WOENSDAG 17 MEI 1933 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 GEMENGDE BERICHTEN DE ONTPLOFFINGSRAMP TE ROTTERDAM. ETHER-EXPLOSIE DE OORZAAK. Omtrent de ontploffingsramp bij de firma Brocades en Stheeman aan de Boompjes te Rotterdam kunnen we nog het volgende mededeelen. De oorzaak. In den kelder, die wordt gebruikt als opslagplaats onder de gelijkvloeisch gele gen expeditie was n.l. gisteren de 24-jarige knecht J. Tuinman bezig uit een vijftig- liter-otherfleseh vijf liter over te gieten. Toen hij de vijltig-liter-ïlesch daarna neer zette, brak deze plotseling, waarschijnlijk doordat er een barst in de flesch zat. De twintig liter ether, die nog restte, vloeide over den vloer en hoewel men nog in aller ijl de zoo vluchtige vloeistof uitstreek, ont stond vijf minuten na het breken van de flesch dè ontploffing. Dit vond vermoedelijk zijn oorzaak in het feit, dat achter in den kolder een' kachel stond, welke gebrand had. Vermoedelijk was er nog vuur in aanwezig, zoodat de etherdamp daarmede in aanraking is geko men, hetgeen de explosie ten gevolge had. De zes menschen, die zioh in den kelder bevonden, werden uiteen geslingerd; er ontstond een geweldige rook en de kelder stond in weinige seconden in vlammen. Met brandende kleeren wisten de meh- schen een heenkomen te zoeken, naar de expeditie. Tot overmaat van ramp stond den vluch tenden een fietsenrek met fietsen in den weg; verscheidenen van hen zijn daarover gestruikeld en daarbij liepen zij verwon dingen op. Zij renden de straat op, gevolgd door hen, die in de expeditie werkzaam waren; ook zij kwamen niet vrij van brandwonden. Vreeselijke verwoesting. De zware deuren, die de expeditie af sloten, waren door de explosie weggerukt en naar den overkant van de straat tegen het metselwerk van den oprit van de Wil lemsbrug geslingerd. Juist passeerde op dat oogenblik een personenauto. De deur vloog rakelings langs den wagen en de bestuurder voelde zijn auto trillen tengevolge van de lucht stroom der ontploffing. De man stopte onmiddellijk; hij zag rond om hem brandende menschen kermend op straat liggen. Onmiddellijk heeft hij drie gowonden meegenomen naar het zieken huis aan den Coolsingel. Inmiddels waren omstanders toegesneld. De geneeskundige dienst was gewaarschuwd en men heeft zoo spoedig mogelijk en zoo afdoend mogelijk hulp verleend. Onmiddellijk in brand. Vrijwel onmiddellijk na de ontploffing stond hot geheele pand in liohte laaie en de menschen, die er werkten, zochten een goed heenkomen, langs trappen en dakgoo- ten, zelfs sprongen er uit de ramen aan de zijde van de Scheepmakershaven, waar ze door schippers werden gered. Er ontstond mede ten gevolge van het feit, dat de uitgangen in het uitgebreide gebouw niet voldoende waren een pa niekstemming; men liep elkander onder den voet. Daardoor werden verscheidene menschen gewond. Ontroerende tooneelen speelden zich af voor het brandende pand, dat met zijn fel uitslaande vlammen en zijn zware loodgrij ze rookwolken een fantastisch en en angst- wekkenden aanblik bood. Familieleden kwamen doodelijk ongerust informeeren, naar het lot van hun verwanten, die in het gebouw werkzaam waren geweest; doch het was in de verwarring van deze eerste verschrikkelijke oogenblikken veelal