DE VERKIEZINGEN VOOR DEN RIJKSDAG
EN DEN PRUISISCHEN LANDDAG
VRIJDAG 3 MAART 1933
DE LEIDSCKE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
ERINS WILLEM VAN ORANJE
(Volgend artikel ontleenen we aan het
in velerlei opzicht zeer lezenswaardige en
actueele weekblad „Sint Bavo").
Den 24en April van dit jaar zal het,
volgens onze tijdrekening, vier eeuwen
geleden zijn, dat op het kasteel te Dil
lenburg in Nassau het kind geboren
werd, dat eenmaal als prins Willem van
Oranje /.oo'n alles-overheerschende rol
in de historie van de. Nederlanden spe
len zou. Want Duitsoher van geboorte,
maar door erfenis, opvoeding en huwe
lijk Nederlander geworden, heeft hij van
zijn 51 levensjaren er bijna 35 in zijn
tweede vaderland doorgebracht en de
gaven van zijn ongetwijfeld grooten
geest aan de belangen van dat vader
land gewijd, zonder evenwel zijn eigen
belangen uit het oog te verliezen. Maar
hij verstond als geen ander de moeilijke
kunst om, zoo noodig, aan zijn onmis
kenbare hecrschzucht het zwijgijen op te
leggen en hij was „reëel" staatsman ge
noeg om allereerst naar het bereikbare
te streven en voorloopig onbereikbare
idealen naar later te verschuiven. Wan
neer dan ook in 1572 een kleine, maar
fanatieke calvinistische minderheid de
alom heerschendontevredenheid weet
uit te buiten om de steden van Holland
en Zeeland in opstatnd te brengen, dan
plaatst lij zioh na korte aarzeling aan
het hoofd van die beweging, maar
komt daardoor vanzelf te staan bij hen,
van wie zij uitgang, de calvinisten, of
schoon hij hun onverdraagzaamheid vol
strekt niet deelde. Maar hij had hen te
zeer noodig, en daarom kon hij er wei
nig tegen doen, dat zij tegen de katho
lieken, in strijd met de beloofde gods
dienstvrijheid, een waar schrikbewind
uitoefenden, ja in het volgend jaar do
uitoefening van de roomsche religie zelfs
formeel verboden, ofschoon de katholie
ken destijds zeker nog 7/8 der bevolking
vormden. Zoo maakte hij van Holland
en Zeeland zijn bolwerk, zonder daarom
zijn doel, de vereeniging van al de Ze
ventien Nederlanden, op te geven. Toen
echter in 1576 de zuidelijke gewesten,
die tot dan toe betrekkelijk weinig van
den oorlog geleden hadden, tengevolge
van de muiterij onder de Spanjaarden
met do „zegeningen" der Spaansche eol-
dateska kennis maakten, sloten ook zij
zich bij Oranje aan. Wel kwam er voor
een oogenblik met den Koninklijken
landvoogd, Don Juan van Oostenrijk,
een verzoening tot stand, maar die on*
bekwame staatsman was voor een ge
slepen diplomaat als Oranje geen por
tuur: deze had hem al gau-w, met min
der eerlijke middelen evenwel, zoo goed
als schaakmat gezet. Nooit voorzeker
was de Prins zijn doel meer naoij dan
toen hij 23 September 1577 zijn triomfa
len intochb- binnen Brussel hield. Alle
Nederlanden één tegen Spanje en hij de
leider! Wenkte hem niet vanuit de
verte de stoute droom van Karei van
Bourgondië: de kroon van een Bourgon
disch koninkrijk? Maar de calvinistische
onverdraagzaamheid heeft de verwezen
lijking van Oranje's ideaal verijdeld;
aan haar is het te wijten, dat de Ne-
derlandsche stam in tweeën is uiteen-
gescheurd. Het godsdienstig fanatisme
van den Gentschen predikant Dathenus
en zijn geestverwanten verbitterde de
katholieken in het Zuiden. Handig werd
daarvan partij getrokken door den nieu
wen landvoogd Parfna, die als staats
man op een lijn met Oranje, als krijgs
man zelfs boven hem stond. Deels door
onderhandelingen, deels door wapenge
weld wist deze het terrein van den op.
