XERDAG 3 JUNI 1933
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
AFDEELING LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND
IMTERPAROCHIEELE
OFFICIEELE MEDEDEELINGEN.
De dames, die wenschen deel te nemen
ftan de excursie naar de v. d. Bergh's Mar
garine Fabrieken te Botterdam op Dins
dag 13 Juni a.s. worden verzocht zich vóór
Vrijdag 9 Juni op te geven bij mevr. Man-
ders, Oegstgeesterlaan 12.
Vriendelijk verzoek aan'de leden om van
verhuizingen zoo spoedig mogelijk kennis
te geven aan het beetuur.
VANDAAG.
Ik ontving eens een briefkaart uit
Duitschland met dit ééne woord: „Heute",
„Vandaag". En dit is wel een klein woord
je, maar het heeft ons toch meer te zeggen,
dan vele en groote boekdeelen.
In onzen Bijbel komt het op verschillen
de plaatsen voor en in verschillend zinver
band, doch altijd waard om aandachtig te
worden overwogen.
Het eerste vandaag, waar ik een
oogenblik bij wensch stil te staan, is dan
het woord van den psalm: „Vandaag, zoo
gij Zijne stem hoort, verhardt uw hart
niet". Een roerende vermaning om toch
ons hart niet te sluiten, als wij Gods stem
hooren! En God heeft zijn bijzondere da
gen waarop hij ernstiger tot ons spreekt,
dan op andere tijden.
Zulke dagen mochten wij beleven, toen
we op het ziekbed lagen en dachten, d^t
we nooit meer gezond zouden worden, en
toen wc bij het graf Btonden, waar wij ter
aarde bestelden, wat ons in het leven het
dierbaarst van alles was. En die dagen
kwamen terug, somber en in wolken gehuld,
toen het ongeluk gelijk een stortvloed,
over ons kwam en alles neersloeg, wat we
gedurende een lang leven met veel moeite
hadden opgebouwd en toen ons geweten,
dat ingeslapen was, ontwaakte en wij moes
ten bekennen: „Ik herinner mij vandaag
mijn zonden''. En toen de hemel rood werd
geverfd door den grooten wereldbrand en
datgene, wat eeuwenlang bestaan had, op
zijn grondvesten wankelde; toen tronen
omvorstortten en keizerrijken in puin vie
len en oude grensscheidingen door eens
schrijvers hand met één pennestreek wer
den uitgewischt, toen de engel der pest
zijn donkere wieken over de aarde uit
spreidde en de volkeren broodeloos wer
den; toen het eeno oordeel na het andere
over de wereld ging en wij door angst
werden aangetast over datgene wat ge
schiedde en door vrees voor de toekomst,
o, toen had God weder Zijne dagen, als Hij
tot ons sprak met sidderende ernst en Zijn
etem klonk als de stem van een wachter:
„Gij weet de gelegenheid des tijds, dat het
de ure is, dat gij uit den slaap op staat!
De nacht is voorbij gegaan".
Maar God heeft ook andere dagen, waar
op Hij op andere wijze tot ons spreekt. En
wij hebben andere voorstellingen van Hem
dan die, waar Hij afgebeeld staat als de
sterke op den dorschvloer met de koren
wan in de hand om de tarwe van hot kaf
te zuiveren.
In de catacomben van Kome ziet men^
een beeltenis van Orpheus, die door do
macht van de tonen zijner fluit de geheele
natuur dwingt. En ook dit is een voorstel
ling van onze Lieve Heer, den Goddelijken
fluitspeler, die ons met zijn zachte, smel
tende tonen in Zijn armen ziet te lokken.
De Heer kan op lieflijke wijze met Zijn
volk spreken: Hij kan tot het hart eener
Moeder spreken door de heldere lach van
het kind, tot'de jongelieden door de frïs-
sche rozen van den bruilofskrans en tot
de ouden van dagen door een dierbare me
lodie, welke lang sluimerende herinnerin
gen doet herleven en droge oogen doet
overvloeien van zalig geween.
