ONZE GOEDKOOPE PATRONEN. Patronen (in de maten 4250) a 58 ets. kunnen per giro (125025), per post wissel of per brief met bijgesloten postzegels worden besteld bij de Re dactrice Damesrubriek, Laan v. Meer- dervoort 45a, Den Haag. Maat en nummer van het gowenschte model s.v.p. duidelijk vermeldenDe gevraag de patronen worden binnen drie k zes dagen aan de aan vraagsters toegezon den. No. 501 No. 502 DE SCHOONMAAK. Bij de schoonmaak zullen wij wel dikwijls voorwerpen tegenkomen, waar mee wij zoo gauw geen raad weten. Het is u toch zeker ook herhaaldelijk voorgekomen, dat u ergens in een hoekje of doosje een spijker vond, een duimpje, een punaise, of iets dergelijks, dat er door een van de huisgenooton zooking was neergelegd of ingedaan, doch dat aan de aandacht is ont snapt. En omdat wij niet iederen dag m alle doosjes kijken, kan zooiets ge makkelijk voorkomen. Nu is het niet I doenlijk om iederen keer naar den spijkerbak te loopen en alles dadelijk op te bergen. Toch is er een heel ge makkelijk middel om allerlei voorwer pen, die wij vinden en die van hun plaats zijn, bij elkaar te houden en la ter weer op te bergen. Als u b.v. een kamer begint schoon te maken, zet dan een mand neer b.v. een oude bloemenmand. Daarin doet u alles, wat niet in de kamer hoort. U laat de mand net zoo lang onder uw bereik staan, tot allo kasten schoon zijn en de voorwerpen in de kamer terdege zijn nagezien. Pas dan gaat u met de mand weg om alle voorwerpen, dio zich daarin hebben verzameld, op te ber gen en u zult zien, wat een gemakke lijke methode dit is, veel beter dan alles in onze schortzakken te bergen. I HOE KLEEDEN WIJ ONS IN HET VOORJAAR. Wij Noordelingen staan terecht een bectjo wantrouwend tegenover het va- derlandsche klimaat, want al koeste reu we ons vandaag als een poes in 'het zonnetje zoo is het niet uitgeslo ten, dab we morgen in de troosteloos grauwe lucht staren, waar tegen uit komt, misschien wel hagel of sneeuw, voortgedreven door een Noordoosten wind die geen goeden naam bezit. Het is daarom, dat voor menige vrouw de keuze van klceren zoo moeilijk is, want zij moet op velerlei grillen van moedor natuur ingesteld zijn. Menig een zou er niets op tegen hebben als hij maar zonder kans op succes onop houdelijk naar den bodem van zijn beurs kon delgen. Zonder twijfel is dat met de meesten onzer echter niet zoo, vandaar altijd die angstvallige bereke ning: „als ik dit koop, kan ik het bij dat van verleden jaar dragen: dan heb ik iets voor de koude dagen; en als ik dan noar dat aardige dunne din- EEN NIEUWE JAPON. II heb al een brem zien bloeien, jonge eendjes gezien en de nachte gaal hooren slaan; zou het dan geen tijd worden dat wij vrouwen naar een zomerscho japon gaan uitzien? Krijgen wij dan geen heimwee, naar die aar dige stofjes, dio zoo heerlijk licht aan voelen cn zoo fleurig frisch staan door gowemel van nieuwe kleuren, die we moenen nog nooit eerder gezien to hebben? Een aardig voorbeeld voor een dergelijke japon zien we op bij gaande afbeelding, no. 500. Hot is een japon van lichte katoenen voile in ziwart met gele en groene bladmotio- No. 500 ven. Men moet voor dit model geen al to zware heupen hebben, want het middelstuk moet nauw en het lijfje zeer kort zijn, wil het geheel goed tot zijn recht komen. De rok is op gewone wijze klokkend gemaakt; verder merke men op, dat vanaf de heupen banen in de zijden zijn gezet, die sterk geeren, zoodat ook daardoor rijke klokken ontstaan. Het lijfjo heeft van voren een overslag, die door groote glazen sierknoopen gegarneerd is, terwijl een zijden bor duursel 'n paar gefestonneerde knoops gaten moeten voorstellen. De ceintuur •is van zwart ciré met stiksels en gla zen sierknoopen gelijk aan die op het lijfje. Men merke op hoo gezellig d© einden der ceintuur door elkaar ge haald zijn. De korte