HET GOUDEN GRAF VAN DE „LUTINE" ZATERDAG 20 MEI 1933 DE LEIDSCHE CCVRANT DERDE BLAD PAG. 9 Zooals men weet is men op Terschel ling reeds weder geruimen tijd bezig po gingen aan te wenden om het goud, het welk nog steeds op het wrak van de „Lu- tine" aanwezig moet zijn, naa-r de opper vlakte te brengen. Een speciale installa tie heeft men hiervoor ontworpen, waar mede men reeds de juiste ligging van het wrak heeft kunnen vaststellen. Vóórdat vi" hip^on echter vprder incaan, zullen wij eerst eenige historische bijzonderheden betreffende de „Lutine' mededeelen. Zooals uit den naam wel valt af te lei den was de „Lutine" oorspronkelijk een Framsch fregat. Het was gebouwd in het laatste van de tweede helft der achttiende eeuw en oorspronkelijk als oorlogsschip bedoeld. Het schip was uitgerust met twee en dertig kanonnen en had een in houd van negenhonderd ton. Tijdens den oorlog tusschen Frankrijk en Engeland werd de „Lutine" door de Engelschen ver overd, waarna het fregat voor goed in En- gelsohe handen bleef. De Engelschen heb ben evenwel niet veel pleizier van het schip gehad. Reeds tijdens de eerste reis, welke zij er mede. maakten, verging het schip met man en muis. Deze schipbreuk- was des te tragischer, daar de „Lutine" een kostbare lading aan goud en zilver op weg had naar Hamburg. In Duitsch- land heersehte toentertijd een ernstige bankcrisis en de Hamburgsohe bankiers, die den ondergang nabij waren, hadden zich tot de Engelsche regeering om hulp gewend. De Bank van Engeland willigde het verzoek om steun in en trok een be drag van anderhalf millioen pond sterling uit als ondersteuning voor de Hamburg- sche bankiers. Dit was in begin der maand October 1788. Het was evenwel niet ge makkelijk een schip te vinden, dat ge schikt zou zijn om deze kostbare lading, welke hoofdzakelijk uit gouden en zilve ren staven bestond, te vervoeren. De keuze viel toen op de „Lutine", daar het schip nog vrij nieuw was en voor dien tijd zeer modern was toegerust. Hoe veel precies de waarde van de lading bedroeg, is niet met zekerheid uit te maken, daar bij den brand van dé Londensche beurs in 1838 ook de laatste juiste gegevens om trent de „Lutine" verloren zijn gegaan. In sommige berichten uit dien tijd wordt ge sproken van een waarde van 400.000 pd st. terwijl anderen daarentegen beweren, dat dit cijfer 900.000 pd.st. moet zijn. Ook heeft men aanwijzingen gevonden, waar in wordt gezegd, dat de som, waarvoor de „Lutine" met haar lading verzekerd was, 900.000 pd.st. bedroeg. In een officieele opgave van het jaar 1800 wordt de totale waarde van de lading van het gezonken schip geschat op ongeveer twintig millioen gulden, welk bedrag men wel als juist kan aannemen. Geen wonder dan ook, dat de komst van de „Lutine" in de haven van Hamburg door de bankiers aldaar met het grootste ongeduld werd verbreid. Zij zijn echter in hun verwachtingen teleurgesteld daar de „Lutine" en haar geheele goudla ding nimmer Hamburg heeft bereikt. Den 8sten October 1799 zeilde de „Lutine" on der bevel van kapitein Skinner uit de ha ven van Yarmouth en zette koers naar Duitschland. Reeds kort na het vertrek vanuit Yarmouth deden zich allerlei ken- teekenen voor, welke er op wezen, dat er zwaar weer op komst was. De kapitein, die terdege doordrongen was van de be langrijke taak, welke hem was opgedra gen, liet terstond alle voorzorgsmaatrege len nemen. De zeilen werden gereefd, doch toen tegen den avond de sterke West- Noord-Westen storm tot een hevige orkaan aanwakkerde, verloor men de macht over het schipde „Lutine" bevond zich ter hoogte van de WestergTonden va.n Ter schelling. Een verwoede strijd werd hier in den nacht van 9 op 10 October 1799 met de elementen gevoerd. Het roer werd aan stukken geslagen, de masten braken af en de zeilen scheurden in flarden. Huizen hoog sloegen de golven over boord en sleepten de bemanning mede in de diep te der zee. Urenlang was het fregat een speelbal der woedende elementen, totdat het wrak eindelijk op de gronden van het Vliegat te pletter werd geworpen. Van de tweehonderd en zeventig opvarenden heeft niet één de ramp overleefd. Slechts de scheepsklerk leefde nog, toen hij eenige uren later op Vlieland aanspoelde. Hij was nog slechts in staat eenige bijzonderhe den mede te deelen betreffende de la ding en het verloop van den ramp, doch stierf kort daarna wegens uitputting. Daar de „Lutine" in Nederlandsche wate ren was vergaan, verviel het wrak met de lading volgens het toenmalig recht aan den Nederlandschen staat. In 1800 werd met de berging van het vaartuig een aan vang gemaakt. Deze werkzaamheden le verden toen groote moeilijkheden op, ten eerste door de steeds sterker wordende verzanding en ten tweede doordat men sleohts over beperkte hulpmiddelen be schikte. Toch gelukte het toen nog voor ongeveer zevenhonderd duizend gulden aan goud en zilver te bergen. Moewei de officieele pogingen om het wrak te ber gen dus waren gestaakt, lieten particulie ren het hier toch niet bij. In den loop der jaren probeerden verschillenden nog iets van de kostbare lading van de „Lutine" naar boven te brengen, doch deze pogin gen hadden steeds een pover resultaat- De opperstrandvoogd van Terschelling wist in 1821 van de regeering een concessie te verkrijgen, waarbij hem werd toegetaan om met uitsluiting van ieder ander naar de overblijfselen van de „Lutine" te zoe ken. Onze regeering droeg deze concessie twee jaar later over aan de Engelsche re geering, die bet op haar beurt weer af stond aan de „Committee of Lloyds", met de bedoeling het bedrag, hetwelk men eventueel zou vinder onder de gedupeer de assuradeurs te verdeelen. In het jaar 1857 werden uitgebreide onderzoekingen gedaan naar het. wrak van de „Lutine" door ingenieur Taurel, die omtrent deze kwestie met de Lloyds te Londen een con tract had afgesloten. Genoemde ingenieur werkte vier jaar lang op Terschelling en slaagde er in voor een bedrag van bijna 530.000 gulden naar boven te brengen. Het duurde nu tot 1885 voor men weer aan de schatten der „Lutine" daoht. De bergings- pogingen, welke toen werden onderno men, hadden evenwel slechts een gering succes. In latere jaren 1893, 1903 en 1910, werden nogmaals onderzoekingen gedaan, zonder echter noemnswaardig resultaat. Ook de Delftsche studenten, die in 1923 zich met de bestudeering van het vraag stuk bezig hielden, moesten door allerlei omstandigheden hun pogingen laten va ren. Dat men de „Lutine"-schat echter nog niet vergeten heeft, bewijzen wel de pogingen, welke thans sinds eenige maan- BUITENLAND ECON. WERELDCONFERENTIE GEHEEL DE WERELD ZAL KONING GEORGES REDE H00REN. Bij opening econ, conferentie. Bij de opening van de economische we reldconferentie op 12 Juni a.s. door ko ning George, zal de geheele wereld zijn re de kunnen hooren. Het Londensche hoofd postkantoor treft maatregelen, dat door de draadlooze telefoon en telegraaf de rede direct wordt verspreid. Aan verschillende landen wordt verzocht aan dit plan deel te nemen, voor de uitvoering waarvan het groote ra diostation te Rugby, het Faraday-hoiis en de groote internationale