24ste Jaargang
WOENSDAG 22 MART 1933
No, 7463
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
BERICHT
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal
franco per post f2.95 per kwartaal
Het Geillustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geillustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeclingcn wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES, van ten hoogste 30 woorden, waarin ba
trekkingen worden aangeboden of govraagd, huur an
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
V Waarom stemmen op de
R.K. Staatspartij?
Waarom stemmen we op Woensdag 26
April op de R. K. Staatspartij?
6. Omdat wij op geen enkele andere
partij onze stem willen uitbrengen.
Daar zijn, ongetwijfeld, Katholieken,
die met goede bedoelingen hun sympa
thie hebben gegeven aan de R. K.
Volkspartij.
Wij kennen er.
Maar van dezulken verwachten wij, dat
zij n u toch open oog zullen hebben voor
de hun van vele zijden, en door het
hoogst gezag, voorgehouden dringende
wenschelijkheid, om de eenheid te be
waren om het goed van onze een
heid ook op politiek terrein hooger te
waardeeren, dan de eigen politieke wen
schen.
Doch, op de tweede plaats, zijn dan
die eigen politieke wenschen der R. K.
Volkspartij zóó, dat ze zelfs nog
afgezien van het o.i. groote onheil,
dat er per se ligt in het verbreken der
eenheid rechtvaardigen het stichten
van een eigen partij?
Op deze vraag moet ontken
nend worden geantwoord.
Het zijn vooral drie godsdiensttige
grieven, die naar voren geschoven wor
den.
Dat zijn: vooreerst het berucht arti
kel 177 van de Indische staatsregeling
dat aan den Gouverneur-Generaal de
macht verleent zendelingen ef óiissio-
uarissen uit bepaalde gebieden in Indië
te weren.
Dan artikel 171 van de Grondwet,
dat het recht van openbare godsdienst
oefening beperkt (het z.g. processiever
bod).
En ten slotte: de opheffing van het
Gezantschap bij den H. Stoel.
Onlangs heeft de Volkskrant
naar aanleiding van deze „drie grieven"
van de R. K. Volkspartij een beschou
wing gegeven, welke wij gaarne hier
Het is overbodig op fe merken, dat
art. 177 van het Indische Reeceringsre-
glement door de katholieken als in
strijd met de rechten van God en de
Kerk in beginsel moet worden afgewe
zen.
Wij wezen er echter op, dat wij een
minderheid in den lande vormen, en dat
in de Kamer geen enkele meerderheid
is aan te wijzen, bereid, nu het bestaan
de artikel te schrappen.
Daardoor is feitelijk een katholieke
actie voor afschaffing thans tot on
vruchtbaarheid gedoemd.
Daarnaast houde men in het oog, dat
die afschaffing volstrekt niet zeker een
verbetering van de positie der katho
lieke missie in Indië zou meebrengen!
De vroegere leider der Indische Ka
tholieke Partij, prof. Schmutzer, wien
niemand in dezen autoriteit kan ont
zeggen, heeft in 1928 nog schriftelijk
verklaard, dat hij
,,na herhaald overleg zoo met
missionarissen als met hooggeplaat
ste Indische ambtenaren, slechts
een zoodanige politiek op missiege
bied verantwoord acht, die voor de
naaste toekomst van elke poging tot
schrapping van artikel 177 afziet".
En wijlen dr. Nolens zei aan het oud
Volksraadlid, den heer A. B. ten Berge
over art. 177:
„Als het niet bestond, zouden we
het er niet inbrengen, maar, nu het
er eenmaal is, behoort het in den
juisten geest te worden uitgevoerd
en geen onnoodige belemmeringen
voor de Missie mee te brengen.
We hebben een andere redactie
beproefd, maar dat bleek ook geen
verbetering te zijn".
Zoo oordeelen twee ervaren katho
lieke politici over het artikel in kwestie.
Als de R. K. Volkspartij zich in gods
dienstige zaken aan het oordeel van een
dr. Nolens wil onderwerpen, waarom doet
zij het dana niet?