stand al meer en meer in te perken,
zoodat Oranje zioh ten slotte weer
hoofdzakelijk op Holland en Zeeland
aangewezen zag. Daarom verliet hij
Antwerpen, waar hij sedert 157S ge
woond had, en begaf zich in 15S3 eerst
naar Middelburg, daarna naar Delft,
waar hij zijn intrek nam in 'het zooge
naamde Prinsenhof, 't voormalige kloos
ter van Sint Aagten. Daar werd op 11
December van dat jaar het merkwaar
dige stuk gezegeld, dat hem de grafe
lijkheid over Holland en Zeeland op
droeg. Maar het was hem niet gegeven
de gravenkroon ook werkelijk te - dragen
reeds was de dag van zijn inhuldiging
als Graaf van Holland bepaald, toen
het pistoolschot van Balthasar Gerards
10 Juli 1584 in het Delftsche Prinsenhof
een einde aan zijn werkzaam leven
maakte.
Ziedaar in groote lijnen heb uiterlijke
leven van den merkwaardigen man, die
Willem van Oranje was; zijn innerlijke
bedoeling gaat dikwijls schuil achter een
sluier van geheimzinnigheid. Want hij
was vóór alles diplomaat en als zoodanig
is hij in onze geschiedenis wel door
niemand geëvenaard. Maar daarom zou
ook in zijn mond heel gevoegelijk het
gezegde passen, dat aan een ander be
kend diplomaat wordt toegeschreven, dat
n.l. de woorden dienen om de gedachten
to verbergen. En zoo is men over Oran
je tot zeer uiteenloopcndo oordeelen ge
komen. Voor de calvinisten is hij de ge
loofsheld, bij de vrijzinnigen geldt hij
als de groote vrijheidsheld, sommigen
zien in hem vooral den eerzuchtige, zeer
velen noemen hem „vader des vader
lands", een naam, die hem reeds bij
zijn leven gegeven werd en die ook op
zijn grafmonument in de Nieuwe Kerk
te Delft te lezen staat. Over het alge
meen zijn de oordeelen eerder gunstig
dan ongunstig, maar het onweerstaan
bare overwicht, dat hij tijdens zijn le
ven over de menschen uitoefende, en de
dankbare liefde van zijn volgelingen
voor den genialen leider zijn hier zeker
niet zonder invloed geweest.
Een geloofsheld kan hij m.i. moeilijk
genoenv worden. Voor de eerste veer
tig jaren van zijn leven, waarin hij ach
tereenvolgens lutheraan, katholiek en
libertijn was, geeft dat een ieder toe.
In 1573 ging hij tot den godsdienst van
zijn politieke vrienden, het calvinisme,
over. In hoeverre hier innerlijke over
tuiging den doorslag gaf, is bij een man
als Oranje bezwaarlijk te zeggen. Zoo
van iemand, dan geldt van hem het be
kende woord: „Wie onder de menschen
weet, wat er in een mensoh omgaat, be
halve de geest van den mensch, die in
hem is?" (I Cor. 2: 11;. Dat hij eerzuch
tig was, is moeilijk te ontkennen, maar
dat behoeft natuurlijk vrijheidszin en
vaderlandsliefde nog niet uit te sluiten.
Het is echter de groote vraag, wat het
hoofdmotief bij al zijn daden was. En
dan wijst men gaarne op zijn vrijheids
zin, zijn verlangen „om de tyrannie te
verdrijven, die hem het hart doorwond
de". Doch een volkomen afdoend bewijs
hiervoor is zoo gemakkelijk niet te leve
ren. Wel heeft hij de aanbiedingen, die
Spanje hem deed, indien hij de zaak van
den opstand verliet, van de hand gewe
zen, maar wat de koning hem bood,
bleef tooh wel ver beneden de belang
rijke positie, die hij als leider der be
weging innam. Het is evenwel een vast
staand feit, dat Oranje buitengewoon
verdraagzaam was. en zoo kan het wel
niet anders, of het Spaansche machts
misbruik moest hem ten zeerste tegen
de borst stuiten. Daarom doen we hem
onrecht, wanneer we aan zijn vrijheids
zin onder de motieven van zijn handelen
niet een zeer belangrijke plaats inrui
men. In zijn verzet tegen do onrechtma
tige verdru'kkingspolitiek van den koning
zijn ook de meeste katholieken hem
aanvankelijk gevolgd. Dit veranderde
echter, toen dat verzet naast een staat
kundig weldra ook een godsdienstig ka
rakter aannam: tegen het katholicisme.
