ZATERDAG 10 JUNI 193i>
DE LEir>S<~"E COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND
Koningskinderen en huwelijksbootjes. Sombere voor
uitzichten voor het reuzenwerk te Londen. Het Pact
van Vier en water-en-melk. De atmosfeer doet ook
wat. Hadden de Spaansche geestelijken het te goed?
Vooruitzichten. Koningskinde
ren worden vanouds beschouwd als zonne
kinderen. Rondom iederen prins en iedere
prinses weeft zich de gouden schemer van
het sprookje.„en zij leefden lang en
gelukkig'
De tegenwoordige prinsen bekijken de
zaken nuchter, tenminste voorzoover van
nuchterheid gesproken kan worden, wan
neer men dronken is van liefde.
Zoowel de oudste zoon van den ex-kroon-
prins, die dezer dagen te Bonn in het hu
welijk is getreden met een mej. von Sal-
viati, als de oudste zoon van ex-koning
Alphonso, die per se binnen 14 dagen trou
wen wil met een Cubaansohe, die Edelmira
heet, zijn tegelijkertijd optimisten en pes
simisten.
Hun aanspraken op resp. de Duitsohe
keizerskroon en de Spaansche koningskroon
hebben zij er aan gegeven, omdat zij geen
vertrouwen hebben in de toekomst van hun
dynastie. Aan den anderen kant hebben
zij wel vertrouwen in hun eigen toekomst.
Men zou ook zóó kunnen zeggen: zij la
ten zich door hun gebrek aan vooruitzich
ten niet ontmoedigen.
In zooverre zijn zij een voorbeeld voor
de heele wereld.
Van alle kanten komen thans de gede
legeerden bij tientallen naar Londen om
zich te beraden ter Economische Wereld
conferentie en het hart van de mensohheid
is als het hartje van een maagdelijn, wan
neer haar held in conferentie is met den
gestrengen papa. Zal hij slagen of zal bij
niet slagen? De vooruitzichten zijn zoo bit
ter slecht.
De wereld heeft al haar hoop gesteld op
de Londensche conferentie. En tot op ze
kere hoogte terecht. Want de crisis is in
ternationaal en kan met nationale midde
len eerder verergerd dan verbeterd wor
den. Redding moet komen van internatio
nale maatregelen en om deze tot stand te
brengen is een grootsch opgezette interna
tionale samenspreking noodzakelijk.
Maar aan den anderen kant is er zoo
ontzettend veel te regelen, zijn er zooveie
en zóó diepgaande problemen op te lossen,
dat het haast ondoenlijk is een oplossing
te verwachten van één conferentie.
Alles grijpt op wonderlijke wijze in el
kaar en men vraagt zich af, wat men in
's hemels naam kan bereiken, wanneer zoo
vele problemen, wier oplossing eigenlijk
had behooren vooraf te gaan, nog steeds
hangende vraagstukken zijn gebleven.
De Ontwapeningsconferentie is verdaagd,
zonder dat een behoorlijk resultaat is be
reikt. De Japansche verklaring in de slot
zitting van Donderdag heeft zelfs den stand
van het vraagstuk aanmerkelijk achteruit
gezet.
De kwestie der Oorlogsschulden is niet
geregeld. Straks (op 15 Juni) vervallen de
termijnen en niemand zal waarschijnlijk be
talen.
Duitschland heeft zoo pas een morato
rium afgekondigd van de betaling zijner
particuliere schulden.
De dollar staat, dank zij de gevaarlijke
Amerikaansche experimenten met den gou
den standaard, te dansen en niemand weet,
wat bij nu eigenlijk waard is.
De nood&c&elijk geachte stabiliöeering
der wisselkoersen (speciaal van Amerika en
Engeland) is er nog altijd niet.
Tussohen Rusland en Engeland staat nog
altijd ais een scheidsmuur de economische
oorlog, welke het gevolg was van de ver
oordeeling der Engelsche ingenieurs in Rus
land.
