VRIJDAG 24 FEBRUARI 1933
DE LEÏDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 10
LEIDSOHE VOETBALBOND.
De Zaterdag-middag Competitie.
Het wedstrijdprogramma voor morgen
middag luidt als volgt:
le klasse: A.R.C. IQuick B. 1;
F. Pacta I—S.L.F. 1.
2 e k 1. AL.R.C. IIQuick B. II
(Lisse); Riji.sb. B. IIS.C.O. IL
2 e k 1. B: Terleede IIQuick B. III;
O. Clubje 1Katwijkij I; SleutelsWov.-
brugge I.
3 e kl. A: Woubrugge IIO. Clubje II
3 e kl. B: S.C.O. Ill—L.R.C. IV;
S.L.F. III—O. Clubje III; Quick B. V—
F. Pacta IV.
J uniores: L.R.C. (a)S.C.O. (Lis-
serdijk); F. PactaTérleed0: Katwijk
Rijn-sb. B.; RouwkoopL.R.C. (b.)
De wedstrijden vangen alle te half
vier aan.
CRICKET
DE VIJFDE TESTMATCH.
De vijfde testmatch tusschen Austra
lië en Engeland is gisteren te Sydney
aangevangen. Australië scoorde 296 voor
vijf wickets. Bradman 4, O'Brien 61,
Mac Cabe 73, Darling 66 not out, Ri
chardson 0, Woodfull 14, en Oldfield 13
not out. Extra's 21. Nog aan bat moeten
Lee, O'Reilly, Alexander en Ironmon
ger.
Het Engelsohe elftal is als volgt sa
mengesteld: Jardine, Wyatt, Allen, Sut-
cliffe, Leyland, Hammond, Paynter,
Ames, Verity, Larwood en Voce.
ZWEMMEN
Recordverbetering L. Korpershoek.
Gisteravond heeft L. Korpershoek van
de Rotterdamsche Zwemclub in het
Oostelijk zwembad te Rotterdam het
Ned. record op de 500 meter schoolslag,
dat op zijn naam stond met 8 min. 17
4/5 sec. gebracht op 8 min. 2 sec.
DAMMEN
Damclub „Gezellig Samenzijn*.
De uitslagen der voortgezetten borden
wedstrijden luiden:
Klein—A. Jansen 02
\V. ter HaarBrondt 20
G. Jansenv. Balakum 20
GoddijnFhilipse
YeelenturfGeerlings 11
A. DubbeldemanBousie 02
A. BonteStipdonk 0—2
G. Dubbeldamv. Rakkum 11
W. LovinkG. Jansen
VeelenturfTh. Lovink 20
Stipdonkv. Bakkum 11
BILJARTEN
NEDERLANDSCHE BILJARTBOND.
De Competitie.
De uitslag van den wedstrijd Caland-
R'damL. B. B.-viertal voor a-fd.
der comp. N. B. B. 2e
ronde
luidt:
B.
Teegelaar (200) L.B.
3. 189
22
36
8.59
J.
Kruijer (200) C.
200
22
24
9.09
A.
Speijer (200)
200
20
30
10.00
P.
v. Buren (150)
142
19
33
7.46
G.
M. Teegelaar (150)
97
27
13
3.59
B.
Beenenga (150)
150
27
33
5.55
A.
Verstraaten (150)
113
20
IS
5.65
J.
Schoonheijt (150)
150
20
22
7.30
A.
Speijer (200)
173
29
22
5.96
J.
Kruijer (200)
200
29
28
6.89
B.
Teegelaar (200)
200
13
50
15.39
P.
v. Buren (150)
102
12
22
8.50
A.
Verstraaten (150)
150
29
27
5.17
B
Benen ga (150)
132
28
18
4.74
G.
M. Teegelaar (150)
131
15
32
8.73
J.
Schoonheijt (150)
150
15
45
10.00
Caland 2 punten; L.
B. B.
0
punten.
RECHTZAKEN
LEIDSOHE BILJARTBOND.
De Extra-Competitie.
De uitslag van den wedstrijd
Laken II—O. G.
L. B. B. luidt:
Gr.
poor de extra comp.
J. Pauw (115) O.G.
Hl
36
7
1.69
N.N. (89) 't Gr. L.
