ONZE GOEDKOOPE PATRONEN. Patronen (in de maten 4250 k 58 ct) kunnen per giro (125025) per postwis sel of per brief met bijgesloten postze gels, worden besteld bij de Redactrioe Damesrubriek, Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). Maat en nummer van het gewenschte model s.v.p. duidelijk vermeldenDe gevraagde patronen wor den binnen drie k zes dagen aan de aan- vraagsters toegezonden. EEN SIERLIJKE MIDDAGJAPON. Een waar woord is, wat een mode ontwerper van een Fransoh modehuis eens zeide, n.1. dat de sierlijkheid van een japon niet zit in de vele gameering of de meters stof, dooh in zijn eenvoud. Nu is onze zomermode met zijn pofmou wen, pellerines, kragen en dergelijke, niet direct eenvoudig te noemen, maar een vrouw met een goeden smaak zal zioh desnoods met eenvoud goed weten te kleed en. Een japonnetje, waar het speciaal op te gebruiken stof aankomt is no. 526. De japon is vervaardigd met zijde cra- quelé, een materiaal, dat buitengewoon moeilijk te bewerken is en veel zorg vereischt. Deze japon is havanabruin. Het lijfje bestaat uit een glad rugpand en twee over elkaar slaande voorpanden, terwijl het sluit met een mooie fantasie- knoop. De hals is afgewerkt met een schuine, tamelijk breede bies van dezelfde kleur crepe de ohine en loopt geheel rond. De rok valt over de heup geheel glad en dan loopt hij naar beneden toe iets wijder uit. Deze wijdte wordt gevonden in de naar binnen gepersten plooi aan den voor- en achterkant. De plooi is tot even over de heup vastgestikt. Een smalle ceintu-ur met een kleine eenvoudige gesp wordt op het middel gedragen. De groote bontmode dezen zomer is de vos. De vos is altijd zeer in trek geweest, maar hij dient nu speciaal om gedragen te worden op de enkele japon zonder mantel, wat bij een goed gekleede japon keurig staat. Op een daagsohe japon kan men beter een sjaal dragen, waarin wat tegengestelde kleu ren voorkomen, die de japon opvroolij- ken, een vos staat daar dikwijls niet op. Patroon van de japon k 58 ct. (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). HET ZOMERSCHOENTJE. Behalve de speciale week-end schoen- jes, welke wij nu zoo ontzettend veel zien dragen, zien wij toch ook nog de gekleede schoentjes een zeer groote plaats innemen. Voot de dagelijksche dracht hebben de opanken wel de voor keur, dat zijn de sandaalvormige mo dellen, welke in allerlei kleuren verkrijg baar zijn. De week-end schoenen zijn die, waar de zool aan den bovenschoen is vastgeregen en de hiel uit twee aan elkaar verbonden deelen bestaat, van boven afgemaakt met een klein strikje. Deze schoenen hebben bijna aldoor een crepezool, dat is het witte, eenigszins ruige rubber, terwijl de hak plat is. Ele gant zijn zij niet, ondanks de aardige kleurensamenstellingen, maar zij zitten wel heel gemakkelijk. De gekleede schoentjes zijn, hoewel men nog wel een enkele maal bruin of gekleurde leeren ziet, in hoofdzaak in zwart of zwart in samenstelling met BLOUSES MET SCHOOT. Wij laten hier eenige voorbeelden vol gen van blouses met schoot, welke zoo wel boven als onder den rok kunnen worden gedragen. Draagt men ze onder den rok, dan moet het een gladafge- werkte rok zijn, terwijl de blousecein tuur dan om het middel wordt gedra gen- De modellen zijn tamelijk eenvoudig en worden allen van zomerstof gemaakt, kunstzijde, mouseline, craquelé en derge lijke. No. 530 heeft korte pofmouwen, die op een strak voeringmouwtje wor den gezet, waardoor de pof goed op zijn plaats blijft. Het voor- en achterpand is recht, de oploopende lijnen zijn koord- -vormige plooitjes. Een smal bobbykraag je en een dito ceintuur zorgen voor de afwerking.' Patroon verkrijgbaar k 58 ct. slaag of krokodillenleer. De modellen zijn heel sierlijk, zooals u op de teeke- ning kunt zien. Het eerste schoentje van zwart lakleer heeft het mooie Fransohe hakje. De voorschoen heeft een openge werkt gedeelte, waar tevens de nestel gaatjes in» zijn aangebracht, waardoor de veter wordt geregen. Het tweede schoentje is van een zeer eigenaardige samenstelling. De voor schoen bestaat uit chroomleer en hage dis, met over de lengte van den neus een naad. De schoen zelf heeft verder ook twee verschillende kanten, n.l. een chroomlederen en een van hagedis, ter wijl de hooge hak weer in ohroomleder is uitgevoerd. De sluiting bestaat uit drie riempjes, welke in drie kleine gesp jes worden gestoken. Men ziet de schoe nen