XERDAG 3 JUNI 1933 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 AFDEELING LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND IMTERPAROCHIEELE OFFICIEELE MEDEDEELINGEN. De dames, die wenschen deel te nemen ftan de excursie naar de v. d. Bergh's Mar garine Fabrieken te Botterdam op Dins dag 13 Juni a.s. worden verzocht zich vóór Vrijdag 9 Juni op te geven bij mevr. Man- ders, Oegstgeesterlaan 12. Vriendelijk verzoek aan'de leden om van verhuizingen zoo spoedig mogelijk kennis te geven aan het beetuur. VANDAAG. Ik ontving eens een briefkaart uit Duitschland met dit ééne woord: „Heute", „Vandaag". En dit is wel een klein woord je, maar het heeft ons toch meer te zeggen, dan vele en groote boekdeelen. In onzen Bijbel komt het op verschillen de plaatsen voor en in verschillend zinver band, doch altijd waard om aandachtig te worden overwogen. Het eerste vandaag, waar ik een oogenblik bij wensch stil te staan, is dan het woord van den psalm: „Vandaag, zoo gij Zijne stem hoort, verhardt uw hart niet". Een roerende vermaning om toch ons hart niet te sluiten, als wij Gods stem hooren! En God heeft zijn bijzondere da gen waarop hij ernstiger tot ons spreekt, dan op andere tijden. Zulke dagen mochten wij beleven, toen we op het ziekbed lagen en dachten, d^t we nooit meer gezond zouden worden, en toen wc bij het graf Btonden, waar wij ter aarde bestelden, wat ons in het leven het dierbaarst van alles was. En die dagen kwamen terug, somber en in wolken gehuld, toen het ongeluk gelijk een stortvloed, over ons kwam en alles neersloeg, wat we gedurende een lang leven met veel moeite hadden opgebouwd en toen ons geweten, dat ingeslapen was, ontwaakte en wij moes ten bekennen: „Ik herinner mij vandaag mijn zonden''. En toen de hemel rood werd geverfd door den grooten wereldbrand en datgene, wat eeuwenlang bestaan had, op zijn grondvesten wankelde; toen tronen omvorstortten en keizerrijken in puin vie len en oude grensscheidingen door eens schrijvers hand met één pennestreek wer den uitgewischt, toen de engel der pest zijn donkere wieken over de aarde uit spreidde en de volkeren broodeloos wer den; toen het eeno oordeel na het andere over de wereld ging en wij door angst werden aangetast over datgene wat ge schiedde en door vrees voor de toekomst, o, toen had God weder Zijne dagen, als Hij tot ons sprak met sidderende ernst en Zijn etem klonk als de stem van een wachter: „Gij weet de gelegenheid des tijds, dat het de ure is, dat gij uit den slaap op staat! De nacht is voorbij gegaan". Maar God heeft ook andere dagen, waar op Hij op andere wijze tot ons spreekt. En wij hebben andere voorstellingen van Hem dan die, waar Hij afgebeeld staat als de sterke op den dorschvloer met de koren wan in de hand om de tarwe van hot kaf te zuiveren. In de catacomben van Kome ziet men^ een beeltenis van Orpheus, die door do macht van de tonen zijner fluit de geheele natuur dwingt. En ook dit is een voorstel ling van onze Lieve Heer, den Goddelijken fluitspeler, die ons met zijn zachte, smel tende tonen in Zijn armen ziet te lokken. De Heer kan op lieflijke wijze met Zijn volk spreken: Hij kan tot het hart eener Moeder spreken door de heldere lach van het kind, tot'de jongelieden door de frïs- sche rozen van den bruilofskrans en tot de ouden van dagen door een dierbare me lodie, welke lang sluimerende