HET GOUDEN FEEST VAN DEN A.N.W.B. VRIJDAG 30 JUNI 1933 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 Overweldigende belangstelling bij receptie en feestdiner EEN A.N.W.B.-MUSEUM TE RHEDEN Koninklijke onderscheidingen Zoo ooit de A. N. W. B. gedurende zijn vijftigjarig bestaan propaganda heeft ge voerd en dat is een voortdurende en intense propaganda geweest dan haalt zij toch niet bij die, welke de viering van het gouden bestaansfeest omgaf. Den Haag, vooral Scheveningen echter stond gisteren in het teeken van den A. N. W. B. DE RECEPTIE. In het Palace-hotel, waar het bestuur recipieerde en in het Kurhaus, waar gedi neerd werd, stond alles in het teeken van den A. N. W. B. Overal wegwijzers in de blauwwitte kleuren en in de receptiezaal hadden velen gezorgd voor het onmisbare natuurschoon, in den vorm van een kost bare verzameling schitterende bloemstuk ken. Van wie deze alle kwamen? Och. wat doet het er eigenlijk toe dit te vermelden. Genoeg is het te memoreeren, dat eruit sprak een hartelijk meeleven met den bond, hetgeen ook tot uiting kwam in de vele toespraken, welke gehouden werden en de vele handdrukken, die de geluk- wenschen vergezelden. De voornaamste bijzonderheden laten we hier volgen. sport van zich te scheiden. De kampioen schappen van Nederland 1898, te 's-Gra- venhage gehouden, waren de laatste, wel ke de A. N. W. B. organiseerde. Spreker bracht hem dank en hulde, omdat hij vijf tien jaar de wielrensport onder zijn hoede gehad en tot grooten bloei gebracht heeft. De regeling van deze sport ging over op de Nederlandsche Wielren Unie, welke zich aansloot bij de „Internationale Cy clists' Association". Dit internationale lichaam moest echter in 1900 wijken voor de „Union Cycliste Intevnationale" en door dit feit nam de Nederlandsche Wie lerbond, die zich bij de U. C. I. had aan gesloten, de plaats in van de N. W. U. Zéven-en-twintig jaar later kwam de lei ding aan het tegenwoordige lichaam, dat wederom den naam van „Nederlandsche Wielren-Unie" kreeg. De verstandhouding tusschen deze organisatie en den A. N. W. B. is uitnemend. De Unie heeft behoefte gevoeld, aan haar vreugde hierover uiting te geven door aan den A. N. W. B. de hoogste onderscheiding te geven, welke zij bezit, nl. de Gouden Medaille der N- W. U. met Oorkondb. Spr. reikte den voorzitter de onderscheiding over, zijn bes te wenschen voor den bond vertolkende en eindigde met een „Leve de A. N. W. B., Toeristenbond voor Nederland!" Honderden en honderdén personen, ver- eenigingen en bonden vertegenwoordigend dan wel persoonlijk komend, boden hunne gelukwenschen aan. Tot 5 uur bleef de stroom van belang stellenden aanhouden en aan het 6lot dankte de energieke voorzitter, de heer Edo Bergsma allen met een kort woord Bar. Sohimmelpenninck van der Oije voor de betoonde sympathie. TER GELEGENHEID VAN HET GOUDEN JUBILEUM VAN DEN A. N. W. B. HAD DONDERDAGAVOND IN HET K URHAUS TE SCHEVENINGEN EEN GROOT DINER PLAATS WAAR OOK Z. K. H. PRINS HENDRIK AANZAT EN O.A. MINISTER IR. KALFF EN EDO BERGSMA EEN REDE HIELDEN. MISSIONARISSEN VAN HET H. HART BIJ HET GOUDEN JUBILEUM VAN HUN VERBLIJF IN NEDERLAND. door A. VINKESTEIJN M.S.C. De Missionarissen van het Heilig Hart vieren 2 Juli a.s. het feit van hun vijftig jarig verblijf in Nederland en in het bij zonder in Tilburg. De Congregatie werd gesticht op 8 December 1854 door den Heogwaardigen Pater Jean Jules Che valier, Als &Ue groote zaken had ook de Congregatie met vele moeilijkheden te kampen, eer zij tot waren groei kwam. In Frankrijk werden de kloosterlingen in 1880 verdreven. Ook deze Congregatie trof dit lot. De stichter der Congregatie had zulks voorzien en zijn maatregelen getroffen. In Spanje en Italië had hij een toevluchts oord gevonden en ook in Nederland. De destijdsche