VRIJDAG 25 AUGUSTUS 1933 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BEAD PAG. 6 Onze publieke spreektribune over de Stadhuisplannen HET LEIDSCHE RAADHUIS. Licht en lucht in het plan „Blaauw". I.Raadzaal en hoofdgang. Het R. A. C.-rapport zegt: De combinatie van boven- en staand licht maakt het bezwaar, dat dit laatste tegenover de raadsleden hinder geeft, min der ernstig; het kan b.v. door toepassing van gebrand glas worden verminderd". De situatie is aldus: Achter de raadzaal loopt een breede gang met bovenlicht. Dit bovenlicht is ge rekend door de wand van de raadzaal met een daarin te schijnen. De raadzaal heeft dus (aan de lange zijde) resp. buitenlicht van het plein, met tevens het lawaai van dit plein-en tweedehands binnenlicht door ramen op de gang, die de beslotenheid van de raadzaal ernstig zullen schaden. Het licht dat eerst door een (dubbele) lantaarn valt en dan opzij weer door ra men moet schijnen om een ruimte te ver lichten is een der armzaligste middelen daartoe, die men kan denken. Deze ramen bevinden zich -.50 M. achter de zetels van 13 Raadsleden, wien het dus aanbevolen is in geheime zitting zacht te spreken (hoewel zij het verst van allen van de tafel van B. en W. verwijderd zit ten) daar anders elk woord van hen in de breede gang wordt verstaan. Daar het licht achter hen onmogelijk van veel be- teekenis kan zijn is het voorstel der R. A. C. om in de ramen aan het plein ge brand glas aan te brengen, goed bedoeld, maar van twijfelachtig nut, daar afdemping van dit licht de raadzaal tevens donker maakt. Overigens zijn deze ramen geheel verkeerd aangebracht: met lage borstwe ringen als "kalonramen, terwijl de Burge meester het wrange genoegen zal smaken een dergelijk raam vlak achter zijn zetel te vinden. n. Gelijkstraats Breestraat Op de verdieping onder de raadzaal is het met het licht aldus gesteld: Onder de breede gang ligt weer een gang van dezelf de afmetingen. Deze mist natuurlijk het bovenlicht en is geheel zoowel van boven als van de zijden, ingebouwd, d.w.z. duf en donker, immers het indirecte zijlicht moet schijnen door het bureau van den Ontvanger dat elf meter diep is, of door de lokalen aan de Noordzijde, die verlicht worden door de binnenplaats waarvan het R. A. C.-rapport zegt: „Wegens de betrekkelijk geringe afme tingen van dit plein en de hooge bebouwing ringsom zullen vooral de aan dit plein ge legen benedenvertrekken geen ruime lichttoevoer hebben, wat echter voor de meeste dezer lokalen niet zwaar behoeft te wegen". IH. Een schromelijk tekort aan licht en lucht. De breede gang achter de raadzaal waar van het R.A. C.-rapport zegt: „De in de hoofdas gelegen 5 meter breede wandel gang over de geheele diepte van het ge bouw helpt mede om dezen monumentalen indruk te versterken", kan niet anders dan bitter tegenvallen. Een gang met boven licht is nooit monumentaal, daar boven licht altijd maar een lapmiddel is. Het aan alle zijden ingebouwd zijn, voltooid door een tochtportaal aan de Breestraat, sluit deze gang geheel van de buitenlucht af, immers ventilatie door de (noodzake lijk dubbele) lantaarn kan een dergelijke ruimte nooit frisch houden. Evenals aan de onrustige ligging der raadzaal en de slechte verlichting en ven tilatie van den benedengang kan met kunst en vliegwerk wel iets worden ver holpen, doch bij een nieuw bouwplan die- ne altijd verre de voorkeur te worden ge geven aan methoden die deze middelen niet