niet mogelijk om onmiddellijk .inlichtingen te geven. Een man kwam hevig opgewonden vragen waar zijn' broer was, die in den kelder werkte. Niemand had den jongen gezien en een oogenblik rees de vrees, dat hij niet had kunnen vluohten en een afgrij selijken dood in de ziedende vuurzee ge vonden had. Doch na een half uur van angstig zoeken vond men den jongen ein delijk te midden van een groepje van het kantoorpersoneel; hij bleek tot de licht gewonden te behooren. Hoewel de brandweer omstreeks halfeen de brand meester was, heeft zij toch uog vele uren moeten werken alvorens het sta dium der nablussching was ingetreden. Nieuwe explosies, toen de brand nauwelijks was bedwongen. Om 2.12 uur haddon opnieuw tweo ont ploffingen aan de achterzijde van het pand plaats gehad, eveneens op de benedenver dieping. Twee brandweerlieden, die op een platje stonden, kregen glasscherven tegen zich aan, doch werden gelukkig niet ge wond. Zij moesten echter de vlucht nemen en de omgeving moest eenigen tijd wor den afgezet. De vlammen sloegen weer fel naar buiten en ook op de derdo verdie ping begon het opnieuw te branden. Na twintig minuten blussohen had men dezen brand echter weer bedwongen. Den geheelen middag werd nog met twee motorspuiten gewerkt, die met acht stra len water gaven. Voorts waren de drie drij vende spuiten aan de achterzijde aan het blusschen, terwijl men zich ook bediende van handstraJen. Tegen halfvijf klonken aan de achterzijde van het pand tweemaal achtereen korte, folie knallen van nieuwe explosies, vermoe delijk veroorzaakt door het springen van flesschen met ohemikaliën. Het pand is geheel verwoest; slechts de muren staan nog overeind; daarbinnen is het een vreeselijke chaos. De schade loopt ver in de tonnen, doch wordt door verze kering gedekt. De inventaris en de voor raden waren voor 300.000 bij de Rotter- damsche Beurs op beurspolis verzekerd. Dit is reeds do tweede maal, dat de on derneming door brand geteisterd wordt. In 1904 brandde op dezelfde plaats aan de Boompjes een groot gebouw af. Het werd in 1905 opgetrokken, een groot gebouw, dat eveneens diende tot opslagplaats van een chemikaliënhandel der firma Brocades en S theeman. De lijst der gewonden. Toen gisteren de rapporten rustig waren opgemaakt, bleken in het ziekenhuis aan den Uoolsingel elf patiënten in totaal te zijn opgenomen, waarvan er vier de heeren J. L. de Jong, P. D. L. Romeyn, P. Zwank uit IJsselmonde en Tinman in zeer zorgwekkenden toestand verkeeren. Voor deze elf patiënten heeft men een aparte zaal in het ziekenhuis aan den Cool singel ingericht, waar ze, allen lijdende aan brandwonden, worden verpleegd. Behalve deze gewonden zijn er nog der tien menschen met min of meer zware kwetsuren in het ziekenhuis aan den Cool singel geholpen, waarna ze naar huis kon den terugkeeren. De officieele lijst van de opgenomen pa tiënten luidt thans: E. Schmidt, G. C. J. Sneep, N. Willemse, J. M. van Houten, P. A. A. Kegels, G. van Klooster en J. L. van Woensdregt, benevens de vier reeds ge noemde menschen. In de lijst van de licht gewonden is geen verandering gekomen. Gisteravond was de toestand der gowon den bevredigend. De verwoesting in 't Maas hotel. De ontploffing heeft behalve in het chc- micaliënpand ook 'n