En onder zulke omstandigheden gaat
men een der geweldigste problemen-com
plexen -aanpakken, welke de wereld nog
ooit gekend heeft.
De waarschuwing van prof. Moley, den
adviseur van president Roosevelt, dat men
niet teveel van de Londensche conferentie
moet verwachten, was inderdaad wel op
z'n plaats. Wij houden ons hart vast.
Het Pact van Vier. In het som
bere wolkendek, dat alle vooruitzichten
voor de Londensche conferentie grondig
bederft, is de laatste dagen één enkel
gaatje gekomen.
Dat is de aanvaarding van het Pact van
Mussolini, het z.g. Viermogendheden-pact.
Het heeft lang genoeg geduurd, voor
dat. de parafeering een feit geworden was,
maar nu is het ér eindelijk en heel veel
reden tot juichen levert het achteraf be
schouwd nog niet eens op.
Het Wolff-bureau zegt er het volgende
van:
Het pact vervult in zijn huidigen, ver
waterden vorm, geenszins alle hoop. Het
behelst nog niet de overeenstemming over
alle belangrijke kwesties, maar het opent
uitzicht op een krachtiger vredeswerk voor
de toekomst. Het meest belangrijk is net
feit, dat in dezen tijd zulk een diplomatiek
verdrag nog afgesloten kon worden. Hoe
moeilijk het was het verdrag tot stand te
brengen, blijkt ten duidelijkste daaruit, dat
meer dan drie maanden diplomatieke on
derhandelingen noodzakelijk waren.
De kerngedachte van het voorstel, zoo-
als Mussolini dat aanvankelijk indiende,
is gebleven. Het komt tot uiting in artikel
I, waarin zeer duidelijk wordt vastgesteld
dat de politieke leiding van de Europee-
sche politiek in de toekomst in handen van
de vier groote mogendheden liggen moet
en dat haar doel het behoud van den vrede
door samenwerking is. Dit artikel wordt nog
verduidelijkt door de préambule. Daar
komt duidelijk tot uitdrukking de oudo
idee van Mussolini, dat de Volkenbond
alleen het niet klaar kan spelen, maar dat
samenwerking van de vier groote mogend
heden noodig is.
Het verdrag stipuleert geen nieuwen
godsvrede, maar den wil tot samenwerking.
Daarmede geeft het een nieuw uitgangs
punt voor de behandeling van de Europee -
sche politieke problemen, waarbij overi
gens van zelf spreekt, dat het zich niet
richt tegen andere staten Dat geJdt, ge
zien van het standpunt van Duitschland,
vooral voor de Vereenigde Staten en Rus
land
Als iets zeer belangrijks moet gelden dat
het artikel 19 van het voLkenbondshand-
vest, -waarin de herziening van het ver
drag van Versailles wordt behandeld, hier
voor de eerste maal uitdrukkelijk in een
nieuw verdrag is opgenomen. Daarmee ver
geleken verliest de opneming van de arti
kelen 10 en 16 haar practisobe beteekenis
Wat betreft de kwestie van ontwapening
en rechtsgelijkheid is een geformuleerde
Krachtvoedtel »IJ lustelpós-
heid en vermoeidheid
Slechts 70 centner bus
Vraagt Uw apotheker
of drogist
Nutrlcla - loetermeer
overeenstemming helaas niet bereikt kun
nen worden. De Franschen verlangden dat
Duitschland met de drie andere verdrag
sluitende partijen tot overeenstemming zou
komen over de ontwapening. Wat betee-
kenen zou dat Frankrijk een recht van veto
zou krijgen. De Duibsche regeering kon niet
verder gaan dan erin toe te stemmen, dat
het die kwesties ter sprake zou brengen,
maar zij kon in geen geval afstand doen
van haar vrijheid om eigen besluiten te ne
men. Ümdat geen van beide partijen o.
de andere succes had, L het resultaat van
artikel III zoo mager. Het houdt thans
sleohts in dat mocht Genève zekere ont
wapeningsvraagstukken open laten, de
vier verdragsluitende partijen deze onder
elkander aanhangig kunnen maken. Wat
de kwestie van rechtsgelijkheid aangaat,
geldt de bekende verklaring van 11 Decem
ber te Genève ook verder.
