ONZE GOEDKOOPE PATRONEN.
Patronen (in de maten 4250 58 ct.)
kunnen per giro, (125025), per postwissel
of per brief met bijgesloten postzegels
worden besteld bij de Redactrice Dames-
rubriek, Laan van Meerdervoort 45a,
D^n Haag. Maat en nummer van het
gewenschte model s.v.p. duidelijk ver
melden! De gevraagde patronen worden
•binnen drie a zes dagen aan de aan
vraagster» toegezonden.
EEN WARME VOORJAARSJAPON.
Zoo is Maart dan weer in het land en
daarmede denken wij natuurlijk dadelijk
aan de lente, die den 21en zijn intrede
zal doen. Maar stel u van die lente niet
te veel voor, want als wij ons zoo do
vorige jaren herinneren, dan weten wij,
dat juist Maart en April een paar maan
den zijn, waarin men ter dege moet op
passen niet ziek te worden door het
uitlaten van warme kleedingstukken. In
de enkele zomersche dagen, welke Maart
zal hebben, kunnen wij het beter een
beetje te warm' hebben dan in de velo
koude en gure dagen een beetje te koud
Japon No. 440 is een warme voor
jaarsjapon van dunne grijs wollen stof,
zoogenaamd vischgraat geweven. Het
maaksel is heel eenvoudig en streng ge-
ihouden en daardoor is de japon geschikt
om er als het voorjaar wat verder is
gevorderd, zonder mantel mee op straat
te loopen. Het lijfje is geheel glad en
'heeft als eenigc versiering een vest, dat
uitloopt in breeder revers, doch zonder
kraag. De halsopening is van achteren
met een kleine schuine bies naar binnen
afgewerkt. De gladde mouw, die echter
niet te strak mag zitten heeft een man
chet van dezelfde stof en kleur als het
vest en als versiering twee knoopen,
waarvan u er vier op het vest ziet aan
gebracht. De manchet is bij den pols
aansluitend en loopt naar boven toe
wijder uit. Do rok bestaat uit een voor-
en achterbaan en twee zijbanen, bij
iederen inzet van een baan komt een
breede stolpplooi, waardoor voldoende
ruimte wordt gevonden om gemakkelijk
"te loopen. Om de heupen zijn deze
plooien echter vasbgestikt, zoodat de rok
daar geheel glad valt. Een smalle cein
tuur wordt om het middel gedragen en
sluit met- een paar drukkertjes of met
een galalitfh-gesp naar verkiezing.
Patroon verkrijgbaar a 0.5S (Laan
van Meerdervoort" 45a, Den Haag).
EEN GEHEEL.
No. 441 geeft u een geheel te zien, be
staande uit een japun en mantel van
hetzelfde materiaal vervaardigd. Hier
voor is gekozen donkerbruine in diago
naal geweven stof van een zeer soepele
kwaliteit. Het lijfje is betrekkelijk ruim
en heeft als garneering een paar breede
revers van dezelfde stof, die aan den
onderkant geschulpt zijn.
Daarin wordt een wit zijden vest ge
dragen, waarvan de helften over elkaar
worden geslagen. Daarboven komt nog
een ander vestje, dat inplaats van ge
zoomd aan den bovenkant wordt afge
werkt met oen snoer kralen. Van deze
zelfde kralen wordt dan afzonderlijk
r.og een halsketting gemaakt en deze
wordt iets korter, zoodat men als het
ware den indruk krijgt van twee kettin
gen boven elkaar. Het heupstuk heeft
twee punten, iedere punt valt juist in
een plooi van den rok, terwijl midden
voor een omhoog loopende punt is aan
gebracht. Het heupetuk sluit verder juist
om het figuur aan. De rok bestaat uit
drie diepe plooien voor en achter en
een gladde zijbaan. De plooien zijn tot
kniehoogte vasbgestikt en vallen verder
los naar beneden. Dc mouw is aanslui
tend en glad zonder manchet en loopt
naar den pols sluitend toe. De mouw
wordt met een kleine schuine bies af
gewerkt.
