ZOMER-
UITVERKOOP1
BRIEVEN OVER ONS GELOOF
I MORGEN begint onze groote
I A. PARMENTIER 1
VRUDAG 30 JUNI 1933
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
HET BESTAAN TAN GOD. 2.
Waar vandaan, van wie of van
wat komt de stem van ons gewe
ten, die ons zegt, wat goed is, wat
kwaad? Vanwaar die zedewet?
„De hoogste en laatste grond van
deze wet is God, die voor alles
verstandige geboden of verboden
gegeven heeft". Aldus de heiden
wijsgeer Cicero (De leg. II, 4).
Geen mensch ter wereld, Paul, hij zij ne
ger van Midden-Soedan of rector-magnifi-
cus van de universiteit van Oxford, zal
ontkennen, dat hij verschil weet tusschen
zedelijk goed en kwaad, tusschen
deugd en zonde.
©o neger zal je niet precies kunnen zeg-
§en misschien ook de rector-magnificus
niet dat „z e d e 1 ij k g o e d" isdie vrije
menschelijke handeling, die overeenstemt
met de eischen der menschelijke natuur,
d.w.z. met wat den mensch als mensch
voegt ten opzichte van God en van de we
reld, welke den mensch omringt; en ,z e-
d e 1 ij k kwaad'': die handeling, welke
daar niet mee overeenstemt.
Maar: nimmer zal een mensch, die niet
krankzinnig is, hij zij lippenneger of rec
tor-magnificus, beweren, dat het onder
martelingen vermoorden van zijn eigen
moeder lof verdient, of dat het geven van
een maaltje aardappelen aan een van hon
ger stervenden zwerver misdadig is.
Ieder mensch, zelfs de meest diep ge-
zonkene heeft en had altijd tenminste eenig
idee van goed of kwaad. Met andere woor
den :het menschel ij k geslacht
erkent algemeen hetbestaan
van een zedewet.
Begrijp mij goed, Paul: allerminst na
tuurlijk wil ik betoogen, dat alle menschen
ter wereld ten allen tijde het er over
eens waren en zijn, wat nu eigenlijk in
een bepaald, bijzonder geval kwaad is, wat
goed. De feiten leeren wel anders. He-t is
mogelijk, dat onze neger meent, een zeer
verdienstelijk werk te verrichten, door bij
voorbeeld de hoeveelheid zijner echtgenoo-
ten tot zestig in totaal op te voeren, iets,
dat in Amsterdam toch nog altijd onbe
hoorlijk wordt gevonden, maar in Middel-
Soedan waarschijnlijk recht geeft op groot
aanzien onder de medeburgers.
Het is voorts zeer goed denkbaar dat
iemand als bovengenoemde rector-magnifi
cus oprecht denkt goéd te doen door bijv.
de Katholieke Kerk „wetenschappelijk" te
bestrijden, iets, dat in het oog van een
rechtgeaard katholiek natuurlijk] minder
toejuiching verdient. Iemand met een on
ontwikkeld verstand, of die slecht is opge
voed, zal soms voor deugd, of althans voor
niet-slecht houden, datgene, wat iemand
die méér geleerd heeft en netjes is opge
voed, als kwaad erkejit. Tijdsomstandig
heden, beschaving, ontwikkeling, levensom
standigheden, hebben invloed op de juist
heid van het oordeel der menschen omtrent
het goed of kwaad zijn van een bepaalde
daad.
Doch dit staat vast: alle menschen
ter wereld, die het gebruik van hun ver
stand hebben, alle menschen van alle
tijden, van alle rassen en volken, beschaafd,
onbeschaafd of overbeschaafd, zijn het
eens over deze drie punten:
lo. Er is onderscheid tusschen zedelijk
goed en zedelijk kwaad. So. Wat als zede
lijk goed erkend is, moet worden gedaan,
wat als zedelijk kwaad begrepen wordt,
moet worden vermeden. 3o. Het doen van
het goede geeft uitzicht op een belooning,
welke dan ook; de volbrachte booze daad
geeft het bewustzijn van schuld en straf
waardigheid, ook dan, wanneer de daad
voor alle menschen verborgen blijft.
