DINSDAG 20 JUNI 1933
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
STADSNIEUWS
GEMEENTERAAD.
De Gemeenteraad vergadert op Maan
dag 26 Juni 1933, des namiddags te twee
uur Steen schuur 21.
Te behandelen onderwerpen:
1. Benoeming van een leeraar in de ge
schiedenis en aardrijkskunde aan het
Gymnasium.
2. Benoeming van een leeraar in de ge
schiedenis aan het Gymnasium.
3. Prae-advies op het verzoek van den
heer J. Bots, om ontslag als ambtenaar
van den Burgerlijken Stand uitsluitend
belast met het sluiten van huwelijken.
4. Voorstel tot wijziging van de begroo
ting, dienst 1932, in verband met de kos
ten van pensioenen, wachtgelden en on
gevallen- en ziekteverzekering van amb
tenaren en werklieden.
5. Voorstel tot verhooging van verschil
lende posten der begrooting, dienst 1932,
waarvan de raming te laag is gebleken en
tot toevoeging van eenige nieuwe posten
aan die begrooting.
6. Voorstel tot het instellen van een
rechtsvordering tegen W. J. H. Verbrug-
gen, te Delft, in zake vergoeding van door
aanrijding van een tweetal lantaarns ver
oorzaakte schade.
7. Voorstel tot hernieuwde vaststelling
van de verordening tot heffing van school
geld voor het' lager onderwijs in de ge
meente Leiden.
8. Voorstel tot hernieuwde vaststelling
van de verordening tot heffing van school
geld voor het buitengewoon lager onder
wijs in de gemeente Leiden.
9. a. Herstemming over de motie van
Mevrouw J. C. de Clerde Bruijn in zake
de ingebruikgeving van de vier in aanleg
zijnde voetbalvelden in den Stadspolder
op Zondag;
b. Voortzetting van. de behandeling van
het voorstel tot verhuring en ingebruikge
ving van de sub a genoemde voetbalvel
den.
10. Voortzetting van de behandeling
van het voorstel:
a. om het voorstel van den heer C.
Koole, in zake de aanstelling van een vol-
ambtenaaT-sohoolarts naast de 4 in func
tie zijnde schoolartsen, niet aan te nemen;
b. om het medisch toezicht op de leer
lingen van de buitengewone school voor
Lager Onderwijs, evenals het vóór-onder
zoek van die leerlingen, op te dragen aam
een psychiater-specialist;
c. tot vaststelling van de verordening,
regelende het geneeskundig toezicht op de
openbare en bijzondere lagere scholen, de
openbare en bijzondere bewaarscholen, de
kinderbewaarplaatsen en dergelijke in
richtingen, en den werkkring van den
schoolarts
en van het tijdens de behandeling van
dat voorstel ingediende voorstel van den
heer J. M. Vos Jzn en de amendementen
van den heer Mr. EL F. A. Donders, als
mede van het voorstel van den heer Dr.
J. A. N. Knuttel in zake het instellen van
een tandheelkundigen dienst ten behoeve
van de leerlingen van de lagere scholen.
11. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van den bouw van een
dubbele dienstwoning op het terrein der
Stedelijke Fabrieken van Gas en Electri-
citeit ten Noorden van den Maresingel.
12. Voorstel tot wijziging van de veror
dening betreffende de wedden van amb
tenaren in dienst der gemeente Leiden.
13. Voorstel tot wijziging en hernieuwde
vaststelling van de verordening op ver-
gunnings- en verlofslocaliteiten en loge
menten.
14. Voorstel tot wijziging van de veror
dening tot beteugeling van het gebruik
van tabak door kinderen.
15. Prae-advies op het vooretel van den
heer Mr. C. Beekenkamp in zake het in
het leven roepen van eene verordening op
automaten.
16. Voorstel in zake het verleenen van
een jaarlijksche subsidie aan het Comité
tot instandhouding van een consultatie
bureau voor moeilijke kinderen te Leiden
tevens prae-advies op de voorstellen van
den heer Jac. Wilbrink en Mevrouw 0. P.
Braggaarde Does tot het verleenen van
een subsidie aan genoemd Comité.
17. Voorstel in zake verhooging van de
aan de afdeeling Leiden der Vereeniging
tot Verbetering van het Lot der Blinden
in Nederland en zijn Koloniën toegeken
de subsidie.