Waarom volgt zij niet het oordeel van
een man als prof. Schmutzer, die als
groot werkgever opzien baarde door in
den Indisohen Volksraad zich voor de
toepassing van „Rerum Novarum" ook
in Indië te verklaren, en wien zeker niet
den moed der overtuiging kan worden
ontzegd?
Meent men dan werkelijk, dat de Mis
sie in Indië over onuitputtelijke midJe-
len en overyloedige krachten beschikt,
zoodat ze op de opheffing van art. 177
zit te wachten, om overal den grooten
archipel door nieuwe posten te stichten?
Ingewijden weten beter; zij weten ook
dat art. 177 de Missie niet onnocdig be
hoeft te hinderen, als de katholieken
zorgen, dat ze materieel in staat zijn,
hun invloed in het Indisch Bestuur ge
past te doen gelden.
Daarvoor is de eenheid der katholie
ken op politiek terrein van overwegend
belang.
Over beide andere grieven kunnen wij
kort zijn.
Elkeen weet, dat de katholieke devotie
zich ook in processies volop kan uitle
ven, en metterdaad uitleeft, op besloten
terreinen.
Elkeen begrijpt ook, dat afschaffing
van het processieverbod in den bestaan-
den toestand in het algemeen weinig
verandering zou brengen.
Het is er ver van, dat Ons Heer
daarna door ganscb het land openlijk
zou worden m processie rondgedragen.
Trouwens is dit een zaak der Kerke
lijke Overheid, en van niemand anders,
en de R. K. Volkspartij kan zioh in
deze met geen schijn van recht op
eenig teeken van instemming dier Over
heid beroepen.
Waarom willen goede katholieken
hier bij wijze van spreken Roomscher
zijn dan de Paus?
Ten slotte: als het grondwetsartikel
ooit gewijzigd zal worden, dan ze
ker niet, omdat de katholie
ken op politiek terrein zich
in groepen hebben gesplitst.
Rest het gezantschap bij den Paus.
Wie naar het herstel van dit gezant-
sohap streven, moeten zich er van be
wust zijn, dat de bereiking van hun deel
voor de behartiging van speciaal ka
tholieke belangen slechts betrekkelijke
waarde heeft.
De diplomatieke betrekkingen tusschen
den H. Stoel en de Nederlandsche Re
geering zijn met de opheffing van het
gezantschap niet verbroken.
De Pauselijke nuntius resideert nog
in Den Haag.
De Nederlandsche Regeering alleen
mist een belangrijke luisterpost.
Het herstel van het gezantschap is
een nationaal belang; maar dan moet
het ook bewerkt worden door de gemee-
ne overtuiging althans van de voor
naamste politieke partijen in den lande.
Het heeft dus geen zin, om hiervoor
met de R L Staatspartij te breken.
Hoe we 't ook beschouwen, de ge
noemde drie grieven wettigen een af
scheiding van de R. K. Staatspartij vol
strekt niet evenmin als andere grie
ven.
Wij herhalen het: Zelfs nog afgezien
van het feit, dat in het verbreken der
eenheid pier se een zeer ernstig gevaar
ligt voor de verzwakking van de positie
der Katholieken in ons vaderland
zelfs nog afgezien daarvan, kan er geen
steekhoudend en doorslaand motief wor
den aangevoerd voor de R. K. Volks
partij, om een afzonderlijke p riitieke
actie te gaan voeren, omdat daarvan
geen resultaat kan worden verwacht,
dat anders niet bereikt zou worden
integendeel!
Wij vertrouwen dan ook, dat overal
en speciaal ook in den kieskring Leiden
de Katholieke kiezers aan de stembus
zullen toonen, de eenheid in de R. K.
Staatspartij te willen bewaren.
V Ook bezuiniging.
Amsterdam heeft voor het gemeente-
personeel geen loonkorting ingevoerd,
als het Rijk en vele andere gemeenten
hebben gedaan.
Maar of daarmede het personeel in
zijn geheel gebaat is geweest? Wij
meenen, deze vraag ontkennend te
moeten beantwoorden.