herinnerin gen doet herleven en droge oogen doet overvloeien van zalig geween. Hoe de Heer met u gesproken heeft, weet ik niet. Maar d i t weet ik, dat, als gij Zijne stem hoort, ze moge streng en ernstig klinken of zacht en teeder zijn, het uwe zaak is, uw hart niet te verharden. Als gij vandaag Zijn stem hoort, verhardt dan uw hart niet, want gij weet niet, of ge die morgen hooren zult. Morgen kan het te laat zijn. Uit „Voor Gods Aanschijn" van Milo Beskow. Van den Missionaris, den Eorw. Pater C. van 't Westeinde, ontving de Missie-Naai- vereeniging het volgende schrijven: Geacht bestuur en leden van de Missie- Naaivereeniging „St. Franciscus-Xave- rius"'. Wanneer ik onze jongens zoo zie loopen in die mooie blauwe pakjes, gemaakt door die brave menschen van Leiden's Missie- naaivereeniging, dan zeg ik bij mij zelf: ik moet toch weer eens iets laten hooren van ons Missie-leven alhier. Die jongens-pakjes, geen betere te wen- schen) 50 meisjes-jurkjes zijn een zegen voor de Missie en ik dank nogmaals alle Missie vrienden die daaraan meegewerkt hebben. Nogmaals hartelijk dank voor dat mooie Altaarkleed. Jammer dat U niet eens gauw met zoo'n vliegmachien kunt overkomen. Dan zou U zien, hoe die Eerw. Zusters grootsch zijn op al dat mooie goed van U en van Holland. De Zusteis bewonderen die goede men schen van Holland, die zooveel voor de goede zaak over hebben. Nu geachte Dames ben ik bevreesd, dat die pakjes zachtjes-aan zullen slijten en, zooals U mij schreef: „Als de nood weer eens dringt dan klopt U maar weer eens aan". En nu zal ik maar gauw zeggen: Ach mijn beste vrienden, help, helpals U kan en U weet nu alvast wat welkom is in deze Missie. Ik heb nu 85 kinderen om te voeden en te kleeden. Zij eten zoo ver schrikkelijk, dat ik 't niet meer kan bij houden. Ik ben er natuurlijk de schuld van, dat ik zooveel kinderen moet voeden. Zoo heb ik in 1932 weer een nieuwe Mis sie-statie geopend. Namelijk te Kamies- kroon en Christus Koning is de patroon dier nieuwe Missie. Daar heb ik 35 ver waarloosde en hongerige kinderen op school Met de inwijding heb ik 39 menschen mo gen doopen, waarvan ik U een foto-stuur. Werkelijk een mooie vischvangst voor het rijk der Hemelen. Ik heb daar ontzettend veel vervolging moeten uitstaan. Water, vuur, hout en grond om op te bouwen werd mij geweigerd. Een vergadering werd ge houden en niet minder dan 35 Boeren-eige- naars van grond teekenden hun namen om mij „die roomsche paap" van hun grond te weren. Doch ik nam er geen notitie van en ging bij hen aan. Eerst werd ik een beetje norsch ontvangen, doch ik zei maar: „Goeden dag, hoe gaan dat jullie" en be gon een praatje en ten slotte vroegen zij: „Zal Meneer niet binnen komen en een kopje koffie met ons drink?" En dan ging ik naar binnen en praatte met hen over alle soorten van dingen, en als ik weg ging zeiden ze: „Meneer moet maar altijd bij ons aankomen''. In December heb ik weer een stuk grond gekocht om dit jaar te bouwen. Dan zal ik 6 parochies hebben en dan ik het bijltje er maar bij neer moeten leggen. Het zijn overal kleine gebouwtjes, maar do zielen zijn daardoor allen verzorgd. Het zijn alle maal arme menschen, doch dat was de boodschap van Jezus aan Johannes den Dooper: „En aan de armen zal het Evan gelie worden verkondigd". Ik ben blij dat ik het mag doen voor Hem. Die alles voor