DE MAN DIE EEN
STAD PLUNDERDE
UIT DE RADIO-WERELD
DONDERDAG 16 FEBRUARI 1933
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. lö
DE KWESTIE
PROF. COLENBRANDER
EEN SCHRIJVEN AAN CURATOREN
DER LEIDSCHE UNIVERSITEIT.
Onder dagteekening van 12 Februari j.l.
hebben dr. P. N. v. Eyck en prof. P. Geyl
het volgende schrijven gericht aan Cura
toren der Rijksuniversiteit alhier:
Hooggeachte Heeren,
Het rapport, op Uw verzoek door de
hoogleeraren Gosses, Kernkamp en Brug
man» over onze beschuldiging van prof. H.
T. Colenbrander uitgebracht, geeft ons
aanleiding lot do volgende opmerkingen:
Wij stellen vast, dat de drie rapporteurs
onze beschuldiging van in het „Gids"-arti-
kel gepleegd plagiaat bevestigen.
Ten aanzien van de 6 Januari door prof.
Colenbrander uitgesproken rede verklaren
zij, dat die „in geenen deele" door genoem
de beschuldiging getroffen wordt. Haar
rapport zwijgt echter over het feit, dat een
paar bladzijden, en daaronder een passage,
die ale bewijsvoering tegen den tweeden
ondergeteekende dienst moest doen, van
Pirenne afgeschreven zijn.
Ten aanzien van het erkende, in het
„Gids'' artikel gepleegde plagiaat, dat zij
als „ontstellend" en „misleiding" beschrij
ven, maken de drie hoogleeraren een altijd,
maar in dit geval al bijzonder onhoudbaar
onderscheid tussohen plagiaat en „toeleg''
en misleiden. Zij verwerpen dat laatste op
grond van le hun kennis van prof. Colen-
branders karakter, 2e van oritiek op ze
kere ondergeschikte bewijzingen in onzen
open brief aan de „Gids" redactie.
Wat hun betoog onder 2 betreft, pro
testeerden wij tegen de lichtvaardige wijze,
waarop zij met ons bewijsmateriaal omge
sprongen hebben. Zij schrijven dat de
plaatsen door ons aangevoerd, om te be
wijzen dat de schrijver van het artikel, hier
en daar de aandacht van zijn plagiaat
tracht af te leiden „niet overtuigend zijn*'.
Zij bespreken dan echter eenige plaatsen
waarmee wij die bedoeling volstrekt in het
fldgemeen wilden ïllustreeren, terwijl zij de
draagkracht van de plaatsen, waarmee wij
de bedoeling niet hadden, onjuist voorstel
len. Over een van die plaatsen beweren
zij zelfs, dat wij ons „zeer bepaaldelijk ver
gist" zouden hebben.
De drie hoogleeraren hebben het voorts
oirbaar geacht buiten de door U verstrek
te opdracht te gaan en een oordeel uit te
spreken over ons openbaar maken van den
brief aan de Gids-redactie. Wij moeten tot
ons leedwezen verklaren, dat hun houding
tusschen den schuldig bevondene en zijn
aanklagers van bevreemdende partijdigheid
blijk geeft. Terwijl zij voor Prof. Colenbran-
der's vergrijp naar vergoelijkingen zoeken
(zelfs dat hij weinig tijd tot zijn beschik
king had) voeren zij aan; alsof het noodig
was een stuk van 130 bladzijden te schrij
ven en 150 noten uit Pirenne te lichten;
terwijl zij do gelegenheid aangrijpen om
hulde te brengen aan zijn vroeger werk (dat
door ons in zijn waarde gelaten was); be
waren zij de eenige onverzwakt-scherpe
oordeelvelling in hun rapport voor ons en
noemen het „zeer afkeurenswaardig'', dat
wij onzen brief „onmiddellijk voor het fo
rum der publieke opinie gebracht hebben".
Volgens hen ware dat „alleen geoorloofd,
wanneer alle andere middelen om ons doel
te bereiken hadden gefaald"'. Zij verwijten
ons voorts „den valschen schijn" gewekt te
hebbea, alsof Prof. Colenbrander „in zijn
geheele wetenschappelijke werk onbetrouw
baar zou zijn. en dat wij geen „eerbied"
voor zijn vroegere prestaties aan den dag
legden".
