AAN ONZE ABONNÉ'S
VRIJDAG 25 AUGUSTUS 1933
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG.
NOORDIWJK.
Personalia. Voor het examen hoofd
act© is geslaagd mevT. A. Jelgersma.
SASSENHEIM.
Personalia, Voor het te 's-Gravenhage
gehouden examen voor hoofdonderwijzer
Blaagde onze dorpsgenoot de heer M. C. A.
Driessen.
STOMPWIJK.
DE VOLKSFEESTEN.
Groot vermaak bij jong en oud.
De volksspelen, georganiseerd door de
hardd raverij vereeniging „Nooit Gedacht"
zijn, mede door het mooie weer, ook dit
jaar weer uitstekend verloopen.
Om 9 uur trokken de kinderen, voorzien
van vlaggen door het dorp, voorafgegaan
Idoor het fanfare-gezelschap „Juliana". Aan
het eind van de kleurige stoet volgde een
auto mot burgemeester Keyzer en ver-
echillende bestuursleden. Op het terrein
aangekomen werd een aanvang gemaakt
met diverso spelen, waarin de jonigena en
meisjes elkaar om prijzen bekampten. De
uitslagen van de spelen waren:
let© klas jongens (blokjesrapen): le pr.
'Adr. Marwijk, 2e pr. Oor v. Veen, 3de pr.
Knijnenhurg.
lste kl. meisjes (blokjesrapen): le pr.
Fie Kuipers, 2e pr. Mientje Disseldorp,
Se pr. Grarda Graimeman, 4e pr. Pie
Graimeman.
2e kla« (ballendragen): Adr. Granne
man, 2e pr. Joopie Boonekamp, 3e pr. Jac.
Luiten, 4de pr. Henk v. d. Zijden.
2e kl. meisjes (ballendragen) le pr. Nelly
v. Veen 2e pr. A. Lex mond, 3e pr. Corry
v. d. Bosch, 4e* pr. Marie v. Vliet, 5e pr.
Dora Havik.
3e kl. jongens (ton rollen): le pr. G. v.
Veen, 2e pr. J. v. d. Helm, 3e pr. Nioo Ha-
vik, 4e pr. Cor Rotteveel.
3e kl. meisjes (ton kruien): le pr. Truus
'Ammorlaan, 2e pr. Marie Luiten, 3e pr.
Tj>na v. Veen, 4e pr. Mien den Elzen, 5e
pr. Mien v. d M,or, 6e pr. Corry Sohrader.
4e kl. jongens (hardloopen): le pr. Koos
Bohemen, 3o pr. A. Knijnenburg, 3de pr. J.
de Groot, 4e pr. Freek Waayer, 5e pr. G.
v. d. Haar, 6e pr. W. v d. Salm, 7e pr. A. v.
d. Helm, Re pr. Th. Lexmond.
4e kl. meisjes (touwtje springen): le pr.
M. Janson, 2e pr. Betje Bierhuizen, 3e pr.
Nelly v. d. Bosch, 4e pr. Batje de Groot.
5e kl. jongens (boegsprietloopen): lste
pr. Wim Belt, 2e pr. Jan Waayer, 3e pr.
Henk Luiten.
5e kl. meisjes (blinddoekje)le pr. Cor
v. Es, 2e pr. Josien Laurens, 3e pr. Co
Hagen. 6
Ce kl. jongens (hindernisbaan): le pr.
Henk Boon, 2e pr. Henk Verhagen, 3e pr.
L. v. d. Bosch.
6e kl. meisjes (trefbal): le pr. G. v. d.
Bosch, 2e pr. Gr. Kraan, 3e pr. L. de Groot.
7e kl. jongens (verzwaarde hindernis-
baan): le pr. P. Beekman, 2e pr. 0.
Haastert, 3e pr. G. Waayer.
7o kl. meisjes (hoepolen met hindernis
sen): le pr. Marie Belt, 2de pr. Jannie v.
d. Bosch, 3o pr. Jo Lexmond.