18. Voorstel van den heer IJ. Kuipers,
om Burgemeester en Wethouders te ver
zoeken uitvoering te geven aan het door
den Baad aangenomen voorstel inzake de
korting over 1932 op de loonen van het
personeel van de zweminrichting aan het
Bijn-Sch i e kanaak
GEEN VERBOD VOOR AUTOMATEN.
In de vergadering van 7 November
1932 werd om praeadvies in handen van
B. en W. gesteld een voorstel van den
heer Beekenkamp, luidende:
„De Baad besluit de Commissie voor
de strafverordeningen te verzoeken een
Verordening op de Automaten te ont
werpen".
Omtrent dit voorstel merkt genoemde
Commissie het volgende op.
De wenschelijkheid van het vaststellen
van een verordening betreffende het ge
bruik van automaten kan uit verschillend
oogpunt worden beoordeeld. Mede gelet
op de in sommige andere gemeenten vast
gestelde desbetreffende bepalingen, kun
nen, naar het B. en W. voorkomt, drie
groepen motieven worden aangevoerd:
lo. de belangen van de openbar© orde,
het verkeer en het stadsschoon;
2o. de bescherming van de winkeliers
tegen concurrentie door niet-winkeliers
(bijv. automaten-maatschappijen)
3o. aanvulling van de regeling der Win
kelsluitingswet.
Ofschoon de voorsteller geenerlei toe
lichting bij zijn voorstel heeft gegeven,
waaruit zou blijken, welke strekking hij
daaraan toekent, meenen B. en W., dat het
tijdstip van de indiening (toen n.l. de ont-
werp-verordening op de winkelsluiting
aanhangig was gemaakt) er op wijst, dat
de onder lo. bedoelde beweegredenen niet
aan het voorstel ten grondslag liggen.
Trouwens reeds thans is voor het groot
ste deel der op of aan den openbaren weg
te plaatsen automaten vergunning van
B. en W. noodig, n.l. voorzoover deze
worden aangebracht op of boven openbare
gemeentegrond.
Aan deze vergunning kunnen voorwaar
den worden verbonden.
Naar het gevoelen van genoemde com
missie kan thans voor de onder lo. be
doelde belangen derhalve voldoende wor
den gewaakt.
Het onder 2o. genoemde motief heeft
verschillenden gemeenteraden aanleiding
gegeven de bepaling te maken, dat alleen
dan door middel van automaten waren
mogen worden verkocht of ten verkoop
aangeboden, indien men deze waren in zijn
bedrijf in het klein pleegt te verkoopen en
de automaten zijn aangebracht in of in de
onmiddellijke nabijheid van het perceel,
waar men zijn bedrijf uitoefent.
Wat dit betreft meent genoemde Com
missie, dat gesteld, dat de winkeliers
in het algemeen op deze wijze een merk
bare schade kunnen ondervinden en dat
het op den weg der gemeente geacht zou
moeten worden te liggen daartegen maat
regelen te treffen in deze gemeente van
een dergelijke schade nog niets is geble
ken. Het gebruik van automaten door
nietiwink-eliers schijnt ons hier ter stede
niet een zoodanigen omvang te hebben
gekregen, dat dit voor de betrokkenen
merkbaar zou kunnen zijn.
Vooralsnog behoeft o.i. uit dit oogpunt
dan ook geen automatenregeling te wor
den gemaakt.
Het voornaamste motief voor het vast
stellen van automatenverordeningen is in-
tusschen gelegen in de totstandkoming van
de Winkelsluitingswet. Ter aanvulling van
die wet is in enkele gemeenten eenerzijds
het verbod in het leven geroepen om auto
maten te voorzien van waren gedurende
den tijd, dat de winkels, waarin die wa
ren worden verkocht, gesloten moeten zijn,
anderzijds voorgeschreven, dat gedurende
den sluitingstijd van de winkels door mid
del van een automaat alleen mag worden
verkocht, indien de winkel, waarbij de
automaat behoort, gesloten blijft,
Zooals bekend, verklaart art. 2 onder h
der Winkelsluitingswet de bepalingen dier
wet niet van toepassing op den verkoop
door middel van automaten. In zijn rond
schrijven van 20 Febr. 1932 heeft de Mi
nister van Arbeid, Handel en Nijverheid
nopens dit artikel betoogd, dat de wet
gever daarmede te kennen heeft gege
ven, dat omtrent de daarin genoemde on
derwerpen geen bepalingen vain winkel
sluiting zouden mogen worden vastge
steld. Z. i. mogen de gemeenten derhalve
bijv. niet, ter regeling van de onderlinge
concurrentie-verhoudingen, voorschriften
omtrent het plaatsen van automaten ge
ven, wel bijv. in het belang van het ver
keer, de openbare orde of de openbar© ge
zondheid. De Hooge Raad heeft zich met
betrekking tot het in de Amsterdamsche
automatenverordening voorkomende ver
bod om automaten gedurende winkelslui
tingstijd bij te vullen bij deze zienswijze
van den Minister aangesloten. Hij heeft
n.l. aangenomen, dat de strekking van art.