met den overlangsohen naad meer en meer en het eigenaardige is, dat het den schoen smaller maa-kt en niet groo- ter doet schijnen. Het derde modelletje is een pump van lakleer eveneens met de Fransohe hooge hak. De voorschoen zit tamelijk hoog te gen de wreef op, terwijl op den uitersten kant een gesp met wat versiering is aan gebracht. Dit model zit buitengewoon prettig, omdat de voet voldoende in den schoen besloten zit, om er niet gemakke lijk te kunnen uitglijden. Om te voorkomen, dat de hielen van de kousen, vooral bij het dragen van pumps, gauw slijten, kan men in ver schillende zaken van die mikadrieltjes krijgen. Die zet men eenvoudig achter in den schoen tegen het conterfoor. De schoen wordt daardoor een ietsje klei ner, waardoor de voet dus iets minder heen. en weer kan schuiven. Doordat er dus minder wrijving ontstaat, houdt men de kousen langer heel. Een ander zeer eenvoudig middel is om in den (Laan v. Meerdervoort 45a, Den Haag). No. 531 heeft een glad voor- en ach terpand, een kraagje, dat uit rondge- stikte koordplooitjes bestaat, en heeft van de schoot af een oploopende punt. Daar wordt do ceintuur doorheen ge haald, welke achter op zij wordt ge strikt en niet te lange einden heeft. De mouw is tot over den elleboog wijd en wordt gerimpeld aan de lange manchet, eveneens voorzien van enkele koord plooitjes. i'-Uouu verkrijgbaar 58 ot- (Laan v. Meerdervoort 45a, Den Haag). No. 532 is een raglanblouse met een breede mouw eindigende in een smal boordje. De kraag is van achteren iets bdeeder en loopt van- voren puntig toe. Een aardige strik fleurt de blouse op. Vlak bij den schouder heeft de mouw een paar koordplooitjes. De smalle ceintuur sluit met twee kleine gespjes schoen tegen den hield een stukje peau de suede of fluweel te lijmen. De bedoe ling is natuurlijk hetzelfde. Het mika heeft voor, dat het gladder is en dat de voet minder warm wordt, iets, dat voor al in den zomer onze aandacht ver dient. EEN HEEL EENVOUDIG PLOOIROKJE. De meeste rokken, welke men dezen zomer ziet dragen, zijn al heel eenvou dig. Of de rok is geheel glad met één of twee diepe, half ingestikte plooien ofwel hij bestaat uit een rokje rondom geplooid. Het klokmodel ziet men voor den lossen rok bijna niet toegepast, ter wijl daarenteeen de ja pon rokken en vooral de rokken van de gekleede- en avondjaponnen zeer veel klokmodellen vertoonen, N. 529, het rokje, dat u op de afbeel ding ziet weergegeven, is zeer eenvou dig. Het bestaat nat een breede stolp plooi middenvoor en een dito midden achter, terwijl de verdere ruimte op zij in twee diepe plooien is verwerkt. De plooien zijn geheel los van boven af, doch er is heelemaal geen bezwaar te gen om ze tot b.v. even over de heup vaat te stikken. De plooien zijn op een breeden middelband bevestigd, met ba- lijntjes er in. De sluiting valt links opzij in een plooi en geschiedt met een rips- shriting. Een smalle ceintuur wordt op den rok bevestigd, en sluit boven de ripssluiting met een puntig toeloopend stukje, waaronder een drukkertje ie vast gemaakt. Als materiaal kan men nemen loose Engelsohe stof, crepe de chine, tweed of een effen wollen stof. Het best is don kerblauw, zwart of een neutrale kleur, b.v. grijs of beige, omdat men daar aller lei blouses op kan dragen. De zoomafwerking mag, evenals bij den klokrok, met een zichtbaren naad geschieden; de zoom vooral vlak op den kant en niet, zooals wij dat nog van an dere seizoens gewend zijn, breede zoo men met onzichtbaren steek vastge maakt. De lengte moet vooral niet te kort vallen, niet korter dan 15 a 20 c.M. boven den grond. Voor een sportrok mag de lengte wel iets korter zijn, voor gekleede rokken echter langer. Patroon verkrijgbaar a 58 ct. (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). of knoopen. Patroon verkrijgbaar h 58 cL. (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). De laatste blouse is No. 533zij beeft eenige oploopende, overlangsohe koord- plooien. De garneering van den hale ge schiedt door een schuine bies, die naar binnen wordt geslagen. Een tamelijk groote platte strik wordt door twee knoopsgaten in de blouse getrokken en een slip hangt naar beneden en wordt door een knoop op zijn. plaats gehouden; de andere slip is tegen den schouder bevestigd, eveneens met een knoop. De pofmouw is op een strak voeringmoum- tje gezet, terwijl de ceintuur met twee dezelfde knoopen als die voor de