicht gegeven van de lotgevallen der Hoogeschool in het afgeloopen studiejaar en daarbij in de eerste plaats gewezen op de ernstige verliezen, die geleden zijn door de gedwongen vermindering van uitgaven. Te Rotterdam. Gymnasium cn H. B. S. De Rector Magnificus der Ned. Handels- hoogeschool te R'dam, prof. dr. Z. W. Snel ler, heeft het Rectoraat overgedragen aan zyn opvolger prof. Boerman. Prof. Sneller heeft in zijn rede gewezen op een wanbegrip bij de waardeering van de inrichtingen van voorbereidend hooger onderwijs. Men hoort toch vaak de meening verkondigen, als zou de handelsschool, en de met deze gelijk te stellen literair-eco- nomische H. B. S., omdat zij staathuishoud kunde en handelsrecht en warenkennis en handelsaardrijkskunde en handelsgeschie denis onderwijst en dus heel wat hoo gere handelskennis op voorhand geven zou de beste school van voorbereidend oeconomisch hooger onderwijs zyn. In de zen „practischen" gedachtengang is er dan voor de Hoogeschool geen slechter insti tuut van voorbereiding dankbaar dan het „onwerkelijke" Gymnasium. Voor mijn gevoelen, aldus de hoogleeraar, staat de zaak juist andersom: eerst komt het Gymnasium met zijn gedegen taalon derwijs en zijn wis- en natuurkunde; dan komt de gewone (de wiskundige) H. B. S.; dan de literair oeconomische H. B. S„ alias de Handelsschool. Ik denk er niet aan van deze laatste onderwijsinrichtingen kwaad te zeggen. Evenals de kweekscholen voor onderwijzers en andere inrichtingen van voortgezet onderwijs, die een speciale op leiding beoogen, doen zij enorm veel goed; maar instellingen van voorbereidend hoo ger onderwys zijn zij nauwelijks. Te Tilburg. Tevredenheid over de resultaten. Bij de Rectoraatsoverdracht aan de R. K. Handelshoogeschool, Hoogeschool voor Eco nomische en Sociale Wetenschappen te Til burg, heeft de aftredende rector-magnificus prof. dr. M. J. H. Cobbenhagen, een rede gehouden, waarin hij o.a. het volgende zeide: Bij het einde van het eerste lustrumjaar is er reden voor gevoelens van vreugde en dankbaarheid. Vergunt mij n deelgenoot te maken van de redenen, die deze gevoe lens in mij hebben opgewekt. Deze zijn met name gelegfn in het feit, dat het in deze jaren is mogelyk geweest een geheel op :e bouwen, dat voldoet aan de eischen, die aan een Katholieke instelling van hooger onderwijs moeten worden gesteld. Cultureele vorming tot het velledig menschzijn in den vollen, integralen zin kan alleen verkregen worden door de juiste orde te eerbiedigen, die eischt de ordening der economische wetenschappen op de wijs- geerige en de thelogische. De taak eener katholieke hooger-onder- wijs-instelling is, naar ik meen, aldus ver volgde spr., hiermee echter niet geëindigd. Zy moet ook met eerbiediging van het eigen vrije initiatief, waarop de leeftijd den studenten recht geeft, meewerken aan de karaktervorming. Juist de belangrijke po sities, die de afgestudeerden eener hooge school straks in het maatschappelijk leven kunnen innemen, eischen, dat aan de ka raktervorming een bijzondere zorg worde besteed. Even goed als alleen sterke bee- nen de weelde van den rijkdom kunnen dragen, kunnen alleen sterke karakters de weelde van een groote wetenschappelijke ontwikkeling torsen zonder schade voor zich zelf of voor de gemeenschap. Belang rijk is op dit punt de taak der studenten organisaties en haar afdeelingen. Dankbaar wordt herdacht de wijze, waarop de Til- burgsche geestelijke studenten-leiders deze taak vervullen. Naast hen hebben ook de hoogleeraren een opvoedende taak, die be staat in het contact van mensch tot mensch, van den door het leven gevormden man en den jongen mensch, die zich nog moet oriënteeren in de vele levensverschijnse len, die hem bestormen en waarvan hij zoo moeilijk geheel zelfstandig de juiste waarde weet te