DINSDAG 25 APRIL 1933 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 BINNENLAND NED. EPISCOPAAT BIJ DE ZWIJGER HERDENKING. Bij de reeds uitvoerig vermeldde offi cieel© nationale herdenking in het Concert gebouw waren onder de autoriteiten ook aanwezig de H.H. H.H. Excellenties Mgr. J. H. G. Jansen, aartsbisschop van Utrecht, mgr. J. D. J. Aengenent, bisschop van Haar lem en mgr. A. F. Diepen, bisschop van Den Bosch, alsmede de Hoogeerw. heer ka nunnik deken dr. G. C. van Noort. KRABBELAAR IN ROME. De Oproerige Krabbelaar in de socialis tische pers vraagt zijn lezers er zich goed reeknschap van te geven, „dat de grondleg gers van het internationale fascisme daar in Rome op één na van katholieken huize waren, en dat zij uit handen van den Paus zelf de Heilige Communie hebben ontvan gen ter eere van hun bezoek". Het betreft hier Von Papen, Dollfuss en Mussolini. Von Papen kwam naar Rome om bespre kingen met den Paus te voeren over de stichting van een nieuwe katholieke partij in Duitschland, waarvan de Paus niets wil de weten. Dollfuss, de Oostenrijksche bewindsman, kan men moeilijk als een fascist beschou wen, als men weet hoe de Nazi's tegen hem te keer gaan! En aan de gezonde Katholiciteit van den heer Mussolini bestaat redelijke twijfel. Dat Mussolini uit handen van den Paus de H. Communie ontving, is onjuist. De geheele Krabbel over staatslieden, die „ter eere van hun bezoek" de TI. Communie ontvingen, is dus een puur ver zinsel. DE EERSTE KAMER EN DE STEUN- ONTWERPEN. Garantieregeling 1933 ten be hoeve van de kippen- en een- denhouderij. Het afdeelingsonderzoek inzake dit wetsontwerp gat aanleiding tot het uiten van de vrees, dat de hier voorgestelde steunmaatregel, indien die tot stand mocüt komen, ten gevolge zal hebben, dat de pro ductie van eieren niet zoo sterk zal terug - loopen als gewenscht is. Andere leden spraken daartegenover het vertrouwen uit, dat de gemiddelde prijs op minder dan 2.60 zal worden bepaald, waardoor de productie van zelf in behoorlijke banen zal worden geleid. Eenige geruststelling ten dezen aanzien ■werd wenschelijk geacht. Credieten voor bloemen- kweekers. Hot afdeelingsonderzoek van het wets ontwerp inzake crediet verleening ten be hoeve van bloemenkweekers te Aalsmeer en Haarlemmermeer gaf geen aanleiding tot het opperen van bezwaren. Wel werd de opmerking gemaakt, dat ook in andere streken dan de in het ontwerp genoemde de bloemenkweekers in nood verkeeren. De leden, hier aan het woord, hadden oa. op het oog de bloemenkweekers in de omge ving van Nijmegen en zouden gaarne zien, dat een onderzoek werd ingesteld naar de noodzakelijkheid, ook hun tegemoet te Ko men. Eindverslag is uitgebracht over de ont werpen van wet tot credietverleening ton behoeve van boomkweekers, tot uitkeeria- gen ten behoeve van de teelt en de ver werking van vlas over den oogst 1933, tot steun aan de riet- en griendcultuur, oogst 1933, en garantieregeling 1933 ten behoede van verbouwers van fruit en warmoezerij- gewassen. Betreurd werd, dat de Staten- Generaal de voorgestelde regelingen niet in rustiger overleg kunnen behandelen. Steun ten behoeve van ver bouwers van rogge, oogst 1933. Blijkens het afdeelingsverslag betreurden verscheidene leden, dat de steun, welke >n dit wetsontwerp aan do verbouwers van rogge wordt toegekend, alleen bij uitzon dering zal worden verleend. De beperking van den steun tot de verbouwers van rogge op veenkolonialen grond achtten zij wille keurig. Waarom, zoo vroegen zij, heeft de roggeteelt op zandgrond niet recht op ge lijken steun? Bovendien kwam sommigen leden het criterium, dat als steungerechtigd moeten worden boshouwd „al die verbouwers van