Dat van publicatie-wantrouwen ook in
prof. Colenbrander's vroeger werk het ge
volg moest zijn. is misschien juist; maar
het getuigt van gebrekkig onderscheidings
vermogen, als men in plaats van den dader
van het plagiaat, die zelf zijn m het ver
leden verworven naam daarmee op het spel
zette, ons hiervoor verantwoordelijk stelt.
De drie hoogleeraren schrijven, dat „ontij
dige" publicatie dit gevolg moest hebben;
FEUILLETON.
ROMAN VAN AVONTUUR,
door SVEN ELVESTAD.
De chef knikte en haalde uit 't dossier
een klein stukje papier te voorschijn, waar
op enkele regels machineschrift.
„U zult zien", zei de chef, terwijl hij
Krag het papier overhandigde, „dat de
schelm de grootste vermetelheid aan den
dag legt."
Krag nam het papier en las de zonder
linge mededeeling:
„Als u den dief van villa Rozenhage
vinden wilt, let dan op 't revolver
schot hedenavond om elf uur zeven
endertig in de Oskarstraat 54b".
De chef belde.
„We zullen den man eens hier laten ko
men, die 't. schot gehoord heeft en alles
heeft gezien wat er is voorgevallen", zei
hij.
Een derde trad 't bureau binnen, 'n lan
ge, magere gestalte. Hij kon 'n vijfender
tiger zijn.
Z'n gezicht was goedmoedig, grrag
lachsch, doch de oogen scherp, soms ste
kend en altijd waakzaam.
Krag herkende hem en groette hem har
telijk. Het was de rechercheur Helgesen.
Als boerenknecht had hij z'n dorp verla
ten en was naar de hoofdstad gekomen.
het ontgaat ons. hoe latere publicatie een
ander resultaat kon hebben gehad.
Evenmin verklaren de heeren zich om
trent de „middelen", die wij eerst hadden
moeten beproeven. Zij verzwijgen daarbij,
dat de eerste ondergeteekende begonnen
was met zich tot Prof. Colenbrander zelf
te wenden en dat diens antwoord zooals
wij reeds aan de Gids-redactie schreven,
allerminst van bereidwilligheid tot erken
ning of ongedaan maken getuigde. Daar
een in het openbaar begaan vergrijp tegen
de wetenschap slechts in het openbaar ge
zuiverd kan worden, kwam de plicht van
publicatie toen op ons te rusten; en daar
het feit onbetwistbaar vast stond, had uit
stel geen zin, tenzij men verdoezeling
wenschte.
Indien de drie hoog'eeraren met hun
duistere opmerking bedoelen, dat binnen-
kamersche berisping voldoende geweest
ware, merken wij op, dat Prof. Colenbran-
derjs hoogleeraars- en Gids-redacteurschap,
zoomede de wereldkundigheid van artikel
en rede, zulk een behandeling der zaak on
aannemelijk maakten. Het is opmerkelijk,
dat de rapporteurs gewagen van het leed
dat Prof. Colenbrander zichzelf en hun, zijn
vrienden, berokkend heeft, terwijl zij' zwij
gen van den smaad, de Nederlandsche we
tenschap aangedaan. Dat is een geesteshou
ding waartegen wij opkomen.
Wij brengen U in herinnering, dat men
iemand niet veroordeelt zonder hem ge
hoord te hebben; een elementaire eisch
van rechtvaardigheid, dien wij tegenover
Prof. Colenbrander geëerbiedigd hebben,
maar die door de drie hoogleeraren ten op
zichte van ons geschonden is. Om die reden
alleen al ontzeggen wij hun alle recht de
eerlijkheid van onze overtuiging, dat. het
belang van het Nederlandsch geestelijk
leven ons optreden gebood, in twijfel te
trekken. Wij verwijten hen daarnevens dat
zij een volkomen gewettigde bijkomstige
beweegreden over het hóófd gezien hebben:
prof. Colenbrander's misbruik van zijn
Leidsche rede in tegenwoordigheid van de
Koningin en het Koninklijk gezin voor een
even uitdagenden als onwetenschappelijken,
op die plaats en dat oogenblikkelijk onbe-
hoorl ijken aanval op den tweeden onder
geteekende; een aanval berustend op een
valsche voorstelling van wat deze geschre
ven had en 'gesteund met een na de rede
gelijk reeds in het Gids-artikel uit Pirenne
gelichte passage, welke door den tweeden
ondergeteekende in een zijner geschriften
reeds jaren tevroen bestreden was.