Bisschop van den Bosch, Mgr. Godschalk, had zijn villa, huize „Gerra" ter beschikking onzer vluchtelingen ge steld als zulks nmooht noodig blijken. En het werd noodig; begin November werden de novicen „gewapender hand" uit het no viciaatshuis te St. Gérard le Puy verdre ven. Pater Piperen werd de zware taak opgelegd om de novicen naar Nederland te geleiden en tevens aangesteld tot novi- cenmeester. Het gastvrij verblijf op huize „Gerra" duurde twee jaar. Langer meen den de gasten van de welwillendheid van Mgr. Godschalk geen gebruik te mogen maken en zagen uit naa-r een meer ge schikt en grooter verblijf, dat intussohen noodig was geworden. Toen vestigde men zich in Tilburg. Op de Veldhoven werd namelijk een oude fabriek aangekocht en zoo goed en zoo kwaad als het ging tot klooster ingericht. Dezelfde zeereerw. pa ter Piperen was hier de eerste Overste. Na zeven jaar was ook dit gebouw te klein geworden en werd het nieuwe groote mis siehuis gebouwd op den Bredaschen weg. Kort nadien, in 1894 werd de Nederland sche Provincie opgericht en kreeg Neder land een geheel zelfstandig bestuur. Of schoon de Congregatie in Berg en Dal, in Stadsbroek en Overhoven (bij Sittard) en te Tivoli bij Eindhoven rectoraten bedient en in Tilburg en de andere plaatsen, waar zij is gevestigd, gaarne de dienstdoende geestelijkheid van dienst is, is toch veruit haar voornaamste werk de Missie-arbeid onder de geloovigen. In 1880 is haar werk begonnen als missie-Congregatie en se dert dien zijn er elf missies aan haar zor gen toevertrouwd. De Nederlandsche Pro vincie heeft niet minder dan vijf missies te verzorgen drie daarvan zijn koloniale Missies en liggen in Nederlandsch-Oost- Indië. In 1903 werd haar de eerste missie toegewezen en wel die van Nederlandsoh- Nieuw-Guinea. bekend om de koppensnel lende Marindineezen. Door samenwerking van missie en regeering zijn daar veel mis bruiken geweken voor een meer geregelde levenswijze. Het aantal gèdoopten be draagt er bijna veertig duizend. Een an der missiegebied in Nederlandsch-Oost-In- dië is de Apostolische Prefectuur van Ce lebes, bestuurd door Z.H.Exc. Mgr. Panis, in Tilburg wel bekend, Een derde missie werd haar opgedragen in 1927 de missie van midden Java, thans geheeten de Apostolische Prefctuur van Poerwokerto. In alle deze missies hebben de paters van het H. Hart alle reden tot dankbaarheid voor het goed in alle opzichten, dat zij er aan de bevolking niogen doen, dat echter te grooter zou zijn, als niet de bezuiniging in Nederlandsoh-Indië ook het missiewerk niet zoo zwaar had getroffen. Vandaar, dat het comité, dat zich voor de feestviering samengesteld heeft, niet beter wist te doen, dan als feestgeschenk een gift voor de. missies te verzamelen. Tilburg heeft getoond dat het uit het hart was gegrepen, want de giften waren ruimer, dan maar iemand had durven ho pen. Een blijvende herinnering, voor iedereen goed zichtbaar, zal bestaan in een beeldengroep in den nis, boven den^ in gang van het missiehuis, hetwelk sinds den bouw, ruim veertig jaar .geleden, wachtte op zulk een groep. Ook hierin zal het missiewerk worden aangegeven en het innig verband, hetwelk er vanaf de vesti ging steeds heeft bestaan tusschen deze Congregatie en de Tilburgsohe bevolking. Niet minder dan acht en dertig zonen de zer stad zijn als missionaris van het Hei lig Hart naar de verschillende missies vertrokken. Het totaal aantal uitgezonden Nederlandsche Missionarissen van deze Congregatie gaat de driehonderd ver te boven. Voor een jeugdige Congregatie, want wat beteekenen vijftig jaren voor een kloosterorde, een prachtig cijfer! Behalve in de drie koloniale missies zijn de Neder landsche missionarissen van het Heilig Hart. werkzaam in Brazilië en op de Phi- lippijnsche eilanden, in welke