89
36
17
2.47
J. Gressie (74)
69
36
20
1.91
I. v. d. Wijngaard (89)
89
36
15
2.47
D. Piket (69)
69
58
4
1.18
N. N. (69)
67
57
11
1.17
J. de Ru (56)
56
48
7
1.16
W. v. d. Wijngaard (68)
64
47
6
1.36
't Gr. La-kcn 1 punt;
O.
G. 1
punt.
LUCHTVAART
Postvliegtuig door zwermen vogels
verhinderd te landen.
Uit Bulawayo (Rhodesia) wordt ge
meld: Zwermen vogels hebben de lan
ding verhinderd van het postvliegtuig
„City of Delhi" op het vliegveld te Sa
lisbury.
De piloot vreesde, dat de vogels tus
schen zijn propellers zouden geraken en
hem dan tot een onverhoedsche noodlan
ding zouden dwingen en daarom ging
hij zeer laag vliegen.
Doch de vogels bleven dicht om de
machine heen vliegen, zoodat de piloot,
teneinde raad, een schot met zijn pis
tool loste, waarop de vogels in snelle
vlucht wegvlogen en de ma-chine veilig
kon landen.
DE MOORDZAAK ESCHAUZIER.
ROND EEN BRIEFJE.
(Vervolg).
Dr. Hesselink betwist deze opmerkingen
en wijst op een aantal kenmerken van echt
heid. Een tweede vraag, aldus spr., is deze:
ertoont het briefje teekenen van valsch-
heid, b.v. lasschen, retouches e.d.? Dr. v.
Ledden Hulsebos meent een aantal teeke
nen van vervalsching te hebben gevon
den, doch spreker kan die conclusie^ niet
deelen. Wat de L. van Loe betreft, in het
Maleisch Post-scriptum, die volgens dr. v.
Ledden Hulsebos niet de normale L. van
het schrift van den heer E. zou zijn, ver
klaart spr., dat die letter, al zou deze iets
afwijken van den normalen, zeer wel door
den heer E. aldus werd geschreven. Ook de
afwijking van de g van gulden, die aanvan
kelijk als een j zou zijn neergezet en daar
na van een rond haaltje zou zijn voorzien,
is geenszins in strijd met het echte schrift.
Spr. erkent, dat op den eersten indruk
het briefje anders kan schijnen dan het
gewone schrift van den heer E.
De advocaat-generaal: Waar u dit er
kent, moet u tevens erkennen, dat het ee-n
vervalsching kan zijn.
Dr. Hesselink: Bij microscopische be
schouwing blijkt het de eigenschappen van
het schrift van den heer E. te dragen.
Snr. toont dit nader uitvoerig aan.
De president: Dus u komt tot de conolu-
sie, dat het briefje door den heer Esohau-
zier is geschreven?
Dr. Hesselink:'Ja, meneer de president.
President: Ik maak er opmerkzaam op,
ten eerste, dat het briefje pas zeer laat
uit het costuum van K. voor den dag zou
zijn gekomen en ten tweede, dat het zak
boekje zioh nog bevond op het lijk van den
heer E.
Hoofdcommissaris van 't Sant herhaalt
zijn verklaring, dat, indien het blaadje,
waarop het geschrevene staat, uit het beek
je zou zijn gescheurd, voordat hij het
boekje had gezien, hij dit blaadje zou
hebben gemist. Hij heeft daaruit echter
niet dat blaadje gemist.
President (tot verdachte Konings): Blijft
u bij uw verklaring, dat u het endossement
op de kwitantie aan Heldring en Pierson
niet geschreven hebt?
Verdachte Konings: Ja, meneer de pre
sident.
President: Dr. Hesselink heeft daarom
trent verklaard, dat het wèl door u ge
schreven kan zijn.
Vervolgens wordt de deskundige ge
hoord, die eveneens tot de conclusie is ge
komen dat 't. potloodbriefje uit het zak
boekje geschreven is door den heer E.
en dat. het vloeiend, regelmatig en zonder
onderbrekingen is geschied.
President: Is het.naar uw meening niet
mogelijk, dat het vervalsoht is door iemand
die voldoende materiaal, o.a handschrift.,
van den heer E. tot zijn beschikking had
en die de kunst van het maken van verval-
schingen verstond
Dr. van .Waegeningh antwoordt zeer be
slist, dat zulks ten aanzien van dit brief
je niet mogelijk is.