rogge, die in voenstreken een landbouw bedrijf uitoefenen, dat het karakter draagt van het veenkoloniale bedrijf', met juist voor, daar het te vaag is. Zij vreesden, dat zich moeilijkheden zouden voordoen met een groot aantal grensgevallen, welke on getwijfeld zullen voorkomen. Andere leden bepleitten de wenschelijk- heid om alle rogge, die ter markt komt, onder de wet te brengen. Naar aanleiding hiervan werd de opmerking gemaakt, dat de steun aan den roggebouw het karak ter van een algemeenen maatregel behoort te dragen cn dat dit ook zonder bezwaar mogelijk zoude zijn, indien de regeering bereid ware voor te schrijven, evenals dit ten aanzien van de inlandsohe tarwe is ge schied. Steun aan de verbouwers van fabrieksaardappelen in de veenkoloniën. Uit het voorloopig verslag inzake dit wetsontwerp blijkt, dat eenige 'eden de op merking maakten, dat bij deze en andere voorgestelde steunverleningen de produc tie wordt vrijgelaten. Zij achtten dit niet juist, want indien de gemeenschap het risi co der productie gaat dragen, moet zij ook de zeggenschap daarover hebben. Voorts maakten enkele leden de opmerking, dat naar hunne meening in het onderhavige geval een bijslag van 25 ct. per H.L. voel te laag is. Dekking verlies op den gefor- ceerden verkoop van 600000 balen aardappelmeel. Blijkens het afdeelingsonderzoek inzake bovengenoemd wetsontwerp, wenschten sommige leden te worden ingelicht, wat de regeering, bij aanneming van het ontwerp voornemens is te doen met de resteerea- de 400.000 balen aardappelmeel en of het waar is, dat aardappelmeel voor verwer king in brood niet geschikt is. Andere leden vestigden er de aandacht op, dat het Aardappeimeel-Verkoopbureau, hetwelk hoofdzakelijk met den voorraad is blijven ritten, niet in staat is gebleken tot verkoop, terwijl anderen daarin wel zijn geslaagd. De Staat moet dientengevolge de schade lijden, ontstaan door de ver keerde verkoopspolitiek van dit bureau. EEN REDE VAN Dp. H. J. LOVINK. Voor den Statenkieskring Aalten van de Christehjk-Historisohe Unie is' Zaterdag te Doetinchem het lid van de 'iweede Ka mer, dr. H. J. Lovink, a-ls spreker opgetre den. Hij behandelde hoofdzakelijk de Land bouwpolitiek der regeering in verband met de crisis. Spr. deelde mee, dat de getroftea maatregelen inderdaad succes hebben ge had, maar gaf als zijn opinie te kennen, dat nog lang niet alle moeilijkheden over wonnen zijn. Een wijziging van de crisis- zuivelwet zal niet kunnen uitblijven en <ie omstandigheden zullen uitwijzen of de op lossing moet' worden gevonden in bepci- king van den veestapel of in vermindering van de margarineproductie, om zoo te ko men tot grooter boterverbruik. Spr. dee!Jo mee, dat er op het oogenblik weer onder handelingen met Duitschland gaande zijn, waarvan hij eenig succes hoopte. Mocht cr niets worden bereikt, dan wordt de toe stand nog ongunstiger en zullen verdere maatregelen moeten volgen, bijvoorbeeld het plaatsen van allen graainvoer onder rcgeeringscontrole. Spreker gaf als zijn persoonlijk oordeel te kennen, dat bij ver betering van den toestand in Duitschland en toeneming van de koopkracht in dat land de afneming van onze producten van zelf weer zal stijgen, daar van den Rijn- landsehen boer nooit een Nederlandsche landbouwer is te maken en onze producten in kwaliteit bovenaan staan. Daarom zal Nederland zijn export moeten handhaven waar dit nu nog mogelijk is en mag het aan den anderen kant zijn grenzen niet sluiten. Naar aanleiding van gestelde vragen deelde de heer Lovink mee. dat van direc- ten steun aan den landbouw wel geen sprake zal kunnen zijn. ofschoon bij de re- gcering in studie is wat kan worden ge daan ter vermindering