NA DE UITSPRAAK VAN DE STEMBUS VRIJDAG 28 APRIL 1933 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 WAT Napraten helpt niet. Maar buitenge woon te betreuren blijft het. dat de nieu we Kieswet nog niet van kracht geworden was. Dan zouden de Katholieken 31 zetels hebben behaald, terwijl zij nu door een ongelukkige overschotten-regeling op 2S zijn beland, wat geenszins een trouwe afspiegeling is van den stand van zaken. Over het algemeen is gestemd op no. 1 van de verschillende lijsten. Boer Braat heeft met voorkeurstemmen zijn zetel niet kunnen behouden. En „zelfs" de heer Wes- seling, voorzitter van de R. K. Volkspartij zag maar weinigen op zijn persoon stem men. Wat na het onverkwikkelijk duel met Donders hem wel verwonderd zal hebben. Hieronder volgen levensbijzonderheden van enkele nieuwgekozen Kamerleden, be schouwingen uit de pers over de vraag, hoe de nieuwe Regeering zal z.ijn samenge steld en nog enkele cijfers. DRUK GESTEMD. Aan deze verkiezingen mochten deelne men 4.097.638 kiezers. Blijkens officieuze opgaven hebben daar van 3.720.758 een geldige stem uitgebracht. Thuis gebleven zijn, of, wat ook moge lijk is, onjuist hebben gestemd 376.880 kies gerechtigden, d.w.z. dat bijna 90.8 pet. op de -uiste wijze heeft gestemd. Bij de vorige Kamerverkiezing waren 6r 3.825.503 kiezers, van wie er 3.379.503 een geldige stem uitbrachten, zoodat toen 86.3 pet. op juiste wijze aan de stemming heeft deelgenomen. Er is dus dit jaar veel trouwer gestemd dan bij de vorige verkiezing. Bij deze stemming waren, volgens ie voorloopige cijfers 27.906 stemmen noodig om een eersten zetel te krijgen. De kiesdeeler bedroeg n.l. 37.208. Bij de verdeeling van de overschotten is daarvan slechts noodig om een eersten zetel te bemachtigen. VERDEELING DER ZETELS. Bij de eerste verdeeling der zetels kon den er 90 dadelijk worden toegewezen. Tien partijen hebben dus nog een z.g. overschot- zetel gekregen, t.w. de R. K. Staatsp. voor een overschot van 32.709 stemmen S. D. A. Pvoor 17.301 st. Ant. Rev. Partij voor 16.184 st. Chr. Hist. Unie voor 4.879 st. Vrijheidsbond voor 35.550 st. V. D. Bvoor 2.830 st. C. P. Holland voor 6.598 st. St. Ger. Partij voor 18.808 st. Herv. Geref. St.pvoor 33.813 st. Nat. Herstel voor 30.329 st. HET STELSEL D'HONDT. Was de reeds door de Tweede Kamer der Staten Generaal goedgekeurde wijziging der Kieswet ook reeds door de Eerste Ka mer behandeld en aangenomen en bijge volg de gewijzigde 'Kieswet reeds in het Staatsblad verschenen, dan zou bij het toekennen der oversohotzetels het stelsel- d'Hondt (gemiddelden) zijn toegepast. In dat geval zou het resultaat van de verdee ling der zetels aldus geweest zijn, dat de R. K. Staatspartij 3 zetels en de S. D. A. P. 1 zetel meer gekregen zouden hebben, ter wijl de Comm. Partij Holland, de Vrijz. Dem. Bond en de Staatk. Geref. Partij elk een zetel minder zouden hebben gekregen en het Verbond van Nat. Herstel zijn ver kregen zetel had moeten missen. (Ook bij een berekening naar dit stelsel zou de R. K. Volkspartij een zetel hebben gekr.egen). VERGELIJKENDE PERCENTAGES. Wij laten hieronder volgen de verge lijkende percentages voor de partijen, die in de nieuw samengestelde Tweede Kamer vertègenwoordigd zullen zijn: Tweede Staten Tweede Kam. '33 1931 Kam. '29 R. K. Staatspartij 27,88 30.01 29,64 S. D. A. P. 21,47 22,59 23,61 A. R. Partij 13,44 12,47 11,59 C. H. Unie 9,13 10,96 10,49 Vrijh. Bond 6,96 9,92 7,37 Vrijz. Dem. Bond 5,-08 5,63 6,18 Comm. Partij 