Hieraan voegen wij toe, dat prof. Colen
brander's openbare aanval de bedoeling
had niet alleen om een persoon, maar om
een heele richting, een beweging te treffen
en dat het belang dier beweging dus even
zeer gebood den aanval onmiddel.ijk af te
slaan, als het verbood de ontdekking, dat
het gebezigde wapen namaak was, te ver
bergen.
Ten slotte zouden de drie hoogleeraren.
indien zij om inzage van prof. Colenbran
der's brief aan den eersten ondergeteeken
de, verzocht hadden hebben kunnen vast
stellen dat die iedere verplichting onzer
zijds tot persoonlijke consideratie roekeloos
vernietigde.
Terwijl wij u verzoeken ons te berichten
dat uw overnemen van het rapport geen
bevestiging van den zonder eenige be
voegdheid of eenig recht op ons geworpen
blaam beteekent, achten wij het. noodzake
lijk afschrift ook van dezen brief aan de
pers te zenden. De onberaden tegenaanval
dien de hoogleeraj-en gemeend hebben op
ons te moeten richten, maakt het ons on
mogelijk deze ook voor ons hoogste on
verkwikkelijke zaak te laten rusten; het
geen wij anders na hun erkenning van het
plagiaat zelfs ondanks huD ontwijkende en
slordige behandeling van de kwestie der
pogingen tot aandacht-afleiden, volgaarne
gedaan zouden hebben. Ook hier komt bij
het recht tot zelfverdediging, en zelfs er
voor, een plicht tegenover het Nederlandsch
geestelijk leven.
Van verscheiden kanten is ons gebleken,
de voorloopige uitspraak van de Gids
redactie is er een treffend staaltje van
dab velen openbaarheid meer haten dan
misleiding. Dat is een bedenkelijk verschijn
sel.
In politiedienst had hij zich zoo schrander
en onverschrokken getoond, dat hij snel
promotie had gemaakt en nu een post van
vertrouwen bekleedde.
„Ah, de heeren kennen elkaar", merkte
de chef verrast op, „dan kunnen we alle
plichtplegingen achterwege, laten. U kimt
wel raden, Helgsen, waar 't om gaat. De
zaak Rozenhage".
En zich tot Krag wendend ging hij ver
der:
„We noemen deze serie misdaden zoo,
naar den eersten diefstal bij den bankier
die villa Rozenhage bewoont. Helgesen zal
U uitleggen, wat er 'n paar dagen geleden
in de Oskarstraat 54b gebeurd is".
Helgesen nam plaats. Toen hij merkte,
dat Asbjorn Krag zich voor deze zaak in
teresseerde, deed hij plotseling zeer opge
wekt.
„Ja, als u voor deze raadselen 'n oplos
sing kunt vinden", begon hij, „dan bent u 'n
knap man. Eerst zal ik uvertellen, wat ik
heb meegemaakt in de Oskarstraat en
dan later wat er is voorgevallen op de
schilderijententoonstelling, ook zeer merk
waardig, hoewel de opzet door 'n toeval
mislukt is,
Zoodra wij dat geheimzinnige briefje
hadedn ontvangen", ging Helgesen verder,
.onderzochten wij, wie dat huis bewoont.
Het is een groot heerenhuis en eigendom
van den bewoner, een schatrijken majoor
Carstens, die met een dochter van den in
dustrieel Rijdberg getrouwd is: U zult dat
trouwens wel weten. Wij spionneerden
rond 't huis, zochten contact met 't perso
neel en zoo meer. en na verloop van een
paar uur wisten we 't volgende:
le. Do majoor bewoonde het huis zelf.
