DINSDAG 25 APRIL 1933
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
BINNENLAND
NED. EPISCOPAAT BIJ DE ZWIJGER
HERDENKING.
Bij de reeds uitvoerig vermeldde offi
cieel© nationale herdenking in het Concert
gebouw waren onder de autoriteiten ook
aanwezig de H.H. H.H. Excellenties Mgr.
J. H. G. Jansen, aartsbisschop van Utrecht,
mgr. J. D. J. Aengenent, bisschop van Haar
lem en mgr. A. F. Diepen, bisschop van
Den Bosch, alsmede de Hoogeerw. heer ka
nunnik deken dr. G. C. van Noort.
KRABBELAAR IN ROME.
De Oproerige Krabbelaar in de socialis
tische pers vraagt zijn lezers er zich goed
reeknschap van te geven, „dat de grondleg
gers van het internationale fascisme daar
in Rome op één na van katholieken huize
waren, en dat zij uit handen van den Paus
zelf de Heilige Communie hebben ontvan
gen ter eere van hun bezoek".
Het betreft hier Von Papen, Dollfuss en
Mussolini.
Von Papen kwam naar Rome om bespre
kingen met den Paus te voeren over de
stichting van een nieuwe katholieke partij
in Duitschland, waarvan de Paus niets wil
de weten.
Dollfuss, de Oostenrijksche bewindsman,
kan men moeilijk als een fascist beschou
wen, als men weet hoe de Nazi's tegen hem
te keer gaan!
En aan de gezonde Katholiciteit van den
heer Mussolini bestaat redelijke twijfel.
Dat Mussolini uit handen van den Paus de
H. Communie ontving, is onjuist.
De geheele Krabbel over staatslieden,
die „ter eere van hun bezoek" de TI.
Communie ontvingen, is dus een puur ver
zinsel.
DE EERSTE KAMER EN DE STEUN-
ONTWERPEN.
Garantieregeling 1933 ten be
hoeve van de kippen- en een-
denhouderij.
Het afdeelingsonderzoek inzake dit
wetsontwerp gat aanleiding tot het uiten
van de vrees, dat de hier voorgestelde
steunmaatregel, indien die tot stand mocüt
komen, ten gevolge zal hebben, dat de pro
ductie van eieren niet zoo sterk zal terug -
loopen als gewenscht is. Andere leden
spraken daartegenover het vertrouwen uit,
dat de gemiddelde prijs op minder dan
2.60 zal worden bepaald, waardoor de
productie van zelf in behoorlijke banen zal
worden geleid.
Eenige geruststelling ten dezen aanzien
■werd wenschelijk geacht.
Credieten voor bloemen-
kweekers.
Hot afdeelingsonderzoek van het wets
ontwerp inzake crediet verleening ten be
hoeve van bloemenkweekers te Aalsmeer
en Haarlemmermeer gaf geen aanleiding
tot het opperen van bezwaren. Wel werd
de opmerking gemaakt, dat ook in andere
streken dan de in het ontwerp genoemde
de bloemenkweekers in nood verkeeren. De
leden, hier aan het woord, hadden oa. op
het oog de bloemenkweekers in de omge
ving van Nijmegen en zouden gaarne zien,
dat een onderzoek werd ingesteld naar de
noodzakelijkheid, ook hun tegemoet te Ko
men.
Eindverslag is uitgebracht over de ont
werpen van wet tot credietverleening ton
behoeve van boomkweekers, tot uitkeeria-
gen ten behoeve van de teelt en de ver
werking van vlas over den oogst 1933, tot
steun aan de riet- en griendcultuur, oogst
1933, en garantieregeling 1933 ten behoede
van verbouwers van fruit en warmoezerij-
gewassen. Betreurd werd, dat de Staten-
Generaal de voorgestelde regelingen niet
in rustiger overleg kunnen behandelen.
Steun ten behoeve van ver
bouwers van rogge, oogst 1933.
Blijkens het afdeelingsverslag betreurden
verscheidene leden, dat de steun, welke >n
dit wetsontwerp aan do verbouwers van
rogge wordt toegekend, alleen bij uitzon
dering zal worden verleend. De beperking
van den steun tot de verbouwers van rogge
op veenkolonialen grond achtten zij wille
keurig. Waarom, zoo vroegen zij, heeft de
roggeteelt op zandgrond niet recht op ge
lijken steun?