President: Verdachte K. heeft de dos
siers, waarin brieven van den heer E. voor
komen, in het Huis van Bewaring eenigen
tijd ter inzage gehad en hij zou de letters
enz. van het schrift van den heer E. dus
hebben kunnen nabootsen.
Dr. Van Waegeningh zet verder uiteen,
dat het geperforeerde blaadje uit het
boekje moet zijn gescheurd en dat het pas
daarna moet zijn beschreven. Immers, wa
re dit niet het geval, dan zouden op hot
volgende blaadje in het boekje sporen van
den druk der potloodletters aanwezig moe
ten zijndat is echter niet het geval.
Voorts dragen diverse letters kenmei'ken
van onder gelegen hebbende verticale hout
nerven van een tafel of zoo. Hier en daar
zijn de letters door die nerven ietwat be-
invloed, hetgeen verschil met het gewone
origineele schrift van den heer E. kan ver
klaren.
De deskundige wijst verder op een aan
tal strepen enz., door dr. Van Ledden Hul
sebosch aangebracht op de reproducties
van het briefje en betoogt naar aanleiding
daarvan dat dit peuterwerk is, dat hij niet
van dr. Van Ledden Hulsebosch had ver-
waoht.
Spr. acht K niet in staat zulk een brief
je, als hier is geschreven, te produceeren,
en demonstreert dat o.a. aan de hand van
het origineele schrift van den heer E.
Ook het uiteenloopen van de strepen op
de handteekeningen van den heer E., welke
streep op het briefje verder van den naam
zou zijn verwijderd dan gewoonlijk bij
diens handteekening bewijst niets tegen
de echtheid, daar spr. dit bosohouwt als
een vrijheid van beweging bij het schrij
ven.
Dr. van Waegeningh herinnert verder
aan een onderzoek naar de vervalsching
van 100-pondbiljetten, die hier door aller
lei deskundigen voor echt waren gehou
den, doch waarvan alleen de Bank of Eng
land onmiddellijk de valsohheid ontdekte,
o.a. aan de letter K van het woord Bank.
Dat was werkelijk buitengewoon bedriege-
lijk knoeiwerk.
Spr. zou op het oogenblik niet kunnen
zeggen, hoeveel blaadjes uit het boekje
waren gescheurd; hij vindt het echter wel
opmerkelijk, dat de politie-autoriteiten
verklaren, dat bij het vinden van het boek
je op het slachtoffer er slechts één blaadje
uit miste.
President: Daarvan heeft de hoofdcom
missaris een zeer logische verklaring ge
geven.
Verder is het zeer vreemd, dat K. nooit
eerder over het briefje, waarop de schuld
bekentenis van den heer E. Voorkwam,
heeft gerept.
Dr. van Waegeningh houdt zijn opvat
ting staande, dat het briefje echt is en
voegt daaraan toe, dat het de sporen, oa.
GR00TE SORTEERING
19 - 39 - 59 ets.
een vouw draagt, van geruimen tijd in een
vestzak verborgen te zijn, geweest.
De advocaat-generaal mr. De Visser zou
gaarne van den deskundige dr. Schrijver
(dr. Van Leddem Hulsebosch is helaas ver
hinderd) vernemen of hij daarmee instemt.
Dr. Schrijver betwist dit én zegt, dat 't
briefje dat allicht scheuren e.d. zou ver-
toonen.
Dr, van Waegeningh: Die zijn er!
Mr. Rourlier: Dr. Schrijver heeft het
briefje zelf nooit gezien.
Dr. Schrijver: Reeds na twee dagen kun
nen de bedoelde scheurtjes aanwezig zijn.
Dr. van Waegeningh leest nog een
schriftelijke verklaring voor van een des
kundige in Maleisoh, den heer Jaepers te
Arnhem, oud-onderwijzer aan de inland-
sche school te Probolingo en oud-leeraar in
het Maleisch van» een H. B. S. die ver
hinderd is heden te verschijnen welke
verklaring hierop neerkomt, dat het Malei-
sehe onderschrift op het briefje gewone al-
ledaagsche passartaal is.
