ZATERDAG 10 JUNI 193i> DE LEir>S<~"E COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND Koningskinderen en huwelijksbootjes. Sombere voor uitzichten voor het reuzenwerk te Londen. Het Pact van Vier en water-en-melk. De atmosfeer doet ook wat. Hadden de Spaansche geestelijken het te goed? Vooruitzichten. Koningskinde ren worden vanouds beschouwd als zonne kinderen. Rondom iederen prins en iedere prinses weeft zich de gouden schemer van het sprookje.„en zij leefden lang en gelukkig' De tegenwoordige prinsen bekijken de zaken nuchter, tenminste voorzoover van nuchterheid gesproken kan worden, wan neer men dronken is van liefde. Zoowel de oudste zoon van den ex-kroon- prins, die dezer dagen te Bonn in het hu welijk is getreden met een mej. von Sal- viati, als de oudste zoon van ex-koning Alphonso, die per se binnen 14 dagen trou wen wil met een Cubaansohe, die Edelmira heet, zijn tegelijkertijd optimisten en pes simisten. Hun aanspraken op resp. de Duitsohe keizerskroon en de Spaansche koningskroon hebben zij er aan gegeven, omdat zij geen vertrouwen hebben in de toekomst van hun dynastie. Aan den anderen kant hebben zij wel vertrouwen in hun eigen toekomst. Men zou ook zóó kunnen zeggen: zij la ten zich door hun gebrek aan vooruitzich ten niet ontmoedigen. In zooverre zijn zij een voorbeeld voor de heele wereld. Van alle kanten komen thans de gede legeerden bij tientallen naar Londen om zich te beraden ter Economische Wereld conferentie en het hart van de mensohheid is als het hartje van een maagdelijn, wan neer haar held in conferentie is met den gestrengen papa. Zal hij slagen of zal bij niet slagen? De vooruitzichten zijn zoo bit ter slecht. De wereld heeft al haar hoop gesteld op de Londensche conferentie. En tot op ze kere hoogte terecht. Want de crisis is in ternationaal en kan met nationale midde len eerder verergerd dan verbeterd wor den. Redding moet komen van internatio nale maatregelen en om deze tot stand te brengen is een grootsch opgezette interna tionale samenspreking noodzakelijk. Maar aan den anderen kant is er zoo ontzettend veel te regelen, zijn er zooveie en zóó diepgaande problemen op te lossen, dat het haast ondoenlijk is een oplossing te verwachten van één conferentie. Alles grijpt op wonderlijke wijze in el kaar en men vraagt zich af, wat men in 's hemels naam kan bereiken, wanneer zoo vele problemen, wier oplossing eigenlijk had behooren vooraf te gaan, nog steeds hangende vraagstukken zijn gebleven. De Ontwapeningsconferentie is verdaagd, zonder dat een behoorlijk resultaat is be reikt. De Japansche verklaring in de slot zitting van Donderdag heeft zelfs den stand van het vraagstuk aanmerkelijk achteruit gezet. De kwestie der Oorlogsschulden is niet geregeld. Straks (op 15 Juni) vervallen de termijnen en niemand zal waarschijnlijk be talen. Duitschland heeft zoo pas een morato rium afgekondigd van de betaling zijner particuliere schulden. De dollar staat, dank zij de gevaarlijke Amerikaansche experimenten met den gou den standaard, te dansen en niemand weet, wat bij nu eigenlijk waard is. De nood&c&elijk geachte stabiliöeering der wisselkoersen (speciaal van Amerika en Engeland) is er nog altijd niet. Tussohen Rusland en Engeland staat nog altijd ais een scheidsmuur de economische oorlog, welke het gevolg was van de ver oordeeling der Engelsche ingenieurs in Rus land. En onder zulke omstandigheden gaat men een der geweldigste problemen-com plexen -aanpakken, welke de wereld nog ooit gekend heeft. De waarschuwing van prof. Moley, den adviseur van president Roosevelt, dat men niet teveel van de Londensche conferentie moet verwachten, was inderdaad wel op