3,18 2,32 2- Staatk. Ger. Partij 2,51 2,26 2,27 Nat. B. T. M. 1,28 0,71 1,03 R. K. Volkspartij 1,10 0,66 0,70 Rev. Soc. Partij 1,03 0,66 0,64 Chr. Dem. Unie 1,02 0, 0,38 Herv. Ger. St. P. 0,91 0,81 1,06 Verb. Nat. Herstel 0,82 0,— 0,— Diverse partijen 4,19 1,— 2,84 NIET-TERUGKEERENDE KAMER LEDEN. Van de aftredende leden keeren niet in de Tweede Kamer terug, hetzij doordat ze zich niet herkiesbaar stelden, hetzij omdat ze niet werden herkozen: R. K. S t a a t s p a r t ijY. Keestra, E. Th. Lockefeer, J. H. Maenen, A. van der Meys, Mr. C. P. M. Romme, Th. F. M. Schaepman, Mr. P. W. H. Truijen, F. Th. H Uyen, J. Vos Azn., Mr. A. I. M. J. baron van Wijnbergen. Anti-R evolutionnairen: Mr. dr. E. J. Beumer, Mr. H. A. Dambrink. Christ. Historischen: J. Lang- man, Jhr. dr. J. W. Rutgers van Rozenburg. J. M. Krijger Jr. (die wel niet herkozen is, doch lid zal blijven, daar Jhr. mr. F. Bee- laerts van Blokland zijn benoeming niet zal aannemen). V r ij h e i d s b o n dIr. C. L. van dei Bilt, Mevr. J. Westerman, Dr. B. D. Eerd- mans. Vrijz. Dem. Bond: Mevr. H. W. B. van Itallievan Embden. NU? S. D. A. P.: Mr. dr. G. van den Bergh. G. van der Houven, H. de Boer, Mej. A. de Jong. Mevr. A. E. J. de Vries Bruins. Herv. Geref Staatspartij: B. G. Peereboom. Plattelanders: A. Braat. Middenstandspart ij: Floris Vos. WAT NU? De Maasbode wijst als antwoord op deze vraag naar de mogeliikheid van een „krachtig, homogeen" rechtsch Kabinet: ,.Wat voor een regeering zal er moe ten optreden? Geen enkele partij behoeft happig te zijn op de regeeringsverant- woordelijkheid in deze ti.iden, die nog moeilijker dreigen te worden dan ze reeds zijn. Ware een krachtig werkelijk nationaal kabinet mogelijk, dan zou dit in deze omstandigheden de voorkeur verdie nen. Maar dit lijkt ons niet mogelijk. Wij gelooven, dat de rechtsche partijen, indien het tot een vastberaden opofferingsge zind samengaan kan komen, door de vor ming van een krachtig homogeen Kabinet de ontzaglijk zware regeeringsverantwoor- delijkheid zullen moeten aanvaarden al is 'n meerderheid van 52 niet schitterend te noeman. Juist de geringe meerderheid zal tot vastere aaneengeslotenheid moeten brengen. De dreigende groei van de revo- •luitonaire elementen heeft hier ook een waarschuwend woord te spreken. Een gebed om licht en kracht van Bo ven voor onze politieke leiders in deze zware ure mag van ons katholieke volk met grooten aandrang worden gevraagd." In denzelfden geest schrijft de Tijd: „Politiek gezien onent voor het overige de uitslag het gunstigste perspectief voor een meerderheidsvorming en een nor maal parlementair ministerie. De oude rechterzijde, in totaal met één zetel ach teruit geeaan. heeft noc, zij het een klei ne meerderheid behouden. Eenheid van wil en vastbeslotenheid, om wat men eenstemmig wil, ook krachtig door te zetten, dat zijn de pijlers, waar op men een werkeliik sterke meerderheid bouwt. Want een sterk, vastberaden Ka binet zal thans noodiv zijn. om ons volk- door deze moeilijke tijden heen te hel pen. Moge het, weldra, optredend, aan kracht vooral paren beleid.'' Het Huisgezin constateert, dat er "n ieder geval moet komen een Kabinet van socialen opbouw: „Onverschillig wie aan het hoofd van bet nieuwe ministerie zal worden ge plaatst, uil: de samenwerking met de R.