WOENSDAG 17 MEI 1933
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
GEMENGDE BERICHTEN
DE ONTPLOFFINGSRAMP
TE ROTTERDAM.
ETHER-EXPLOSIE DE OORZAAK.
Omtrent de ontploffingsramp bij de firma
Brocades en Stheeman aan de Boompjes
te Rotterdam kunnen we nog het volgende
mededeelen.
De oorzaak.
In den kelder, die wordt gebruikt als
opslagplaats onder de gelijkvloeisch gele
gen expeditie was n.l. gisteren de 24-jarige
knecht J. Tuinman bezig uit een vijftig-
liter-otherfleseh vijf liter over te gieten.
Toen hij de vijltig-liter-ïlesch daarna neer
zette, brak deze plotseling, waarschijnlijk
doordat er een barst in de flesch zat. De
twintig liter ether, die nog restte, vloeide
over den vloer en hoewel men nog in aller
ijl de zoo vluchtige vloeistof uitstreek, ont
stond vijf minuten na het breken van de
flesch dè ontploffing.
Dit vond vermoedelijk zijn oorzaak in het
feit, dat achter in den kolder een' kachel
stond, welke gebrand had. Vermoedelijk
was er nog vuur in aanwezig, zoodat de
etherdamp daarmede in aanraking is geko
men, hetgeen de explosie ten gevolge had.
De zes menschen, die zioh in den kelder
bevonden, werden uiteen geslingerd; er
ontstond een geweldige rook en de kelder
stond in weinige seconden in vlammen.
Met brandende kleeren wisten de meh-
schen een heenkomen te zoeken, naar de
expeditie.
Tot overmaat van ramp stond den vluch
tenden een fietsenrek met fietsen in den
weg; verscheidenen van hen zijn daarover
gestruikeld en daarbij liepen zij verwon
dingen op.
Zij renden de straat op, gevolgd door
hen, die in de expeditie werkzaam waren;
ook zij kwamen niet vrij van brandwonden.
Vreeselijke verwoesting.
De zware deuren, die de expeditie af
sloten, waren door de explosie weggerukt
en naar den overkant van de straat tegen
het metselwerk van den oprit van de Wil
lemsbrug geslingerd.
Juist passeerde op dat oogenblik een
personenauto. De deur vloog rakelings
langs den wagen en de bestuurder voelde
zijn auto trillen tengevolge van de lucht
stroom der ontploffing.
De man stopte onmiddellijk; hij zag rond
om hem brandende menschen kermend op
straat liggen. Onmiddellijk heeft hij drie
gowonden meegenomen naar het zieken
huis aan den Coolsingel.
Inmiddels waren omstanders toegesneld.
De geneeskundige dienst was gewaarschuwd
en men heeft zoo spoedig mogelijk en zoo
afdoend mogelijk hulp verleend.
Onmiddellijk in brand.
Vrijwel onmiddellijk na de ontploffing
stond hot geheele pand in liohte laaie en
de menschen, die er werkten, zochten een
goed heenkomen, langs trappen en dakgoo-
ten, zelfs sprongen er uit de ramen aan de
zijde van de Scheepmakershaven, waar ze
door schippers werden gered.
Er ontstond mede ten gevolge van het
feit, dat de uitgangen in het uitgebreide
gebouw niet voldoende waren een pa
niekstemming; men liep elkander onder
den voet. Daardoor werden verscheidene
menschen gewond.
Ontroerende tooneelen speelden zich af
voor het brandende pand, dat met zijn fel
uitslaande vlammen en zijn zware loodgrij
ze rookwolken een fantastisch en en angst-
wekkenden aanblik bood. Familieleden
kwamen doodelijk ongerust informeeren,
naar het lot van hun verwanten, die in het
gebouw werkzaam waren geweest; doch
het was in de verwarring van deze eerste
verschrikkelijke oogenblikken veelal niet
mogelijk om onmiddellijk .inlichtingen te
geven. Een man kwam hevig opgewonden
vragen waar zijn' broer was, die in den
kelder werkte. Niemand had den jongen
gezien en een oogenblik rees de vrees, dat
hij niet had kunnen vluohten en een afgrij
selijken dood in de ziedende vuurzee ge
vonden had. Doch na een half uur van
angstig zoeken vond men den jongen ein
delijk te midden van een groepje van het
kantoorpersoneel; hij bleek tot de licht
gewonden te behooren.
