24ste Jaargang VRIJDAG 24 FEBRUARI 1933 No. 7441 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN 3>a£eki&eHc(2oii/ïwit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Tooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week (2.60 per kwartaal Franco per post 12.95 per kwartaal Het Geillustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 oent, met Geillustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103C03, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES, van ten hoogste 30 woorden, waarin ba trekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen. Van een verkeerden weg af. De gemeente Katwijk heeft een primeur die alom in den lande belangstelling wekt. Voor het eerst zal daa-r een werk in werkverschaffing geschieden (dus een werk, bekostigd uit de openbare kas) on der leiding van een aanne mer. Tot nu toe werden werken in werkver schaffing d.w.z. werken, waarvoor het Bijt betaalt of waarin het Rijk meebetaalt, omdat de uitvoering in dezen tijd ten doel •heeft, de werkloosheid te bestrijden uit gevoerd in eigen beheer der gemeenten of door de Nederlandsche Heide-Maatschappij. Over de arbeidsvoorwaarden, bij werken onder leiding van de Nederlandsche Heide- Maatschappij uitgevoerd, zijn vele en o.i. gegronde klaehten. Daarom alléén is het zéér gewenscht, zoo niet een sociale e i s c h, dat in het tot nu toe toegepaste systeem wijziging en verbetering komt. Daarenboven staat bet uit gegeven cij fers vast, dat, ondanks die ongunstige ar beidsvoorwaarden, een bepaald wérk, onder leiding van de Nederlandsche Heide-Maat schappij uitgevoerd, meer heeft gekost, dan bet gekost zou hebben, als een particuliere aannemer het had uitgevoerd. Reeds lang hebben de betrokken pa troonsorganisaties bij de regeerihg pogin gen aangewend, oxu voor werken in werk- verschaffing den particulieren aannemer als verantwoordelijken uitvoerder in te schakelen waarbij dan de patroonsbon den zich garant zouden stellen ten opzich ten van de naleving van de voorgeschre ven bepalingen. En gisteren is bij besluit van den minis ter van Binnenlandsobe zaken toegestaan de wegverbetering Katwijk aan ZeeVal kenburg, welke geschiedt in werkverschaf fing, bij wijze van proef door een aanne mer (de firma Stuifzand en De Geer te Leiden) te laten uitvoeren. Wij hopen en vertrouwen dat deze proef zal slagen. De regeering is nu wat de werkverschaf fing betreft van een verkeerden weg M. Moge de nieuw betreden weg haar en haar opvolgster blijken een goede te zijn. HERDERLIJK SCHRIJVEN DER DUITSCHE BISSCHOPPEN NAAR AANLEIDING DER VERKIEZINGEN. In een herderlijk schrijven, dat ook van de kansels der kerken moet worden voor gelezen, wijzen de Duitsche bisschoppen op de beteekenis der komende verkiezingen niet adeen onder politiek opzicht, maar ook wegens baar invloed op de bescherming en bevordering van den godsdienst en der zedelijke goederen van geheel het volk en wegens haar invloed op de positie der Kerk in het openbare leven. De geloovigen moe ten van hun kiesrecht zoo gebruik maken als overeenkomt met de beantwoording van den trouwen staatsburger en trouwen ka tholiek. Het Episcopaat herhaalt zijn maning: „Kiest afgevaardigden, wier karakter en houding getuigenis aflegt van het opkomen voor vrede en sociale welvaart van het volk, voor de bescherming der confessioneele school, der christelijke religie en der Ka tholieke Kerk. Behoedt u voor agitators en partijen, die het vertrouwen van het katho lieke volk niet waardig zijn. Haalt uw raad uit beproefde katholieke couranten". De bisschoppen verklaren tenslotte, dat zij den politieken strijd niet in het heilig dom der kerken willen brengen, maar dat zij ook niet zonder een woord van verma ning voorbij kunnen gaan aan gebeurtenis sen, die voor vaderland en kerk van zulke diepe beteekenis zijn. TWEEDE KAMER De Indische begrooting. De interpellatie van den heer De Vis ser is toegestaan, zij het met een uiterst beperkten spreektijd. De heer de Visser zal tien minuten krijgen, om tot de regee ring vragen te richten, inzake de beweerde weigering