AGENDA
DONDERDAG 9 FEBRUARI 1933
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD PAG. 2
BAROMETER.
naar waarnemingen verricht in den
morgen van 9 Febr. 1933, medegedeeld
door het Kon. -Ned. Meteor. Instituut
te De Bilt.
Hoogste baronieterst.: 773.6 te Toulouse.
Laagste baronieterst.: 727.0 te RösL
Verwachting tot den avond van 10 Febr.:
Meest matige Zuid-
Westelijke tot Wes
telijke wind, betrok
ken tot zwaar be
wolkt, waarschijnlijk
regenbuien, later
iets kouder.
Op den Oceaan is de barometer snel stij
gende, maar bij het Noord-Oostwaarts
trekken is dc depressie snol dieper gewor
den, zoodat zij in geheel Scandinavië zwar
re stormen, in Zweden sneeuwstormen
brengt. Voorde Britsche Westkust ligt nog
een uitlooper van do depressie. De hoogo
drukking bleef in Zuid en Oost toenemen,
maar door de krachtige ontwikkeling van
de depressie is het vorstgebied ook in
Duitschland Oostwaarts teruggetrokken.
Dc verdere ontwikkeling van den toestand
hangt vooral van do drukstijging in het
Westen af; bereikt deze Scandinavië en
Schotland, dan is daar sterker daling van
temperatuur te verwachten, omdat de
lucht afkomstig is uit een gebied met mi
nus 40 graden Celsius bij Groenland, op
IJsland reeds 7 maal en op Janmayen 15
graden vorst gemeld wordt. Thans waait
het bij de Britsche Eilanden nog krachtig
uit Zuid-West met temperaturen nabij 10
graden Celsius; in Frankrijk en Duitsch
land nam de regen meest af maar blijft
het. nog grootendeels betrokken, evenals
in Zwitserland.
LUCHTTEMPERATUUR.
Temperatour des middags te half drie
9.2 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.:
Van Donderdagnamiddag 5.31 uur tot
Vrijdagmorgen 6-57 uur.
bemanning en haar familiebetrekkingen,
benevens het schip, slachtoffers zullen wor
den, 2e, deze zaak thans geen politieke on
dergrond heeft en dan een politiek agita-
tiemiddel van verschillende zijden kan wor
den, 3e. de bemanning zelf op den voor
grond stelt, dat zij geen geweld beoogt,
doch een demonstratie tegen do salarisver
mindering en Legen de arrestatie van haar
kameraden".
Buitengewone vergadering van Raad van
Indië.
Gistermorgen werd een buitengewone
vergadering van den Raad van Neder-
landsch-Indië gehouden, ter bespreking van
den algemeenen toestand. De vergadering
werd voorgezeten door den Gouverneur-Ge
neraal en voorts bijgewoond door den leger
commandant, den commandant van de zee
macht en de directeuren van Justitie en
Binnenlandsch Bestuur.
Inheemsche demonstraties voorbereid.
Uit Batavia wordt gemeld:
De voorbereiding vindt plaats van In
heemsche demonstraties.
De nationaal-Indonesische padvinderij
roept dc aangesloten padvinders op voor
een openlijke demonstratie op 12 Februari
a.s. ter herdenking van den sterfdag van
Dipo Negoro.
Een persoon, die desbetreffende roode
pamfletten op het Waterlooplein trachtte
te verspreiden, werd door het publiek ver
wijderd.
De nieuwe uitgave van het „Volk".
De vice-admiraal, commandant van de
Marine te Den Helder, hoeft geweigerd om
de nieuwe uitgave van de „Arbeiderspers"
„De Zeven Provinciën" op de marinewerf
en de schepen toe te Laten.
Hij heeft tevens het volgende verbod uit
gevaardigd: Alle uitgaven van „De Arbei
derspers" zijn voor het onder mijn com-
mandement staande personeel verboden, in
welken vorm zij ook verschijnen.
DE EERSTE KAMER EN DE
REGEERINGSVERKLARING.
