DTS ZATERDAG 8 APRIL 1933 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND De ramp van de „Akron". Hitier schept werk voor de Arische Duitschers. Macdonald en de groote internationale kwesties. Japans landhon- ger en de koele Noorderlingen. Akron. Sinds jaren is er strijd tue- sohen de voor- en tegenstander» van twee luchtvaartsystemen, n.l. het systeem zwaar der dan de lucht en het systeem lichter dan de lucht. Zwaarder dan de lucht zijn de vliegtuigen, die zich met motorgeweld door de luchtlagen schroeven; zij zijn beter be stuurbaar, maar zijn klein van afmeting en verbruiken veel brandstof. Lichter dan de lucht zijn de luchtschepen; zij kunnen langer in de lucht blijven, omdat zij drij ven, en kunnen meer meenemen, maar daartegenover staat hun betrekkelijke on bestuurbaarheid, hun logheid, en hun kost baarheid. Men achtte het pleit reeds beslist in het voordeel van de kleine vliegtuigen, toen „de" Zeppelin zijn succesvolle vluchten aan ving en bewees, dat een goed luchtschip ook heel wat kan presteeren, speciaal op den langen afstand. Het vloog om de we reld, vloog naar de Noordpool, doorkruiste den Oceaan, overal dook de luchtreus op en deed alles met het grootste gemak en met feillooze zekerheid. Wel waren reeds verschillende vliegtui gen erin geslaagd den sprong over den Oceaan te volbrengen, maar aan een ge- regelden Oceaandienst met vliegtuigen viel nog niet te denken. De „Zep" zal het doen, als tenminste de plannen van een dienst New YorkNederlandBatavia niet op het laatste oogenblik mislukken. Want, deze week heeft het vertrouwen iD de luchtschepen zoozeer gestegen door de pracht-prestaties van dr. Eckener c.s. weer met een slag omlaag gedrukt. Binnen 24 uur sneuvelden 3 luchtschepen, waaron der de grootste luchtreus ter wereld, de Alrron". Deze ramp was wat het dooden- aantal betrof in overeenstemming met de afmetingen van het kolossale luchtkasteel, n.l. de grootste in de geschiedenis. Met haar drie-en-zeventig dooden overtrof de ramp van de „Akron" alle tot nu toe- ge noteerde luohtrampen. Het meest nabij komt de ramp van de „Dixmude", het Fransohe luchtschip, dat in December 1923 in de Middellandsche Zee verongelukte, en vier-en-vijftig slachtoffers met zioh meesleurde in de diepte. Daarop volgt de ramp van de R. 101, die in October 1930 neerstortte bij Beauvais, met 48 doo den. Wanneer zoo'n zwevend gevaarte neer ploft, is het gewoonlijk raak. De deskundigen twisten nu over de ver moedelijke oorzaak. Blikseminslag? Onmo gelijk. Verticale valwinden, zeggen de over levenden. Kan niet, zegt dr. Eckener, 't zal wel onoordeelkundig uitlaten van water- ballast zijn geweest. Met schade en schande wordt men wijs, zegt het oude spreekwoord, maar hier wordt de wijsheid wel zeer duur gekocht. J o d e n-b o y c o t. Soms wordt de een ■wijs door de schade van den ander. De boy- cotters der Duitsche Joden zijn toch nog wijs geworden en hebben den boycot be perkt tot j.l. Zaterdag, maar de Joden heb ben den strop. Weliswaar zijn de Joodsche winkels weer open en staan er geen posters in bruine hemden meer voor de deur om de koopers te weren, maar de Joden zijn door de heele campagne omlaag gedrukt en menige Duit- soher zal ook na den officieelen boycot op z'n eentje den boycot voortzetten. Dat geldt alleen nog maar voor de Joodsche zaken, maar de Joodsche advocaten en no tarissen blijven geweerd, Joodsche rechters zijn afgezet, Joodsche leeraren worden ver wijderd, de numerus clausus voor Joodsche studenten blijft gehandhaafd. De Joden zullen gecontingenteerd worden zooveel voor dit en zooveel voor dat vak. Arische Duitsohers gaan vóór. Het is in ieder ge val een methode om de werkloosheid te bestrijden, door anderen werkloos te ma ken! Nu moet men niet vergeten, dat er wel degelijk een grond ligt onder deze anti- Joden-actie en dat de Joden zich speciaal in het advocaten-beroep in groote getale zeer diep hebben ingedrongen. Mag men de