Patronen (in de maten 4250 a 58 ets.)
ikunnen per postwissel, per brief met bij
gesloten postzegels of per giro (125025) wor
den besteld bij de Redactrice Dameeru
briek, Laan van Meerdervoort 45a, Den
Haag. Maat en nummer van het gewensch-
te model s.v.p. duidelijk vermelden! De
patronen worden binnen 36 dagen aan de
aanvraagsters toegezonden.
HET WOLLEN MANTELTJE.
KLEEDERDRACHTEN
IN DE VERSCHILLENDE LANDEN.
Ofschoon de oude kleederdrachten in
verschillende landen niet zooveel meer ge
dragen worden, nemen zij toch over het al
gemeen een eereplaats in op het platte
land. Zoo kennen wij b.v. in Holland ver
schillende kleederdrachten en behoeven
alleen maar de Zeeuwen. Friezen, Urkers
en allerlei andere in gedachten te roepen
om te weten wat voor een verscheidenheid
van kleederdrachten dit kleine Landje heeft.
Ieder land heeft vrijwel zijn eigen kleeding,
doch de Russische en Roemeensche boerin
zijn toch waarschijnlijk wel het opvallendst
gekleed.
Onze teekening laat u als eerste prentje
zien een Russische boerin met haar gebor
duurde kleeding. Het merkwaardige is, dat
die vrouwen altijd door bezig zijn met het
borduren hiervan, want er ia natuurlijk
zeer veel tijd voor noodig om ook maar een
japon met schort en kap te borduren en
daar het allemaal handwerk en huisvlijt is,
kunnen zij dus niet naar een winkel gaan
en dergelijke japonnen bestellen. De stof,
die zij gebruiken is van een degelijkheid,
dat een japon wel een menschenleeftijd
meegaat, terwijl het gekleurde garen even
eens zeer sterk en vooral waschecht is. Het
hier afgebeelde jak met in hetzelfde mo
tief geborduurde schort is een bruidstooi,
terwijl het dagelijksche kleed van dezelfde
snit is, alleen zijn de mouwen dan niet zoo
wijd en bij den pols ingerimpeld.
Een geheel anderen indruk maakt het an
dere model, dat van een Roemeensche
boerin is en als haar uitgiaansjapon dienst
doet. Haar daagsche kleeding is van een
eenvoudiger maaksel, de rok iets minder
wijd en de mouwen iets minder wijd, doch
over het algeheel niet veel verschillend.
Deze vrouwen gebruiken voor haar klee
ding vaak eigengeweven schapenwol. Zij
borduren haar kleeren met zijden draden
in de meest helle en fantastische kleuren
en kleurschakeerjngen en geven daardoor
een zeer bonten indruk. Doch het borduren
is een volkskunst en het lijkt wel of dat
heele volk uit artisten bestaat, die met het
grootste gemak de kleuren hanteeren.
Het wijd uitstaan der rokken wordt ver
kregen door het dragen van verschillende
rokken over elkander; trouwens dat ziet
men veel bij verschillende kleederdrachten;
de Scheveningsche vrouwen bijvoorbeeld
dragen verschillende baaien rokken over
elkander en krijgen dan ook een uitstaan
den bovenrok, vooral omdat de heele
wijdte van den rok bewaard blijft en met
een smalle band rond het middel wordt in
gerimpeld. De hoofdbekleeding van de
Roemeensche boerin bestaat uit een doek,
die rond den kin wordt vastgebonden en
van achteren wijd uitstaat, zoodat het haar
eenigszins lucht krijgt. De Russische boerin
heeft alleen een opstaanden rand met een
klein kapje, dat op het hoofd past. Zoo zijn
ook de hoofdbedekkingen allemaal anders,
want wij zullenallen wel eens de zware
gouden kap hebben bewonderd van een
Friezin, een massieve gouden helm, waar
over heen zij dan een kap droeg van kost
baar kant. De Scheveningsche vrouwen
hebben halve gouden kappen, terwijl de
Zeeuwsche vrouwen van die prachtige vlin
derachtige mutsen dragen.