-K. Staatspartij zal duidelijk moeten blij ken, dat het nieuwe kabinet er een is van socialen opbouw. Dat behoeft niet onmiddellijk mee te brengen, dat met voorbijgaan van den moeilijken toestand des lands gewaagde experimenten worden ondernomen. Maar dat kan reeds duidelijk zijn uit de zorg, waarmede bij een mogelijke recon structie van ons bestuursapparaat de grondslagen zullen worden ontzien, die voor den verderen socialen opbouw onmis baar zijn." Uit de Volkskrant: „Van professor Gerretson tot de Tele graaf hadden allerlei nationale of nationa listische, ook fascistische elementen dr. Colijn als den sterken man aanbevolen. De, men zou haast mogen zeggen opge ruide, kleurlooze middenstof heeft, voor zoover ze niet aan ..Nationaal Herstel" haar hulp bood. meegewerkt tot de uitver kiezing niet tot de verkiezing van den heer Colijn. De eerste verdiende teleurstelling heeft dr. Colijn haar reeds gisterenavond bezorgd door zijn verklaring in den kring van feestvierende geestverwanten, dat zijn partij geen tittel of jota van haar beginsel zal prijs geven. Geen tittel of jota: dit woord is Ook, misschien wel speciaal, tot professor Ger retson gericht, die voor de hulp door zijn nationaal legioen aan de lijst-Colijn gele verd, er op rèkencnde, dat de anti-revolu- tionnaire leider zich op het nationale schild zou laten heffen, en, tot kabinets formatie geroepen, een „nationaal" kabi net zou samenstellen." Het blad veronderstelt verder de moge lijkheid, dat de R. K. Staatspartij 25.000 stemmen aan het Verbond voor Nationaal Herstel en dr. Colijn. heeft verloren. De splijtzwam. De Gelderlander betreurt om de volgende reden het verlies van 2 R. K. zetels: „Zonder de splijtzwam onder eigen geioofsgenooten zou de vorming van een parlementair kabinet langs meer dan één weg mogelijk zijn geweest. Steu nende n.l. op de coalitio van R.K. Staats partij, Anti-Revolutionairen en Vrijzinnig Democraten, die samen dan over 50 ze tels zouden beschikt hebben. Geen meer derheids-kabinet weliswaar, maar gezien de oppositie, welke daar tegenover zou staan, toch een regeering, welke zich staande zou kunnen houden. Het bestaan van zulk een mogelijkheid zou in ieder geval niet zonder invloed blijven indien de neiging allereerst uitgaat naar een coalitie-kabinet op principeelen grond slag, naar een regeering derhalve van Katholieke Staatspartij, Anti-Revolutio nairen en Christelijk-Historischen. De onderhandelingen over een regeerings- program zouden door de mogelijkheid, dat de beide eerstgenoemde partijen ook anders zouden kunnen, den „Dritter im Bunde" niet ongevoelig laten. Deze omstandigheid onderstreept eens te meer nog het droeve gevolg van ge mis aan verantwoordelijkheidsgevoel en gebrek aan politieke saamhoorigbeid on der een dtel onzer eigen geioofsgenoo ten". Het liberale Handelsblad pleit voor een nationaal Kabinet „Wat zullen wij onder deze omstandig heden als regeering als parlementaire re- geeringsbasis mogen verwachten De scheiding bijv.: nationaalanti-nationaal teekent zich duidelijker dan tevoren af. Een keuze in nationalen zin een andere is niet mogelijk zal een zoo sterk en breed mogelijke levensbasis moeten be oogen, en daarbij moeten rekening hou den met de noodzakelijkheid om een recht vaardig beleid te voeren, dat de beste elementen uit het heel- en half-revolutio- naire, anti-nationale kamp, dat nu meer dan een kwart der kiezers achter zich heeft, kan overtuigen van hun dwaling en hun verkeerd begrepen eigen belang, maar ook, van de duurzame paraatheid van hun nationale opponenten. Zal. in dit licht bezien, de 26ste April de „dag van Colijn"' blijken te zijn geweest? Do kans is