landen him een afzonderlijk werkterrein werd aange wezen. In Nederland is de Congregatie ge vestigd te Tilburg, waar het provinciaal bestuur is gevestigd en de Apostolische school. Een tweede dergelijke opleidings school is gevestigd in Driehuis-Veisen, al waar ook de gymnasiale studies worden voltooid. Volgt het Noviciaatshuis te Berg en Dal en de afdeeling Wijsbegeerte in het Missiehuis te Arnhem. Hebben de toekomstige priesters in deze huizen de studies doorloopen, dan volgt de theologie welke gedoceerd wordt in het missiehuis te Stein, waar zij, na priester te zijn ge wijd, door de Overheid worden benoemd voor een der verschillende werken in de missies of hier te lande, om er anderen gelukkïc te maken met de levensbeginse len, welke him het leven gelukkic maakt Op 2 Juli a.s. zal het feest worden inge zet door een Pontifieile Hoogmis, welke Z.H.Exc. Mgr. A. F. Diepen heeft toege zegd te zullen celebreeren in de kapel van het Missiehuis te Tilburg. Daarna zal het geschenk worden au neeboden, waarna reeptie te twaalf uur. Des avonds zei bij gunstig weer voor het eerst een openlucht spel worden opgevoerd, hetwelk voor deze gelegenheid gemaakt is door den zeer- bood in een hartelijke toespraak namene het Ned. Olympisch Comité de eerepen ning van dat comité aan. Dr. van Thiel, ondervoorzitter van het Comité Huldeblijk, bood met een toe spraak aan den bondsvoorzitter een Delftsch bord aan, waarop vermeld: „Van duizenden dankbare Nederlanders". Te Amsterdam zal het comité Zaterdag a.s. een huldeblijk aanbieden. Aanwezig was voorts een deputatie van het gemeentebestuur van Rheden, namens hetwelk de burgemeester, de heer Zimmer man een oorkonde in lijst overhandigde, meldende, dat de raad dier gemeente heeft besloten, een terrein ter grootte van 2000 centiaren aan te bieden met bestem ming om daarop een bondsmuseum te stichten. In antwoord hierop zeide de voorzitter, de heer Bergsma, dat het bondsbestuur juist besloten heeft om nadere stappen te doen teneinde dichter bij de verwezen-, lijking van het ideaal van een bondsmu seum te komen. De voorzitter van de Nederlandsche Wielren-Unie, jhr. Van den Berch van Heemstede, hield een toespraak, waarin hij den A. N. W. B. geluk wensohte en eraan herinnerde, dat de bond de wiel rensport het eerst hier te lande geregle menteerd en in goede banen geleid heeft. Reeds in 1866, merkte 6pr. op, deed de wielrensport haar intrede in Nederland en de belangstelling voor dezen tak van sport nam in de volgende jaren sterk toe, zoo dat vele wielerclubs werden opgericht. Dc wielrensport was in den eersten tijd vooi den A. N. W. B. het voornaamste; het wielertourisme kwam eerst op de tweede plaats. Maar weldra ging het tourisme voor en volgde de sport. Tot 1899 heeft de A. N. W. B. de wielrensport uitnemend geleid. Toen besloot de bond, de wielren- eerw. pater Jac. Schreurs, zoon van de ju- bileerende Congregatie, welk spel tot ti tel draagt „Offensief" en door geheel de Apostolische School, alle studenten dus, zal worden voorgedragen. Een tweede op voering zal hiervan zal plaats vinden op Woensdag 5 Juli. Beide malen begint dc uitvoering om half zeven. Zondag 9 Juli zal er een feestelijke bijeenkomst zijn van alle medewerkers en medewerksters, Zela- tricen en Zelateurs, leden van missiekrin- gen enz., die het missiewerk dezer congre gatie bevorderen. Verschillende muziek- en zangvereenigingen heben hun mede werking toegezegd aan deze feestviering, welke grootsch belooft te worden. HET KURHAUS-DINER. De herdenkingsmaaltijd in de groote zaal van het Kurhaus, welke te half acht aanving en waaraan ongeveer 350 genoo- digden aanzaten, kenmerkte zich door een buitengewoon opgewekte stemming. Van het Dagelijksch Bestuur waren aanwezig de voorzitter Edo J. Bergsma en de leden