telefooncentra de hulpmiddelen zullen vormen. Vanuit het Faradayhuis kunne alle Europeesohe hoofdsteden bereikt worden, terwijl via Rugby de rede van koning George te Syd ney, Montreal, New York, Kaapstad, Bom bay en Cairo gehoord zal kunne worden. In verschillende landen zal de rede gere- layeerd worden. Sir John Simon deelde in het Lagerhuis mede, dat de extra-kosten voor de con ferentie, omdat zij in Londen in plaats van in Genève zal worden gehouden, door de Britsche regeerng zullen worden ge dragen. Het betreft een bedrag van 18.500 pd.st. De kosten voor de werkzaamheden aan het nieuwe geologische museum, waar de conferentie zal worden ondergebracht, zullen 7500 pd.st. bedragen. Koopt bij hen, die in UW dagblad adverteeren den in het werk worden gesteld onder lei ding van den heer Becker uit Gennep. Ge noemde heer, die in September van verle den jaar voor zaken Terschelling bezocht en daar ove-r de „Lutine" hoorde spreken, vatte toen het plan ook eens onderzookin- gen naar de overblijfselen van het wrak in te stellen. De werktuigen, waarmode hij het nog bedolven goud van het schip naar boven wil brengen, heeft hij zelf uitgevon den. Op zijn aanwijzingen werd een ijze ren toren gebouwd, waarvan het onderste deel conisch is en het bovenste deel cylin- dervormig. Het conische deel van den to ren komt op den bodem der zee te rusten. Als de toren zich daar eenmaal bevindt, wordt hij leeggepompt, waarna het zand er uit wordt gezogen. De toren zal dan regelmatig zakken, d.w.z. overal tegelijk, zoodat hij nooit scheef kan staan. Men verwacht, dat het geheel ongeveer 14 me ter onder den bodem der zee en 18 meter onder den waterspiegel zal zakken. Mon rust dan op de kleilaag, waarop de Lu tine zich bevindt. Door zijn oonisohe vorm is men er van verzekerd, dat de toren ab soluut dicht is en zichzelf vast zet, daar het omringende zand een groote drukking op den wand uitoefent; men heeft bere kend, dat deze drukking ongeveer 300 at mosfeer zal bedragen. De juiste ligging van het wrak heeft men kunnen bepalen door pulsingen. De geheele omgeving rondom het wrak werd afgepulst en in kaart gebracht. Het is wel vermeldens waardig, dat men met het gebruik van den puls er in is geslaagd de juiste ligging van de „Lutine" in 11/2 dag op to spo ren, terwijl men vToeger ruim 5 jaar hier naar zonder succes heeft gezocht. In don loop der maand Juni, wanneer het weer doorgaans minder winderig is, hoopt men het bergingswerk voor goed te kunnen aanvangen. ONTWAPENING. CONCESSIES MET DUITSCHLAND. Resultaat voor 12 Juni twijfelachtig. Dat de belangsteling in de ontwape ningsconferentie herleefd is, bleek gister middag uit de volle vergaderzaal der alge- meene oommissie, seint de Geneefsche correspondent van de „Msbd." Zoowel de gedelegeerden en deskundigen alsook de journalisten en het publiek waren in groo- ten getale verschenen. Dat inderdaad ontspanning is ingetre den, bleek, meer nog uit de openbare re devoeringen, uit hetgeen men in de wan delgangen kon hooren. Van alle zijden werd geconstateerd, dat de atmosfeer is verbeterd. Intusschen ontveinst men zich natuurlijk niet dat nog tal van moeilijk heden zich zullen voordoen. De verwachtingen uit Berlijn, n.l. dat de ontwapeningsconferentie na de ver klaringen van Roosevelt en Hitier thans nog vóór de opening van de Londensche conferentie op 12 Juni zou kunnen worden aangenomen, worden hier dan ook voor een utopie gehouden. Henderson zelf, die steeds zoo optimis tisch pleegt te zijn en ook gisteren weer zijn vertrouwen in het uiteindelijk