DE LEIDSCHE COURANT
DE ROODE ROOS.
Op de geboende eiken tafel stond een
kandelaar, twee wijnglazen, een kistje si
garen en een flesch. liet huis was rustig;
van tijd tot tijd kwam er van uit de straat
het geluid van een lach of een zacht gezang.
Monkey Arnold zat achterover gebogen in
een leunstoel, zijn gelaat verdoken in de
schaduw, zijn oogen fonkelden als twee lich
ten, do vingeren van éénc hand rustten op
de tafel, de andere hand hield hij tegen zijn
gordel in de nabijheid zijner twee pistolen;
hij wist, dat hij misschien niet levend uit
dit huis zou keoren, maar in dit geval zou
hij eerst den gastheer en enkele anderen
met hem mede den dood injagen.
Laten we elkander verstaan, sprak hij.
Aan de andere zijde der tafel zat Don
Bamon del Arrejas, gouverneur van Alcan
zar; hij wreef zich de handen al glim
lachend.
Dit is wat ik verlang, mijnheer.
Ge zegt, dat .er een lading geweren
aan boord van mijn schip is?
Dit heeft men mij bericht ze zijn be
stemd voor den rebel Juan Sevada.
Monkey Arnold zweeg.
't Is niet de eerste maal, dat ge met
hpm betrekkingen hebt, ging Don Ramon
voort. Twee jaar geleden, toen hij achter
volgd werd, hebt gij hem verborgen op uw
schip en alzoo ontkwam hij aan de straf, die
hij verdiende. Later hebt ge hem aan land
gebracht en verleden jaar nog hem ©en la
ding geweren doen geworden, zoo, dat hij
in staat gesteld was het gouvernement uit
te dagen. Ge bekommert er u niet om, uw
sporen te verbergen. Is het dan te verwon
deren, dat de graaf ook erg ingenomen is
tegen u.
Monkey Arnold lachte zachtjes, een glim
lach vol humor en spot.
't Verwondert u misschien, dat ik u
hier uitnoodigde in plaats van u te doen
aanhouden en in de gevangenis te zetten
en dan uw schip aan te slaan?
Mogelijk.' 't Is misschien omdat ge
geen zekerheid hebt. aangaande de wapens
en spot lag nu in elk woord misschien
durfdet ge 't niet proheeron.
N"en! Don Ramon hief de hand op.
Ik heb in de stad twee duizend soldaten
hoeveel hebt gij er? En wat de wapens
betreft, wel, ik kan het schip doen onder
zoeken. Gij komt hier als een vredevol za-
kenmensch en in werkelijkheid is het om
den rebel Sevada te helpen; daarvoor kan
ik u doen doodschieten.
Maar.... zei Monkey Arnold.
- Maar mijnheer, go kunt me van meer
nut zijn levend dan dood.
Monkey Arnold wachtte. Hij wist, dat hij
op verraderlijken grond stond, maar tevens
ook, dat de gouverneur niet zoo zeker over
zich zelf was als hij 't wel beweerde. Mon
key's schip, de „Cormorant", lag op twee
mijlen afstand van de kust en al vorens de
uitnoodiging van den gouverneur te aan
vaarden, had hij beval gegeven het sohip
om geen enkele reden aan wal te brengen.
Ilij kende Mexico en de Mexicanen te goed
om ze te gelooven. Don Ramon deed niets
dan bluffen en Monkey Arnold was geen
man, die zich met bluf liet beetnemen, maar
bij was alléén op de kust en de gouverneur
had twee duizend soldaten tot ziin dienst.
Don Ramon leunde een weinig voor
waarts en /.ei:
- Sevada verkeert in geldnood; indien
hij de geweren betaalt, zal hij geld missen
voor zijn mannen, en deze zullen hem in
den steek laten. Dus hij móet u betalen.
Natuurlijk.
- Doch hij mag do geweren niet ont
vangen.
Neen?
Neen! Hij zou nog geld kunnen krij
gen bij zijn vrienden en aldus geld en wa
pens bezitten. Hij moet u betalen en geen
wapens krijgen, verstaat ge me?
Neen.
Ik zal 't u uitleggen, doch eerst een
glas wijn. Don Ramon nam de flesch op;
hij zag dat ze leeg was, verliet zijn zetel,
ging naar de deur, waar een kleine, in 't
zwart gekleede man boog. Monkey Arnold
greep naar zijn pistool, maar 't was nutte
loos.