3 der Winkelsluitingswet o.m. is om elke
regeling door den gemeenteraad van de in
dat artikel genoemde onderwerpen in ver
band met winkelsluiting te verbieden, en
vorenbedoeld verbod als zijnde een be
paling van winkelsluiting, in strijd met de
wet en dus onverbindend verklaard.
Ofschoon het standpunt, door den Mi
nister en den Hoogen Baad te dezer zake
ingenomen, uit juridisch oogpunt niet
onaanvechtbaar is te achten, zullen de
gemeentebesturen daarmede toch reke
ning moeten houden, aldus genoemde
Commissie. De consequentie daarvan zal
o.i. slechts kunne zijn, dat de gemeente
zich van het treffen van een regeling be
treffend© het gebruik van automaten ter
aanvulling van de Winkelsluitingswet
hoe men ook over de wenschelijkheid van
zoodanige regeling moge denken on
der de bestaande omstandigheden zal
moeten onthouden.
Op grond van het bovenstaande geven
B. en W. den Baad derhalve in verweging
het voorstel van den heer Beekenkamp
niet aan te nemen.
VERHOOGDE SUBSIDIE.
Vereeniging tot verbetering van het Lot
der Blinden in Nederland.
Het bestuur van de Afdeeling Leiden
der Vereeniging tot verbetering van het Lot
der Blinden in Nederland en zijne Koloniën
heeft verzocht om de subsidie voor deze
vereeniging te verhoogen tot 7000.per
jaar.
Nadat de subsidie aanvankelijk werd be
paald op 1500.(Ingek. Stukken No. 212
van 1928) werd zij eerst verhoogd tot
3000.(ngek. Stukken No. 165 van 1929)
en daarna nog tot 5000.(Ingek. Stukken
No. 84 van 1930 en 74 van 1931). Hoezeer
ook in den tegenwoordigen tijd de uitga
ven moeten worden beperkt, moet thans
andermaal verthooging van de subsidie
plaats hebben, wil de afdeeling in staat
blijven, haar hoogst nuttige werk te ver
richten.
De exploitatierekening over 1932 sluit
met een tekort van 2075.93, waaronder
begrepen het tekort over 1931 ad. 1208.71,
zoodat 1932 zelf een deficit opleverde van
867.22; bovendien heeft de vereeniging
het nog overgebleven eigen kapitaaltje van
381.39 ten behoeve van de exploitatie ge
bruikt, zoodat het totale tekort over beide
jaren op 2075.93 -j- ƒ381.39 2457.32
moet worden gesteld.
De afdeeling dient op twee wijzen te
worden geholpen. In de eerste plaats be
hoort haar het tot en met 1932 geleden ver
lies te worden uitgekeerd, teneinde den
staat harer kasmiddelen te verbeteren;
door deze uitkeering zal zij n.l. in de ge
legenheid zijn de bi] particulieren opgeno
men gelden af te losesn. Bovendien moet
ook voor het vervolg de subsidie opnieuw
worden verhoogd. Een subsidie va-n
7000.gelijk de afdeeling in haar adres
vraagt, achten B. en W. echter niet noo
dig; op grond van de resultaten van de
jaren 1931 en 1932 kan en moet, naar de
meening van B. en W„ met een meerdere
subsidie van 1000.per jaar worden vol
staan.
CONSULTATIE-BUREAU VOOR
MOEILIJKE KINDEREN.