van de hypotheek- lasten op het boerenbedrijf. DE KAMERVERKIEZINGEN. Loting en uitslag op 29 April. De voorzitter van het Centraal Stem bureau voor de verkiezing van de leden der Tweede Kamer maakt bekend, dat Je loting, bedoeld in artikel 104, vierde lid, der Kieswet, zal geschieden in een zitting van het Centraal Stembureau, te houden op Zaterdag 19 April des namiddags om 5 uur in de oude raadzaal van het stad huis, terwijl dien middag te half zes in dat lokaal de zitting zal worden gehouden waarin de uitslag van de verkiezing wordt bekend gemaakt. KORTING OP DE OVERWERK- BELOONING VOOR RIJKS AMBTENAREN. Bij Kon. besluit van 6 April is een kor ting vastgesteld op de geldelijke beloo ning voor bevolen dienst of arbeid, die bui ten de gewone werktijden valt. Artikel 1 luidt: 1. Bij de uitbetaling van belooning voor bevolen dienst of arbeid, die buiten de ge wone werktijden valt, wordt daarop, voor zooverre deze belooning ingevolge de des betreffende regelingen of voorschriften ge schiedt naar de bezoldiging of het voor den ambtenaar geldende tijdloon, eene korting toegepast van 10 ten honderd. 2. Als de bezoldiging of het voor den ambtenaar geldende tijdloon dient daarbij te worden aangenomen de bezoldiging of het tijdloon, vastgesteld bij of afgeleid uit do voer den ambtenaar geldende bezoldi- gings re-gel in g, zonder daarbij in aanmer king te nemen de korting, bedoeld bij het Koninklijk besluit van 29 December 1931. Staatsblad no. 556, zooals dit is gewijzigd bij Koninklijk besluit van 24 December 1932, Staatsblad no. 635. 3. De in het eerste lid bedoelde korting blijft achterwege, indien en voor zoover de belooning betrekking heeft op dienst of arbeid, verricht vóór 1 April 1933. Artikel 2 verklaart het bepaalde in het eerste artikel van toepassing op: lo. de burgerlijke en militaire Rijksamb tenaren; 2o. het personeel bij het lager-, nijver heids- en landbouwonderwijs, hetwelk, geen Rijksambtenaar zijnde, niettemin bezoldigd wordt naar door de af vanwege de Kroon vastgestelde regelen. Volgens artikel 3 treedt dit besluit in werking met ingang van 1 April. EEN FEESTDAG VOOR SL00TD0RP. 't Was Zaterdag voor het eerste dorp in de Wieringermeer, Slootdorp, een feesleuj- ke dag; dit was merkbaar aan de vlaggen en de kopermuziek. Er werd een begin ge maakt met de beplanting van Neêrlands jorigsten polder en Z. Exc. mr P. J. Rey- mer, minister van .Waterstaat, zette dea eersten boom in den nog zouten bodem. DE ONDERHANDELINGEN TUSSCHEN NEDERLAND EN DUITSCHLAND. Gunstig resu.taat geenszins onmogelijk. De correspondent van de „N.R.Crt." te Ber.ijn meldde gisteravond: Dezer dagen meldde de „Angrif" dat tussehen Nederland en Duitschland oeco- nomische onderhandelingen aan den gang zijn en te dien einde een Nederlandsche commissie te Berlijn vertoeft. Naar voorts in een Wolff bericht te lezen was, heeft rijksminister Hugenberg in de jongste ka binetszitting over den stand der onder- hande.ingen verslag uitgebracht. Als de minister in een kabinetszitting rapport over den stand der onderhandelingen kan uitbrengen, dan blijkt ei uit, dat ze welis waar nog niet ten einde zijn gevoerd, maar dat er toch reeds een bepaalde lijn in te onderkennen valt. Zullen ze in de tegenwoordige omstan digheden tot een goed einde kunnen wor den gevoerd? Deze vraag zal vele lezers het voorhoofd doen fronsen. Dat de jongste politieke ontwikkeling in Duitschland in bet algemeen genomen, niet gunstig is voor de vervulling van de verlangens der im porteurs buurlanden, hoeft immers geen nader betoog. Een verstandige regeering zal daarmede ook bij voorbaat rekening houden en met haar rechtmatige eisohen van meet af aan binnen zekere