Tot zoover het Wolff-bureau.
Dat Duitschland teleurgesteld is over dat
artikel 3, is begrijpelijk. Het gaat hier om
de kwestie der rechtgelijkheid en juist deze
kwestie was het groote struikelblok voor
Frankrijk. Frankrijk moet erkennen, dat
Hitier thans zeer vredelievend spreext,
maar kan nog niet gelooven, dat Hitler La
ter ook zoo vredelievend zal doen, wan
neer de rechtsgelijkheid is doorgevoerd en
de Duitsohe bewapening op gelijke hoogte
zal staan als de Fransche. Vandaar de wa-
ter-en-melk-formuleering van art. 3, waar
van de Duitsohe aspiraties heusok niet vet
zullen worden.
Maar één groot voordeel heeft Musso
lini's pact en daar zijn wij blij om. Het
kan een nieuwe en gunstige politieke at
mosfeer scheppen, een atmosfeer van sa
menwerking. En daaraan hadden wij groot
gebrek.
Godsdienststrijd. Het lijkt
soma of over de geheele wereld de men-
schen, die toch zoo aangewezen zijn op sa
menwerking, op harmonie, niets anders ie
doen hebben dan elkaar dwars te zitten.
Wij hebben in 't begin van deze week
weer kunnen lezen, hoe de Paus en de
Spaansche bisschoppen hebben moeten
protesteeren tegen het onrecht, dat den
reEgieusen in Spanje wordt aangedaan
door de nieuwe wet op de Congregaties,
welke zoo pas door den president der re
publiek (n.b. een Katholiek!) is goedge
keurd. En dan vragen wij ons af, waarom
thans niet geprotesteerd wordt door de
wereldpers, die zoo dikwijls haar veront
waardiging uitte over de Jodenvervolging
in Duitschland. Het antwoord geeft ons een
berichtje in een der „neutrale" bladen,
waarin o.m. staat:
De bezwaren, die van katholieke zijde
zijn geuit werden verwacht, omdat de con
gregaties zijn beroofd van de buitengewoon
voordeelige situatie waarin zij tot dusver
verkeerden. Onpartijdige katholieken ge-
echter in den gTond van hun hart too,
dat de wet de fouten en voorrechten van
vele jaren op rustige wijze liquideert".
Dat is de gedachtengang vau vele niet-
KathoEeken. De geestelijken hadden het
in Spanje veel te goed!
Maar wat zou men zeggen, wanneer wij
geweigerd hadden om te protesteeren te
gen de Jodenvervolging, door te zeggen, dat
de Joden het eigenlijk veel te goed had
den in Duitschland, dat zij een te bevoor
rechte positie innamen, dat ze te veel geld
verdienden en zich teveel op den voorgrond
drongen? Baseert men z'n verontwaardiging
tegen de Nazi-regeering niet op de schen
ding van het grondwettelijk recht van iede
ren staatsburger? Maar wat doet de Spaan
sche regeering anders daji aan de religieu-
sen ontnemen, wat zij aan eiken Spanjaard
moet toestaan?
Aan welken wetenschappelijk bevoegde
ontzegt zij het recht om onderwijs te ge
ven? Alleen aan de religieusen.
Wien wordt het recht van vereeniging
en vergadering ontnomen? Alleen aan de
Katholieke orden en congregaties. Wordt
niet ieders rechtmatig bezit geëerbiedigd
behalve dat van de kloosters?