Her Eerste Kamerlid mr. P.. E. Briët
heeft aan den minister van Staat, minister
van Binnenlandsche Zaken, voorzitter van
den Raad van Ministers, schriftelijk de vol
gende vraag gesteld:
Is de minister bereid mede te deeler.,
waarom de Regeering, die volgens den mi
nister van Defensie het op prijs stelde de
gelegenheid te hebben op 7 Februari 1.1. m
de Tweede Kamer der Staten-Generaal een
verklaring af te leggen naar aanleiding van
de muiterij aan boord van Hr. Ms. Do Ze
ven Provinciën, daarop geen prijs stelde
ten aanzien van do Eerste Kamer, die te
gelijkertijd vergaderde, niettegenstaande
dit gedeelte der Volksvortegcnwooridging
volgens de artikelen 79 en 80 der Grondwet
en de Tweede tezamen het Nederlandscho
volk vertegenwoordigen?
N!r.UV" V-RH00GING VAN INVOER
RECHTEN IN DUITSCHLAND.
LEVEND VEE, VLEESCH EN
REUZEL.
BERLIJN, 9 Febr. (V.D.). Officieel
wordt medegedeeld, dat op voorstel van
den rijksminister voor den landbouw, dr.
Hugenberg, de rijksregeering heeft beslo
ten, voorloopig ten gunste van den bui
tengewoon "waar to lijden hebbenden
Duitschen landbouw tot een reeks van be
langrijke verhoogingen van invoerrechten.
De nieuwe invoerrechten zullen heden in
het rijksblad worden gepubliceerd. Ver-
I de invoerrechten voor le
vend vee, vleesch en reuzel. 'Het nieuwe
invoerrecht levend rundvee zal 50
M. per 100 kg. bedragen, voor schapen 45
M. per 100 kg. en voor levende varkens 50
M. per 100 kg. invoerrecht op versch
vleesch wordt verhoogd tot 100 M. per 200
kg., voor eenvoudig toebereid vleesch 150
M. per 200 kg. en voor fijne vlgeschwaren
280 M. per 200 kg. De invoer van deze
vleeschsoorten kan geacht worden niet
noodzakelijk te zijn.
KERKNIEUWS
KARDINAAL FRUEHWIRTH f
Uit Rome wordt gemeld, dat Kardinaal
Fruehwirth daar heden op 88-jarigen leef
tijd overleden is. Hij was de oudste van het
College van Kardinalen.
Andreas Fruehwirth werd 21 Augustus
1845 te St. Anna am Aigen in Stiermarken
geboren. Na zijn studie te hebben beëin
digd, trad hij toe tot de orde der Domini
canen, waarvan hij in 1S91 Ordegeneraal
werd. In 1910 werd hij door Paus Pius X
als Nuntius naar München gezonden. Het
opvallende feit, dat een niet-Italtaan met
de Nuntiatuur werd belast, werd veroor
zaakt door do bijzonder moeilijke verhou
ding. die met Beieren was ontstaan en die
slechts door een goeden kenner der omstan
digheden in het reine kon worden gebracht.
In 1915 werd Fruehwirth door Paus Bene-
dictus XV tot Kardinaal benoemd. Van
1918 tot 1927 bekleedde hij de waardigheid
van Groot-Poeni tentier, en in 1927 werd
hem het eere-ambt van Kanselier van de
Roomsche Kerk toevertrouwd. Kardinaal
Fruehwirth heeft altijd groote belangstel
ling getoond voor den toestand der Duit-
schc minderheden.
Na den dood van Kardinaal Fruehwirth
bestaat het College van Kardinalen nog uit
52 Kardinalen, waarvan vier Kardinaal-
Bisschoppen zijn, 44 Kardinaal-Priesters en
4 Kardinaal-Diakenen. Op het oogenblik
zijn dus 18 kardinaalshoeden te vergeven.
Er zijn 26 Italiaansche en 26 buitenland-
sche kardinalen, waarvan 6 Franschen, 4
Duitschers, 1 Oostenrijker, 2 Polen, 1 Hon
gaar, l Belg, 1 Engelschman, 1 Ier, 4 Ame
rikanen en 5 Kardinalen uit het Spaansch-
Portugeesch taalgebied. Van de 23 Curie-
Kardinalen zijn 20 Italianen en 3 buitenlan
ders.
UIT DE OMGEVING
0EGSTGEEST.