Maria! riep Don Ramon en luisterde
even.
Een meisjesstem antwoordde.
Nog een flesch wijn, kind. Hij keerde
terug naar de tafel, 't Is mijn dochter, mijn
heer. Ik heb dienstboden, maar ik durf zo
niet te vertrouwen, want ik vrees, dat Se
vada iets van ons gesprek zou vernemen.
Het meisje trad binnen, slank en bekoor
lijk als een schiin in de schaduw. Haar ge
laat werd een schoon bleek ovaal toen ze
over de tafel boog om de flesschen te ver
wisselen. Ze had groote zwarte oogen,
roodo lippen en een weinig spottenden
mond. Monkey schatte haar zeventien jaar,
zeker niet ouder.
Maria, dit is do heer waarvan ik
•prak.
Ze keek naar Monkey, glimlachte en ver
dween; in haar blik had hij echter iets
ontstellends gelezen.
Don 'Rlamon vulde de glazen.
Op onze vriendschap en voorspoed
Hij dronk. Nu, mijnheer, ge zijt een zaken-
monsch, voor u heeft het geen belang of
Sevada het. gouvernement overwint ofwel
het gouvernement hem, als ge uw prijs maar
ontvangt, is het niet?
Ja.
Welnu, ik ga de geweren koopen en
ze u betalen. Maar dit is niet alles: Sevada
moet u ook betalen, zoodat ge dubbel geld
zult ontvangen.
En gij
Ik ontvang de geweren enSevada.
En wat krijgt Sevada?
De vingers van den gouverneur tikten op
de eiken tafel.
Sevada vertrouwt u. Als ge hem do
kisten aflevert, zal hij denken, dat hij de
geweren heeft en u betalen. Wel, ge zult de
kisten vullen met klei.
En ik ontvang tweemaal mijn geld?
Ja, doch ge moet mij de geweren af
leveren; ik zal zorgen, dat er kisten met
klei gereed gemaakt worden.
En wat zal er gebeuren, indien Seva-
da iets verneemt?
Daar heb ik aan gedacht; ge moet de
afleveringen aan mij en Sevada denzelfden
nacht doen, eerst do mijne, dan de zijne.
Verwittig hem, dat ge eerst morgen zult
komen, en indien hij u ge-en volk wil zenden,
zorg ik wel voor sjouwers.
Zorgt gij er dan maar voor, want Se
vada heeft enkele ezels en enkele mannen.
Triomf schitterde in de oogen van Don
Ra-mon. Monkey moest er om lachen, doch
de gouverneur bemerkte het niet.
Indien ge nu met mij wilt meekomen,
mijnheer, zal ik u de plaats toonen, waar
de kisten zullen staan en waar men de ge
weren moet afladen.
Kunnen uw mannen de geweren niet
afhalen aan de haven? vroeg Monkey.
Misschien wel.
Als spionnen van Sevada mijn mannen
hier zien komen, zal ik gehangen worden.
Ge hebt gelijk.
Langs een donkeren, 6mallen gang leidde
hij Monkey op een binnencour, omringd met
hooge muren.
Hier zult ge de kisten vinden en de
geweren bezorgen. Hoeveel kisten zijn er?
vroeg Don Ramon.
Tweehonderd, elk met twintig geweren.
Hij was besloten ze nooit aan Don Ramon
te toonen en daarom kan het hem weinig
schelen of hij waarheid sprak.
Zoo!.... Die poort geeft uitweg op
een laan mijn mannen zullen den weg
wijzen. Los de goederen aJs gewone vracht,
ik zal dan morgennacht de sjouwers zen
den. Overleg dan hoe ge Sevada zult ont
moeten.
Dat zal niet moeilijk zijn, en het geld
Zaken voor alles, mijnheer. Het huis
van den gouverneur van Alcanzar zal dan
steeds voor u openstaan.
En de gevangenis, dacht Monkey.
Toen hij buiten kwam, was het of alle
sterren hem waarschuwden voorzichtig te
zijn. Monkey Arnold was een man van der
tig jaar; over hem werd niet met lof ge
sproken; hij was geen eerlijk zakenman en
zijn schip hield soms meer gestolen goed in
dan regelmatige goederen. Hij was een ge
vaarlijk man, indien men zich in zijn weg
zette. Hij ging kalm door de straten; de
hemel boven hem was een groote purperen
sprei, versierd met lichtjes, maar op straat
brandden geen lampen; schaduwen lagen
dik tusschen de huizen en in de deurporta
len, alles verbergend. Monkey hield 't mid--
den der straat. Na eenige oogenblikken
hoorde hij als een venster opengaan,
iets raakte zijn pols en viel aan zijn voeten.