Neem een mensch, Paul, die kwaad ge
daan heeft in het geheim, die een zonde
deed, welke niemand van zijn medemen-
schen schade of hinder toebracht. Nie
mand weet het, niemand is benadeeld. En
tóch schaamt die mensch zich. Een
zekere a n g st, een bewustzijn van
schuld verstoort zijn rust, hij gevoelt
het: er is een recht geschonden, er moet
iets goed gemaakt worden, er is iemand
beleedigd.
Zeker, die stem van het geweten
in den mensch zal niet bij ieder even
krachtig zijn. Maar geheel gestorven is zij
nooit en nimmer, bij niemand. Sommigen
heeten „gewetenloos" maar God weet, met
hoeveel geweld zij getracht hebben, die
stem: „gij moogt nietin zich te verstik
ken, met hoeveel dolle uitgelatenheid zij
gepoogd hebben de wroeging na de booze
daad in zich te overschreeuwen. Het veel
vuldig zondigen verzwakt die stem in den
mensch, maar geheel zwijgen zal zij nooit.
De stem van het geweten laat zich hoo-
ren met sterken dwang en gebiedende
kracht. Niemand, >zelfs niet de boei, die
de wetten der menschen volkomen aan zijn
laars lapt, kan zich aan die wet van het
geweten „gij zultgij zult nietgeheel
onttrekken. De stem van het geweten laat
zich niet overschettéren zelft niet door de
luidruchtigste jazz-band
Vanwaar, van wie, die stem in ons
Vanwaar, van wie die zedewet?
Dat zulk een „zedelijk bewustzijn", het
geweten, in de mensch bestaat, wordt en
werd door niemand ooit ontkend. Bestond
er geen zedewet, dan zou de geheele men
schelijke samenleving eenvoudig onmoge
lijk worden. Zelfs de meest gebrekkige
menschelijke wetgevingen zijn ten slotte
gebaseerd op de begrippen: doet het goe
de, mijdt het kwade, op de begrippen be
looning, schuld en straf.
Nu sobreef je mij, Paul, dat je met jul-
K© „vrijdenkenden" boekhouder Basil Bas
man al eens over geweten en zedewet hebt
gesproken. Hij zei je: „Wat jij geweten
noemt is niets anders, dan een verzame
ling vooroordeelen, die den mensch door
opvoeding zijn bijgebracht." Basil Bas
man vergist zich. Reeds vóór de ouders het
kind daarover iets geleerd hebben, zegt
't eigen hart het, dat bijv. liegen kwaad is
en niet mag. Het kind dat voor de eerste
maal op een leugen wordt betrapt
schaamt zich en is bang voor straf.
Elk kind verwondert zich ook heelemaal
niet als het onderricht wordt over de
grondgeboden der zedewet bijv. dat men
niet stelen mag en het gestolcne weer
moet teruggeven, terwijl het toch bij an
dere dingen, die het leert, altijd eerst over
een zekere verbazing moet heenkomen.
Het zou ook wel heel toevallig ziin als
die „vooroordeelen" omtrent vele dingen
bij alle volken van alle tijden dezelfde wa
ren: toevallig, niet waar, dat omtrent lie
gen bijv. bij alle volkeren hetzelfde voor
oordeel: liegen is kwaad, heeft bestaan!
En dan: vooroordeelen worden afgelegd,
ja zij verdwijnen vanzelf naarmate het
mcnschelijk verstand zich ontwikkelt en
het hart veredeld wordt. Maar bij de oor-
deelen van het geweten is het juist omge
keerd: het oordeel biiv. dat dankbaarheid
iets goeds en ondankbaarheid iets kwaads
is, kan zelfs de meest ontwikkelde mensch
onmogelijk van zich afzetten.