noodzakelijk maken. Mr. W. C. FELTKAMP. WAT NT? Het „Leidsch Dagblad" houdt een be toog, hetwelk op verschillende punten pa rallel loopt met onze crietiek op het eind oordeel der Raadhuis Advies Commissie. Het blad concludeert, dat óf het plan- Blaauw, terzijde moet worden gelegd óf de andere architecten in de gelegenheid moe ten worden gesteld, een nieuw plan te ma ken op een terrein-oppervlakte als die van het plan-Blaauw. Dit laatste lijkt onzen collega de beste oplossing. „ONBEGRIJPELIJKE PROFANATIE". ..Zoo veroordeelt de architect J. M. van der Mey in de „Vooruit" ólle plannen „van de uitverkoren architecten". Wij willen hier het artikel curiositeitshalve afdruk ken. „Deze kunstenaars (de uitgenoodigde ar chitecten) werden geplaatst voor een zeer interessant vraagstuk: het ontwerpen van een nieuw raadhuis, aanpassende aan mo derne eischen, waarbij het behoud van den ouden gevel geëischt werd, zooiets als het zetten van een oud juweel in een nieuwen ring. Want een juweel was die oude gevel, ver levendigd door den ragfijnen carillonto ren, een schepping van Lieven de Key; meer een wand dan een gebouw een droom een sproke, bijna onwezenlijk en toch tastbaar, gesproken in de meest zoete spraak van de zuiverste renaissance; de droom is uitgedroomd, vervaagd in den fei len stormbrand, zoodat er rest een vage herinnering, een flard schoone kant. Welk een precieuze opgaaf voor een kunstenaar, deze kostbare reliek te schragen en te om- ramen in een moderne omgeving, zoodat den nakomeling blijft de vage aanduiding van het eens gewezen schoone, de fijne tin keling van helaas vergane heerlijkheid. Wat hebben deze uitverkoren kunste naars van dit vraagstuk gemaakt? In onbegrijpelijke profanatie hebben al lereerst twee van hen en niet de slecht- sten zich de stoutheid veroorloofd, aan den gevel een „kleinigheid", niet meer of minder dan zegge acht meter, aan te breien in den ouden trant; zoo den droom uitrekkende! Met den toren, den fijnen carillontoren, mysterieus uitzwevend boven den ouden gevel, heeft niemand weg geweten. De eenige, die zich iets herinnert, is Krophol ler en toch was de gevel zonder de rag fijne bekroning niet meer dat; toren en gevel waren zoo innig met elkaar ver groeid en verdroomd. In plaats daarvan zet ieder een toren. Bij een raadhuis hoort toch een toren en men zet dien ergens neer. Blaauw op een onbenullige plek, zonder organische func tie, ergens in een hoek gekwakt, bij Buur man, Kropholler en Van der Laan beter geplaatst ten minste, maar karakterloos of nog erger, namaak Scandinavisch. Mertens zondigt echter wel het sterkst; zijn toren, plomp en fantasie-loos, plakt hij naast den ouden gevel en vermoordt zoo maar eventjes, wat er nog van rest. Zoo springt de moderne Nederlandsche Bouwkunst om met de schoone resten van het verleden: gebrek aan piëteit of erger, onmacht? En hoe nu het „moderne" vraagstuk, het nieuwe gedeelte met zijn hedendaagsche eischen? Wat we daarvan zien is kortweg ellen dig! Lieve hemel, is de terugslag in de moder ne architectuur dan reeds zoo sterk, dat niemand dezer uitverkorenen uitkomt bo ven het gebroddel, dat we hier voorgezet krijgen? Nuchter of plomp, nergens een hartelijk of zielvol inleven, tracht men het toch zoo belangrijke vraagstuk van de zoo bij uit stek volksbouwkunst, hoe de moderne de mocratie te huisvesten, op te lossen. Is onze moderne bouwkunst moe, ver ouderd of versuft? Noch in planindeeling noch in architec