2e. Hij zou op zeven Augustus een par
tij geven.
Wij willen er openlijk op wijzen, dat drie
hoogleeraren in de geschiedenis ten dezen
geen goed voorbeeld geven. Wij kunnen
slechts hopen, dat de Nederlandsche stu
denten genoeg eigen onderscheidingsver
mogen zullen bewaard hebben om niet in
de dwaling te vervallen, dat plagiaat een
vergeeflijke misstap, den dader te ontmas
keren daarentegen een doodzonde zoude
zijn.
Met hoogachting, blijven wij, enz.
Het schrijven gaat vergezeld van twee
bijlagen, beide fragmenten, we.ke ontleend
zijn aan de rede van prof. Colenbrander op
6 Januari en welke, volgens de heeren van
Eyck en Geyl bijna woordelijk zijn overge
nomen van Pirenne.
BUITENL. BERICHTEN
TREINBOTSING BIJ MOSKOU.
Acht personen gedood.
Bij het station Sortiwotsjnoja nabij Mos
kou kwamen twee treinen met elkaar in
botsing, waardoor acht personen, onder wie
eenige spoorwegbeambten, werden gedood.
De Gepoe heeft aantal pers-onen gearres
teerd.
ONTPLOFFING EISCHT 7 D00DEN.
In een olieraffinaderij te Trjest is tij-
dsen het opstellen van een Dieselmotor
het zuurs tof reservoir uit elkaar gespron
gen. Twee ingenieurs en 5 arbeiders wer
den op slag gedood, 5 andere arbeiders
werden zwaar gewond.
FABRIEKSBRAND IN BEIEREN.
In de Kromorfabrieken te Ocbsenfurt is
gisteravond een brand uitgebroken, die in
de groote houtvoorraden gretig voedsel
vond en zich over het geheelo fabrieks
complex uitstrekte. Door het ontploffen van
een cylinder met geperste lucht, werd een
vrouw, die op eenigen afstand naar de
vlammenzee stond te kijken, gedood door
een stuk ijzer, dat haar tegen het hoofd
vloog. De brandweer, die uit de omliggende
plaatsen versterking had gekregen, slaagde
er na eenige" uren in het vuur meester te
worden. De aangerichte schade is aanzien
lijk.
ACHTTIEN DUIZEND PAAR SCHOE
NEN GESTOLEN.
De politie van Londen stelt op 't oogen-
blik een onderzoek in naar een behendi-
gen diefstal, waarbij oa 18.000 paar schoe
nen spoorloos verdwenen zijn, welke
schoenen een waarde van meer dan 4000
pond sterling vertegenwoordigen.
Toen de bestuurder van een vrachtauto,
waarin het thans gestolene was verbor
gen, zijn wagen ergens had neergezet en
een verversching ging gebruiken, vond hij
bij zijn terugkeer den wagen verdwenen.
De auto werd later te Rotherhithe
teruggevonden
De politie gelooft, dat de heele inhoud
van den wagen buiten de stad in een paar
uren tijds weggehaald is en dat het plan
voor den diefstal zorgvuldig was voorbe
reid
LINDBERGH NIET NAAR EUROPA?
In bevriende kringen wordt groote twij
fel uitgesproken aangaande de voornemena
van den heer en mevrouw Lindbergh, om
zich metterwoon in Europa te vestigen. Er
wordt in dit verband op gewezen, dat de
verklaj*ing van zijn schoonzuster, dat Lind
bergh waarschijnlijk naar Frankrijk zou
gaan, slechts bedoelde, dat hij een reisje
naar Frankrijk zou maken, in verband met
een uitnoodiging, uit Parijs, om daar in Mei
de herdenking van zijn Oceaanvlucht te
komen bijwonen.
3e. Er werden 'n vijftig gasten ver
wacht.
4e. De majoor zocht vertrouwd en ge
routineerd gelegenheidspersoneel voor 't
feest.