Bovendien kwam sommigen leden het
criterium, dat als steungerechtigd moeten
worden boshouwd „al die verbouwers van
rogge, die in voenstreken een landbouw
bedrijf uitoefenen, dat het karakter draagt
van het veenkoloniale bedrijf', met juist
voor, daar het te vaag is. Zij vreesden, dat
zich moeilijkheden zouden voordoen met
een groot aantal grensgevallen, welke on
getwijfeld zullen voorkomen.
Andere leden bepleitten de wenschelijk-
heid om alle rogge, die ter markt komt,
onder de wet te brengen. Naar aanleiding
hiervan werd de opmerking gemaakt, dat
de steun aan den roggebouw het karak
ter van een algemeenen maatregel behoort
te dragen cn dat dit ook zonder bezwaar
mogelijk zoude zijn, indien de regeering
bereid ware voor te schrijven, evenals dit
ten aanzien van de inlandsohe tarwe is ge
schied.
Steun aan de verbouwers van
fabrieksaardappelen in de
veenkoloniën.
Uit het voorloopig verslag inzake dit
wetsontwerp blijkt, dat eenige 'eden de op
merking maakten, dat bij deze en andere
voorgestelde steunverleningen de produc
tie wordt vrijgelaten. Zij achtten dit niet
juist, want indien de gemeenschap het risi
co der productie gaat dragen, moet zij ook
de zeggenschap daarover hebben. Voorts
maakten enkele leden de opmerking, dat
naar hunne meening in het onderhavige
geval een bijslag van 25 ct. per H.L. voel
te laag is.
Dekking verlies op den gefor-
ceerden verkoop van 600000
balen aardappelmeel.
Blijkens het afdeelingsonderzoek inzake
bovengenoemd wetsontwerp, wenschten
sommige leden te worden ingelicht, wat de
regeering, bij aanneming van het ontwerp
voornemens is te doen met de resteerea-
de 400.000 balen aardappelmeel en of het
waar is, dat aardappelmeel voor verwer
king in brood niet geschikt is.
Andere leden vestigden er de aandacht
op, dat het Aardappeimeel-Verkoopbureau,
hetwelk hoofdzakelijk met den voorraad is
blijven ritten, niet in staat is gebleken tot
verkoop, terwijl anderen daarin wel zijn
geslaagd. De Staat moet dientengevolge
de schade lijden, ontstaan door de ver
keerde verkoopspolitiek van dit bureau.
EEN REDE VAN Dp. H. J. LOVINK.
Voor den Statenkieskring Aalten van de
Christehjk-Historisohe Unie is' Zaterdag
te Doetinchem het lid van de 'iweede Ka
mer, dr. H. J. Lovink, a-ls spreker opgetre
den. Hij behandelde hoofdzakelijk de Land
bouwpolitiek der regeering in verband met
de crisis. Spr. deelde mee, dat de getroftea
maatregelen inderdaad succes hebben ge
had, maar gaf als zijn opinie te kennen,
dat nog lang niet alle moeilijkheden over
wonnen zijn. Een wijziging van de crisis-
zuivelwet zal niet kunnen uitblijven en <ie
omstandigheden zullen uitwijzen of de op
lossing moet' worden gevonden in bepci-
king van den veestapel of in vermindering
van de margarineproductie, om zoo te ko
men tot grooter boterverbruik. Spr. dee!Jo
mee, dat er op het oogenblik weer onder
handelingen met Duitschland gaande zijn,
waarvan hij eenig succes hoopte. Mocht cr
niets worden bereikt, dan wordt de toe
stand nog ongunstiger en zullen verdere
maatregelen moeten volgen, bijvoorbeeld
het plaatsen van allen graainvoer onder
rcgeeringscontrole. Spreker gaf als zijn
persoonlijk oordeel te kennen, dat bij ver
betering van den toestand in Duitschland
en toeneming van de koopkracht in dat
land de afneming van onze producten van
zelf weer zal stijgen, daar van den Rijn-
landsehen boer nooit een Nederlandsche
landbouwer is te maken en onze producten
in kwaliteit bovenaan staan. Daarom zal
Nederland zijn export moeten handhaven
waar dit nu nog mogelijk is en mag het
aan den anderen kant zijn grenzen niet
sluiten.
Naar aanleiding van gestelde vragen
deelde de heer Lovink mee. dat van direc-
ten steun aan den landbouw wel geen
sprake zal kunnen zijn. ofschoon bij de re-
gcering in studie is wat kan worden ge
daan ter vermindering van de hypotheek-
lasten op het boerenbedrijf.