ons heeft gedaan. En U, geachte Missie-leden, helpt ook mee om aan het heil der minste der Zijnen mede to werken door gebed, door aalmoe- zon en handenarbeid. O! hoe heerlijk te mogen gevoelen dat wij helpen, om zielen te winnen voor God en den Hemel. Wat zouden wij zonder Uwe hulp hier kunnen doen? Wij zijn in den H. Vastentijd. O! Laten wij onze gebeden verdubbelen, ons ont houden van pleizier en vermaken en Jezus lijden en sterven goed overwegen. Dan zal de goede God U allen nieuwe zegen, ge nade, kracht en sterkte geven, om voortaan nog meer met Hem vereenigd te mogen leven. Mocht U eens in aanraking komen met Missievrienden, die een aalmoes kunnen sparen, doet dan eens een goed woordje voor onze arme Missie. Odat arme land en die droogte Daar waren twee boeren die hadden te zamen 3000 schapen en zij gingen rond om veld te zoeken, doch hun schapen gingen dood van magerheid. Ten laatste hadden zij er nog 60 over. Zij kwamen op een boe renplaats en vroegen om water voor die 60 schapen. Met een zucht zeide de baas: hier is geen water voor vee; net nog een weinig voor ons paar menschen. De twee boeren keerden om, gingen tot bi] hun schapen en sneden ze allen de keel af en zoo was het met hun vee gedaan. Ik wensch U allen een Zalig Paaschfeest. Moge U allen U oprecht gelukkig gevoe len in Christus Jezus Onzen Heer; dat is mijn vurigste wensch. Gelieve ook voor mij en de Missie te bid den. Met beste groeten en dank blijf ik Uw toegenegen vriend Pater P. van 't Westeinde. te Bietpoort, p.o. Bitter fontein. District: Van Rhijnsdorp. Zuid-Afrika. Vroeger, op school, moest je ioo strafregels schrij ven, als je ernstige fouten maakte. Wanneer de weggebrui kers óók eens strafrejelt moesten schrijven, als ze ernstige fouten maken, danja, dan waren wegen vaak zondigen zij tegen de REGELS van den WEG 2 2 WAT EEN GEZEL TOCH WETEN MOET XV „Onze Lieve Heer heeft rare kostgan gers". Dit spreekwoord, toepasselijk op zoo vele menschen, kan men ook toepassen op de velen, die streden of strijden tegen de katholieke kerk. 't Zijn vaak menschen, die meenen daarmede God te behagen. Daarvoor waarschuwde Christus ons reeds. We hebben reeds iets verteld over Jan Hus, ook een rare kostganger, die meende verongelijkt te zijn door de veroordeeiing van zijn Bisschop. Hij zocht het dan ook hooger op en wendde zich tot den te Pisa tot Paus gekozen Alxander V. Maar dat viel natuurlijk anders uit; want de Paus zond den Aartsbisschop van Praag een bulle met de opdracht tegen den dwaal leeraar op te treden. In Juli 1410 werd over Hus en zeven van zijn geestverwanten den banvloek uitgesproken. Fei werd toen de haat van Hus aange wakkerd en priesters, die den Aartsbis schop gehoorzaam waren, werden uitge kreten voor misdadigers. Nog fraaier werd het, toen een sorijdgenoot van Hus twee monniken liet gevangen nemen en deze zelf in de rivier „de Moldau" stortte. Hus moest naar Bologna komen en zich persoonlijk verantwoorden. Maar hij ging niet en werd in Februari 1411 geëxcommu niceerd; op den 15en Maart d.a.v. werd het interdict over de stad Praag uitgespro ken. De koning probeerde nu als bemiddelaar op te treden en liet Hus in briefvorm een soort orthodoxe geloofsbelijdenis aan den Paus afleggen. Deze opzet mislukte ech ter, daar Hus er geen jota van meende en doorging met het volk op te ruien. Zelfs toen de