En nu zoudt u denken, dat in de Nieuwe
Wereld, zooals men de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika placht te noeemn, geen
kleederdrachten zijn. In hoofdzaak is dit
ook zoo, maar vele Amerikanen komen in
hun vacanties naar Europa en reizen dan
in enkele weken tijd zoowat heel Europa
af. Zij zien dan overal de verschillende
kleederdrachten en op het oogenblik is het
„bon ton" om als men theevisite heeft haar
gasten te ontvangen gekleed b.v. als een
Russische boerin of in een andere Europee-
sche kleederdracht. Zij betalen veel geld
voor dergelijke costuums, daar deze klee
ren niet in den handel zijn en de boerinnen
niet eens gaarne afstand er van doen.
Vooral van de dames zakdoekjes wordt
nogal veel werk gemaakt. Of het nu wel
nuttig is dergelijke kleine zakdoekjes te
gebruiken, zullen wij hier buiten beschou
wing laten, want de mooie geborduurde
doekjes zijn nu eenmaal niet grooter. Wil
len de dames liever een grooteren zakdoek,
dan zijn er tusschenmaten in den handel,
doch alleen met een open zoom, of de
kleine heerenmaat met de ingeweven zij
den randen of de ingeweven zijden ruiten,
die ook altijd zeer netjes zijn.
U ziet hier een achttal doekjes afge
beeld in verschillende uitvoeringen, som
migen kleur op kleur geborduurd, anderen
in diverse tinten.
Gebruikt u den zakdoek werkelijk als
zakdoek, dan is het wel een eerste ver-
eischte, dat u in uw handtaschje een aparte
afdeeling voor uw zakdoekje hebt en dit
er ook voor houdt, want een gebruikte
zakdoek is toch verontreinigd en het ver
dient geen aanbeveling daarbij gebruiks
voorwerpen samen te pakken, die ook wel
eens in handen van andere menachen ko
men.
Dit zijn van die dingen, waaraan in het
dagelijksch leven lang niet genoeg aan
dacht wordt besteed, want als wij er over
na gaan denken, dan is bet toch een on
smakelijke gedachte een zakdoek in een
taschje te dragen, waarin wij allerlei an
dere dingen hebben, doch meestal bepalen
wij onzen aandacht onvoldoende op der
gelijke dingen.
De mannen hebben meestal een aparte
zak, waarin zij niets anders dan hun zak
doek dragen en dat ie veel hygiënischer
Dus dames, voortaan uw zakdoek in een
apart vakje in uw handtaschje, al ware het
alleen maar om uw medemenschen voor be
smetting te bewaren.
ONZE G0EDK00PE PATRONEN.
ONZE ZAKDOEKEN.
EEN MOOIE REISMANTEL.
Teekening No. 410 geeft u een mooïen
reismantel te zien, die echter ook heel goed
als voorjaarsmantel kan dienen. Het is een
mantel gemaakt van mooie wollen stof,
lichtbeige of grijs van kleur. Het goed moet
een beetje ruig zijn, zoodat men er eerstens
niet dadelijk stof en vlekken op ziet en
die tevens het oog warm aandoet.
EEN MOOIE VOS.
Hoewel het dragen van bontmantels te
genwoordig zeer algemeen is en vele dames
er dan ook niet meer van houden, blijft een
vos toch altijd een geliefde dracht. En te
recht. Want een vos kan niet zoo gemak-
HET MANTELTJE VOOR KLEINE ZUS.
Voor meisjes van 4 tot 7 jaar laten wij
hier een allerliefst model volgen voor een
manteltje. No. 411 toont u een lichtgrijs
modelletje, dat heel gemakkelijk te maken
is. De beide voorpandjes sluiten bij het
lijfje goed aan en loopen naar beneden toe
iets wijder uit, doch niet te veel. De slui
ting wordt gevormd door een twaalftal
aardige knoopjes en knoopsgaten, terwijl
links een klein zakje een aardige onderbre
king is. Het mouwtje, dat ©enigszins raglan-
model is, mag vooral niet te nauw zijn en
eindigt in een klein manchetje, met omge-
No. 409 laat u een manteltje zien van
ruige wollen stof, tricot of gebreid, dat zich
buitengewoon goed leent om onder een
mantel te worden gedragen of in huis over
een blouse.