De mantel is zeer eenvoudig en recht
van model. De voorpanden zijn voldoen
de ruim om over elkaar te kunnen wor
den geslagen. De linker-helft wordt met
een binnensluiting aan het rechterzij
naadje vastgemaakt, terwijl het rechter
voorpand met twee fantasieknoopen
sluit. De kraag is klein en opstaand en
loopt van voren in niet te breede revers
uit.
Zeer opvallend zijn de mouwen. Deze
beginnen dadelijk bij den schouder be
trekkelijk ruim te vallen en loopen dan
naar den po's toe wat nauwer uit. Even
onder den elleboog worden er twee klok
kende strooken op de mouw aange
bracht, die aan de mantel iets zeer per
soonlijks geven.
Van dit geheel zijn twee patronen ver
krijgbaar, n.l. alleen voor de japon a 58
ct. en alleen voor de mantel a 58 ct.
Wilt u dus het geheel ontvangen, dan
moet daarvoor 1.16 worden gezonden,
(Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag).
VOOR DE KLEINTJES.
No. 442 is een hansopje voor onze
kleintjes van 3 tot 5 jaar. Het hansop
wordt gemaakt van rose of blauw ge
bloemd f'anel of als het voor den zomer
is, van linnen met een klein bloemmo-
tiefje. Het wordt van den schouder tot
aan den enkel in één stuk geknipt en
met voor- en achternaden aan elkaar be
vestigd. De sluiting geschiedt van vo
ren met drie knoopjes en knoopsgaten.
Een klein bobbiekraagje sluit rond het
halsje, terwijl een zakje links boven iets
vlugs aan het geheel geeft. De mouw zit
gemakkelijk en heeft een naar binnen
geslagen zoompje, waarvan het stiksel
aan den goeden kant te zien is. Bij den
enkel wordt het pijpje met een smal
boordje gerimpeld en eveneens met een
knoopje gesloten. Het pijpje moet lang
genoeg zijn om te voorkomen, dat het
boordje omhoog om 'het b*°"^e gaat
MODERNE SIERADEN.
In alle juwelierszaken zoowel als in
galanteriewinkels ziet men een verschei
denheid van sieraden zoo groot, dat het
bijna een onmogelijkheid is een keuze
te doen. Daarbij zijn de prijzen zoo bil
lijk. dat men bijna bij iedere japon een
daarbij passende ketting of broche of
armband kan dragen, zonder dat er een
groot gat in onze beurs komt. Natuur
lijk is hieraan een groot gevaar ver
bonden, en wel dit, dat er vrouwen zul
len zijn, die zioh met te veel sieraden
optooien, en niets is zoo leelij'k als din
gen, die heelemaal niet bij elkaar behoo-
ren of die niet bij de kleur en lijn der
kleeding passen. Onze teekening laat u
eenige sieraden zien, namelijk drie mo
derne kettingen van goud op staal, een
s-malle schakelketting met een modernen
hanger en een kralenketting met een
nogal bewerkten hanger, die in het hart
een druppel draagt van hetzelfde mate
riaal, als de kralen. Ook enkele ringen
met steenen van bergkristal, die goed
geslepen zulk een aardige uitwerking
bereiken, zijn er op afgebeeld. In het
midden ziet u een spiegel, borstel en
kam van gekleurd emaille op zilver met
githoekjes ingelegd, een bijzonder fraai
stel, een sieraad voor de kaptafel, ter
wijl daaronder een broche in den vorm
van een camée zeer smaakvol is. Be
halve de sieraden, welke wij dragen,
hebben wij tegenwoordig ook nog de
sieraden, welke wij in onze taschjes dra
gen en wel de mooie groote en vooral
zeer platte poederdoos, die het voordeel
heeft van binnen een gaasje over het
poedersteentje te hebben. Wanneer men
met een donsje over het gaasje wrijft,
komt er juist voldoende poeder door
heen om onzen glimmenden neus weer
in zijn „fatsoen" te brengen. Er gaat
verder heelemaal geen poeder verloren
en een tweede groot voordeel is, dat de
inhoud van het taschje niet vol poeder
komt, omdat het stuiven voorkomen is.