Tegen het einde van het jaar 1931 wend
de het Comité tot instandhouding van een
Consultatiebureau voor moeilijke kinderen
te Leiden, zich tot B. en W. met het ver
zoek om te bevorderen, dat aan het Co
mité een subsidie van 600.wordt ver
leend. In zijn desbetreffend adres schrijft
het Comité, dat ook van particuliere zijde
belangstelling voor het werk van het bu
reau wordt getoond in den vorm van bij
dragen in eens en per jaar, terwijl het In
stituut voor Praeventieve Geneeskunde
de benoodigde lokaliteit kosteloos ter be
schikking stelde. De gewone onkosten kun
nen uit de gewone middelen worden be
streden, maar deze middelen schieten te
kort voor de aanstelling van een bezol
digde maatschappelijke werkster, in ver
band waarmede een jaarlijksche bijdrage
van 600 aan de gemeente wordt ge
vraagd.
Gelijk B. en W. in de Memorie van Ant
woord betreffende de begrooting van het
loopende jaar mededeelden, had het Col
lege direct na de indiening van de subsi
die-aanvraag dus lang voor de behan
deling van de begrooting 1933 met de
daarin opgenomen subsidie-beperkingen
het Comité doen weten, dat medewerking
hunnerzijds alleen was te verwachten,
wanneer het pogingen in het werk zou
hebben gesteld, om ook van de zijde van
het bijzonder onderwijs financieele hulp
te verkrijgen. Het aanvankelijk denk
beeld van B. en W. was nJ., om een sub
sidieregeling te bevorderen in dien zin,
dat het openbaar en het bijzonder onder
wijs elk een zelfde bedrag per school-
plichtigen leerling zouden bijdragen.
Bij de behandeling van de begrooting
werden om praeadvies in handen van B.
en W. gesteld een voorstel v. d. heer Wil
brink om een subsidie te verleenen van
300, en een voorstel van mevr. Braggaar
de Does om een bedrag van 600 toe te
kennen.
Inmiddels ontvingen B. en W. van het
Comité mededeeling van alle van de bij
zondere schoolbesturen ontvangen antwoor
den; het resultaat van het gepleegde over
leg was, dat door de bijzondere scholen in
totaal werden toegekend jaarlijksche bij
dragen tot een bedrag van 60.Dit
resultaat beantwoordde natuurlijk niet, al
dus B. en W, aan den opzet, zooals hun
College zich dien aanvankelijk had ge
dacht.
Om deze reden en gezien de financieele
toestand der gemeente, zijn B. en W. van
meening, dat het verzoek om subsidie moet
worden afgewezen.
Mool.-i Uwe Vergadering echter, aldus B.
en W. aan den Baad, nu van twee zijden
uit haar midden daartoe strekkende voor
stellen zijn gedaan, toch financieelen steun
willen toekennen, dan heeft ons College
daartegen wel geen overwegend bezwaar,
doch dan dient naar onze meening, de sub
sidie rich in elk geval te beperken tot een
bedrag van 300.per jaar.
REORGANISATIE AFDEELING
BESTRATINGEN.
Zooals Uw Vergadering bekend is, aldus
B. en W., heeft de organisatie van de af
deeling bestratingen bij den dienst der ge
meentewerken een onderwerp van nadere
overweging uitgemaakt. De Directeur van
genoemden dienst heeft dienaangaande een
uitvoerig rapport ingediend, waarin ver
schillende voorstellen tot reorganisatie van
den bestratingsdieust zijn gfedaan. Daarbij
is ook onder het oog gezien de vraag, in
hoeverre voor het onderhoud der bestratin
gen het stelsel van eigen beheer, dan wel
dat van aanbesteding zal moeten worden
toegepast.
De Directeur wijst er in hoofdzaak op,
dat het bestratingswerk voor een groot deel
seizoenarbeid is en dat er derhalve in het
belang van een economisch beheer voor
gewaakt dient te worden, dat hét be>stra-
tingspersoneel niet te uitgebreid wordt, op
dat ook in de ongunstige jaargetijden voor
dat personeel steeds voldoende werk aan
wezig zal zijn. Vooral met het oog hierop
heeft de Directeur voorgesteld, dat als be
ginsel voor de nieuwe organisatie van den
beatratingsdienst zal worden aanvaard, dat
het zgn. dagelijbsohe onderhoud, d.i. het her
stellen van de zioh geregeld overal in de
stad voordoende kleinere gebreken in de
bestratingen, steeds in eigen beheer zal ge
schieden, terwijl daarentegen het zgn. bui
tengewone, d.i. het op ruimere schaal be
straten of vernieuwen van bestratingen,
in den regel zal worden aanbesteed. Op
deze wijze zal het gemeentelijke straatma
kers korps beperkt kunnen blijven tot een
betrekkelijk kleine vaste kern, waarvoor
het geheele jaar voldoende werk zal zijn
gewaarborgd.