z'n plaats. Wij houden ons hart vast. Het Pact van Vier. In het som bere wolkendek, dat alle vooruitzichten voor de Londensche conferentie grondig bederft, is de laatste dagen één enkel gaatje gekomen. Dat is de aanvaarding van het Pact van Mussolini, het z.g. Viermogendheden-pact. Het heeft lang genoeg geduurd, voor dat. de parafeering een feit geworden was, maar nu is het ér eindelijk en heel veel reden tot juichen levert het achteraf be schouwd nog niet eens op. Het Wolff-bureau zegt er het volgende van: Het pact vervult in zijn huidigen, ver waterden vorm, geenszins alle hoop. Het behelst nog niet de overeenstemming over alle belangrijke kwesties, maar het opent uitzicht op een krachtiger vredeswerk voor de toekomst. Het meest belangrijk is net feit, dat in dezen tijd zulk een diplomatiek verdrag nog afgesloten kon worden. Hoe moeilijk het was het verdrag tot stand te brengen, blijkt ten duidelijkste daaruit, dat meer dan drie maanden diplomatieke on derhandelingen noodzakelijk waren. De kerngedachte van het voorstel, zoo- als Mussolini dat aanvankelijk indiende, is gebleven. Het komt tot uiting in artikel I, waarin zeer duidelijk wordt vastgesteld dat de politieke leiding van de Europee- sche politiek in de toekomst in handen van de vier groote mogendheden liggen moet en dat haar doel het behoud van den vrede door samenwerking is. Dit artikel wordt nog verduidelijkt door de préambule. Daar komt duidelijk tot uitdrukking de oudo idee van Mussolini, dat de Volkenbond alleen het niet klaar kan spelen, maar dat samenwerking van de vier groote mogend heden noodig is. Het verdrag stipuleert geen nieuwen godsvrede, maar den wil tot samenwerking. Daarmede geeft het een nieuw uitgangs punt voor de behandeling van de Europee - sche politieke problemen, waarbij overi gens van zelf spreekt, dat het zich niet richt tegen andere staten Dat geJdt, ge zien van het standpunt van Duitschland, vooral voor de Vereenigde Staten en Rus land Als iets zeer belangrijks moet gelden dat het artikel 19 van het voLkenbondshand- vest, -waarin de herziening van het ver drag van Versailles wordt behandeld, hier voor de eerste maal uitdrukkelijk in een nieuw verdrag is opgenomen. Daarmee ver geleken verliest de opneming van de arti kelen 10 en 16 haar practisobe beteekenis Wat betreft de kwestie van ontwapening en rechtsgelijkheid is een geformuleerde Krachtvoedtel »IJ lustelpós- heid en vermoeidheid Slechts 70 centner bus Vraagt Uw apotheker of drogist Nutrlcla - loetermeer overeenstemming helaas niet bereikt kun nen worden. De Franschen verlangden dat Duitschland met de drie andere verdrag sluitende partijen tot overeenstemming zou komen over de ontwapening. Wat betee- kenen zou dat Frankrijk een recht van veto zou krijgen. De Duibsche regeering kon niet verder gaan dan erin toe te stemmen, dat het die kwesties ter sprake zou brengen, maar zij kon in geen geval afstand doen van haar vrijheid om eigen besluiten te ne men. Ümdat geen van beide partijen o. de andere succes had, L het resultaat van artikel III zoo mager. Het houdt thans sleohts in dat mocht Genève zekere ont wapeningsvraagstukken open laten, de vier verdragsluitende partijen deze onder elkander aanhangig kunnen maken. Wat de kwestie van rechtsgelijkheid aangaat, geldt de bekende verklaring van 11 Decem ber te Genève ook verder. Tot zoover het Wolff-bureau. Dat Duitschland teleurgesteld is over dat artikel 3, is begrijpelijk. Het gaat hier om de kwestie der rechtgelijkheid en juist deze kwestie was het groote struikelblok voor Frankrijk. Frankrijk moet erkennen, dat Hitier thans zeer vredelievend spreext, maar kan nog niet gelooven, dat Hitler La