Vlug als een kat, had hij de pistolen in
handen, doch hij zag niemand, zocht dan
ijverig en vond het projectiel; meer door
het aanraken en den geur dan door het ge
zicht wist hij, dat het een roode roos was.
Hij keek op: donker tegen den donkeren
hemel bemerkte hij een balkon en daar,
voor een oogenblik, zag hij een hand e-ven
zwaaien. Hij luisterde, de schaduwen be
schermden hem; hij sprong tegen den muur
op, greep de pijlers van het balkon en zon
der gerucht klom hij er op. Hij stond nu
voor een groot raam, dat langs binnen open
ging, en tezelfdertijd bemerkte hij, dat hij
weer aan het huis van den gouverneur was.
Hij nam een pistool in de hand en trad bin
nen. De kamer was donker en alles stil; hij
vernam enkel een ademhaling, dicht bij
hem, keek om, en zag een meisje rustig en
kalm hem bekijken. Het pistool werd weer
in den gordel gestoken.
Mijnheer, dit was de eenige manier
om u te kunnen spreken.
Hij herkende de stem, het was de dochter
van den gouverneur.
Mijnheer, doe het niet.
Wat ge met mijn vader besloten hebt-.
Wat weet ge daarvan?
Alles! Ze weende. Hij heeft vertrou
wen in mij.hoe droef een vrouw te zijn!
Wat is er toch, juffrouw?
Mijn vader bedriegt u en Jean, hij be
driegt y beiden.
Ik moet den man nog ontmoeten die
mij kan bedriegen! Hij was nog wat wan
trouwig: zou dit geen list zijn van den gou
verneur? Hij zei daarom: Uw vader en ik
doen enkel zaken, dat is al.
Luister: ge denkt, dat ge naar Juan
zooveel kisten klei gaat brengen? Welnu,
in iedere kist zal een soldaat zitten.
Monkey schrok. Zou dit meisje hem wil
len helpen alles te voorkomen?
Juan zal gevangen genomen en gij
zult gefusileord worden; dat is vaders plan,
mijnheer. Ge ziet welk gevaar ge loopt,
ovenals Juan.
Het hoofd van Monkey boog als dat van
een roofdier. Er lag zoo'n bedreiging in
zijn houding, dat het meisje het gewaar
werd.
Neen, mijnheer, ge moogt hem niet
dooden; denk aan mij, hij is mijn vader.
Neen, neen. zei Monkey ongeduldig.
Wat is Juan voor u
Ik bemin hem.
Monkey lachte. De dochter van den gou
verneur van Alcanzar beminde den rebel,
welke haar vader wilde veroordeelen, en
deze, onbekend met die liefde, deelde haar
zijn plannen mede.
Kunt ge Juan niet verwittigen?
Mijn vader heeft zijn plan eerst gis
teren opgemaakt; drie dagen geleden zag ik
Juan nog.
Komt Juan soms hier? vroeg Monkey
ongeloovig.
Ja, men noemt hem Juan de kale.
Hij is zoo min kaal als u. De duis
ternis liet hem niet toe te zien hoe ze bloos
de. 't Is de eerste maal, juffrouw, dat ik
mijn leven leg in de handen eener vrouw.
De zon was vier uur op, toen de „Cor
morant'' de haven van Alcanzar binnenvoer
en tweehonderd lange houten kv<ten aan
wal zette. Bij de kisten zaten two© 'matro
zen te rookenin hun g»*edels staken pisto
len. In deD middag worden re vervangen
en keerden na&i bat «chip terug, doch nooit
werden de kisten oen oogenblik alUeo ge
laten. Dit werd overgebracht aan Don Ra-
mon, die van voldoening lachte.
Zie, Maria, dat zwijn zal alles doen
om ge.d, zei hij.
Toen de koele avondwind opstak, stapte
Monkey Arnold van boord, zond de matro
zen naar het schip en zette zich op een der
kisten. De „Cormorant'' verliet de haven
ongemerkt, baande haar weg naar de volle
zee, voer een paar mijlen ver, wierp het
anker en wachtte, tot de avond viel. Later,
beschut door de duisternis, zeilde het zuid
waarts, doch hiervan wist de gouverneur
niets.
