AME5 RUBRIEK ONZE GOEDKOOPE PATRONEN. Patronen (in de maten 425o a 58 et.) kunnen per giro (125025), per postwissel of per 'brief (met bijgesloten postzegels) worden 'besteld bij de Redactrice Da- meerubriek, Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag. Maat en nummer van het ge- we neohte model s.v.p. duidelijk vermel den! De gevraagde patronen worden binnen drie a zes dagen aan de aan vraagster s toegezonden. EEN GEKLEEDE JAPON. Een keurige gekleede japon geeft Ho. 432 ons te zien. Het is een japonnetje om mee uit te gaan en bezoeken mee af te leggen en kan zoowel met korte als imet lange mouwen worden gedragen. Het lijfje heeft een rugpand en twee voorpanden, die aan elkaar zijn gezet door een Y-vormig stuk, dat tevens voor de 'halsopening zorgt. Langs het V-vor- imig stuk is een 'kleine strook gezet, die wij eveneens langs den ruim klofckenden kraag zien aangebracht en langs den onderkant van het heupstuk. De kraag, die ruimklokkend valt loopt op den rug rondgeknipt door. Een smalle ceintuur eindigt van voren in een strik eveneens rondoan afgezet met een 'kleine strook. Het heupstuk, dat van voren met een diepe punt uitloopt en opzijde met een iets hoogere punt, imoet goed aansluitend zitten. Daaron der zijn de rokbanen ruim klokkend aangebracht. Wil men deze japon als a/vondkleeding gebruiken, dan heeft men den rok eenvoudig te verlengen tot vlak op de schoen. Apart ziet u een teekeniing van de mouw, die boven den elleboog niet te nauw valt en aansluitend naar den pols toe loopt, afgewerkt met een smalle schuine bies. Voor jongere vrouwen is een licht kleurige zijde met een Hein motiefje bedrukt zeer geschikt. Vinden iets oudere dames het model zeer geschikt, dan kan deze japon evengoed in don kerkleurige zijde worden gemaakt, al ken is het in dat geval beter in plaats van een ceintuur met een strik, een een voudig© ceintuur met een gespje te ne men, daardoor wordt het erg jeugdige weggenomen. Patroon verkrijgbaar k 58 ets. (Laan van Meerdervoort 45a, den Haag). EEN STIJL-BLOUSE. Niet alleen stijljaponnen heeft men, doch ook stijl-blouses. Een er van is zeker No. 433. De blouse is zeer een voudig, maa-r ook zeer vernuftig uitge- daoht. Zoowel voorpanden als rugpand zijn geheel nauwaansl uitend, terwijl de mouw is aangeknipt. De voorpanden sluiten met een ritssluiting, die begint in het middel bij de strik en tot boven aan toe doorloopt. De strik nu heeft twee lange einden, die niet zooals dit gewoonlijk het geval is, naar beneden vallen, doch deze worden naar boven getrokken en rond den hals geslagen met een strik 'bevestigd, zoodat de uit einden tevens het boord van de blouse vormen. De banden mogen niet strak worden aangehaald, omdat de blouse zelf al zeer nauwsluitend is. Om nu die aardige kronkels er in te krijgen, brengt <£8 DE VOORJAARSHOED. men op de gewensohte plaatsen een klein drukkertje aan, eveneens aan de banden en bevestigt deze zoo op de ver schillende punten. De mouw is bij deze 'blouse ook zeer belangrijk. Vanaf den schouder tot even boven den elleboog is zij tamelijk glad, doch loopt dan tot even onder den elleboog met een klok kende pof uit, terwijl daaronder een zeer strakke manchet komt. Op de schei ding van pofmouw en manchet komt een band met een aardige strik van dezelfde stof als de blouse. Om een pofmouw te krijgen, heeft men noodig een voering mouw, die tot even over den elleboog reikt en nauwaansluitend is, dus eigen lijk het verlengde van de manchet. Op de Strakke voeringmouw wordt wordt dan de pofmouw vastgehecht, zoödat de ruimte niet weg kan zakken en dus mooi op zijn plaats blijft en een pof mouw vormt. Bij deze tamelijk drukke blouse hoort een strakke nauwaanslui tend© rok, die naar onderen toe iets wijder uitloopt en die heelemaal geen aandacht vraagt. Het best is de rok te nemen in de donkere kleur van het mo tiefje van de blouse. Patroon verkrijgbaar k 58 ets. (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). TWEE ME IS J ESP YAM A'S. De nieuwe modellen pyama's onder scheiden zich vooral met de soorten, wélke wij kennen door de wijdte der Ho»424 Uo. 435 pijpen. Reeds zagen wij dezen zomer aan het strand bepaald gekleede pya- ma's dragen met heel wijde pijpen, doch meer en meer komen deze modellen nu ook in de mode voor de gewone pyama. No. 434 is een pyama van Sohotsche kunstzijde of geruite flanel. Het lijfje ■is aansluitend en wordt 'vastgemaakt met vier aardige knoopjes. Een kleine bobbykraag maakt het halsje af, terwijl inplaats van de