Hoewel de brandweer omstreeks halfeen
de brand meester was, heeft zij toch uog
vele uren moeten werken alvorens het sta
dium der nablussching was ingetreden.
Nieuwe explosies, toen de brand
nauwelijks was bedwongen.
Om 2.12 uur haddon opnieuw tweo ont
ploffingen aan de achterzijde van het pand
plaats gehad, eveneens op de benedenver
dieping. Twee brandweerlieden, die op een
platje stonden, kregen glasscherven tegen
zich aan, doch werden gelukkig niet ge
wond. Zij moesten echter de vlucht nemen
en de omgeving moest eenigen tijd wor
den afgezet. De vlammen sloegen weer fel
naar buiten en ook op de derdo verdie
ping begon het opnieuw te branden. Na
twintig minuten blussohen had men dezen
brand echter weer bedwongen.
Den geheelen middag werd nog met twee
motorspuiten gewerkt, die met acht stra
len water gaven. Voorts waren de drie drij
vende spuiten aan de achterzijde aan het
blusschen, terwijl men zich ook bediende
van handstraJen.
Tegen halfvijf klonken aan de achterzijde
van het pand tweemaal achtereen korte,
folie knallen van nieuwe explosies, vermoe
delijk veroorzaakt door het springen van
flesschen met ohemikaliën.
Het pand is geheel verwoest; slechts de
muren staan nog overeind; daarbinnen is
het een vreeselijke chaos. De schade loopt
ver in de tonnen, doch wordt door verze
kering gedekt. De inventaris en de voor
raden waren voor 300.000 bij de Rotter-
damsche Beurs op beurspolis verzekerd.
Dit is reeds do tweede maal, dat de on
derneming door brand geteisterd wordt. In
1904 brandde op dezelfde plaats aan de
Boompjes een groot gebouw af. Het werd
in 1905 opgetrokken, een groot gebouw, dat
eveneens diende tot opslagplaats van een
chemikaliënhandel der firma Brocades en
S theeman.
De lijst der gewonden.
Toen gisteren de rapporten rustig waren
opgemaakt, bleken in het ziekenhuis aan
den Uoolsingel elf patiënten in totaal te
zijn opgenomen, waarvan er vier de
heeren J. L. de Jong, P. D. L. Romeyn, P.
Zwank uit IJsselmonde en Tinman in
zeer zorgwekkenden toestand verkeeren.
Voor deze elf patiënten heeft men een
aparte zaal in het ziekenhuis aan den Cool
singel ingericht, waar ze, allen lijdende aan
brandwonden, worden verpleegd.
Behalve deze gewonden zijn er nog der
tien menschen met min of meer zware
kwetsuren in het ziekenhuis aan den Cool
singel geholpen, waarna ze naar huis kon
den terugkeeren.
De officieele lijst van de opgenomen pa
tiënten luidt thans: E. Schmidt, G. C. J.
Sneep, N. Willemse, J. M. van Houten, P.
A. A. Kegels, G. van Klooster en J. L. van
Woensdregt, benevens de vier reeds ge
noemde menschen. In de lijst van de licht
gewonden is geen verandering gekomen.
Gisteravond was de toestand der gowon
den bevredigend.
De verwoesting in 't Maas
hotel.
De ontploffing heeft behalve in het chc-
micaliënpand ook 'n desatrueuse ramp aan
gericht in het Maashotel.
Een verslaggever van de „Msb." had
daarover een onderhoud met den direc
teur van het hotel, den heer R. Keppler.
Juist om elf uur stond hij met den por
tier in de hal van het gebouw, toen een
geweldige knal gehoord werd. Ik dacht
aldus de directeur, dat het heele hotel als
een lawine op mij zou neerkomen. Ik ben
jaren lang in den oorlog geweest, doch maar
zelden maakte ik dergelijke ontploffing
mee.