cijfers gelooven, dan zouden er alleen in Berlijn 3900 advocaten zijn, waarvan niet minder dan 3600 Joden. Indien dit waar is, (andere cijfers spreken van 2600 Joden op de 3400 advocaten dan mag in derdaad van een wanverhouding wor den gesproken, welke niet anders ver klaard kan worden dan door ondergrond sohe machinaties om de anderen uit hun monopolie te dringen. Hoe dit ook zij, het blijft dan in elk ge val eigenaardig,dat een beroep zich niet anders dan door geweld kan handhaven in de handen van zuivere Duitschers. Intusschen wachten wij maar af, of de Hitler-menschen nog meer manieren we ten om de werkloosheid te bestrijden. De Joden zijn overigens niet de eenige elemen ten waarvan het nieuwe Duitschland thans „gezuiverd" wordt. Elkeen, die geen nazi is, staat aan het gevaar bloot, van plotse ling gearresteerd te worden (voor eigen veiligheid!) en 't is wel merkwaardig hoe veel personen (allemaal niet-nazi's) zioh opeens blijken te hebben schuldig gemaakt aan verduistering en corruptie. Zij hadden een best baantje, nu komt die vacant en wordt steevast bezet door een nationaal- socialist. Het aprool: „de baantjes aan ons" schijnt nummer 1 te staan op het 4-ja.renplan van Hitier. Pacificatie. De gebeurtenissen in Duitsohland spreken meer tot ons, dan de voorbereidende onderhandelingen en besprekingen over Ontwapening en Econo mische conferentie. En tooh zijn er op het oogenblik in de groote politiek gebeurtenis sen aan den gang, die grooter invloed op de pacificatie van ons wereldje zullen heb ben dan de maatregelen van Hitiers volge lingen. Men heeft weieens gevreesd, dat het optreden van Hitier alles, wat met zooveel zorg moeizaam was opgebouwd in de in ternationale verhoudingen, omver zou trap pen. Deze vrees schijnt niet bewaarheid te zullen worden, integendeel er schijnt juist schot te zullen komen in het zeurige ver loop van zaken. In de kwestie van de ontwapening heeft Ma-cDonald onlangs de zaak weer aan 't rollen gebracht door persoonlijk naar Ge neve te komen en daarna een bezoek te gaan brengen aan Mussolini. Thans is hij weer uitgenoodigd om naar Ruiterpaden zijn èn voor het toerisme te paard èn voor de verkeersveiligheid langs den gewonen weg van belang. Hier Ziet men een dankbaar paard op een der ruiterpaden, welke met subsidie van den A. N.W.B. worden aangelegd en voor zien van kenteekens: „Ruiterpad". SPORT Washington te komen tot voorbereiding van de Economische Wereldconferentie. Roosevelt wil blijkbaar de zaak nu eens goed aanpakken en de oorzaken van den enormen wereldcrisis, welke nu al vier jaar duu^t, grondig aantasten. Op 15 April zal MacDonald zioh inschepen naar Amerika en wij zullen hopen, dat zijn missie succes zal hebben. Op ontwapeningsgebied treedt thans het plan-Mussolini, waarmede MacDonald van Rome thuis kwam, op den voorgrond. Groo te onrust heeft vooral dit plan gewekt, voorzoover het de revisie van de vredes verdragen op de agenda wil plaatsen. Daartegen verzetten zich vooral Polen en de Kleine Entente. Zij hebben een afgezant naar hun grooten broer Frankrijk gezonden, om toch vooral vast te houden aan de „hei ligheid" der verdragen. Maar Frankrijk ge voelt tooh wel veel voor een samenwerking tusschen de vier groote Europeesche mo gendheden, al heeft het bij monde van zijn minister-president Daladier verklaard, dat het voorloopig geen grenswijzigingen ver langt, noch uitschakeling van den Volken bond. Laten wij de uitslag van de besprekingen, die nog in vollen gang zijn, afwachten. Japan en Groenland. Terwijl Europa aldus de handen vol heeft met al lerlei problemen, worden inmiddels twee grenskwesties opgelost. Maar welk een ver schil in procedure! Japan heeft landhonger en slikt het be geerde grondgebied eenvoudig in zonder goedkeuring te vragon niet alleen, maar zelfs tegen de openlijke afkeuring van de heele wereld in. Eerst was het Mandsjoe- rije, toen de provincie Jehol. Maar dat was dan ook het allerlaatste, beweerde Japan. Verder zouden zij in geen geval gaan, ten zijde Chineezen zelf hen daartoe zou den dwingen. De Chineezen hadden den euvelen moet hun landgebied te verdedigen en dus dwongen zij Japan om steeds verder te gaan. Nu is de provincie Tsjahar weer aan de beurt en het zal niet lang meer duren of straks wordt Peking bezet. 