DE KAMERVERKIEZINGEN.
Loting en uitslag op 29 April.
De voorzitter van het Centraal Stem
bureau voor de verkiezing van de leden
der Tweede Kamer maakt bekend, dat Je
loting, bedoeld in artikel 104, vierde lid,
der Kieswet, zal geschieden in een zitting
van het Centraal Stembureau, te houden
op Zaterdag 19 April des namiddags om
5 uur in de oude raadzaal van het stad
huis, terwijl dien middag te half zes in
dat lokaal de zitting zal worden gehouden
waarin de uitslag van de verkiezing wordt
bekend gemaakt.
KORTING OP DE OVERWERK-
BELOONING VOOR RIJKS
AMBTENAREN.
Bij Kon. besluit van 6 April is een kor
ting vastgesteld op de geldelijke beloo
ning voor bevolen dienst of arbeid, die bui
ten de gewone werktijden valt.
Artikel 1 luidt:
1. Bij de uitbetaling van belooning voor
bevolen dienst of arbeid, die buiten de ge
wone werktijden valt, wordt daarop, voor
zooverre deze belooning ingevolge de des
betreffende regelingen of voorschriften ge
schiedt naar de bezoldiging of het voor den
ambtenaar geldende tijdloon, eene korting
toegepast van 10 ten honderd.
2. Als de bezoldiging of het voor den
ambtenaar geldende tijdloon dient daarbij
te worden aangenomen de bezoldiging of
het tijdloon, vastgesteld bij of afgeleid uit
do voer den ambtenaar geldende bezoldi-
gings re-gel in g, zonder daarbij in aanmer
king te nemen de korting, bedoeld bij het
Koninklijk besluit van 29 December 1931.
Staatsblad no. 556, zooals dit is gewijzigd
bij Koninklijk besluit van 24 December
1932, Staatsblad no. 635.
3. De in het eerste lid bedoelde korting
blijft achterwege, indien en voor zoover
de belooning betrekking heeft op dienst of
arbeid, verricht vóór 1 April 1933.
Artikel 2 verklaart het bepaalde in het
eerste artikel van toepassing op:
lo. de burgerlijke en militaire Rijksamb
tenaren;
2o. het personeel bij het lager-, nijver
heids- en landbouwonderwijs, hetwelk, geen
Rijksambtenaar zijnde, niettemin bezoldigd
wordt naar door de af vanwege de Kroon
vastgestelde regelen.
Volgens artikel 3 treedt dit besluit in
werking met ingang van 1 April.
EEN FEESTDAG VOOR SL00TD0RP.
't Was Zaterdag voor het eerste dorp in
de Wieringermeer, Slootdorp, een feesleuj-
ke dag; dit was merkbaar aan de vlaggen
en de kopermuziek. Er werd een begin ge
maakt met de beplanting van Neêrlands
jorigsten polder en Z. Exc. mr P. J. Rey-
mer, minister van .Waterstaat, zette dea
eersten boom in den nog zouten bodem.
DE ONDERHANDELINGEN
TUSSCHEN NEDERLAND EN
DUITSCHLAND.
Gunstig resu.taat geenszins
onmogelijk.
De correspondent van de „N.R.Crt." te
Ber.ijn meldde gisteravond:
Dezer dagen meldde de „Angrif" dat
tussehen Nederland en Duitschland oeco-
nomische onderhandelingen aan den gang
zijn en te dien einde een Nederlandsche
commissie te Berlijn vertoeft. Naar voorts
in een Wolff bericht te lezen was, heeft
rijksminister Hugenberg in de jongste ka
binetszitting over den stand der onder-
hande.ingen verslag uitgebracht. Als de
minister in een kabinetszitting rapport
over den stand der onderhandelingen kan
uitbrengen, dan blijkt ei uit, dat ze welis
waar nog niet ten einde zijn gevoerd, maar
dat er toch reeds een bepaalde lijn in te
onderkennen valt.