Evenals de meerderheid van de Com
missie van Fabricage, kunnen B. en W. zich
met dit standpunt geheel vereenigen; de
laatste jaren is trouwens bij wijze van proef
reeds een deel van het buitengewone on
derhoud aanbesteed, zulks met bevredigend
resultaat. B. en W. stellen zich voor in den
vervolge ten aanzien van het onderhoud van
de bestratingen het boven aangegeven be
ginsel als vast richtsnoer te nemen. Intus-
sdhen dient hieraan te worden toegevoegd,
dat het aantal gemeentelijke straatmakers
op het oogenblik grooter is dan noodig is
voor het dagelijksch onderhoud. Het ie de
bedoeling van B. en W. dat de voor dit
Laatste vereischte sterkte van het straat-
makers korps door geleidelijke alvloeiïng
zal worden verkregen; zoolang die sterkte
nog niet is bereikt, zal het bedoelde begin
sel nog niet in all© opzichten kunnen wor
den doorgevoerd, dooh zal ook een deel
va-n het buitengewone onderhoud in eigen
beheer moeten worden verriaht.
B. en W. maken van dezo gelegenheid
gebruik om nog het volgende onder de
aandacht te brengen.
Bij de behandeling van de gemeentebe-
grooting voor 1931 heeft de heer Schüller
o.m. aangedrongen op invoering van het
leerlingenstelsel bij den gemeentelijken be
stratingsdien® t.
In verband hiermede heeft de Directeur
der Gemeentewerken in zijn rapport be
treffende de reorganisatie van den bestra-
tingsdienst de vraag, of bij dit onderdeel
van zijn dienst toepassing van het leerlin
genstelsel gewensoht zou zijn, mede aan
een beschouwing onderworpen.
Met genoemden Directeur en de meer
derheid der Commissie van Fabricage zijn
B. en W. van oordeel, dat deze vraag ont
kennend dient te worden beantwoord. Voor
de gemeente toch bestaat er voor invoering
van het leerlingenstelsel, d.w.z. het orga-
niseeren van een opleiding tot sbraatma-
ker, alleen dan aanleiding, indien de mo
gelijkheid aanwezig is, dat zij zonder die
opleiding niet te allen tijde in haar be
hoefte aan bekwame straatmakers zal kuu-
nen voorzien. Die mogelijkheid meenen B.
en W., gelet ook op het bij de reorganisatie
van den bestratingsdienst aanvaarde be
ginsel, dat in de toekomst slechts met een
beperkt aantal gemeentelijke straatmakers,
alleen voor het dagelijksohe onderhoud, zal
worden volstaan, voor de gemeente Leiden
te kunnen uitschakelen.
B. EN W. STELLEN EENIGE WEDDEN-
VERH00GINGEN VOOR.
Het bestuur van de afdeeling Leiden
van den Algemeenen Bond van Overheids
personeel heeft tot B. en W. het verzoek
gericht om de rioolruimers (reinigers bij
den rioleeringsdienst van Gemeentewer
ken) in een numeriek hoogere loooigroep
in te deelen, omdat de geldende groepee
ring niet geacht kan worden in overeen
stemming te zijn met den aard van het
werk.
Deze werklieden een 6-tal in vasten
dienst zijn thans als „reiniger" in de
laagste loongroep geplaatst 2730.60
per week). Het werk van de rioolruimers
vergelijkende met dat van andere werk
lieden kan de indeeling in de eerste loon-
klasse aldus B. en W„ inderdaad niet
juist worden genoemd. De rioolruimers
behooren in bezoldiging niet achter te
staan bij grondwerkers, opperlieden, kar-
ophalers, syphonpompers, zwemknechts,
enz. die in de 2e loonklasse (ƒ28.35
31.95) zijn gerangschikt. In overeenstem
ming met het advies van de Algemeene
Werklieden Commissie komt het B. en W.
dan ook billijk voor dat de rioolruimers
naar deze loongroep worden overgebracht.
Voor indeeling in de 3e loongroep (ƒ29.70
33.30) gelijk adressant vraagt, bestaan
h.i. echter geen voldoende termen, aange
zien tot deze loongroep bepaalde vak
lieden (loodgieter, smid, schilder, tuin
man le klasse) behooren, die, anders dan
rioolruimers, een leertijd moeten doorloo-
pen teneinde zich de vereischte vakken
nis eigen te maken.