Schoolvrije jeugd jongens (balslaan): le
pr. N. Stijnman, 2e pr. H. Kleyweg, 3e pr.
J. Kuipers, 4e pr. D. Turkenburg, 5e pr.
Koos Verhagen.
Meisjes (stoelendans): le pr. A. v. d.
Boseh, 2e pr. T. Olsthoorn, 3e pr. Jans
Kuipers, -le pr. Anna Groeneweg.
Na beëindiging van de spelen werden
de schoolkinderen getracteerd en mochten
zij een rit maken in den zweefmolen.
Circa 10 uur had het ringsteken voor
Dames en heeren een aanvang genomen.
De uitslag hiervan was dames: le pr. mej.
M. Vogelaar, 2e pr. mcj. C. d. Salm, 3e
pr. mej. C. de Haas, 4e pr. mej. B. Belt.
Heeren le prijs L. Olsthoorn 2e pr. Ant.
Stijger, 3e pr. Jac. v. Haasteren, Jac. v.
d. Poel.
Om twee uur had het ringsteken plaats
met paard en tilbury. Hiervoor bleek groo-
te animo te bestaan. Er waren 29 paren
ingeschreven. De uitslag was: le pr. den
lieer W. v. Santen en mej. Jo Post, 2e pr.
de heer en mej. J. GroenewegBolleboom,
3e pr. de heer P. Roodenrijs en dochter;
4e pr de heer C. Overdevest en mej. Rika
v. Dijk.
Tijdens het ringsteken werden door het
bestuur van „Nooit Gedacht" twee ballons
opgelaten, welken aan de gezichteinder
verdwenen. Nog was het ringsteken niet
afgeloopen, of twee geoostumeerde elftal
len van SNA en supporters betraden in
marschtempo, voorafgegaan door „Ju
liana" het veld voor de voetbalwedstrijd.
De costuums waren uitstekend geslaagd.
Een woord van lof aan den heer Hoppe zak
uit Leiden. De wedstrijd eindigde met 21
voor SNA. 's Avonds 8 uur deelde burge
meester Keyzer de prijzen uit.
Op het terrein was gedurende den
avond veel publiek. Ook de café's maakten
goede zaken. Geen enkele wanklank heeft
de goed geslaagde feestdagen verstoord.
VOORHOUT.
Verbolgen baas. Naar aanleiding van
een uitspraak van den Kantonrechter te
Leiden verkreeg een bewoner van een per-
oeej aan de Teijlingerlaan alhier het recht
het door hem gehuurde pand nog één
maand te blijven bewonen.
Do huisbaas, kennis nemende van het
feit, dat de huurder nog een maand tegen
zijn wil zijn woning moch bewonen, toog
op 'n avond naar betrokken perceel en
sloeg daar alle ruiten met een dakpan stuk.
Van ©en en ander werd door betrokken
huurder aangifte gedaan bij de politie.
INGEZONDEN STUKKEN
DE STAKING AAN DEN RIJKSWEG IN
DE HAARLEMMERMEER.
In Uw blad ik iets over de staking bij
't werk aan den Rijksweg Amsterdam
Sassenheim, door Mr. Srob geschreven.
Daar ik uit den aard der zaak met de si
tuatie goed op de hoogte ben, zoo voel ik
mij verplicht mij tegen de uitlatingen van
den burgemeester te kanten. Ik ben n.l.
zelf bij dit conflict betrokken, dus ook
staker. Dus kan ik deze zaak practisch
behandelen.