tuur is ook maar iets verheugends te be leven bij wat deze uitgelezen vaten ons brengen. Slechts Mertens doet een poging, om ten minste in plan iets verheffends te schep pen; zijn binnenplaats houdt een belofte in; zijn vormgeving is echter niet in staat deze tot iets meer, tot iets rijpers te doen worden. Alle anderen geven een indeeling over- borrelend van troosteloosheid, nuchterheid en armoede van geest! Het voornaamste element, de raadzaal, de kern en ziel, het hart van dit huis der burgerij, wordt weggestopt, is onbereik baar, onvindbaar en onmonumentaal, als ware het een ergernis hoogste troef.... de lichtinval, die de arme gevoelige oogen der burgervaderen niet mag kwetsen. Alleen Blaauw zocht ten minste naar een uitspreekbare functie; doch hoewel hij zijn best doet, gaat ook zijn pogen, evenals de op zich zelf goede vondst van een inspringend plein aan de Vischmarkt, architectonisch en stedebouwkundig niet uit boven een zielig pogen, terwijl hij be langrijke organische functies als hoofd trappen en zoovoorts, maar vergeet of ne geert. De deelnemers hebben zich beijverd, de noodige gevraagde lokaliteiten weg te wer ken, zonder al te veel te trachten de be langrijke elementen te benutten of te ver werken tot monumentaliteit. Maar, om eerlijk te zijn, moet men toe geven, dat het programma de deelnemers voor een zeer moeilijke en ondankbare taak plaatst. De eisch namelijk, om den hoofdingang te maken aan den Breestraatgevel, is ab surd en onlogisch. Zoover hoeft de eerbied voor de schoone resten en de traditie niet te gaan, dat men door dezen eisch te stel len, absoluut de mededingers dwingt tot een mislukking! Hoeveel beter zou Blaauw geslaagd zijn, indien hij den hoofdingang had mogen ver leggen naar buitenplein en binnenplein. Men hoeft zich niet te verdiepen in de distributie-kwaliteiten van de verschillen de plannen; de eischen en beoordeelingen der commissie hierover zullen wel juist zijn. Hulde daarom aan Blaauw, die ten min ste even uitkomt in een mannelijke poging tot verweer, als kunstenaar, een stoutheid die hem bijna zijn deelneming kost! Maar wat te denken van onze veel ge prezen moderne bouwkunst, zoo hoopvol gekoesterd, verwend en geprezen, maar die blijkbaar in handen van velen, nog wel uit verkorenen, tot niet veel anders in staat dan het geven van het hier vertoonde slap pe afkooksel van quasi-oude motieven of hulpelooze, meest grofbanale, moderniteit, en veelal nog niet eens van eigen bodem! Is deze 'mislukking onmacht, onwil of, erger nog, reactie? Is onze democratie niet meer bij machte een eigen leven te lei den, zich te hullen in een gewaad harer waardig? Is alles dood, versuft of ver gaan? Waar gaan wij heen met onze heden daagsche bouwkunst?" Aldus de schrijver in de socialistische pers. Hij noemt het feit, dat architect Blaauw zonder eenige ruggespraak met of me- dedeeling aan zijn mededingende collega's van de gegeven opdracht is afgeweken, een „mannelijke póging tot verweer"! Wij veronderstellen graag, dat anderen in socialistische kringen hierover anders denken. Voor de bezichtiging der plannen in de Lakenhal verwijzen wij naar een gemeen telijke aankondiging in dit nummer. BUITENLAND VAN HET VATIC A AN DE PAUS BEZOEKT ZIJN BUITENVERBIJF. Restauratie-werkzaamheden in oogenschouw genomen. Om zeven uur (Italiaansche tijd) heeft Z. H. de Paus zich gistermorgen voor de tweede maal in enkele maanden per auto naar Cartel Gandolfo