DE ABDIJ VAN EGMOND
HERLEEFT....
Grootsche plannen tot herbouw, doch een klein begin
DINSDAG 14 FEBRUARI 1933
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
Koeien grazen, waar eens Benedictijnen woonden
Meer dan twaalf eeuwen geleden zagen
de toenmalige bewoners van Katwijk een
klein houten schip in zee.
Met bolle zeilen stevende het naar het
itrand, door de branding heen.
De „passagiers'' evenals de apostelen
twaalf in getal zetten voet aan land en
bestegen nieuwsgierig door het mulle zand
de duinen. Daar overschouwden zij het
vreemde land met zijn dichte bosschen en
groene verlatenheid, tot in den wijden om
trek, waar thans Leiden ligt.
Het waren twaalf Benedictijner monni
ken onder leiding van Pater Willebrordus,
gekomen uit Ierland als missionarissen om
onze wilde voorouders voor Christus te
winnen. Van geheel Holland werd aan ons
gewest, aan onze eigen voorouders, uit
wier bloed wij gesproten zijn, het eerst de
Blijde Boodschap .van Christus verkondigd
door de Benedictijnen. Het Groene Kerkje
in Oegstgeest, de bedevaartskerk in Noord-
wijk, ter eere van St. Jeroen, waar deze
Benedictijnsche gezelvan Willibrordus de
marteldood stierf, zijn monumenten en her
inneringen aan het krachtig werk der Be
nedictijnen tot kerstening en beschaving
van deze gewesten.
Maar de biddende paters in hun zwar
te habijten zijn, toen het koude Calvinisme
hier het apostolisch geloof tijdelijk over
heersohte, uit ons midden verdreven en
verbannen. En tot nog toe niet terugge
keerd. Er bestaan echter plannen plan
nen die reeds een vaste vorm hebben aan
genomen om de Benedictijnen uit te noo-
digen zich wederom boven de Moerdijk la
vestigen in het land, door hun heilige orde
broeders voor Christus veroverd. Het is de
bedoeling aan de beroemde nederzetting
van de Benedictijnen, aan de Regale
Abdij van Egmo nd een nieuwe leven
te geven. Door den architect Kropholler is
een monumentaal ontwerp vervaardigd,
waarvan een afdruk hierbij wordt gepubli
ceerd. Wegens de zorgelijke tijdsomstan
digheden is er geen kijk of kans öp, dat dit
plan verwezenlijkt kan worden. Toch is het
noodzakelijk, dat er tenminste eer begin
wordt gemaakt, want de abdij Oosterhout
(WAT IN 1733 VAN DE VROcuERE LUISTER RESTTE
IS THANS GEHEEL VERDWENEN)
(Brabant), is door de toeneming van het
aantal paters te klein. Daarom is het voor
nemen gemaakt zoo spoedig mogelijk te
Egmond een hulpklooster te stichten, mits
de bevolking de Benedictijnen daartoe fi
nancieel in staat stelt.
Met toestemming van onzen Bisschop
zullen in de kerken collectes worden ge
houden, zullen -in dc kranten publieke inza
melingen worden gehouden, 0111 wanneer
het eenigszins kan, nog dit jaar aan
de Benedictijnen te Egmond onderdak te
verschaffen, op dezelfde plaats waar eens
hun vermaarde abdij was geleueu. Deze
voorloopige nederzetting welke nog geen
abdij maar een priorij zal zijn wordt
gehuisvest in een nieuw te bouwen pand,
dat later als werkplaat* zal woeden i:.ge
richt.
Van de oude abdij is geen steen meer
recht gebleven. Waar vroeger de monni
ken dag en nacht den lof des Heeren ver
kondigden, daargrazen nu de koeien!
Doch deze weide is reeds eigendom van
de St.Adelbert-stichtmg, op een Klein
stukje na, dat in beslag wordt genomen
door een Protestantsch kerkje, 'lelfs i* niet
meer met zekerheid bekend, hoe 't gebou
wen-complex eruit zag. De archnect van de
toekomstige nieuwe abdij heeft bestaande
Benedictijner-abdijen ten voorbeeld geno
men, zooveel doenlijk overnemend (o.a de
vier kerktorens) van hetgeen over het oude
Egmond bekend bleef.