Aan hoogdreunende theorie heeft men
in dit geval niets. De menschen moeten de
nuchtere feiten onder de oogen krijgen. En
deze zijn de volgende:
Er moet op» dat werk bovenmenschelijk
werk gepresteerd worden, wat voor iederen
mensch en dus ook voor eiken grondwer
ker onmogelijk is. Ik weet. wel: Mr. Slob
schrijft, dat de aannemer beweert, dat. zijn
grondwerkers dat werk kunnen, doch dat is
een leugen. Dit kan elk weldenkend vak
man beoordeelen na het volgende gehoord
te hebben. Elke grondwerker moet per dag
verwerken 18 M3 vaste grond, op deze
wijze: tot 1.30 M. diepte, de volgende 0.90
M. over twee handen, dan zelf de kar op
't stort brengen, 't spoor omschiften, en de
taluds in orde maken. Dit alles met elkan
der vormt een totale onmogelijkheid. Nu
kan Mt. Slob niet begrijpen, dat er zelfs
nog christelijke menschen zijn, die zulk
werk weigeren. Misschien is Mr. Slob niet
op de hoogte met kerkelijke instellingen,
doch dan wil ik als gewoon arbeider hem
verwijzen naar Paus Leo XII in zijn En
cycliek „Rerum Novarum".
Mr. Slob schrijft: de aannemer wil de
menschen betalen van 22 tot 28 per
week.
Niets van aan. Zij konden verdienen,
door zoo te werken, dat het voor de massa
niet uit te houden was, 18 per week.
Mr. Slob schrijft ook van ingrijpen van
de regeering. Nu, dat zou toch mooi wor
den, wanneer een arbeider in zijn goed
recht is. Ik voor mij bén een andere mee
ning toegedaan, en. wel deze:
Laat een aannemer inschrijven voor de
prijs, welke er voor staat, dus geen 70
mille onder de begrooting, dan wordt dat
werk zonder tegenspoed gemaakt voor het
loon wat daar voor staat. De collega-aan
nemers hebben nooit geen schijn van kans,
als zij niet aan die „uitbeen politiek" mee
willen doen. En nu geloof ik, de lezers van
Uw blad behoorlijk doch beknopt te heb
ben ingelicht. Dit zijn de nuchtere feiten,
zonder meer.
U dankend voor de plaatsing,
Een staker.
EEN AFDOEND ARGUMENT.
Wij zijn bijna even oud, mijn vriend en
ik. Ik win het van hem met drie dagen en
ben dus feitelijk de oudste. Hij is mij der
halve respect verschuldigd, maarSa
men hebben wij gestudeerd en zij aan zij
de noodige examens ondergaan, tot op
twintigjarigen leeftijd het onmeedoogende
leven ons gescheiden heeft. Hij week uit
naar de zakenwereld, ik trad in het groot
seminarie. Gedurende vijf lange jaren ver
loren wij elkaar uit het oog.
Wat is er in die vijf jaren met hem ge
beurd? Welk leven heeft hij geleid? Welke
boeken en kranten deden het hem aan?
Hoe waren zijn makkers? Wie....?
Kortom, toen ik hem weer terugzag na
mijn priesterwijding, was hij anti-klerikaal
geworden, hatelijk, fel, razend, anti-kleri
kaal
Ik herinnerde mij hem, zacht, be
schroomd, godvruchtig. Thans toonde hij
zich spotlustig, bijtend-scherp, zijn eertijds
zoo goedige oogen puilden van ergernis zoo
dra hij een godsdienstig vraagstuk aan
roerde.
Waarom liet hij den godsdienst niet lie
ver met rust?
Geloof je, dat, indien God bestond, er
eiken dag zooveel rampen gebeurden?
Een ziel? Heb je ooit je ziel gezien.,
het hiernamaals? wie is er ooit van terug
gekomen
Een heel stel laag-bij-de-grondsche op
werpingen uit de oude doos bra-cht hij mee
van zijn handels-societeit.
Op zekeren avond bij het afscheid begon
hij over Jonas en de walvisch.