Het heele personeel, dat natuurlijk ook
uitermate was geschrokken, rende op alle
gangen en kamers door elkaar om ergens
een uitweg te vinden. Daartegenover moest
met later drie diensters verwijderen die
met alle geweld bij hun have en goed wil
den blijven.
De hotelklok in den gang wa« om twee
minuten over elf blijven staan.
In het hotel vertoefden momenteel een
20-tal gasten voornamelijk Engelsohen en
Amerikanen, benovens enkele vaste hotel
bewoners. Zij, die in het gebouw waren,
hebben nog gepoogd hun goederen te red
den. Zoo ontmoetten we langs de trappen
vol slangen en neerkomende watermassa's
den heer F. Koolhoven en enkele officieren
bepakt en beladen.
Het hotelbedrijf zelf is volgens den direc
teur geruïneerd. Al herhaalde malen had
hij ook tegen een dergelijk gevaarlijk be
drijf naast zich gewaarsohuwd.
De verwoesting is dan ook wel radicaal.
De Oostelijke zijde heeft het ergst ge
leden. Er liggen daar vier hoog verschil
lende kamers en dienstvertrekkon. Er is
vrijwel geen ruit van de tallooze reeks
\ensters heel gebleven. De ramen zelf wer
den uit hun voegen gerukt. De inhoud der
kamers was een groote wanorde van tafels,
stoelen, oanapé's, bedden, spiegels, buffet
ten. Dat alles overdekt en bezaaid met dui
zenden glasscherven en meestal doornat
van de ontzettende watermassa, die met
een 7-tal slangen via het hotel op het bran
dende pand werd geworpen.
Kamers stonden blank, van het trappen
huis met tapijten rolde Het water naar bo
neden, de gang, die het hotel in tweeën
deelt lag vol slangen.
Het was in het geheel een ruïneuze
Merkwaardig was, dat in den voorvleu
gel om half één heel kalm de lunch werd
geserveerd.
HET TRAGISCH AUTO-ONGEVAL
TE ROTTERDAM. c
Nog actueele bijzonderheden.
Omtrent het vreeselijk ongeluk, dat zich
Maandagavond aan de Koningshaven to
Rotterdam heeft afgespeeld, vernemen
we nog de volgende bijzonderhoden.
Drie jongelui op zoek naar
hun ouders.
Tijdens de mislukte reddingspogingen
verscheen op de Koninginnebrug een
auto, waarin drie jongelui, een jong meis
je met haar verloofde en broer, zaten.
Zij waren uit Dordrecht gekomen, om
dat hun ouders met de auto naar Rotter
dam waren gegaan en niet terug waren
gekomen. Omstreeks half vier waren de
jongelui op de Koninginnebrug gekomen
en omdat zij daar een groot aantal men
schen zagen staan, vroegen zo, wat er ge
beurd was. Omstanders lichtten hen in
voor zoover er inlichingen konden worden
gegeven.
Op het politiebureau aan de Nassau-
kade zijn de totaal verslagen jongelui
door den wachthebbenden inspecteur ver
der op do hoogte gebracht, maar ook daar
kon men hun geen enkele positieve medc-
deeling doen. De jonge menschen spraken
van oen blauwe, tamelijk hoogo auto en
het ecnige, wat hun kon worden medege
deeld was, dat een der ooggetuigen over
een blauwe auto had gesproken.
Het jonge meisje was uit den aard der
zaak zoo overstuur, dat zij eenigen tijd in
het politiebureau moest blijven. Nadat
zij weer een weinig was opgeknapt, is het
drietal, met de hoop, dat hun familie
voor de brue had moeten wachten en ten
slotte maar in een hotel was gaan logee-
ren, weer naar Dordrecht teruggekeerd.
Het lijk van de vermiste
vrouw.
Gistermorgen heeft een schipper onder
de gemeente Vlaardingen in den Nieuwen
Waterweg het lijk opgehaald van een
vrouw. Men nam met groote waarschijn
lijkheid aan, dat men hier te doen had
met het stoffelijk overschot van mevr. .T.
SchepersRittel, die bij het ongeluk bij
de Koninginnebrug om het leven was ge
komen. Inderdaad werd het stoffelijk
overschot door de familie herkend.
UIT DE RADIOWERELD
Programma'» voor Donderdag 18 Mei.