Te 1 uur-wordt pauze gehouden.
Te 2.10 wordt de zitting heropend.
Afgezien wordt van het verhoor van
den heer Mulder, kassier van de firma Hel
dring en Pierson, als getuige.
Dr. Schneikert, privaat-docent aan de
Universiteit te Berlijn, als deskundige ge
hoord, verklaart in te stemmen met het
oordeel van dr. Hesselink uit Arnhem.
Spr. geeft een schets van zijn studie en
loopbaan als grapholoog en schriftkundige
en van zijn verbintenissen bij rechterlijke
colleges.
Wat het onderhavige briefje betreft, spr.
is spoedig tot zijn conclusie gekomen, om
dat de echtheid z.i. vrij gemakkelijk aan
toonbaar was.
Wel geeft hij toe, dat het briefje meer
rustig geschreven moet zijn dan het gewo
ne schrift van den heer E., doch hierbij
speelt de stemming van den schrijver een
rol; het meer langzame, als 't ware letter-
voor-letter schrijven is te verklaren o£
grond van die stemming cn óp grond van
de geringe aimetingen van het blaadje pa
pier. Er zijn volgens dezen deskundige geen
positieve kenteekenen van vervalsching
aanwezig. Ook het onderschrift stemt met
het karakter van het briefje overeen. Men
moet wel. bedenken, dat -het handschrift
van den meiisch. geen mechanisch product
is en dat psychologische invloeden ham
weerspiegeling in het handschrift kunnen
vinden, zoodat dit onderlinge verschillen
kan toonen wanneer men het met hand
schrift van denzelfde op andere tijdstip
pen onder een andere stemming geschre
ven, vergelijkt.
Bij een verdere demonstratie door dezen
deskundige van de kenmerkende eigen
schappen van het handschrift van den
heer E. ten aanschouwe van president,
raadsheeren, advocaat-generaal en verde
digers, verklaart dr. Scheihert op een
vraag van mr. Nederveen, dat op het brief
je te 'vinden afwijkingen van het
wone schrift van den heer E. niet buiten
het kelder van diens normale schrift val
len.
Dr. Robert Saudek, uit Londen,
vaat-geleerde, verklaart, dat hij tot een
vaste conclusie is gekomen. Hij heeft zoo
wel van dr. Hesselink als van dr. v. Led
den Hulsebosch de rapporten bestudeerd
naar aanleiding van een in September j.l.
door dr. H. tot hem gericht verzoek
een reeks van graphologische kenmerken
van overeenstemming met het schrift van
den heer E. gevonden in het briefje.
Met absolute autoriteit kan geen des
kundige iets verklarenhet blijft een zoo
geperfectioneerd mogelijk zooken naar de
waarheid.
In elk schrift komt een zekere ruimte
va.n verschillen voor. Wanneer een hand
teekening abosoluut identiek is aan een
andere, dan is er eerder aanleiding om
van een reproductie of nabootsing te ge
wagen dan wanneer er geringe verschil
punten zijn aan te toónen.
Bij potloodschrift gaat het om den aard
van het potlood, de afmeting, de onder
laag enz.
Het schrijven in kleinere letters omdat,
men slechts een klein stukje papier
zijn beschikking heeft, verlangzaamt het
tempo van den schrijfarbeid.
Niemand is in staat met een zelfde snel
heid verklein schrift te schrijven als hij
met normale schrift kan verwerken.
Kenmerkende neerhalen in het schrift
van den heer E. zijn niet in het schrift
van verdachte K. te vinden. Daartegen zijn
er we-1 verscheidene kenmerken van eerst
genoemd schrift op het kalenderblaadje
te rinden.
Wanneer men drie boomen op één
ziet staan, dan is dat nog geen overtuigend
bewijs, dat. die boomen daar door men-
schen en niet door de natuur zijn geko
men, doch wanneer men er 24 op een rech
te lijn ziet staan, dan kan men met abso
lute overtuiging aannemen, dat men met
menschenwerk te doen heeft.
Ook in het schrift van den heer E. en in
dat van het briefje zijn zooveel overeenko
mende kenmerken, dat het niet aanneme
lijk is, dat het een vervalsching zou zijn.