begeven, het op 25 K.M. afstand van Rome gelegen Pauselijk buitenverblijf, dat, zooals men weet, vol gens artikel 14 van het verdrag van Late- ranen, den H. Stoel als Pauselijk gebied werd toegewezen. De Pauselijke auto werd voorafgegaan door een auto, waarin de gouverneur der Vaticaansche Stad, markies Serafini, en de commandant der Pauselijke gendarmerie Demandato gezeten waren, en werd gevolgd door ©en andere auto, waarin de geheime kamerheeren van Zijne Heiligheid, mgr. Venini en mgr. Confalonieri hadden plaats genomen. Ln de auto van Zijne Heiligheid bevond zioh ook de „maestro di camera'1, mgr. Gaccia Dominioni. Het is thans de tweede keer, dat de H. Vader Zijn staat en tegelijk Rome verlaat. Het eerste bezoek van Zijne Heiligheid aan Ca stel Gandolfo had plaats den lOen Juli j.L De reis droeg geenerlei officieele karak ter. Zijne Heiligheid wilde de werkzaam heden tot restauratie van het Pauselijk Paleis in oogenschouw nemen. Om kwart voor acht kwamen de auto's voor het hek van de villa Barberini van Castel Gandilfo aan, waar de H. Vader ontvangen werd door den directeur der pauselijke buitenverblijven, dr. Bonomilli. Na hierop per auto de' oprijlaan te zijn doorgereden, hield Zijne Heiligheid stil voor het Pauselijk paleis, waar Hij begroet werd door Zijn neef, ingenieur graaf Ratti en de andere leden der Vaticaansche tech nische commissie. Met de lift begaf de H. Vader zich naar de eerste verdieping van het paleis, waar Hij een bezoek bracht aan de vertrekken, welk© bestemd zijn voor de leden van het Pauselijk hof en de paters Jesuieten, die verbonden zijn aan d© Vaticaansche sterre- wacht. Vervolgens ging Zijne Heiligheid naar de tweede verdieping, waar zich de eigenlijke Pauselijke vertrekken bevinden. De H. Va der doorliep alle kamers en trad tenslotte Zijn, privévertrek binnen. Geruimen tijd hield Hij zich op in de kapel, toegewijd aan de H. Maagd, Be schermster van Polen, ter herinnering aan Zijn werkzaamheid als nuntius in Polen. De beschildering dezer kapel wordt uitge voerd door den Poolschen schilder Dero&en. Zij bestaat uit fresco's, welke een episode uit den Zweedschen inval in Polen en d© invasie der bolschewisten in 1920, waarvan de H. Vader getuige was, uitbeelden. De kqmst van den H. Vader in het stadje Gastel Gandolfo werd door het luiden der klokken aangekondigd, waarop de bevol king zich onmiddellijk naar het plein be gaf, waaraan het Pauselijk paleis is gele gen. De H. Vader, die op het balcon verscheen van waaraf Hij den Zegen gaf, werd lang durig toegejuicht. Na nog een bezoek te hebben gebracht aan de overige deelen van het paleis, be klom de H. Vader het terras, waar Hij eenige oogenblikken genoot van het schit terend panorama. Tenslotte begaf Zijne Heiligheid zich weer naar beneden, doorliep de lanen van de villa's Cibo en Barberini, welke met het Pauselijk paleis het Vaticaansche bezit uit maken en bracht een bezoek aan de model boerderij, waar Hij geestdriftig werd be groet door de ongeveer vierhonderd arbei- des, die op Castel Gandolfo werkzaam zijn. De H. Vader onderhield zich geruimen tijd met vaderlijke welwillendheid met de werklieden, wien Hij tenslotte den Zegen gaf. Om kwart voor tien keerde de H. Vader weer met Zijn gevolg naar 'EJome terug en kwam kwart over tien in den Vaticaan- schen staat aan. „Msb.u Ongevallen tijdens den tocht Naar Reuter nog uit Romet meldt, is tijdens den rit van den Vaticaanschen staat naar Castel