Van twaalf uur af genoten wij weder-
keerig van eikaars gezelschap. Ik gevoel
de mij vermoeid, geprikkeld, en antwoord
de hem niet te zachtzinnig, noch te be
leefd
Ik snap niet wat je in dat mirakel
zoo verbazend vindt. Jonas heeft maar drie
dagen in de walvisch doorgebracht; jij
loopt al meer dan dertig jaar in een ezels
huid rond
Ik had ongelijk, ik had mijn zenuwen
moeten beheerschen. Gaarne bood ik mijn
verontschuldiging aan, doch gekwetst als
hij was in zijn eigenliefde, liet hij zich in
een paar maanden niet bij mij zien.
Hij kon mij echter op den duur niet mis
sen. Zoo keerde hij weer tot zijn ouden ka
meraad en zondebok, strijdlustiger dan
voorheen.
Eens kwam hij de sacristie binnengeloo-
pen. De vloer brandde hem onder de voe
ten. Daarom bevitte hij mijn besten koster,
wat mij ergerde, gaf hij af op mijn goede
parochianen, wat mij bedroefde: zij deden
beter, minder te bidden en meer hun even-
mensch lief te hebben
Wat weet jij daarvan?
Ik weet alles!
Dan zwijg ik,' als je alles weet.
Soms, ja, meestal kwam hij op zijn door
reis bij mij het tweede ontbijt gebruiken.
Omdat ik tusschen mijn soep en mijn laat
ste hapje biefstuk tenminste een beetje
rust en vrede wilde, bedong ik van hem,
zoolang niet over godsdienst te spreken.
Maar daarna kon hij zich niet langer be
dwingen. Het debat ving weer aan.
Ten laatste voegde ik hem toe:
Je hebt baast nog meer geloof dan ik,
maar het is azijn geworden
Aaijn? En dan?
DanAzijn en wijn beiden veronder
stellen en het bestaan van den wijnstok.
Ik begrijp je niet.
Te wil me niet begrijpen.
Vruchtelooze pogingen wendde ik aan
om mijn vriend te overtuigen. Ik sprak hem
over onze kinderjaren en eerste indrukken,
ik probeerde het met de hoofdwaarheden
van ons heilig geloof en weerlegde een voor
een zijn eindelooze opwerpingen.
Altijd moest hij het laatste woord heb
ben. Waar haalde bij het vandaan? Had hij
in zijn hersenen een machientje om tegen
spraak te fabriceeren, zooals de varkens-
slager een molentje om worst te maken?
Hij zwolg in opstandigheid. Legde ik
hem iets uit, dan onderzocht hij niet of het
waar kon zijn, maar hoe hij het kon afbre
ken.
Mijn vorige huishoudster haatte hem.
Van zenuwachtigheid at ik nie.t genoeg als
hij te gast was, en wij waardeerden haar
kookkunst ni©t voldoende.
Niettegenstaande alles bleef ik van hem
houden. De onze was een beproefde vriend
schap.
Nadat ik sedert meer dan twee maanden
weer eens niets van hem gehoord had, be
sloot ik op verkenning uit te gaan, toen ik
volgend telegram ontving:
„Kom mij bezoeken; morgen buikopera
tie".
Het is altijd gevaarlijk zich den buik te
laten opensnijden, al geschiedt het door
een professor a tienduizend de bewerking.
De buik is daar niet voor geschapen.
Terstond sprong ik in een taxi en be
reidde mij voor om mijn goeden vriend niet
zonder een akte van berouw de eeuwigheid
te laten trotseeren. Wat zou ik hem zeg
gen? Alles hadden wij samen verhandeld,
alles en nog wat bovendien. Ik zat leelijk
in het nauw. Van ganscher harte riep ik
St. Joseph aan en den H. Expeditus, voor
spraak in wanhopige gevallen.
Doch wie schetst mijn verbazing, als ik
bij het binnentreden van zijn kamer op
tafel een prachtig kruisbeeld bespeur en
een leven groot formaat zie liggen van
de H. Teresia van het Kindje Jezus
Hij reikte mij een klamme hand. Heb
dank, dat je zoo spoedig komt. Het is heel
ernstig met mij. Een gezwel aan den dik
ken darm. De chirurg zal zijn best doen,
maar ik heb veel meer vertrouwen in de
kleine H. Teresia dan in zijn operatie-mes.