't Is een fraaie politiek. In het Noorden hebben Noorwegen en Denemarken twist gehad over een deel van Oost-Groenland. In plaats van eenvoudig het recht van den sterkste te volgen, heb ben zij hun zaak onderworpen aan het Hof van Internationale Justitie te den Haag en wat nog beter is, zij hebben zich aan de uitspraak onderworpen ook! Dit Hof werd j gepresideerd door den Japanner Adatsji 't Kan raar loopen in de wereld. BELGIE—NEDERLAND. DE 49STEEEN MOEILIJKE WEDSTRIJD. "We beleven dit jaar een jubileum in de geschiedenis der landenontmoetingen tus schen Nederland en België. Het zal in Mei n.l. do vijftigste wedstrijd zijn, die tus schen de vertegenwoordigende ploegen van beide landen zal worden gespeeld. Maar, zoover zijn we nog niet: we krijgen morgen in Antwerpen dus den 49sten wedstrijd. Een historisch overzicht zullen we, me de in verband met het a.s. jublileum, thans niet geven, doch ons tot enkele bij zonderheden beperken. De wedstrijd van 20 Maart vorig jaar was de wedstrijd van Lagendaal. Door een 41 overwinning zorgde de Oranje- ploeg toen voor de groote verrassing. De Belgen waren sinds 1925 op eigen terrein niet geslagen en 't vorig jaar de kans was er weliswaar en zij werd benut sloeg Lagendaal den grooten slag: met 41 keerde hij want 't was voorname lijk z ij n werk van het groene veld te rug. We zijn een jaar verder en Lagendaal.. heeft afgedaan. Van Lagendaal kunnen we dus niets ver wachten. Van wie dan wel? 't Is een open vraag, die niet gemakkelijk is op te los sen en de Hollandsche voorhoede heeft morgen zeker geen gemakkelijke taak. De Belgen toch maken een periode van inzinking door en elk oogenblik kan een herstel te verwachten zijn, temeer wijl de Roede Duivels op revanche zinnen voor de smadelijke nederlaag van 't vorig jaar. Meer behoeven we er eigenlijk niet van te zeggen- Slechts wanneer de Hol landsche voorhoede in staat is een drietal doelpunten te maken, wordt de victorie van het vorig jaar bevestigd. Laten we d Tarop hopen De belangstelling voor den wedstrijd is zeer groot, zeker niet in het minst van Hollandsche zijde. Zoo zijn alle zes extra»- treinen, elk van 1000 personen, totaal uit verkocht. Ongerekend de vele, die per gewonen trein, per aytobua of met eigen auto gaan, kunnen we rekenen op meer dan 10.000 Hollanders in Antwerpen. De samenstelling der elftaJlon is als volgt: België: Van den Berghe Nauwens Dedeken Verboven Hellemans Declercq Voorhoof Desmedt Sayes Versyp v. d. Eyndo Scheidsrechter 0 Crew (Engeland) Van Nellen Wel» v. d. Broek Van Reenen Bonsema Van Hooi Anderiesen Pellikaan Van Run Wober v. d. Meulexu Nederland: De wedstrijd vangt om 3 uur (Belg. tijd) aan, d.i. 2.20 uur Holl. tijd. De AVRO zal het verslag draadloos doorgeven. Ten slotte: de totaalstand der tot dus ver gespeelde wedstrijden is: gesp.gew.gel.verl. v.t. pnt. Nederland 48 23 9 16 108—88 55 België 48 16 9 23 88—108 41 Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag. Internationaal. Antwerpen: BelgiëHolland. AFDEELING IL 4e klasse A: De JagersSVO.THB Hillegom. Res. 3e klasse C: ONA IIAlphia II; Alphen II—Bodegraven IL AFDEELING IIL late klasse: PECEnschedesehe Boys Go AheadVitesse; Wageningen AGOVVRob. et VelocitasHeracles. ibletten tegen J verstopping Doos 6 O ct. Bij Apoth. en Drogisten. Overz:-Mfoto van de honderdjarige Universiteit te Zürich. De viering van het eeuwfeest zal op Zaterdag 29 April a. s. 'aats hebben. De Univr rit van Am sterdam zal vertegenwoordigd worden door prof. mr. L H. Hijmans, rector magnificus der Universiteit. FEU!' .LION. DE MAN DIE EEN STAD PLUNDERDE ROMAN VAN AVONTUUR door SVEN ELVESTAD. 