Zullen ze in de tegenwoordige omstan
digheden tot een goed einde kunnen wor
den gevoerd? Deze vraag zal vele lezers
het voorhoofd doen fronsen. Dat de jongste
politieke ontwikkeling in Duitschland in
bet algemeen genomen, niet gunstig is voor
de vervulling van de verlangens der im
porteurs buurlanden, hoeft immers geen
nader betoog. Een verstandige regeering
zal daarmede ook bij voorbaat rekening
houden en met haar rechtmatige eisohen
van meet af aan binnen zekere grenzen
blijven, welke nu eenmaal in acht moeten
worden genomen, zaï men niet onmogelijk
maken, dat de onderhandelingen op gang
geraken. Dat ze op gang zijn gebracht, is
uit het vorige reeds gebleken en men mag
dit op zichzelf reeds als een voorloopig
succes beschouwen. Tevens zal men ver
standig doen er uit te concludeeren, dat
rekening is gehouden met hetgeen bereikt
kan worden, zoodat overdreven illusies
ook dan niet in vervulling kunnen gaan, in
dien de onderhandelingen tot een positief
resu taat worden gebracht.
Ofschoon het voorbarig zou zijn hierom
trent nu al eenige voorspelling te doen, om
dat bij alle onderhandelingen altijd weer
onverwachte moeilijkheden kunnen rijzen,
kan men toch al con^tateeren. dat een naar
omstandigheden gunstig resultaat geens
zins tot de onmogelijkheden behoort, mits
de Nederlandsche regeering gebruik maakt
van de troef, welke zij -in de -hand heeft.
Een troef.
Zij heeft een troef in de hand en rede
lijkerwijze is te verwachten, dat zij er ge
bruik van zal maken, omdat ze dat ook bij
vroegere gelegenheden reeds heeft gedaan.
Het is het bekende crediet van 1920, bet-
welk door een Treuband Geselschaft
voortreffelijk wordt beheerd. Toen dat cre
diet werd verleend had het voor Duitsch
land een waarde, welke ver uitging boven
de waarde van het geld, hetwelk het rijk
daardoor ter beschikking kreeg. Het had
de waarde van een precedent; het Neder
landsche crediet was de s eutel van de
deur, waardoor alle yerdere credieten bin
nenkwamen. Later heelt, gelijk bekend,
Nederland het cre-dict eenige malen ver
lengd.
Öp het tegenwoordige tijdstip kan het
Nederlandsche crediet, meer in het bijzon
der de rente van dit crediet wederom voor
Duitschand van groote beteekenis worden.
Het is immers algemeen bekend, dat het
streven van Duitschland met name dat van
den rijksminister Hugenberg, thans uitgaat
naar de verlaging der rente der leeningen,
waarvan (zulk9 in tegenstelling met de
rente van de leenïfigen op korten termijn
of bankrredieten, we ke onder de Rtiïl-
halte vallen) de rente dooreen genomen
nog hoog is, gemiddeld in alle geval boo-
ger dan de rente van het Nederlandsche
crediet, we ke geliik bekend 51/-.. pet. be
draagt. Indien nu de Nederlandsche regee
ring bereid zou worden gevonden de rente
van dit cred'et, welke op zichzelf lager is
dan de gemiddelde rente der credieten op
langen termijn, te verlagen, dan geniet
Duitschland daarvan niet a'lecn onmiddel
lijk geldelijk voordeel, maar heeft het een
bres geslagen in den muur der hooge ren
ten van de leeningen op langen termijn.
Kans op gunstige oplossing.
Dat Nederland in de gelegenheid is,
Duitschland hiertoe in staat te stellen, zal
het Duitsehe rijk, zoo kan men aannemen,
gunstiger stemmen voor hetgeen hier bij de
tegenwoordig heerschende opvatting a's
aanmerkelijke concessies op het gebied van
den import wordt beschouwd en althans
oenigcrinate aan do rechtmatige verlan
gens van den Xederlandschen land- en tuin
bouw tegemoetkomen. Dit financieol onder-
handelincsinstrument liet zoo voor de
hand. dat nauwelijks aan te nemen is, dat
de Nederlandsche onderhande'aars er geen
gebruik van zouden maken en daarom inee-
we. dat zooals gezegd, een, naar omstan
digheden gunstige oplossing der onderhan
delingen geenszins tot de onmogelijkheden
moet worden gerekend.
Voorzitter van de Nederlandsche onder
handelingscommissie is H.M.'s gezant
graaf J. van Limburg Stirurn. Tot de leden
behooren o.a. dr. IT. M. Hirscbfeld, dr. F.