Ik stond versteend.
Wat scheelt je? vroeg hij.
Wat mij scheelt? Wil je het weten?
Je verbaast mij niet een klein beetje.
Hoe zoo?
Een kwart eeuw ruim put ik me uit
in alle theologische argumenten, in geloofs-
en moreele motieven, leen ik je grondige
lectuur, kostbare boeken, die je mij daaren-
enboven nooit terugstuurt.Je weerstaat
alles, verstand en hart, gebed en genade,
en omdat je nu morgen geopereerd wordt,
ben je dadelijk bekeerd, bekeerd niet al
leen, maar vroom en vol vertrouwen in de
H. Teresia van het Kindje Jezus.
Verontwaardigd zei hij:
Je zou moeten juichen.
Ik juich, maar het verwondert mij,
dat het. argument van den dikken darm
meer afdoende blijkt dan al de andere
Het is anders ernstig genoeg de
d"warsdarm.
Dwars of niet, ik blijf bij mijn ge
voelenMorgenochtend?
Acht uur. Draag je de H. Mis voor
mij op?
Stellig. En wees niet boosWe waren
altijd even oprecht jegens elkaar, een
levenslange gewoonte. Je hebt me wel an
dere dingen gezegd
De operatie is afgeloopen en naar wensch
geslaagd. Mijn vriend beklimt zijn geliefd
stokpaardje. Ik vrees voor zijn bekeering.
Als het maar blijft duren, zooals de
dikke heer zuchtte, die uit de vijfde ver
dieping viel
PIERRE L'ERJMITE.
SPRINKHANEN00RL0G IN
ARGENTINIË.
Met vliegmachines en electriciteit tegen de
reusachtige zwermen.
Argentinië is den laatsten tijd door reus
achtige zwermen sprinkhanen geteisterd en
de bestrijding van deze geweldige plaag
eisehte maatregelen, die tot nog toe onbe
kend waren. De bladen, aldus de Times,
publiceeren b.v. voortdurend communiqué's
over het „oorlogstooneel". Nog kort gele
den brachten de bladen in Buenos Aire9
berichten waarboven met vetgedrukte let
ters stond: „De vijand staat voor de deur".
Nu moeten deze woorden natuurlijk niet
al te letterlijk opgenomen worden, want hij
„staat" niet, maar vliegt op de stad af.
Hier worden n.l. bedoeld: de milliarden
sprinkhanen die, van het Argentijnsch Cha-
oo-gebied. komend, tot heden 700.000 hec
taren lijnzaad en tarwe vernielden.
Enkele weken geleden reeds kwamen de
eerste alarmeerende berichten. Er versche
nen giroote zwermen sprinkhanen. Aanvan
kelijk werd de provincie Santiago del Ces-
tero geteisterd. Aanstonds werden maatre
gelen genomen, maar die konden het onheil
niet voorkomen. Ook de korenschuur der
Republièk, de provincie Santé Fe, werd or
het slachtoffer van. En nu bedreigen zij
zelfs de hoofdstad.
De eerste aprinkhaavenzwerm het zij:
de Zuid-Amerikaaneche trek-sprinkhanci
brachten een geweldige paniek te wee;
Zij kwamen in zóó dichte zwermen, <U
de lucht verduisterde. Pas toen er teget
zonsondergang een verkwikkend avond,
windje opstak, ging de zwerm iet© uiteen.
Zoodra de eerste zwermen zich vertoond et
begonnen de farmers hun strijd tegen de
sprinkhanen. Hun maatregelen haddca
slechts weinig succes. De bedreigde boeren
konden de totale vernietiging van hun
oogst niet verhinderen. In vele streken ver
anderden de vruchtbare akkers in dood-
sohe, kale woestenijen. Ook de boom gaar-
den werden kaal gevreten, ja zelfs leder en
linnengoed wae niet veilig voor de vraat
zucht van deze dieren.