Aanrijding door een motorrijder.
Gisterenmiddag heeft achter het Groe
ne Kerkje een ongeval plaat» gehad. De
21-jarige A. B. werd bij het oversteken van
den weg aangereden door den motorrij
der E. Th. de V. uit Bloemendaal. A. B.
brak daardoor zijn linker-onderbeen en
werd verbonden door de doktoren Hugen-
holtz en Munick uit Oegstgeest, terwijl de
Eerste Hulpdienst hem naar het Acade
misch Ziekenhuis te Leiden heeft vervoerd.
De motorrijder had de attentie, om zich
niet over zijn slachtoffer te bekommeren
en reed met onverminderde snelheid door.
Deze had echter buiten den waard gere-
kend, want op een telephonisch bericht
werd hij door de Hillegomsche politie aan
gehouden en aan de Oegstgeester politie
overgeleverd.
Gevonden voorwerpen. Muts, regen
jas, heerenhandschoen, jonge hond, schaats,
portemonnaie waarin eenige sleutels, zilve
ren armband, een paar studieboeken, glacé
heerenhandschoen, zilveren polshorloge,
dekzeil van een brancard, gouden dames-
ring.
Verloren voorwerpen. Handbescher
mer van oen rijwiel, kinderhandschoen, vul
pen merk „Pelikan", gouden broche.
Gevestigd: M. H. Sckolten van Rlie-
den. H. W. Koning 'en gez. van Zoeter-
woude. Th. Midden van den Haag.
G. Nagtegaal en gez. van Voorschoten.
K. Moes en gez. van Hillegom. J. A.
Duvcun van Sassenheim.
Vertrokken: A. M. Verkleij naar
Hillegom. Wed. P. de Lange-Koekenbier
naar Hillegom. C. M G. v. Bij ster veld
naar den Haag. D. Kaiser naar Amster
dam. M. v. Tol naar Rijnsburg. S. Fa-
ber naar Vour. C. de Bruin naar Maas
land. K. de Boer naar den Haag. H.
P. Perk naar Utrecht.
Geboren: Petronclla Catharina Ma
ria, d. van E. M. C. Hoffman-v. d. Meel.
Pieter, z. van R. Postma-Boukes.
FAILLISSEMENTEN
Uitgesproken
IT. C. J. van Os, administrateur, W a s-
s e n a a r; cur. mr. R. J. Bergmans te
Den Haag.
G. M. Teegelaar, kruidenier, Leidon;
Cur. mr. A. J. Romijn te Leiden.
RECHTZAKEN
OVERTREDING CRISIS-VARKENSV/ET
De Kantonrechter, mr. Van Haeften, heeft
heden uitspraak gedaan in de zaak van den
varkensmester C. A. van B. te Loosduin^n,
die zijn varkens niet had voorzien van het
oormerk, ingesteld volgens de crisis-varkens-
wet. Hij was niet genegen, zijn varkens te
doen merken, en wilde geen lid worden van
de varkenscentrale. Verdachte had zich ver
dedigd, aanvoerende, dat wel de wet ver
biedt aan ongemerkte varkens in voorraad te
hebben, maar dat hij geen lid is van de cen
trale en dus zijn varkens niet gemerkt kan
krijgen en dat nergens in de wet wordt be
paald, dat hij lid moet zijn van de centrale.
Verd. had opgemerkt, dat men moet ver
zoeken, om lid van de centrale te worden,
en dat men moet verklaren, zich aan de be
palingen te zullen ondérwerpen, maar dat de
leden nooit rechtens meespreken hebben, want
dat zij geen vergaderingen kunnen bijwonen.
In de uitspraak wordt overwogen, dat hier
door de strafbaarheid van het feit niet wordt
opgeheven. Volgens de artt. 11 en 12 van het
crisis-varkensbesluit is het in voorraad heb
ben enz. van varkens, zwaarder dan een na
der door den minister te beperken gewicht,
slechts toegestaan, indien zij voorzien zijn van
een oormerk. En het aanbrengen van zulke
oormerken is slechts toegestaan aan een
rechtspersoonlijkheid bezittende, gewestelijke
organisatie onder door den minister vast te
stellen voorwaarden.