desatrueuse ramp aan gericht in het Maashotel. Een verslaggever van de „Msb." had daarover een onderhoud met den direc teur van het hotel, den heer R. Keppler. Juist om elf uur stond hij met den por tier in de hal van het gebouw, toen een geweldige knal gehoord werd. Ik dacht aldus de directeur, dat het heele hotel als een lawine op mij zou neerkomen. Ik ben jaren lang in den oorlog geweest, doch maar zelden maakte ik dergelijke ontploffing mee. Het heele personeel, dat natuurlijk ook uitermate was geschrokken, rende op alle gangen en kamers door elkaar om ergens een uitweg te vinden. Daartegenover moest met later drie diensters verwijderen die met alle geweld bij hun have en goed wil den blijven. De hotelklok in den gang wa« om twee minuten over elf blijven staan. In het hotel vertoefden momenteel een 20-tal gasten voornamelijk Engelsohen en Amerikanen, benovens enkele vaste hotel bewoners. Zij, die in het gebouw waren, hebben nog gepoogd hun goederen te red den. Zoo ontmoetten we langs de trappen vol slangen en neerkomende watermassa's den heer F. Koolhoven en enkele officieren bepakt en beladen. Het hotelbedrijf zelf is volgens den direc teur geruïneerd. Al herhaalde malen had hij ook tegen een dergelijk gevaarlijk be drijf naast zich gewaarsohuwd. De verwoesting is dan ook wel radicaal. De Oostelijke zijde heeft het ergst ge leden. Er liggen daar vier hoog verschil lende kamers en dienstvertrekkon. Er is vrijwel geen ruit van de tallooze reeks \ensters heel gebleven. De ramen zelf wer den uit hun voegen gerukt. De inhoud der kamers was een groote wanorde van tafels, stoelen, oanapé's, bedden, spiegels, buffet ten. Dat alles overdekt en bezaaid met dui zenden glasscherven en meestal doornat van de ontzettende watermassa, die met een 7-tal slangen via het hotel op het bran dende pand werd geworpen. Kamers stonden blank, van het trappen huis met tapijten rolde Het water naar bo neden, de gang, die het hotel in tweeën deelt lag vol slangen. Het was in het geheel een ruïneuze Merkwaardig was, dat in den voorvleu gel om half één heel kalm de lunch werd geserveerd. HET TRAGISCH AUTO-ONGEVAL TE ROTTERDAM. c Nog actueele bijzonderheden. Omtrent het vreeselijk ongeluk, dat zich Maandagavond aan de Koningshaven to Rotterdam heeft afgespeeld, vernemen we nog de volgende bijzonderhoden. Drie jongelui op zoek naar hun ouders. Tijdens de mislukte reddingspogingen verscheen op de Koninginnebrug een auto, waarin drie jongelui, een jong meis je met haar verloofde en broer, zaten. Zij waren uit Dordrecht gekomen, om dat hun ouders met de auto naar Rotter dam waren gegaan en niet terug waren gekomen. Omstreeks half vier waren de jongelui op de Koninginnebrug gekomen en omdat zij daar een groot aantal men schen zagen staan, vroegen zo, wat er ge beurd was. Omstanders lichtten hen in voor zoover er inlichingen konden worden gegeven. Op het politiebureau aan de Nassau- kade zijn de totaal verslagen jongelui door den wachthebbenden inspecteur ver der op do hoogte gebracht, maar ook daar kon men hun geen enkele positieve medc- deeling doen. De jonge menschen spraken van oen blauwe, tamelijk hoogo auto en het ecnige, wat hun kon worden medege deeld was, dat een der ooggetuigen over een blauwe auto had