A. Spanjaard, mr. H. A. H. Canter Cremers, mr. A. M. J. de Jager, de buitengewone leden J. C. Redelé. C. R. T. Baron Krayenhoff en mr. M. Nauta. De heer G. A. Pos was wegens ernstige ongesteldheid verhinderd. Voorte waren aanwezig de drie direc teuren, t. w. de heer H. J. van Balen, W. A. M. Westerouen van Meeteren en H. W. O. de Bruyn en tal van leden van 't Alge meen Bestuur. Voorts eenige afdeelingsconsuls en plaatsvervangers, leden van verschillende commissies van advies van den A. N. W. B. en andere functionarissen. Van de gasten vermelden we: Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlan den en adjudant; Z. Exc. J. H. F. Graaf Dumonceau, Gep. Gen. Maj., Oppercere- moniemeester en Grootmeester van het Civiele Huis van H. M. de Koningin; Z. Exc. Mr. P. J. Oud, Minister van Finan ciën; Z. Exc. Jhr. Mr. Dr. H. A. van Kar- nebeek, Minister van Staat, Comm. der Kon. in de provincie Zuid-Holland; Z. Exc. Mr. H. P. Marchant, Minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen; Z. Exc. Ir. J. A. Kalff, Minister van Waterstaat; Z. Exc. Gen. C. J. Snijders, Oud-Opper bevelhebber van Land-, en Zeemacht; Z. Exc. Luit.-Generaal H. A. Seyffardt, Chef van den Gen. Staf; Z. Exc. Luitenant-Ge neraal Jhr. W. Roëll, Comm. van het Veldleger, Gouverneur der Residentie; Mr. Dr. A. E. G. N. van Rijckevorsel, Com missaris der Koningin in N.-Brabant; Mr. J. Schokking, Oud-Minister, Lid van den Raad van Staten; Jhr. Mr. Dr. A. Roëll, Commissaris der Koningin in Noord-Hol land; Z. Exc. Generaal T. P. J. Muller Massis, Lid van den Raad van State; Mr. Dr. D. A. P. N. Kooien, Oud-Minister, Lid van den Raad van State; Mr. P. Drooglee- ver Fortuyn, Lid der Eerste Kamer, Bur gemeester van Rotterdam; Jhr. Mr. Dr. L. E. N. Bosch Ridder van Rosenthal, Bur gemeester van 's-Gravenhage; Mr. A. Fen- tener van Vlissingen, President van den Hoogen Raad; Ir. M. O. N. Bongaerts, Oud-Minister, Lid van de Tweede Kamer De Eerste Kamerleden: Prof. Dr. D. van Embden, J. ter Haar Jr„ Mr. J. M. J. H. Heerkens Thijssen. De Tweede Kamerleden: Mr. A. C. A. Ridder van Rappard, Th. F. M. Schaep— man, J. Sohilthuis, Dr. I. H. J. Vos, Mr. W. M. Westerman. Mevr. Mr. S. Bakker Nort, Mej. J. M. J. A. Meijer, Oh. L. v. d. Bilt, Mr. G. A. Boon, G. W. Kampschoër C. J. van Kempen. Mr. H. J. Knottenbelt Mr. L. W. Kortenhorst, J. M. Krijger Jr. en K. L. H. van der Putte. De Gedeputeerden van Zuid-Holland: Mr. H. J. M. H. Bolsius en Mr. J. D. Ver broek. Voorts: J. van Selm. Lt.-Kol. Oomm Ao Div. Mar.; T. de Goeijen. Gen.-Mnj. Compi le Div.; H. A. C. Fabius. Gen.-Maj. Insp. Cav.; Jhr. A. D. Laman Trip, Maj. Comm. 3e Ddv. Kon. Mar.; C. D. H. den Hartog, Comm. 2e Distr. Rijksveldw.; F. H. A. H. Tielens, Comm. 3e Distr. Rijksveldw.; O. Ch. Croiset van Uchelen, 4e District Rijksveldw.; E Dozy, Comm. 6e District Rijksveldw.; C. J. W. van Weel, Kapitein Gen. Staf, Hoofd Afd. Gen. St. Dept. De fensie. De volgende Burgemeesters: Mr. S. J. R. de Monchy, van Arnhem; H. F. J. Bloe- mers, van Groningen Mr. A. v. d. Sande Bakhuyzen, van Leiden; Mr. L. E. J. v. Oppen, van Maastricht; M. F. G. M. van Grunsven, van Heerlen; Mr. Dt. W. G. A. van Sonsbeeck, van Breda; E. G. Gaarlandt, van Gouda; C. A. van Woel- deren, van Vlissingen; E. de Bordes, van Bussum; Mr. C. J. Baron van Tuyll van Serooskerken, van Zeist; W. T. C. Zimmer man, van Rheden; Jhr. C. W. Stern, van Voorburg; D. Baron Mackay, van Enkhui zen; G. A. Hajenius, van Goe6; J. J. L. M. Verwiel, van Oisterwijk. Verder waren aanwezig tal van afge vaardigden van sportbonden, vereenigin- gen en commissies, departements-ambtena- ren, persvertegenwoordigers, gedelegeer den van buitenlandsche Toeristenbonden, enz. enz. Behalve de hoofdtafel waren 16 kleinere tafels aangericht. Zij waren alle versierd met kaarsen