In het vonnis wordt overwogen, dat geen
reden gebleken is, waarom de strafbaarheid
zou zijn opgheven, en dat die reden zeker
niet is de omstandigheid, dat verd. niet ge
dwongen wil worden om de noodige maatre
gelen te treffen om aan zijn verplichting tot
het doen aanbrengen van het vereischte oor
merk te voldoen.
Overeenkomstig den eisch van het O. M.
is verd. veroordeeld tot f 100 boete of 50 da
gen hechtenis.
STADSNIEUWS
K. J. M. V. „ST. PETER KANIS".
Lezing van den Moderator.
In het Eigen-Huis hield de weleerw. heer
L. Gudde, moderator van de K. J. M. V.,
gisteravond een lezing over de Katholieke
Kerk en de oud-Kath. Kerk.
De vice-voorzitter, de heer S. Veldman,
opende de bijeenkomst met de K. J. M. V -
groet, daar de voorzitter, de heer P. Knaap
door familie-omstandigheden verhinderd
was. De heer Veldman heette allen van
harte welkom, waarna de moderator het
woord nam.
Aansluitend op de voorgaande lezingen
over het Anglican isme en het Lutheranismo,\
sprak Kap. Gudde thans over het oud-Ka-
tholicisme, niet omdat ze zooveel aanhan
gers telt. maar omdat het tooh wel van
belang is iets over het ontstaan van dit
miniatuur-Kerkgenootschapje te weten.
Haar ontstaan is het gevolg geweest van
eén groote twistvraag in de Kerk over de
genadeleer. Sinds de uiteenzetting van den
H. Augustinus staan twee punten vast: lo.
do menschelijke wil blijft vrij onder de wer
king der genade; 2o. God kan door Zijn
genade iedere wil onfeilbaar zeker tot het
goede brengen. Over de interpretatie van
deze twee punten kan geen wezenlijk ver
schil bestaan. Dit vraagstuk riep twee
scholen in het leven; die der Molinisten (de
Jezuieten) die bizonder de vrije wil en die
der Thomisten, die bizonder de goddelijke
genade geklemtoonde. Paus Clemens VIII
benoemde een aparte congregatie ter bestu
deering van deze kwestie. Na ongeveer tien
;aar studio kwam Rome's uitspraak, dat
beide richtingen verdedigd konden worden.
Anderen wilden echter 'n anderen weg op.
Een prof. Michael Baius te Leuven schreef
een boek vol dwalingen o.a. over de wils
vrijheid. Deze leer is zeer verwant met de
protesbantsche leer. Ondanks de Kerkelij
ke veroordeeling bleef de dwaling van Baius
voortbestaan totdat Cornelius Jansenius
kwam. Hij schreef zijn bekende boek
„Augustinus". De grondgedachte van dit
werk is, dat de mensch onder twee invloe
den staat: aardsche of hemelsche. Na z'n
dood werd het werk gedrukt en door Paus
Innooentius X veroordeeld. De leer van
Jansenius had echter reeds zeer veel aan
hangers gekregen. De Paus bleef echter
strenge maatregelen nemen en het goedwil
lende deel onderwierp zicb. Een weer
barstig restje bleef in het voormalige bis
dom Utrecht. In 1719 sloten zich eenige
recalcitrante priesters in Den Haag aaneen
en deden een zekere Cornelis Steenhoven
als bisschop wijden door 'n Franschen bis
schop die in ons Land vertoefde op doorreis
naar Perzië. Bij aankomst in Perzië bleek
hij intusschen. door den Paus gesuspendeerd.
Zoo ontstond de oud-Katholieke clerezij. Er
werden drie bisdommen gevormd Haarlem,
Utrecht en Deventer. Het laatste bisdom
heeft geen .parochies en geen enkele geloo-
vige, Nadien heeft men op allerlei manier
getracht de aanhang te vergrooten, wat
echter niet gelukt is.
Wat het inwendig leven en de leer be
treft hiermede is het droevig gesteld, voor
al na de afschaffing van het caelibaat der
pastoors. Het godsdienstige leven is dor en
stervend. Wat do wijdingen betreft, in te
genstelling tot de Anglicaansche, die door
Paus Leo XIII ongeldig zijn verklaard, is
nog geen beslissende uitspraak gedaan.