ter ook zoo vredelievend zal doen, wan neer de rechtsgelijkheid is doorgevoerd en de Duitsohe bewapening op gelijke hoogte zal staan als de Fransche. Vandaar de wa- ter-en-melk-formuleering van art. 3, waar van de Duitsohe aspiraties heusok niet vet zullen worden. Maar één groot voordeel heeft Musso lini's pact en daar zijn wij blij om. Het kan een nieuwe en gunstige politieke at mosfeer scheppen, een atmosfeer van sa menwerking. En daaraan hadden wij groot gebrek. Godsdienststrijd. Het lijkt soma of over de geheele wereld de men- schen, die toch zoo aangewezen zijn op sa menwerking, op harmonie, niets anders ie doen hebben dan elkaar dwars te zitten. Wij hebben in 't begin van deze week weer kunnen lezen, hoe de Paus en de Spaansche bisschoppen hebben moeten protesteeren tegen het onrecht, dat den reEgieusen in Spanje wordt aangedaan door de nieuwe wet op de Congregaties, welke zoo pas door den president der re publiek (n.b. een Katholiek!) is goedge keurd. En dan vragen wij ons af, waarom thans niet geprotesteerd wordt door de wereldpers, die zoo dikwijls haar veront waardiging uitte over de Jodenvervolging in Duitschland. Het antwoord geeft ons een berichtje in een der „neutrale" bladen, waarin o.m. staat: De bezwaren, die van katholieke zijde zijn geuit werden verwacht, omdat de con gregaties zijn beroofd van de buitengewoon voordeelige situatie waarin zij tot dusver verkeerden. Onpartijdige katholieken ge- echter in den gTond van hun hart too, dat de wet de fouten en voorrechten van vele jaren op rustige wijze liquideert". Dat is de gedachtengang vau vele niet- KathoEeken. De geestelijken hadden het in Spanje veel te goed! Maar wat zou men zeggen, wanneer wij geweigerd hadden om te protesteeren te gen de Jodenvervolging, door te zeggen, dat de Joden het eigenlijk veel te goed had den in Duitschland, dat zij een te bevoor rechte positie innamen, dat ze te veel geld verdienden en zich teveel op den voorgrond drongen? Baseert men z'n verontwaardiging tegen de Nazi-regeering niet op de schen ding van het grondwettelijk recht van iede ren staatsburger? Maar wat doet de Spaan sche regeering anders daji aan de religieu- sen ontnemen, wat zij aan eiken Spanjaard moet toestaan? Aan welken wetenschappelijk bevoegde ontzegt zij het recht om onderwijs te ge ven? Alleen aan de religieusen. Wien wordt het recht van vereeniging en vergadering ontnomen? Alleen aan de Katholieke orden en congregaties. Wordt niet ieders rechtmatig bezit geëerbiedigd behalve dat van de kloosters? Laten we ons niet te bezorgd maken over het lijden der Katholieken, 't Is on recht, ongetwijfeld, en het meten met twee maten door de wereldpers is ergerlijk, maar in het lijden ligt een groote kracht. Nog altijd is het bloed der martelaren het zaad der Christenen. VOETBAL I. V. C. B. Wedstrijdprogramma. KampioenscompetitieS.D.O.ILC.D. H.L. Promotie en degradatie: Kaalheide— V.V.H. (terrein Kerkrade); H.V.V.Ha- vantia (terrein Sitt. Boys). Ie klas: VolhardingR.K.OJN.S. DIOC. HAARL. VOETBALBOND. We d stri j d prog ramma. Promotie en degradatie: Ad. Kolping Foreholte. Beslissingswedstrijd: Vogelenzang 2 Lis se 4. Bisschopsbeker: Groep 1. finale: Blauw Zwart—Celer (terrein A.V.V.); groep 3: WilskrachtSt. Martinus. R. K. S. V. „V.V.L." Zondag kan menige voetballiefhebber weer genieten op het V.V.L.-terrein. Om half drie zal V.V.L. I partij geven aan Spartaan II uit Rotterdam. Deze club speelt liefst 2 klassen hooger en toch durft V.V.L. het aan met haar krachten te me ten. De gasten beschikken over meer tac tiek en ba techniek dan V.V.L., dus V.V.L.