De geleerden, die God er buiten willen la
ten, hebben inderdaad alle mogelijke
moeite .gedaan om die onloochenbare
stem van het geweten,, om het bestaan der
natuurlijke zedewet, te verklaren, zonder
dat God er bij te pas komt.
Zoo hebben zij o-a. gezegd: ons eigen
menschelijk verstand legt ons zoo gebie
dend de plicht op, het goede te doen en
het kwade te laten. Maar, Paul, mijn
eigen verstand is toch slechts een deel van
mijzelf: welk recht kan mijn eigen ver
stand over mij uitoefenen? Zeker, ik ben
dwaas, als ik niet den raad en de voor
lichting van mijn verstand volg, maar
waarom zou ik daartoe verplicht zijn?
Moet ik aan mijn verstand rekenschap
geven, kan mijn verstand mij dwingen, mij
straffen
Men zegt ook dit: de mensch leeft te
midden van andere menschen, dieren en
dingen. En de verhouding waarin hij tot
alles staat, verplicht hem het goede te
doen en het kwade te laten.
Maar neem nu eens dien man, over wien
wij het hierboven hadden, de man, die in
het geheim zondigde, zonder dat iemand
daarvan hinder of schade ondervonden
had. Die man schaamt zich. Tegenover
wie? Tegenover de menschen? Maar die
weten er niets van. Tegenover de dieren,
de levenlooze natuur Onzin. Schamen doet
men zich alleen tegenover een ander per
soon. (Je begrijpt reeds, Paul, tegenover
Wien die man zich schaamde?
Die man had het gevoel iemand be
droefd, iemand beleedigd te hebben. Wie?
Zijn medemensehen? Maar die hadden geen
nadeel van zijn zonde. De dieren, de na
tuur in zijn omgeving? Bedroeven en be-
leedigen kan men alléén een persoon. (Je
begrijpt, Paul, Wien hij bedroefd had
Die man gevoelde zich straf waardig.
Wie zou hem kunnen straffen De men
schen? Zij kenden zijn misdaad niet. De
dieren, de dingen rondom hem? Neen,
strafwaardig kan men zich alléén gevoelen
gevoelen ten opzichte van een persoon,
aan wien men verantwoording moet afleg
gen
Ook niet gezagdragende menschen noch
de staatswetten kunnen tenslotte de vol
doende grond, de laatste oorzaak van de
verplichtingen der zedewet zijn. Die gezag
dragers, die staten, zijn immers op hun
beurt weer verplicht rechtvaardig te zijn,
te gehoorzamen aan die algemeene zede
wet. Want de wil van elk mensch is eindig,
dat wil zeggen: geen enkel mensch kan in
zijn eigen wil alleen voldoenden grond
of titel bezitten om den wil van anderen
te overheerschen, omdat elke mensch in
laatste instantie toch weder aan een
anderen wil onderworpen is; hij zelf is im
mers weer gebonden aan die zedewet.
Daarom is de voldoende grond der zede
wet alléén te vinden in een wil, die niet
meer van een anderen wil afhankelijk is,
een wil dus, die uit zichzelf oneindig vol
maakt is, hetgeen alleen de wil van een
oneindig volmaakten God, den oppersten
Heer en Meester van alles, kan zijn, de
Goddelijke Wil, welke de orde der gescha
pen dingen wil, welke zijn oneindig Ver
stand van eeuwigheid heeft uitgedacht
Ja, Paul, de mensch die gezondigd heeft
in 't geheim, zonder zijn medemenschen te
benadeelen schaamt zich tegenover een
God, gevoelt dat hij een God bedroefd
heeft, dat hij eens aan een G o d verant
woording zal moeten geven over zijn wan
daad, vreest de straf van een God, onder
wiens bereik óók de inwendige handelin
gen der menschen vallen.