De faam van Egmond evenals die van
de Nonnen-abdij te Rijnsburg leeft nog
steeds in ons volk voort. De invloed, welke
Egmond op de Hollandsche beschaving, en
daarmede op die van geheel Nederland
heelt gehad, is zeer groot geweest. De Eg
monder abdij is, zooals Pastoor W. >»olct
te Amsterdam, eertijds professor van het
Groot-Seminarie te Warmond, ons in een
pcrsconlerentie op boeiende wijze vertelde,
met Utrecht de bakermat van bet Chris
tendom in Noord-Nederland. Haar stich
ting valt samen met de stichting van het
Graafschap Holland.
Aan Dirk I (do eerste van do zeven
Dirken!) wordt in 922 het kerkfort te Eg
mond ten eigendom gegeven, die daar een
abdij stichtte eerst voor vrouwen, maar
reeds spoedig door de Benedictijner paters
overgenomen.
Van de historie der abdij resteert wei-
nig. Een lijst van abten en groote verzame-
lingen rekeningen zijn bewaard gebleven en
berusten in de Kon. Bibliotheek te den
Haag. Dom. Huyben heeft opdracht ge-
cregen van den Abt van Oosterhout hier-
n te gaan studeeren, om iets meer licht
over het leven der abdij te verspreiden.
De abdij was gelegen en dus zal ook
ie nieuwe abdij wederom gelegen zijn
dichtbij dc duinen in dezelfdo omgeving,
.vaar thans het St. Adalborls-putjo dc her-
nnering bewaart aan dezen diaken van SL
Willibrord, die het geloof in Kennemerland
..redikte on in het bovengenoemde kcrkfoit
A-erd begraven. Het is aan dr. Hol werd
e Leiden te danken, dat op 't laatste nip
pertje de grond voor Adalbertsakkcr en
bdij in Katholieke handen kwam.
De oude abdij was aan St. Adalbert toe
gewijd on bezat diens relieken alsook die
St. Jeroen van Noord wijk.
Egmond was een centrum der beschaving
van Holland en wel op velerlei wijze.
Op de eerste plaats door het gebed. De
.jeuedictijner orde is een contemplatieve,
een biddende orde. In de Regel van St-
Benedictus staat, dat niets gaat bóven het
Opus Dei het „Werk Gods" d.w.z. het
koorgebed. Toen de Carmelitessen eenige
aren geleden zich in Schiedam wilden ves
tigen gaf mgr. Gallier z.g. daartoe onmid-
!ellijk zijn volle medewerking, eraan toe
voegend, dat de priesters in den dagelijk-
icken zielzorg veel te weinig tijd hebben
im te bidden.
Is 't van geen groote beteekenis, dat,
vaar in onzen modernen tijd zoovele land-
genooton „zoeken" en de voorlichting van
Oods gonade noodig hebben, in het nieuwe
igmond een oentrum van gebed wordt ge
dicht om Cods genade af te smeckcn?
Vervolgens hebben de Egmonder monni-
.en de bevolking beïnvloed door hun voor-
jeeld *an hoog geestelijk leven, door de
>enoeming van pastoors in de kerken we'ko
onder hun patronaat stonden en door do
.andontginning. Merkwaardig is 't, dat de
Universiteit van Lolden ge-
iUndeerd is op de geroofde be
zittingen van de Abdij van Eg
mond, waarvan de financieele baten door
Prins Willem gedeeltelijk aan do nieuw
gestichte Hoogeschool werden afgestaan.
Het klooster beschikte over een kost
bare bibliotheek, natuurlijk van met de
hand geschreven boeken, waarvan Paus
Pius II door zijn gezondenen afschriften
liet maken voor de Vaticaansche biblio
theek.
De graven van Holland bedachten de
Abdij meermalen met geschenken. Enkele
daarvan, zooals het kostbare Evangelarium
is thans nog aanwezig in de Kon. Biblio
theek.
Herstel van de abdij beteekent herstel
van de Katholieke traditie.
Met recht is wel eens gezegd, dat het
innerlijk, het geestelijk leven van de ne-
dendaagsche Katholieken van Nederlaud
niet op 't zelfde peil staat als hun politieke
beteekenis. Het is zeer gewenscht, dat wij
het eerste contemplatieve mannenklooster
na de Reformatie in ons midden terugkrij
gen.
Herleving van Egmond is echter, behal
ve een Katholiek, ook een nationaal belang.
Ruimdenkende Protesbantscho landge-
nooten hebben daarom voor den heropbouw
der abdij, in ouden luister (voor het groote
plan) hun medewerking grif toegezegd.
Cm ree.ls dit ;aar de Benedictijnen in Eg
mond te kunnen huisvesten (is een klein
klein comité gevormd uitsluitend van ka
tholieken, bestaande uit heeren Jhr. Oh.