groot, moge, indien zij bewaarheid wordt, de anti-revolutionaire leider inderdaad de „nationale figuur" blijken te zijn die velen geloofd hebben in hem te zien. Mo ge hij de nationale taak dan ook zoo breed opvatten, als de nooden vereischen waaraan ons gansche wet- en natie-eerbie digende volk moet weerstand bieden." NIEUWE KAMERLEDEN Deckers, v. d. Put, IJsselmuiden, Stein- metz, Verschuur, Groen. Droesen, Ruys de Beerenbrouck (R. K. Staatspartij). Drees, Thijssen, Brautigam (S.D.A.P.) Dobben de Bruyn, Terpstra, van der Zaal, Wielinga (A.-E.) Beelaerts van Blokland (C.-H.) Van Kempen, Louwes (Lib.) Alimin Prowiradirdja en Sardjono (comm.) Sneevliet (revolut. soc.) Generaal Snijders (Nat. Herstel). Ds. Lingbeek (Herv. Geref.) Van Houten (Chr. Dem.) en Arts (R.-K. Volkspartij). Als generaal Snijders bedankt komt Mr Dr. Westerman in de Kamer. Als de heer Beelaerts van Blokland bedankt komt eerst de heer Krijger. Bedankt deze ook, waar kans op is, daar hij benoemd is tot burge meester, dan komt het niet herkozen lid Mr. Rutgers van Roozenburg in aanmer king. Van de katholieke en enkele andere nieuwe Kamerleden laten wij hier eenige bijzonderheden volgen. R. K. STAATSPARTIJ. Mr. Dr. L. N. D e o'k e r s werd in 1833 te Heeze (N.-Br.) geboren, trad als vo lontair in dienst bij de Coöp. CentraJe Boerenleenbank, waar hij zich spoedig wist op te werken tot hoofdinspecteur. Te Leu ven studeerde hij politieke en sociale we tenschappen, waarin hij in 1912 promoveer de op een proefschrift, dat getiteld was „De Landbouwers van den Noord-Brabant- sohen Zandgrond". In 1925, toen hij reeds lid was der Tweede Kamer, waarin hij in den jare 1918 zitting kreeg, promoveerde hij aan de Leidsche Universiteit in de rechtswetenschappen. In het thans afge treden Ministerie beheerde hij het Depar tement van Defensie. Het nieuwe Tweede Kamerlid voor Lim burg, Ir. D r. W. J. Droessen, werd in Horst geboren en is 34 jaren oud. In 1924 promoveerde hij aan de Landbouwhooge- school te Wageningen cum laude tot inge nieur. Daarna volgde zijn benoemingen lot leeraar aan de Landbouwwinterscholen te Didam en Raalte. In 1931 werd hij benoemd tot rijkslandbouwconsulent voor Limburg. In 1927 promoveerde hij tot doctor op proef schrift: De gemeentegronden van Noord- Brabant en Limburg en hunne ontginning. De heer Ja c. Groen Azn. werd in 1887 te Zuid-Scharwoude geboren. Door het be zoeken van vak- en sociale cursussen be kwaamde hij zich verder voor het maat schappelijk leven, waarin hij voor het eerst zijn intrede deed, toen na de mobilisatie de L. T. B. werd opgericht en hij secretarie van zijn plaatselijke afdeeling werd. In 1919 werd hij lid van den Raad, hetgeen hij steeds is gebleven. In de kringen van de Tuindersorganisaties trad hij steeds meer op den voorgrond. Hij is o.a. voorzitter van den Dioc. Tuinders vakbond; lid van het Hoofdbestuur van den R. K. Ned. Boeren- en Tuindersbond; vice-voorzitter van den Dioc. L. T. B. in het bisdom Haarlem. Een nieuwe Tweede Kamercandidaat voor de R. K. Staatspartij is ook de heer K. L. Henry van der Put, voor den va- oanten zetel van den heer Uyen. De heer van der Put werd in 1887 te Stratum (Eindhoven) geboren. Na op het St. Willibrorduscollege te Katwijk a. d. Rijn de H.B.S. doorloopen te hebben, be gaf hij zich in de sigarenindust-rie en werd directeur der N.V. Kosmos Sigarenfabrie ken v.h. v. d. Put en de Vlam. Tal van functies worden door den heer van dor Put waargenomen, waarvan wij de