- era vult het ontbrekende aan met het noo- dige enthousiasme. Al is het een neder laagwedstrijd zorg dat de nederlaag zoo klein mogelijk zij. Voor dezen wedstrijd zal V.V.L. II tegen Spartaan IV spelen. Doordat ver.eden week eenige spelers niet opgekomen waren, zullen deze heeren morgen eveneens niet meespelen. Dientengevolge zal V.V.L. I1 wel iets verzwakt uitkomen, doch laten de invallers nu eens zien, wat zij waard zijn. Wanneer er voldoende samengespeeld wordt is er veel te bereiken. A t hl et i eb. Deze week wordt weer zooals gewoon op Maandag getraind. Ha f acht de junioren, kwart voor acht de se nioren. R. K. Athl. en Sportver. „Rood-Wit". Zondag is hpt de laatste dag van het Lustrum en onze oudste afdeeling valt dan de eer te beurt om de Lustrumfeesten te sluiten. Zoo als reeds bekend is, vangen de Nationale ,-Uhletiekwedstrijden om 2 uur aan op het K. Sportpark „Haagweg". Niet minder dan 100 athleten nemen aan deze wedstrijden deel, dus wel een bewijs, dat de afdeeling athletiek bij de andere vereenigingen in ons Diocees goed bekend staat. Leden van Rood-Wit, die niet aan deze wedstrijden deelnemen, komt allen om uw clubgenooten aan te moedigen, opdat zij evenals de andere afdeelingen, goed uit den strijd mogen komen. Zondagavond sluiting van de Lustrum viering, tevens prijsuitreiking van alle ge houden Lustrumwedstrijden. De zaal gaat open om 7 uur en voor dezen avond is voor vele verrassingen zorg gedragen. Komt allen, opdat deze laatste dag van onze Lustrumviering alle andere dagen overtreffe. R. K. S. V. „Teylingen". De reeds eerder vermelde bekerwedstrij den, georganiseerd door de R. K. S. V. „Teylingen" zullen a.s. Zondag een aan vang nemen. De vereeniging „Blauw-Zwart'' welke reeds eerder haar toezegging had ge daan, kon onmogelijk op dezen datum meer uitkomen, zoodat hiervoor is uitgenoodigd „Onze Gezellen" I Haarlem. Het programma luidt als volgt: Teylin gen IOnze Gezellen 1, aanvang 1.30 uur, scheidsrechter de heer D. Haverkorn. S.J.O. ILisse I, aanvang 3.30 uur, scheidsrechter de heer Grijmans. Een keurige beker is voor deze wedstrijden beschikbaar gesteld en ook nog andere prijzen. Den volgende Zondag 18 Juni a.s. spelen de verliezers en winnaars. Het doel van deze wedstrijden is, om wat opleving te krijgen. Wanneer vroeger zulke wedstrijden werden gespeeld, was een aantal van 2000 personen niet eens bui tengewoon. Wij twijfelen er niet aan of ook nu zal de belangstelling groot zijn! Wij verwachten ook zeker het Leidsch Districtsbestuur en vooral de Elftal-Com- missie, welke nu zoo mooi in de gelegen heid wordt gesteld om een groot aantal spelers te zien. Het wordt toch nu weer eens tijd, dat er ook een Districts-wedstrijd wordt gespeeld. De Districten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Haarlem en Noord- Holland spelen volop. Laat Leiden niet achter blijven. TeyEngen 3 gaat een vriendschappelijken wedstrijd spelen bij „Concordia" te Hille- gom. Aanvang 12.30 uur. Vertrek per fiets van de K.S.A. om 11.30 uur. De Jun. spelen tegen de dito's van SJ.O. op het Sportpark te Noordwij'k! A t h 1 et i e k. A.s. Zondag gaat Tey lingen met een groot aantal athleten naar Leiden bij R.WD. op bezoek. De vooroefe ningen zijn den geheolen winter en thans buiten goed bijgehouden, zoodat wij over tuigd zijn dat de Tcvlingers een goed fi guur zullen maken. Wij wenschen de jon gens veel succes! R. K. S. V. „N. V. C* Morgen zal het een drukte worden op het N.V.C.-terrein. Er worden namelijk 'n tweetal wedstrijden gespeeld ten bate van „Het Comité Ouden van dagen" alhier. Om 2 uur spelen 2 veteranenelftallen tegen elkaar en wel een „WinkeHersölftal" tegen „de Kerkbuurters''!I Daarna spelen de twee plaatselijke ver eenigingen N.V.C. en „St. Bavo" een wed strijd. Hiervoor is door gemeld comité een fraaie zilveren bal beschikbaar gesteld. Er zal dus gevochten worden om de overwin ning. Het geheel wordt opgeluisterd door twee muziekcorpsen. We twijfelen dan ook niet of het N.V.C.