Reeds de heidenen uit den vóór Chris-
telijken tijd erkenden uit de stem van het
geweten het bestaan van een goddelijken
Wetgever. „Het was de overtuiging
van alle waarachtig wijze
mannen" schreef de heiden Cicero in 50
v. Chr. „dat de zedewet niet door
menschen is uitgedacht, noch
door den volkswil is ingevoerd, maar dat
zij iets eeuwigs is, zij, wier wijze ge
boden en verboden de geheele we
reld beheerschen; de diep
ste en laatste grond van deze
wet is echter God, die voor
alles w ij zegeboden of verbo
den gegeven heeft'.
Wellicht dat Basman hierover eens wil
nadenken als jij hem een en ander vertelt?
Tot over veertien dagen. Gegroet, beste!
■■iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiinaH
E S
I Zijden Kousen
39, 44, 69 en 89 ct.
Matzijden69 en 89 ct.
I Fantasie Sokk
Ziet onze zéér lage
prijzen in de Etalages
I Breestr. 128 - Tel. 1936 1
■^■lllllllllllllllllllllllillllllllllllilllllllllBM
GEMENGDE BERICHTEN
BRAND OVER DE INDRAPOERA.
Goed afg*3loopen.
Het Nederlandsche s.s. „Indrapoera'' dat
van Southampton heden naar Batavia zou
vertrekken en de „Montrose" van de Cana
dian Pacifie, welke beide schepen gemeerd
lagen langs elkaar, hadden gisteren een
„narrow escape', ^toen een loods op den
wal in brand vloog en lange vlammen over
de schepen sloegen, waardoor de wanden
heetl iepen. Sleepbooten brachten de „In
drapoera"', die passagiers aan boord had,
in veiligheid. Een hoeveelheid van 206 mil-
lioen cigaretten, die in de loodsen lagen
opgeslagen en die aan boord van de „In
drapoera" zouden worden gebracht, werden
door het vuur vernield, evenals een klein
gedeelte van de passagiersbagage.
De waarde der cigaretten wordt geschat
op 30.000.
BRAND IN MATRASS EN FABRIEK.
Op de derde verdieping van een matras-
senfabriek o-p de Ganzenmarkt te Utrecht
is Woensdagmiddag tegen 5 uur een brand
uitgebroken, welke in de daar te verwer
ken materialen gretig voedsel vond.
Een op deze verdieping bezig zijnde
werkman zag uit een werkende electrische
wolplukmachine een vonk komen, waarop
de machine oogenblikkelijk stil stond.
De opgeslagen materialen hadden inmid
dels vlam gevat, waarbij zich een groote
rookmassa ontwikkelde.
Toen de raanen aan de straatzijde spron
gen en versche lucht toegang kon krijgen,
sloegen de vlammen spoedig naar buiten.
De inderhaast gewaarschuwde brand
weer kwam met 'n magirusladder en een
motorspuit ter plaatse, waarvan de laat
ste evenwel geen dienst behoefde te "doen.
Met zes stralen op de waterleiding werd
het vuur aangegrepen en na niet langen
tijd ook bedwongen.
Het geval kreeg veel belangstelling van
huiswaarts" keerende kantoormenschen.
Trouwens, de burgemeester, dr. J. P. Focke-
ma Andreae, was zelf ook aanwezig om de
verrichtingen vanf de brandweer gade te
slaan.
Twee jaar geleden is op de zelfde ver
dieping ook een brand uitgebroken, die
evenwel ernstiger was dan thans.
Behalve een tamelijk uitgebrande ver
dieping heeft het huis alleen van water-
schale te lijden gehad. „Msb."
VECHTENDE VROUWEN.
Twee gewonden.
