HONGAARSCH LEVEN
24ste Jaargang
MAANDAG 29 MEI 1933
No. 7519
£cld^eive(Eoii^cmt
DAGBLAD VOOR LEDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per post f2.95 per kwartaal
Het Geillu8treerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 oent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 oent, met
Geillustreerd Zondagsblad 9 cent.
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES, van ten hoogste 30 woorden, waarin be
trekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur mi
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
Wij spreken en eten
Hongaarsch
PAPRIKA, SALAMI, TORMA
Een kennismaking met het
ziekenhuis
(Van onzen eigen redacteur).
De Hongaren zijn een ernstig en de
gelijk volk. In 't algemeen tenminste.
Ondanks 't feit, dat de restaurants goed
bezocht worden en de Hongaar daar
zijn stille vreugde smaakt, houdt hij van
het huiselijk leven en van huiselijke ge
zelligheid.
Wij hebben dit op onze reis kunnen
constateeren. Al is hij, zooals de meeste
van zijn arme landgenooten, klein be
huisd, één kamer en één keuken, die
eene kamer zal hij zoo smaakvol mo
gelijk inrichten. Als het moet op afbe
taling.
Mijn vader en moeder hebben
prachtige meubelen, zegt een Hongaarsch
meisje, dat wij op verzoek van haar
pleegouders zijn gaan opzoeken en wiens
vader werkloos is.
Zoo'n klein stukje zij wijst met
haar vinger is van ons, de rest is nog
van den winkel. In die kamer staat dan
een heel mooi lits-jumeaux, met twee bij-
behoorende groote linnenkasten, die
noodig zijn, omdat deze huizen zonder
muurkasten zijn.
Aan het smalle einde van het lits-
jumeaux staat een divan, bij het raam
een klein rond tafeltje met twee stoe
len. De kamer is vol. Dit is het konink
rijk, waar zij gelukkig zijn, tevreden met
elkaar.
Wij hadden ook een invitatie van een
beter gesitueerde familie, die in een
zelfde woonkazerne zes of meer kamers
tot hun beschikking hadden. In deze
goed gemeubileerde kamers leefden deze
hartelijke mensohen hun eigen leven van
huiselijke gezelligheid. Men voelde zich
daar thuis.
Ook daar een salon en huiskamer zoo
als hier, al wekten de vreemde kachels,
ongeveer viermaal zoo groot als onze
ouderwetsche huiskamerkachels en rei
kend tot aan den zolder, ook eenige be
vreemding.
Den huismoeders mogen we mededee-
len, dat gedurende den zomer, de gor
dijnen worden opgeborgen, het vloerkleed
opgenomen en de meubels in witte hoe
zen worden gestoken, zoodat de kamer
er dan uitziet als bij ons met de schoon
maak.
Wij onderhouden ons met de familie
in het Duitsch, omdat Hongaarsch voor
ons Hongaarsch is.
Het is een taal, die voor een vreem
deling zelfs materieel niet uit te
spreken is wegens de onmogelijk lange
woorden en de groote voorliefde om een
zoo groot mogelijk aantal medeklinkers
achter elkaar te zetten. Hongaarsch is
een vreemde taal, die tot geen enkele
andere Europeesche taalgroep behoort,
zelfs niet tot het Slavische taaltype. De
eenigste taal, die iets met Hongaarsch
gemeen heeft is Finsch. Dat de Hongaar-
Bohe taal zaük een geheel eigen idioom
EEN MOEDER MET HAAR KIND IN
HONGAARSCHE KLEED ER DRACHT.
heeft, vindt zijn oorsprong in de af
stamming der Hongaren. Zij stammen
n.l. af van de Mongolen, die in de 7e
eeuw Hongarije binnenvielen en de oor
spronkelijke bewoners verdreven, zoodat
hun taal de gangbare spreektaal werd.
Zij bleven in Hongarije en uit hun
Ohineesoh dialect ontwikkelde zich het
Hongaarsch van heden.
Toch staan wij niet geheel met onze
mond vol tanden.
Vooreerst spreken verreweg de mees
te Hongaren ook Duitsch en bovendien
laten wij ons spoedig eenige Hongaar-
sche taalkennis aanmeten.
De eerste woorden, die wij leeren zijn:
szeretlek ik heb u lief en ohokolni
kussen.
Verder wordt onze kennis uitgebreid
met jo napot goeden dag en köszö-
nöm, hetgeen dank u beteekent.
Een onzer vele dischgenooten geeft
ons een kort bewijs van de ingewikkeld
heid van het Hongaarsch. Hij geeft een
kleine vervoeging van het werkwoord
zien om aan te toonen, dat niet alleen
het subject maar ook het object in het
werkwoord vervat is. Waar wij dus drie
of vder woorden gebruiken, kan de Hon
gaar met één woora volstaan.