Huizen, 1875 M.
8-009.15 en 10.00 Gramofoonpl.
10.15 Morgendienst o. 1. v. ds. Vermaal.
10.45 Gramofoonpl.
11.30 God-sd. halfuur.
12.15 Orkestconoert en Gramofoonpl.
2.00 Ilandwerkcuraus.
3.003.30 Gramofoonpl.
4.00 Bijbellezing door ds. Y. K. Vellonga
m. m. v. me;-, C. do Jager (zang) en Fr. Gor
ter (orgel).
6.00 Vioolreoital A. Grootegoed. A. d.
vleugel: E. Groote«goed.
5.45 Cursus handenarbeid v. d. jeugd.
6.45 Knipoursus.
7.15 Nedè Chr. Persbureau.
7.30 Jiurn. Weekoverzicht door C. A.
Crayó.
6.00 Gramofoonpl.
8.15 NCRV-Strijk/orkost o. 1. v. P. v. d.
Hurk.
9.00 Dr. G. Roijer: Allopathie.
9.30 Ver>olg concert m. m. v. het NCRV-
Orgol.
10.20 Vaz Dias. Hierna vervolg conceit.
11.0011.30 Graniofoonmuziek.
Hilversum, 296 M.
AVRO-Uitzending.
8.00 Gramofoonpl.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonpl.
10.30 Kamermuziek door hot Hofstad-
kwartet.
11.00 Knipcursus Kinderkleeding.
11.30 Vervolg Kamermuziek.
12.00 Omroeporkest o. L v. N. Treep.
1.00 Goodwill-Day-Viering.
I.202.15 Vervolg ooncert.
2.30 Viool-recital door Boris Lensky.
Aan den vleugel: Egb. Veen.
3.00 Naaicursus.
3.45 Gramofoonpl.
4.00 Voor zieken en ouden-van-dagen.
4.30 Zang door Henr. v. Brcemen. A. d.
vleugel: E. Niehorstcr.
5.00 Voor grootere kinderen.
5.30 Omroeporkest o. 1. v. N. Treep.
6.30 Sportpraatje H. Hollander.
7.00 Vervolg concert.
7.30 E. B. W. Schuitema: De sociale funo-
tie v. d. reclame.
8.00 Vaz Dias.
8.06 H. Ch. G. J. v. d. Mandere: Volken-
bondaprcblemen op dit oogenblik.
8.20 Uit de Buurkerk te Utreoht: „Re
quiem" van Gabr. Fauré. M. m. v. To v. d.
Sluys (sopraan), B. Verhoeven (bariton),
Chr. Orat. Vereen, te Utrecht, Utr. Stel.
orkest, B. Verhoeven (orgel). Leiding: An-
thon v. d. Horst.
0.15 „Do spooktrein", hoorspel van Thoo
Frenkel.
10.00 Kovaos Lajo» en zijn orkest.- Re
freinzang: Bob Scholto.
II.00 Vaz Dias.
11.1012.00 Vervolg Kovacs Lajos.
Da ven try. 1554 M.
10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, Berichten.
11.05—11.20 Lezing.
12.20 Orgelspel R. Foort.
1.05 Paramount Astoria-orkest o. 1. v. An-
ton.
1.50 Coventry Hippodromo-Orkest o. 1. v.
Shadwell.
2.20 Voor de scholen.
Een open brug zonder be
hoorlijke afsluiting.
Het is nu al do derde keer, dat een
bestuurder van een auto door do stopsig
nalen van de Koninginnebrug rijdt. Don
eersten keer was do bestuurder het is
al weer conige maanden goleden zoo
verdiept in een politiek gesprek, dat hij
de inbeweging zijnde klep van de brug
opreed en wonder boven wonder aan de
andere zijde, zij het met een gcduchton
smak, op het brugdek terecht kwam. Dc
tweede, die door dc signalon reed, word
nog juist bijtijds door een brugwachter
tegengehouden. Deze dcido heer heeft
wel een zeer noodlottigen afloop gehad.