En wat de endosseering op de kwitan
tie betreft, indien deze door Konings is ge
schreven, dan is er geen sterker bewijs,
dat het kalenderblaadje niet door K. is ge
schreven.
Spr. kent de details van deze zaak niet.
Hij heeft alleen uit de ochtendbladen ver
nomen wat hier gisteren is behandeld.
Slechts heeft hij het verzoek van mr. Ne
derveen ontvangen om den oorsprong van
het schrift op kwitantie en agendablaadje
te onderzoeken.
De president geeft een toelichting van
de zaak ten gerieve van. dr. Saudek en
ijst er op, dat Konings niet wegens ver
valsching van een agendabriefje wordt
vervolgd, doch dat de verdediging en ver
dachte met dit briefje voor den dag zijn
gekomen teneinde den verdachte eeniger-
mate te ontlasten.
Vernomen hebbende, dat de heer E. een
rheumatisohen rechterarm had, verklaart
dr. Saudek, dat dit zeer in overeenstem
ming is te achten met eenige typische af
wijkingen van het gewone schrift van den
heer E. vergeleken met dat op het blaadje.
Mr. de Visser: Waaruit verklaart u, dat
de heer E., die het blaadje aan beide kan
ten had kunnen beschrijven, met dien rheu
matisohen arm zooveel moeite zoi,i hebben
aangewend om met, kleine lettertjes op één
kantje te schrijven?
Dr. Saudek zegt, hier geen afdoende
verklaring te kunnen geven.
Dr. J. P. L. Hulst, deskundige uit Led-
den, komt tot de algemeene conclusie, dat
het briefje meer is te beschouwen als een
ocht, door den heer E. geschreven stukje,
dan als een vervalsching.
De politie-inspecteur Waltmann, als des
kundige gehoord, concludeert, dat het brief
je niet door den heer E. doch door K. is
geschreven.
buitengewone regelmatigheid van
het schrift op het briefje komt in het ge
wone schrift van den heer E. niet voor.
Ook de stijlheid van de letters is kenmer
kend verschillend.
Mr. Nederveen vraagt, hoe de heer Walt
mann als deskundige is aangewezen. Spr.
heeft daarvan geen verklaring in de dos»
'?rs gezien.
Mr. De Visser: Bij groote politiekorpsen
heeft men deskundige inspecteurs op be
paalde gebieden. Zo neemt de heer Walt
mann bij de Haagsche politie een eervolle
plaats in.
Mr. Nederveen: Het- is voor het eerst,
dat- ik van dit instituut van deskundigheid
onder-ambtseed kennis neem, wellicht om
dat ik van een kleine plaats kom,
DE DOODSOORZAAK.
Dr. R. R. Roohant wordt vervolgens
nogmaals gehoord.
Mr. De Visser vraagt hem of in verband
met het vinden van den schoen, die uit de.
kist stak volgens den getuige B. de moge
lijkheid bestaat dat de heer E. in die kist
nog kan hebben geleefd.
Dr. Rochant: Vijf minuten na net
brengen van de prop in den mond kan hij
nóg geleefd he,bben, dooh niet langer, zoo
dat de heer E. reeds overleden moet zijn
geweest toen hij in de kist in het pakhuis
was opgesloten.
Mr. Bourlier vraagt of dr. Röohant kan
verklaren, dat de dóód door het "touw"öm
den hals is veroorzaakt.
Dr. Roohant acht dit mogelijk - doch
geenszins zeker.
Eenige discusie ontstaat over de dikte
van de groeven, door het touw om den
hals veroorzaakt.
Verdachte K. vraagt nog of dr. R. thans
van meening is, dat de dood door het touw
kan zijn veroorzaakt, terwijl hij den vori-
gen keer zou hebben verklaard, dat de
dood moest zijn veroorzaakt of door de
prop, of door het touw.
Dr. Roohant: Of door beide tezamen.
Intusschen kan één der oorzaken den dood
ten gevolge hebben gehad.
Dr. van Rijssel, die met dr. Rochat het
sectie-onderzoek verrichtte, acht het even
eens waarschijnlijk, dat de prop de lucht
wegen geheel heeft afgesloten.
Dr. Hulst acht de positieve aanwijzingen
van dood door verstikking niet groot. Een
mogelijkheid i-s er dat de heer E. door
schrik zijn weerstandsvermogen heeft ver
loren.