Paus een aflaat toekende aan die genen, die deelnamen aan een Kruistocht tegen den kerkroover Ladislaus van Na pels, maakte Hus er een „schandaaltje" van, noemde den Paus „den antichrist" en organiseerde een optocht zoo banaal, dat alleen dwaze en eerlooze menschen er ge noegen in konden hebben. In de kerken was het soms een warboel door volksop- loopen, die Hus' strijdgenooten opzettelijk organiseerden. Toen greep koning Wenzel in en stelde er den doodstraf op. Hierdoor werden drie jongelieden, die de priesters beschimpten, terechtgesteld. Het volk werd toen wel wat kalmer, ondanks het feit, dat Hus dit drie tal als martelaren prees. De professoren der Praagsche Universi teit drongen er bij den koning op aan den dwaalleeraar met kracht te matigen, ter wijl de pastoors der stad een klachtbrief naar Rome zonden. Krachtiger dan de ko ning greep toen de Paus in en bekrachtig de den ban en het interdict. Dat was een hinderpaal, die het volk van Hus, zij het s'eohts ten deel, aftrok. Hij kwam daar door in een uitzonderlijke positie en de koning maande rtem aan de stad te verla ten. Hus gehoorzaamde en ging in de dor pen preeken. Daar gebeurde het op een goeden dag, toen hij te velde trok tegen den Paus, dat een oud mannetje hem toe riep: „Ik ben in Rome geweest en heb daar Paus en Kardinalen gezien; ze zijn echter niet, gelijk gij ze beschrijftHus riep toen terug: „Als de Paus u zoo goed bevalt, ga dan naar Rome en blijf daar"'; waarop het mannetje antwoordde: „Daar voor ben ik te oud, ga gij. gij zijt jonger dan ik en gij zult zien, dat de zaak niet zoo erg is. als gij ze voorstelt". Zoo werd hij in 't openbaar vastgezet door een ouden man. Zoo zie je, ook oude menschen kunnen de waarheid zeggen, vaak beter dan anderen. S. M. KOLPING'S WERK. De Gezellenvereeniging over de wereld. In het, eenigszins nationalistisch geori- enteerde nieuw opgerichte Katholieke tijd schrift „Deutsche Volk" schrijft August Winkler een artikel over de Gezellenver eeniging als instituut ter bevordering van den Duitschen geest. Om de typeerende tendenz die erin ligt laten wij het hier volgen in vertaling de de „Tijd". In een der liederen van de gezellen komt voor: „Over Duitschland en nog verder breiden de takken zich uit van een boom De Gezellenvereeniging is van haar op richting af bestemd geweest om uitgedra gen te worden over alle Duitschsprekende en verwante volken. Adolf Kolping. de stichter, koos, nadat in 1849 de Gezellenvereeniging in Keulen was opgericht en in 1850 die van het Rijn land, reeds in het daaropvolgend jaar als titel voor zijn organisatie den naam: „Ka tholieke Gezellenvereeniging''. Daarmee maakte bi] Tiaar van het begin af aan los uit de klemmende begrenzing van een pro vinciaal verbond om haar den weg naar 'alle kanten te openen. De Gezellenvereeniging veroverde dan ook reeds tijdens het leven van Kolping heel het Duitsch-sprekende Midden- en Oost-Europa. De grenzen van de dynastië- en stonden haar niet in den weg, zij sprong er overheen, omdat zij zich richtte tot het Duitsche volk in zijn geheel. Zoo is de Ge zellenvereeniging boven den omvang van den statenbond uit de jaren vóór 1871 uit gegroeid tot in de wijde ruimte van de Oostenrijk-Hongaarsche monarchie. Kol- ping's missiereizen voerden hem naar Praag Agram, Zilly en Boedapest. Hij bereisde Zwitserland en overal vormden