Hoo het ook zij, er mag wel worden ge
zegd, dat het alarmsignaal voor de auto-
3.20 Vesper.
4.10 Duitecho lee voor de scholen.
4.25 F.milio Colombo's orkest.
5.05 Northern 8tudio-orkest.
5.35 Kinderuur.
6.50 Brahms liederen.
7.10 Spaansohc causerie.
7.40 en 7.50 Lozingen.
8.20 „The Bottlo Imp" van R. L. Steven
son, door J. MecGregor bewerkt-.
9.55 Concert. Ülga Haley (mezzo-sopraan)
en B. Harrison (cello).
10.50 Korte Dionst.
11.06—12.20 BBC-Dansorkost o. 1. v. Hen
ry Hall.
..R a d i o-P a r i 1724 M
8.06 Gramofoonpl.
12.50 Orkest-concert.
6.50 Gramofoonpl.
7.40 Orkostoonocrt.
8.20 Radio-toonccl.
10.20 Gramofoonpl.
K alundbor*. 1153 M.
12.202.20 Oonoerb uit rest. „Wivex".
3.205.20 Omrooporkost m. m. v. solisten
o. 1. v. Gröndaihl.
8.20 Finsche muziek d. h. Omrooporkost
o. I. v. dr. Tcivo Haapanon.
10.10 Gramofoonpl.
10.45 Ccllo-ductben.
11.1512.50 Dansmuziek uit „Arena".
Langenberg. 473 M.
7.30 GramofoonpL
12.20 Concert.
I.20 Concert o. 1. r. Eysoldt m. m. v. so
listen.
2.50 Gramofqonpl.
4.50 Concort (sopraan, piano, vleugel).
8.50 Wera«g-orkeat o. 1. v. Buschköttor m.
m. v. E. Fischer (piano).
10.5012.20 Concert o. 1. v. Eysoldt.
Rome, 441 M.
9.05 Gevarieerd ocnccrb en dansmuziek.
II.15 Boriohtcn.
Brussel 508 en 338 M.
333 M.: 12.20 Gramofoonpl.
1.30 Omrocpkloinorkost o. 1. v. Leeman»,
6.20 Omroeporkest in. m. v. tenor.
6.50 OmroepkloinorkoBt o. 1. v. Loemans
met m. v. tenor.
8.20 „Do H. Elizabeth", oratorium van
J. Haa*. Dirigent: Th. Eemans.
10.65 Gramofoonpl.
608 M.: 12.20 Omroepkleinorkost o. 1. v.
Leemans.
I.30 Gramofoonpl.
5.20 en 6.35 Dito.
8.20 Symphonieconoert o. 1. v. Meulemans.
Wagncr-Ma-ssonct-Programma.
10.30 Gramofo. .nmuziok.
Z e e s e n, 1635 M.
8.20 Orkestconcort unit Stuutgart o. 1. v.
O. Soyfert.
9.10 Do Landbouw-Leidore sprekon.
9.35 „Deutsche in aJler Welt", uitzending
voor DuiUchors in hot Buitenland o. 1. v.
A. G. Riohter.
10.30 en 11.05 Boriohton.
II.2012.20 Zie Langenberg.
Gemeentelijk Radio-Distributiebedrijf
te Leiden.
Donderdag 18 Mei (3c Programma).
8.0014.20 Langenberg.
14.20—16.90 North Reg.
15.2017.20 Davontry.
17.20—20.00 Brussel (VI.).
20.0023.00 Luxomburg.
bestuurders bij deze brug onvoldwoendo
is. Wanneer een bestuurder, komende van
de Van der Takstraat nadert, ziet hij oen
groot aantal seinlampen en lichtbakken
met opschriften in roodo letters zooals
stoppen bij open brug". Het woord
„Stop" op do brug is geplaatst op do
groote boog, die de beide segmenten,
waarmee de brug wordt opgedraaid, ver
bindt.
Over de lengte van deze boog staan op
gelijke afstanden vier groote lampen, die
ieder een letter van het woord stop be
vatten. Zoodra rlo brug. opengaat begin
nen do lampen te branden en wordt hot
waarschuwend woord zichtbaar. Dat is
echter het ecnige, afsluithekken z i.iu
slechts geplaatst bij de voetpaden.
feuilleton.
DE BEKER VAN
KONINGIN ELIZABETH
Naar het Engelsch van
FERGUS HUME.