Gandolfo ©en band van de auto, waarin de H. Vader gezeten was, gesprongen. Zijne Heiligheid was in ver band hiermede, gedwongen eenige oogen blikken den wagen te verlaten, hiermede voet op Italiaanschen bodem zettend, voegt Reuter er aan toe. Eenige seconden, nadat de auto, waarin Zijne Heiligheid zich op den terugweg naar den Vaticaanschen staat bevond, het dorp Ciampino had gepasseerd, stortte vlak aoh- ter de auto een militair vliegtuig, dat. in de telegraafdraden was verward geraakt, op den weg. AU door een wonder heeft de officier, die het vliegtuig bestuurd©, slechts licht© verwondingen opgeloopen. DUITSCHLAND HET RIJKSDAG-PROCES. In het proces over den Rijksdagbrand, dat zooals gemeld op 21 September begint, zullen vijf verdachten zich te verantwoor den hebben. In de eerste plaats de 24-jarige Neder lander Marinus vaai der Lubbe, van beroep metselaar, die als toegewezen verdediger heeft den advocaat Leuffert uit Leipzig. Verder zal terechtstaan het 40-jarige gewe zen communistische Rijksdaglid Ernst Torg- ler, aan wien dr. .Sack uit Berlijn als ver dediger is toegevoegd. De drie ander© ver dachten zijn: de 51-jarige letterkundige Georg Dimitrof, de 31-jarige student Blagoi Popof en de 36-jarige schoenmaker Wassil Tanef, die alle drie dr. Teichert uit Leipzig als verdediger zullen hebben. Voor dit proces is zeer veel materiaal verzameld, zoodat de rechters niet minder dan 35 dossiers moesten doorwerken. Het is hun taak, aldus het Wolff-bureau, het re sultaat van het vóóronderzoek aan de hand van de mondelinge verklaringen te bestu- deeren, waarbij de acte van beschuldiging, die 230 bladzijden beslaat, aU wegwijzer dient. Het OM. heeft totaal 110 getuigen en deskundigen gedagvaard, doch het is mo gelijk, dat hun aantal nog aanzienlijk zal stijgen. Het Hof heeft ambtshalve het recht getuigen te dagvaarden, voor zoover dit voor het resultaat van de bewijsvoering noodig wordt geacht, terwijl ook de verdachten ge tuigen kunnen dagvaarden. Zooals reeds gemeld, zal het verhoor der verdachten in Leipzig plaats hebben. Ver volgens zal het Hof zich naar Berlijn bege ven om een indruk te krijgen van de plaat selijke omstandigheden in het Rijksdagge bouw. In het gebouw zal ©en speciaal vertrek ter beschikking van het Hof worden ge steld. Daar de meeste getuigen in Berlijn wonen, zullen door de behandeling in de hoofdstad aanzienlijke kosten worden be spaard. Mag De Moro Giafferi als verdediger optreden? De bekende Fransche advocaat. De Moro Giafferi deelt in de pers mede, dat hij op zijn verzoek aan het rijksgerechtshof te Leipzig, om eenige der beschuldigden van den Rijksdagbrand te mogen verdedigen, geen antwoord heeft ontvangen. „Daar ik, zoo schrijft hij verder, in de „Rempart'1 (die door de „Daily Telegraph" wordt geciteerd) geen weigerend bescheid heb gekregen, ben ik gerechtigd mij als raadsman van de ongelukkige verdachten te beschouwen. Niettemin weet ik, dat ik niet pleiten zal. Het Hitler-régime vreest de waarheid te zeer. Als advocaat, die de verslagen heb bestudeerd, verklaar ik plechtig, dat het kapitein Goering was, die de heele zaak heeft gearrangeerd en dat Goering order gaf den Rijksdag in bramd te steken". BISSCHOP VAN BERLIJN ERNSTIG ZIEK. Zijn toestand critiek. De gezondheidstoestand van dr. Sohrei- bor, bisschop van Berlijn, is in de laatste dagen sterk achteruitgaande. Het verval van krachten is zoo ernstig, dat fer reden is tot groote bezorgdheid. De