Laten we ons niet te bezorgd maken
over het lijden der Katholieken, 't Is on
recht, ongetwijfeld, en het meten met twee
maten door de wereldpers is ergerlijk,
maar in het lijden ligt een groote kracht.
Nog altijd is het bloed der martelaren het
zaad der Christenen.
VOETBAL
I. V. C. B.
Wedstrijdprogramma.
KampioenscompetitieS.D.O.ILC.D.
H.L.
Promotie en degradatie: Kaalheide—
V.V.H. (terrein Kerkrade); H.V.V.Ha-
vantia (terrein Sitt. Boys).
Ie klas: VolhardingR.K.OJN.S.
DIOC. HAARL. VOETBALBOND.
We d stri j d prog ramma.
Promotie en degradatie: Ad. Kolping
Foreholte.
Beslissingswedstrijd: Vogelenzang 2
Lis se 4.
Bisschopsbeker: Groep 1. finale: Blauw
Zwart—Celer (terrein A.V.V.); groep 3:
WilskrachtSt. Martinus.
R. K. S. V. „V.V.L."
Zondag kan menige voetballiefhebber
weer genieten op het V.V.L.-terrein. Om
half drie zal V.V.L. I partij geven aan
Spartaan II uit Rotterdam. Deze club
speelt liefst 2 klassen hooger en toch durft
V.V.L. het aan met haar krachten te me
ten. De gasten beschikken over meer tac
tiek en ba techniek dan V.V.L., dus V.V.L.-
era vult het ontbrekende aan met het noo-
dige enthousiasme. Al is het een neder
laagwedstrijd zorg dat de nederlaag zoo
klein mogelijk zij.
Voor dezen wedstrijd zal V.V.L. II tegen
Spartaan IV spelen. Doordat ver.eden
week eenige spelers niet opgekomen waren,
zullen deze heeren morgen eveneens niet
meespelen. Dientengevolge zal V.V.L. I1
wel iets verzwakt uitkomen, doch laten de
invallers nu eens zien, wat zij waard zijn.
Wanneer er voldoende samengespeeld
wordt is er veel te bereiken.
A t hl et i eb. Deze week wordt weer
zooals gewoon op Maandag getraind. Ha f
acht de junioren, kwart voor acht de se
nioren.
R. K. Athl. en Sportver. „Rood-Wit".
Zondag is hpt de laatste dag van het
Lustrum en onze oudste afdeeling valt dan
de eer te beurt om de Lustrumfeesten te
sluiten. Zoo als reeds bekend is, vangen de
Nationale ,-Uhletiekwedstrijden om 2 uur
aan op het K. Sportpark „Haagweg".
Niet minder dan 100 athleten nemen aan
deze wedstrijden deel, dus wel een bewijs,
dat de afdeeling athletiek bij de andere
vereenigingen in ons Diocees goed bekend
staat.
Leden van Rood-Wit, die niet aan deze
wedstrijden deelnemen, komt allen om uw
clubgenooten aan te moedigen, opdat zij
evenals de andere afdeelingen, goed uit
den strijd mogen komen.
Zondagavond sluiting van de Lustrum
viering, tevens prijsuitreiking van alle ge
houden Lustrumwedstrijden. De zaal gaat
open om 7 uur en voor dezen avond is voor
vele verrassingen zorg gedragen.
Komt allen, opdat deze laatste dag van
onze Lustrumviering alle andere dagen
overtreffe.
R. K. S. V. „Teylingen".
De reeds eerder vermelde bekerwedstrij
den, georganiseerd door de R. K. S. V.
„Teylingen" zullen a.s. Zondag een aan
vang nemen. De vereeniging „Blauw-Zwart''
welke reeds eerder haar toezegging had ge
daan, kon onmogelijk op dezen datum meer
uitkomen, zoodat hiervoor is uitgenoodigd
„Onze Gezellen" I Haarlem.