slip pen zijn gebruikt, wordt vastgemaakt. Patroon verkrijgbaar k 58 ct. (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). HALSSIERADEN. Een parelsnoer is bet ideaal van eBte goed gekleede vrouw. Men draagt het om den hals bij middag- en avondtoliet en legt het ook wel eens in de brand kast, in tijdon van moeilijkheden en re volutie, bij wijze van rentelooze geldbe legging en draagt dan ter vervanging en snoer van kunstmatig gekweekt of gefabriceerde parels. Voortdurend worden echter pogingen aangewend ook andere materialen te lanceeren. Eenigen tijd geleden hadden gesmeed ijzeren kettingen een belang rijk succes in de mede wereld. Vergoten wij echter vooral niet hot bekende ma teriaal, waarvan de mode-ontwerpers reeds zoo langen tijd met voorliefde ge bruik vatn maken: wij bedoelen het strasz. Men maakt, er smallere en breo dere banden van, die op de borst in een knoop gelegd worden of met een groot ornament, wederom van jrtMUJB, geslo ten. Andere kettingen weer, worden sa mengesteld uit schakels van goud of platina, die om en om afgewisseld wor den door steenen, amethist, topaaa, ko raal, turkoois e.d. In het filiaal voor moderne snufjes ran een der grootste en meest bekende modehuizen van Parijs, heeft men zelfs een voorliefde voor kettingen van hou ten kralen en tuben, stukjes been enz. Wij ontdekten er een praohtig snoer, sa mengesteld uit de meest ui bo on loopeade stukkengepolijste vruahtenpitten, uit ivoor gesneden doodshoofden, vogeltjes, dobbelsteenen, konijntjes, olifanten en Ohineesche poppetjes van speksteen; van dieren tanden w aren vreemdsoor tige vormen gesneden en ook vonden wij kleine pagodetjes, bont geaderde en be schilderde steenen en kleine koperen balletjes, alles om afwisseling te bren gen in genoemd snoer. Dit was wel het meest fantastische maar ook zwaarste halssieraad, dat wij ooit hebben ontmoet TWEE ZOMERJAPONNEN. No. 527 is een zomer japon van be drukte voile, waarvan het motief op een donkeren ondergrond is aangebracht. Het middelstuk is geheel recht, de hals uitsnijding is eenigszins /ierkant hoewel de lijn op den schouder iets gebogen i«. De opening wordt met oen schuine bies naar binnen geslagen afgewerkt, en op het rechte voorstuk wordt een breede kraag aangebracht eveneens van voile in hetzelfde patroon, maar in omgekeer de volgorde, dus een lichte grond met donkere motiefjes. De mouw bestaat uit twee deelen, n.l. een gladde mouw, die tot aan den pols komt en met een heel smal schuin biesje wordt afge werkt en daarboven tot aan den elle boog een wijde klokmoum. De rok bestaat, voor en achter uit een breede stolpplooi en op zij drie smalle plooien, allen tot over de heup vastge maakt en dan los beneden vallend. De plooien moeten diep zijn, want de rok is tamelijk wijd. Een smalle ceintuur wordt om het mid del gestrikt en hange met lange slippen af. De oeintuur is gevoerd met de lioh- te voile, welke ook voor don kraag is gebruikt. Model No. a528 is een keurige japon van zijden pieds de poules. De blouse is geknipt in het raglanmodol. De mouw bestaat uit twee deelen en heeft een overlangsohen naad. Zij is tamelijk breed en komt tot den elleboog, waar zij is afgebiest met een smal zijden biesje in een donkere kleur. De mouw wordt boven den elleboog vastgemaakt met een klein riempje, met een knoopje. Het voor- zoowel als het achterpand loopen van het middel naar voren met een uitgeknipt stukje toe. De hah is af gewerkt met de donkere kleur zijde, welke ook aan de mouw is gebruikt. Het is een vastopgestikte pas. En leuk strikje gevoerd, met het goed van de ja pon heeft twee lus jee en vier niet te groote slippen. De rok heeft voor en achter naar bin nen geslagen plooien, terwijl ook op zij twee diepe plooien zijn aangebracht De plooien zijn tot over de heup vastge stikt. De handschoenen, welke bij een der gelijke japon worden gedragen, neemt men meestal in do donkere tint van de stof. Men kan lederen handschoenen mot groote kappen in allerlei kleuren bekomen, en het verdient aanbeveling de geperforeerde te nemen, omdat, die luchtig zijn en zeer gesohikt als zomer- draoht Ook de zijden handschoenen met de kanten kappen van gevlochten riet zijn de zeer speciale zomerhand schoenen van dit seizoen en als nieuwtje dadelijk zeer gewild geworden. Patronen verkrijgbaar k 58 ot. (Laan van Meerdervoort 45a, Don Haag.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 11