Hoe de Heer met u gesproken heeft,
weet ik niet. Maar d i t weet ik, dat, als gij
Zijne stem hoort, ze moge streng en ernstig
klinken of zacht en teeder zijn, het uwe
zaak is, uw hart niet te verharden. Als gij
vandaag Zijn stem hoort, verhardt dan uw
hart niet, want gij weet niet, of ge die
morgen hooren zult.
Morgen kan het te laat zijn.
Uit „Voor Gods Aanschijn" van
Milo Beskow.
Van den Missionaris, den Eorw. Pater C.
van 't Westeinde, ontving de Missie-Naai-
vereeniging het volgende schrijven:
Geacht bestuur en leden van de Missie-
Naaivereeniging „St. Franciscus-Xave-
rius"'.
Wanneer ik onze jongens zoo zie loopen
in die mooie blauwe pakjes, gemaakt door
die brave menschen van Leiden's Missie-
naaivereeniging, dan zeg ik bij mij zelf:
ik moet toch weer eens iets laten hooren
van ons Missie-leven alhier.
Die jongens-pakjes, geen betere te wen-
schen) 50 meisjes-jurkjes zijn een zegen
voor de Missie en ik dank nogmaals alle
Missie vrienden die daaraan meegewerkt
hebben.
Nogmaals hartelijk dank voor dat mooie
Altaarkleed. Jammer dat U niet eens gauw
met zoo'n vliegmachien kunt overkomen.
Dan zou U zien, hoe die Eerw. Zusters
grootsch zijn op al dat mooie goed van U
en van Holland.
De Zusteis bewonderen die goede men
schen van Holland, die zooveel voor de
goede zaak over hebben.
Nu geachte Dames ben ik bevreesd, dat
die pakjes zachtjes-aan zullen slijten en,
zooals U mij schreef: „Als de nood weer
eens dringt dan klopt U maar weer eens
aan". En nu zal ik maar gauw zeggen:
Ach mijn beste vrienden, help, helpals
U kan en U weet nu alvast wat welkom is
in deze Missie. Ik heb nu 85 kinderen om
te voeden en te kleeden. Zij eten zoo ver
schrikkelijk, dat ik 't niet meer kan bij
houden.
Ik ben er natuurlijk de schuld van, dat
ik zooveel kinderen moet voeden.
Zoo heb ik in 1932 weer een nieuwe Mis
sie-statie geopend. Namelijk te Kamies-
kroon en Christus Koning is de patroon
dier nieuwe Missie. Daar heb ik 35 ver
waarloosde en hongerige kinderen op school
Met de inwijding heb ik 39 menschen mo
gen doopen, waarvan ik U een foto-stuur.
Werkelijk een mooie vischvangst voor het
rijk der Hemelen. Ik heb daar ontzettend
veel vervolging moeten uitstaan. Water,
vuur, hout en grond om op te bouwen werd
mij geweigerd. Een vergadering werd ge
houden en niet minder dan 35 Boeren-eige-
naars van grond teekenden hun namen om
mij „die roomsche paap" van hun grond
te weren. Doch ik nam er geen notitie van
en ging bij hen aan. Eerst werd ik een
beetje norsch ontvangen, doch ik zei maar:
„Goeden dag, hoe gaan dat jullie" en be
gon een praatje en ten slotte vroegen zij:
„Zal Meneer niet binnen komen en een
kopje koffie met ons drink?" En dan ging
ik naar binnen en praatte met hen over
alle soorten van dingen, en als ik weg ging
zeiden ze: „Meneer moet maar altijd bij
ons aankomen''.
In December heb ik weer een stuk grond
gekocht om dit jaar te bouwen. Dan zal ik
6 parochies hebben en dan ik het bijltje
er maar bij neer moeten leggen. Het zijn
overal kleine gebouwtjes, maar do zielen
zijn daardoor allen verzorgd. Het zijn alle
maal arme menschen, doch dat was de
boodschap van Jezus aan Johannes den
Dooper: „En aan de armen zal het Evan
gelie worden verkondigd". Ik ben blij dat
ik het mag doen voor Hem. Die alles voor
ons heeft gedaan.