De sterren kwamen stilaan piepen en in
de stad werd alles stil. Monkey Arnold
rookte zalig een pijp. Als haven was Alcan
zar niet veel van beteekenis. Alles in de
schaduw gedompeld en rustig, in de stad
kwam wat meer beweging. Arnold wachtte,
zijn oogen en ooren waakten. Plots hoorde
hij een stap, nam instinctmatig een pistool
vast, een schim werd zichtbaar.
Ze komen, snor.
Monkey wist het al. Mannen kwamen
naar hen toegestapt; hun hoofdman boog
voor hem.
Wie is dit? zei hij,* Miguel aandui
dend.
Een gids; u kunt hem volkomen ver
trouwen. Laat uw mannen zich haasten,
want het is reeds laai.
Twee aan twee verdwenen de sjouwers
in de laan. Toen de twee laatste weggingen,
stond Monkey op en met een teeken zijner
hand beval hij hen zicb ie haasten. Met den
officier aan zijn zijde kwam hij achteraan.
Het lukken zijner poging en zelfs zijn leven
hingen af van de manier waarmede hij de
twee laatste kisten in 't oog hield, de eenig-
ste welke geweren bevatten. De binnen
cour van het huis was in duisternis gehuld;
in een hoek gaf een deur eenig licht. Mon
key zag de laatste kist neerzetten en plaats
te zich nevens haar.
Waar is de gouverneur?
Deze verscheen met Maria aan zijn zijde.
Alles in orde, mijnheer?
Monkey zette zijn voet op de kist naast
hem.
Anders zou ik hier niet zijn. Ge hebt
uw geweren, Don Ramon. Wat aangaat het
geld.
Een oogenblik, ik zie zooveel kisten,
maar wie zegt me, dat ze geweren bevat
ten?
Verdenkt ge mij? vroeg Monkey toor
nig.
Neen, mijnheer, maar helaas, ik heb
mijn plichten, zei de komediant.
Ja, ja, antwoordde Monkey ongedul
dig, o£en het is eender welke kist; laat de
juffrouw een kist aanduiden, zoodat ge niet
kunt zeggen, dat ik u bedrogen heb.
Welke, Maria? vroeg de gouverneur
lachend.
Ze lachte zachtjes.
Wel, laat ons die eene openen, de kist
aanduidend waarop Monkey zijn voet had
gezet.
De kist werd geopend, de geweren schit
terden.
Goed, zei Don Ramon. Hier is het
geld, mijnheer, God beware u. Daar staan
de kisten voor Sevada. Kom, Maria.
De gouverneur verwijderde zich met zijn
dochter; alvorens te verdwijnen zag hij Ma
ria zich even omkeeren en de deur sluiten.
De kisten, bestemd voor Sevada, werden
nu weggevoerd, er stonden er nog een do
zijn toen Maria terugkwam en naar Mon
key kwam geloopen.
Senor, wilt ge mijn groeten aan Juan
overbrengen? Ik zal de Heilige Maagd bid
den, u voor uwe daad te zegenen. Vraag
aan Juan voorzichtig te wezen.
Terwijl ze nog spraken, bemerkte Mon
key, dat de sjouwers zochten naar een kist,
welke er niet was.
Juffrouw, er dreigt gevaar, kom.
Mijnheer, ik versta u niet.
Er is .gevaar, gevaar voor Juan. Ge
moet komen en vlug indien ge zijn leven
reden wilt.
Maar mijn vader?
Kies tusschen hem en Juan, doch
spoed u, want het gevaar is nabij.
De sjouwers zochten steeds. Snikkend liep
het meisje naar de poort en zag daar een
kist die leeg was.
Er influisterde Monkey, vlug, vlug
Maria kroop in de kist. Toen de sjouwers,
moe gezocht, terugkwamen, zat Monkey er
op.
Welnu vroeg hij.
We hebben niets gevonden mijnheer.
Geef me dan deze maar, zei hij met
een wild gebaar. Spoed u wat.
Miguel kwam naar hem toegestapt..
Moed; zoodra we over de laan zijn,
zijn we veilig.
Eenige minuten later waren ze de laan
over en Monkey ademde verlicht, want nu
wist hij, dat de mannen van Sevada waak
ten achter de heuvelen. Hij moest lachen,
als hij dacht aan de poets, die hij den gou
verneur gespeeld had.