Daarom moeten wij het binnengaan van
j>en oud-Katholieke kerk vermijden, omdat
wij onze houding niet met absolute zeker
heid kunnen bepalen, hoewel spr. de mee
ning is toegedaan, dat de wijdingen wel
eens ongeldig konden blijken te zijn, door
dat' zo niet met de goede intentie zijn toe
gediend.
Kon bij de bespreking van het Angli-
canisme de blijde verwachting van een
evenlueele hereeniging uitgesproken wor
den, hier is dit niet het geval, daar het een
lidmaat betreft dat van het mystieke
lichaam van Christus is afgerukt en daar
door gedoemd is te sterven.
Met een aansporing om ook voor deze af
gedwaalde broeders te bidden, wanneer wij
bidden voor de bekeering van bet vader
land, eindigde de moderator zijn uiteenzet
ting, waarna de bijeenkomst met de K. J.
M. V.-groet gesloten werd.
LEIDSCH UNIVERSITEITS FONDS.
Gisteren werd door den Universiteits
raad de jaarvergadering gehouden in de Se-
naastkamer van de Academie aan het Ra
penburg.
Wegens het overlijden van de heeren dr.
J. Bruining en mr P. J. van Wijngaarden
en het periodiek' aftreden van de heeren
jhr. mr. dr. A. Rüell, mr. Ph. B. Libourel,
mr. J M. Dutilh, mr. A. baron van Haer-
solte, mr. J. P. Graaf van Limburg Stirum,
dr. P. C. Molhuysen, mr. S. J. R. de Mon-
chy, N. Rutgers van der Loeff en dr. J.
Schoemaker, moesten 11 nieuwe leden ver
kozen worden, waarvan alleen de heer Li
bourel terstond herkiebaar was
Mr. Libourel werd herkozen, de namen
van de overige 10 nieuwe leden van den
Universiteitsraad zullen later bekend ge
maakt worden.
Uit het College van Gecommitteerden
traden de heeren jhr. mr. dr. A. Röell en
mr. Libourel af, alleen de laatste was als
zoodanig herkiesbaar en word herkozen,
terwijl .als nieuwe Gecommitteerde geko
zen werd: prof. mr. W. J. H. van Eysinga.
Het financieel beheer over 19311932
werd door de daartoe benoemde Commissie
nagegaan en accoord bevonden, zoodat aan
den penningmeester onder dankbetuiging
voor de vele door hem als zoodanig ver
richte werkzaamheden décharge verleend
werd. Een Commissie werd benoemd tot
het nagaan van het financieel beheer over
het tijdperk 1 Sept. 19321 Sept. 1933.
Medegedeeld werd, dat de Kanakaprijs
was toegekend aan den heer Soekanto, die
op 8 Juli 1932 het taalkundig doctoraal
examen der Indologische studie goed had
afgelegdhet doctoraal-examen Neder-
landsch-Indisch Recht was reeds vroeger
door hem afgelegd.
De Gadjanadaprijs werd dit jaar niet
toegekend.
De Commissie van Uitvoering bracht
verslag uit over de werkzaamheden van
het Leidsch Universiteits-Fonds geduren
de het tijdvak 8 Februari 19328 Februari
1933, waaruit bleek hoeveel met de be
schikbare middelen verricht was kunnen
worden
Gedurend.e het afgeloopen jaar werden
evenals tevoren de vijf bijzondere profes
soraten vanwege het fonds, bekleed doifr
de heeren Einstein, Holst, Buffin, de Jos-
selin dè Jong en Thiel bestendigd.
Aan de docenten in Spaansch, Deensch,
physiologie en biologie der tropische plan
tenwereld en tropische cultures, crimineele
psychologie, erfelijkheidsleer, oeconomische
geschiedenis en in het Oostersch Christen
dom werd ondersteuning bij hun onderwijs
verleend.