Ik zie lé.tok.
Ik zie haar (hem, het) latorn.
Ik zie u idtlak.
- Ik heb u gezien ldttalak.
Ik kan u zien léthatla-k.
Nogal ingewikkeld, zooals u ziet.
Er is nóg iets speciaal Hongaarsch.
Het eten. Ik weet nog, hoe wij na ons
vertrek uit Budapest, in Weenen uit de
trein stapten, om door Dölfus, den Oos-
tenrij'kschen bondskanselier ontvangen
te worden, welke ontvangst gepaard
ging met een klein souper. Nooit heb ik
met meer vreugde de bedienden begroet,
die daar in een der zalen van het Han
delsministerie binnenkwamen met scha
len fijne hors-d'oeuvres en vleesch, nu
eens zonder Paprika, de Hongaarsche
DE KONINKLIJKE BURCHT AAN DE OEVERS VAN DEN BLAUWEN DONAU.
peper, die ons tien dagen lang in alle
spijzen was voorgezet. Want Paprika is
een Hongaarsche nationaliteit en een
Hongaarsche lekkernij. Men verwerkt
diet in de soep, in het vleesch, in de jus,
Sin de worst, in de sla, in de gulasch en
men bereidt er bovendien nog tal van
specialiteiten van, alle specialités a la
maison Hongroise. En daar men dan nog
bevreesd is, te weinig Paprika te heb
ben gebruikt, zet men ten overvloede
nog wat Paprika op tafel. U mocht er
nog trek in hebben. Deze Paprika, die
in Hongarije groeit, ongeveer als bij ons
de papavers, wordt gedroogd en gema
len, waarna het er in kleur en vorm
precies uitziet als rooie menie. Dat is
de Hongaarsche peper. De Hongaren
zijn er echter niet zoo zuinig mee, als
wij met onze peper. De kok doet zoo
veel Paprika in de soep en in de jus,
tot de soep en de jus er uitzien als bij
ons tomatensoep en dat is dan een fijne
lekkernij.
Nu 16 het niet mijn bedoeling te sma
len op de Paprika, want wij hebben
meermalen een Paprika-soep gegeten,
die ons zeer kon bekoren, hoewel ik per
soonlijk ook een zeer onprettige Papri
ka-herinnering kon noteeren.
Wij zaten na een daverende ontvangst
aan een feestelijken maaltijd in de stad
Szeged, gelegen aan de grens van Joe-
go-Slavië.
Na het traditioneele glas bier, waar
mede in Hongarije zelfs de meest deftige
maaltijden plegen aan te vangen, werd
mededeeling gedaan van het opdienen
van een Szegeder specialiteit, de beroem
de Szegeder Fisch-nrapikas, een visch-
paprika-soep, in Hongarije even beroemd
als hier Wees per-moppen en Hoornsche
bot.
In deze Paprika-soep drijven bestand-
deelen van vijf soorten visch, o.a. ook
van den bekenden Fogas, een visch, die
gevangen wordt in Plattensee of het Ba-
latonmeer, in het Zuid-Westen van Hon
garije, dat wij later ook nog te zien kre
gen.
Het gebeurde bij de tweede hap. Een
graatje van de Fogas, die mij was toe
bedeeld, kwam in mijn keel en doorboor
de mijn slokdarm.
Na eenige vergeefsche pogingen om
de onwillige graat weg te slikken, ver
dween ik van den disch om hulp in te
roepen. Een dokter, die toevallig in het
hotel aanwezig was, verleende de eerste
hulp, maar zonder resultaat en verwees
mij na zijp vergeefsche pogingen naar
het. ziekenhuis. Een auto werd gerequi-
reerd, die mij plus de graat naar het
ziekenhuis transporteerde.
Daar probeerde een andere dokter
het met een pincet, eveneens zonder re
sultaat. De graat zat te diep. Toen
moest, allemaal vanwege de Fisch-papri-
kas mijn maag worden leeggepompt, in
de hoop, dat het de graat zou behagen
mee te komen, hetgeen ten slotte ge
lukte. Gelukkig was de maaltijd nog niet
geheel geëindigd, toen ik terugkeerde,
zoodat ik opnieuw den inwendigen
mensch kon gaan versterken. En zes
maal werd mij dien zelfden avond nog
gevraagd, heel onschuldig en met de bes
te bedoelingen, hoe mii nu toch wel die
beroemde Szegeder Fisch-paprikas had
gesmaakt.