pofmouwtjes ein digen op een smalle band, die op haar beurt besloten wordt door een vlotten knoop. Als sloteffect komen de reverskraag en mouwgarneeringendie beide van witto voile zijn. Op de teekening kan men zien hoe de laatste geheel sterk geplooid zijn en de kraag alleen over de buiten'helft, waarbij de rest door opgezette plooitjes verlevendigd wordt. Wie een patroon van dit leuke model letje wenscht kan dit tegen inzending van 0.58 bestellen, Laan van Meer- dervoort 45a, den Haag. getjo koop, dat ik vorige week gezien hob, cn dat tegelijk past bij mijn groe ne japon, dan ben ik voor den zomer weer klaar als het tenminste niet al te heet wordt, want dan moet ik er minstens nog iets luchtigs bij hebben voor als het andere in de wasch is... het is dan evenwel niet te hopen dat we geen logé's krijgen, want wat zou den die wel denken als ik niet meer had als.... En zoo kan men door re- dciieeren.tot den zomer al lang en breed weer voorbij is.... Latefl we daarom tevreden zijn mot enkele, maar wérkelijk praktische kleedingstukken. Daartoe behoort ongetwijfeld een geheel als het hier afgebeelde no. 501. Het bestaat uit een soort tailleur, waarvan het jasje met korte mouwen, waaroverheen een driekwart lange mantel wordt gedragenwanneer irnen dit verkiest, want het spreekt van zelf, dat de tailleur met do korte mouwtjes op een mooien warmen dag ook afzonderlijk gedragen kan worden, vooral als men hem draagt met een los marterbontje, zooals dat de laat ste jaren mode is. Marter is echter duur en wie dit niet bekostigen kan of wil, zal op even aardige wijijze van een bontgestreepte zoogenaamde ba jadère shawl gebruik kunnen maken: men ziet ze in wollen en zijden crêpe stoffen, zoowel als in katoen voile. Zulke shawls zullen vooral dit jaar he melhoog tot mode verheven worden, waar geen enkele vrouw om zal treu ren, daar ze een fleurige, maar vooral goedkoope garneering onzer kleeding kunnen vormen. Men windt de shawl gewoon een of twee koer om den hals en laat de einden op rug en borst hangen: het nieuwste snufje is echter ©en enkelvoudige lus links ter zijde van de kin, waardoor beide einden dus op de borst afhangen. Om op ons geheel terug te komen, moeten we allereerst opmerken, dat de stoffen, die men voor zulke klee ding gebruikt doorgaans van een dun ne wollen of zijden stof zijn, effen ge kleurd, doch vaak met een schuine of horizontale rips, een ingeweven car- rétje of iets dergelijks. De mantels zijn ongevoerd en vrijwel ongegarneerd. Voor degenen, die er meer van willen weten, geven we nu nog enkele bij zonderheden: zoo is de rok van voren gesplitst door een stolpplooi, die tot op de knie reikt. Rechts boven deze plooi geeft de rok oen opgestikt pun tig inzetsel te zien. „Verder dames en heeren is hier niets aanwezig", zou Vaz Dias in de radio zeggen en gaan we over op hot jasje, dat in sim pelheid niet voor den rok onderdoet. Het heeft een kleinen overslag, geslo ten op een knoopje in de kleur der stof: in de zijden zijn vierkante stuk ken ingevoegd. In een daarvan is, sy- metrisch met den sluitings knoop even eens een knoopje gezet, zoodat con paar gevormd wordt. Ter weerszijden ziet men zakken, waarvan de ingang schuin geplaatst is. Een kraag of re vers ontbreken: wel echter drage men een wit vest onder de halsopening. Do mouwen zijn kort en nauwsluitend. De driekwart mantel is sluitend on klokkend hij heeft grooote revers en een smal kraagje, zoodat er verder niet valt op te merken dan de in een platte manchet eindigende mouw met dubbele knoopgarneering. Het patroon van dit model is 0.58 verkrijgbaar, Laan van Meer der voort 45a, den Haag. Tot een der hoogtepunten der mode behoort ongetwijfeld de zomermantel met bontkraag. Het is natuurlijk een beetje gek om in den zomer bont te dra gen, dat suggesties opwekt van smel tende