gesproken. Het jonge meisje was uit den aard der zaak zoo overstuur, dat zij eenigen tijd in het politiebureau moest blijven. Nadat zij weer een weinig was opgeknapt, is het drietal, met de hoop, dat hun familie voor de brue had moeten wachten en ten slotte maar in een hotel was gaan logee- ren, weer naar Dordrecht teruggekeerd. Het lijk van de vermiste vrouw. Gistermorgen heeft een schipper onder de gemeente Vlaardingen in den Nieuwen Waterweg het lijk opgehaald van een vrouw. Men nam met groote waarschijn lijkheid aan, dat men hier te doen had met het stoffelijk overschot van mevr. .T. SchepersRittel, die bij het ongeluk bij de Koninginnebrug om het leven was ge komen. Inderdaad werd het stoffelijk overschot door de familie herkend. UIT DE RADIOWERELD Programma'» voor Donderdag 18 Mei. Huizen, 1875 M. 8-009.15 en 10.00 Gramofoonpl. 10.15 Morgendienst o. 1. v. ds. Vermaal. 10.45 Gramofoonpl. 11.30 God-sd. halfuur. 12.15 Orkestconoert en Gramofoonpl. 2.00 Ilandwerkcuraus. 3.003.30 Gramofoonpl. 4.00 Bijbellezing door ds. Y. K. Vellonga m. m. v. me;-, C. do Jager (zang) en Fr. Gor ter (orgel). 6.00 Vioolreoital A. Grootegoed. A. d. vleugel: E. Groote«goed. 5.45 Cursus handenarbeid v. d. jeugd. 6.45 Knipoursus. 7.15 Nedè Chr. Persbureau. 7.30 Jiurn. Weekoverzicht door C. A. Crayó. 6.00 Gramofoonpl. 8.15 NCRV-Strijk/orkost o. 1. v. P. v. d. Hurk. 9.00 Dr. G. Roijer: Allopathie. 9.30 Ver>olg concert m. m. v. het NCRV- Orgol. 10.20 Vaz Dias. Hierna vervolg conceit. 11.0011.30 Graniofoonmuziek. Hilversum, 296 M. AVRO-Uitzending. 8.00 Gramofoonpl. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonpl. 10.30 Kamermuziek door hot Hofstad- kwartet. 11.00 Knipcursus Kinderkleeding. 11.30 Vervolg Kamermuziek. 12.00 Omroeporkest o. L v. N. Treep. 1.00 Goodwill-Day-Viering. I.202.15 Vervolg ooncert. 2.30 Viool-recital door Boris Lensky. Aan den vleugel: Egb. Veen. 3.00 Naaicursus. 3.45 Gramofoonpl. 4.00 Voor zieken en ouden-van-dagen. 4.30 Zang door Henr. v. Brcemen. A. d. vleugel: E. Niehorstcr. 5.00 Voor grootere kinderen. 5.30 Omroeporkest o. 1. v. N. Treep. 6.30 Sportpraatje H. Hollander. 7.00 Vervolg concert. 7.30 E. B. W. Schuitema: De sociale funo- tie v. d. reclame. 8.00 Vaz Dias. 8.06 H. Ch. G. J. v. d. Mandere: Volken- bondaprcblemen op dit oogenblik. 8.20 Uit de Buurkerk te Utreoht: „Re quiem" van Gabr. Fauré. M. m. v. To v. d. Sluys (sopraan), B. Verhoeven (bariton), Chr. Orat. Vereen, te Utrecht, Utr. Stel. orkest, B. Verhoeven (orgel). Leiding: An- thon v. d. Horst. 0.15 „Do spooktrein", hoorspel van Thoo Frenkel. 10.00 Kovaos Lajo» en zijn orkest.- Re freinzang: Bob Scholto. II.00 Vaz Dias. 11.1012.00 Vervolg Kovacs Lajos. Da ven try. 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, Berichten. 11.05—11.20 Lezing. 12.20 Orgelspel R. Foort. 1.05 Paramount Astoria-orkest o. 1. v. An- ton. 1.50 Coventry Hippodromo-Orkest o. 1. v. Shadwell. 2.20 Voor de scholen. Een open brug zonder be hoorlijke afsluiting. Het is nu al do derde keer, dat een bestuurder van een auto door do stopsig nalen van de Koninginnebrug rijdt. Don eersten keer was do bestuurder het is al weer conige maanden goleden zoo verdiept in een politiek gesprek, dat hij de inbeweging zijnde klep van de brug opreed en wonder boven wonder aan de andere zijde, zij het met een gcduchton smak, op het brugdek terecht kwam. Dc tweede, die door dc signalon reed, word nog juist bijtijds door een brugwachter tegengehouden. Deze dcido heer heeft wel een zeer noodlottigen afloop gehad. Hoo het ook zij, er mag wel worden ge zegd, dat het alarmsignaal voor de auto- 3.20 Vesper. 