Aan het Sinologisch Instituut, het Insti
tuut Kern, het Instituut voor Indische
Voordrachten, de Hortus Botanicus en het
Instituut voor Systematische Theologie
werden subsidies verleend, terwijl de hoog
leeraar Rhader in staat werd gesteld om
op een reis, welke hij in Japan maakte,
vele werken aan te schafen voor de biblio
theek, die dringend noodig waren, het
welk met buitengewoon veel succes is ge
schied. De heer Rhader was toch in staat
voor het kleine beschikbare bedrag een
groot aantal boeken aan te koopen.
Het werk van prof. Berg voor verschil
lende doeleinden ten bate van het onder
wijs in het Javaansoh en de Javaansche
litteratuurgeschiedenis werd ondersteund.
Het Comité voor Historische voordrach
ten werd in staat gesteld lezingen te doen
houden; het Chemisch Dispuut om dokter
Rutgers over te laten komen voor het ge
ven van colleges.
Ook dit jaar werd de Theologische Fa
culteit in staat gesteld tot het doen hou
den van wijsgeerige theologische voor
drachten en aan een studentenvereeniging
werd subsidie verleend voor academie-
preeken.
Voor het geologisch onderwijs werd fi
nancieel steun gegeven voor het inrichten
van het museum.
Aan dé afdeeling Leiden van het I. S. S.
werd een som gewaarborgd voor het doen
inrichten van gelegenheden, waar door
studenten het koffiemaal gebruikt kan wor
den, waaraan groote behoefte bestaat.
De Universiteitsdag werd dank zij de
actie van de heeren de Vos v. Steenwijk
en Linthorst Homan met veel succes in
Assen gehouden.
Als plaats voor den Universiteitsdag in
1933 werd aangewezen een plaats in de
provincie Utrecht.
Het afgeloopen jaar was voor het Leidsch
Universiteits-Fonds betrekkelijk moeilijk
daar de aanvragen om steun door de moei
lijke tijdsomstandigheden menigvuldiger
en dringender waren dan gewoonlijk.
Gelukkig kon, al verminderde ook de in
komsten uit andere hoofde, het ledental
door stelselmatige propaganda op peil ge
houden worden.
Er bleek dat getracht zal moeten worden
de financiën te versterken, daar nog ve
lerlei werken op uitvoering wachten.
Kerk en Kapitaal.
Ons verslag betreffende'de lezing, die
kap. B. Dorbeck Dinsdagavond voor de
leden van „Dr. Schaepman" hield over
„Kerk en Kapitaal'' eischt een verbetering.
De vierde stelling dient aldus gelezen te
worden: Dit systeem moet worden ver
nieuwd, zooals Paus Pius XI in de ency
cliek Quadragesimo Anno aangeeft door:
het inrichten van Bedrijfsschappen,
Zedelijke vernieuwing.
Gemeentelijke Aankondigingen
Drankwet,
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat H. J.
£lewe, te Leiden, een verzoek heeft inge
diend ter bekoming van vergunning voor
den verkoop van sterken drank in het klein
in het perceel Haarlemmerstraat No. 102,
aldaar.
A.YAN DE SAiNDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 9 Fobruari 1933.
LEIDEN.
Vrijdag R. K. Bond van Transportarbeiders
„Sint Bonifacius", Bondsgebouw 8
uur.
Vrijdag, Concert Delftsche Trio, Kleine
Stadszaal, 8 uur.
Zaterdag, Zweefvliegdemonstraties Leid-
sche Zweefvliegclub, terrein Maal
drift (Wassenaar), 2,30 uur.
Zaterdag, Uitvoering Leidsch Gymnasias-
tenbond, Leidsche Schouwburg,
8.15 uur.
Woensdag. K. J. M. V. „St. Peter Kanis",
Conferentie, Eigen Huis, 8.30 uur.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotneken wordt van Maandag 6 tot
en met Zondag 12 Febr. a.s. waarge
nomen door apotheek C. B. Duyster, N.
Rijn 18, Tel. 523.'
DE KWESTIE-
COLENBRANDER.
De hooglecraren dr. G. W. Kernkamp,
dr. J. H. Gosses en dr. H. Brugmans, die
door Curatoren der Leidsehe Universiteit
aangezocht waren een onderzoek in te stel
len naar de gegrondheid vau de beschuldi
gingen van plagiaat, door prof. Gcyl en dr.
van Eyck jegens prof. Colenbrander geuit,
hebben onder datum van 24 Januari het
volgende rapport aan Curatoren doen toe
komen:
Ter voldoening aan het verzoek, een
antwoord te geven op de vragen:
lo. Zijn de beschuldigingen, geuit in
den open brief aan de „Gids"-redactie
door dr. P. N. van Eyck en prof. dr. P.