Te 6.25 wordt de ziting geschorst tot he
denochtend tien uur. Het getuigenverhoor
wordt dan voortgezet.
DOODSLAG TE 0SS.
Voor de rechtbank te 's Hertogenbosch
heeft terecht gestaan de 30-jarige koop
man L. v. d. E. te Oss, ter zake, dat hij
op 29 December 1932 opzettelijk J.
Dijk te Oss met een revolver heeft dood
geschoten.
Verdachte verklaarde niet te weten, hoe
hij tot zijn daad was gekomen. Hij had van
Dijk gevraagd niet meer bij zijn vrouw to
komen. Zijn vrouw ging eenigë dagen weg,
doch toen zij terug was, kwam van Dijk
ook weer. Deze heeft hem geslagen en
verdachte raakte er door overstuur. Het is
best mogelijk, dat hij toen geschoten heeft
De agent van politie Verreyt verklaarde,
dat verdachte tot hem gezegd heeft: „Zet
me maar in de kast; ik heb van Dijk dood
geschoten maar ik kon er niets aan doen'
Verdachte verklaarde nader ter zitting,
dat hij het wapen geladen gekocht, had.
De inspecteur van politie van Kempen
beschouwt de vrouw als de meest schuldi
ge in het drama. Verdachte zorgde goed
voor zijn gezin en staat moreel gunstig be
kend. Men heeft nooit last met hem ge
had. Getuige bevestigt, dat het s-lachtoffe:
een broodmes in de hand had.
De vrouw van verdachte verklaarde, dat
van Dijk - ~s binnengekomen; zonder meer
sloeg hij naar man. Toen hoorde zij schie
ten. Zij gelooft niet, dat haar man de re
volver was gaan halen. Van Dijk had ge
dreigd niet met de vlakke hand tegen ver
dachte te zullen optreden.
Zoowel verdachte als getuige hadden
van Dijk de deur gewezen. Haar man is al
tijd best voor haar geweest, zij niet zon
best voor hem. Daags te voren had getui
ge aan van Dijk nog gevraagd niet meer
te komen, want anders zou er wat gebeu
ren.
De caféhouder A. v. d. "Wielen verklaar
de, dat verdachte den bewusten dag twaalf
glazen bier bij hem had gedronken. Hij
dronk anders nooit zooveel.
Getuige L. v. ZeelandWenting had
vier schoten gehoord en verdachte, die
zeer overstuur was, hooren zeggen, dat.hij
naar de politie ging.
Nadat nog eenige getuigen waren ge
hoord, werd verdachte nader ondervraagd.
Hij verklaarde zioh niet meer te herinneren
wat er gebeurd was, daar hij geheel over
stuur was toen van Dijk hem had geslagen.
Het O.M. merkte op, dat verdachte
tweemaal op het politiebureau omstandig
heeft verteld wat hij gedaan had. Daarom
i-s het vreemd, dat hij zich nu niets herin
nert. Spreker achtte het bewijs overigens
gemakkelijk geleverd- Va-n Dijk had zich
met andere dan gewone bedoelingen dien
dag moed ingedronken. Verdachte staat
gunstig bekend. Wat er vooraf is gegaan
rechtvaardigde echter nooit van Dijk neer
te schieten. Van noodweer is geen sprake.
Een veohtpartij is niet voorafgegaan. Ter
zake van doodslag eischte spreker 2 jaar
en 6 maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr. E. van Zinnicq Berg-
mann, meende, dat er wel sprake van
noodweer kan zijn. Verdachte h,oudt van
zijn vrouw en toen man en vrouw ver
zoend waren, kwam van Dijk er weer tus
schen. Men heeft een broodmes gevonden.
Volgens pleiter zijn de vrouw, het huis en
het eergóvoel van verdachte aangerand en
daartegen heeft deze zich willen verweren.
Verdachte moet in heftige -gemoedsbewe
ging gehandeld hebben, wat volgens Noyon
strafbaarheid uitsluit. Is de rechtbank het
niet met pleiter eens, dan verzoekt hij
een psychiatrisch onderzoek om den ge
moedstoestand van verdachte te beoor-
deelen.
Uitspraak over veertien dagen.