Een andere lekkernij is salami, dat is
een soort rookworst met Paprika of
liever Paprika met rookworst en dan
nog Torma, een soort witte wortel, die
gerasnt gereten wc-dt met heele worst
jes, maar die zoo sterk is, dat men op 'n
meter afstand aan het niezen slaat.
Beter dan het Hongaarsche eten, be
viel ons tenslotte de Hongaarsche wijn
en de Hongaarsdhe muziek in dit land
van den Donau, vooral als dit gesavou
reerd werd bij gezelligen kout met Erz-
sebet, Ilonka, Katinoka of Marizska.
Zóó was Hongarije het gezelligst en
het hartelijkst en dus voor ons eerst
recht Hongarije.
Gegroet dus, Erzsebet, vanuit ons vlak
ke, vreedzame land naar jullie wilde
puszta. Ik denk aan de Hongaarsche
wijn en de Hongaarsche muziek, aan den
Czardas en vele andere blijde dingen...
t
feA NAAR
1 Donkeriteeg, Lbiden, JiMoon 1322
I "„"pis STEUNSÓHOENEN
I EN HET LEED IS GELEDEN!
BINNENLAND
PROF. H. ROSE.
Hoogleeraar aan de Techn. Hoogeschool.
Bij Kon besluit is benoemd, tot gewoon
hoogleeraar in de afdeeling der bouwkunde
aan de Technische Hoogeschool te Delft
om onderwijs te geven in de decoratieve
kunst en het ornamentteekenen H. Rosse
te New-York.
De heer H. Rosse, die prof. T. K. L. Sluy-
terman als hoog.eeraar zal opvolgen, is in
1887 geboren.
Hij begon zijn opleiding als architect
aan de Teekenacademie te 's-Gravenhage
en aan de Polytechnische School te Delft.
Vervolgens studeerde hij te South Kensing
ton, alwaar hij het diploma van Associate
Royal College of Arts behaalde.
Na een kunstreis in Italië studeerde hij
van 19081910 aan de Stanford University
in Californië.
Na zijn terugkeer in Nederland was de
heer Rosse werkzaam voor het Vredespa
leis te 's-Gravenhage. In dien tijd maakte
hij ook decoratief werk voor de tentoon
stellingsgebouwen te San Francisco. Daar
na vestigde hij zich weder in Amerika en
wel te Chicago, waar hij gedurende' 3 ja
ren hoofd van de afd. decoratieve kunst
van het Art Institute was.
Aangetrokken door de practijk, vestigde
de heer Rosse zich in 1914 als architect in
Californië, waar hij veie bouwwerken uit
voerde. Daarbij heeft hij zich meer en meer
op decoratief gebied bewogen, met name
voor het tooneel; op dit gebied was hij ook
enkele jaren te Hollywood werkzaam.
STRENGE MAATREGELEN JEGENS
RIJKSAMBTENAREN.
Partij-uniformen, niet-natio-
nale vlaggen ongeoorloofd.
In het Staatsblad is afgekondigd een kon.
besluit, houdende wijziging van het Alge
meen Rijksambtenarenreglement. Hieruit
blijkt, dat thans o.m. het volgende geldt:
De ambtenaar behoort zich te onthou
den van het bezigen van vloeken of van
ruwe of onzedelijke taal.
Het is den ambtenaar verboden om in
dienst of bij gekleed gaan in uniform in
signes of andere onderscheidingsteekenen
of in dienst uniformkleeding®tukken te dra
gen, een en ander voorzoover die niet van
regeeringswege zijn verstrekt of voorge
schreven of tot het dragen daarvan niet
door Onze Minister, Voorzitter van den
Raad van Ministers, vergunning is ver
leend. Dit verbod is niet toepasselijk ten
aanzien van vreemde ordeteekenen met ons
verlof aangenomen.
Hij onthoudt zich van het uitsteken of
hijsohen van andere dan nationale of oranje
vlaggen. Uit het uiterlijk aanzien van de
ambts- of dienstwoning of van het daarbij
behoorend erf mag niet blijken van de poli
tieke gezindheid van den ambtenaar of zijn
huisgenooten.
Schorsing.
Tijdens schorsing wordt de bezoldiging
voor één-derde gedeelte ingehouden; na
verloop van een termijn van zes weken kan
een verdere inhouding, ook van het volle
bedrag, plaats vinden. Het niet ingehouden
gedeelte van de bevoldiging kan aan an
deren dan aan den ambtenaar worden uit
betaald.
Tijdens de schorsing kan tot den in de
strafaanzegging of -oplegging genoemden
datum van ingang van het ontslag de bezol
diging ge-heel of gedeeltelijk worden inge
houden.