4.10 Duitecho lee voor de scholen. 4.25 F.milio Colombo's orkest. 5.05 Northern 8tudio-orkest. 5.35 Kinderuur. 6.50 Brahms liederen. 7.10 Spaansohc causerie. 7.40 en 7.50 Lozingen. 8.20 „The Bottlo Imp" van R. L. Steven son, door J. MecGregor bewerkt-. 9.55 Concert. Ülga Haley (mezzo-sopraan) en B. Harrison (cello). 10.50 Korte Dionst. 11.06—12.20 BBC-Dansorkost o. 1. v. Hen ry Hall. ..R a d i o-P a r i 1724 M 8.06 Gramofoonpl. 12.50 Orkest-concert. 6.50 Gramofoonpl. 7.40 Orkostoonocrt. 8.20 Radio-toonccl. 10.20 Gramofoonpl. K alundbor*. 1153 M. 12.202.20 Oonoerb uit rest. „Wivex". 3.205.20 Omrooporkost m. m. v. solisten o. 1. v. Gröndaihl. 8.20 Finsche muziek d. h. Omrooporkost o. I. v. dr. Tcivo Haapanon. 10.10 Gramofoonpl. 10.45 Ccllo-ductben. 11.1512.50 Dansmuziek uit „Arena". Langenberg. 473 M. 7.30 GramofoonpL 12.20 Concert. I.20 Concert o. 1. r. Eysoldt m. m. v. so listen. 2.50 Gramofqonpl. 4.50 Concort (sopraan, piano, vleugel). 8.50 Wera«g-orkeat o. 1. v. Buschköttor m. m. v. E. Fischer (piano). 10.5012.20 Concert o. 1. v. Eysoldt. Rome, 441 M. 9.05 Gevarieerd ocnccrb en dansmuziek. II.15 Boriohtcn. Brussel 508 en 338 M. 333 M.: 12.20 Gramofoonpl. 1.30 Omrocpkloinorkost o. 1. v. Leeman», 6.20 Omroeporkest in. m. v. tenor. 6.50 OmroepkloinorkoBt o. 1. v. Loemans met m. v. tenor. 8.20 „Do H. Elizabeth", oratorium van J. Haa*. Dirigent: Th. Eemans. 10.65 Gramofoonpl. 608 M.: 12.20 Omroepkleinorkost o. 1. v. Leemans. I.30 Gramofoonpl. 5.20 en 6.35 Dito. 8.20 Symphonieconoert o. 1. v. Meulemans. Wagncr-Ma-ssonct-Programma. 10.30 Gramofo. .nmuziok. Z e e s e n, 1635 M. 8.20 Orkestconcort unit Stuutgart o. 1. v. O. Soyfert. 9.10 Do Landbouw-Leidore sprekon. 9.35 „Deutsche in aJler Welt", uitzending voor DuiUchors in hot Buitenland o. 1. v. A. G. Riohter. 10.30 en 11.05 Boriohton. II.2012.20 Zie Langenberg. Gemeentelijk Radio-Distributiebedrijf te Leiden. Donderdag 18 Mei (3c Programma). 8.0014.20 Langenberg. 14.20—16.90 North Reg. 15.2017.20 Davontry. 17.20—20.00 Brussel (VI.). 20.0023.00 Luxomburg. bestuurders bij deze brug onvoldwoendo is. Wanneer een bestuurder, komende van de Van der Takstraat nadert, ziet hij oen groot aantal seinlampen en lichtbakken met opschriften in roodo letters zooals stoppen bij open brug". Het woord „Stop" op do brug is geplaatst op do groote boog, die de beide segmenten, waarmee de brug wordt opgedraaid, ver bindt. Over de lengte van deze boog staan op gelijke afstanden vier groote lampen, die ieder een letter van het woord stop be vatten. Zoodra rlo brug. opengaat begin nen do lampen te branden en wordt hot waarschuwend woord zichtbaar. Dat is echter het ecnige, afsluithekken z i.iu slechts geplaatst bij de voetpaden. feuilleton. DE BEKER VAN KONINGIN ELIZABETH Naar het Engelsch van FERGUS HUME. (Nadruk verboden). 