Ten aanzien van den door de genoem
de Commissie geuiten wensoh, dat den
desbetreffenden werklieden terstond het
maximum van de nieuwe loongroep worde
toegekend, merken B. en W. op, dat i.e.
voor de bepaling van het loon de onder de
le loongroep doorgebrachte diensttijd mee
telt, zoodat belanghebbenden automa
tisch in het genot van het maximum-loon
van de 2e groep worden gesteld.
Gevolg gevende aan gedane toezegging,
maken B. en W. van deze gelegenheid ge
bruik, om eveneens bij wijze van hooge
uitzondering, nog ten aanzien van een
andere functie een verbetering van de
loonbepaling voor te stellen. Het salaris
van den adjunct-directeur van den
Markt- en Havendienst bedraagt tha.ns
23002600, doch ook deze wedde kan,
mede gelet op de wedden voor andere be
trekkingen, niet geacht worden in een
juiste verhouding te staan tot de eisohen,
die het bekleeden van dit ambt stelt. Voor
deze functie, behoort h.i. een salaris te
gelden, gelijk aan dat voor een commies
2e klasse, die 26003000 geniet.
Leeraren Gymnasium.
Bij besluit van den Baad van 3 April
1933 is met ingang van 1 September 1933
aan den heer A. L. van Beeck eervol ont
slag verleend uit zijn betrekking van
leeraar in de geschiedenis en aardrijks
kunde aan het gymnasium alhier. Thans
zal derhalve tot vervulling van deze vacap
ture moeten worden overgegaan. Van de
sollicitanten, die zich op de onzerzijds ge
plaatst© oproeping hebben aangemeld,
komt naar de overtuiging van Curatoren
boven alle anderen voor benoeming in aan
merking de heer J. van Bossem, thans
leeraar in de geschiedenis en aardrijkskun
de aan het gymnasium te Zwolle. Ook de
Inspecteur der Gymnasia acht, blijkens zijn
hierbij overgelegd advies, den heer van
Bossem den meest geschikte der sollicitan
ten. Waar intusschen art. 17 der Hooger-
Onderwijswet het indienen van ©en aan
bevelingslijst van meer dan één persoon
voorschrijft, bieden Curatoren den Baad
voor de vervulling van de onderhavige va
cature de volgende (niet-alphabetische)
aanbeveling aan:
1. J. van Bossem, leeraar aan het stede
lijk gymnasium te Zwolle;
2. Dr. J. Theunisz, leeraar aan de ste
delijke gymnasia te Leeuwarden en te
Sneek.
Naast de boven bedoelde betrekking van
leeraar in de geschiedenis en aardrijks
kunde is aan het gymnasium nog noodig
die van leeraar in de geschiedenis. Deze
betrekking is tot dusverre niet definitief
vervuld, doch die vervullingr is aangehou
den, teneinde haar onder het oog te kun
nen zien tegelijk en in verband met die van
de boven besproken vacature. Na overwe
ging van de sollicitaties zijn Curatoren
mèt den Inspecteur der Gymnasia
van gevoelen, dat tot deze betrekking moet
worden benoemd Dr. B. E. Dinger Hat-
tink, die de betrekking thans gedurende
drie jaren tijdelijk heeft vervuld. Op den
zelfden grond als ton aanzien van de boven
behandelde vacature bieden Curatoren den
Raad voor deze benoeming de volgende
(niet-alphabetische) aanbeveling aan:
1. Dr. B'. E. Dinger Hattink, tijdelijk
leeraar aan het Gymnasium te Leiden;
2. Dr. J. J. Westendorp Boerma, leeraar
aan de Bijks Hoogere Burgerschool te
Zierikzee.
Ambténaar Burgerlijke Stand.
B. ©n W. geven den Baad in overwo
ging aan den heer J. Bots, op diens ver
zoek, eervol ontslag te verleenen als Amb
tenaar van den Burgerlijken Stand, uit
sluitend belast met het sluiten van huwe
lijken.
Verkoop grond.
Van M. C. van Straten en H. Piekaar,
beiden wonende te Leiden, zijn verzoeken
ingekomen, om van de gemeente te mogen
koopen een perceel bouwterrein, gelegen
respectievelijk aan den Lammenschans weg,
hoek Hyacint henstraat, en aan de Van den
Brandeierkade.