-terrein zal een massa publiek trekken. Degenen die in het bezit zijn van kaar ten worden verzocht deze te vergeten!! Vermelden we nog dat om 12.30 uur de N.V.C.-Jun. tegen de dito's van Foreholte spelen. FEUI' i ETON. DE BEKER VAN KONINGIN ELIZABETH Naar het Engelsch van FERGUS HUME. (Nadruk verboden). 50) „Dat durf ik niet te voorspellen, kind. Rioky zal Rose en haar duizend pond niet opgeven, voor hij in den hoek gedreven is." „Maar dat is hij nu toch", meende Ani ta, „Thomas kan hem aanklagen wegens diefstal van den beker." „Dat zal hij wel doen ook, tenzij Ricky toegeeft." „En dan", vervolgde ze, zal uitkomen, wat mijn vader met de zaak te maken heeft. Als je neef bekennen moet, dat hij den beker uit de kerk genomen heeft, zal ik moeten verklaren, hoe hij daar geko men is en dan moet ik vertellen, wat voor man mijn vader is." Fanshaw kon dat niet tegenspreken, want wat ze zei. was maar al te waar. „Maar in ieder geval kunnen ze je vader niets doen", trachtte hij haar gerust te stellen, „hij heeft den beker niet gesto len." „Hij kan den moord wel begaan heb ben", klonk het snikkend. „Dat hoop ik niet en ik geloof het evenmin, want als hij het w e r k e 1 ij k had gedaan, zou hij het niet tegenover Rose bekend hebben. Met dien regel op dat stukje papier kan hij wel een bepaalde bedoeling gehad heb ben, die wij niet kennen, omdat wij niet weten, welke rol hij precies in de zaak ge speeld heeft. Bovendien hoeven wij niets van dien snipper te zeggen, als het tot een publiek schandaal komt." „Maar Susan Tolhurst „Die houdt haar mond wel, als ze maar geld krijgt." „En als ze het niet krijgt?" „Ze moet geld hebben", antwoordde de jonker vastbesloten, „als Ricky koppig is en alles bekend wordt. Ik kan ten slot te altijd zelf Susan's mond sluiten door haar vijf- of zeshonderd pond te geven. Daarvoor zal ze wel zwijgen." „Maar Lionel, dat kun je immers niet betalenriep Anita verschrikt. „Liefste, ik kan alles, om jou ellende te besparen", was het krachtige weder woord. „Denk je, dat het verstandig is, meneer Da-wson er voorloopig heelemaal buiten te laten vroeg ze daarop. Ze voelde zich niet in staat verder tegen Lionel's nobel voornemen, om harentwil een groot finan cieel offer te brengen, als het noodig was, te verzetten. „Dat moet wel, Ik heb Thomas beloofd te zwijgen; hij zou me niets hebben ver teld, als ik dat niet beloofd had. We moe ten nog een paar dagen wachten, voor we iets kunnen doen, tot Ricky in Londen komt om Rose bij die juffrouw Quail te ontmoeten. Ik geloof namelijk niet, dat hij in Hurton komtdat is maar een klets praatje van Rose." „Schrijf hem dan, dat hij hier moet ko men." „Ik weet immers niet, waar ik hem be reiken kan. Het eenige, wat er op zit, is wachten." „Maar als Richard niet hier komt, gaat Thomas naar de politie „Ik zal wel zien, dat ik hem nog een paar dagen kalm houdt. Als Ricky inder daad niet verschijnt, zooals ik denk, ben ik van plan Rose naar Londen te volgen. Dan moet ik Rioky treffen. Ik neem Tho mas mee en dan kunnen ze het samen uit vechten. Susan heeft beloofd nog een paar weken haar mond te houden, dus van dien kant dreigt nog geen gevaar. En laten we nu eens naar Julius gaan. Thomas heeft me toestemming gegeven om hem te zeggen; dat ik weet, wat er in het spook- boschje gebeurd isdat zal het kind geruststellen. Hoe is het met hem?" „O, hij begint een beetje over zijn angst heen te komen; ik houd hem met allerlei