En U, geachte Missie-leden, helpt ook
mee om aan het heil der minste der Zijnen
mede to werken door gebed, door aalmoe-
zon en handenarbeid. O! hoe heerlijk te
mogen gevoelen dat wij helpen, om zielen
te winnen voor God en den Hemel. Wat
zouden wij zonder Uwe hulp hier kunnen
doen?
Wij zijn in den H. Vastentijd. O! Laten
wij onze gebeden verdubbelen, ons ont
houden van pleizier en vermaken en Jezus
lijden en sterven goed overwegen. Dan zal
de goede God U allen nieuwe zegen, ge
nade, kracht en sterkte geven, om voortaan
nog meer met Hem vereenigd te mogen
leven.
Mocht U eens in aanraking komen met
Missievrienden, die een aalmoes kunnen
sparen, doet dan eens een goed woordje
voor onze arme Missie.
Odat arme land en die droogte
Daar waren twee boeren die hadden te
zamen 3000 schapen en zij gingen rond om
veld te zoeken, doch hun schapen gingen
dood van magerheid. Ten laatste hadden
zij er nog 60 over. Zij kwamen op een boe
renplaats en vroegen om water voor die 60
schapen. Met een zucht zeide de baas: hier
is geen water voor vee; net nog een weinig
voor ons paar menschen. De twee boeren
keerden om, gingen tot bi] hun schapen
en sneden ze allen de keel af en zoo was
het met hun vee gedaan.
Ik wensch U allen een Zalig Paaschfeest.
Moge U allen U oprecht gelukkig gevoe
len in Christus Jezus Onzen Heer; dat is
mijn vurigste wensch.
Gelieve ook voor mij en de Missie te bid
den.
Met beste groeten en dank blijf ik Uw
toegenegen vriend
Pater P. van 't Westeinde.
te Bietpoort,
p.o. Bitter fontein.
District: Van Rhijnsdorp.
Zuid-Afrika.
Vroeger, op school, moest
je ioo strafregels schrij
ven, als je ernstige fouten
maakte.
Wanneer de weggebrui
kers óók eens strafrejelt
moesten schrijven, als ze
ernstige fouten maken,
danja, dan waren wegen
vaak zondigen zij tegen
de REGELS van den WEG
2 2
WAT EEN GEZEL TOCH WETEN MOET
XV
„Onze Lieve Heer heeft rare kostgan
gers". Dit spreekwoord, toepasselijk op
zoo vele menschen, kan men ook toepassen
op de velen, die streden of strijden tegen
de katholieke kerk. 't Zijn vaak menschen,
die meenen daarmede God te behagen.
Daarvoor waarschuwde Christus ons reeds.
We hebben reeds iets verteld over Jan
Hus, ook een rare kostganger, die meende
verongelijkt te zijn door de veroordeeiing
van zijn Bisschop. Hij zocht het dan ook
hooger op en wendde zich tot den te Pisa
tot Paus gekozen Alxander V. Maar dat
viel natuurlijk anders uit; want de Paus
zond den Aartsbisschop van Praag een
bulle met de opdracht tegen den dwaal
leeraar op te treden. In Juli 1410 werd
over Hus en zeven van zijn geestverwanten
den banvloek uitgesproken.
Fei werd toen de haat van Hus aange
wakkerd en priesters, die den Aartsbis
schop gehoorzaam waren, werden uitge
kreten voor misdadigers. Nog fraaier werd
het, toen een sorijdgenoot van Hus twee
monniken liet gevangen nemen en deze
zelf in de rivier „de Moldau" stortte.
Hus moest naar Bologna komen en zich
persoonlijk verantwoorden. Maar hij ging
niet en werd in Februari 1411 geëxcommu
niceerd; op den 15en Maart d.a.v. werd
het interdict over de stad Praag uitgespro
ken.
De koning probeerde nu als bemiddelaar
op te treden en liet Hus in briefvorm een
soort orthodoxe geloofsbelijdenis aan den
Paus afleggen. Deze opzet mislukte ech
ter, daar Hus er geen jota van meende en
doorging met het volk op te ruien. Zelfs
toen de Paus een aflaat toekende aan die
genen, die deelnamen aan een Kruistocht
tegen den kerkroover Ladislaus van Na
pels, maakte Hus er een „schandaaltje"
van, noemde den Paus „den antichrist" en
organiseerde een optocht zoo banaal, dat
alleen dwaze en eerlooze menschen er ge
noegen in konden hebben. In de kerken
was het soms een warboel door volksop-
loopen, die Hus' strijdgenooten opzettelijk
organiseerden.