E. Posthuma mr. T/es. alsmede do heeren
mr Steenbergen, voorzitter van het Ver
bond van katho'ieke werkerevers en Val-
star, terwijl ook de heer Nederbragt aan
een gedeelte van de onderhandelingen
heeft deelgenomen.
De Nederlandsche artikelen waar het bij
de. onderhandelingen om gaat zijn harde
kaas, eieren, spek, groenten, planten,
bloembol'en, enz., kortem de artikelen,
welke tot de bekende lijst behooren. de
welke wij hier niet behoeven te herhalen.
KOOPT BIJ ONZE
ADVERTEERDERS
NEDERLANDSCHE EN ENGELSCHE
KATOENINDUSTRIE.
Het vraagstuk der Invoerrechten.
Gezamenlijke besprekingen te Manchester
Ingevolge een uitnoodiging van do
Kamer van Koophandel te Manchester
hebben Vrijdag 21 dezer officieuse be
sprekingen (het communiqué zegt: „in
formal conference'"') plaats gevonden
tussehen een volledige delegatie van alle
bedrijfstakken der Engelsche katoennij
verheid en een Nederlandsche afvaardi
ging der z.g. Katoen-Commissie, in welk
liohaam alle belangen dor katoenindus
trie vertegenwoordigd zijn.
Het initiatief tot deze besprekingen
is uitgegaan van de afgevaardigden van
beide industrieën in de International
Federation of Master Cotton Spinners
and Manufacturers' Associations, waarin
verreweg de meeste landen vertegen
woordigd zijn. Gedurende de laatste con
ferentie van deze Federation werd mr.
Tred Holroyd, Engelsch afgevaardigde
en oud-voorzitter van genoemde Inter
national Federation en door de Neder
landsche leden erop gewezen, welke groo
te nadeelen de Nederlandsche katoen
industrie ondervond door de verhooging
van do invoerrechten op manufacturen
in Engeland zei! en in andere markten
behoorend tot het Britsche imperium,
alsmede op de ongerustheid hierdoor bij
de Nederlandsche industrie ontstaan.
Mr. Holroyd heeft een en ander ter
kennis gebracht van den toenmaligen
voorzitter der Kamer van Koophandel
te Manchester, mr. T. D. Barlow, welke
van meening was, dat een conferentie
tussehen vertegenwoordigers van beide
industrieën, waarbij zoowel deze moei
lijkheden als vraagstukken beide indus
trieën betreffend, behandeld konden
worden, zeer nuttig werk zou kunnen
verrichten. Mr. Barlow bracht vooral
naar voren, dat de tariefmuren, die nu
voor de Nederlandsche katoenindustrie
zulke groote bezwaren opleverden, vol
strekt niet tegen deze bedoeld waren,
doch dat deze eigenlijk per ongeluk hier
door mede getroifen werd, omdat de
meest-begunstigingsclausulo in de Engel
sche handelsverdragen nu eenmaal niet
anders dan een gelijke verhandeling van
alle vreemde landen mogelijk maakte.
Hij meende verder, dat de Engelsche en
de Nederlandsche katoenindustrie veel
meer parallel oopende dan tegengestelde
belangen hadden.
Voortbouwende op deze inleidende be
sprekingen en voorbereidingen van zijn
nu onlangs afgetreeen voorganger, heeft
mr. R. Bond, de tegenwoordige president
of the Chamber of Commerce, de boven
genoemde gezamenlijke vergadering be
legd. De Nedenand-scne delegatie be
stond uit de heeren: Joan Gelderman
(H. P. Gciderman en Zn.) Oldenzaal,
(voorzitter); G. van der Muelen (Ko.t.
.Stoomweverij te Nij verdal) Almelo; P.
Tentener van Vlissingen Pzn. (P. F. v.
Vlissingen en Co'e Katoenfabrieken) Hel
mond; prof. dr. J. W'.sselink (Directeur
van het Economisch Instituut voor do
Textielindustrie) Rotterdam.
Mr. M. P. L. Steenberghe (N.V. Van
Puyenb rook's Textielfabrieken) Goirle,
die ook aangewezen was ais afgevaar
digde, vertoefde als lid eener rogeerings-
commissio in Duitschland en was zoo
doende verhinderd mede naar Engeland
te gaan.
Na afloop der conferentie werden (met
instemming van beide delegaties) door
den secretaris mr. Raymond Streat, de
volgende mcdedeelingen aan de pers
verstrekt.