en roode rozen en tusschen de pilasters stonden de talrijke bloemstuk ken in veelkleurige pracht, zoodat men zich in een bloemenhof waande. De gasten zaten allen, ongeacht him rang of maat schappelijke positie, dooreen, hetgeen aanleiding was tot interessante kennis makingen. Wij voor ons hebben daarvan geen spijt gehad. REDE EDO BERGSMA De voorzitter, de heer Edo Bergsma, sprak ter opening de aanwezigen toe, met dankbaarheid gewagende van het feit, dat H. M. de Koningin, H. K. H. Prinses Ju liana en Z. K. H. de Prins allen lid zijn van den A. N. W. B. Spr. bracht een dronk uit op de Koningin. De dischgenoo- ten zongen daarna staande het Wilhelmus gevolgd door een driewerf „hoera" op de Koningin uitgebracht. De voorzitter vertolkte daarna de er kentelijkheid van het bondsbestuur voor de tegenwoordigheid van den Prins, ver klaarde, dat dit bestuur het bijzonder op prijs stelt, dat de A. N. W. B. hem reeds zoovele jaren onder zijn belangstellende leden mag tellen, en bracht een dronk op Z. K. H. uit. Wijl de werkzaamheden van den Bond hem in schier dagelijksche aanraking bren gen met de verschillende departementen van algemeen Bestuur en met de hoogste ambtenaren des Rijks, die hun bureaux houden in de reeidentie, daar lag het voor de hand, dat althans de officieele maaltijd hier in Den Haag werd aangericht, omdat wij zoo gaarne alle diegenen met ons zou den zien aanzitten, die in hun ambtelijke bediening zoo dikwijls met onze bestuur ders in aanraking kwamen, die ons zoo dikwijls vrieudelijk tegemoet zijn geko men, die ons misschien, heel misschien, wel eens iets lastig gevonden hebben en wien wij ons zelf dus ook wel eens willen laten zien van een meer aangenamen kant Er is geen departement waar de A. N. W. B. niet mee in betrekking staat. Spr. vestigt dan zeer in 't kort de aan dacht op 's Bonds werkzaamheden ten bate van allerlei vraagstukken en vervolgt dan: In hoofdzaak echter waren onze be moeiingen gericht op het Departement van Waterstaat, waarmee wij. ik zou bijna zeggen geregeld samenwerkten, maar ik zeg het voorzichtigheidshalve niet. Een vroegere Minister van Waterstaat 1 heeft den A. N. W. B. eens genoemd een verlengstuk van zijn departement. Of hij daarmee te kennen wilde geven, dat dit verlengstuk voldoende zorg heeft voor de wegaanduiding en verdere bcbakening der wegen om het Rijk daarvoor van zorg ont heven te kunnen fichten, geloof ik eigenlijk niet. Excellenties, den A. N. W. B. in de welwillende belangstelling der regecring aanbevelend, de Regeering des Lands dankende voor wat zij het toerisme en het verkeer ten goede deed komen, stel ik oen dronk in op Uw wolzijn, hartelijk de hoop uitsprekend, dat Uw werk moge zijn en worden ons vaderland tot grooten zegen. 'R»EDE MINISTER KALFF. Minister Kalff heeft vervolgens het woord gevoerd, opmerkende, dat hij den Bond heeft zien groeien van oen betrekke lijk beschóiden vereoniging tot beoefening van de wielersport tot een allesomvatten de toeristische organisatie. Het 50-jarig be staan van den Bond wordt niet alleen ge vierd door den Bond. Geheel Nederland viert het mee. De Bond oefent dan ook in vloed op geheel Nederland uit en heeft de bevolking van menige plaats bevrijd van haar moeilijke bereikbaarheid, het ver keer vergemakkelijkt en aldus in menig op zicht zegon gebracht aan het geheele va derland. De Bond heeft de jaren door den geest van den tijd verstaan. Het is hem niet steeds uitsluitend voor den wind ge gaan. Plaatselijke verordeningen zullen hem wel eens belemmeringen in den weg hebben gelegd. Dit is voorbij. De Bond heeft sedert aan velerlei algemeene wettelijke regelen mee gewerkt, heeft het ministerie van Water staat gesteund, was op achtereenvolgende internationale conferenties vertegenwoor digd en heeft het veilig