volgen de naar voren brengen: voorzitter van de Nederl. R.K. Vereeniging van Sigaren fabrikanten, lid van do Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Oostelijk Noord- Brabant en van de Staatscommissievan deskundigen voor den Tabaksaccijns. Jhr. m r. Ch. J. M. Ruys de Bee renbrouck, de afgetreden minister president werd geboren in 1873, was Com missaris der Koningin in Limburg, deed zijn intrede in de Tweede Kamer 20 Sep tember 1905 en was ^eeds driemaal Minis ter-president. De heer W. Steinmefcz werd 1891 te De N. R o 11. C r t, zegt, voor zichzelf, nog niet te weten, wat er gebeuren moet: „De indrukken van de verkiezing en do bereikte resultaten zijn op het oogenblik nog te versch, om over de Kabinetsvor ming nu reeds een bezonken oordeel te kunnen vestigen." Gevaar voor de deur. Uit de (Anti-Rev.) Rotterdammer: „We hopen van ganscher harte, dat de drie ernstige groepen ter rechterzijde elkaar iu volle harmonie zullen vinden, want dat h de eenige manier om van het parlementaire staatsbestuur en van gezonde democratie nog te. redden, wat er te redden valt. Kunnen de vroegere coalitiegroepen niet tot die hoogte van samenwerking komon, dan ligt het gevaar voor de deur, waarop dr. Colijn zoo vaak gewezen heeft en waar om men hem ten onrechte fascist geschol den heeft". De kleine meerderheid. De (Chr.-Hist.) Nederlander hoeft den stand van zaken opgemaakt en komt, dan tot de conclusie: de rechterzijde heelt twee-en-vijftig zetels. Zij heeft dus nume riek de meerderheid. „Of zij als meerderheid daadkrachtig zal kunnen wezen; of er genoegzame eens gezindheid omtrent het onvermijdelijk te volgen regeeringsbeleid in haar midden woont het moet nog blijken. De vraag is te dringender, nu deze meerderheid zóo klein is. Ongeacht wat velen van allerlei leant Amsterdam geboren. Van 1912 af is hij aan gesloten bij den R. K. Volksbond, welke organisatie hem in 1925 aanstelde tot be zoldigd voorzitter van de afdeeling Am sterdam. Op 24 Juni 1931 deed de heer Steinmetz zijn intrede in den Amsterdamschen ge meenteraad. De heer Mr. T. J. Verschuur werd 18 Maart 1886 te Utrecht geboren, bezocht in zijn geboorteplaats het Gymnasium en de Universiteit, was daarna werkzaam als journalist en werd in 1919 voorzitter van den Raad van Arbeid te Breda. In het laatste ministerie trad hij op als Minister van Economische Zaken en Ar beid. X. J. W. IJ s s e 1 m u i d e n werd 1887 te Arnhem geboren en genoot o.a. zijn oplei ding aan de H.B.S.aldaar. In 1929 deed hij zijn intrede in den Gemeenteraad en werd dadelijk, gekozen tot wethouder van Sociale Zaken. Later in 1921 werd hij wet houder van financiën, hetgeen hij bleef tot 16 Maart 1925, maakte van 1919 tot 1932 deel uit van de Pro v.. Staten van Gelder land en werd op 29 Juli van laatstgenoemd jaar gekozen tot lid der Eerste Kamer. R. K. VOLKSPARTIJ. Mr. P. M. Arts is 1881 geboren; hij' studeerde aan de rijksuniversiteit te Utrecht in de rechtswetenschappen, waar hij in 1907 promoveerde. Hij word vervol gens secretaris van den Voogdijraad to Tilburg. Hij oefent daar ter stede thans de advocatuur uit en is sedert 1913 lid van den gemeenteraad van Tilburg en sinds 1919 lid van de Prov. Staten van Noord- Brabant. Van 1925 tot 1929 was hij reeds lid van de Tweede Kamer. REV. SOC. PARTIJ. De heer H. J. F. M. Sneevliet werd geboren te Rotterdam. Hij ontving onder wijs aan de Rijks H. B. S. te 's-Hertogen- bosck. Van 1900 tot 1909 was hij spoorwegamb tenaar. In 1902 trad hij toe