De punten, welke behandeld werden,
waren o.a. de tariefpolitiek van Enge
land en de lande, van het Britsohe Im
perium, de positie vfn Nederland en
Nederlandsoh Indië, wat do invoerrech
ten betreft, de scherpe concurrentie, die
Nederland en Engel ad (van derden) on
dervinden, de gevoigen van de meest-
begunstiigi.igsclaueule vonr do. handcis-
betrokkingen tussehen beide landen, de
al dan niet wenschelijklu.d van contin-
genteering en een aantal andere hier
mede in verband staande problemen.
Beide delegaties kwamen overeen,
vooralsnog geen nadr-e mededelingen
te doen omtrent do resultaten der be
sprekingen. Iedere delegatie zal een
rapport .samenstellen en (voorzoover zij
niet reeds volledige volmacht ontvin
gen) dit ter goedkeuring voorleggen aan
de organisaties, die zij vertegenwoordigt,
om het daarna voor to leggen aan hare
respectievelijke regceringen. Beide dele
gaties verklaarden zeer voldaan to zijn
over het besluit, om deze conferentie
te dooen houden en over het verkregen
contact. Hoewel de besprekingen en be
sluiten vanzelfsprekend slechts een of
ficieus karakter dragen en de beide in
dustrieën nog niet binden, hebben zij
reeds geleid tot een beter begrip van
de woderzijdsche omstandigheden en een
betere samenwerking cn men hoopt, dat
straks een regeling kan worden getrof
fen, welko aan de Regeeringen van beide
landen kan worden voorgelegd en door
deze met weinig tijdverlies (without
undue delay) kan worder doorgevoerd.
Dit is de eerste maal dat do Engel
sche katoenindustrie op een conferentie
haar afgevaardigden in contact heeft
kunnen brengen met hun rechtstreek-
sche collogas (their opposite numbers)
uit een andere nijverhc.d, teneinde al
dus op de meest-deskundigo en veelzij
dige wijze, industrieelc vraagstukken,
bandelspolftiek en problemen de tarie
ven betreffend, te kunnen bespreken.
Waar onderhandelingen omtrent de ta
rieven nooilig geworden zijn zoowel door
de invoering van beschermende rechien
in Engeland (this country) als door den
toestand, waarin de internationale han
del over de geheele wereld is komen te
verkeeren, kan het niet anders dan nut
tig zijn, indien belangrijke bedrijfstak
ken pogen, om den weg te bewandelen
van het rechtstreekscb contact als een
voorstadium van onderhandelingen tus
sehen de desbetreffende Regeeringen.
BESCHIKKING OVER LOCALITEIT IN
DEN'ZIN DER DRANKWET.
In art. 12, le lid, 10e der nieuwe Drank
wet is bepaald, dat burgemeester en wet
houders een gevraagde vergunning voor
den verkoop van sterken drank in het klein
weigeren, wanneer gegrond vermoeden be
staat, dat de verzoeker niet de beschik
king heeft over een localiteit, waarvoor do
vergunning wordt gevraagd. Het is begrij
pelijk, dat in de practijk meermalen de
vraag naar voren komt, of een verzoekor
al dan niet de beschikking hoeft over de
bij het verzoekschrift aangewezen locali
teit. Dienaangaande is een beslissing ge
nomen door burgemeester en wethouders
van Velsen en in beroep gehandhaafd door
Ged. Staten van Noord-Holland.
De heer J. van Hilten te Beverwijk vroeg
in 1932 aan burgemeester en wethouders
un de gemeente Velsen om vergunning
voor den verkoop van sterken drank in het
klein uitsluitend voor gebruik elders dan
ter plaatse van verkoop (slijtvergunning) iu
de bonedenlocaliteit van het perceel Ka
naalstraat 81 te IJmuiden. Burgemeester
en wethouders weigerden bij besluit van d
Juli 1932 de gevraagdo vergunning op
grond, a. dat het vastgestelde maximum
vergunningen reeds was bereikt en b. dat
gegrond 'ermoeden bestond, dat do ver
zoeker niet dc beschikking had over do
localiteit, voor welke de vergunning werd
gevraagd.