warmte maar zoo is nu een keer de mode, ze is altijd een beetje vreemd, en wispelturig, een beetje anders dan ge woon Eu het allergekste is wellicht nog, dat ais ze dat niet was, ze ons heelemaal niet zou bevallen, zoodat we den hoon, die mannen ons deswegen plegen aan te doen goed zullen doen met stilzwijgen de wijsgeerigheid aan ons voorbij te la ten gaan. De mantel met bontkraag is er dus, alle spot ten spijt. En stellen we vast, dat die bontkraag eigenlijk een echte en peperdure vos behoort, te zijn. Best zult u mij antwoorden maar zulke he meltergende weelde reikt sinds eenigen tijd buiten mijn bevattingsvermogen. En ook daarmede heeft de mode weer rekening gehouden, want zooals niet al les goud is wat als goud blinkt-, zoo zijn niet alle vossen vos, die er als vos uit zien; m.a.w.: er wordt op de nieuwe mantels ruimschoots van nabootsing ge bruik gemaakt. De modieuze mantels zijn meerendeels klokkend, eenigszins Engelsoh van aan zien. Zij zijn van effen wollen stof, met allerlei beiges als hoofdtint dit voor de sportievere modellen. De. meer ge- kleedde zijn zwart, blauw en zelfs groen en donker bruin. Bij de beschrijving van ons model (no. 502) kunnen we kort zijn, omdat de tee- kening de verschillende bijzonderheden voldoende duidelijk aangeeft. Zoo kun nen we opmerken, dat de rug uit twee zij- en een puntig naar beneden loopend schouderstuk bestaat. Verder vallen de mouwen or door eenige ruimte in den elleboog, waar een nauwer benedenge deelte bij aansluit. (Patroon a 0.58, Laan v. Meerdervoort 45a Den Haag). witte doek opofferen. Hoeveel brie ven met zoete geheimen en lieve naampjes worden er verrukt in onze trouwe taseh geschoven en er weer uit te voorschijn gehaald 's avonds op een stille slaapkamer? We hebben er ook de tijdingen, die ons de moeilijkste uren des levens brachten met een ge wond hart in laten glijden en daar lag zoo'n epistel dan naast een spiegeltje, een rolletje pepermunt en een poeder- doosjeDie trouwe tasch, die trou we tasch.... Ze bergt dikwijls zooveel ernst, dat we niet begrijpen kunnen, dat haar uiterlijk vaak zoo wuft en wereldsch wordt gemaakt. Zie bijvoor beeld de tweè tasschen op bijgaande teekening. Het zijn echte sierlijke tas schen in goud broderie, aangevuld met wat ornament van fijne kleurige kraal tjes. Ze maken een onmiskenbaar Oos- terschen indruk. Alleen Parijs altijd verzot op weelderigheid levert zul ke tasschen, die in fraaie uitvoering erg kostbaar zijn. Gelukkig zijn we niet uitsluitend op een dergelijke mode aangewezen. Men kan zelfs als vast staand aannemen, dat de meeste da mes tegenwoordig een ander model prefereeren, den zoogenaamden porte- feuillevorm, die dus geen draagriem- pje heeft. Sinds eenigen tijd maakt men daarin ongeloofelijk groote model len, die welhaast de grootte van een heeren aktetasch beginnen te krijgen, zoodat zwartgallige mannen daar al weer allerlei aanmerkingen op begin nen te makenWat gunnen zij ons eigenlijk nog?Maar gekheid ter zijde: weet u wel dat men dezen zo mer vooral leeren taschjes zal dragen, leer in allerlei tinten bruin en beige en grijs samengevoegd, de randen met vlechtsel opgemaakt. Ook ziet men fijne gevlochten rietsoorten, afge wisseld met stof, dikwijls als samen stelling met een hoed in precies de zelfde kleuren en materialen. Andere aardige samenstellingen zijn een tasch met een paar handschoenen, beiden ift leer. Iedereen kan zich voorstellen, dat een zwart leeren handschoen, waarvan de lany manchet is opge werkt met hetzelfde materiaal in rood, goud en wit, dit met een op dezelfde wijze bewerkte tasch een prachtig ef fect zal maken. Een ander, minstens even aardig garnituurtje vormen de tasschen met een shawl, die beiden geheel van dezelfde meestal bonte stof zijn. Men zegt, dat deze laat ste samenstel.ing straks in den hoogen zomer