5e. Onder de gasten zou de Ameri-
kaansche gezant .de eenige buitenlander
zijn. De overigen waren allen Noren, men-
schen uit Christiania. Veel officieren, maar
ook enkele professoren, handelslui en één
artist, de bekende kluchtspeler Trybel.
Hier heb ik de lijst, Krag. U zult de mees
te namen wel kennen".
Krag bestudeerde het papier nauwkeurig
Eindelijk schoof hij 't op tafel en zei:
„Ik ken alle namen".
„Best. Maar wie van deze dames en
heeren zoudt u durven of kunnen verden
ken van diefstal van tweeduizend Kronen
uit een gesloten lade van een bureau en
verder van diefstal van juweelen ter waar
de van vijfduizend Kronen uit het byoute-
riekistje van mevrouw Carstens?"
Asbjorn Krag glimlachte.
„Niemand", antwoordde hij, „of alle
maal. Maar wie heeft daar nu geschoten?"
Helgesen, geinteresseerd, schoof wat na
derbij.
„Zoo, u hebt dus van dat schot gehoord?
Ja, dat was wel 't zonderlingste van alles.
Toen ik dan te weten was gekomen, wat
ik u zooeven verteld heb, zette ik 't plan
op, onder een of ander voorwendsel onder
't feest het huis binnen te komen. Ik
meldde mij aan als kellner en werd aange
nomen. U weet wel. dat onder de vele kun
digheden, die een goed criminalist zich
dient eigen te maken, ook tafeldienen be
hoort. Bijna nergens krijg je zoo'n volle
dig overzicht over 'n bepaalde situatie,
dan wanneer je met een servet over den
arm rondwandelt. Tegen half negen kwa
Programmas voor Vrijdag 17 Februari.
Huizen. 296 M.
Algem. Program., verzorgd door de N.C.R.V.
8.00 Schriftlezing.
8.15 Gramofoonplaten.
10.30 Morgendienst.
11.00 Concert d. h. Trio v. d. Horst m.m.
v. Ohr. Hengeveld (viool) en Gramofoonpl.
12.30 Orgelspel.
I.15 Vervolg Trioconcert.
2.30 Chr. Lectuur.
3.00 Voor de Huisvrouwen.
3.50 Concert. H. Kiekens (hobo), J. Odijk
(fagot), B. de Wilde (klarinet) en F. Ger-
stelling (piano).
5.00 Botanisch praatje.
5.30 Voor de jeudige amateur-fotografen.
6.00 Landbouwpraatje.
6.30 Lezing. A. J. Herwig.
7.00 Litteraire causerie.
7.45 PTT-Kwartiertje.
8.00 Concert d. h. Amsterd. Symphome-
Orkest o.l.v. M. de Haas m.m.v. John'® Ac
cordeon-Duo.
9.00 Dr. J. C. Roose: „Zijn jullie ook zoo".
9.30 Vervolg concert.
10.00 Vaz Dias.
10.10 Vervolg concert.
10.3011.30 Gramofoonmuziek.
Hilversum, 1875 M.
8.00—1200 V.A.R.A., 12.00—400 A.V.R.O.
4.00—8.00 V.A.R.A., 8.00—11.00 V.P.R.O.
11.00—12.00 V.A.R.A.
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding. V.P.R.O.
10.15 De Notenkrakers o.l.v. D. Wins en
Gramofoonplaten.
II.10 P. J. Kers Jr.; Onze keuken.
11.40 Voordracht door C. Rijken.
12.00 A.V.R .O.-Kleinorfcest o.l.v. N. Ger-
harz en Gramofoonplaten.
2.00 C. Voning: „Marokko.
2.30 A.V.R.O.-Kamer-Orkest o.l.v. N. Ger-
harz en Gramofoonplaten.
4.00 De Flierefluiters o.l.v. H. de Groot
en Gramofoonplaten.
4.50 Voor de kinderen.
5.30 De Notenkrakers o.Lv. D. Wins.
6.10 Gramofoonplaten.
6.15 Orgelspel Cor Sfceyn.
6.40 Causerie over Sowjet-Rusland door
Ir. W. v. Tijen.
7.00 De flierefluiters o.Lv. H. de Groot,
m.iiLv. L. Fuld (zang) en Gramofoonplaten.