lange mouwen aardige pofmouwtjes zijn aangebracht. Ook voor de korte pofmouwtjes gelden de voor schriften, dat men daaronder een strak voeringmouwtje moet. aanbrengen, waar op de ruimte van het pofmouwtje wordt vastgezet. Een kleine - schuine band dient als afwerking van het mouwtje. De pantalon zit over de heup tamelijk aangesloten, doch valt naar onderen toe zeer wijd uit en is klokkend geknipt. De onderkant van de pijp wordt naar bin nen geslagen, dan vlak op den kant ge stikt, de rafels afgeknipt, het gestikte weer naar binnen omgeslagen en weer langs den kant gestikt, daardoor blijft de klok er mooi in en valt de pijp naar beneden. Een smalle ceintuur met een knoopje of een gespje wordt om het middel gedragen. No. 435 is een pyama, van gebloemd flanel of gebloemde soepele stof. Ook hier is het lijfje goed aansluitend, doch de mouwtjes, eveneens poffend, zijn van een andere stof als de pyama zelf. Vindt u "dat niet mooi, dan kunt u natuurlijk evengoed de mouw wel van zelfde stof maken. Een smalle ceintuur is van het zelfde goed of van het goed van de •mouw gemaakt. De pantalon is juist eender als die van model 434. Patroon verkrijgbaar k 58 ets. per stuk (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). EIGENGEMAAKTE MEUBELEN. De meeste vrouwen zullen zioh afvra gen wat ik eigenlijk wil zeggen met eigen gemaakte meubelen en dat komt, omdat timmeren nu niet direct een vrouwenbe zigheid is. Toch zijn er natuurlijk wel, die met hamer en nijptang weten om te gaan, doCh deze zijn ide uitzonderingen. Maar deze meubelen zijn zoo eenvoudig van bouw, dat, als wij de benoodigde planhen-deelen op maat van den tim merman laten komen er met een beetje 'handigheid en misschien eens een paar maal op onze duim slaan, toch wel eenig resultaat kan worden bereikt. Het aar digst is als u geschaafd hout neemt met aan den eenen kant een uitlooper en aan den anderen kant een gleuf. Op deze manier kan men de planken aan elkaar bevestigen. Om de planken ver der bij elkaar te 'houden, timmeren wij er van onderen een stevige lat aan, maar zoo, dat de spijkers er niet aan den anderen kant doorheen komen. De drie gedeelten, dus de zijkanten en de rug worden nu eveneens met spijkers of met schroeven in elkaar gemaakt, ter wijl de Jatten, die wij tegelijk met de onderste lat in het midden hebben be vestigd, als richel dient om de zitting, die eveneens van planken is, te dragen. Legt men nu een goed passend kussen op de zitting, dan heeft men een heer lijke stoel. De armstoel links van de teekening heeft, evenals de stoel, die daarvoor staat, een eenigszins naar ach teren hellende rugleuning. De tafel heeft als blad ook weer in elkaar passende planken, die aan den onderkant met een paar dwarslatten bij elkaar worden ge houden. De poten, die kruislings en in de breedte verbonden zijn met latten, hebben bovenaan aan weerszijden een dwarslat, waarop het tafelblad rust. Ook de beide bankjes zijn zeer eenvoudig om te maken. Ook zij hebben ieder een bussentje, maar om te voorkomen, dat dit kussen er iedere keer afvalt, zijn aan iederen hoek twee bandjes gezet, ■die om de pootjes worden vastgebonden. U ziet zeer eenvoudig, dooh afdoende. Aan den achterkant der teekening is een alleraardigst schrijftafeltje te zien met aan beide zijden een boekenkastje. De schrijftafel is van hetzelfde maaksel als de armstoel rechts, alleen hooger en veel breeder. Inplaats van halverwege de zitting, is hier hooger het blad aan gebracht, rustende op drie latten en met een paar spijkertjes vastgezet. De boe kenkastjes zijn daarom zoo aardig, om dat hoewel in grondbeginsel, zij tooh in de uitvoering niet eender zijn. Het lin ker kastje heeft een geheel andere mimteverdeeling als het rechter kastje. Ook hier bestaat een heele samenstel ling door de latjes, die in en buiten de planken zijn aangebracht en waarop de andere deelen komen te rusten. Is bet gen u maken wilt klaar, dan komt de afwerking natuurlijk nog. Eerst onder zoekt u of er nergens spijkers te voor schijn komen, waar deze niet hooren. Dan worden de verschillende afgezaagde gedeelten en de randen der meubelen eerst met heel grof, daarna met wat fij ner schuurpapier glad gewreven. Dan bomt tenslotte het beitsen of het verven der meubelen. Wilt u de meubelen met wasbeits behandelen, dat tegenwoordig in zeer mooie kleuren verkrijgbaar 'is, dan moet u er op letten met de kwast steeds met de nerf van het hout mee te verven, omdat er anders leelij'ke vlek ken ontstaan. U laat de beits goed