grenzen blijven, welke nu eenmaal in acht moeten worden genomen, zaï men niet onmogelijk maken, dat de onderhandelingen op gang geraken. Dat ze op gang zijn gebracht, is uit het vorige reeds gebleken en men mag dit op zichzelf reeds als een voorloopig succes beschouwen. Tevens zal men ver standig doen er uit te concludeeren, dat rekening is gehouden met hetgeen bereikt kan worden, zoodat overdreven illusies ook dan niet in vervulling kunnen gaan, in dien de onderhandelingen tot een positief resu taat worden gebracht. Ofschoon het voorbarig zou zijn hierom trent nu al eenige voorspelling te doen, om dat bij alle onderhandelingen altijd weer onverwachte moeilijkheden kunnen rijzen, kan men toch al con^tateeren. dat een naar omstandigheden gunstig resultaat geens zins tot de onmogelijkheden behoort, mits de Nederlandsche regeering gebruik maakt van de troef, welke zij -in de -hand heeft. Een troef. Zij heeft een troef in de hand en rede lijkerwijze is te verwachten, dat zij er ge bruik van zal maken, omdat ze dat ook bij vroegere gelegenheden reeds heeft gedaan. Het is het bekende crediet van 1920, bet- welk door een Treuband Geselschaft voortreffelijk wordt beheerd. Toen dat cre diet werd verleend had het voor Duitsch land een waarde, welke ver uitging boven de waarde van het geld, hetwelk het rijk daardoor ter beschikking kreeg. Het had de waarde van een precedent; het Neder landsche crediet was de s eutel van de deur, waardoor alle yerdere credieten bin nenkwamen. Later heelt, gelijk bekend, Nederland het cre-dict eenige malen ver lengd. Öp het tegenwoordige tijdstip kan het Nederlandsche crediet, meer in het bijzon der de rente van dit crediet wederom voor Duitschand van groote beteekenis worden. Het is immers algemeen bekend, dat het streven van Duitschland met name dat van den rijksminister Hugenberg, thans uitgaat naar de verlaging der rente der leeningen, waarvan (zulk9 in tegenstelling met de rente van de leenïfigen op korten termijn of bankrredieten, we ke onder de Rtiïl- halte vallen) de rente dooreen genomen nog hoog is, gemiddeld in alle geval boo- ger dan de rente van het Nederlandsche crediet, we ke geliik bekend 51/-.. pet. be draagt. Indien nu de Nederlandsche regee ring bereid zou worden gevonden de rente van dit cred'et, welke op zichzelf lager is dan de gemiddelde rente der credieten op langen termijn, te verlagen, dan geniet Duitschland daarvan niet a'lecn onmiddel lijk geldelijk voordeel, maar heeft het een bres geslagen in den muur der hooge ren ten van de leeningen op langen termijn. Kans op gunstige oplossing. Dat Nederland in de gelegenheid is, Duitschland hiertoe in staat te stellen, zal het Duitsehe rijk, zoo kan men aannemen, gunstiger stemmen voor hetgeen hier bij de tegenwoordig heerschende opvatting a's aanmerkelijke concessies op het gebied van den import wordt beschouwd en althans oenigcrinate aan do rechtmatige verlan gens van den Xederlandschen land- en tuin bouw tegemoetkomen. Dit financieol onder- handelincsinstrument liet zoo voor de hand. dat nauwelijks aan te nemen is, dat de Nederlandsche onderhande'aars er geen gebruik van zouden maken en daarom inee- we. dat zooals gezegd, een, naar omstan digheden gunstige oplossing der onderhan delingen geenszins tot de onmogelijkheden moet worden gerekend. Voorzitter van de Nederlandsche onder handelingscommissie is H.M.'s gezant graaf J. van Limburg Stirurn. Tot de leden behooren o.a. dr. IT. M. Hirscbfeld, dr. F. E. Posthuma mr. T/es. alsmede do heeren mr Steenbergen, voorzitter van het Ver bond van katho'ieke werkerevers en Val- star, terwijl ook de heer Nederbragt aan een gedeelte van de onderhandelingen heeft