Ongetwijfeld was dat de bedoeling van
Oranje niet, maar het feit zelf is nu een
maal niet te loochenen. We moeten dus
zeker een groot voorbehoud maken, wan
neer men hem „den nationalen vrijheids
held voor het geheele Ncderlandsohe
volk" noemen wil. Dat neemt echter
niet weg, dat prins Willem den grond
slag heeft gelegd van het merkwaardig
staatsgebouw, dat na velerlei lotgevallen
het tegenwoordig koninkrijk der Neder
landen werd, waarin de vrijheid ook
van de katholieke Nederlanders, die het
bewonen, is gewaarborgd op een wijze,
die menig geloofsgenoot in „katholieke"
landen ons benijden zal. En dan dringt
zich als vanzelf dc vergelijking op met
den staat, waartegen Oranje eens den
strijd begon: met Spanje. Want wat we
daar in deze dagen met de Kerk zien
gebeuren, vormt toch wel een scherpe
tegenstelling met de positie, dje wij, ka
tholieken, hier te lande thans bezitten.
Wanneer we dat bedenken, dan zijn we
dankbaar in Nederland te mogen leven
en kunnen we van harte meevieren den
vierhonderdsten geboortedag van hem,
die den grondslag daarvan legde: prins
Wlilem van Oranje.
P. J. A. JUFFERMANS, pr.
IEDERE KATHOLIEK
LEEST EN
PROPAGEERT ZIJN
KATHOLIEK DAGBLAD
Verkiezingen onder zeer bijzondere omstandigheden
Verrassingen niet uitgesloten. Een belang
rijke uitspraak van het Duitsche volk, die wellicht
toch weinig beteekenis zal hebben.
Zonder bijeen te zijn geweest voor het
verrichten van parleriiciUairen arbeid
slechts het presidium Werd benoemd
is de Duitsche Rijksdag, die op 6 Novem
ber van het vorige jaar werd gekozen, op
1 Februari j.l. reeds weer ontbonden. Het
was de eerste daad van' den nieuwen
Rijkskanselier Adolf Hitler, die op 30 Ja
nuari bij wijze van overrompeling door
Rijkspresident von Hindenburg werd be
noemd en die onmiddellijk zijn kabinet
tot stand gekomen in geheime onderhande
lingen, waarbij do vroegere Rijkskanse
lier von Papen grooten invloed heeft ge
had, gereed had. De verkiezingen voor den
nieuwen Rijksdag worden uitgeschreven
op 5 Maart, den kortsten termijn, die vol
gens de wet mogelijk is.
Adolf Hitler, leider der Nationaal-So-
cialisten en felle bestrijder van het Parle
mentarisme, vroeg het Duitsche volk vier
jaar tijd om zijn program uit te voeren.
Door de verkiezingen op zoo korten termijn
uit te schrijven, rekende hij er op, in den
nieuwen Rijksdag een meerderheid te krij
gen, waarmede hij zou kunnen regecren,
zooals hij zelf het wens oh t.
Met hetzelfde dool is Hitler, zeer waar
schijnlijk voorloopig, daar de samenwer
king na de verkiezingen wel zal eindigen,
samengegaan met von Papen en Hugen-
berg, den leider der Duitsch-Nationalen.
Sinds de ontbinding van den Rijksdag
is in Duitschland op politiek gebied veel
gebeurd. Hitler, die ondanks alle tegen
spraken in zijn kabinet moeilijkheden moet
hebben omdat de econ. politiek van Hugen-
berg nooit zijn volle instemming kan heb
ben, schijnt er niet zoo zeker van te zijn
geweest, dat een niebbeinvloéde verkie
zing van leden van den Rijksdag, hem de
gewenschte meerderheid en daarmede de
mogelijkheid tot regeeren, volgens zijn
beginselen zou brengen. Om de zekerheid
van een meerderheid te krijgen, heeft hij
in de korte periode tusschcn de ontbin
ding van den Rijksdag en de verkiezing
van het nieuwe parlement, de vele maat
regelen .tegen do Communisten en, zij het
niet zoo scherp, ook tegen de Sociaal-De
mocraten genomen, welke culmineerden in
de Dinsdag pn Woensdag j.l. na den brand
in het Rijksdaggebouw, afgekondigde nood
verordeningen, waarbij feitelijk de burger
lijke staat van beleg over Duitschland is
afgekondigd."