Tijdens de kermis te St. Jansteen, in
Zeeuwsch-Vlaanderen, ontstond in een
danslokaliteit twist tusschen twee vrou
wen. Terwijl de vrouwen elkaar toetakel
den, werd door een onbekende het mes ge
trokken. Een der vrouwen kreeg twee mes
steken; ook een man, die met het geval
niets te maken fcad, werd door een mes
steek getroffen. De vrouw bleek dermate
te zijn verwond, dat haar overbrenging
naar het ziekenhuis te Hulst noodzakelijk
was. De man had slechts lichte verwondin
gen bekomen.
Later kon de gewonde vrouw naar haar
woning te St. Jansteen worden vervoerd.
De marechaussee heeft des nachts den
man van een der vrouwen, die tijdens het
gevecht ook in de danslokaliteit aanwezig
was, aan een verhoor onderworpen. Hij ont
kent echter alle schuld, terwijl op hem noch
een mes noch bloedsporen werden aange
troffen.
De politie zet het onderzoek voort.
RUIM VEERTIG DUIZEN GULDEN
VERDUISTERD.
Kassier van Boerenleenbank geeft zich
aan bij de politie.
Aan het hoofdbureau van politie te
Utrecht heeft zich een man aangemeld, die
zeide schuldig te zijn aan verduistering
van 41.000.
Het bleek te zijn een 39-jarige kassier
uit Schalkwijk. In zijn betrekking heeft hij
volgens zijn eigen zeggen het bovenver
meld bedrag in een tijdverloop van onge
veer 3 jaren verduisterd.
De politie zoekt te zamen met de veld-
wacht te Schalkwijk de zaak nu nader uit.
Na zijn overbrenging naar Schalkwijk is
de man op het Gemeentehuis aan een uit
gebreid verhoor onderworpen, dat gerui-
men tijd in beslag nam. De kassier heeft
nog een anderen werkkring; hij is n.l. han
delaar in rijwielen en automobielen. Hij
genoot in Schalkwijk een goed vertrouwen,
zoodat het bericht van zijn aanmelding bij
de politie veel opzien gebaard heeft. Ver
der was hij nog secretaris van een Onder
linge Brandassurantie Mij., zoodat hij ver
schillende bronnen van inkomsten had.
Men vraagt zich af hoe het mogelijk ge
weest kan zijn een bedrag van 41.000 te
verduisteren en wel over een tijdsduur van
drie jaar, zonder dat hiervan iets bemerkt
is. De Boerenleenbank is toch aangesloten
bij de Centrale Raiffeisenbank te Utrecht.
Het was van den kassier bekend, dat hij
steeds bereid was op te komen voor iemand
die in financieele zorgen zat. Hij moet dat
meermalen gedaan hebben. Of de man
thans voor een deel slachtoffer van zijn
vriendelijke hulpvaardigheid geworden is,
kan nog niet worden gezegd. Dat hij zelf
in moeilijke geldelijke omstandigheden zou
verkeeren, was niet bekend
De aangehoudene is getrouwd en vader
van een gezin met vijf kinderen.
DE GEHEIMZINNIGE MOORD TE 0SS.
Een spoor gevonden?
In de zaak van den moord, die op 9 No
vember van het vorig jaar op den 30-jari-
gen herbergier J. v. d. Pas te Oss heeft
plaats gehad, en waarvan het lijk op 10
November des morgens in een weide aan
de Spoondcrstraat werd gevonden schijnt
eenige licht te komen. Door de politie zijn
bloedsporen ontdekt in een woning op de
grens der gemeente BerchemOss. Naar
aanleiding hiervan heeft gisterenmiddag
het parket uit Den Bosch met den opper
wachtmeester Soethout een onderzoek in
gesteld.
AUTOBANDEN DOORGESNEDEN.
Dezer dagen vertoefde een groepje Ne
derlanders met drie luxe auto's te Crefeld
waar zij hunne auto's parkeerden in de na
bijheid van een bekend varieté-gebouw.