In Amsterdam heeft men n.l. op een
andere wijze bezuinigd door een
sterke inkrimping en beperking van
het personeel; overal, waar maar eenigs-
zins mogelijk zonder den dienst te ont
wrichten, zijn de menschen ontslagen.
Niet minder dan 1149 arbeiders» in ge
meentedienst, hebben ontslag gekregen.
Deze nu zijn opgenomen in een zooge
naamde „Arbeidsreserve", en krijgen nu
een uitkeering, welke echter ver is be
neden het loon dat ze verdienden; voor
velen zoo veel lager, dat de meest dras
tische loonkorting daarbij vergeleken
nog erg malsch mag worden genoemd!
B. en W. komen nu met een ander
vooistel bij den Raad. Om het aantal
werklieden in de „Arbeidsreserve" te
verminderen (in het financieel belang
der gemeente), stellen zij voor, voor één
keer ontslag te geven aan alle werklie
den, die 60 jaar zijn of in den loop van
1933 den leeftijd van 60 jaar zuilen be
reiken. Aan deze zal dan tot een zeker
bedrag aan pensioen worden uitgekeerd
totdat zij aan den pensioengerech
tigden leeftijd van 65 jaar zijn ge
komen.
Men ziet, dat het gemeentebestuur in
Amsterdam met volledige medewer
king van de soc. democr. gemeentebe
stuurders! óók bezuinigt op het per
soneel. De manier wcarop alleen is an
ders. Maar: beter voor dat personeel??
NONSENS,
A. B. K. in „Het Volk" heeft een fijne
neus voor het opdiepen van journalistieke
buitensporigheden, om deze in zijn „Op
roerige Krabbelsaan de paal te slaan.
Vaak zijn wij het met des Krabbelaars
krabbels niet eens, maar dezen keer be
staat er een roerende eensgezindheid. De
heer Kleerekoper heeft in een, tweemaal
per week ie Arnhem verschijnend Katho
liek blad het volgende fraais ontdekt in
een vei slag van den „Stillen Omgang":
„Wat me trof?
Dat de burgemeester van Duiven ba
ron Van Doith tot Medler ook ditmaal
onder de deelnemers geteld werd.
Zoo n nachtelijke tocht, eerst in een der
de klas wagen, dan per pedes apostolo-
rum langs de niet overal efien straten
en pleinen der stad, in een jaargetijde,
dat nu niet bijzonder uitlokt tot derge
lijke lange wandelingen... zie, dat is
toch wel min ot meer een opoffering, en
vooral, wanneer zoo'n tocht een tweede,
wellicht ook een derde of vierde maal
wordt ondernomen, wijl dan nieuwsgierig
heid m geen geval bij den deelnemer
verondersteld mag worden. En dat zoo
iemand die ongemakken trotseert, zegt
toch nog niets meer, dan wanneer een
gewoon arbeider ot burger zich deze
moot getroosten.
En ook, de baron-burgemeester schuw
de tier den eenvoudigen man uit het
volk niet".
„Zoo iemand" als de burgemeester
van.... Duiven is, wanneer hij ter Stille
Omgang gaat. niet meer of niet minder
dan een „gewoon arbeider of burger". De
burgemeester van Duiven, en welke autori
teit, ter wereld ook, loopt mede in den
Stillen Omgang in zijn hoogste waardig
heid: die van een Christenmensoh, en tege
lijkertijd in zijn diepste onwaardigheid:
aanbiddend zijn Heer en Schepper.
Onzin als het Arnhemsche blad aan zijn
lezers verkoopt moest niet gedacht en nog
veel minder geschreven worden.
SLECHTS SCHADE AAN DE
GOEDE ZAAK.
Zooals men weet werd in den Rijkskies
kring Tilburg ook een lijst ingediend op
naam van de „R. K. Bouwvakarbeiders
Breda en Roosendaal'', met den voorzitter
der afd. Roosendaal van den R. K. Bouw-
vakarbeidersbond, den heer Jac. Broos als
nummer één.