Rijkspresicfcnt von Hindenburg, in April
van het vorige jaar verkozen met mede
werking van de Sociaal-Democraten en het
Centrum tegen den candidaat Adolf Hit
ler, heeft niet alleen zijn vroegeren tegen-
candidaat op den eersten dag van zijn
ltijkskanselierschap toegestaan den Rijks
dag naar huis to zenden, nadat hij dit
eenige dagen tevoren aan generaal von
Schleiger geweigerd had, doch heeft hem
bij noodverordening feitelijk alle maoht
in het geheele Rijk in handen gegeven,
aan welke zelfs de landentonderworpen
zijn.
Alle Communistische cn Socialistische
bladen, periodieken en zelfs aanplakbiljet
ten zijn verboden, of do distributie er van
wordt door inbeslagneming onmogelijk ge
maakt. Ook tal van bladen van het Cen
trum kunnen niet verschijnen. De oppositie
tegen de Duitsche regeering beschikt der
halve juist in de laatste weck voor de
verkiezingen over geen enkel propaganda
middel om dc kiezers te bereiken. Dc ra^
dio wordt uitsluitend voor de sprekers
Tan de N. S. D. A. P., de Duitsch-Nationa
len en dc Stahlhelm, beschikbaar gesteld en
zelfs redevoeringen van dr. Briining en
Mgr. Kaas mogen niet worden uitgezon
den.
Tot een verbod van de Communistische
Partij, van welker door de regecring, d.w.z.
de Nat ionaal-Socialisten, bezet te Karl
Liebknechthuis thans de Hakenkreuz-vlag
waait, is het nog niet gekomen. De Duit
sche regeering zal overwogen, dat bij een
verbod voor de verkiezingen de meeste
stemmen zullen overgaan op do sociaal
democraten. Overigens zijn alle of de
meeste Rijksdag-afgevaardigden van de
Communistische Partij in arrest gesteld en
zal hun herkiezing wellicht door de mhat-
regelen, welke do Duitsche regecring op
grond van de jongste noodverordeningen
tegen hen lean nemen, weinig beteekenis
hebben. Het verbieden van de Communis
tische partij, ook na de verkiezingen van 5
Maai t, zal dan niet meer noodig zijn.
Verkiezingen onder deze bijzondere om
standigheden kunnen, ondanks alle maat
regelen der regeering, verrassingen opleve
ren. Hoe de uitslag ook moge zijn, deze
Rijksdagverkiezingen zullen naar Hitier
uitdrukkelijk heeft verklaard voor lan
gen tijd de laatste zijn.
In ieder geval zal Hitler volgens zijn
verklaringen aan het bewind blijven. Er
zal een nieuwe Rijksdag worden gekozen,
doch na 5 Maart zal er voorloopig in
Duitschland, naar het. zich thans laat aan
zien, geen parlementaire democratie meer
zijn.
Dit beteekent het einde van de periode
in het bestaan van het Dujtsche Rijk, die
aangevangen is met de verkiezing van de
Nationale Vergadering in 1919, nadat aan
het einde van het jaar daarvoor de repu
bliek was afgekondigd. Sindsdion hebben
7 maal verkiezingen voor don Rijksdag
plaats gehad en wel in 1920, Mei en De
cember 1924, 1928, 1930 en Juli en Novem
ber 1932. De Socialisten, die in de Natio
nale Vergadering ongeveer 38 pet. van de
kiezers achter zich hadden, zagen ook
door de stichting van de Onafhankelijk
Socialistische Partij het aantal bij de
Rijksdagverkiezingen in 1920 op hen uitge
brachte stemmen dalen tot ruim 22 pet.
Een nieuwe hoogtepunt bereikte zij bij de
verkiezingen in 1928, toen zij 30 pet. van
het totaal aantal uitgebrachte stemmen
kregen. Dit percentage daalde bij de
laatste verkiezingen in November j.l. tot
21 pet. De buitengewono groei van' de Na-
tionaal-Socialisten, die in December 1924
voor het eerst aan de verkiezingen deel
namen, begon in 192S, toen zij nog slechts
3 pet. van dc kiezers achter zich hadden.