verkeer gepropa geerd. Misschien is het belangrijkste van wat de Bond gedaan heeft, dat hij ons volk de schoonheid van het eigen land hqeft leeren kennen. Spr. huldigde speciaal den heer Bergsma, die thans 49 jaar den Bond heeft gediend. Hij deelde mede, dat het H M. de Koningin heeft behaagd, den heer Bergsma te be noemen tot commandeur in de orde van Oranje Nassau. (Applaus en bravo's). De tafelgenooten zongen „lang zal hij leven1'. De minister deelde voorts mede, dat het oudste lid van het algemeen be stuur, do heer B. W. Kraako, is benoemd tot ridder in de Oranje Nassau-orde en dat de eerc-medaille der Oranje Nassau-orde in zilver is toegekend aan 2 leden win het personeel met hot grootste aantal dienst jaren, t.w. mej. v. d. Kamp te Amsterdam en aan mej. Mulder te 's-Gravenhage. De minister eindigde mot een dronk in te stellen op den A.N.W.B. Voorzitter Bergsma dankte voor de ver leende onderscheidingen, verklarende, dat zij een huldiging beteekenen voor het ge heele bestuur en voor den geheelen Bond. De heer Bergsma Wacht voorts den aan wezigen burgemeesters dank voor hun te genwoordigheid, opmerkende, dat de bond met de gemeentebesturen in veelvuldige en nauwe relaties staat en dat do gemeente besturen van den togenwoordigen tijd hem, men mag wel zeggen zonder uitzpndcring, welwillend tegemoet treden en voor zijn wenschen meestal een open oor hebben. Spr. bepaalde zich tenslotte tot den bur gemeester der residentie, die in een vorig ambt den bond reeds groote medewerking heeft verleend, en wijdde een dronk aan de aanwezige burgemeesters en in het bij zonder aan jhr. Bosch ridder van Rosen thal. NOG ANDERE SPREKERS. Burgemeester Bosch ridder van Rosen thal huldigde den A.N.W.B. als burgemees ter der Residentie, als burgemeester van de residentie van den A.N.W.B. en als bur gemeester van de plaats waar, naar spr. geloofde, het grootste percentage toeristen residoert. Het gemeentebestuur voorkomt bijna al tijd de adressen van den A.N.W.B. Zoo bijv. met betrekking tot de afschaffing van de maximum snelheid. Spr. vertolkte de be wondering der Ifaugsche burgerij voor wat de Bond doet. Hij deelde mede, dat Den Haag 170.000 rijwielen heeft en eindigde met eerbiedige hulde te brengen aan den A.N.W.B. In den loop van den maaltijd deelde voorzitter Berjjsma mede, dat hier een be stuursvergadering is gehouden van de Al liance Internationale de Tourisme. In ver band hiermede verwelkomde hij aan den disch in een Fransche toespraak de ver tegenwoordigers der buitenlandsche toeris ten-organisaties. Voorzitter Bergsma hield vervolgens een nieuwe rede waarin hij de verschillende autoriteiten in hun kwalitei4 huldigde. Spr. eindigde deze toespraak aldus: In Hare Majesteit de Koningin en de Landsregeering hebben wij een gedeelte der Wetgevende Macht van ons land her dacht; ik mogo thans tot slot van dit woord allen uitnoodigen een dronk te wij den aan de hier aanwezige leden der le en 2e Kamer, aan het gedeelte van de Grond wettige wetgevende macht van ons land, gevormd door dc beide Kamers der Staten- Generaal. In den loop van den maaltijd wijdde de heer Bergsma nog een afzonderlijk woord aan den rijks- en provincialen waterstaat alsmede aan de verschillende directeuren en gemeentewerken. Spr. eindigde de/.o rede met een dronk uit te brengen op ir. Ringers, directeur-generaal van 's rijks wa terstaat. Hierna sprak de heer Bergsma de pers in zeer waardccrende bewoordingen toe. Ten slotte voerde nog het woord mr. do Beaufort, vice-voorzitter van den Bosch- raad. 't Was reeds laat, toen de maaltijd was afgeloopen en slechts weinig heeft, men gezien van het vuurwerk dat op het strand werd ontstoken. Dc weersomstandigheden, vooraj de sterke wind waren erg ongunstig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9