S.00 Dr. W. Banning: „De jeugd in het
heden".
8.30 Orgelconcert door Egb. A. Vos.
9.00 Causerie door Prof. Ir. W.' Sohermer-
horn.
9.30 Vervolg orgelconcert
10.00 Vrijz. Godsd. Persbureau.
10.05 Vaz Dias.
10.15 Declamatie door Mien Emeis van
Buuren.
10.45 Gramofoonplaten.
11.0012.00 Gramofoonplaten (V.A.R.A
Daventry, 1554 M.
10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, Berichten.
11.0511.20 Lezing.
12.20 Ogelepel G. Metzier.
1.05 Shepherd's Bush Paviljoen-orkest
o.lv. Fryer.
2.20 Voor de scholen. Lezing en concert.
Valsch spel in Berlijnsche clubs.
In November jl. waren in de „Clubs des
Westens" te Berlijn zeven spellen kaarten
in beslag genomen, welke gereed waren ge
maakt voor baccarat. Het is thans geble
ken, dat de kaarten van vijf dezer spellen
op een te voren bepaalde wijze waren ge
mengd. Het is vrijwel zeker, dat in deze
club talrijke personen jarenlang door valsch
spel zijn benadeeld. Vele bezoekers der
club zijn geheel door het spel geruïneerd.
Eenigen hunner hebben zelfmoord gepleegd,
daar zij ten gevolge van de bij het spel ge
leden verliezen niet langer in hun onder
houd konden voorzien.
men de gasten en om negen uur werd het
diner opgediend in de groote zaal. Maar
eerst wil ik u er nog opmerkzaam op ma
ken, dat de villa twee verdiepingen telt
met daarboven gedeeltelijk een afgesloten
zolder. De groote zaal op de tweede ver
dieping reikt tot aan 't dak, beslaat dus
eigenlijk twee verdiepingen en krijgt be
halve licht door de vensters, ook licht door
't glazen dak. De Zuidelijke vleugel be
staat, althans wat de tweede verdieping
betreft, uit een rookkamer en een ontvang-
salon. Langs 'n breede trap naar beneden
gaande, kom je in 'n groote hall, het mid
delpunt van een lange rij keurig gemeu
bileerde kamers. U kunt zich wel voor-
stelien, dat 't 'n prachtvilla is, bijna een
slot.
Nu verder. Het diner verliep, zonder
dat er iets bijzonders gebeurde, ik had vol
op gelegenheid ieder der gasten goed op
te nemen. De meesten van hen kende ik
reeds van zien en ik moest onwillekeurig
lachen bij de gedachte, dat ik onder hen
den geslepen misdadiger van Rozenhage
zocht. Tegen elf uur was 't diner afgeloo-
pen de stemming was vroolijk en opge
wekt. vooral onder de oudere officieren,
die den beroemden wijnkelder van den
majoor alle eer aangedaan hadden.
De talrijke gasten wandelden in groep
jes 't groote huis door, doch de meesten
hadden zich verzameld in de rookkamer,
waar de tooneelspeler Trybel zich gereed
maakte om enkele nummers ten beste te
geven. Maar in alle kamers waren toch
lachende en schertsende clubjes, behalve
in de woonkamer van de familie. De gas
ten kenden elkaar nu zoo door en door,
dat, als een vreemdeling plots was ko
men opduiken (veronderstel dat z het mo
gelijk geweest was) deze aanstonds ieders
4.10 Schotsch Studio-orkest o.l.v. G. Daï-
nes.
4.50 Concert. A. Read (bariton) en het
Phiih. Strijkkwartet.
5.35 Kinderuur.
6.20 Berichten.
6.50 Beethoven's Pianosonates door V.
Moore.
7.10; 7.30 en 7.50 Lezingen.
8.20 BBC-Orkest o.lv. B. Walton O' Doa-
nell.
9.20 Berichten en Lezing.
9.55 Radio-toonee-1. „The Point of View"
en „The Carrier-Pigeon", hoorspelen van
Eden Phillpotbs.