Verder zijn er emaille op zilveren
kaartenetui's, waarin onze naamkaartjes
juist passen, of als wij nieuwe moeten
laten maken, wij het formaat kiezen, dat
juist in het overtrek gaat. Ook een vul
potlood en vulpenhouder, ja zelfs een
omslag van ons notitieboekje heeft te
genwoordig de aandacht van kunstont
werpers en wordt zeer artistiek uitge
voerd. Wanneer men zioh den tijd gunt.
kunnen wij bijna alles, wat wij zoo bij
ons dragen, in ongeveer dezelfde soort
koopen.
Ook op de kaptafel ziet men zeer
mooie en toch niet kostbare dingen. De
toiletstellen van kristal of gekleurd glas
worden nu weer vervangen door die van
bacolith, dat in mooie kleuren verkrijg
baar is, of men heeft een geheel van
emaille op zilver, wat wel duur, maar
buitengewoon smaakvol is.
ISBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBEBBBBBBBBfXI
zitten èn ongemak veroorzaakt.
Patroon voor kinderen van drie tot
vijf jaar a 0.58 verkrijgbaar. (Laan
van Meerdervoort 45a, Den Haag).
No. 443 is een gezellig pyama'tje.
eveneens van gebloemd flanel. Het
broekje wordt met een elastiek om het
middel opgehouden en van onderen met
een effen reepje flanel, genomen in de
donkerste kleur der bloemen, afgezet. De
manchetjes, kraag en zakklepjes hebb?n
eveneens zoo'n effen bandje. Het jasje
is tamelijk wijd evenals het mouwtje en
moet vooral gemakkelijk zitten, zoodat
de kleine bij het slapen niet het minste
last van de kleeren heeft. De sluiting
is met drie knoopjes, terwijl het halsje
is afgezet met een bobbiekraagje. Een
paar zakjes maken het jasje verder af.
Patroon voor kinderen van drie tot
vijf jaar verkrijgbaar a f 0.58 (Laan van
Meerdervoort 45a, Den Haag).
DE SCHOENTJES.
Een merkwaardig verschijnsel is, da*
vele van de nieuwste modell< der
schoentje's van hagedisleer zijn. Eers+
is het krokodillenleder in de mode ge
weest. verleden jaar deden de schoenen
van slangenleer opgeld en thans is de
hagedis, het dier, dat zijn mooie huidje
moet afstaan om de fime vrouwen voetjes
te kleeden. Hagedisleder heeft men in
verschillende tinten, het is eemakkeliik
te kleuren in elke gewenschte k'eur,
doch het meest ziet men de schoentjes
in donkergrijs en zwart.
De zwarte schoen doet trouwers iit
voorjaar toch ook opgeld, en wordt ge
dragen met loodgrijze kousen. Men ziet
ook veel een samenstelling van hagedis
leder met glacéleer. De zeer dunne hoo-
ge4>nk is niet zoo er? in trek. zeker niet
voor den schoen voor da-gel ijksch ge
bruik. De riem over de wreef sluit met
een eenvoudige gesp. Als middagsclioen-
tje wordt meer een schoen van zwart
lakleer en van het pumnmodel gedra
gen. In het midden over den overschoen
loopt dan een naad, wat wij meer en
meer gaan zien en wat den voet k'einer
doet schijnen, dan hij in werkelijkheid is.
Een naar binnen geslagen lipje met een
dwarsbandje eindigende met een fanta-
sieknoopje geeft iets vlugs aan het ge
heel.
Een echte gemakkelijk zittende wan
delschoen met een driekwart hooge Ame-
rikaansohe hak ziet men tegenwoordig
veel uitgevoerd in grijs hagedisleer. Het
moliere-model wordt eenvoudig met een
veter gesloten. Men kan den breeden zij
den veter strikken en de strik zichtbaar
maken, of men kan een smallen veter
nemen en deze tusseben de zijkanten
van den schoen verbergendit is een
kwestie van persoonlijken smaak.