Ruys de Beerenbrouck, eere-voorzitter, dr.
L. G. Kortenhorst, voorzitter, J. Wiegman,
burgemeester van Wassenaar, secretaris,
L. Nieuwenhuis, penningmeester, Pastoor
W. Nolet te Amsterdam, Prof dr. Barge fe
Leiden. Door dit comité was te Den Haag
een persconferentie belegd, waarbij de
heeren dr. Kortenhorst, Pastoor Nolet,
Kropholler en Nieuwenhuis welwillend in
lichtingen verstrekten.
De kosten van deze „pro-Abdij", ruimte
biedend voor 17 paters en ongeveer even
veel broeders, worden geraamd op GO.OOO.
Er moet dus heel wat bijeengezameld wor-
HET HEILIG JAAR
„Geve de Barmhartige God, dat dit
Heilige Jaar, hetwelk wij spoedig zullen
ingaan, -aan do gemoederen weer rust, aan
de Kerk overal do zoo noodige vrijheid
cn aan alle volkeren do eenheid en don
waron voorspoed zal verschaffen".
't Ia de bede van den Paus, uitgedrukt
in de Bulla „Quod Nuper".
In een beschouwing naar aanleiding
van de herdenking van 's Pausen kroning
schrijft de „Tijd":
Gebed niet alleen, ook een* vurige ka
tholieke actie wordt van ons gevraagd,
wanneer wij dit doel, bereikt willen zien.
Maar een actie, die geheel wordt gesteund
door den geest des geloofs en door een on
ophoudelijk gebed. Een actie, die de na
tuurlijke, uitwendige bloei is van een
denzelfden vorm van katholieke werkda-
digheid geroepen in deze wereld. Elk heeft
zijn eigen taak. Maar bij ieder moet voor
zitten het besef, dat deze taak slechts
werkelijk vruchtbaar kan zijn, wanneer zij
wordt vervuld in den geest des gebeds.
Heilige priesters en vurige lecken
vraagt de katholieke gemeenschap in deze
moeilijke jaren v laten zij elkander steunen
door onderling begrip en gebed. Niet in
do kritiek komt de katholieke geestdrift
tot haar hoogste uitdrukking, maar in do
daad, hetzij dezo do daad der contempla
tieve ingetogenheid weze, hetzij de daad
van een arbcidzamo en bewuste deelne
ming aan de werkzaamheden tot bevesti
ging en uitbreiding des geloofs, waartoe
niet alleen de priesters, maar in hun kring
ook de ouders en de opvoeders geroepen
zijn. De heerlijke daad vervolgens van do
katholieke charitas cn op de allereerste
plaats van de katholieke rechtvaardigheid,
welke verwacht wordt van allen, dio in
het huidige wereldbestel eenige leidend©
functie hebben te vervullen.
Mocht die prachtige samenwerking van
allen herleven, waarbij het gebed de steun
der daad is en do daad een verwerkelijkt
gebed wordt, hoe zou het Katholicisme in
nerlijk sterk staan in den grooten strijd
dozer moeilijke tijden, waarin Pius XI
zegenrijk optreedt, ons ter bescherming
niet slechts, maar ook tot leiding en voor
beeld
Voor de innelijko."
IEDERE KATHOLIEK
LEEST EN
PROPAGEERT ZIJN
KATHOLIEK DAGBLAD
don. Het comité hooft echter goede moed.
Laten wij hen en de Benedictijnen niet te
leurstellen. In den aanvang van dit arti
kel is geschetst, welke groote en niet in
geld te betalen weldaden de Benedictijnen
hebben bewezen speciaal aan hen, van wie,
wij bewoners van Rijn- en Kennemerland
de nazaten zijn. Laten wij onze dankbaar
heid en onze eerbied jegens de Benedictij
nen toonen ronduit gezegd in klinken
de munt.
Laat het een gave zijn tor eere van St.
Willibrord, die te Oegstgeest zijn kerk
bouwde, ter cere van St. Jeroen, die te
Noordwijk gemarteld werd.
Laat het een eerherstel zijn van U allen,,
die, bij de Leidscho Universiteit betrokken
profiteeren van fundaties, die voor do Be
nedictijnen waren bestemd.
Moge Egmond weder verrijzen in zijn
ouden luister cn voortzetten zijn sChoone
traditie: to zijn het centrum van gebed cn
wetenschap in Noord-Ncdcrland.
HET SOBERE BEGIN