Toen greep koning Wenzel in en stelde
er den doodstraf op. Hierdoor werden drie
jongelieden, die de priesters beschimpten,
terechtgesteld. Het volk werd toen wel wat
kalmer, ondanks het feit, dat Hus dit drie
tal als martelaren prees.
De professoren der Praagsche Universi
teit drongen er bij den koning op aan den
dwaalleeraar met kracht te matigen, ter
wijl de pastoors der stad een klachtbrief
naar Rome zonden. Krachtiger dan de ko
ning greep toen de Paus in en bekrachtig
de den ban en het interdict. Dat was een
hinderpaal, die het volk van Hus, zij het
s'eohts ten deel, aftrok. Hij kwam daar
door in een uitzonderlijke positie en de
koning maande rtem aan de stad te verla
ten.
Hus gehoorzaamde en ging in de dor
pen preeken. Daar gebeurde het op een
goeden dag, toen hij te velde trok tegen
den Paus, dat een oud mannetje hem toe
riep: „Ik ben in Rome geweest en heb
daar Paus en Kardinalen gezien; ze zijn
echter niet, gelijk gij ze beschrijftHus
riep toen terug: „Als de Paus u zoo goed
bevalt, ga dan naar Rome en blijf daar"';
waarop het mannetje antwoordde: „Daar
voor ben ik te oud, ga gij. gij zijt jonger
dan ik en gij zult zien, dat de zaak niet
zoo erg is. als gij ze voorstelt".
Zoo werd hij in 't openbaar vastgezet
door een ouden man. Zoo zie je, ook oude
menschen kunnen de waarheid zeggen, vaak
beter dan anderen. S. M.
KOLPING'S WERK.
De Gezellenvereeniging over de wereld.
In het, eenigszins nationalistisch geori-
enteerde nieuw opgerichte Katholieke tijd
schrift „Deutsche Volk" schrijft August
Winkler een artikel over de Gezellenver
eeniging als instituut ter bevordering van
den Duitschen geest. Om de typeerende
tendenz die erin ligt laten wij het hier
volgen in vertaling de de „Tijd".
In een der liederen van de gezellen komt
voor: „Over Duitschland en nog verder
breiden de takken zich uit van een boom
De Gezellenvereeniging is van haar op
richting af bestemd geweest om uitgedra
gen te worden over alle Duitschsprekende
en verwante volken.
Adolf Kolping. de stichter, koos, nadat
in 1849 de Gezellenvereeniging in Keulen
was opgericht en in 1850 die van het Rijn
land, reeds in het daaropvolgend jaar als
titel voor zijn organisatie den naam: „Ka
tholieke Gezellenvereeniging''. Daarmee
maakte bi] Tiaar van het begin af aan los
uit de klemmende begrenzing van een pro
vinciaal verbond om haar den weg naar
'alle kanten te openen.
De Gezellenvereeniging veroverde dan
ook reeds tijdens het leven van Kolping
heel het Duitsch-sprekende Midden- en
Oost-Europa. De grenzen van de dynastië-
en stonden haar niet in den weg, zij sprong
er overheen, omdat zij zich richtte tot het
Duitsche volk in zijn geheel. Zoo is de Ge
zellenvereeniging boven den omvang van
den statenbond uit de jaren vóór 1871 uit
gegroeid tot in de wijde ruimte van de
Oostenrijk-Hongaarsche monarchie. Kol-
ping's missiereizen voerden hem naar Praag
Agram, Zilly en Boedapest. Hij bereisde
Zwitserland en overal vormden zich Ge-
zellenvereenigingen, wier beste missionaris
sen naar een woord van Kolping de Gezel
len zelf waren die het zaad van hun ver-
eeniging uitdroegen in het Duitsche land.