zich Ge- zellenvereenigingen, wier beste missionaris sen naar een woord van Kolping de Gezel len zelf waren die het zaad van hun ver- eeniging uitdroegen in het Duitsche land. Adolf Kolping cultiveerde bewust den groobDuitschen geest die in zijn Gezellen vereeniging opkwam. Het is bijzonder in teressant een oud programma van de Ge zellenvereeniging door te lezen, dat in Keu len werd uitgegeven bij gelegenheid van een feest waartoe Kolping alle landgenoo- ten verzamelde en ieder op eigen manier liet optreden. Men zou hierin een voorbeeld zien van Kolpings streven om in zijn Ge zellenvereeniging een- rijkdom der nationale karakteristieken te wekken en in stand te houden. Omdat ook de gansche paedagogiek den mensch aangreep als deel van het volk, als lid van de volksgemeenschap, was het be grijpelijk'dat de leden vanzelf den drang in zich vdïdoen om de beweging uit te breiden, omdat zij overal waar zij kwamen in diezelfde met volk en stand nauw ver bonden gezinsgemeenschap zich het beste thuis voelden, omdat hun die. gemeenschap in de Gezellenvereeniging tot een behoefte werd. Hoever Kolping de Duitsche volksmissie van de Gezellenvereeniging zag, blijkt daaruit, dat hij bij zijn derde reis naar Weenen de eerste was in 1853, de tweede in 1856 die hem door Hongarije naar Kroatië voerde het plan opvatte de Duit sche handwerksgezellen in 't Oosten en in de Levant te verzamelen en voor een Ge zellenvereeniging te winnen om toevluchts oorden en steunpunten voor Duitsche am bachtsjongens in het buitenland te krijgen. Hoewel de Gezellenvereeniging in het Oosten niet zoo ver is doorgedrongen, is het toch interessant uit dezen tijd eenige data naar voren te brengen. In Oostenrijk werden de eerste vereenigmgen in 1852 in Weenen, Steytr Salzburg, Innsbrück en Linz opgericht. In Bohemen ontstond in hetzelfde jaar de eerste Gezellenvereeni ging. WIJ, KRENTERIGE MENSCHEN. 't Is toch jandorie om kwaad te worden, als jonge menschen je vertellen, dat ze zel den (of nooit) een Lof bijwonen. Dat moet iedereen toch voor eigen we ten? Wel zeker, doch er is een „maar" bij. En die gaan we nu ontleden. Zondag, acht uur in den morgen, je bed uit, wasschen en kleeden. Dan gaan we de H. Mis bijwonen en dan gaan we naar den kring van het huisgezin. Allemaal mooi. Maar's middags gaan we uren fietsen of wandelen, of een match bijwonen. En 's avonds zie je ze niet in de kerk. Dat is op Zondag, in de week is het dito of nog minder. Weest nu eens eerlijk. Zijn wij, jonge menschen, niet erg zuinig met iets te doen voor God? We passen en meten alles pre cies, o zoo precies.... op ons eigen aan. We zijn graag Roomsch, voelen voor de goede zaak, doen mee in een of ander goed werk. En ook weer zoo akelig precies. We weten het zoo fijntjes uit te rekenen om dit of dat, wat minder aangenaam is, te ontloopen. Of als het een zwaar offer is, dan zijn we absent. God is liefde; Hij gaf zich heelemaal aan ons. En wat doen wij? Een heel klein beetje van onzen dag. voor Hem. Eén uurtje op den Zondag, op Zijn dag nog wel, voor Hem. Een halfslachtigheid voor God en je ziel, terwijl je je heele wezen in dienst stelt van den sport? Je zwoegt b. v. om doelpunten te maken. Beste kerel, zwoeg maar en wees sportief. Maar zwoeg dan nog harder om je ziel te brengen in je le vensdoel, den hemel Als je goed kijkt in onze dagen, dan zijn