Toen het gezelschap zïch later in den
avond met hunne auto's naar huis wilde
begeven, kwam men tot de onaangename
ontdekking dat de banden van alle drie
de wagens waren stuk gesneden. Zelfs de
reservebanden waren niet gespaard. An
dere auto's, die op dezelfde plaats waren
geparkeerd, doch een Duitsch nummer
droegen, waren onaangeroerd. Noch de
S. A.-man die in de straat surveilleerde,
noch de auto-wachter hadden iets van de
„banden vernieling'' gezien.
Behalve de aanzienlijke schade aan de
wagens toegebracht, kon het gezelschap
niet meer naar huis terugkeeren en moest
te Crefeld blijven logeeren.
TWEE MILLIARD MENSCHEN
Het secretariaat van den Volkenbond
heeft een overzicht uitgegeven van de be
volking der geheele wereld. Hel totaal aan
tal wereldbewoners wordt berekend op 2000
millioen.
Het Britsche wereldrijk telt 496 millioen
inwoners, waarvan alleen reeds 352 mil
lioen in Indië. Europa met 'Rusland inbe
grepen heeft een bevolking van 490 mil
lioen, waarvan Rusland alleen reeds ruim
163 millioen.
China en Japan hebben samen 545 mil
lioen zielen. De rest 481 millioen zijn ver
deeld over de overige landen, n.l. 124 mil
lioen in Noord-Amerika, 120 millioen in
Midden-Amerika en Zuid-Amerika, 160 mil
lioen in \foor-Azië en Malayen en 70 mil
lioen in Afrika, waarbij dan niet zijn be
grepen de bewoners van de Engelsche kolo
niën in dat werelddeel.
In Europa bedraagt het bevolkingscijfer
per vierkanten kilometer 44,3, in Amerika
6.2, in Afrika 4.7 en in Austalië 1.2.
Europa is nog altijd 't meest dichtstbe
volkte werelddeel. In Siberië wonen per
vierkanten kilometer slechts 2 menschen,
in China echter 41, in Indië 74, in Japan
niet minder dan 169. De hoog6te cijfers
worden echter in Europa behaald.
België is het dichtstbevolkte land der
wereld: namelijk 270 inwoners op een vier
kanten kilometer; dan volgt Holland met
233, Groot-Brittannië met 185, Duitschland
met 137, Frankrijk met 76, Rusland met 2"2,
Finland en Noorwegen met ieder 9 perso
nen per vierkanten kilometer.
Europa zonder Rusland beslaat slechts
tweederden van de oppervlakte der Ver-
eenigde Staten, maar heeft driemaal zoo
veel inwoners.
De Russische Sovjetrepublieken omvat
ten een zevende gedeelte van de totale op
pervlakte der aarde en hebben ruim 163
millioen inwoners. In de laatste jaren heeft
de totale bevolking der geheele wereld zich
vermeerderd met 14 millioen menschen.
WAT GESCHIEDT ER TE
BEAURAING.
HET ONDERZOEK DER KERKELIJKE
OVERHEID.
De Brusselsehe „Standaard" van 2S
Juni schrijft nog o.m, het volgende in ver
band met het bozoek van mgr. Heylen te
Beauraing:
De Bisschop heeft te 7 uur 's morgens
in de parochiekerk van Beauraing het
Misoffer opgedragen en onder andere aan
do kinderen Voisin en Dogeimbre de Hei
lige Communie uitgereikt.
Nadien heeft de bisschop langdurig en
rustig beraadslaagd met deken Lambert
en. enkele andere personen. Rond 9 uur
werden Gimberte en Andrée Degeimbro,
evenals Albert, Gilberto en Fernande,
Voisin naar de pastorie ontboden en in
aanwezigheid van hun deken door den bis
schop ondervraagd.
Het onderzoek naar alles wat met de
Verschijningen van Beauraing verband
houdt zal in rust en discretie veilig wor
den voortgezet, maar do bisschop heeft
niet geaarzeld om den kinderen Degeimbro
en Voisin te verklaren, dat hij zijn bis-
schappelijke toestemming vorleent voor do
oprichting van een Maria-kapel of kerk
volgens de vraag der kindeken, welke zij
steunen op de belofte, door hen afgelegd
aan de Verschijning in December jongst
leden. De noodige schikkingen zouden
met deken Lambert nog nader worden in
orde gebracht.