(Nadruk verboden).
31)
Het was, zooals ze zei. Aan den arm
band hingen drie dunne, gouden kettink
jes; aan twee er van hing een turkoois,
aan het derde mankeerde dc steen.
„Hoe hebt u hem verloren vroeg
Fanshaw, terwijl hij zieh met kloppend
hart voorover boog, want als de gouver
nante haar verlies zoo rustig bekende,
was het niet waarschijnlijk, dat ze iets
van de misdaad wist. Anders zou ze toch
wel een middel hebben gezocht om het
zoekraken van den steen verborgen te
doen blijven, overwoog hij snel.
„Dat weet ik werkelijk niet. Hij moet
er op do een of andere manier afgevallen
ziin de st'eenen ziten tamelijk los. Ik wil
de. dat ik er maar een andere voor in de
plaats kon krijeen ik vind het vervelend
om het kind den armband geschonden te
rug te geven."
„Misschien kan ik u wel een turkoois
bezorgen", zei Fanshaw met voorgewende
luchthartigheid. „Tk eeloof, dat ik er een
paar heb met diezelfde gouden Arabische
letterteekens. Wanneer merkte u, dat u
den steen kwijt was, juffrouw Baxter?"
„Julia maakte mij er opmerkzaam op,
toen ik haar en Julius weghaalde van
Tollhurst's huisje op den morgen na den
moord."
„O", kwam het over de lippen van den
jonker en hij leunde met een voldane uit
drukking op het gezicht achterover in zijn
stoel. Enkele oogenblikken zei hij niets,
terwijl Anita, die blijkbaar weinig lust tot
praten had, weer in het vuur staarde. Hij
was er nu zeker van, dat juffrouw Bax
ter persoonlijk niets te maken had met het
verdwijnen van den beker of met den
moord, daar ze niet alleen met absolute
onbevangenheid over het verlies van den
turkoois sprak, maar ook den ochtend na
het plegen van het misdrijf zonder de min
ste aarzeling als den tijd opgaf, dat zc de
vermissing bemerkt had. Toch zptte hij
zijn ondervraging voort, nieuwsgierig als
hij nog steeds was, waarom ze er zoo be
drukt uitzag en zoo stil was.
Behoedzaam trachtte hij haar aan het
spreken te krijgen.
„Tk vermoed, dat deze moord het on
heil is, dat u voorvoelde, toen we samen
uit de kerk kwamen, net vóór rle ruzie fcus-
schen mi:n neef Richard en Thomas. Weet
u nog wel?" waagde bij.
„Ja", antwoordde Anita, een zijdeling-
schen blik op hem werpend om daarna
weer in het vuur te staren; „we zijn nu
midden in dikke zwarte wolken. Ik voel
ze aan alle kanten, merkt u er niets van?"
„Neen", verklaarde de jongeman, naar
waarheid. „Ik heb geen Schotseh bloed in
mijn aderen, zooals u en mis dus het zin
tuig voor dergelijke bovennatuurlijke waar
nemingen, dat vele Schotten bezitten,
zooals men zegt. Het eenige, dat ik u zeg
gen kan, is dat. u w leed m ij n leed is."
Wéér liet Anita haar oogen even op
zijn ernstig gelaat rusten en haar eigen
gezicht vorried een emotie, die ze slechts
met moeite kon beheerachen.
„Maar zegt u mij", vervolgde Lionel, na
een nieuw moment van stilte, „ziet u geen
gouden schijnsel in die dichte duisternis
„Neen", klonk het met een diepen
zucht, „alles is pikzwart, dreigend."
„Dan moet er een rozig licht door het
donker gaan schijnen."
„Waarom
„Omdat het de kleur van de liefde is."
„Van dc liefde, meneer Fanshaw?"
..AnitaZacht nam hij haar hand en
glipte van zijn stoel om het lage bankje
naast haar. „Je wéét het immers....!"