Het programma luidt als volgt: Teylin
gen IOnze Gezellen 1, aanvang 1.30 uur,
scheidsrechter de heer D. Haverkorn. S.J.O.
ILisse I, aanvang 3.30 uur, scheidsrechter
de heer Grijmans. Een keurige beker is
voor deze wedstrijden beschikbaar gesteld
en ook nog andere prijzen. Den volgende
Zondag 18 Juni a.s. spelen de verliezers en
winnaars.
Het doel van deze wedstrijden is, om
wat opleving te krijgen. Wanneer vroeger
zulke wedstrijden werden gespeeld, was
een aantal van 2000 personen niet eens bui
tengewoon. Wij twijfelen er niet aan of ook
nu zal de belangstelling groot zijn!
Wij verwachten ook zeker het Leidsch
Districtsbestuur en vooral de Elftal-Com-
missie, welke nu zoo mooi in de gelegen
heid wordt gesteld om een groot aantal
spelers te zien. Het wordt toch nu weer
eens tijd, dat er ook een Districts-wedstrijd
wordt gespeeld. De Districten Amsterdam,
Rotterdam, Den Haag, Haarlem en Noord-
Holland spelen volop. Laat Leiden niet
achter blijven.
TeyEngen 3 gaat een vriendschappelijken
wedstrijd spelen bij „Concordia" te Hille-
gom. Aanvang 12.30 uur. Vertrek per fiets
van de K.S.A. om 11.30 uur.
De Jun. spelen tegen de dito's van SJ.O.
op het Sportpark te Noordwij'k!
A t h 1 et i e k. A.s. Zondag gaat Tey
lingen met een groot aantal athleten naar
Leiden bij R.WD. op bezoek. De vooroefe
ningen zijn den geheolen winter en thans
buiten goed bijgehouden, zoodat wij over
tuigd zijn dat de Tcvlingers een goed fi
guur zullen maken. Wij wenschen de jon
gens veel succes!
R. K. S. V. „N. V. C*
Morgen zal het een drukte worden op
het N.V.C.-terrein. Er worden namelijk 'n
tweetal wedstrijden gespeeld ten bate van
„Het Comité Ouden van dagen" alhier.
Om 2 uur spelen 2 veteranenelftallen
tegen elkaar en wel een „WinkeHersölftal"
tegen „de Kerkbuurters''!I
Daarna spelen de twee plaatselijke ver
eenigingen N.V.C. en „St. Bavo" een wed
strijd. Hiervoor is door gemeld comité een
fraaie zilveren bal beschikbaar gesteld. Er
zal dus gevochten worden om de overwin
ning. Het geheel wordt opgeluisterd door
twee muziekcorpsen. We twijfelen dan ook
niet of het N.V.C.-terrein zal een massa
publiek trekken.
Degenen die in het bezit zijn van kaar
ten worden verzocht deze te vergeten!!
Vermelden we nog dat om 12.30 uur de
N.V.C.-Jun. tegen de dito's van Foreholte
spelen.
FEUI' i ETON.
DE BEKER VAN
KONINGIN ELIZABETH
Naar het Engelsch van
FERGUS HUME.
(Nadruk verboden).
50)
„Dat durf ik niet te voorspellen, kind.
Rioky zal Rose en haar duizend pond niet
opgeven, voor hij in den hoek gedreven
is."
„Maar dat is hij nu toch", meende Ani
ta, „Thomas kan hem aanklagen wegens
diefstal van den beker."
„Dat zal hij wel doen ook, tenzij Ricky
toegeeft."
„En dan", vervolgde ze, zal uitkomen,
wat mijn vader met de zaak te maken
heeft. Als je neef bekennen moet, dat hij
den beker uit de kerk genomen heeft, zal
ik moeten verklaren, hoe hij daar geko
men is en dan moet ik vertellen, wat voor
man mijn vader is."
Fanshaw kon dat niet tegenspreken,
want wat ze zei. was maar al te waar.