Adolf Kolping cultiveerde bewust den
groobDuitschen geest die in zijn Gezellen
vereeniging opkwam. Het is bijzonder in
teressant een oud programma van de Ge
zellenvereeniging door te lezen, dat in Keu
len werd uitgegeven bij gelegenheid van
een feest waartoe Kolping alle landgenoo-
ten verzamelde en ieder op eigen manier
liet optreden. Men zou hierin een voorbeeld
zien van Kolpings streven om in zijn Ge
zellenvereeniging een- rijkdom der nationale
karakteristieken te wekken en in stand te
houden.
Omdat ook de gansche paedagogiek den
mensch aangreep als deel van het volk, als
lid van de volksgemeenschap, was het be
grijpelijk'dat de leden vanzelf den drang
in zich vdïdoen om de beweging uit te
breiden, omdat zij overal waar zij kwamen
in diezelfde met volk en stand nauw ver
bonden gezinsgemeenschap zich het beste
thuis voelden, omdat hun die. gemeenschap
in de Gezellenvereeniging tot een behoefte
werd.
Hoever Kolping de Duitsche volksmissie
van de Gezellenvereeniging zag, blijkt
daaruit, dat hij bij zijn derde reis naar
Weenen de eerste was in 1853, de tweede
in 1856 die hem door Hongarije naar
Kroatië voerde het plan opvatte de Duit
sche handwerksgezellen in 't Oosten en in
de Levant te verzamelen en voor een Ge
zellenvereeniging te winnen om toevluchts
oorden en steunpunten voor Duitsche am
bachtsjongens in het buitenland te krijgen.
Hoewel de Gezellenvereeniging in het
Oosten niet zoo ver is doorgedrongen, is
het toch interessant uit dezen tijd eenige
data naar voren te brengen. In Oostenrijk
werden de eerste vereenigmgen in 1852 in
Weenen, Steytr Salzburg, Innsbrück en
Linz opgericht. In Bohemen ontstond in
hetzelfde jaar de eerste Gezellenvereeni
ging.
WIJ, KRENTERIGE MENSCHEN.
't Is toch jandorie om kwaad te worden,
als jonge menschen je vertellen, dat ze zel
den (of nooit) een Lof bijwonen.
Dat moet iedereen toch voor eigen we
ten? Wel zeker, doch er is een „maar" bij.
En die gaan we nu ontleden.
Zondag, acht uur in den morgen, je bed
uit, wasschen en kleeden. Dan gaan we de
H. Mis bijwonen en dan gaan we naar den
kring van het huisgezin. Allemaal mooi.
Maar's middags gaan we uren fietsen
of wandelen, of een match bijwonen. En
's avonds zie je ze niet in de kerk. Dat is
op Zondag, in de week is het dito of nog
minder.
Weest nu eens eerlijk. Zijn wij, jonge
menschen, niet erg zuinig met iets te doen
voor God? We passen en meten alles pre
cies, o zoo precies.... op ons eigen aan.
We zijn graag Roomsch, voelen voor de
goede zaak, doen mee in een of ander goed
werk. En ook weer zoo akelig precies. We
weten het zoo fijntjes uit te rekenen om
dit of dat, wat minder aangenaam is, te
ontloopen. Of als het een zwaar offer is,
dan zijn we absent.
God is liefde; Hij gaf zich heelemaal aan
ons.
En wat doen wij? Een heel klein beetje
van onzen dag. voor Hem. Eén uurtje op
den Zondag, op Zijn dag nog wel, voor
Hem. Een halfslachtigheid voor God en
je ziel, terwijl je je heele wezen in dienst
stelt van den sport? Je zwoegt b. v. om
doelpunten te maken. Beste kerel, zwoeg
maar en wees sportief. Maar zwoeg dan
nog harder om je ziel te brengen in je le
vensdoel, den hemel
Als je goed kijkt in onze dagen, dan zijn
we veel te krenterig in ons godsdienstig
leven. Heelemaal aan Christus.... of niets.
Zorg, dat je behooren mag tot de heele,
echte, durvende Christenen! En veracht de
halfslachtigheid S e v e r u s.
LEVENSSCHETS ADOLF KOLPING.