Op verzoek van eenige bestuursleden van
deze afdeeling wordt nu in het dagblad „De
Grondwet" te Roosendaal medegedeeld,
,.dat deze afdeeling niets met deze candi-
daatstelling heeft te maken en dat deze
ook buiten medeweten zelfs van de afdee
ling en van het bestuur is geschied'". Beide
bestuursleden vork.aarden ten overvloede,
dat zij er absoluut niets van wisten en dat
zij van deze candidaatstelling eerst kennis
kregen uit de couranten. Overigens was do
candidaatstelling ook tegen hun wensch
geschied, wijl daarmede „slechts schade
wordt gedaan aan de goede zaak. de verkie
zing der candidaten van de R. K. Staats
partij, waaraan zij niet wepschen mede te
werken".
Inderdaad de verdeeldheid op politiek
terrein brengt slechts schade aan de goede
EERSTE KAMER
Moge in Duitschland het gezond
verstand zegevieren!
Voortgezet wordt de behandeling van de
begrooting vaü buitenlandsche zaken.
De Minister, de heer Beelaert s
vanBlokland, beantwoordt de ver
schillende sprekers. Hij zet eerst uiteen hoe
de were d thans in een moeras is gezonken
en hoe men denkbeelden najaagt van een
niet te verwezenlijken nationa e autarkie.
Eigen welvaart kan men immers niet op
bouwen op de puinhoopen van een ander
volk. Naar Genève heeft men niet willen
luisteren. Een geest van anarchie wint veld,
die onze geeste ijke en maatschappelijke
goederen vernietigt. De Volkenbond is niet
werkloos gebleven, maar men bedenke, dat
zijn gezag slechts van moreelen aard is.
Wel spreekt het Volkenbondsverdrag van
boycot, maar dit middel zal waarschijnlijk
nooit kunnen wórden toegepast. De maat
regel is al te radicaal en bovendien zijn de
twee grootste staten geen lid van den Vol
kenbond. Het verheugt spr., dat in dezen de
heer v. Embden aan zijn zijde staat.
Over de vooruitzichten der ontwape
ningsconferentie kan spr. niets zeggen. De
groote mogendheden bes'issen over haar
lot.
Bpr. hoopt, dat de poging van de Brit-
sche regeering succes zal hebben. Voor wat
de groote lijnen betreft, kan de Ned. regee
ring zich daarmede vereenigen. Over on
dergeschikte punten zou nog ie praten zijn.
De verhouding tot België is van den
meest vriendschappelijken aard. De beide
regeeringen werken samen beter dan sinds
eenige jaren het geval was. De bespreking
over de herziening der verdragen van 1839
is niet meer opgevat. Daarvoor moet het
juiste tijdstip gekozen worden. In verband
met de beslommeringen door do economi
sche crisis mc et dit punt voorloopig blij
ven rusten. Een vo.gende regeering moet
hier ook vrij staan en een element bij de
verkiezingen mag deze kwestie niet uitma
ken. Men moet niet te veel geloof hechten
aan berichten over hetgeen gesproken zou
worden in Belgische senaatscommissies.
Ten aanzien van ons handelsverkeer met
Duitschland zegt spr. nog, dat de houding
der Duitsche regeering nopens ons ruil
verkeer groote zorg baart. De minister
sluit zich aan bij den wensch van den heer
Van Lanschot, dat in Duitschland het ge
zond verstand moge zeeevieren.
Na dupliek wordt de begrooting z.h.st.
aangenomen.
Aan de orde is de begrooting van Eco
nomische Zaken en Arbeid.
De heer Westerdijk (V.D.) zou de
zen minister gaarne behouden als crisis
minister.
De ontwikkelde boer begrijpt, dat tegen
deze crisis geen wetten opgewassen zijn.
Het is-ook welhaast ondraaglijk een stcun-
wet aan haar doel te doen beantwoorden
alg de prijzen maar steeds blijven dalen.
Velen wenschen liever directen steun, maar
daarmee bereikt men niet, dat de bedrij
ven in stand worden gehouden en zou men
een zekere bedccling toepassen. Spr. zet
uiteen, dat de drie centraie landbouworga
nisaties den landbouw groote diensten be
wijzen en men geen Plattelandersbond noo-
dig heeft.