deelgenomen. De Nederlandsche artikelen waar het bij de. onderhandelingen om gaat zijn harde kaas, eieren, spek, groenten, planten, bloembol'en, enz., kortem de artikelen, welke tot de bekende lijst behooren. de welke wij hier niet behoeven te herhalen. KOOPT BIJ ONZE ADVERTEERDERS NEDERLANDSCHE EN ENGELSCHE KATOENINDUSTRIE. Het vraagstuk der Invoerrechten. Gezamenlijke besprekingen te Manchester Ingevolge een uitnoodiging van do Kamer van Koophandel te Manchester hebben Vrijdag 21 dezer officieuse be sprekingen (het communiqué zegt: „in formal conference'"') plaats gevonden tussehen een volledige delegatie van alle bedrijfstakken der Engelsche katoennij verheid en een Nederlandsche afvaardi ging der z.g. Katoen-Commissie, in welk liohaam alle belangen dor katoenindus trie vertegenwoordigd zijn. Het initiatief tot deze besprekingen is uitgegaan van de afgevaardigden van beide industrieën in de International Federation of Master Cotton Spinners and Manufacturers' Associations, waarin verreweg de meeste landen vertegen woordigd zijn. Gedurende de laatste con ferentie van deze Federation werd mr. Tred Holroyd, Engelsch afgevaardigde en oud-voorzitter van genoemde Inter national Federation en door de Neder landsche leden erop gewezen, welke groo te nadeelen de Nederlandsche katoen industrie ondervond door de verhooging van do invoerrechten op manufacturen in Engeland zei! en in andere markten behoorend tot het Britsche imperium, alsmede op de ongerustheid hierdoor bij de Nederlandsche industrie ontstaan. Mr. Holroyd heeft een en ander ter kennis gebracht van den toenmaligen voorzitter der Kamer van Koophandel te Manchester, mr. T. D. Barlow, welke van meening was, dat een conferentie tussehen vertegenwoordigers van beide industrieën, waarbij zoowel deze moei lijkheden als vraagstukken beide indus trieën betreffend, behandeld konden worden, zeer nuttig werk zou kunnen verrichten. Mr. Barlow bracht vooral naar voren, dat de tariefmuren, die nu voor de Nederlandsche katoenindustrie zulke groote bezwaren opleverden, vol strekt niet tegen deze bedoeld waren, doch dat deze eigenlijk per ongeluk hier door mede getroifen werd, omdat de meest-begunstigingsclausulo in de Engel sche handelsverdragen nu eenmaal niet anders dan een gelijke verhandeling van alle vreemde landen mogelijk maakte. Hij meende verder, dat de Engelsche en de Nederlandsche katoenindustrie veel meer parallel oopende dan tegengestelde belangen hadden. Voortbouwende op deze inleidende be sprekingen en voorbereidingen van zijn nu onlangs afgetreeen voorganger, heeft mr. R. Bond, de tegenwoordige president of the Chamber of Commerce, de boven genoemde gezamenlijke vergadering be legd. De Nedenand-scne delegatie be stond uit de heeren: Joan Gelderman (H. P. Gciderman en Zn.) Oldenzaal, (voorzitter); G. van der Muelen (Ko.t. .Stoomweverij te Nij verdal) Almelo; P. Tentener van Vlissingen Pzn. (P. F. v. Vlissingen en Co'e Katoenfabrieken) Hel mond; prof. dr. J. W'.sselink (Directeur van het Economisch Instituut voor do Textielindustrie) Rotterdam. Mr. M. P. L. Steenberghe (N.V. Van Puyenb rook's Textielfabrieken) Goirle, die ook aangewezen was ais afgevaar digde, vertoefde als lid eener rogeerings- commissio in Duitschland en was zoo doende verhinderd mede naar Engeland te gaan. Na afloop der conferentie werden (met instemming van beide delegaties) door den secretaris mr. Raymond Streat, de volgende mcdedeelingen aan de pers verstrekt. De punten, welke behandeld werden, waren o.a. de tariefpolitiek van Enge land en de lande, van het Britsohe Im perium, de positie vfn Nederland en Nederlandsoh Indië, wat do invoerrech ten betreft, de scherpe