Met adressanten is overeenstemming be
reikt omtrent den verkoop van terreinen,
groot 987 M2. en 1320 MS., tegen den
prijs van respectievelijk 12.50 en 12.—
per M2.
(Wordt vervolgd).
KERKNIEUWS
WONDERBARE GENEZING IN
L0URDES.
Twee Belgische vrouwen hebben gene
zing gevonden in Lourdes. Het „Bureau
des Constatations" heeft dezer dagen den
wonderbaren aard der genezingen er
kend.
Geheel in strijd met het advies van haar
geneesheer (die haar onvervoerbaar ver
klaarde) nam Maria van Eerdewegh deel
aan de Belgische nationale bedevaart, die
den llden Maart 1932 te Lourdes arri
veerde. De dokters die de bedevaart ver
gezelden konden haar niet toestaan, dat
zij naar de grot of de Esplanade zou wor
den gebracht. Maar in Lourdes werd zij
plotseling veel beter. Den 15den Maart
was zij geheel hersteld.
In het sanatorium werd zij een maand
in observatie gehouden, waarna zij geheel
genezen werd ontslagen. Dit voorjaar is
zij naar Lourdes teruggekeerd, waar haar
genezing officieel is erkend door het Bu
reau des Constatations.
Mej. Del fosse, van Charleroi maakte de
Belgisohe Bedevaart van 1931 maakte de
was uiterst zwak tengevolge van een
maagkwaal, waaraan zij reeds sedert hare
jeugd had geleden.
Zij genas ploseling op den tweeden dag
van haar verblijf te Lourdes, t-oen de ze
gen met het Allerheiligste werd gegeven.
Zij begon te eten en nam weldra in ge
wicht toe. Dit voorjaar heeft het „Bureau
des Constatations" hare wonderbare gene
zing officieel erkend.
WARE HELDEN.
Vanuit New-York zijn dertien Paters
Jezuieten naar die melaabschen-kolonies
op de Philippijnen vertrokken, om d© on-
gelukkigen in him zware uren bij te staan.
PASTOOR J. ZWART EERE-
KANUNNIK.
De zeoreerw. heer J. Zwart, pastoor van
Zaandam is door Z.H.Exc. Mgr. J. D. J.
Aengenent benoemd tot eere-Kanunnik.
EM. RECTOR VAN ELDEREN. t
In de tram doodgebleven.
In de tram van, Nieuwkuik naar 's-Her-
togenbosch is gisteren do zeereerw. heer
C. van Elderen emeritus rector van heb
Liefde gesticht te Best door een hartver
lamming getroffen. Bij aankomst te 's-Her-
togenbosch werd hij onmiddellijk naar het
Groot Ziekengasthuis overgebracht. Hier
kon men echter slechts den dood oonsta-
teeren.
Cornelius Martinus Antonius van Elde
ren werd geboren te 's-Hertogonbosch 6
Juni 1877 en priester gewijd 24 Mei 1902.
WILT U IETS WETEN?
Vraag: Is er op 25 Juni in Egmond
aan den Hoef een H. Mis op de St. Adel-
bertu«akker en hoe laat en welk is hot
adres van den Secretaris, die de zorg heeft
voor deze Plechtigheid?
Antwoord: le. De St. Adalbertus-
akker ligt in de parochie Rinnegom.
2e. De Secretaris der Bisschoppelijke
Commissie is de heer J. Verheggen, Krijt,
Egmond-Binnen.
3e Zondag a.s., feestdag van St. Adal
bert, patroon van deze parochie, zullen de
volgende plechtigheden op den akker plaats
hebben: 10 uur Hoogmis, waaronder preek
door pastoor Th. van Noort van Langen-
dij<k; 's middags 2 uur plechtig Lof met
processie.
Vraaig: Ik heb in mijn tuin een Esch-
doorn (een z.g. vinkjesboora), welke niet
meer groeit, terwijl de bladen bruin wor
den. Zou daar nog iets aan te doen zijn
en wat kan hiervan de oorzaak zijn?
Antwoord: Bovenstaande vraag is
zonder dat men bedoelden boom ziet moei
lijk te beantwoorden. Een boom kan op een
ongunstige plaats staan, kan ook te dicht
bij andere boomen staan. Wanneer bla
deren bruin worden is direct nog maar niot
uitgemaakt, dat de groei is opgehouden,
men dient dan na te gaan of hot bruin
worden der bladoren zich een volgend jaar
weer herhaalt en omstreeks welken tijd.