VOORJAARSHOEDJES.
Hier en daar ziet men wel een en
kelen hoed met grooten rand, waarvan
deze dan meestal rechts geheel naar be
reden en links naar boven loopt, doch
de rand blijft dan wat het model be
treft, neergeslagen, maar de kleine 'hoed
jes met een randje bloemen vlak langs
den rand en bij wijze van muts geheel
op één oor gedragen, ziet men zeer veel.
Om te zorgen, dat het haar netjes zit
ten blijft, dragen vele dames bij een der
gelijk hoedje een kleine voile, net even
over de oogen, soms strak om het haar,
waarna men dan pas het hoedje opzet
of over het hoedje heen. Dit hoedje
heeft eigenlijk alleen maar ©en bol, ter
wijl de bloemen als rand dienst deen.
Achter sluit de bloemenrand dan meestal
met een omhoogstaanden zijden strik.
De bol is van donkergroen of paars
stroo. Vooral paars en lila is van dit
voorjaar zeer gewild, in de fijnere zaken
ziet men deze beiden kleuren met een
mooie kleur donkergroen bijna als hoofd
toon. Ook wel samenstellingen van bij
voorbeeld grijs stroo met paarse of lila
garneering, wat zeer sierlijk is.
.BLOEMEN VAN VILT.
In ieder huishouden zijn wel stukjes
vilt van het een of ander over en mocht
dit niet het geval zijn, dan kan men
zonder veel kosten een paar kleine, niet
te dikke stukjes aanschaffen om daar
van aardige bloemtoefjes te maken om
deze bijvoorbeeld op een hoek van een
kussen, op een theemuts enz. te bevesti
gen.
De teekening geeft een schema aan,
hoe wij deze bloemen moeten samenstel
len. Om een lelie te maken, knipt u
eerst het patroon van een lelie zoo
groot als u zelf wenscht. Dan maakt u
van een smalle reep geel vilt, dat om
een stevig koord wordt gewonden en
daardoor op blijft staan, den stamper,
waaromheen u het lelieblad vouwt.
Daaronder wordt dan de steel gemaakt
en als afwerking van de lelie komt juist
cm het onderste gedeelte, dus waar de
steel begint, het kelkblad, waarmede dus
de bloem gereed is en tevens goed af
gewerkt. Men kan verschillende bloemen
bij elkaar doen en deze weer samen ver
binden. Vilt heeft deze goede eigen
schap, dat het niet rafelt of aan de
schuine kanten lubbert. Men behoeft dus-
de kanten niet om te zoomen, wat lee-
lij'k en dik zou zijn.
Om een roos te maken, gaat men als
volgt te werk: eerst knipt men no. 4,
dat is het ronde stukje vilt, waarop de
verschillende blaadjes wordt vastge
maakt. Van no. 1 knipt u zes stuks,
vouwt ieder blaadje overlangs door en
bevestigt het met een steekje juist in
het hartje van het bloemblad op den
buitensten kant van de basis. Daarna
knipt u van no. 5 vier stuks, die juist
worden gevouwen en vastgehecht als het
buitenste bloemblad. Nu houdt u alleen
in het midden nog een klein plekje over,
waarin twee blaadjes komenno. 3 even
eens overlangs gevouwen. Het roosje is-
nu klaar. Van model no. 2, het blad,
maakt u twee stuks. Van een smalle
reep vilt wordt om een koord weer een
steel gemaakt en hieraan het blad be-
bestigd, dat dan onder aan de basis van
het roosje wordt bevestigd. Heeft men
nu verschillende roosjes met blaadjes
klaar, dan kunnen deze met een een
voudige groene draad bij elkaar worden
gebonden om er een toefje van te ma
ken. Zoo'n toefje hier of daar op aan
gebracht, of als het vilt mooi van tint
is als corsage gebruikt, zal u, omdat het
zelf gemaakt is, een groote voldoening
geven.