MISHANDELING.
Gisteren heeft de vierde kamer der
rechtbank te Amsterdam uitspraak ge
daan in de zaak tegen J. K., die zich te
verantwoorden heeft gehad ter zake van
wederspannigheid en mishandeling van
een ambtenaar in functie. Op 5 December
was er een opstootje voor het huis van een
ambtenaar van Maatsohappelijken Steun,
in de Pretoriastraat te Amsterdam. Een
agent van polibie maande tob doorloopen
aan, doch het- publiek drong telkens op
nieuw op. Verdachte had den agent een
stoot in den buik gegeven; hij werd dien
tengevolge veroordeeld tot 21/2 maand ge-
'angenisstraf met aftrek van de voor-
loopige hechtenis. Het. O. DL had twee
maanden gevangenistraf geëisoht, zonder
aftrek van de voorloopige hechtenis.
SIGARENAUTOMATEN.
De Haarlemsche gemeenteraad heeft
eénigep tijd. geledenhetbes-luit.genomen,
om het aanbrengen van sigarenaut omaten
buiten de sigarenwinkels te- verbieden,
voornamelijk om het roökèn door je-ugdigo
personen te beletten. De heèr B. in de
Kruistraat plaatste eohter toch een derge
lijke automaat. Proces-verbaal volgde. De
kantonrechter veroordeelde verd. tot 3.
boete.
De rechtbank heeft gisteren het vonnis
van den kantonrechter bevestigd, evenwel
zonder opleggen van straf.
LETTEREN EN KUNST
VAN EEDEN.
In de „Msfb" geeft Frans Erens interes
sante herinneringen uit „Vervlogen jaren''
waaraan we hier reeds eerder een
fragment ontleenden. Thans veroorloven
we ons het volgende citaat, waarin Erens
spreekt over „een bijna onmerkbaar af-
stooten, dat werd gevoeld in den omgang
met Van Eeden".
Daardoor ontstond een -scheur en over
die scheur heen moesten zijn vrienden hem
steeds opnieuw de hand reiken, waarbij dan
toch een gevoel van onbehaaglijkheid over
bleef. Er bestaat bij sommige Katholieken
de meening, dat hij om zijn overgang tot
het Katholicisme van zijn vroegere vrienden
is vervreemd. Dit is geheel onwaar. Do
vervreemding was een uitvloeisel van zijn
karakter; zij bestond reeds lang vóór dien
tijd en is in de meeste gevallen van hem
zelf uitgegaan.
Hoewel ik over het algemeen op dez9
plaats niet op persoonlijkheden wil ingaan,
heb ik gemeend hierbij een uitzondering
te moeten maken, omdat sommigen van een
later gekomen geslacht personen en toe
standen, die zij niet voldoende kennen, ver
keerd hebben beoordeeld.
In tegenstelling met sommige meenin
gen geloof ik, dat v. Eeden's overgang tot
het Katholicisme echt was. Door een per
soonlijke aanraking heb ik die meening niet
kunnen bevestigen, want hoewel ik de
eenige Katholiek wa-s van den ouden vrien
denkring, heeft hij vermeden mij in dien
tijd te ontmoeten. Toch waren wij nooit
gebrouilleerd geweest. Ik geloof, dat, mocht
er in zijn bekeering ooit een bijmotief zijn
geweest, uit zijn Katholicisme in de prac-
tijk van het zieleven langzamerhand alle
vreemde mengsels zijn verdwenen. Het is
duidelijk gebleken, dat hij licht en vrede
had gevonden. Had ik vroeger persoonlijk
met hem daarover kunnen spreken, dan zou
ik waarschijnlijk zijn mentaliteit van tp.en
hebben kunnen doorgronden.
Zoo herinner ik mij, dat ik in 1904 in Pa
rijs Toorop ontmoette, die daar het portret
schilderde van den ex-president Steyn van
den Oranje Vrijstaat. Toen wij'samèn in een
concert zaten in de Rue de Tournon, zei
de schilder op eens tegen mij: „Zeg Erens,
ik ben ook Katholiek.''
Dat was voor mij een verrassing, want
ik voelde het als een oprechte bekentenis.
Niets kan opwegen tegen de evidentie van
een persoonlijke uiting."