46) „Met 'n zuivere Christianiaansche tong val", vulde Krag aan. „Bij niemand zou de gedachte opgekomen zijn, dat hij wel eens geen Noor kon zijn." „Zeer juist. Op die manier heeft hij ook andere volkeren verbaasd doen staan. Hij heeft de levende en doode talen bestu deerd. Van zijn hand zijn meerdere werken verschenen. Hij heeft samenhang en verband ontdekt en aangetoond tusschen Aziatische en oer- Amerikaansche woordvorming. Nog kort geleden baarde een lezing van hem over het Eskimosche taalidioom te Parijs groot opzien en plaatste hem met één slag tus schen de allergrootste taalgeleerden. Bij de nasporingen in deze zaak zult u onge twijfeld diverse aanteekeningen van mijn cliënt gevonden hebben, waarvan de betee- kenis moeilijk te verstaan is. Is 't niet zoo Nu herinnerde Krag zich de mysterieu ze zinnen, geschreven op losse velletjes papier, welke hij op d'Albert'S schrijfbureau aangetroffen had. „Ik heb inderdaad merkwaardige aan teekeningen van hef gezien", zei hij. „Mag ik weten welke Krag nam z'n notitieboekje en las: „Spaansch riet groeit in de schaduw." „Dat klinkt grappig, mijne heeren. Maar wat mag dat wel beteekenen. Wat moet daaronder worden verstaan „Op 't eerste gezicht lijkt 't volkomen zonder zin of beteekenis. De letterlijke ver taling in 't Fransch luidt als volgt: La canne croit dans l'ombre. Maar dat zegt evenmin iets." Toen de advocaat de Fransche vertaling hoorde riep hij opgewekt: „Ik begrijp 'tik begrijp 't. Dit maakt mij tot de gelukkigste mensch op aarde, mijne heeren." De chef en Krag keken elkaar verwon- werd aan. en weer lag er 'n zeker wantrou wen in hun blik, die duidelijk te kennen gaf, dat zij aan de oprechtheid van dezen man begonne te twijfelen. Hij had wel goe de papieren, en zeker was hij degene, waarvoor hij zich uitgaf, maar toch „La oanne croit dans l'ombre", herhaalde de Franschman met geestdrift. „Dat is prachtigDan zijn al mijn veronderstellin gen juist. Weet u, mijne heeren, wat dat be teekent V' „In 't Noorsch", antwoordde Krag, „of liever gezegd in 't jargon waarvan onze misdadigers zich bedienen, beteekent 't, dat er gevaar dreigt." „Dat klopt precies met de Fransche be teekenis. Maar welk gevaar wordt hier be doelt, dent u?" „Ja, niet 'n gevaar, waarvoor u of ik be ducht hoeven te zijn. Ik heb zakkenrollers en misdadigers deze uitdrukking wel eens hooren gebruiken, als zij merkten, dat zij niet veilig waren, m.a.w., als de politie hen op de hielen zat. Spaansch riet is in Chris- tiania een veel gebruikte scheldnaam voor politie-agent. Spaansch riet groeit in de schaduw, beteekent dus, dat 'n agent op hen loert. Het is een waarschuwing". „Dezelfde beteekenis heeft ook de Fran sche uitdrukking. Hebt u misschien nog an dere notities van den merkwaardigen man kunnen ontdekken?" Nu las Krag ook de beide andere zinnen voor. Zij hadden 'n dergelijke beteekenis. Krag vertaalde ze in 't Fransch en telkens bleek, dat 't Fransche misdadigersjargon eveneens over 'n soortgelijke uitdrukking beschikte. „Geeft u nu toe?" vroeg de advocaat, „dat we een stapje dichter bij de oplossing van 't raadsel gekomen zijn „Ja", antwoordde Krag. „Dat wil ik nu graag toegeven. Monsieur d'Alberts gron dige kennis van 't misdadigersjargon van bijna alle landen wijst er op, dat de oplos sing in zicht is. En wel een oplossing, die na 't gebeurde heelemaal niet vreemd aan doet. Uw cliënt namelijk, is een der meest gevaarlijke internationale misdadigers." „Neen, waarachtig niet", protesteerde de advocaat. „Dit feit is juist een schakel in rn'n bewijsvoering voor 't tegendeel." „Wilt u ons dat dan eens bewijzen", vroeg de chef, „en ons tevens verklaren, waar u die diepgaande kennis omtrent misdadigersuitdrukkingen en dieventaal opgedaan hebt? U zult toch moeten toege ven, dat dit iets zeldaams is?" De advocaat trok z'n gezicht weer in 'n ernstigen plooi. „Dat is gemakkelijk te verklaren", ant woordde