Het model is zeer eenvoudig en bestaat
uit een glad aangesloten rug, twee voor
panden, die juist tegen elkaar komen en
eventueel met een knoop gesloten kunnen
worden, doch meestal alleen door een cein
tuur op hun plaats worden gehouden. Het
manteltje heeft geen kraag of revers en zit
daardoor mooi glad onder den mantel. De
mouw is aansluitend en kan juist over de
blousemouw wordeu heenge6chovcn. De
manchet bestaat uit een gebreid gedeelte
twee-recht, twee overecht.
Als u dit manteltje wilt breien dan is bet
verstandig om eerst uit te rekenen hoe
veel steken u gemiddeld in één centimetor
breidt. Als u dan het patroon nameet om
te zien hoeveel centimeter de onderkant
heeft, dan weet u vanzelf hoeveel steken
u moet opzetten. U volgt dan verder ge
heel het papieren-patroon, door mindering
of meerdering van steken, zoodat u juist
dezelfde stukken hebt gekregen. Deze wor
den nu met een overhandschen steek aan
den binnenkant aan elkaar gehecht en uw
manteltje is klaar.
Patroon verkrijgbaar a 0.58 (Laan van
Meerdervoort 45a, D.en Haag).
Deze mantel kan dienen voor ieder fi
guur voor groote en kleine vrouwen, alleen
raad ik de kleinere vrouwen aan geen cein
tuur te dragen, terwijl dit juist voor groote
figuren een welkome onderbreking is.
De voorpanden zijn even voorbij het mid
del met een uitstekenden hoek geknipt,
waarin schuin de zakklep wordt bevestigd,
die met stiksels is versierd. Ditzelfde mo
tief vindt men terug bij de mouw, die ta
melijk glad is, alleen vanaf den schouder
over den punt van den elleboog een opge
stikte bies heeft, die eindigt in het schuin
geknipte met stiksels versierde stuk. Zoo
wel op den zak ais de manchet is een
knoop aangebracht, terwijl de mantel ge
sloten wordt met een drietal knoopen bij
het middel en een knoop onder het linker
rever, zoodat de revers ook gesloten ge
dragen kunnen worden. De rug is nogal
ingewikkeld, doch de teekening geeft u
een duidelijk beeld hoe deze gemaakt moet
worden. De schuine punten worden eerst
van stiksels voorzien en dan pas in het
rugpand verwerkt, dat tot aan de heup ge
knipt is, met twee hoogoploopende punten.
De daaronder bevestigde twee rugbanen
worden hieraan puntig bevestigd, vallen
mooi glad over de heup en loopen naar
beneden toe klokkend uit. Ook de voorpan
den loopen ©enigszins klokkend uit en wel
zoo, dat er voldoende ruimte is om de beide
voorpanden voldoende ver over elkaar heen
te laten slaan, dat ook, wanneer men zit,
dc mantel dicht blijft. Een smalle ceintuur
wordt eveneens in de lengte eenige malen
kelijk worden nagemaakt omdat, zooals u
op het prentje ziet, b.v. de teekening van
den rug van het dier heelemaal zichtbaar
is. Het zou welhaast niet mogelijk zijn ver
schillende kleine vellen aan elkaar te zet
ten en hetzelfde effect te krijgen. Bij bont
mantels worden natuurlijk allerlei stukken
van de huid gebruikt, ook gebruikt men
nog bepaalde gedeelten. Wij kennen na
tuurlijk allemaal den mantel van buikbisam,
dat zijn dus alleen de stukken huid bij den
buik van het dier. Heeft men haas, waar
van vrijwel uitsluitend de rug wordt ver
werkt, en worden deze aan elkaar gezet en
daarna geverfd, dan is het soms, als een
kundig vakman zoo'n bont prepareert, vaak
niet van duur bont te onderscheiden.
Doch wanneer men een vos koopt, dan
koopt men inderdaad de heele huid van
het beest, zelfs met de nagels er aan. De
prijs van een dergelijk bont hangt geheel
af van de grootte van het dier en de min
of meer zeldzaamheid van het bont, dan of
het dier in den goeden tijd is geschoten,
zoodat het bont zoogenaamd winterhaar
heeft en of het beest niet te veel lidtee-
kens heeft opgedaan bij het vechten met
zijn mede-woudbewoners. Het uitzoeken
van een bontvel vereischt dus nauwkeurig
kennis van allerlei bijzonderheden en het
is daarom niet aan te raden zonder des
kundige voorlichting over te gaan tot het
aanschaffen van een kostbaar stuk, waar
mede men tal van jaren moet doen.