10.40 Viool-recital door Bratza.
11.10 Voordacht.
11.1512.20 Gerald's Tango-orkest en d©
Savoy Hotel Orpheane.
„R a d i o-P a r i s", 1724 M,
8.05 Gramofoonplaten.
12.50 Concert d-h. Krettly-orkest.
7.4Ö dito.
9.05 Orkestconcert o.lv. Bigot.
Kalundborg, 1153 M.
11.2012.35 Concert u. ih. Bellevue-
Strandhotel.
2.20 Zang door O. Hanschell.
2.404.20 Concert uit Rest. „Wivex".
7.30 Orgelconcert door O. Ringbepg.
8.00 Radio-tooneel.
8.30 Vocale duetten met pianobegelei
ding.
9.3510.20 Concert door Alberto Bra*-
cony's Mandoline-orkest.
Langenberg, 473 M.
6.25 Gramofoonplaten.
11.25 Concert door orkest o.l.v. Nowa-
kowski.
12.20 Concert o.l.v. Eysoldt.
1.50 Gramofoonplaten.
4.20 Concert o.l.v. Kloss.
7.35 „Max und Moritz", vroolijk spel.
Werag-orkest o.l.v. Buschkötter.
9.5011.20 Populair concert o.l.v. Leo
Eysoldt.
Rome, 441 M.
S.05 Gevarieerd concert mjn.v. orkest,
cello, sopraan, tenor en bariton. Ia de
pauze: Radio-tooneeL
Bussel, 508 en 338 M.
508 m.: 12.20 Gramofoonplaten.
1.30 Omroepkleinorkest oXv. Leemans
5.20 Gramofoonplaten.
6.55 Gramofoonplaten.
8.20 Omroeporkest o.l.v. J. Kumpe.
10.3011.20 Gramofoonplaten.
338 M.: 12.20 Omroepkleinorkest o.Lv.
Leemans.
•1.30 Gramofoonplaten.
5.20 Dansmuziek.
6.20 Gramofoonplaten.
6.50 Piano-recital.
7.20 Gramofoonplaten.
8.20 Koorconcert en Radio-tooneeL
9.20 Omroepklein orkest o.Lv. Leemans.
10.3011.20 Gramofoonplaten.
Z e e s e n. 1635 M.
6.55 Eddy Walis en zijn orkest.
7.20 Kurt G. Sell: Worueber man in Ame
rika spricht.
7.35 Zie Langenberg.
7.35 Berichten en hierna tot 11.20 Zie
Langenberg.
aandacht zou hebben getrokken. Ja, beste
Krag, ik weet waar je nu aan denkt. Aan
het personeel. Goed. Maar laat ik er di
rect bijzeggen, dat ik nauwkeurig heb na
gegaan, wat voor menschen 't waren.
Voor noodhulp waren vijf personen aange
nomen, ondergeteekende en vier anderen.
Van minuut tot minuut hield ik deze vier
in 't oog. Ook 't eigen dienstpersoneel
van den majoor ontsnapte geen oogen-
blik aan m'n aandacht en wat de bewo
ners van de chauffeurswoning betreft,
die kregen dien avond bezoek van een
goede kennis, 'n beambte van mijn afdee-
ling. We mogen dus gerust zeggen, dat we
't terrein volledig konden overzien. Het
werd half twaalf en ik begon te gelooven,
dat er heelemaal niets zou gebeuren,
maar dat we ons enkel maar eens fijntjes
bij den neus hadden laten nemen. Toeval
lig zag ik, dat de majoor z'n vrouw iets
toefluisterde. Ze stonden in de hall bene
den en schenen nogal ontsteld te zijn. Ik
trad op hen toe alsof ik iets wilde vra
gen.
„Dat moet gebeurd zijn onder 't diner",
hoorde ik den majoor zeggen.
„Denk je fluisterde z'n vrouw.
„Ja", antwoordde hij, „daar ben ik van
overtuigdik had de portefeuille in m'n
bureau gelegd, toen ik mij omkleedde."
„Had je je bureau afgesloten?"
„Ja, maar 't slot is verbroken."
Wordt vervolgd)
De tandpasta en de depressie.