Nuntius heeft den zieke bezocht en hem den bijzonderen groet en zegen van Z. H. den Paus over gebracht. TEGEN RECORD-WAANZIN. Naar d© „Voelkischer Beobachter" ver neemt, heeft do rijkssportleider, von Tchammer-Osten, naar aanleiding van het overlijden van d© duur-zwemster Ruth Litzig, uiting gegeven aan zijn verontwaar diging over de onverantwoordelijke roeke loosheid van de organisatoren van dez© gebeurtenis, die door bun methoden, welke met sportieven geest niets te maken heb ben, een jong menschenlexen brutaal heb ben vernietigd. Hij twijfelt niet, of derge lijk© recordwaanzin-evenementen zijn met dit voorval voor altijd afgeloopen. Overi gens laat de rijkssportleider het aan het gerecht over, de organisatoren ter verant woording te roepen. IERLAND 0'DUFFY GEEFT HET NIET OP. Parade-plannen ondanks verbod. Generaal O'Duffy heeft ondanks het door de Icrsohe regeering aangekondigde verbod, besloten zijn propaganda in het land op de oude wijze voort te zetten. Gistermiddag begaf bij zich naar Cootshill, waar zich op een geheim bevel een groot aantal blauwhemden, gekleed in het blauwe uniformihemd der Iersche fascistische beweging, verzameld had. Bij aankomst hield O'Duffy een rede, waarin hij verklaarde, dat zijn nationale garde thans 45.000 leden in Ierland telde, waar van ongeveer vierfijfde gedeelte afkomstig uit het graafschap Munster. Tot groote verrassing der aanwezigen kondigde O'Duffy daarop aan, dat Zondag a.s. te Cork een parade der blauwhem den zal worden gehouden, waaraan 40.000 man zuller deelnemen. Algemeen verwacht men, dat als de or ganisatie over eenige dagen niet is ont bonden, de Valera waarschijnlijk direct daarna tot arrestaties zal overgaan. O'Duffy heeft bij enkele gelegenheden reeds over zijn aanstaande arrestatie ge sproken. Blijkbaar verwacht hij daarvan een groote propagandistische uitwerking voor zijn zaak. Te Dublin is een sterke troepenmacht geconcentreerd. In sommige kringen go- looft men, dat deze bestemd is voor bewa king van een concentratiekamp, dat do Valera zou willen inrichten, als het aan tal gearresteerd© blauwhemden te groot mocht worden. RUSLAND. DE NOOD NIJPT IN RUSLAND. Hulpverleening door protestantsche en katholieke kerken. Woensdagavond zijn talrijke Duitsche en buiteniandsche persvertegenwoordigers op uitnoodiging van het Evangelische pers- verbond te Berlijn bijeengekomen, ter be spreking van den oproep van den aarts bisschop van iWoenen aangaande den hon gersnood in Rusland. In de openingsrede werd gezegd, dat de Duitsche evangelische kringen het initiatief met vreugde begroe ten en de hoop koesteren, dat de protes tantsche kerken in het buitenland een der gelijke actie op touw zullen zetten om in samenwerking met de katholieke kerk aan de redding der Rusische christenen te helpen. Een drietal personen, die pas de Sovjet Unie bezocht hebben, schotste vervolgens den nijpenden nood, die daar heerscht. Dat de toestand er zeer slecht is, bewijst ook het bericht uit Moskou, dat de autori teiten voornemens zijn in eenige gebieden van de Sovjet-Unie wegens het gebrek aan vleesch geconserveerde levensmiddelen te distribueeren en vleeschlooze dagen in te voeren. Deze maatregel zou ook worden genomen voor de arbeidersbevolking en voor de militaire troepen. De vroegere voorzitter van den Raad van Volkscommissarissen, Syrzow, is ver bannen naar Astrakan. Ook een afgezant van den paus, die uit Rusland in Rome is teruggekeerd, heeft