EEN SIERLIJK SCHOENTJE.
werkten rand. Het kleine rondgeknipte, te
gen den hals aanliggende kraagje beeft ook
een omgewerkten rand.
Als u voor dit modelletje wollen stof
neemt is het aardig dit met blauwe zijde
te voeren.
Patroon verkrijgbaar ƒ0.58 (Laan van
Meerdervoort 45a, Den Haag).
doorgestikt en sluit met een aarcRge gesp.
Kraag en revers zijn zeer ruim en zoo
als ik boven al schreef, kunnen de revers
eveneens gesloten worden gedragen. Do
kraag is geheel versierd met stiksels, al
leen een rand van enkele centimeters wordt
vrij gelaten.
De kraag van een dergelijken mantel
wordt altijd opstaand gedragen.
De mantel wordt met zijde gevoerd. De
voering wordt geheel recht geknipt, ook
het rugpand moet uit één stuk bestaan, de
zijnaden worden aan elkander genaaid en
met de rafelkant tegen het goed van den
mantel bevestigd. Alleen rondom langs deu
kant wordt de voering vastgehecht.
Ook de mouwen worden met dezelfde
zijde gevoerd. Eerst wordt de voering van
den mantel rondom het armsgat vastge
maakt en dan pas de voeringmouw netjes
daaromheen met een kleine steek gezoomd,
zoo dat er aan den buitenkant niets van
te zien komt.
Inplaats van een lus in den hals om den
mantel op te hangen doét u verstandiger
in ieder armsgat een lus te maken, dan
blijft de mantel beter in het model, ale u
hem ergens moet uitdoen en ophangen.
Thuis verdient het aanbeveling hem steeds
op een kleerhanger te hangen. ALs u aan
uw kapstok steeds voldoende kleerhangers
'hebt, wordt het gewoonte, dat de huisge-
nooten hun diverse jassen steeds tegelijk
op een kleerhanger doen en dan pas op
hangen, inplaats van ruwweg de jas aan
het lusje te hangen en gevaar te loopen het
lusje te breken en dan zoomaar aan den
kraag op te hangen, wat zeker, als het ge
regend beeft, geen aanbeveling is voor het
model.
Patroon verkrijgbaar a 0.58 (Laan van
Meerdervoort 45a, Den Haag).
De laatste mode-tentoonstellingen lieten
schoentjes zien voor het aanstaande voor
jaarsseizoen, waarvan het afgebeelde
schoentje er een is. U ziet bet is wel een
buitengewoon sierlijk model met als
eigenaardigheid een sluiting in den vorm
van een drietal vlinder vleugeltjes met een
zijden veter, welke sluiting op zij zit en
waardoor de voet bovenop iets elegants
krijgt. Hetzelfde motief van de vleugeltjes
is aangebracht op den neus en bovenaan
den hiel. De hak is zeer hoog, doch dit zelf
de model wordt ook in den handel ge
bracht met een lageren hak, zoodat de
schoen ook als wandelschoentje dienst kan
doen.
Juist in dezen tijd van balansopruiming
in de diverse zaken kunnen vrouwen iuet
heele kleine voeten of zij, die op een groo-
ten voet leven, nog al eens slagen om voor
enkele guldens een paar heele mooie schoe
nen te koopen vaak modelschoenen, die do
winkelier bijna niet kwijt kan raken omdat
het een buitenmodel-maat is. Want meestal
staan voor de schoenetalages schoentjes
van maat 35; dat dient alleen om te laten
zien, hoe klein uw voet er uit zal zien en
hoe elegant, als u dat model schoentjes
koopt. Hebt u een normale maat b.v. maat
38 of 39, dan vallen die modellen natuurlijk
altijd tegen, juist omdat u ze zoo klein hebt
gezien. Zoo gaat het ook met hoele groote
maten. Ook deze komen dikwijls in de etala
gekasten en omdat ook de groote maten niet
gemakkelijk verkoopbaar zijn, komen deze
voor zeer billijke prijzen in den uitverkoop
Van modelschoenen is het materiaal
meestal buitengewoon goed en daarom is
het dus een meevaller als men buitenmodel
voeten beeft, hetzij groot, betzij klein.