succes der conferentie niet verheelde, ging in zijn optimisme toch niet verder dan dat het voor 12 Juni zou gelukken tot een principieel acoord over. de voornaamste strijdpunten te komen. Ook indien dit dool bereikt zal worden, zal heel wat goede wil noodig zijn. Dat Henderson de conferentie goduren- de d© achttien werkdagen, die haar vóór het begin der economische wereldconfe rentie nog ter beschikking staan, met stoom zal laten werken, valt niet te be twijfelen. Ook de volgende week zal de ontwape ningsconferentie, ondanks de zitting van den volkenbondsraad, die trouwens weinig belangrijk zal worden, ongestoord door werken. Henderson gaf gisteren te kennen, dat zijn doel thans er op gericht is, hot ont- werp-conventie van Mac Donald in zijn tegenwoordige vorm aangenomen te krij- gctfi, evonwel met twee aanvullingen in den zin van Roosevelt's boodschap. De eerste aanvulling zou eon versterking van het veiligheidsgedeelte ten govolgo hebben en uit een universeel© „nimmer-ge- weld-verbintenis" in Roosevelt's zin moe ten bestaan. De tweede aanvulling zou de ontwapo- ningsbepalingon van Mae Donald's ont- werp-conventie betreffen en bestaan uit een besluit tot afschaffing van allo aan valswapenen binnen een bepaalde, vaat to stellen, periode, die desnoods langer zou kunnen zijn dan de vijf jaren, gedurende welke de eerste ontwapeningsoonventie zou gelden. De zekerheid van een af schaffen van alle aanvalswapenen zou. voor Duitschland ©en reden moeten zijn, om af te zion van don eisoh om alle wa pensoorten te mogen bezitten, die ook aan do andere staten zijn toegestaan. Hender son hoopte, dat door de<ze twee door Roo sevelt voorgestelde aanvullingen van Mae Donald's ontwerp-conventie, doze voor aJlen aannemelijk zou worden en dat alle tot dusver ingediende amendementen dan zouden kunnen worden ingetrokken. Naast deze verklaringen van Hender son, was do red© van Nadolny het moest belangrijk, vooral waar Nadolny te kennen gaf, dat de Duitscho regoering, als too- ken van haar goeden wil, beeloten heeft MacDonald's ontwerp-conventie niot lan ger slechts als grondslag van discussie, doch tevens als grondslag voor de te slui ten ontwapeningsoonventie te aanvaar den en dat de ingediende Duitsohe amen dementen van dit nieuwe standpunt getui genis zullen afleggen. Dit beteekent dus, dat Duitschland nog niet, zooals Italië en Amerika gedaan hebben, het ontwerp-conventie van Mac- Donald ongewijzigd en zonder voorbehoud wil aanvaarden, doch het beteekent toch wel, dat de ingediende amendementen be langrijk zullen gewijzigd worden, in den zin natuurlijk van tegemoetkoming. Van Duitsche zijde werd na afloop van de vergadering verklaard, dat do belang rijkste wijzigingen van Duitschland zouden bestaan, ten eerste in de aanvaarding van het hoofdstuk over de unificatie der legerinrichting, mits natuurlijk alleen maar naar de overgangsbepalingen zullen geredigeerd worden voor de vervanging van de rijks weer door een volksleger met korten diensttijd en ten tweedo in het af zien van den eisch, dat Duitschland alle wapensoorten zou mogen bezitten, die aan andere staten zullen veroorloofd zijn, mits overeenkomstig het voorstel van Roose velt het verdwijnen van alle aanvalswa penen binnen con zekere periode, bijv. binnen een tijd van vier jaren, zal komen vast te staan. Onder deze voorwaarden zal Duitsch land niet verlangen in het overgangssta dium deze aanvalswapenen ook zelf te mo gen bezitten. Dit is ongetwijfeld een zeer belangrijke concessie, die echter weder eenigszins hierdoor beperkt