Aanvankelijk trachtte men de lastige in
dringers door het aanwenden van verschil,
lende chemicaliën uit te roeien. Met zeme.
len, lijnkoeken en mest gedrenkt in arseni-
cum-oplossing hoopte men zijn doel te be-
reiken. Dit lokaas werd op plaatsen neerge
legd, waar de sprinkhanen het talrijkst neer
gestreken kwamen. Zemelen zijn n.l. een de
licatesse voor de sprinkhanen. De lokspijs
miste haar uitwerking niet. Heele zwermen
verloren na het gebruik hun vliegzekerheid
en tolden als dronkenen in 't rond. Op deze
manier werden er millioenen en nog een»
millioenen sprinkhanen vernietigd, maar er
kwamen voortdurend weer nieuwe bij en do
massa's trokken onofgebroken verder, ter
wijl niets in staat was hun opmarsoh te
stuiten.
Ook de besproeiing der velden met eeu
oplossing van vergif werd beproefd. Deze
methode eisehte echter veel werk en wa<
zeer ingewikkeld. Er bleef de farmers dua
meestal geen tijd hiervoor meer over.
Er kwamen in Buenos Aires dringende
verzoeken om hulp binnen uit de bedreig
de provincies. De geruïneeerde farmers
bestormden de Regeering en eischten hulp
van den Staat. Zij kwamen met heele scha
ren naar de residentie en de stad wist niet
hoe al deze hongerende menschen ineens
te helpen.
In het oogenblik van het grootste gevaar
besloot de Regeering tot ongewone midde
len over te gaan ten einde de schadelijke
dieren uit den weg te mimen. Het voor
beeld voor deze wanhoopsdaad leverden de
U.S.A. Twee ;aar geleden werd in de 5
westelijk gelegen Staten der Unie: in Min
nesota, Nebrasha, Jaow en Noord- en Zuid-
Dakoto, met vliegtuigen en electriciteit te
gen de sprinkhanenplaag gestreden. Deze
strijd werd met groot succes bekroond. Ook
in Argentinië scheen deze methode snelle
resultaten te beloven. Maarhet scheen
slechts zoo, want de maatregel kwam te
laat.
De militaire vliegers hadden nu buiten
gewoon veel te doen. Hun eerste taak was,
de plaatsen te ontdekken, waar de sprink
hanen hun eitjes legden. Deze schadelijke
dieren leggen bij voorkeur hun eieren in
onbewerkten grond, in „pakjes" van 30, 50,
zelfs 80 en nog meer eieren. Met behulp
van gifstuivere werden de geteisterde
landstreken met gifstof bedekt. De sprink
hanen werden daardoor radicaal vernietigd
Maar het gelukte niet alle eierplaatsen le
vinden en zoo bleef ook deze maatregel
zonder resultaat.
De sprinkhanenoorlog veroorzaakte nog
twee vliegongelukken. De luchtoorlog te
gen de sprinkhanen ie n.l. zeer moeilijk. De
piloot moet tijdens de bestuiving heel laag
tot 1 meter boven den grond vliegen. Twee
maal gebeurde het nu, dat een plotselinge
windruk de vliegtuigen met zulk een kracht
tegen den grond slingerden dat deze door
doen smak verpletterd werden.
De vliegtuigen probeerden ook de indrin
gers met gas te verdrijven. Deze maatregel
bleek echter absoluut nutteloos. Het gas,
dat voor ieder mensch doodelijk zou zijn,
veroorzaakte bij de sprinkhanen slechts eeu
korte bedwelming. Deze bedwelming duur
de ongeveer 1% uur en dan verhieven de
zwermen zioh weer opnieuw en zetten hun
rooftocht voort.