tot de S.D.A.P. van 1910 tot 1912 was de heer Sneevliet voorzitter van de Ned. Verg. van Spoor- en Tramwegpersoneel. Van 1913 tot 1917 secretaris van de Handelsverg. Sema- rang on van 1917 tot 1918 secretaris van de Ned. Ind. Verg. van Spoor- en Tram wegpersoneel. In 1914 richtte hij in In- dië de Indische Sociaal- Democr. Ver. op. In December 1918 werd Sneevliet uit In- dië uitgewezen. Van 1919 tot 1920 maakte Sneevliet deel uit van ?t bestuur van do Ned. Fed. van Transportarbeiders. Van 1921 tot 1923 was hij in dienst van de Komintern in China. Sinds 1924 kent men den heer Sneevliet als voorzitter van het Nat. Arbeiders Se cretariaat (N.A.S.). In Febr. 1929 volgde de oprichting van de Rev. Soc. Partij voor welke partij Sneevliet sinds 1931 zitting heeft in de Prov. Staten van Noord-Hol land. Hijis ten slotte lid van den Hoo- gen Raad van Arbeid. COMMUNISTISCHE PARTIJ. De Indonesiër Sardjono word in 1926 als voorzitter van de Communistische Partij van Indonesië verbannen naar don Boven-Digoel, waar hij thans nog ver blijft. Omtrent zijn persoon is verder niet veel bekend. Alimin Prawirardird j a is Indonesiër. Hij is afkomstig uit Solo op Java. Hij genoot door tusschenkonist van een Nederlander, die in den jongen Ja vaan bijzondere talenten ontdekte, een uitstekende opvoeding en werd bestemd voor bestuursambtenaar. Toen hij zijn studies had voltooid, wei gerde hij echter uit revolutionnaire over wegingen als ambtenaar zijn diensten aan wat hij als de onderdrukkers van zijn volk beschouwt, te verrichten. Wegens opruiing werd hij in 1919 tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld. In 1925 week hij uit naar de Philippij- nen, later naar Singapore, waar de En- gelschcn hem zes maanden gevangen hiel den. Later werd hij door de Chineezen ge arresteerd, doch hij wist zich vrij te ma ken. DR. H. COLIJN OVER DE VERKIEZINGEN. Dr. H. Colijn heeft in do geheel ge vulde 'Oosterkerk te 's Gravenhage op uit- noodiging van de anti-rovolutionnnire kiesvereeniging „Nederland en Oranje" over den uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer gesproken. Hij zeide: „De uitslag van deze verkiezingen heeft mij verrast. Geen oogenblik is2bij mij de ge dachte opgekomen, dat ons stemmenaantul dat in 1929 391.000 bedroeg, thans op 120 stemmen na het half millioen zou nade ren; in mijn sterkste droomen heb ik daaraan niet durven denken. Wel had ik gehoopt op een dertiende zetel." Spr. zeide brieven te hebben ontvangen van menschen die er hun verwondering over te kennen gaven, dat do n. r. lijst slechts zestien namen bevatte en derhalvo spoedig zou zijn uitgeput. Op den veertienden zetel aldus dr. Colijn mag echter niet blijvend worden gerekend, omdat deze ons is toegevallen door het toedoen van hen, die thans om bijzondere redenen gemeend hebben op onze lijsten te moeten stemmen. Spr. had reeds kennis genomen van persstemmen, die hem er op haddon ge wezen, dat bij het komond staatsbestuur rekening moest worden gehouden met de motieven van de stemmers voor die veer tiende zetel en niet met die van do der tien andere. (Hilariteit). Spr. zeide het daarmede niet eens te zijn. Er kan geen oogenblik sprake zijn, zeide spr., dat de a.-r. iets anders kunnen of willen zijn dan a.