De kinderen hebben den bisschop ont
roerd gedankt.
Z.H. Exc. Mgr. Heylen heeft hun dan
nog medegedeeld, met welke groote en
bijzondere aandacht de Heilige Vader te
Rome dit alles volgt.
Z.H. Exc. zegende hen zeer in 't bij
zonder vanwege den Heiligen Vader, en
zegende tevens hunne ouders.
Hierna heeft Mgr. Heylen hot H. Vorm
sel toegediend aan de vormelingen van
Beauraing, waaronder ook Albert Voisin.
Tijdens het Vormsel was ook de genezen
werkman Tilman Come in de kerk, en
na dc plechtigheid van het Vormsel heeft
Mgr. Heylen ook Tilman Come ontboden
en hem grondig ondervraagd.
De verrassing die do kinderen en de
pelgrims en de zusters met diep geluk
heeft overstelpt, was echter de aankomst
van den bisschop 's avonds bij den rozen
krans der kinderen nabij den Boom der
Verschijning.
Mgr. Heylen had Beauraing verlaten om
ook nog in een andere plaats van zijn
bisdom het H. Vormsel toe te dienen.
Hij keerde echter onverwachts terug
naar Beauraing. Een onbeschrijfelijke
ovatie begroette den grijzen bisschop
wanneer hij door de rijen der pelgrims
naar den tuin der Verschijningen schreed.
Vier der kinderen waren daar om vóór te
bidden, Gilberte en Andrée Detreim'bro,
evenals Albert en Gilberte Voisin. Do
oudste Fernande was voor één keer bui
ten Beauraing met do „Association Ca-
tholique de la Jounesse Féminine Indépen-
dante" waartoe zij sedert een paar jaren
reeds behoort en heeft aldus het geluk
van dit mede-bidden van den bisschop met
hun avondrozenkrans niet. beleefd.
Treffend is nog dit: het was nog
steeds gewoonte te Beauraing om recht
staande den rozenkrans te bidden. De
kinderen nemen dan eiken avond weder
plaats daar waar zij de Verschijning in
den Meidoornstruik zagen. Maar het bid
den geschiedt rechtstaande. Slechts na
den rozenkrans gaan zij knielen op een
houten bankje vóór de Lourdesgrot, en
heffen er lofzangen aan.
Mgr. Heylen echter knielde neer voor
den Rozenkrans, de vier kinderen kniel
den, de aanwezige priesters knielden, al
het volk knielde.
Op de aanroepingen der kinderen: No
tre Daane de Beauraing guérissez les ma^
lades et convertissez les pécheurs (Onze
Lieve Vrouwe van Beauraing, genees de
zieken en bekeer de zondaren) antwoord
de de Bisschop het luider stemme.
Opstaande na het einde van gebeden
en zangen zegende Mgr. Heylen eerst do
kinderon Degoimbre en Voisin, gaf hun in
aanwezigheid van het volk zijn ring te
kussen, zeide F—n minz.aam: „Tot weer
ziens, mijn dierbare kinderen", zegende
dan de zieken en vervolgens de duizenden
pelgrims. En schreed dnn aan de zijde
van deken Lambert weder naar de dekenij
terwijl langs de rue de Rochefort een on
vergetelijke ovatie van liefde en erkente
lijkheid opging tot den Bisschop van Na
men.
dat toopt tyoed af!
Maar een anderen keer gaat het
mis. De linkerdeur van aan
auto (aan de rijwegzijde) moest
eigenlijk nooit geopend worden.
Maar als het soms niet anders
kan, kijk dan eerst door een kier
of er geen verkeer nadert. Pas
daarn£ mag de deur geheel wor
den geopend.