Geyl aan het adres van prof. Colenbran
der te Leiden, naar aanleiding van diens
artikel in de Januari-aflevering van de
„Gids" van dit jaar, juist?
2o. In hoeverre treffen deze beschuldi
gingen ook de op 6 Januari 1.1. door ge
noemden hoogleeraar in het Groot-Audito
rium te Leiden gehouden redevoering.
hebben de eer het navolgende te uwer
kennis te brengen.
Tot ons leedwezen moeten wij de eerste
vraag in hoofdzaak bevestigend beant
woorden. Van het bedoelde „Gids"-artikel,
dat 12S bladzijden telt, zijn, zooals ons bij
nauwkeurig onderzoek is gebleken, ruim
tachtig bladzijden, hetzij in letterlijke of
vrije vertaling, hetzij in samenvatting of
excerpt, ontleend aan Pirenne's „Histoire
de Belgique", tome III p. 368461 en tome
IV p. 31S6. Ook blijkens de volgorde der
behandelde onderwerpen maakt de heer
Colenbrander zich in verreweg het grootste
gedeelte van zijn artikel niet los van Pi-
renne. Alleen voor enkele algemeene be
schouwingen of wanneer het aangelegenhe
den uit de speciale geschiedenis van
Noord-Nederland geldt, die bij Pirenne óf
niet, of slechts ter loops worden aange
roerd, staat de heer Colenbrander, in die
gedeelten van zijn artikel, waar hij ove
rigens zich aan Pirenne vastklemt (ber. 10
44, 4861 en 6912S), op eigen voeten
Hij put dan uit de kennis, die hij reeds be
zat voordat hij het bewuste' „Gids"'-arti-
kel schreef, verlevendigd en aangevuld
door het raadplegen van de beste daar
voor in aanmerking komende historisce
geschriften.
Zoowel hieruit, als uit de gedeelten van
het artikel, die buiten de besohuldiging
aan plagiaat vallen, blijkt, dat de heer Co
lenbrander nog iets anders heeft gedaan
dan Pirenne op den voet volgen. Hij heeft
bovendien om slechts het voornaamste
te noemen gebruikt gemaakt van ver
schillende artikelen van Robert Fruin en
van diens (door hem zelf uitgegeven) „Ge
schiedenis der Staatsinstellingen in Neder
land tot den val der Republiek"hij heeft
eveneens Raahfahl's „Wilhelm von
Oranien" en Blok's „Willem de Eerste"
geraadpleegduit verschillende plaatsen
volgt tevens, dat hij Groen's „Archives" en
de door dr. Japikse uitgegeven „Resolu-
tiën der Staten-Generaal" ter hand heeft
genomen.
Maar nóch dit, nóch, de omstandigheid,
dat de heer Colenbrander voor een aan
tal passagers, die alleen feitelijke mede-
deelingen bevatten, ter controle van zijn
geheugen evengoed met een ander auteur
dan Pirenne te rade had kunnen gaan,
doet aan de zaak ten principale veel af.
Het ontstellende feit blijkt, dat hij een
grootendeels op Pirenné berustend arti
kel als zijn eigen werk heeft gepubliceerd,
dus zonder den naam van zijn zegsman te
vermeldenslechts twee malen citeert hij
Pirenne, op bldz. 7 van zijn artikel, maar
nooit meer in het vervolg, nooit meer in
die gedeelten, waar hij volkomen van Pi-
re"ne afhanet.
En niet alleen dat hij deze afhankelijk
heid verzwijgt, hij wekt 'bovendien den
schijn, dat hij zijn artikel ontleent aan bron
nen van de eerste orde. door klakkeloos
alle verwijzingen van Pirenne naar deze
bronnen over te nemen. Zoowel het een als
het ander is misleidend voor eiken lezer,
die Pirenne niet naast het artikel van dan
heer Colenbrander lc«gt.