-r., die zij altijd ge weest zijn en hopen te blijven. Elke ver wachting, dat de verkozen Kamerloden oen anderen weg zouden kunnen gaan, moet volstrekt ongemotiveerd worden ge noemd. Vervolgons zeide dr. Colijn, dat dezo uitslag leidde tot drie conclusies: In de eerste plaats is aangetoond, dat er in de Tweede Kamer nog altijd ecu meerderheid is, die begeert, dat er in het bestuur van land en volk zal worden ge rekend met de christelijke volksaspiraties; 58 leden zijn het ondanks geschillen op dat punt eens en zou men er de zes dissi denten van willen uitzonderen, dan nog blijven 52 over. In dezo verkiezing uitte^ zich voorts een sterken drang van het nationaal senti ment en er is aanleiding om in deze uiter mate moeilijke tijden ook met dat gevoel rekening te houden. In de derde plaats wees dr. Colijn op de steeds verder gaande versplintering der partijgroepeeringen in de volksverte genwoordiging, die helaas niet is gestuit, doch zich steeds sterker openbaart. Waren er in de oude Kamer elf partijen, in de nieuwe zullen er veertien binnentreden. Er zal met den jjieesten ernst. naar moeten worden gestreefd, dat (lo grooto vraagstukken van onzen tijd, die om oen oplossing vragen en deze moet er vol gens spr. komen op normale parlemen taire wijze met toepassing van do ge zonde regelen van de constitutioncele par lementaire practijk, zoodat er gestreefd moet worden naar de vorming van een parlementair kabinet. Indien dit niet gebeurt en indien onzp pogingen om de vraagstukken vun dezen tijd op to lossen zouden falen, dan is het onvermijdelijk, dat deze splitsing steeds verder doorgaat en do onmacht van het parlement om daartoe mede to werken zou blijken, hetgeen in het buitenland ge beurt, ook hier geschiedt en daarom zal het noodzakelijk zijn, dat een normaal par lement de vraagstukken van dezen tijd tot een oplossing brengt. zullen willen zeggen, stellen wij al aan stonds de zeer groote verantwoordelijkheid van deze twee en vijftig leden op den voor grond". Tegenover agitatie en destructie, die hot blad verwacht, sta dan toch een vast-beslo- ten en roopingbewuste kring, die den posi tieven arbeid schraagt. „Bovendien zal het uiterste moeten wor den beproefd om een parlementaire meer derheid te vormen in hot belang van ,on/o constitutioneolc instellingen. Ook dnnrtoo is rechts naar onze overtuiging allereerst geroepen". Aftakeling van het Parlement. Do Standaard (Anti-Rev.) schort zijn oordeel op tot vandaag, dooli Miicht: een half millioen stemmen en veertien ze tels. Dat echter de versplintering in de Ka mer niet tot staan kwam, doch toenam 14 partijen in de nieuwe Kamer togen 11 die er thans zijn acht het hlad, uit een algemeen oogpunt gezien, bedenkelijk. „Het wijst heen naar do aftakeling van het parlementaire stolsel, dat niet kan blij ven bloeien, wanneer het parlement in toe nemende mate verkruimelt. Er zal wellicht veel zelfverloochening, veel inperking naar allen kiant veroiaoht worden. Maar de verantwoordelijkheid sta bovenaan! De verantwoordelijkheid voor een vasten gang, voor besliste daden, voor de toekomst van ons parlement. Wij zien trouwens geen anderen parle mentairen weg, indien men althans niet tot een „burgerlijk bloc" komen wil. Weigert men dat, dan zou dus zoo de roohterzijde faalt hetzij uitbreiding met, hetzij vervanging door Vrijheidsbond of wel Vrijzinnig-democraten zijn aangewe zen. Bij elke alsdan denkbare combinatie rijzen evenwel Programvragen. die vrij wat moeilijker zijn dan wat ter rechterzij zou rijzen. Wij kunnen vooralsnog niet anders zien dan dat rechtsch desgevraagd het uiterste zal moeten beproeven ora te slagen. De toestand is ernstig genoeg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9