mededeelingen gedaan over zijn slechte er varingen aldaar opgedaan. In den komen den winter verwacht hij een vreeselijken hongersnood. De afgezant vertelde den paus, dat naar schatting 10 k 12 millioen menschen den komenden winter van honger zullen omko men. Toen de paus dat vernam, kon hij zijn tranen niet bedwingen. Na een oogenblik van stilte had de paus zijn zelfbeheer- sching herwonnen en zeide rustig: „Wij moeten een middel vinden om dit, het koste wat het kost, te voorkomen." Men gelooft, dat de paus overweegt hulp-expedities naar Rusland te zenden, zooals dit ook eenige jaren geleden ge schied is. AMERIKA PER VLIEGTUIG OP WEG OM MACHAD0 TE D00DEN? Vreemd gerucht te New-York. Te New-York loopt het gerucht, dat een vliegtuig met een groep mannen aan boord die van plan zijn den voormaligen presi dent van Cuba, Machado, te dooden, Ha vana heeft verlaten op weg naar de hoofdplaats van Bahama, Nassau. Nader wordt gemeld, dat het. bedoelde vliegtuig aan dranksmokkelaars toebe hoort, die zioh op ©en zakenreis hebben begeven. Ex-president Machado was ech ter zóó ontsteld over het aanvankelijke ge rucht, dat de autoriteiten hem twee man man ter speciale bewaking beschikbaar hebben gesteld. BUITENL. BERICHTEN. SNELTREIN VALT IN DE RIVIER. Vier dooden, acht gewond/in. Yier personen zijn gedood en acht ge wond, doordat negen van de tien slaapwa gens van den expresstrein va<n New-York naar New-Orleans zijn ontspoord en in het water gevallen. Het ongeluk had plaats op de brug over de Anacosta, welke sterk is gewassen, als gevolg van de jongste zware regenbuien blijkbaar zijn de fundamenten van de brug door het water ondermijnd, want nauwe lijks bevonden de wagons zich op de rails van de brug, of de locomotief ontspoorde en viel in do rivier, gevolgd door de slaap wagens. Onder de dooden bevinden zich de machinist en de stoker. PAUSELIJKE NUNTIUS TE MADRID ERNSTIG GEWOND. De pauselijke nuntius in Spanje, mgr. Tedeschini, heeft tusschen Madrid en San Sebastian een auto-ongeluk gehad. Met vrij ernstige verwondingen is hij in een dorpspastorie opgenomen. BRAND OP NEDERLANDSCH TANKSCHIP. In de haven van Pressburg, Op het aan een Nederlandsche reederij behoorende tankmotorschip „Haarlem", dat een lading van 50 wagons olie uit Rus land aan boord had, is in de haven van Pressburg brand uitgebroken. De brand weer nam terstond krachtige maatregelen om het vuur te bestrijden en slaagde er in de machineruimte te behouden, doch de lading is geheel uitgebrand. De schade wordt op ruim een half millioen Tsjechi sche kronen geschat. De stuurman kon zich met zijn vrouw slechts redden door in den Donau te springen, NOODWEER IN J0EG0-SLAVIE. Verscheidene personen door den bliksem gedood. Op vele plaatsen in Joego-Slavië heeft noodweer gewoed. Hagelbuien hebben overal groote schade aangericht en door den bliksem zijn verscheidene personen gedood. In Slowenië hebben wolkbreuken over- strcomingen veroorzaakt, zoodat in ver schillende steden debrandweer moest in grijpen om bedreigde menschen uit hun woningen te redden. In Slavonië vernielde de hagel alleen reeds te Osiek 3000 vensterruiten. Ver scheidene boeren werden door den bliksem getroffen en gedood. Ook. de omgeving van Zagreb heeft zwaar geloden. De vooruitzichten van de opbrengst van den inais- en fruitoogst, doch vooral van don w ijnoogst, zijn in vele streken met 70 pet. verminderd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 6