in drogen en wrijft dan met een flinken harden borstel goed hard over het ge beitste heen. U kunt dan zien of er vol doende beits op zit of dat u de meube len nog een tweede beurt moet geven. Bij het verven komt wat meer kijken en dat is niet zoo eenvoudig. Eerst moeten de meubelen in de grondverf worden gezet. De verschillende soorten verf moet u bij een vertrouwde firma laten aanmengen en als u zegt, wat u verven wilt weten zij ook welke hoe veelheid n noodig hebt. Wanneer de grondverf bijna droog is, moeten de op pervlakten met een puinsteen worden gewreven. Daarna komt de eerste laag goede verf en wanneer ook die droog is, werkelijk heelemaal droog, dan komt tenslotte de laatste verflaag. Om nu te weten, of men alles heeft geraakt is het 't beste, iedere laag verf van een andere kleur te nemen, dooh de onder ste lagen altijd lichter dan de lagen, weLke er nog op moeten komen. Over het algemeen zullen de gebeitste meubelen meer voldoen en deze kunnen ook gemakkelijk worden onderhouden door zoo nu en dan een weinig was er op aan te brengen en weer uit te wrij ven. Als door het vele gebruik de kale plekken komen, dan kan met weinig moeite en eveneens weinig kosten zoo'n meubelstuk opnieuw worden gebeitst, doch alleen in dezelfde kleur of een tint donkerder. Het gaat niet om b.v. een stoel, die donkergroen is gebeitst, don kerbruin over te doen, dan krijgt u na tuurlijk een viezige kleur. U kunt alleen b.v. donkergroene beits over het lichte heen aanbrengen of donkerbruine over lichtbruin. Steeds weer andere modellen trekken onze aandacht in de uitstallingen der modemagazijnen en op de verschillende modetentoonstellingen, doch over het al gemeen getuigen zij van grooten eenvoud en soberheid. Onze teekening geeft een klein vilthoedje te zien met een niet te breeden rand, die rechts iets naar be neden wordt geslagen en links wat meer op. De bol bestaat uit over elkaar val lende stukken, terwijl er van voren iets naar rechts een strik is aangebracht, juist op de plaats, waar de stukken van den bol tezamen komen. De strik is, evenals het hoedje, va-n bruin vilt. EEN TYPISCH DUITSCH GERECHT. Hiervoor heeft men noodig: voor drie vier personen: een half pond runder gehakt en een half pond kalfsgehakt. Een groot wit brood, in water ge weekt en uitgedrukt tot het bijna droog is. Zes fijngemaakte ansjovis, een thee lepel gehakte kapertjes, twee geklopte eieren en een extra eierdooier, de ge raspte schil van een halve citroen, wat peper, zout en muskaat. Bereidingswijze: Meng alle deelen goed dooreen. Daarna maakt men or 'ballen van in met meel bestoven han den, zoodat de ballen niet aan elkaar kleven. De ballen mogen niet grooter zijn dan een mandarijntje. Doe ze in een pan met kokend water en laat ze ongeveer tien minuten k een kwartier flink doorkoken. De ballen worden daar na uit het kokende water opgediend met kapertjes-saus. KAPERTJESSAUS. Hiervoor heeft men noodig een half ons bloem, dat men met ruim een half ons boter even laat fruiten zonder dat echter de bloem bruin mag worden. Dan giet men er al roerend een liter koken de bouillon bij en laat de saus een half uur koken, waarna alles door een zeef gaat. Nu worden er twee eierdooiers en een kwart maatje room of melk bijge voegd of een flink stuk brood, wat ci troensap, peper en nootmuscaat. Wan neer zij met de eierdooiers is gebonden, mag de saus niet meer koken, want an ders' schift ze. Nu giet men er wat sap van de kapertjes bij en tenslotte de kapers zelf. Als de saus door het ci troensap reeds zuur genoeg was, behoeft men er het nat van de kapers niet bij te doen, is de saus, nadat zij geheel ge reed is, niet zuur genoeg, doe er dan nog een paar druppels citroensap bij. Deze saus wordt over de gehaktballen gedaan en warm opgediend. HALSKETTINGEN VAN PALINGGRATEN. Twee werkloozen, die reeds jaren niets hadden, maken thans goede zaken door het vervaardigen van halskettingen van graten van palingen. De graten worden op een bepaalde wijze geprepareerd, tot zij op gepolitoerd ivoor gelijken. Er worden dan eenige gekleurde kralen tussohen geregen, waardoor de snoeren er zeer aantrekkelijk uitzien. Beide werk loozen begonnen hun onderneming met een voorraad van 400 palingen, welke zij hadden gevangen. Als zij geen paling kunnen vangen maken zij jacht op slan gen en gebruiken de ruggewervels van deze reptielen. De nieuwe halssnoeren schijnen zeer in den smaak te vallen vooral bij de arbeidersbevolking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 12