„Meneer Fanshaw"', stamelde het meis
je, ,ik begrijp heusch niet
„Jawel, Anitn, je begrijpt het wel. Al
wekenlang heb ik mijn gevoelens niet kun
nen verbergen. Je moet het weten. Kijk
mij recht in de oogen en ontken dan, dat
je het weet
Anita trachtte zijn blik uitdagend te ont
moeten1, maar wat ze in zijn oogen zag, ont
roerde haar tot in het diepst van haar ziel
en ze bedekte haar gezicht met de han
den. „Het is onmogelijk, onmogelijk
„Dat dacht ik ook, totdat ik jou zag",
zei Fanshaw zacht.
„W a t dacht u vroeg Anita met ver
stikte stem.
„Dat liefde op het eerste gezicht onmo
gelijk was. Dat bedoelde je toch ook niet?"
„Neen', zei ze met trillende stem, „ik,
bedoel, dat liefde tusschen ons onmoge
lijk is."
De jonker lachte. „Nonsens", weerde
hij af, op <jlen genisten toon van een man,
die do eerste weigering van een meisje
als haar definitief antwoord beschouwt.
„De stem van mijn hart zegt mij, dat wij
voor elkander bestemd zijn, en even ze
ker, dat ik dat weet, weet ik ook, dat
jij voor mij hetzelfde moot voelen als ik
voor jou. Is het niet zoo, liefste?"
„Ik mag u heel graag", bekende Anita
fluisterend.
„Je houdt van me, bedoel je. Dat kun je
toch niet ontkennen
„Ik.... o, rreen, och, het is allemaal
onzin. Als ik nu eens „neen" zeg?"
Echter vrouw, als ze was, was Anita
een beetje geprikkeld door zijn triomfan
telijke zelfverzekerdheid. „U neemt maar
bij voorbaat als vaststaand aan, dat ik
uw gevoelens beantwoord", riep ze weer
barstig.
„Ik noem als vaststaand aan, dat ik jo
zal helpen en met je trouwen."
„Mij helpen?", herhaalde het meisje
verschrikt. „Waarmee?"
„Dat weet ik op het moment nog niet
precies. Ik zou zeggen in de moeilijkheden
die je op het oogenblik hebt."
„Hoe weet u, dat ik moeilijkheden heb?"
protesteerde ze.
„Je zei immers, dat er overal om je
heen donkere wolken waren 1"
„Ik sprak in het algemeen.''
„Toch komt het me voor, dat die som
bere opmerking van daarnet ook wel op je
eigen omstandigheden betrekking heeft",
hield Fanshaw vol, „Waarom zie je or an
ders zoo betrokken en bleek uit?"
„Mijn vader gaat naar Guatainala",
dcedo Anita aarzelend mede.
„O," mompelde dc jonker en zweeg.
„Gelooft u me niet vroeg ze geprik
keld.
„Zeker wol. Je houdt van je vader en
het doet je verdriet, dat hij weggaat. Dat
is heel natuurlijk. Nu, sta mij dan toe, je
dan als echtgenoot het verlies van je va
der te vergoeden. Ik bon toch altijd beter
dan niets."
Anita beet zich op de lippen. Ze keek
naar zijn knap gezicht, dat een volmoakt-
ernstige uitdrukking had en desondanks
vroeg ze zich af, of hij werkelijk meende,
wat hij zei en of hij er geen vermoeden
van had, dat er tussc-hen haar vader en
haarzelf geen spoor van genegenheid be
stond.
„Meneer Fanshaw",.begon zc ein
delijk.
„Noem mij Lionel,"
„Daar heb ik geen recht toe."
„Dat recht geef ik je bij dezen."
Anita stond plotseling op en voordat hij
voorbeeld kon volgen, was ze bij de deur
en had die geopend. „Ik zal u meneer
Fanshaw noemen, totdat...."
„Tot wanneer?" Hij sprong op en kwam
haastig naar haar toe.
„Totdat ik u kan vertellen, wat mij be
zwaart," antwoordde ze met een lage, be-
vendc stem.
„Dus je geeft toe, dat je moeilijkheden
hebt V'
„Oriep zc, als in pijn en een huive
ring ging door haar heen.
Hij begreep haar onmiddellijk. „Ik zal
wachten. Wanneer zul je mij alles vertel
len
„Over drie dagen", beloofde Anita.
Toen gleed zc dc kamer uit.
't \o 5 sd).