De nacht heèrsohte al over berg en heide;
de sjouwers waren vermoeid, doch rustten
niet totdat stilaan de sterren verbleekten
en het laglicht zwakjes verscheen. Monkey
loste een schot en de vallei spuwde man
nen; de sjouwers zetten hun vracht neer en
vluchtten als een kudde schapen; op elke
kist zaten nu twee mannen te lachen. Juan
Sevada kwam naar Monkey Arnold, hij was
groot en mooi.
Mijn vriend, zal ik u ooit kunnen ver
gelden
Wie weet? Hebt ge de geweren goed
ontvangen?
Hij knikte. Van de 400 geweren was er
ma*r één kist tekort. Nu openden ze de kis
ten, gezonden door Don Ramon; een voor
een werden de soldaten er uitgehaald, hun
wapens afgenomen en zijzelf dan terugge
zonden, gelukkig hun leven te mogen be
houden. Aan de laatste kist gekomen, zei
Monkey:
Nu. hier heb ik een raadsel, Juan;
help me het oplossen.
Ais ge wiH. Ie het een gijzelaar?
Een gijxeiaar. fartfkfce MonXey. Het
EEN BEGRAVENIS IN DE
BERGEN
Eenige weken geleden heb ik een bezoek
gebracht aan eenige .pueblos" van miin
reuze parochie, om daar het H. Dienstwerk
te verrichten. Alles moet hier te voet of
pei* muilezel geschieden.
Senorita Nieves, een oude godvruchtige
dame van de Hacienda Suiqui had mij een
mula gegeven. Ze had geen andere bij de
hand dan een groote, zwarte muilezel, die
nog al oud van dagen was. De anderen
graasden ver weg in de bergen. Geef mij
die mula maar, had ik gezegd. Als ik tegen
de berg van Chirca op moet, zal ik wel
een tijd te voet gaan.
Die Senorita Nieves is een der heiligste
personen, die ik in Bolivia heb aangetrof
fen. Ze staat iederen dag een uur vóór haar
indianen op en mediteert dan in haar kapel.
Ben ik daar dan gaat zij iederen dag te
Communie. Ons Jleer is dan in het Taber
nakel, en nuttig ik dan bij mijn vertrek de
H. Hostie, dan weent ze. Het wordt dan
weer zoo leeg. zegt ze. in haar kapel. Zij
leert de Indianen-kinderen zingen en bid
den, onderwijst ze de Katechismus, bereidt
ze voor tot de eerste H. Communie (de vo
rige maal gingen er een dertigtal kinderen
te Communie). Er zijn geen onwettige sa
menlevingen op haar Hacienda, er heerscht
geen misbruik van sterken drank. Een
voorbeeld voor geheel Sur-Yungas.
„Gij moet eens naar de Indianen gaan",
zeide ze de laatste keer tot mij, „ze zijn bij
elkaar". En daar stonden ze op de gladde
coca-vloer, de stoere Indianen op hun
bloote voeten. Ik nam natuurlijk de kans
waar. Ik zong met hen, waarschuwde hen
tegen bijgeloovige practijken en drankmis
bruiken. We maakten een grapje Er werd
gedanst, mooie rhytmische Indianendansen,
zooals tegenwoordig de Zusters op de scho
len aan de kinderen leeren. Op hun trom
men en rietfluiten werd muziek gemaakt.
Wat is ieder natuurvolk in den grond toch
poëtisch De prachtige Boliviaansche ber
gen blauwden in de verte.
Ik keerde dus terug naar Chirca, mn
standplaats. Eerst gaat men den autoweg-
in-aanleg langs. Ieder oogenblik laat men
met tiro'sontploffingen groote rotsmassa's
springen. Een ingenieurswerk waarvoor
men eerbied moet hebben. Makkelijk wordt
de weg er niet door. Men moet langs den
afgrond groote steenenmassa's overklim-
men. Voor de mula is dat niet erg, ze vliegt
er dikwijls letterlijk over. De arme ruiter
scheurt echter zijn rijbroek weleens en
loopt scrammen aan armen en beenen op.
Op 't einde steekt men een „rio'*, een brui-
schend riviiertje over en begint de moeilijke
beklimming van den berg, waarboven Chir
ca gelegen is. Men moet wel een stevige
mula hebben, wil het beest het volhouden.