Daar is zij dan eindelijk: een klein, pit-
tig levensverhaal van onzen grooten stich
ter Adolf Kolping.
Er was een groote behoefte aan in ons
land, daar er eigenlijk niets goeds bestond.
Het is samengesteld door de Zwitser-
sche schrijfster Anna Rigli en volgens het
titelblad vertaald door een „Oud-Gezel".
In zijne paarse omslag is het een keurige
uitgave in handig formaat. De verdienste
van de schrijfster is, dat zij niet geeft een
dorre opsomming van min of meer belang
rijke gebeurtenissen uit Kolping's leven,
maar echt een stuk karakteristiek van zijn
zeer bizondere levenswerk.
Moge het gelezen worden door heel ve
len van onze Vereeniging en van daar
buiten.
Voor de leden is het verkrijgbaar bij den
huismeester. Prijs 0.40.
Maandvergadering Gehuwden.
Dinsdag a.s. heeft de maandvergadering
van de Afd. Gehuwden plaats. Het Com
missariaat hoopt weer vrucht te zien van
haar propagandistisch werken en van den
bijzonderen avond van de vorige maand.
Aanvang van het officieele gedeelte te
half negen.
Jaarvergaderingen Onderfafdeelingen.
'BJeglementair komen alle onderafdelin
gen in de maand Juni in jaarvergadering
bijeen. Vastgesteld (deels reeds gehouden)
zijn tot nu toe de volgenden:
21 Mei Retraiteclub.
1 Juni Damclub.
8 Juni St. Elisabeth penning.
12 Juni Franz Schweitzer.
14 Juni Sebastian Schaffer.
21 Juni Adolf Kolping.
27 Juni Studieclub St. Petrus Canisius.
Secretarissen en Pennigmeesters worden
er aan herinnerd, dat hun jaarverslagen
na de jaarvergaderingen, doch voor 1 Juli
KALENDER DER WEEK
PINKSTEREN.
ZONDAG 4 Juni. Hoogfeest van Pinkste
ren of der Nederdaling v. d. H. Geest over
de Apostelen. Mis: Spiritus.
De beloofde H. Geest is ons geschonken.
De Geest des Heeren vervult de geheele
aarde! Alleluja! (Introitus). Moge Hij ook
onze harten vervullen en daarin ontvonken
het vuur Zijner goddelijke liefde (Alleluja
vers). Moge Hij ook zijn de zoete Gast
onzer zielen, aan wie in Hem gelooven ge
ven Zijne zevenvoudige gaven. (Sequens).
MAANDAG 5 Juni. Tweede Pinksterdag.
Dag van devotie. Mie: Cibavit
Pinksteren is het feest van de stichting
der H. Kerk. Het Epistel verhaalt ons van
den groei der jeugdige Kerk. Petrus bezield
door den H. Geest bekeert vele heidenen
door zijne prediking tot Christus' Kerk,
welke ook nu nog leert en zal blijven lee-
ren: „Wie in Christus gelooft zal niet ver
loren gaan, maar eeuwig leven". (Evan
gelie).
DINSDAG 6 Juni. Derde Pinksterdag.
Dag van devotie. Mis: Accipite.
WOENSDAG 7 Juni. Vierde dag v. h.
Pinksteroctaaf. Quatertemperdag. Gebo
den Vasten en Onthoudingsdag. Mis: Deus.
2e gebed voor Kerk of Paus.
DONDERDAG 8 Juni. Vijfde dag v. h.
Pinksteroctaaf. Mis: Spiritus. 2e gebed
voor Kerk of Paus.
VRIJDAG 9 Juni. Zesde dag v. h. Pink
steroctaaf. Quatertemperdag. Geboden
Vasten en Onthoudingsdag. Mis: Replea-
tur. 2e gebed v. cL H.H. Primus en Felicia-
nus, Martelaren.
ZATERDAG 10 Juni. Zevende dag v. h.
Pinkster octaaf. Quatertemperdag. Geboden
Vasten en Onthoudingsdag. Mis: Caritas.
2e gebed v. d. H. Margarita koningin, we
duwe. Na de Sequens wordt het Alleluja
niet gezegd.