Met den onder b. genoemden weigering* -
grond kon de verzoekor zich niet verconi-
gen, klaarblijkelijk omdat zijn naam door
do aanvoering van dezen grond niet kon
geplaatst worden op do lijst, bedoeld in
art. 17 der Drankwet (een lijst van z.g.n.
adspirant-vergunninghouders, door B. en
W. aangelegd en bijgehouden). De heer van
Hilten ging dan ook in boroep bij God. Sta
ten van Noord-Holland, daarbij aanvoeren
de, dat door hem bij zijn verzoekschrift om
vergunning is overgelegd een verklaring
van den eigenaar der localiteit, die daarbij
schriftelijk bevestigde, dat hij aan ver
zoeker de beschikking zal verleenen over
bedoelde localiteit van genoemd perceel te
IJmuiden, zoodra de betreffende vergun
ning ingevolge de Drankwet Kil zijn ver
leend.
Ged. Staten hebben het ingestelde be
roep verworpen, o.m. uit overweging, dat
toch die verklaring, uit welke voorwaarden
on in welken vorm aan reclamant do ne-
sohikking over do localiteit gegeven zal
worden, bezwaarlijk te beschouwen is als
een bewijsstuk, waaraan reclamant eenig
recht ten aanzien van do beschikking over
de localiteit lean ontleenen en dat het ook
geheel onzeker i-s, wanneer aan reclamant,
eenmaal op bovenbedoelde lijst geplaatst,
de vergunning verleend zou kunnen wor-
den, en onder die omstandigheden uit do
verklaring niet de bedoeling van den eige
naar kon worden afgeleid inderdaad aan
reclamant dc beschikking over de locali
teit te geven, nog daargelaten of dc eige
naar dan in staat zal zijn dit to doen.
Vereeniginn R. K. Herstellingsoorden
voor longlijders en zwakke kinderen
Amsterdam.
In het Secretariaatsgebouw Ooster
park 63 te Amsterdam heeft de jaarver
gadering plaats gehad van bovengenoem
de verecniging.
In zijn inleidend woord deed de voor
zitter dr. N. P. van Spanje vooral goed
uitkomen het groote voorrecht dal. dc
verecniging heeft gehad, in deze tijden
van grooten zorg een persoon als den
heer Anton Leeuwenberg te Haarlem
bereid to hebben gevonden, penningmees
ter der vcroeniging to worden.
De secretaris dr. ,P.W. C. M. Busch
te Amsterdam gaf gen. ?9©T uitvoerig
verslag van de gebeurtenissen in hot
afgeloopen jaar. waarbij hij o.a. wees op
den bevredigenden toestand der vcroen
iging en de Sanatoria „Dekkerswald" en
..Heliomare", hetgeen met applaus werd
beloond.
De nieuwe penningmeester had een
moeilijke taak, die hij echter met goed
resultaat heeft vervuld en waarvoor hein
door de vergadering dank word gebracht
mede aan den gedelegeerde van don
Raad van Bosbuitr den hoor P. F. Anink
voor zijn werkzaamheden en de accurate
wijze waarop tijdens de zeer moeilijke
maanden veroorzaakt door do aanvraag
van surseance van do betaling van het
effectenkantoor waar de kasmiddelen
waren gedeponeerd, hij het penningmees
terschap had waargenomen.
Vervolgens werden do aftredende le
den dr. X. P. van Spanje te Amsterdam,
dr. J. G. M. Mastboom te 's-Gravenhage,
mgr. dr. G. A. Bauduin te Roermond,
dr. G. H. A. F.. Fehmers te Rotterdam
bij acclamatie herkozen. Tot nieuw lid
van den Raad van Bestuur werd geko
zen mr. G. C. J. D. Kropman, wethou
der dor gemeente Amsterdam.
In de na afloop van de algemeeno ver
gadering plaats hebbende vergadering
van den Raad van Bestuur werd beslo
ten do inrichting van de Röntgenkamer
van het Sanatorium „Dekkerswald" mei
Ro-buizcn van Philins op te dragen aan
de N.V. Eerste Nederlandsche Röntgen-
appa raten fa brick to Delft, waardoor
„Dekkerswald" mede in verband met de
vergrooting en verbouwing van de Rönt
genkamer met bijlokalcn in het bezit
komt van de meest moderne inrichting
van ons land. Ofschoon gebukt gaande
onder groote zorgen meende het be
stuur in het belang van ons schitterend
Sanatorium „Dekkerswald" deze nieuwe
uitgaaf van ruim ƒ12.000.toch te moe
ten doen, hetgeen voor de voorzitter
aanleiding was opnieuw al'er medewer
king te verzoeken tot uitbreiding van
het ledental en om tcezegingen van
schenkingen en legaten te verzopen