we veel te krenterig in ons godsdienstig leven. Heelemaal aan Christus.... of niets. Zorg, dat je behooren mag tot de heele, echte, durvende Christenen! En veracht de halfslachtigheid S e v e r u s. LEVENSSCHETS ADOLF KOLPING. Daar is zij dan eindelijk: een klein, pit- tig levensverhaal van onzen grooten stich ter Adolf Kolping. Er was een groote behoefte aan in ons land, daar er eigenlijk niets goeds bestond. Het is samengesteld door de Zwitser- sche schrijfster Anna Rigli en volgens het titelblad vertaald door een „Oud-Gezel". In zijne paarse omslag is het een keurige uitgave in handig formaat. De verdienste van de schrijfster is, dat zij niet geeft een dorre opsomming van min of meer belang rijke gebeurtenissen uit Kolping's leven, maar echt een stuk karakteristiek van zijn zeer bizondere levenswerk. Moge het gelezen worden door heel ve len van onze Vereeniging en van daar buiten. Voor de leden is het verkrijgbaar bij den huismeester. Prijs 0.40. Maandvergadering Gehuwden. Dinsdag a.s. heeft de maandvergadering van de Afd. Gehuwden plaats. Het Com missariaat hoopt weer vrucht te zien van haar propagandistisch werken en van den bijzonderen avond van de vorige maand. Aanvang van het officieele gedeelte te half negen. Jaarvergaderingen Onderfafdeelingen. 'BJeglementair komen alle onderafdelin gen in de maand Juni in jaarvergadering bijeen. Vastgesteld (deels reeds gehouden) zijn tot nu toe de volgenden: 21 Mei Retraiteclub. 1 Juni Damclub. 8 Juni St. Elisabeth penning. 12 Juni Franz Schweitzer. 14 Juni Sebastian Schaffer. 21 Juni Adolf Kolping. 27 Juni Studieclub St. Petrus Canisius. Secretarissen en Pennigmeesters worden er aan herinnerd, dat hun jaarverslagen na de jaarvergaderingen, doch voor 1 Juli KALENDER DER WEEK PINKSTEREN. ZONDAG 4 Juni. Hoogfeest van Pinkste ren of der Nederdaling v. d. H. Geest over de Apostelen. Mis: Spiritus. De beloofde H. Geest is ons geschonken. De Geest des Heeren vervult de geheele aarde! Alleluja! (Introitus). Moge Hij ook onze harten vervullen en daarin ontvonken het vuur Zijner goddelijke liefde (Alleluja vers). Moge Hij ook zijn de zoete Gast onzer zielen, aan wie in Hem gelooven ge ven Zijne zevenvoudige gaven. (Sequens). MAANDAG 5 Juni. Tweede Pinksterdag. Dag van devotie. Mie: Cibavit Pinksteren is het feest van de stichting der H. Kerk. Het Epistel verhaalt ons van den groei der jeugdige Kerk. Petrus bezield door den H. Geest bekeert vele heidenen door zijne prediking tot Christus' Kerk, welke ook nu nog leert en zal blijven lee- ren: „Wie in Christus gelooft zal niet ver loren gaan, maar eeuwig leven". (Evan gelie). DINSDAG 6 Juni. Derde Pinksterdag. Dag van devotie. Mis: Accipite. WOENSDAG 7 Juni. Vierde dag v. h. Pinksteroctaaf. Quatertemperdag. Gebo den Vasten en Onthoudingsdag. Mis: Deus. 2e gebed voor Kerk of Paus. DONDERDAG 8 Juni. Vijfde dag v. h. Pinksteroctaaf. Mis: Spiritus. 2e gebed voor Kerk of Paus. VRIJDAG 9 Juni. Zesde dag v. h. Pink steroctaaf. Quatertemperdag. Geboden Vasten en Onthoudingsdag. Mis: Replea- tur. 2e gebed v. cL H.H. Primus en Felicia- nus, Martelaren. ZATERDAG 10 Juni. Zevende dag v. h. Pinkster octaaf. Quatertemperdag. Geboden Vasten en Onthoudingsdag. Mis: Caritas. 