dingen bezig, die zijn aandacht op wat anders richten. Juffrouw Pamela is in de keuken en Julia leert haar lessen. We kun nen nu ongestoord met den kleinen jon gen praten." Fanshaw werd in een groote kamer ge bracht, waar het zieke kind lag. Hij zag er bleek en lusteloos uit, maar zijn gezicht klaarde op, toen hij den jonker zag. „Wel, Julius, hoe is het vandaag met jé?" vroeg hij, terwijl hij op het bed ging zitten en de hand van den jongen nam. „O, ik knap reusachtig op", zei Julius, terwijl hij een dappere poging deed om te glimlachen. „O, je bent flink genoeg. Je zult wel gauw weer sterk zijn, Julia mits je ver schrikkelijk." „Ta, dat weet ik", beaamde de jongen bedroefd, en het is afschuwelijk om hier te liggen, als ik zoo graag naar buiten wil. Maar de dokter zegt, dat mijn ver koudheid bijna over is." „Natuurlijk", zei Fanshaw, terwijl hij Anita's aandacht trachtte te trekken, „en je angsten en tobberijen zijn ook weldra voorbij." „Ik heb geen angsten en tob niet",, riep Julius boos uit. „Iedereen zeurt me aan mijn hoofd over angst en getob en ik weet niet, wat ze bedoelen." „Je bent een flinke, dappere jongen, Julius", prees de jonker, „maar je kunt te gen mij gerust openhartig zijn." „Waarover?" vroeg het patiëntje. „Nu, over Thomas en den beker." Julius trok zijn hand weg en ging recht- op in bed zitten. „Heeft hij het u verteld ,Ja en hij zei, dat ik tegen jou over de zaak kon spreken, mijn jongen, en hij schaamt zich heel erg, dat hij jou zoo bang gemaakt heeft." f „Hij heeft me niet bang gemaakt, me neer Fanshaw. Hij zei alleen „Ik weet, wat hij je verteld heeft: dat de beker nooit meer terug zou komen, als je je vader vertelde, wat je gezien had." „Ik durfde niets te zeggen", erkende Julius opgewonden, „omdat ik wist, hoe vreeselijk iedereen in Hurton en vader vooral, het zou vinden, als de beker voor altijd verloren wasik heb zelfs niets te gen Julia gezegd." „Je hebt je als een held gedragen, maar je hoeft je niet meer bezorgd te maken. Het spijt Thomas vreeselijk, dat hij dat gezegd heeft, want het was niet eens waar." „Mag ik het vader dan vertellen vroeg Julius gretig. „Neen, nog nietwacht nog maar een paar dagen", zei Fanshaw sussend. „Je kimt met mij en juffrouw Baxter alles be praten, wat je op het hart hebt. Het eeni ge, wat je hebt te doen, is, zoo gauw mo gelijk weer flink en sterk te worden." „O, ik zal wel gauw beter zijn, meneer Fanshaw. Ik maakte me alleen maar erg ongerust over den beker en ik vond het afschuwelijk, dat ik zoo'n akelig geheim wist en er met niemand over mocht spre ken. Dat wil ik nu wel bekennen." „Het komt nu allemaal in orde, Julius." „Heusch, juffrouw Baxter?" vroeg de jongen in spanning. „Zeker, kind. Thomas heeft maar wat onzin verteld", stelde Anita hem gerust. „En de beker?" De twee volwassenen keken elkaar aan en wisten niet, wat ze op deze pertinente vraag moesten antwnorden. Ten slotte verbrak Fanshaw de stilte. „Over den be ker behoef je je niet bezorgd te maken, Julius". „Maar Thomas heeft hem - weggenomen van de plaats, waar meneer Gould hem verstopt heeft," „Ja, maar hij geeft hem aan mij, en daarna zal ik hem aan meneer Grotton terug bezorgen." „Julius knikte opgewekt. „Dat is fijn", zei hij vergenoegd, en toen betrok zijn ge zicht. „Waarom verstopte meneer Gould den beker in het bosch, meneer Fans haw 1" „Er bestond gevaar, dat hij door slech te menschen gestolen zou worden en daar om verborg hij hem daar", zei Fanshaw boudweg, want het was onmogelijk den zieken jongen de waarheid te vertellen. „Dusdus", asrzelde Julius, „Toll- '■•ur^t werd niet om den beker vermoord?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 13