concurrentie, die Nederland en Engel ad (van derden) on dervinden, de gevoigen van de meest- begunstiigi.igsclaueule vonr do. handcis- betrokkingen tussehen beide landen, de al dan niet wenschelijklu.d van contin- genteering en een aantal andere hier mede in verband staande problemen. Beide delegaties kwamen overeen, vooralsnog geen nadr-e mededelingen te doen omtrent do resultaten der be sprekingen. Iedere delegatie zal een rapport .samenstellen en (voorzoover zij niet reeds volledige volmacht ontvin gen) dit ter goedkeuring voorleggen aan de organisaties, die zij vertegenwoordigt, om het daarna voor to leggen aan hare respectievelijke regceringen. Beide dele gaties verklaarden zeer voldaan to zijn over het besluit, om deze conferentie te dooen houden en over het verkregen contact. Hoewel de besprekingen en be sluiten vanzelfsprekend slechts een of ficieus karakter dragen en de beide in dustrieën nog niet binden, hebben zij reeds geleid tot een beter begrip van de woderzijdsche omstandigheden en een betere samenwerking cn men hoopt, dat straks een regeling kan worden getrof fen, welko aan de Regeeringen van beide landen kan worden voorgelegd en door deze met weinig tijdverlies (without undue delay) kan worder doorgevoerd. Dit is de eerste maal dat do Engel sche katoenindustrie op een conferentie haar afgevaardigden in contact heeft kunnen brengen met hun rechtstreek- sche collogas (their opposite numbers) uit een andere nijverhc.d, teneinde al dus op de meest-deskundigo en veelzij dige wijze, industrieelc vraagstukken, bandelspolftiek en problemen de tarie ven betreffend, te kunnen bespreken. Waar onderhandelingen omtrent de ta rieven nooilig geworden zijn zoowel door de invoering van beschermende rechien in Engeland (this country) als door den toestand, waarin de internationale han del over de geheele wereld is komen te verkeeren, kan het niet anders dan nut tig zijn, indien belangrijke bedrijfstak ken pogen, om den weg te bewandelen van het rechtstreekscb contact als een voorstadium van onderhandelingen tus sehen de desbetreffende Regeeringen. BESCHIKKING OVER LOCALITEIT IN DEN'ZIN DER DRANKWET. In art. 12, le lid, 10e der nieuwe Drank wet is bepaald, dat burgemeester en wet houders een gevraagde vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein weigeren, wanneer gegrond vermoeden be staat, dat de verzoeker niet de beschik king heeft over een localiteit, waarvoor do vergunning wordt gevraagd. Het is begrij pelijk, dat in de practijk meermalen de vraag naar voren komt, of een verzoekor al dan niet de beschikking hoeft over de bij het verzoekschrift aangewezen locali teit. Dienaangaande is een beslissing ge nomen door burgemeester en wethouders van Velsen en in beroep gehandhaafd door Ged. Staten van Noord-Holland. De heer J. van Hilten te Beverwijk vroeg in 1932 aan burgemeester en wethouders un de gemeente Velsen om vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein uitsluitend voor gebruik elders dan ter plaatse van verkoop (slijtvergunning) iu de bonedenlocaliteit van het perceel Ka naalstraat 81 te IJmuiden. Burgemeester en wethouders weigerden bij besluit van d Juli 1932 de gevraagdo vergunning op grond, a. dat het vastgestelde maximum vergunningen reeds was bereikt en b. dat gegrond 'ermoeden bestond, dat do ver zoeker niet dc beschikking had over do localiteit, voor welke de vergunning werd gevraagd. Met den onder b. genoemden weigering* - grond kon de verzoekor zich niet verconi- gen, klaarblijkelijk omdat zijn naam door do aanvoering van dezen grond niet kon geplaatst worden op do lijst, bedoeld in art. 17 der Drankwet (een lijst van z.g.n. adspirant-vergunninghouders, door B. en