Ieder oogenblik moest een poosje gerust
worden. Gelukkig Holland, waar alle wegen
vlak liggen, waar sporen, trams, auto's, be
vaarbare rivieren en kanalen het land in
alle richtingen doorkruisen.
Een mula is een prachtbeest, rustig en
gehoorzaam, maar 't heeft toch ook zijn ku
ren. Zaterdag 1.1. wierp zoo'n beest me par
does op den grond. Daar lag ik languit.
Mijn brevier, die ik zat te bidden, m'n
prentjes er van, m'n lorgnet links en rechts
verspreid. Eergisteren trapte een muilezel
mij, bij het opstijgen,ongenadig op den voet.
Hij schrikt dan voor een slang of mijn witte
habijt en poncho (gToote, witte Indianen-
mandel) en dan moet men een goeden En
gelbewaarder hebben, om niet armen en'
beenen te breken. Beide keeren had het ge
val geen ernstige gevolgen voor mij.
Toen ik een tijd had gereden bij 't be
klimmen van mijn grooten berg, steeg ik
af. Ik neem de leidsels in mijn hand en zoo
ging het zigzagsgewijze rustig omhoog, een
beetje mediteerend en biddend.
Maar wat zie ik daar?. Een lijk voor
me, midden op den weg. Gewikkeld in een
stuk zeildoek, een kruis va-n twee takken
op de borst gebonden. Wat verder ston
den een zestal Indianen een graf te graven.
Wat- is dat hier?
Ja, tata (vader) dat is een arme werk
man van den autoweg. We gaan hem be
graven. Hij is geheel arm, heeft geen fami
lie.
En waarom komt ge niet een uurtje
verder op mijn kerkhof in Chirca? Ik zal
zulke menschen gratis een begrafenis bezor
gen en gratis een H. Mis geven, zooals de
Kerkelijke Wetten voorschrijven.
Beteuterd stonden de Indianen te kijken.
Toch trof mij hun kinderlijk geloof en hun
naastenliefde. Dooden begraven is toch ook
een werk van barmhartigheid. Een missio
naris moet niet te lang talmen om zijn be
sluiten te nemen. In m'n „alforga" (dubbele
zak, die over het zadel van het muildier af
hangt) had ik allerlei benoodigdheden bij
deksel van de kist vloog er af.
Maria
Juan!
Zijt ge dan toch. eindelijk tot mij ge
komen
Over zijn schouder keek ze naar Monkey
Arnold.
Zie, Maria, ge krijgt do geweren als
bruidschat, de gouverneur heeft er voor be
taald.
Later zei Monkey tot Juan:
Menschen als de gouverneur vergeten
twee zaken, ten eerste dat ik uw vriend
ben, en ten tweede dat
Ja, zei Juan zonderling^
Het andere, zei Monkey, iets uit zijn
zak halend, bet andere was dat.
Hij gaf Juan een verfrommelde roode
roos, en van gansch de groep, vergaderd
rond het vuur, was Maria Sevada de eenige
die wist wat dit beduidde.
(Vrij uit het Eugelsch, R. W. Alaxonder).
(Aberbode's Weekblad).
I. VAN DEN WIJNGAERT.
mij, want ik was op een missietocht. M'n
besluit was gauw genomen. Ik zal dien man
hier een begrafenis in de bergen bezorgen.
Stool en rituale waren spoedig voor den
dag gehaald. Een der Indianen werd gere-
quireerd en met het houten Kruisje aan het
hoofd van het lijk geplaatst en eerst de ge
beden gedaan, die men hier doet als men
een lijk van het huis gaat afhalen.
Twee andere Indianen moesten toen den
doode bij het graf brengen.
Subvenite, Sancti Dei, occurrite An-
geli Domini.
Nadert, Heiligen Gods, komt hem te
gemoet, Engelen des Heeren.
In paradisum deducènt te Angeli....
De Engelen geleiden U naar het Para
dijs.
Het graf werd ingezegend. Men mag ook
afzonderlijke graven wijden. Het lichaam
zakte in het graf neder.
„Benedictus Dominus Deus Israël"....
„Gezegend zij de Heer, de God van Is
raël
„Et tu puer propheta Altissimi vocar
beris.
„En gij knaap zult een profeet van den
Allerhoogste genoemd worden.
Het graf werd gesloten en het houten
Kruisje erop geplant.
Deze doode, mijne kinderen zal in mijn
kerk gratis een H. Mis van mij hebben.