bij effen witte japonnetjes de groote mode zal zijn. VOORJAARSHOEDJES. TASSCHEfv Als de winter nog lang niet voorbij is en de jeugd en wat daarvoor wil door gaan, nog hoopt op een nieuwe ijspe- riode, komen de naaisters plotseling met een keur van fleurige, doddige dopjes te voorschijn en garnceren daarmee de uit stalkasten harer magazijnen om er ons koudelingen wat mee op te vroolijken. Hoewel zij dus al vrij vroeg beginnen de nieuwe modellen onder de menschep te brengen, wil dat toch geenszins zeggen, dat ze ook vroeg weer zijn „uitgepraat". Integendee' telkens en telkens verschij nen er weer nieuwe en aardiger model len dan de voorgaande, soms van geheel nieuwe snit, een andere keer echter als een stoute verscheidenheid op een reeds bekend thema. Wat dit laatste betreft lette men eens op, wat een aardige ver scheidenheid men ziet op de van vroe ger bekende samenstelling hoed-sjaal. Door de nieuwe tendenz voor bayadere- stoffen, zijn er nu allerleukste gevalle tjes ontstaan, die door hun kleurige zo- mersohheid vele vrouwen en meisjes zul len verlokken. Hoe kan het ook anders, waar in het afgeloopen seizoen zooveel eentonigheid te bespeuren vielDan moeten we als reactie eens weer iets veel- en bonbkleurigs hebben, wat uë meesten onzer goed staat. Wij zien op bijgaande plaat een bui tengewoon geslaagd voorbeeld van een dergelijke hoed-sjaal samenstelling; bei den zijn van een ruwe crepestof de hoed gegarneerd met drie strikjes. Het volgende model geeft een veran dering op den helmvorm, die den laat- sten tijd weer meer op den voorgrond Is er een gebied der vrouwelijke ijdelheid, waar men zoo veel verschei denheid aantreft als op dat dor hand- tasch, de sierlijke handtasch, onont beerlijke hulp bij al onze uitgangen, zonder welke we evenmin een stap buiten de deur kunnen doen als zon der onze schoenen of zakdoek? We voelen ons heel eenvoudig niet op ons gemak als we niet zooiets bij ons hebben, waar we al onze snuisterijen in mee kunnen dragen plus een wel riekend zakdoekje en het overschot van ons kapitaal, salaris, zak- of huis houdgeld. '8 Avonds als we naar thea ter of opera gaan, zit er ook nog een klein parelmoeren tooneelkijkertje in, dat door een zakje snoepgoed vervan gen wordt als we onze spaarpenningen aan de helden en heldinnen van het komt. Hefc hoedje is gemaakt in helder- roode en zwarte ciréstof, aardig verle vendigd door een paar over elkaar val lende plooien en een strik aan de ach terzijde. Nummer drie zal ons niet ver bazen door zijn niouwo lijn^ lnto^>ideel we kennen deze modellen reeds eênigem tijd, maar we geven het dan ook meer als voorbeeld van het hoedentype, dat thans zeer in de mode is en door zijn beschei denheid bijna alle vrouwen goed staat Ons model is van naturel Bangkokstroo, gegarneerd met zwart ciré. Vele hoeden zijn dit seizoen zwart; wat op zichzelf heelemaal geen buiten gewoon verschijnsel is, daar we onder andere ook in den afgeloopen winter een dergelijke neiging hebben meegemaakt. Toch is er een groot verschil in de zo mer en wintermode, dat niet alleen uit komt in het gebruik van andere materia len. De zomerhoedjes zijn namelijk veel kleuriger gegarneerd dan de wintermo- dellen. Zoo zien we bijvoorbeeld hoed jes van zwart gelakt grof stroo met ga-r- neering van bonte trosbloempjes, een knetterend roode strik of enkel maar een ornament van rubber of email le. Sterk uitgesproken vrouwentypes zul len zulke hoedjes bij voorkeur kunnen dragen. Voor de lichte blondines met zachte huidtint zijn er heel andere mo dellen, voornamelijk in écru-stroo met teergetinte garneeringen, terwijl voor haar mede in aanmerking komen de leuke kleine mutsmodellen in lichte kleuren, waarvan zachte groene en een zeker bleu in de allereerste plaats goed zullen staan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 10