Yan den datum van ingang van het ont
slag af wordt de bezoldiging geheel inge
houden. Het niet ingehouden gedeelte van
de bezoldiging kan aan anderen dan den
ambtenaar worden uitbetaald.
De ingehouden bezoldiging wordt alsnog
uitbetaald, indien do schorsing niet door
een door den strafrechter opgelegde straf
wordt gevolgd of ook indien en in zooverre
op andere gronden alsnog tot uitbetaling
wordt besloten.
De ingevolge het tweede lid ingehouden
bezoldiging wordt, alsnog uitbetaald, in
dien op de schorsing bestraffing van den
ambtenaar met onvoorwaardelijk ontslag
niet volgt.
Indien de ambtenaar, die met kon. mach
tiging een functie als lid van Ged. Staten
of van wethouder heeft aanvaard en in
verband daarmede met zijn ambt tijdelijk
is ontheven, ophoudt lid van Ged. Staten
of wethouder te zijn en hij naar het oor
deel van het bevoegd gezag niet in actieven
dienst kan worden hersteld, wordt hem
eervol ontslag verleend.
Er worden twee nieuwe artikelen inge
voegd, luidende:
Concubinaat
Voor de toepassing van artikel 97 (rege
lende het ontslag van vrouweliike ambto-
Dit nummer bestaat uit DRIE
bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Nieuw accoord bereikt inzake het Pact
van Vier. (1ste blad).
Concessies ter Ontwapeningsconferentie
inzake de luchtvaart. (1ste blad).
Toeristenoorlog tusschen Duitschland en
Oostenrijk. (1ste blad).
Vandaag gaat Gandhi weer eten. (lste
blad).
BINNENLAND.
Benoemingen in het Bisdom Haarlem.
(Kerkn., 2de bald).
Wijziging RijksarVotenaren-reglement,
(lste blad).
Stroohulzenfabriek te Uden door brand
vernield. (Laatste Ber.).
Grenswachter door smokkelauto meege
sleurd en gedood. (Gem. Ber. 3de blad).
Moordaanslag te Amsterdam. (Gem. Ber.
3de blad).
Doodelijke verkeersongelukken. (Gem.
Ber. 3de blad).
LEIDEN.
Dr. H. J. Lam benoemd tot directeur
Rijksherbarium en buitengewoon hooglee
raar (1ste blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
R. K. België lijdt een smadelijke voetbal
nederlaag tegen R. K. Nederland. (2do
blad).
Feyenoord en P.S.V. verliezen In de
kampioenscompetitie K.N.V.B. (2de blad).
Auto-, motor- en wielerevenementen. (2do
I blad).
naren, die in het huwelijk treden) wordt
met de vrouwelijke ambtenaar, die in hot
huwelijk treedt, gelijk gesteld de vrouwe
lijke ambtenaar, die in concubinaat is gaan
leven.
Ontslag om politieke redenen.
Eervol ontslag kan worden verleend
aan den ambtenaar, die lid is van
een vereeniging, waarvan de voorzit
ter van den raad van ministers verklaard
heeft, dat zij om de doeleinden, die zij na
streeft, of de middelen, die zij aanwendt,
de behoorlijke vervulling van zijn plicht
als ambtenaar kan in gevaar brengen of
schaden, of die op ©enigerlei wijze mede
werking of steun verleent aan een zooda
nige vereeniging of van haar uitgaande
actie.
Voor een dergelijke ontslagverleening is
de medewerking of machtiging vereiecht
van den voorzitter van den raad van mi
nisters.
DE MEUBELINDUSTRIE IN NOOD.
Waarom t^sen contingenteering?
Op een verzoek om inlichtingen, waarom
niet tot contingenteering van meubelen
wordt overgegaan, heeft, naar de „Tel.''
verneemt, de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Gouda en omstreken van
den Minister van Economische Zaken en
Arbeid bericht ontvangen, dat de afwij
zing van contingenteering van meubelen
indertijd steunde op twee overwegingen.
Ten eerste stond het niet onomstootelijk
vast, dat de invoer inderdaad een overma
tig karakter droeg en ten tweede is het
artikel van het zwaarst concurreerend land
in casu Duitschland, in het algemeen een
geheel ander dan en staat het naast wat
hier te lande wordt vervaardigd.
„Het is mij bekend", besluit de minister
zijn antwoord, dat de prijzen, waarvoor
buitenlandsch fabrikaat in den laatsten
tijd wordt aangeboden, zeer laag zijn, doch
ik meen het noodzakelijk proces van aan
passing niet te mogen vertragen, hoezeer
ik ook van den ongunstigen toestand in dr
Nederlandsche meubel-industrie overtuigd
ben".