„Maar in ieder geval kunnen ze je vader
niets doen", trachtte hij haar gerust te
stellen, „hij heeft den beker niet gesto
len."
„Hij kan den moord wel begaan heb
ben", klonk het snikkend.
„Dat hoop ik niet en ik geloof het
evenmin, want als hij het w e r k e 1 ij k
had gedaan, zou hij het niet tegenover
Rose bekend hebben.
Met dien regel op dat stukje papier kan
hij wel een bepaalde bedoeling gehad heb
ben, die wij niet kennen, omdat wij niet
weten, welke rol hij precies in de zaak ge
speeld heeft. Bovendien hoeven wij niets
van dien snipper te zeggen, als het tot
een publiek schandaal komt."
„Maar Susan Tolhurst
„Die houdt haar mond wel, als ze maar
geld krijgt."
„En als ze het niet krijgt?"
„Ze moet geld hebben", antwoordde
de jonker vastbesloten, „als Ricky koppig
is en alles bekend wordt. Ik kan ten slot
te altijd zelf Susan's mond sluiten door
haar vijf- of zeshonderd pond te geven.
Daarvoor zal ze wel zwijgen."
„Maar Lionel, dat kun je immers niet
betalenriep Anita verschrikt.
„Liefste, ik kan alles, om jou ellende
te besparen", was het krachtige weder
woord.
„Denk je, dat het verstandig is, meneer
Da-wson er voorloopig heelemaal buiten te
laten vroeg ze daarop. Ze voelde zich
niet in staat verder tegen Lionel's nobel
voornemen, om harentwil een groot finan
cieel offer te brengen, als het noodig was,
te verzetten.
„Dat moet wel, Ik heb Thomas beloofd
te zwijgen; hij zou me niets hebben ver
teld, als ik dat niet beloofd had. We moe
ten nog een paar dagen wachten, voor we
iets kunnen doen, tot Ricky in Londen
komt om Rose bij die juffrouw Quail te
ontmoeten. Ik geloof namelijk niet, dat hij
in Hurton komtdat is maar een klets
praatje van Rose."
„Schrijf hem dan, dat hij hier moet ko
men."
„Ik weet immers niet, waar ik hem be
reiken kan. Het eenige, wat er op zit, is
wachten."
„Maar als Richard niet hier komt, gaat
Thomas naar de politie
„Ik zal wel zien, dat ik hem nog een
paar dagen kalm houdt. Als Ricky inder
daad niet verschijnt, zooals ik denk, ben
ik van plan Rose naar Londen te volgen.
Dan moet ik Rioky treffen. Ik neem Tho
mas mee en dan kunnen ze het samen uit
vechten. Susan heeft beloofd nog een paar
weken haar mond te houden, dus van dien
kant dreigt nog geen gevaar. En laten
we nu eens naar Julius gaan. Thomas
heeft me toestemming gegeven om hem te
zeggen; dat ik weet, wat er in het spook-
boschje gebeurd isdat zal het kind
geruststellen. Hoe is het met hem?"
„O, hij begint een beetje over zijn angst
heen te komen; ik houd hem met allerlei
dingen bezig, die zijn aandacht op wat
anders richten. Juffrouw Pamela is in de
keuken en Julia leert haar lessen. We kun
nen nu ongestoord met den kleinen jon
gen praten."
Fanshaw werd in een groote kamer ge
bracht, waar het zieke kind lag. Hij zag
er bleek en lusteloos uit, maar zijn gezicht
klaarde op, toen hij den jonker zag.
„Wel, Julius, hoe is het vandaag met
jé?" vroeg hij, terwijl hij op het bed ging
zitten en de hand van den jongen nam.
„O, ik knap reusachtig op", zei Julius,
terwijl hij een dappere poging deed om te
glimlachen.
„O, je bent flink genoeg. Je zult wel
gauw weer sterk zijn, Julia mits je ver
schrikkelijk."