In hun wanhoop zijn ©enige farmers op
het idee gekomen, de electriciteit in dienst
der sprinkhanenbestrijding te stellen. Zij
richtten groot© metalen toestellen op, die
electrisoh geladen werden. De insecten vlo
gen in zwermen er tegen en werden door
den stroom gedood. Maar ook dit hielp
weinig. Thans probeert men alleen nog
deze plaag van de andere provincies af te
weren.
Bepalingen der Gratis-Ongevallenverzekering voor de
abonné's van „De Leidsche Courant".
Elke abonné van „De Leidsche Courant",
die zijn abonnementsgeld tijdig heeft vol
daan is verzekerd voor een bedrag van
300.tegen een hem (haar) overkomend
ongeval, dat do ©enige en rechtstreeksche
oorzaak is van den dood van de(n) abonné,
hetzij onmiddellijk of binnen 14 dagen na
den datum van bet ongeval. Dit bedrag
zal ten spoedigste aan zijn of haar nage
laten betrekkingen worden uitgekeerd.
Onder nagelaten betrekkingen worden
verstaan en zullen achtereenvolgens tot het
ontvangen der uitkeering gerechtigd zijn:
le. de echtgenoot^©); 3e. kinderen; 3e.
de ouders; 4e. de stiefouders of (zoo deze
ontbreken) de grootouders, of (zoo ook
deze ontbreken) de schoonouders, wier
kostwinner de overledene was; 5e. de broe
ders en zusters wier kostwinner de over
leden e was.
Onder kostwinner wordt verstaan hij of
•ij, die tenminste een derde van zijn of
Iköar verdiensten geregeld uitkeert aan
de(n) persoon of personen, die hij of zij bij
het levensonderhoud te hulp komt.
Onder verzekerde abonné wordt ver
staan zoodanige persoon, welke niet jon
ger is dan zeventien (17) jaar en niet ouder
dan vijf en zestig (65) jaar.
Er bestaat geen recht op uitkeering:
a. Wanneer de verzekerde abonné tijdens
het plaatsvinden van het ongeval verkeer
de in staat van krankzinnigheid of ver
standsverbijstering, onder den invloed wae
van overprikkeling of van bedwelmende
dranken; of den krijgsdienst te water of te
land uitoefende in tijd van oorlog, burger
lijke twisten of oproer, of wel zich buiten
Europa bevond, of wanneer de verzekerde
abonné tijdens het ongeval op een vis-
schers-, Marine- of ander vaartuig varen
de was buitengaats, op de Zeeuwsche of
Zuid-Holkaodeche stroomen, of op de Zui
derzee; of wanneer de verzekerde abonné
rich tijdens het ongeval bezig hield met
de bereiding, verwerking of vervoer van
buskruit, schietkatoen, naphfca, dynamiet of
andere licht ontvlam- of ontplofbare stof
fen of daarbij desbewust tegenwoordig
was.
b. Foor personen, bezigheden verrich
tende, waaraan bijzonder gevaar verbon
den is, zooals: luchtreizigers, acrobaten,
circusrijdere en dergelijke waagstukken uit
voerende personen, indien het ongeval ont
staat tijdens de uitoefening van hun beroep
of de daarmede gepaard gaande bezig
heden; öf voor krankzinnige, lamme, hard-
hoorige, sterk bijziende, aan duizeling,
hartgebrek of vallende ziekte lijdende
personen of voor hen, die een beroerte
gehad hebben.
c. Indien het ongeval het gevolg is: van
het gebruikmaken van voertuigen roet
mechanische kracht van het deelnemen
aan wedstrijden of weddenschappen van
welken aard ook; van een lichaams
gebrek; van een ziekte of kwaal; van
zelfverminking, zelfmoord, of poging daar
toe; van tweegevecht of vechtpartij, waar
bij de verzekerde betrokken was; van
handelingen in strijd met wetten, verorde
ningen, Koninklijke besluiten of voorschrif
ten van Spoorweg-, tram-, boot- en derge
lijke ondernemingen voor personenvervoer,
van verregaande roekeloosheid of het zich
moedwillig of onnoodig blootstellen aan
eenig gevaar door de(n) verzekerde(n)
abonné.