tot het uitreiken van de noodige papieren aan de candidaten van de com munistische partij, die in het interneerings- kamp aan de boven-Digoel zijn opgesloten. De overige sprekers zullen slechts gedu rende viji minuten aan de discussie mogen deelnemen. Hoe noodzakelijk deze beperking van den spreektijd is, hebben de debatten over de Indische begrooting voldoende uitge wezen. Volgens het reglement van orde mogen de sprekers bij de algemeene oe- schouwingen over deze begrooting gedu rende anderhalf uur aan het woord blijven: en nu is het wel merkwaardig, dat velen hunner ook inderdaad anderhalf uur vol- praten. Dit wil niet zeggen dat er geen be langwekkende beschouwingen woruen ge houden. Met name de heer J o e k es (VD) heeft gisteren menig behartigenswaardig inzicht ten beste gegeven. Maar het toch wel de vraag of het niet korter zou kun nen. Er zijn nu reeds twee volle dagen aan de algemeene beschouwingen gewijd: en nog steeds is de minister niet aan het woord gekomen. Neemt men in aanmerking dat ook burger Wijnkoop plannen sohijnt ie hebben om nog van leer te trekken, dan wordt het duidelijk dat de replieken, zoo deze worden gehouden, pas in het begin van de volgende week aan de orde zuilen komen. Het sohijnt echter dat de meeste partijen van repliek willen afzien Het spreekt overigens vanzelf, dat bij de voortgezette behandeling weinig nieuwe gezichtspunten werden geopend. Alle spre- krs moesten tenslotte „schwarz in grau malen". Zoo wees de heer Schouten (A- R.) er op, dat in de laatste vijf jaren de tekorten vijfhonderd millioen bedragen en de schuldenlast is toegenomen van duizend acht en twintig tot bijna vijftienhonderd millioen. Ook de heer Joekes (V.D.) be aamde dit, en voegde er aan toe dat aan rente en aflossing thans vier en tachtig millioen moet worden betaald. Als een be wijs van den economischen achteruitgang kan gelden, dat de invoerrechten die in het eerste halfjaar van 1929 48 millioen op- braohtne, in het eerste halfjaar van 1932, de heffing van 50 opcenten ten spijt, slechts 23 milloen opleveraen. In dezelfde tijdvak ken is de opbrengst van alle middelen van 317 millioen gedaald tot 199 millioen. Toen de heer Joekes het niettemin waagde als een klein lichtpuntje naar voren te brengen, dat over de laatste vijf jaar de middelen weliswaar met 500 millioen te kort waren geschoten, maar, dat men, gerekend over de laatste tien jaren, quitte had gespeeld, kwam er dadelijk een koor van protesten; en de heer Knottenbelt (V.B.) be toogde later, dat dit niets beteekende, om dat in die tien jaren een periode was in- j begrepen als binnen afzienbaren tijd wel j niet meer zou terugkeeren. Roerend eens j waren de heeren Schouten en Joekes het over de verregaande luchthartigheid en het verregaande gemis aan zakenkennis waar mede de socialistische heer Cramer over den financieelen en economischen toestand had gesproken. Ik kan niet aannemen, al dus de heer Schouten, dat de heer Cramer de cijfers heeft bestudeerd. En de heer Joekes riep uit: er is nu in vier jaren 500 millioen geleend: is dat niet vlot ge noeg? Hoe kunt gij dan nog aandringen op een vlotte leeningspolitiek? Gij kunt wel beweren, dat Indië zulk rijk bezit heeft, maar de waarde van dit bezit is zeer sterk gedaald. En evenals bij het huwelijk, is er bij het leenen een tegenpartij noodig (ge lach) ik bedoel een tweede partij, rec tificeerde de heer Joekes onder algemeene vroolijkheid en als die tweede partij een andere waardeschatting zou hebben dan de heer Cramer, en zij zou die zeker hebben, dan zou het met de credietwaar- digheid van Indië gedaan zijn, en zou er in het geheel niets kunnen gebeuren van al les wat de heer Cramer wenscht. De heer Joekes zag ook in, dat er bezuinigd moet worden op het totaal van den salarislast, dat niet minder dan 147 millioen bedraagt. Van den anderen kant echter is het met de salarissen van sommige groepen zóó ge steld, dat er eigenlijk niets meer af kan. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de onder officieren. Daarom concludeerde spr., dat zoo spoedig mogelijk moest worden over gegaan tot zooveel mogelijk Indianiseering van het ambtenarencorps. Hij wilde verder bezuiniging op leger en vloot, welke 138 millioen eischen. De door alle sprekers er kende zeer ernstige economisch toestand werd door den heer De Visser (C.P.) natuurlijk zoo somber mogelijk geschilderd, en de onderdrukking en knevelarij door het imperialistisch bewind werden in zoo fel mogelijke kleuren op het doek gebracht tot steun aan het betoog dat kapitalisme en imperialisme geen redding meer aan Indië konden brengen. Soms maakte do heer De Visser, bij het voorlezen der hem ten deze verstrekte gegevens, fouten, die een glimlach opwekten. Het fraaiste was wel, dat hij een aantal wreede ambtenaren „achtergebleven visschers vrouwen" bij opbod deed verkoopen, waar klaarblijkelijk van vissoher prauwen sprake was. Vermeld worde tenslotte, dat de heer K. Ter Laan (SJ).A.P.) aan het einde der vergadering een betoog hield van een uur tegen de salarisverlagingen, zander ook maar eenigen aannemelijken uitweg te wijzen tot het vinden van de middelen om de salarissen op het huidige peil te hand haven. Als slot daarvan diende hij eene motie in, waarbij de Kamer haar afkeuring zou uitspreken over de salarisverlaging van 17 pet. en haar wensch deze te zien terug gebracht tot 10 pet. EERSTE KAMER De Begrooting. Bij de voortzetting der Algemeene Be schouwingen over de Rijksbegrooting be toogt de heer Oudegeest (S. D.), dat een conversie van Staatsleeningen tot 3 1/2 pet. wel mogelijk geweest was. Sterke neerdrukking van het rentetype onzer staatsschuld acht spr. noodzakelijk om tot een lager levenspeil te komen. Wanneer de woninghuren moeten dalen, zal het bouw- crediet ook beschikbaar moeten komen te gen laag rente type. Voorts pleit spr. voor een minder snelle aflossing van schulde. Die aflossing wil hij niet ten koste van ineen storting onzer sociale instellingen, ten kos te van armoede en ziekte, inzinking van het moreel van het volk. Spr. pleit voorts voor instelling van een Staatslevensverzekeringsbedrijf, een Staats hypotheekbank en een Staatsbrandverze- kering. Deze bedrijven kunnen goedkooper werken en wat er ove* blijft, kan besteed worden voor sociale instellingen. De heer Oudegeest herinnert aan de bestrijding van zijn plannen in de Tweede Kamer door den heer De Wilde. Deze rede was echter slechts een kanonnade van verwij ten. De heer Slingenberg (V. D.) houdt financieele beschouwingen. Hij is het met den heer Van Lansohot eens, dat de toe stand somber is. Wat de bezuniging betreft, zal de Vrijz. Dem. Partij de regeering steunen, al zal zij niet ieder voorstel kunnen steunen. De militaire uitgaven zullen in de eerste plaats een goed beurt moeten hebben. Met be houd zelfs der weermacht zijn daarop groo- te bedragen te bezuinigen. De heer Wibaut (S. D.) ziet in een Sbaatscirculatiebank een krachtiger middel tegen inflatie dan in een particuliere cir- 1 oulatiebank. Spr. wil nog iets zeggen over „De Ze- ven Provinciën". Hij staat nog precies op j het standpunt van 7 Februari. 'Hij heeft behoefte aan een onbevangen onpartijdig j onderzoek. Het heeft hem getroffen, dat de heeren De Savorain Lohman, Anema, van Lansohot en Fock ook een onderzoek wen- sohen. Maar tooh keurden zij alvast het op treden der regeering goed. Min. Deckers: Tegen de muiterij. Hoe dr. Wibaut tegen de muiters zou zijn opgetreden! De heer Wibaut: Het staat voor mij nog niet vast, dat hier sprake is van mui terij in den zin van georganiseerd revolu tionair verzet. Als regeering zou spr. aan de oproerige bemanning den eisch hebben gesteld', dat zij naar Soerabaja zou gaan en zioh daar ter beschikking zou stellen van den oom- mandant der zeemacht. Verder zou spr. die bemanning hebben meegedeeld, dat haar geen letsel zou geschieden, alvorens een onpartijdig onderzoek zou zijn inge steld. Zouden gij niet gehoorzamen, dan zou de Bond van Marineeprsoneel deze jonge mannen radiografisch vermaand moeten hebben. Zou de bemanning dan neg niet gehoorzamen dan zou spr. de ontwik keling van den toestand nog eens hebben