2e gebed v. d. H. Margarita koningin, we duwe. Na de Sequens wordt het Alleluja niet gezegd. Margarita stamde van vaders zijde af van de Enigelsche koningen, van moeders zijde van de Romeinsohe keizers. Zij werd ge- boa-en in Hongarije, waar haar vader toen als balling verbleef en waar Margarita hare kinderjaren heeft doorgebracht in gods vrucht. Op 24-jarigen leeftijd trad zij in het huwelijk met Malcolm, koning van Schotland en in 1070 werd zij tot koningin van Schotland gekroond. Een heilzamen invloed oefende Elisabeth uit op het hart van Malcolm en zij wist hem die gods vrucht in te prenten, die hem heeft ge maakt tot één der deugdzaamste koningen van Schotland Het huwelijk van Marga rita werd gezegend met acht kinderen. De koningin begreep hare moederplichten en was voor alle christelijke moeders een voor beeld. Zelf onderwees zij hare kinderen in de beginselen van den godsdienst en in hunne kinderharten wist zij te ontsteken de liefde tot God, waarvan zij zelve ver vuld was. Bijzonder muntte zij ook uit in de liefde tot de armen. Zij eerbiedigde Je sus Christus in de persoon der armen en maakte van elke gelegenheid gebruik om hen behulpzaam te zijn, te vertroosten en in hunne behoeften te vooi'zien. Margari ta stierf den 16en November 1093. Op dat oogenblik werd haar gelaat, dat door een langdurige ziekte vermagerd was en lee- lijk geworden onverwacht met buitenge wone schoonheid overtrokken. Op dezen dag worden in ons Bisdom nieuwe priesters gewijd. Bidden wij van daag dan vooral voor hen, die de H. Priesterwijding ontvangen, opdat de H. Geest in hen ontvlamme dat liefdevuur, dat Christus is komen brengen op aarde en zoo noodzakelijk is voor een vruchtbaar priesterleken. N.B. In deze week dagelijks Gloria en Credo. De Sequens „Veni Sancte Spiritus". De gebeden „Communicantes" en „Hanc igitur" van Pinks teren. Kleur: Rood. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender v. h. bisdom, behalve: WOENSDAG. 2e gebed v. d. Z. Baptist» Varani, Maagd. DONDERDAG. 2e gebed v. d. Z. Pacificue van Cera no, Belijder. Amsterdam. ALB. M. KOK!, Pr. a.s. moeten worden ingestuurd bij den Se cretaris van den Raad van Bestuur Weled. Heer 0. van Oerde, Rijnsburgerweg 9. Wedstrijden te Wassenaar. Eenige weken geleden mochten wij Ge zellen uit Wassenaar ontvangen voor een wedstrijd tegen onze damclub en tegelijk een biljart-wedstrijd. Voor Donderdag a.s. 8 Juni noodigt nu Wassenaar Leiden uit. Nadere bijzonder heden voor deelnemers en supporters te bekomen bij Comm. P. Hendriks. Fietstocht der Studieclub. Doelnemers aan de fietstocht op den 2en Pinksterdag naar Haarlem en Bloe- mendaal gelieven te letten op het volgen de: le. Opgave aan het bestuur is verplicht, alsmede het meevoeren van een fietsvlaggetje in de Kolpings-kleuren. 2e. Het vertrek is gesteld op half één vanaf het Gezellenhuis. 3e. Men houde zich aan de regeling van het bestuur der club. 4e. Brood medenemen is gewenscht, daar we niet vóór acht uur terug zullen zijn. De Pinkster-excursie. De groote excursie, welke dit jaar naar Rotterdam zou worden gehouden, is verzet naar Zondag 18 Juni, in verband met het spel „Anno Sancto"', dat. in het stadion t« Amsterdam zal worden opgevoerd. De kosten, aan deze excursie verbonden, bedragen 4.50. De deelname is openge- I steld tot Donderdag S Juni a.s., opgeven I bij den penningmeester, i Na dien tijd zullen dus geen kaarten i worden verstrekt. Het Bestuur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 6