De vergadering wordt verdaagd.
Dit nummer bestaat uit VIER
bladen.
Zij die zich per 1 April a.s.
wenschen te abonneeren op ,,DE
LEIDSCHE COURANT'*, ontvan
gen de voor dien datum verschij
nende nummers gratis.
DE ADMINISTRATIE.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Gistermiddag is de Rijksdag in consti-
tueerende vergadering bijeen gekomen.
Voorzitter Göring hield een rede. Adolf
Hitler was niet aanwezig bij de Katholieke
godsdienstoefening van gistermorgen. (2de
blad).
De Britsche ministers MacDonald en Si
mon te Parijs. (2e blad).
Vandaag kabinetscrisis in België? (2e
blad).
BINNENLAND.
Rranrf op het s.s. „Maasstroom" te
Bristol. (Gem. Ber. 3de blad en Laatste
Ber.)
De film „Morgenrot" zal na deze weok
niet verder vertoond worden. (Gem. Ber.
3de blad).
ALCOHOL EN DANS.
BEDRIJVEN, DIE BESTAAN VAN HET
KWAAD, MOETEN VEJ*-Ï)WIJNEN.
Verschenen ie de Memorie van Antwoord
aan do Eerste Kamer over het wetsont
werp tot wijziging van de artikelen 1, 56, 70,
79 en 81 en toevoeging van art. 81a der
Drankwet.
Hieraan ontleenen wijj dat onjuist is do
veronderstelling, dat de Kogeering in de
noodzakelijkheid van enkele wijzigingen
der Drankwet aanleiding zou hebben ge
vonden, de totstandkoming van een rege
ling, als vervat in art. II \an het ontwerp,
te bevorderen. Op grond van het rapport
der commissie in zake het dans vraagstuk
en op grond van de ervaringen der inspec
tie voor de Volksgezondheid was do mi
nister overtuigd, dat een ernstig moreel en
sociaal kwaad moet worden tegengegaan.
Hij waa besloten, een aanvulling van de
Drankwet daarvoor te bevorderen. Nadat
dit plan vasten vorm had gekregen, kwam
de wenschelijkheid der andere voorgestelde
wijzigingen op.
Het volksbelang, welks bescherming
wordt beoogd, is zóó groot, dat hij terug
neming van het wetsontwerp niet kan be
vorderen
Ilot verband tusschen alcohol en dans is
niet een theoretisch uitvindsel, maar een
droevige en gevaarlijke werkelijkheid. Al-
I oohol en dans prikkelen onder zekere om-
I standigheden in onderling verband de dari-
senden en doen remmen van moraliteit
wegvallen. De dans, waarvoor vaak vrou
wen ten koste der zedelijkheid worden ge
ëxploiteerd, wordt door zekere vergun-
i ning- of verlofhouders gebruikt om lot
kroegbezoek en tot drinken te prikkelen.
Tegen het dansen op zichzelf heeft de Re
geering geen bezwaren aangevoerd.
De wetgever kan alleen met betrekking
tot voor het publiek toegankelijke gelogen-
heden maatregelen nemen ter wering van
gevaar. Wat op particulier terrein voor
valt. ligt, zoolang liet niet tot misdrijf ont
aardt, buiten zijn bevoegdheid. Echter zal,
is het ontwerp wet geworden, worden toe
gezien. dat, wat particulier terrein wordt
genoemd, dat ook inderdaad w.
De minister kan niet beamen, dat ver
schil tussohen plaatselijke (aanvullende) re
gelen zal leiden tot verscherping van be
staande tegenstellingen. Waar ernstig ze
delijk en sociaal gevaar moet worden ge
weerd, kan alleen met hen, die den ernst
daarvan niet beseften, een tegenstelling
ontstaan, maar deze mogelijkheid mag geen
aanleiding zijn om een absoluut uniforme
regeling voor het geheelo land te maken.
Do omstandigheden in dc gemeenten vor-
toonen groote verschillen. Dit vordert vrij-