bepalen. De Rector richtte ten slotte een woord van dank tot den pedel en het personeel der hoogeschool en dreog zijn ambt op de gebruikelijke wijze over aan zijn opvol ger Prof. Kaag. .Te Groningen. „Waardij van het Recht". Te Groningen heeft prof. mr. H. v. Goud oever het Rectoraat overgedragen aan prof. mr. dr. H. W. C. Bordewijk met een rede, getiteld: „Waardij van het Recht". MOORD TE BATAVIA. BATAVIA, 18 Sept. (Aneta). Hedennacht heeft in een hotel alhier een moord plaats gevonden, waarvan het slachtoffer is mevr. W. Bogaard geb. Denkers. Het slachtoffer was nog in leven, toen men haar- vond en verklaarde, dat een zekere G. Ramp, uit Ma kassar, de dader was. De hotelgasten we den opgeschrikt door hulpgeroep. Zy hoor den: „Niet doen. Help, Moord". Het slachtoffer werd door den directeur van het hotel aangetroffen vóór de direc tie-kamer. Zij werd naar de C. B. Z. over gebracht, waar zij is overleden. De dader werd in haar kamer gearres teerd. Hij deed een verward verhaal over zijn echtgenoote uit Makassar, die beiden wilde vermoorden. De vermoorde vrouw is 23 April 1899 te Renkum geboren; zij ves tigde zich met twee zoontjes, resp. 6 en 8 jaar, in November 1932 te Bandoeng, ko mende uit Makassar, waar haar echtgenoot ambtenaar bij de P.T.T. is. Het slachtoffer had al eens uit Makas sar een dreigbrief van Ramp ontvangen tot terugbetaling van geleend geld. Hierin wordt voorloopig de ondergrond van de moord aangenomen. Vier maanden geleden schreef haar echt genoot uit Makassar een brief aan de poli tie te Bandoeng, waarin hij verzocht zijn vrouw tegen Ramp te beschermen, als Ramp te Bandoeng kwam. De heer Ramp is geboren te Boskoop en 58 jaar oud. Hij was reeds jaren in In- dië. Beiden hadden zich in het hotel als echt paar onder een valschen naam doen in schrijven. De moord had plaats door een steek m de buik. De dader heeft bekend. BINNENLAND DE REGEERING EN DE TUINBOUW. Minister Verschuur kondigt teeltbeperking aan. Vandaag viert de R.-K. Baroniesche Tuinbouwbond voor Breda en Omstreken onder groote belangstelling haar zilveren jubileum. Na een herdenkingsrede van den secretaris der jubileerende vereeni- ging sprak de minister van oeconomische zaken, minister mr. T. J. Verschuur, een rede uit, waaraan wij onder meer het vol gende ontleenen: Na de vereeniging gecomplimenteerd te hebben, zeide de minister voor de naaste toekomst nog weinig hoop te kunnen ge ven voor een opleving van den land- en tuinbouw. Ook al is de toestand in de Ba ronie relatief gunstig vergeleken bij dien van andere streken in het land, dat deze toestand relatief gunstig is, komt doordat in de Baronie de tuinbouw niet eenzijdig is georiënteerd, zooals in andere streken van het land. Houdt deze veelzijdigheid o ok in de toekomst vol, want zij zal uw redding zijn, aldus de minis ter. Gelooft toch niet, dat de ze geweluige crisis in eenige ja ren tot het verleden zal behoo- ren, en gelooft toch niet, dat wij de groote leveranciers v an 1 and- en tuinbouV en zuivel- produc ten van Europa zullen b 1 ij v e n. Donkere wolken pak ken zich samen en zware t ij den staan te wachten, zoodat in de komende jaren de grootste so berheid zal zijn geboden. De minister hoopte, dat ook in dezen moeilijken toestand en m de toekomst de land- en tuinbouw achter de regeering zullen blijven staan ook al zou deze, niet Gemeentelijke Aankondigingen. Winkelsluitingswet. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter algemeene kennis, dat zij, in verband met de Leidsche Winkelweek, met toepasssing van art. 9, lid 5, der Win kelsluitingswet, ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak eet- of drankwaren of sigaren e. d. worden ver kocht, voor 20, 21, 22 en 25 tot en met 29 September a.s. tot 10 uur des avonds, ont heffing hebben verleend van het sluitings uur voor winkels, onder voorwaarde, dat na 8 uur des namiddags geen personeel in de winkels aanwezig is en de verkoop uit sluitend geschiedt door den winkeliers en/ of diens echtgenoote. A. VAN DER SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester VAN STRLJEN, Secretaris. Leiden, 16 September 1933. Drankwet. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter algemeene kennis, dat J. G. Kluft te Leiden, een verzoek heeft inge diend ter bekoming van een verlof B voor den verkoop uitsluitend van alcoholvrijen drank voor gebruik m het perceel Bree- straat no. 114, aldaar. A. VAN DER SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRLTEN, Secretaris. Leiden, 15 September 1933. Hinderwet. Burgemeester en Wethouders van Lei den; Gezien het verzoek van J. v. d. Bijl om vergunning tot het oprichten van een ban ketbakkerij in 't perceel Breestraat no. 33, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sec tie G no. 1818; Gelet op de artikelen 6 en 7 der Hinder wet; Geven kennis aan het publiek, dat ge noemd verzoek met de bijlagen op de Se cretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Zaterdag, den 30 Septem ber 1933, des voormiddags te half elf uren in het percel Breestraat 125 (Bureau van Gemeentewerken) gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zy, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner leden zijn verschenen, ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. A. VAN DER SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRLJEN, Secretaris. Leiden, 16 September 1933. AGENDA LEIDEN. Dinsdag. Ledenvergadering van de Ver. v. Handels-, Kantoor- en Winkelbe dienden in de Zita, P. K. Koor- steeg, 8.15 mrr. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 18 tot en met Zondag 24 Sept. a.s. waargeno men door de apotheken: G. H. Blanken, Hoogewoerd 171, tel. 502 en D. J. v. Drie- sum, Mare 110, tel. 406. volledig te .begrijpen, hard-schijnende maatregelen moeten nemen, zooals wette lijke voorschriften voor teeltbeperking enz. Dit is een dringende noodzakelijkheid gebleken. Ook de regeering staat voor groote moeilijkheden en spr. kan daarom niet anders zeggen dan: Geeft ons uw ver trouwen, wij doen ons best. CRISISHEFFING OP OLIËN EN VETTEN De „Vee- en Vleeschhandel" schrijft „In de ochtendbladen van Vrijdag cir culeert een bericht uit het Ned. Weekblad voor Kruidenierswaren, dat spoedig een crisisheffing op oliën en vetten tegemoet kan worden gezien. Dit bericht verwekte onrust in de sla gerswereld, daar er ook reeds opnieuw ge ruchten gingen, dat men in verband met de hooge prijzen voor ruwe vetten zou overgaan tot de opvordering van rauwe vetten en tot centrale smelting. Wij vernemen echter, dat voor deze on gerustheid geen reden behoeft te bestaan, wijl de crisisheffing wel op oliën zal wor den toegepast, doch niet op vetten, daar gesmolten vet en reuzel reeds is belast. Ook aan een opvordering van rouwe vet ten en centrale smelting denkt men bij de Crisis-Zuivel-Centrale niet". KIPPEN EN EENDENHOUDERIJ. Namens den minister van Economische Zaken, maakt de regeerings-commissaris voor de uitvoering van de garantierege ling 1933 ten behoeve van de kippen- en eendenhouderij bekend, dat de uitkeering volgens de garantieregeling voor de week van 18 t.m. 23 Sept. is vastgesteld op 30 ets. per 100 stuks uit te voeren versche kippeneieren, tot een gewicht van maxi mum 50 K.G. per 100 stuks en op 30 ets. per 100 stuks uit te voeren versche een deneieren. PALINGINVOER BEPERKT? Naar wordt medegedeeld, zijn maatrege len in overweging ten aanzien van den invoer van aal en paling. Audiëntie. De gewone audiëntie van den Minister van Economische Zaken zal op Donderdag 21 September niet plaats hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 2