aangezien. Spr. meent, dat, wat nu gebeurd is, is geweest. De regeering is in de tijdsom standigheden onder gegaan. Er dient een afzonderlijk departement te komen van economische zaken, want minister Ver- schuur's departement is overbelast. Op het gebied der handelspolitiek is de regeering weinig actief geweest. De vraag rijst, of wel genoeg gebruik is gemaakt om de bevoegdheden, haar toegekend door de crisisinvoerwet. Deze wet moet veel scher per worden toegepast. Bij het opleggen van belastingen moet de directe heffing als de meest gewenschte worden beschouwd. Het uiterste maximum is hier nog niet be reikt. Van een noodoffer is nog geen Spr. komt dan op de door de regeering gevoerde loonpolitiek, die hij afkeurt. Loonsverlaging is in 't geheel geen middel om de crisis te bezweren. Wat de regee ring deed met de loonen der bouwvakar beiders, is geweest een overschrijding der grens van het toelaatbare. Zijn de huren nu verlaagd en is de werk loosheid verminderd 1 De regeering heeft daarmee tienduizenden Nederlanders in hun rechten gesohaad en dezen menschen de richting van het revolutionaire element De heer B r i t (A.-R.) ziet in de mui terij een schandelijk bedrijf, dat de eer van ons volk heeft aangerand. Spr. heeft zich diep geschaamd, dat het m©t de Ne derlandsche vloot zoover kon komen en hij laakt het optreden der soc-democra- tcn, ook het optreden van den heer Molt- maker op een vergadering. Het gaat bij de soc.-democraten steeds zoo: eerst zetten zij het volk op en dan trekken zij zich terug. Zij kunnen den storm dan niet meer keeren. Het had op den weg der S. D. A. P. ge legen, om den muiters te seinen: staakt uw verzet. De heer De Bruyn (R.-K.) zegt, dat de sociale arbeid dezer regeering zeer gering Ten aanzien van de verkorting van den arbeidstijd is het standpunt der regeering onbevredigend. Het vraagstuk is ingewik keld en veelomvattend en zij moet zioh niet tevreden stellen met een advies van den Hoogen Raad. De heer IJsselmuiden (R.-K.) wil de gemeentebesturen in bescherming geno men zien tegen al te scherpe controle door Ged. Statén. Hij bespreekt voorts de be- lastingpolitiek. De personeele belasting drukt veel te zwaar. De heer S m e e n g e (V.B.) bespreekt den nood van den boerenstand. H-ij vraagt of men nu ook de aardappelteelt en de roggeteelt spoedig zal helpen. wordt verdaagd. DR. COLIJN IN DE LEIDSCHE GEHOORZAAL. KRACHTIGE REDE VAN DEN LEIDER DER „ANTI'S". De Anti-Revolutionairen zijn gisteravond in massaal getal komen luisteren naar de rede, welke hun sterke en krachtige leider, dr. H. Colijn, in de Stadsgehoorzaal te Lei den kwam uitspreken. Men kan moeilijk beweren, dat de heer Colijn speculeert op de sympathie en bijval van het publiek. Daarom frappeert het des te meer, wan neer aan dezen stoere tl, stuggen politicus door zijn trouwe volgelingen stormachtige ovaties worden gebracht, ovaties, die door hem met een simpel afwerend gebaar van: „5t is welletjes voor vandaag" worden be zworen. De rede door den heer Colijn gister avond was allerminst een rede in juich toon. Evenmin een klaagzang. Zonder schoone woorden, zonder iets te verbloe men of te ontzien, besprak hij op nuchtere, en een vaste overtuiging toonende wijze, de groote kwalen, waaraan ons land lijdt en de geneesmiddelen, die zi. noodig zijn om de ziekten te genezen. De houding door Dr. Cloijn ingenomen tegenover de m u i t e r ij op „De Zeven Provinciën", mag als voldoende bé kend worden beschouwd. Een generale schoonmaak van onze gezagsorganen achtte de spreker ondermijdelijk. De gezagorga- nen meoten gezuiverd worden van alle elementen, die daarin niet thuis behoo- ren. Een jarenlang vergiftigende geest is oorzaak, dat het gezag zóó in verval is kunnen raken. Als het bederf binnentreedt in de gezagsorganen, is de bijl gelegd aan ieder staatsbeleid. Tegelijk deed dr. Colijn echter een waar schuwende stem hooren tegen iedere wil lekeur in de gezagshandhaving. De vrijhe den van ons volk, als het recht van verga deren en vereenigen mogen niet lichtvaar dig worden prijsgegeven. Het tweede punt