Margarita stamde van vaders zijde af van
de Enigelsche koningen, van moeders zijde
van de Romeinsohe keizers. Zij werd ge-
boa-en in Hongarije, waar haar vader toen
als balling verbleef en waar Margarita hare
kinderjaren heeft doorgebracht in gods
vrucht. Op 24-jarigen leeftijd trad zij in
het huwelijk met Malcolm, koning van
Schotland en in 1070 werd zij tot koningin
van Schotland gekroond. Een heilzamen
invloed oefende Elisabeth uit op het hart
van Malcolm en zij wist hem die gods
vrucht in te prenten, die hem heeft ge
maakt tot één der deugdzaamste koningen
van Schotland Het huwelijk van Marga
rita werd gezegend met acht kinderen. De
koningin begreep hare moederplichten en
was voor alle christelijke moeders een voor
beeld. Zelf onderwees zij hare kinderen in
de beginselen van den godsdienst en in
hunne kinderharten wist zij te ontsteken
de liefde tot God, waarvan zij zelve ver
vuld was. Bijzonder muntte zij ook uit in
de liefde tot de armen. Zij eerbiedigde Je
sus Christus in de persoon der armen en
maakte van elke gelegenheid gebruik om
hen behulpzaam te zijn, te vertroosten en
in hunne behoeften te vooi'zien. Margari
ta stierf den 16en November 1093. Op dat
oogenblik werd haar gelaat, dat door een
langdurige ziekte vermagerd was en lee-
lijk geworden onverwacht met buitenge
wone schoonheid overtrokken.
Op dezen dag worden in ons Bisdom
nieuwe priesters gewijd. Bidden wij van
daag dan vooral voor hen, die de H.
Priesterwijding ontvangen, opdat de H.
Geest in hen ontvlamme dat liefdevuur,
dat Christus is komen brengen op aarde en
zoo noodzakelijk is voor een vruchtbaar
priesterleken.
N.B. In deze week dagelijks Gloria en
Credo. De Sequens „Veni Sancte Spiritus".
De gebeden „Communicantes" en „Hanc
igitur" van Pinks teren. Kleur: Rood.
IN DE KERKEN DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender v. h.
bisdom, behalve:
WOENSDAG. 2e gebed v. d. Z. Baptist»
Varani, Maagd.
DONDERDAG. 2e gebed v. d. Z. Pacificue
van Cera no, Belijder.
Amsterdam. ALB. M. KOK!, Pr.
a.s. moeten worden ingestuurd bij den Se
cretaris van den Raad van Bestuur Weled.
Heer 0. van Oerde, Rijnsburgerweg 9.
Wedstrijden te Wassenaar.
Eenige weken geleden mochten wij Ge
zellen uit Wassenaar ontvangen voor een
wedstrijd tegen onze damclub en tegelijk
een biljart-wedstrijd.
Voor Donderdag a.s. 8 Juni noodigt nu
Wassenaar Leiden uit. Nadere bijzonder
heden voor deelnemers en supporters te
bekomen bij Comm. P. Hendriks.
Fietstocht der Studieclub.
Doelnemers aan de fietstocht op den
2en Pinksterdag naar Haarlem en Bloe-
mendaal gelieven te letten op het volgen
de:
le. Opgave aan het bestuur is verplicht,
alsmede het meevoeren van een
fietsvlaggetje in de Kolpings-kleuren.
2e. Het vertrek is gesteld op half één
vanaf het Gezellenhuis.
3e. Men houde zich aan de regeling van
het bestuur der club.
4e. Brood medenemen is gewenscht,
daar we niet vóór acht uur terug zullen
zijn.
De Pinkster-excursie.
De groote excursie, welke dit jaar naar
Rotterdam zou worden gehouden, is verzet
naar Zondag 18 Juni, in verband met het
spel „Anno Sancto"', dat. in het stadion t«
Amsterdam zal worden opgevoerd.
De kosten, aan deze excursie verbonden,
bedragen 4.50. De deelname is openge-
I steld tot Donderdag S Juni a.s., opgeven
I bij den penningmeester,
i Na dien tijd zullen dus geen kaarten
i worden verstrekt.
Het Bestuur.