hij. „Om mijn cliënt uit de vele moeilijkheden te helpen waarin hij zichzelf gebracht heeft, is 't noodig. hem door dik en dun te volgen. Ik heb mij moeten verdie pen in z'n leven, z'n neigingen, z'n gcdach- tengang en z'n methode van werken. Zoo doende heb ik die uitgebreide kennis opge daan. Bovendien, u moet niet vergeten, dat ik jarenlang werkzaam geweest ben aan 't Parijsche gerechtshof." „Enfingoed, maar dan bent u ons toch nog altijd de verklaring schuldig, waarom uw cliënt, een geleerde van naam, zich juist door z'n studies genoodzaakt zag, om in onze stad als misdadiger op te treden," „Ik zal u dat duidelijk maken. Maar daarvoor is 't noodig, dat ik u ook een en ander vertol van het vroegere leven van mijn cliënt, meer in 't bijzonder in zijn kwaliteit van wetenschappelijk man. Van 1897 tot 1901 heeft monsieur d'Albert zich in China opgehouden, in de provincie Puh Full.' De chef keek Krag weer aan. Blijkbaar vonden beiden deze inleiding nogal ver ge zocht. „Mijn cliënt", ging de advocaat verder, „hield zich uitsluitend bezig met 't be- studeeren der Zuid-Chineesche dialecten. In de vier jaar, dat hij zich in Puh Fuh ophield, vernam men in Frankrijk geen en kel levensteeken van hem. Sommigen ge loofden stellig, dat hij dood was. Fransche missionarissen werden verzocht inlichtin gen omtrent hem in to winnen en de infor maties waren van dien aard, dat zij do hoogste verbazing te weeg brachten. Het bleek namelijk, dat d'Albert al dien tijd als Ohinees geleefd had, volkomen volgens de heorschende zeden en gewoonten van het land. En niet onder mandarijnen of de an dere hoog gasten, maar tusschen 't vólk, de koelies en 't uitvaagsel der Chineesche sa- menloving. En ook niet als geïnteresseerd toeschouwer, neen, hij had hun levensvor men en hun levenswijze tot de zijne ge maakt. Hij woonde in dezelfde ellendige hutten, at hun spijzen en sprak na eenigen tijd, daartoe in staat gesteld door z'n bui tengewoon talent, ook hun taal en de ver schillende dialecten. Het is een karakter trek van mijn cliënt, dat hij, als hij iets wil bestudeeren, 't dan ook grondig bestu deert. En zijn stelregel is, dat men de taal van 'n volk kan leeren kennen, als men niet onder dat volk leeft en een der hun nen werdt. En voorzoover ik monsieuh d'Al bert ken, twijfel ik er niet aan, dat hij zich die vier jnren ook werkelijk koelie ge voeld heeft. Hij verbrak al z'n relaties met de beschaafde wereld, las geen kranten meer, deed afstand van z'n Europeescho gewoonten cn zeden en van z'n klecding. Hij werkte, handelde en dacht als een koe lie. Het eenige onderscheid tusschen hem en de anderen bestond in z'n kennis. lede ren nacht arbeidde hij voort aan z'n diep gaande etymologische studies, en verwerk te dan de gegevens, die hij overdag verza meld had. Misschien zou hij heden ten dage nog door allen vergeten in China geleefd hebben, als niet juist de wetenschap hem uit dit onbekende oord te voorschijn gelokt had. Zooals 'n natuurvorscher van plant tot plant, van streek tot streek trekt, zoo trok hij van woord tot woord, van dialect tot dialect Ilij volgde een spoor dat hem voe ren moest naar den oorsprong van enkele woorden en uitdrukkingen, een weg, die leidde van stam tot stam. Op deze wijze maakte hij den tocht van onbekende, voor historische volksverhuizers in omgekeorde richting. Hij overschreed de Chineesche grenzen e.n bevond zich opeens in Indië. En onder enkele volksstammen ten Zuiden van do hoogc bergketens, vond hij de taal in haar oorsprong. Hij was de bedding gevolgd en liad de bron bereikt. Toen hield hij halt en keek eens om. Die taak was volbracht. Hij maakte zich los van z'n studie, begon naar nieuws uit Europa te vragen, greep naar kranten. Hij kleedde zich weer onbe rispelijk volgens Euroneeschen smaak en schreef in hotel Imperiaal in Dehli zijn op zienbarend werk over de Zuid-Chineesche dialecten. (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 13