d. Ongevallen door of bij baden, zwem
men, benevens watertochten, zonder bege
leiding van een ervaren bootsman zijn al
leen dan onder de verzekering begrepen als
het bewijs wordt geleverd, dat den dood
rechtstreeks is veroorzaakt door een plot
selinge ge weldadige inwerking van uit
wendig geweld op het Lichaam van de(n)
verzekerde (niet b.v. door beroerte, kram
pen, enz.) Daarenboven geeft verdrinken
in binnenwateren, rivieren of moeren alleen
dan recht op uitkeering, wanneer onder
meer bewezen wordt op welke wijze de
verzekerde is te water geraakt. Het vin
den van een persoon (lichaam) in het water
zonder meer wordt niet als een bewijs van
een ongeval aangemerkt.
Het recht op uitkeering blijft bestaan
wanneer de dood een gevolg is van recht
matige verdediging van eigen of eens
andere lijf of poging tot redding van per
sonen.
Is een verzekerde een ongeval overko
men, dan is degene, die op uitkeering rech
ten wil doen gelden, verplicht zoo spoedig
mogelijk uiterlijk binnen driemaal 24 uren
na den dood (Zondagen en Katholieke
Feestdagen die als Zondagen gevierd wor
den niet medegerekend), hiervan mede-
deeling te doen met opgave van getuigen,
die bij het ongeval tegenwoordig waren,
dus eventueel binnen 17 dagen na het
ongeval, aan de Directie van „De Leidsche
Courant".
Is een verzekerde een ongeval overko
men dan moet zoo spoedig mogelijk ge-
nee©-, of heelkundige hulp worden inge
roepen, om naar gelang van zaken den
dood of deszelfs oorzaak te cons ta tee ren of
wel om de(n) getroffene te behandelen. In
het laatste geval zal de gewonde verplicht
zijn zich geheel naar de voorschriften van
den geneesheer te gedragen en zich, indien
dit noodig geoordeeld wordt, in een zieken
huis te begeven, zullende geene uitkeering
verschuldigd zijn indien door het niet tijdig
inroepen van genees- of heelkundige hulp
of het niet opvolgen van voorschriften van
den geneesheer nadeelige gevolgen voor
de(n) patiënt ontstaan. Zij die eenig recht
op schadevergoeding willen doen gelden,
zijn op straffe van het te met gaan hunner
rechten verplicht den daartoe door de
Directie van „De Leidsche Courant' aan
gewezen geneesheer in staat te stellen en
zoo noodig de daartoe benoodigde stappen
bij de bevoegde autoriteiten te doen om
de oorzaak van den dood te constateeren.
Bij niet voldoening aan de verplichting
tot kennisgeving binnen den gestelden ter
mijn in „De Leidsche Courant" tot geen
uitkeering verplicht, tenzij bewezen wordt
dat degene(n) die aangifte had(den) be-
hooren te doen, daartoe niet in de moge
lijkheid was (waren) en hij (zij) evenmin in
staat was (waren) die aangifte d-oor een
ander te doen geschieden.
In zulke gevallen begint de bovenge
noemde termijn van drie dagen, zoodra de
bedoelde onmogelijkheid opgehouden heeft
te bestaan.
Onbekendheid met de verzekering of
hare voorwaarden gelden niet als onmo
gelijkheid van tijdige aangifte.
De uitkeeringen geschieden door de Di
rectie der „Leidsche Courant" binnen veer
tien dagen, nadat het recht op uitkeering
bewezen is aan de(n) rechthebbende(n).
„De Leidsche Courant" is met verplicht
uitbetalingen te doen, wanneer haar niet
wordt verstrekt een extract uit het regis
ter van overlijden.