van aanbelang achtte spr. het herstel der ontredderde financiën. Het totale inkomen der Ne derlandsche bevolking is met 40 pet. ge daald. Op de begrooting 1934 verwacht spr. een tekort van 120 millioen. Bij een ontredderd finantiewezen houdt de moge lijkheid van leenen op, en' daarmede de mogelijkheid de gevolgen der crisis te leni- geft. In de levenswijze der publieke organen zal ingrijpende bezuiniging moeten worden aangebracht. De beperking daarvan zal niet in een enkel jaar kunnen geschieden, en daarom zal belastingverhooging nog tijdelijk noodig zijn. Als derde punt besprak dr. Colijn het economisch leven. Spr. overweegt de vraag, of wij in Nederland thans aange land zijn in een toestand, die omstel- VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. De verkiezingscampagne in Duitschland. (2de Blad.) De wet tegen de Jesuieten in Joego-Sla- vië. (2de Blad). China verwerpt het Japansche ultimatum, De Japansche opmarsch in Jehol begonnen. (2de Blad). BINNENLAND. Ontwerp tot wijziging van de Drankwet ingediend. (1ste Blad). Een Duitscher door Nazi's mishandeld op Nederlandsch grondgebied. (Gem Ber. 3de Blad. Jongeman door kommiezen aangescho ten. (Gem. Ber. 3de Blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. Pijnenburg—Richli winnen den Zesdaag- sche te Stuttgart. (3de Blad). De diverse Ned. Voetbalploegen. 3de BI.). ling van onze bodemcultuur ver- ei s c h t. Als wij onze boter, kaas, eieren, groenten enz. (waarvan wij voor een be drag van 400 mill, uitvoerden), niet meer in het buitenland kunnen afzetten, dan zal deze uiterst gewichtige vraag moeten wor den overwogen. Denk nu niet, zegt de heer Colijn, dat daarvoor een patent-oplossing bestaat» Het is een zeer doornig pad, dat wij hébben te begaan; een weg, die zeer veel moeilijkheden oplevert. Een van de groote moeilijkheden is het moment te kiezen, waarop de beslissing moet worden genomen. Spr. zou er zich wel van onthouden thans reeds over dit gewichtige punt in bijzonderheden te treden. In Génëve heeft spr. herhaaldelijk ge- waarschuwt tegen de heillooze tolmuren. Alle krachtsinspanning zal moeten wor den aangewend om de deuren van on ze buren open te krijgen. Het uiterste moet worden gedaan om de gees el der werkloosheid zoover mogelijk terug te dringen. Spr. vraagt d© arbeiders ernstig te overdenken dat do werkloosheid de grootste loonsverlaging is, welke hen kan treffen. Het is oen open vraag, hoe lang wij bij het opdrogen van onze welvaartsbronnen, onzen steun kun nen handhaven, maar vast staat wel, dat met een paar honderd duizend werkloozen erbij die steun zeker en onvermijdelijk belangrijk omlaag zou moeten. Tot de werkgevers zegt spr., dat begrij pelijk is de vrees van de arbeiders, voor een terugkeer tot een dr,oef bestaan alsvóór 30,40jaar. De werkgevers hebben de psyche der ar beiders te verstaan. De arbeiders zijn de laatste jaren gekomen tot meerdere wel vaart altijd nog maar een beschei den welvaart. Nu zien zij beetje bij beetje hun positie afbrokkelen. Laat men geen loonsverlagingen decreteeren, zooals een cavallerie-officier, hoog te paard gezeten, maar laat het, als het noodzakelijk is, ge schieden door samensprekingen en in hartelijk overleg. Tenslotte richtte dr. Colijn een oproep tot de Anti-Revolutionairen om te helpen een Regeering te vormen, die het schip van Staat in veilige haven kan brengen. De rede werd o.a. aangehoord door den burgemeester van Leiden en de wethou ders Goslinga en Splinter, het Eerste Kamerlid mr. Briët. Voor en na de rede werden psalmen gezongen. De heer Nieu- wenhuizen uit Zegwaart opende en sloot den avond met gebed. BINNENLAND PROF. VERAART OVER EEN „EENHEIDSFRONT". In een rede, welke prof. Veraart te Til burg heeft gehooide en waarna is opge- I richt een afdeeling van den Katholiek Democratisohen Bond heeft hij medege- dceld, dat „in beginsel" geslaagd zijn de „pogingen om te geraken tot een eenheide front der Katholieke democraten". ,Wat deze mededeeling precies betee- kent, zullen we moeten afwachten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1