wordt, dat Duitschland sommige wapensoortcn, die bij hot vredes verdrag van Versailles aan Duitschland verboden werden, niet als aanvalswapenen beschouwt en voor deze wapensoorten van meer verdedigenden aard op kwalitatie ve rechtsgelijkheid zal blijven aandrin gen. DUITSCHLAND HET LANDBOUWPROBLEEM. Eerst redding van den Duitschen boer. In de groote zaal van het voormalige hoerenhuis te Berlijn begon gistermorgen het congres van do internationale land- bouwcommissie, de federatie van landbouw organisaties, onder voorzitterschap van den Franschen markies De Vogue. Na een kort openingswoord door den voorzitter hield, namens de rijksregeering de rijksminister voor landbouw, dr. Hugen- berg, de begroetingsrede. In elk land, aldus spreker, staat de land- bouwkwestie thans op den voorgrond en het verheugt de rijksregeering, dat do ver tegenwoordigers uit de verschillende lan den naar aanleiding van dit congres den Duitschen landbouw ook praktisch aan het werk zullen zien, buiten op het land. Do agrarische nood, waaronder de land bouwende bevolking lijdt, wordt veroor zaakt door de wanverhouding tusschen opbrengst en uitgaven der landbouwbedrij ven. Terwijl in Duitschland ongeveer een derde deel der arbeidende bevolking in den landbouw werkzaam is, bedraagt het aan deel van deze bevolking in het totale volksinkomen slechts ongeveer één zesdo. In andere landen is deze verhouding niot veel beter, voor oen deel zelfs slechter. Niet alleen de productiekosten moeten dalen, in het bijzonder de renten en open bare uitgaven, doch anderzijds moeten ook de prijzen verbeterd worden, natuurlijk bin nen het kader van de verminderde koop kracht der groote massa. Hiervoor is een goede marktorganisatie noodig. Hot oude principe, dat do landbouwpro ducten zoo goedkoop mogelijk moeten zijn, opdat de industrie goedkoop kan produ- cecren en exploiteeren, verwerpt de Duit sche regeering. Het is een overwonnen standpunt van de liberale leer, dat de ex port den voorrang moet hebben boven de binncnlandsche staathuishouding. Export ie ongetwijfeld voor landen met kleine ruim te en een industrieelc overbevolking drin gend noodzakelijk. Van een levensbelang is echter in de eerste plaats de instand houding van den aan den grond verbonden boerenstand en het voortbestaan der boe- ren-gozinnen, die zoowel biologisch als ziel kundig de voedingsbodem der natie zijn. Boeren en landarbeiders mogen niet slechter leven dan stedelingen en industrie arbeiders. Wie van de boeren verlangt, dat zij verkoopen tegen wereldmarktprijzen, moet hun ook anderzijds wereldmarkt- DE MATERIALEN, NOODIG VOOR DE BERGING VAN HET GOUD UIT DE „LUTINE", WERDEN EENIGE MAANDEN GELEDEN VANUIT NIJMEGEN PER BOOT NAAR TERSCHELLING OV KRGEBRACHT. HIERBOVEN ZIET MEN DEN HEER BESKERS, LEIDER DER ONDERNEMING, BEZIG MET HET GEVEN VAN AANWIJZINGEN OMTRENT HET INLADEN VAN HET MATERIAAL TE NIJMEGEN. De dramatische Octobernacht van 1799 1.200.000 POND STERLING OP DEN ZEEBODEM DE IJZEREN TOREN, MET BEHULP WAARVAN MEN HET GOUD UIT DE „LUTINE" NAAR BOVEN HOOPT TE KUNNEN BRENGEN. HET HUISJE IS ALS REGISTRATIE-KANTOOR BEDOELD, TERWIJL HET IJZEREN GE RAAMTE DE LIFTKOKER IS, WAARMEDE DE WERKLIEDEN IN DEN TOREN MOETEN AFDALEN. OOK IN 1909 IS GETRACHT DE 15 MILLIOEN IN GOUD, ZILVER, -NZ., DIE MET DE LUTINE DEN 9den OCTOBER 1799 BIJ TERSCHELLING ONDER WATER VERDWENEN ZIJN, WEER VOOR DEN DAG TE BRENGEN. WIJ GEVEN HIER EEN PHOTO VAN HET VAARTUIG, WAARMEDE TOEN GETRACHT IS DE SCHATTEN VAN DE LUTINE TE LICHTEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9