31) Het was, zooals ze zei. Aan den arm band hingen drie dunne, gouden kettink jes; aan twee er van hing een turkoois, aan het derde mankeerde dc steen. „Hoe hebt u hem verloren vroeg Fanshaw, terwijl hij zieh met kloppend hart voorover boog, want als de gouver nante haar verlies zoo rustig bekende, was het niet waarschijnlijk, dat ze iets van de misdaad wist. Anders zou ze toch wel een middel hebben gezocht om het zoekraken van den steen verborgen te doen blijven, overwoog hij snel. „Dat weet ik werkelijk niet. Hij moet er op do een of andere manier afgevallen ziin de st'eenen ziten tamelijk los. Ik wil de. dat ik er maar een andere voor in de plaats kon krijeen ik vind het vervelend om het kind den armband geschonden te rug te geven." „Misschien kan ik u wel een turkoois bezorgen", zei Fanshaw met voorgewende luchthartigheid. „Tk eeloof, dat ik er een paar heb met diezelfde gouden Arabische letterteekens. Wanneer merkte u, dat u den steen kwijt was, juffrouw Baxter?" „Julia maakte mij er opmerkzaam op, toen ik haar en Julius weghaalde van Tollhurst's huisje op den morgen na den moord." „O", kwam het over de lippen van den jonker en hij leunde met een voldane uit drukking op het gezicht achterover in zijn stoel. Enkele oogenblikken zei hij niets, terwijl Anita, die blijkbaar weinig lust tot praten had, weer in het vuur staarde. Hij was er nu zeker van, dat juffrouw Bax ter persoonlijk niets te maken had met het verdwijnen van den beker of met den moord, daar ze niet alleen met absolute onbevangenheid over het verlies van den turkoois sprak, maar ook den ochtend na het plegen van het misdrijf zonder de min ste aarzeling als den tijd opgaf, dat zc de vermissing bemerkt had. Toch zptte hij zijn ondervraging voort, nieuwsgierig als hij nog steeds was, waarom ze er zoo be drukt uitzag en zoo stil was. Behoedzaam trachtte hij haar aan het spreken te krijgen. „Tk vermoed, dat deze moord het on heil is, dat u voorvoelde, toen we samen uit de kerk kwamen, net vóór rle ruzie fcus- schen mi:n neef Richard en Thomas. Weet u nog wel?" waagde bij. „Ja", antwoordde Anita, een zijdeling- schen blik op hem werpend om daarna weer in het vuur te staren; „we zijn nu midden in dikke zwarte wolken. Ik voel ze aan alle kanten, merkt u er niets van?" „Neen", verklaarde de jongeman, naar waarheid. „Ik heb geen Schotseh bloed in mijn aderen, zooals u en mis dus het zin tuig voor dergelijke bovennatuurlijke waar nemingen, dat vele Schotten bezitten, zooals men zegt. Het eenige, dat ik u zeg gen kan, is dat. u w leed m ij n leed is." Wéér liet Anita haar oogen even op zijn ernstig gelaat rusten en haar eigen gezicht vorried een emotie, die ze slechts met moeite kon beheerachen. „Maar zegt u mij", vervolgde Lionel, na een nieuw moment van stilte, „ziet u geen gouden schijnsel in die dichte duisternis „Neen", klonk het met een diepen zucht, „alles is pikzwart, dreigend." „Dan moet er een rozig licht door het donker gaan schijnen." „Waarom „Omdat het de kleur van de liefde is." „Van dc liefde, meneer Fanshaw?" ..AnitaZacht nam hij haar hand en glipte van zijn stoel om het lage bankje naast haar. „Je wéét het immers....!" „Meneer Fanshaw"', stamelde het meis je, ,ik begrijp heusch niet „Jawel, Anitn, je begrijpt het wel. Al wekenlang heb ik mijn gevoelens niet kun nen verbergen. Je moet het weten. Kijk mij recht