W. aangelegd en bijgehouden). De heer van Hilten ging dan ook in boroep bij God. Sta ten van Noord-Holland, daarbij aanvoeren de, dat door hem bij zijn verzoekschrift om vergunning is overgelegd een verklaring van den eigenaar der localiteit, die daarbij schriftelijk bevestigde, dat hij aan ver zoeker de beschikking zal verleenen over bedoelde localiteit van genoemd perceel te IJmuiden, zoodra de betreffende vergun ning ingevolge de Drankwet Kil zijn ver leend. Ged. Staten hebben het ingestelde be roep verworpen, o.m. uit overweging, dat toch die verklaring, uit welke voorwaarden on in welken vorm aan reclamant do ne- sohikking over do localiteit gegeven zal worden, bezwaarlijk te beschouwen is als een bewijsstuk, waaraan reclamant eenig recht ten aanzien van do beschikking over de localiteit lean ontleenen en dat het ook geheel onzeker i-s, wanneer aan reclamant, eenmaal op bovenbedoelde lijst geplaatst, de vergunning verleend zou kunnen wor- den, en onder die omstandigheden uit do verklaring niet de bedoeling van den eige naar kon worden afgeleid inderdaad aan reclamant dc beschikking over de locali teit te geven, nog daargelaten of dc eige naar dan in staat zal zijn dit to doen. Vereeniginn R. K. Herstellingsoorden voor longlijders en zwakke kinderen Amsterdam. In het Secretariaatsgebouw Ooster park 63 te Amsterdam heeft de jaarver gadering plaats gehad van bovengenoem de verecniging. In zijn inleidend woord deed de voor zitter dr. N. P. van Spanje vooral goed uitkomen het groote voorrecht dal. dc verecniging heeft gehad, in deze tijden van grooten zorg een persoon als den heer Anton Leeuwenberg te Haarlem bereid to hebben gevonden, penningmees ter der vcroeniging to worden. De secretaris dr. ,P.W. C. M. Busch te Amsterdam gaf gen. ?9©T uitvoerig verslag van de gebeurtenissen in hot afgeloopen jaar. waarbij hij o.a. wees op den bevredigenden toestand der vcroen iging en de Sanatoria „Dekkerswald" en ..Heliomare", hetgeen met applaus werd beloond. De nieuwe penningmeester had een moeilijke taak, die hij echter met goed resultaat heeft vervuld en waarvoor hein door de vergadering dank word gebracht mede aan den gedelegeerde van don Raad van Bosbuitr den hoor P. F. Anink voor zijn werkzaamheden en de accurate wijze waarop tijdens de zeer moeilijke maanden veroorzaakt door do aanvraag van surseance van do betaling van het effectenkantoor waar de kasmiddelen waren gedeponeerd, hij het penningmees terschap had waargenomen. Vervolgens werden do aftredende le den dr. X. P. van Spanje te Amsterdam, dr. J. G. M. Mastboom te 's-Gravenhage, mgr. dr. G. A. Bauduin te Roermond, dr. G. H. A. F.. Fehmers te Rotterdam bij acclamatie herkozen. Tot nieuw lid van den Raad van Bestuur werd geko zen mr. G. C. J. D. Kropman, wethou der dor gemeente Amsterdam. In de na afloop van de algemeeno ver gadering plaats hebbende vergadering van den Raad van Bestuur werd beslo ten do inrichting van de Röntgenkamer van het Sanatorium „Dekkerswald" mei Ro-buizcn van Philins op te dragen aan de N.V. Eerste Nederlandsche Röntgen- appa raten fa brick to Delft, waardoor „Dekkerswald" mede in verband met de vergrooting en verbouwing van de Rönt genkamer met bijlokalcn in het bezit komt van de meest moderne inrichting van ons land. Ofschoon gebukt gaande onder groote zorgen meende het be stuur in het belang van ons schitterend Sanatorium „Dekkerswald" deze nieuwe uitgaaf van ruim ƒ12.000.toch te moe ten doen, hetgeen voor de voorzitter aanleiding was opnieuw al'er medewer king te verzoeken tot uitbreiding van het ledental en om tcezegingen van schenkingen en legaten te verzopen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 13