Vrees toch nooit later, uwe dooden bij mij
te brengen".
Zwijgend en mediteerend begaf ik mij
met m'n mula en Indiaan-begeleider weer
bergop. Met verwondering en eerbied had
deze de treffend sobere plechtigheid gade
geslagen. Het was een predicatie voor hem
geweest, hoe de priesters eerbied voor de
dooden, de tempels van den H. Geest, heb
ben.
De avond was gevallen; doodstil was het
in hun zuidelijke pracht. Een enkele berg-
vogel floot zijn een tonig geroep in de ver
te. Mijn gedachten gingen uit naar de hon
derden Indianen, die daar, zonder kerke
lijke begrafenis, in de bergen verspreid rus
ten. Waaraan heeft deze arme doode bij uit
zondering zijne kerkelijke begrafenis, zijn
H. Mis te danken, die als een verfrisschen-
de regen, zullen we hopen, in zijn Vagevuur
zullen neerdalen? O geheimen van Gods
uitverkiezende genade 1
Later ben ik nog eenige malen dit een
zame graf gepasseerd. Ik sprak dan den
Engel aan, dien ik bij dit graf heb geplaatst
„Heeft U daar een Engel bij geplaatst?"
Ja, luister naar de schoone oratie, die de
priester bidt bij het inzegenen van een
graf
„God, door Wiens erbarming de zielen
der geloovigen rusten, gewaardig U dit graf
te zegenen, en geef het Uw Engel tot wach
ter, en ontbind de ziel van hem, wiens
lichaam hier rust, van alle banden der zon
den
Dien Engel spreek ik aan, wanneer ik
hier voorbijga. Strek Uwe vleugelen uit
over alle arme Indianen, die in de bergen
verspreid liggen
Het missionarisleven vraagt, vele opoffe
ringen, maar men voelt zich toch dikwijls
veel dichter bij den Hemel, dan in vele an
dere streken.
„O. L. Vr. v. G. R."
p. fr. Mag. TH. v. d. VLOODT
Miss. O.E.S.A.
DE VERBREIDING DER MALARIA.
Het Centraal Bureau voor Statistiek
publiceert een uittreksel over den stand
der malaria-ziekte waaraan wij het vol
gende ontleenen. Terwijl in Italië door
de uitstekende maatregelen der regeering
de bestrijding van de malaria de beste
resultaten heeft, opgeleverd is het in an
dere landen daarmee nog heel droevig
gesteld. De Internationale Commissie
ter bestrijding van de malaria, een af-
deeling van den Volkerenbond, heeft
een overzicht gegeven van den stand
van zaken per 1 Januari 1932. Van de
108 staten hebben er slechts 15 ver
klaart dat er in hun land malaria
heerschte. In Afrika maakt deze ziekte
wel de meeste slachtoffers. In aequato-
riaal Afrika woedt deze kwaal nog in
haar vollen omvang en in Voor-Indië
zijn nog meer dan 100 millioen malaria-
patiënten.
In Indo-China en Nederlandsch Indie
varieert de statistiek tusschen 10 en 57
procent van alle ziektegevallen. In som
mige landen heerscht de malaria epide
misch terwijl elders de ziekte epidemi
sche vormen heeft aangenomen. In de
provinciën waar vaak groote overstroo
mingen plaats hebben dreigt de malaria
een onheilspellende ramp te worden. In
de overstroomingsperiode die ook in een
tijdvak van 8 tot 10 jaar geregeld op
treedt bedraagt het aantal sterfgevallen
ongeveer 5o procent. Bij een malaria
epidemie in Delhi werd de bevolking
tot op 25 procent gedecimeerd. In Siam
sterven ieder jaar van de 10 millioen
menschen ruim 50.000 personen tengevol
ge van deze vreeselijke ziekte. Van de
ongeveer 1200 soorten muggen veroor
zaken ruim 30 soorten de malaria. Op
de 17 millioen patiënten die jaarlijks
door deze ziekte worden aangetast be
draagt het aantal personen dat van ma
laria geneest slechts 524.000. Voor de
bestrijding van de malaria zou ieder
jaar minstens 1.374.500 K.G. kinine noo-
dig zijn terwijl ma«x 450.000 K.G. be
schikbaar is.
VEILIG VERKEER.
,,In den bocht passeeren,
dat is mis!
Omdat 't uitzicht dan
belemmerd is".