in de oogen en ontken dan, dat je het weet Anita trachtte zijn blik uitdagend te ont moeten1, maar wat ze in zijn oogen zag, ont roerde haar tot in het diepst van haar ziel en ze bedekte haar gezicht met de han den. „Het is onmogelijk, onmogelijk „Dat dacht ik ook, totdat ik jou zag", zei Fanshaw zacht. „W a t dacht u vroeg Anita met ver stikte stem. „Dat liefde op het eerste gezicht onmo gelijk was. Dat bedoelde je toch ook niet?" „Neen', zei ze met trillende stem, „ik, bedoel, dat liefde tusschen ons onmoge lijk is." De jonker lachte. „Nonsens", weerde hij af, op <jlen genisten toon van een man, die do eerste weigering van een meisje als haar definitief antwoord beschouwt. „De stem van mijn hart zegt mij, dat wij voor elkander bestemd zijn, en even ze ker, dat ik dat weet, weet ik ook, dat jij voor mij hetzelfde moot voelen als ik voor jou. Is het niet zoo, liefste?" „Ik mag u heel graag", bekende Anita fluisterend. „Je houdt van me, bedoel je. Dat kun je toch niet ontkennen „Ik.... o, rreen, och, het is allemaal onzin. Als ik nu eens „neen" zeg?" Echter vrouw, als ze was, was Anita een beetje geprikkeld door zijn triomfan telijke zelfverzekerdheid. „U neemt maar bij voorbaat als vaststaand aan, dat ik uw gevoelens beantwoord", riep ze weer barstig. „Ik noem als vaststaand aan, dat ik jo zal helpen en met je trouwen." „Mij helpen?", herhaalde het meisje verschrikt. „Waarmee?" „Dat weet ik op het moment nog niet precies. Ik zou zeggen in de moeilijkheden die je op het oogenblik hebt." „Hoe weet u, dat ik moeilijkheden heb?" protesteerde ze. „Je zei immers, dat er overal om je heen donkere wolken waren 1" „Ik sprak in het algemeen.'' „Toch komt het me voor, dat die som bere opmerking van daarnet ook wel op je eigen omstandigheden betrekking heeft", hield Fanshaw vol, „Waarom zie je or an ders zoo betrokken en bleek uit?" „Mijn vader gaat naar Guatainala", dcedo Anita aarzelend mede. „O," mompelde dc jonker en zweeg. „Gelooft u me niet vroeg ze geprik keld. „Zeker wol. Je houdt van je vader en het doet je verdriet, dat hij weggaat. Dat is heel natuurlijk. Nu, sta mij dan toe, je dan als echtgenoot het verlies van je va der te vergoeden. Ik bon toch altijd beter dan niets." Anita beet zich op de lippen. Ze keek naar zijn knap gezicht, dat een volmoakt- ernstige uitdrukking had en desondanks vroeg ze zich af, of hij werkelijk meende, wat hij zei en of hij er geen vermoeden van had, dat er tussc-hen haar vader en haarzelf geen spoor van genegenheid be stond. „Meneer Fanshaw",.begon zc ein delijk. „Noem mij Lionel," „Daar heb ik geen recht toe." „Dat recht geef ik je bij dezen." Anita stond plotseling op en voordat hij voorbeeld kon volgen, was ze bij de deur en had die geopend. „Ik zal u meneer Fanshaw noemen, totdat...." „Tot wanneer?" Hij sprong op en kwam haastig naar haar toe. „Totdat ik u kan vertellen, wat mij be zwaart," antwoordde ze met een lage, be- vendc stem. „Dus je geeft toe, dat je moeilijkheden hebt V' „Oriep zc, als in pijn en een huive ring ging door haar heen. Hij begreep haar onmiddellijk. „Ik zal wachten. Wanneer zul je mij alles vertel len „Over drie dagen", beloofde Anita. Toen gleed zc dc kamer uit. 't \o 5 sd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9