Dit percentage steeg in 1930 tot 18 pet., in
Juli 1932 tot ongeveer 38 pet., óm bij de
verkiezingen in November j.l. te dalen tot
ongeveer 33 pet.
De ontwikkeling van de politieke pdrtijen
in Duitschland gedurende de thans ge
ëindigde „democratische pcriodo" is dui
delijk te zien op de hierbij afgedrukte gru-
fische voorstelling van de percentages van
het aantal stemmen, dat de verschillende
partijen bij de in deze periode gehouden
verkiezingen op zich vcrecnigdcn.
Een van de maatregelen, die dc tegen
woordige Duitsche regoering heeft geno
men in verbond met de verkiezingen op 5
Maart a.s. is een sterke beperking van het
aantal partijen en groepen, die aan de ver
kiezingen zullen deelnemen. Evenals in Ne
derland namen tot voor kort vele partijen
en groepen aan dc verkiezingen deel,
waarvan de meeste niet voldoende stem
men op zich wisten te vereenigen om zelfs
ook maar een zetel in den Rijksdag tc ver
krijgen. Bij de laatste verkiezingen in No
vember bedroeg dit aantal partijen cn
groepen 28, terwijl slechts 1$ daarvan een
of meer zetel in don Rijksdag kregen. Door
het bemoeilijken van het indienen van can-
didatenlijsten, is het aantal partijen en
groepen, dat Zondag a.s. aan de verkie
zingen zal deelnemen, tot ongeveer de
helft teruggebracht.
De samenstelling van den
laatsten Rijksdag en Pruisi-
schen Landdag.
Hieronder laten wij volgen do samen
stelling van den Rijksdaggen den Pruisi-
schen Landdag voor de jongste ontbinding
en de op de partijen bij de vorige vorkie-
zingen uitgebrachte stemmen met tus-
schen haakjes de percentages van do to
taal-aantal uitgebrachte stemmen:
Rijksdag
Partijen Zetels
Stemmenaantal
N. S. D. A. P.
196
11.737.015
(33.1)
S. P. D.
121
7.217.959
(20.4)
K. P. D.
100
5.980.163
(16.0)
Centrum
70
i.sao.644
(11.9)
Duitsch-Nationalen
52
2.959.061
8.3)
Beiersclie Volksp.
20
1.095.427
3.1)
D. Volkspartij
11
801.794
1.9)
Chr. Soe. Volksd.
5
403.794
1.2)
Staatspartij
2
336.451
1.0)
Duitsche Boerenpartij
3
119.002
0.4)
Tlvur. Laridbonrl
1
60.062
0.2)
Duitsch Hann. P.
1
63.970
0.2)
Economische Partij
1
Landdag
Partijen Zetels Steinmenaantal
N. S. D. A. P. 162 8.007.384 (30.3)
B. P. D. 93 4.675.173 (21.2)
K. P. D. 57 2.819.763 (12.8)
Centrum 67 3.371.932 (15.3)
Duitsche-Nationalen 7 1.525.230 6.0)
Duitsche Volksp. 7 330.745 1.5)
Chr. Spc. Volkxdiensl 2 255.177 1.2)
Staatspartij 2 332.490 1.5)
D. Hann. Pa H ij 1 63.731 0.3)
Soc. Rep. Partij 1
Bij de a.s. verkiezingen hebben dc Eco
nomische Partij voor den Rijksdag cn do
Soc. Rep. Partij voor den Landdag geen
eigen lijsten meer.
Hot aantal kiezers voor den Rijksdag be
droeg 6 November 1932 41.373.352, waarvan
80.6 pet. aan de verkiezingen heeft deel
genomen; bij de verkiezingen voor den
Pruisischen Landdag op 2-1 April 1932 is
82.1 pet. der kiezers opgekomen.
GRAFISCHE VOORSTELLING VAN DE ONTWIKKELING DER POLITIEKE PARTIJEN IN DUITSCHLAND van het jaar 1919 (Nationale Vergadering) tot dc
laatste Rijksdagverkiezingen op 6 November 1932. Links aan den rand staat vermeld het percentage van het stcmnicnaantal, dat elk der partijen bij dc verkiezing van
de Nationale Vergadering verkreeg. Op dezelfde wijze is het percentage der niet-opgekomen. kiezers aangegeven. Dit percentage is berekend naar het totaal aantal uitge
brachte stemmen en dus niet naar het totaal aantal stemgerechtigden.