„Ta, dat weet ik", beaamde de jongen
bedroefd, en het is afschuwelijk om hier
te liggen, als ik zoo graag naar buiten
wil. Maar de dokter zegt, dat mijn ver
koudheid bijna over is."
„Natuurlijk", zei Fanshaw, terwijl hij
Anita's aandacht trachtte te trekken, „en
je angsten en tobberijen zijn ook weldra
voorbij."
„Ik heb geen angsten en tob niet",, riep
Julius boos uit. „Iedereen zeurt me aan
mijn hoofd over angst en getob en ik
weet niet, wat ze bedoelen."
„Je bent een flinke, dappere jongen,
Julius", prees de jonker, „maar je kunt te
gen mij gerust openhartig zijn."
„Waarover?" vroeg het patiëntje.
„Nu, over Thomas en den beker."
Julius trok zijn hand weg en ging recht-
op in bed zitten.
„Heeft hij het u verteld
,Ja en hij zei, dat ik tegen jou over de
zaak kon spreken, mijn jongen, en hij
schaamt zich heel erg, dat hij jou zoo
bang gemaakt heeft."
f „Hij heeft me niet bang gemaakt, me
neer Fanshaw. Hij zei alleen
„Ik weet, wat hij je verteld heeft: dat
de beker nooit meer terug zou komen, als
je je vader vertelde, wat je gezien had."
„Ik durfde niets te zeggen", erkende
Julius opgewonden, „omdat ik wist, hoe
vreeselijk iedereen in Hurton en vader
vooral, het zou vinden, als de beker voor
altijd verloren wasik heb zelfs niets te
gen Julia gezegd."
„Je hebt je als een held gedragen, maar
je hoeft je niet meer bezorgd te maken.
Het spijt Thomas vreeselijk, dat hij dat
gezegd heeft, want het was niet eens
waar."
„Mag ik het vader dan vertellen vroeg
Julius gretig.
„Neen, nog nietwacht nog maar een
paar dagen", zei Fanshaw sussend. „Je
kimt met mij en juffrouw Baxter alles be
praten, wat je op het hart hebt. Het eeni
ge, wat je hebt te doen, is, zoo gauw mo
gelijk weer flink en sterk te worden."
„O, ik zal wel gauw beter zijn, meneer
Fanshaw. Ik maakte me alleen maar erg
ongerust over den beker en ik vond het
afschuwelijk, dat ik zoo'n akelig geheim
wist en er met niemand over mocht spre
ken. Dat wil ik nu wel bekennen."
„Het komt nu allemaal in orde, Julius."
„Heusch, juffrouw Baxter?" vroeg de
jongen in spanning.
„Zeker, kind. Thomas heeft maar wat
onzin verteld", stelde Anita hem gerust.
„En de beker?"
De twee volwassenen keken elkaar aan
en wisten niet, wat ze op deze pertinente
vraag moesten antwnorden. Ten slotte
verbrak Fanshaw de stilte. „Over den be
ker behoef je je niet bezorgd te maken,
Julius".
„Maar Thomas heeft hem - weggenomen
van de plaats, waar meneer Gould hem
verstopt heeft,"
„Ja, maar hij geeft hem aan mij, en
daarna zal ik hem aan meneer Grotton
terug bezorgen."
„Julius knikte opgewekt. „Dat is fijn",
zei hij vergenoegd, en toen betrok zijn ge
zicht. „Waarom verstopte meneer Gould
den beker in het bosch, meneer Fans
haw 1"
„Er bestond gevaar, dat hij door slech
te menschen gestolen zou worden en daar
om verborg hij hem daar", zei Fanshaw
boudweg, want het was onmogelijk den
zieken jongen de waarheid te vertellen.
„Dusdus", asrzelde Julius, „Toll-
'■•ur^t werd niet om den beker vermoord?"
(Wordt vervolgd).